Cien Doscientos. Trescientos Cuatrocientos Quinientos Seiscientos Setecientos Ochocientos 9.
|
|
- Sonja Fenna Hermans
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Para funcionar Bloque I 1 Los números De getallen 1 Uno 11 Once 30 Treinta 100 Cien 2000 Dos mil Un millón 2 Dos 12 Doce 31 Treinta y uno 200 Doscientos 3000 Tres mil Dos millones 3 Tres 13 Trece 32 Treinta y dos 300 Trescientos 4000 Cuatro mil Tres millones 4 Cuatro 14 Catorce 33 Treinta y tres 400 Cuatrocientos 5000 Cinco mil Cuatro millones 5 Cinco 15 Quince 40 Cuarenta 500 Quinientos 6000 Seis mil Cinco millones 6 Seis 16 Dieciséis 50 Cincuenta 600 Seiscientos 7000 Siete mil Seis millones 7 Siete 17 Diecisiete 60 Sesenta 700 Setecientos 8000 Ocho mil Siete millones 8 Ocho 18 Dieciocho 70 Setenta 800 Ochocientos 9000 Nueve mil Ocho millones 9 10 Nueve Diez Diecinueve Veinte Ochenta Noventa Novecientos Mil Diez mil Doscientos mil Dos millones, trescientos cuarenta y cinco mil, seiscientos setenta y ocho = 16 : diez y seis = dieciséis Getallen op één en op honderd richten zich in geslacht naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen: Veintiún asientos Doscientos invitados Veintiuna ventanas Quinientas personas Vanaf 1000 schrijven we een punt om de duizendtallen en miljoenen aan te geven Ejemplo: 2000 = dos mil = ocho millones novecientos mil Schrijf onderstaand getal voluit: treinta y dos
2 Gramática 2 La Fecha De datum De datum wordt in het Spaans weergegeven met de dag van de week, de dag van de maand en het jaar: Hoy es Estamos a Hoy es miércoles, dos de mayo de mil novecientos setenta y cinco Estamos a jueves, quince de junio de dos mil cinco De dagen van de week Lunes Martes Miércoles Jueves Viernes Sábado Domingo Zaterdag en zondag vormen el fin de semana Op deze dagen wordt over het algemeen niet gewerkt Op zondag zijn de winkels gesloten Qué día de la semana te gusta más? El El fin de semana De maanden van het jaar De dagen van de week en de maanden van het jaar worden met een kleine letter geschreven Ej: La reunión es el jueves, 13 de junio Beantwoord de onderstaande vragen: Cuándo es tu cumpleaños? El de de En qué mes se celebra la Navidad? En Escribe la fecha de hoy: Hoy es de de treinta y tres 33
3 Bloque I 3 La Hora De tijd Naar de tijd vraag je op de volgende manier: Qué hora es? menos cinco menos diez en punto 12 1 y cinco 2 y diez Het antwoord luidt: menos cuarto 9 3 y cuarto Es la una Son las dos, tres, etc 8 menos veinte menos veinticinco 7 6 y media 5 4 y veinte y veinticinco (Es) (Son) la una las dos las cinco en punto y media y cuarto y cinco y tres (minutos) menos cuarto menos tres (minutos) De tijd kan ook vermeld worden zoals die op digitale horloges staat, door de getallen op het scherm te noemen: Son las veinte quince in plaats van Son las ocho y cuarto 20:15 Het is belangrijk onderscheid te maken tussen: naar de tijd vragen: Qué hora es? Son las cinco y media en over tijdstippen praten: A qué hora sale el tren de Madrid? A las cinco y media Teken jouw horloge met het tijdstip dat het nu aangeeft Schrijf het voluit in je schrift Probeer ook zinnen te maken met verschillende tijdstippen Es la Son las A qué hora sirven el desayuno? A las Dibuja la hora 34 treinta y cuatro
4 Gramática 4 El Alfabeto Het alfabet Luister hoe de volgende letters worden uitgesproken: Letter Naam Uitspraak Voorbeeld A, a a /a/ Aeropuerto B, b be /b/ Bilbao C, c ce /0/, /k/ Cena, Comensal CH, ch che /c/ Chocolate D, d de /d/ Dormitorio E, e e /e/ Ejecutivo F, f efe /f/ Farmacia G, g ge /g/,/x/ Gato, Gente H, h hache / / Hotel I, i i /i/ Idioma J, j jota /x/ Jarabe K, k ka /k/ Kilómetro L, l ele /l/ Lavabo LL, ll elle /j/ Llave M, m eme /m/ Mesa N, n ene /n/ Nevera Ñ, ñ eñe /J/ España O, o o /o/ Orejas P, p pe /p/ Pasajero Q, q cu /k/ Queso R, r erre /r/, /rr/ Aéreo, Radio S, s ese /s/ Salmón T, t te /t/ Tarjeta U, u u /u/ Urgente V, v uve /b/ Viaje W, w uve doble /w/, /b/ Whisky, Water X, x equis /ks/, /s/ Taxi, Extranjero Y, y i griega /y/, /i/ Ya, Buey Z, z zeta /0/ Zapatos Let op de letters G en J: G+a,o,u = /g/ Gato, Gorro, Guante Gu+e,i = /g/ Guerra, Guiso J+ a,o,u = /x/ Jamón, Jota, Jugar, J+ e,i Jengibre, Jinete G+e,i = /x/ Genio, Ginebra Kijk uit met de letters C, Z en Q: C+e,i = Z+a,o,u Qu+e,i = C+a,o,u= /o/ Cereza, Ciruela, Zapato, Zorro, Zurrón /k/ Queso, Quinto, Casa, Cosa, Cuenta De Ñ bestaat alleen in het Spaans: España, mañana, compañía Er is geen klankverschil tussen de B en de V Beide worden uitgesproken als /b/ Afhankelijk van waar je bent, kan het zijn dat: de C /o/ en de Z /o/ worden uitgesproken als de S /s/ (Latijns-Amerika, zuiden van Spanje en Canarische Eilanden) de W uve doble wordt aangeduid met doble be en de V uve met be corta (veel landen in Latijns-Amerika) Spel je achternaam treinta y cinco 35
5 Bloque I 5 El Sustantivo Het zelfstandig naamwoord Geslacht Het Spaans kent twee geslachten, het mannelijke en het vrouwelijke 51 Vaak geeft de uitgang a (vrouwelijk) of o (mannelijk) een aanwijzing over het geslacht: Piloto (mannelijk) Camarero Azafata (vrouwelijk) Camarera 52 Je moet echter voorzichtig zijn want er bestaan veel woorden die op -a of -o eindigen en juist het andere geslacht hebben: El programa (masculino) La moto (femenino) Het is belangrijk altijd te letten op het lidwoord, El, La, omdat dit het geslacht aangeeft Er zijn ook woorden die niet tot deze groep behoren en die op andere letters eindigen In dat geval wijst de context uit wat het geslacht van het woord is: Estudiante (mannelijk of vrouwelijk) Hotel (mannelijk) Leche (vrouwelijk) Huésped (mannelijk of vrouwelijk) Café (mannelijk) Habitación (vrouwelijk) Kruis de mannelijke zelfstandige naamwoorden in de onderstaande lijst aan: Portero X Restaurante Avión Piscina Lámpara Reserva Dormitorio Baño Puerta Cama Asiento Recepción Getal Om het meervoud van een woord te vormen, wordt er over het algemeen een s aan toegevoegd: Cama Camas Mesa Mesas Recepcionista Recepcionistas Als de laatste letter een medeklinker is, moet de s worden voorafgegaan door een e: Habitación Habitaciones Hotel Hoteles Pensión Pensiones 36 treinta y seis
6 Gramática 6 El Artículo Het lidwoord Het lidwoord staat vóór het zelfstandig naamwoord Het kan bepaald of onbepaald zijn 61 Bepaald lidwoord: Lidwoord Zelfstandig naamwoord Voorbeeld El masculino singular = El avión La femenino singular = La azafata Los masculino plural = Los hoteles Las femenino plural = Las habitaciones 62 Onbepaald lidwoord: Lidwoord Zelfstandig naamwoord Voorbeeld Un + masculino singular Un camarero Una + femenino singular Una señora Unos + masculino plural Unos bares Unas + femenino plural Unas tostadas Maak deze zinnen af: Ej: El piloto de la compañía aérea es colombiano habitación 987 es muy grande café me gusta mucho hotel Ritz es fantástico Voy a buscar hotel en la costa Ana va a Italia con amigo En el centro de Madrid hay bares muy tipicos : gebruik van het lidwoord Wanneer we het zelfstandig naamwoord al (hebben leren) kennen, wordt het bepaald lidwoord gebruikt: El piloto es muy bueno (sabemos de qué piloto hablamos) Door daarentegen te zeggen: He visto a un piloto de Iberia en el hotel, geven we aan dat we niet weten om welke piloot het gaat, het is een piloot zoals alle anderen treinta y siete 37
7 Bloque I 7 Demostrativos - Aanwijzende voornaamwoorden Aanwijzende voornaamwoorden Enkelvoud Meervoud Mannelijk Este Ese Aquel Vrouwelijk Esta Esa Aquella Mannelijk Estos Esos Aquellos Vrouwelijk Estas Esas Aquellas Alleen zelfstandig gebruikt: Esto Eso Aquello Ejemplo: [ Este/Ese/Aquel + zelfst naamwoord mannelijk enkelvoud = Este señor es japonés De aanwijzende voornaamwoorden staan over het algemeen vóór het zelfstandig naamwoord en richten zich in getal en geslacht naar dit zelfstandig naamwoord: Esa maleta (la maleta) es grande Wordt het aanwijzend voornaamwoord zelfstandig gebruikt, dan wordt het zelfst nw weggelaten Este/Ese/Aquel + mannelijk enkelvoud Este es japonés Zelfstandig gebruikte aanwijzende voornaamwoorden krijgen een geschreven accent om ze te onderscheiden van bijvoeglijk gebruikte aanwijzende voornaamwoorden: Mira, ésta es Ana y éste es Iván Het aanwijzend voornaamwoord wordt in het Spaans gebruikt om herhalingen te voorkomen: Me gustan las maletas con cierre de seguridad Esas son las que utilizo en mis viajes Aquellas, sin embargo, no me gustan De voornaamwoorden esto, eso en aquello krijgen nooit een geschreven accent wanneer ze verwijzen naar een idee, naar iets waarvan de exacte naam niet gegeven wordt of naar iets waarover zojuist is gesproken: Qué es aquello? Esto es muy raro [ Aquel chico Aquella chica Allí, Allá Maak de zinnen af: té está muy caliente hotel me gusta mucho bebidas son muy caras asientos son incómodos 38 treinta y ocho De drie aanwijzende voornaamwoorden drukken verschillende graden van nabijheid bij de spreker uit; deze komen overeen met de bijwoorden van plaats: Aquí/Acá, Ahí, Allí/Allá Este chico Aquí, Acá Ese chico Esa chica Ahí
8 Gramática 8 Posesivos Bezittelijke voornaamwoorden Bijvoeglijk gebruikte bezittelijke voornaamwoorden één bezitter meerdere bezitters Mi Tu Su (de el/ella/usted) Nuestro/a Vuestro/a + Su (de ellos/ellas/ustedes) Zelfst nw enkelvoud: Mi avión sale a las 9 Zelfstandig gebruikte bezittelijke voornaamwoorden Mis Tus Sus (de el/ella/usted) + Zelfst nw meervoud: + Mis tostadas están frías Nuestros/as Vuestros/as Sus (de ellos/ellas/ustedes) Mi (s)/tu (s), Su (s) hebben één vorm voor mannelijk én vrouwelijk: Mi maleta / mi abrigo Nuestro/a (s), Vuestro/a (s) richten zich altijd in getal en geslacht naar het zelfst nw: Nuestra maleta / vuestros abrigos één bezitter meerdere bezitters El mío/a El tuyo/a El suyo/a El nuestro/a El vuestro/a El suyo/a + Zelfst nw enkelvoud Mi avión sale a las 9 El mío a las 8 Los míos/as Los tuyos/as Los suyos/as Los nuestros/as Los vuestros/as Los suyos/as + Zelfst nw meervoud Mis tostadas están frías Las mías están calientes Mi hermana y yo (nosotras) tenemos unos padres muy generosos Los nuestros son generosos Wanneer het bezittelijk voornaamwoord niet voorafgaat aan het zelfstandig naamwoord maar dit vervangt, komt er een bepaald lidwoord voor en neemt het de zelfstandige vorm (mío, mía, míos, mías, etc) aan De bezittelijke voornaamwoorden geven de bezitsrelatie aan tussen het zelfstandig naamwoord waarnaar ze verwijzen en de bezitter De bezittelijke voornaamwoorden richten zich in getal en geslacht niet naar de bezitter, maar naar het bezit Vul in onderstaande zinnen het juiste bezittelijk voornaamwoord in: Ej: Su (hotel/de Juan) es muy bonito Está cerca de (casa/de nosotros) El (hotel/de mí) es pequeño, pero barato Tu jefe es muy serio, el (de mí) es más simpático Dónde está el (de él)? treinta y nueve 39
9 Bloque I 9 Verbos: Presente de Indicativo Werkwoorden: Tegenwoordige tijd In het Spaans zijn er drie werkwoordsgroepen: -AR -ER -IR 91 Veel werkwoorden zijn REGELMATIG; afhankelijk van de werkwoordsgroep krijgen ze altijd dezelfde uitgangen: -AR -ER -IR Reservar Comer Decidir Yo reservo como decido Tú reservas comes decides Usted reserva come decide Él/ella reserva come decide Nosotros/as reservamos comemos decidimos Vosotros/as reserváis coméis decidís Ustedes reservan comen deciden Ellos/ellas reservan comen deciden 92 Andere werkwoorden, zoals ser of estar, zijn ONREGELMATIG; er doen zich belangrijke wijzigingen voor in hun vervoeging De meest voorkomende zijn: Ser Estar Ir Yo Soy Estoy Voy Tú Eres Estás Vas Usted Es Está Va Él/ella Es Está Va Nosotros/as Somos Estamos Vamos Vosotros/as Sois Estáis Vais Ustedes Son Están Van Ellos/ellas Son Están Van 921 Sommige onregelmatige werkwoorden hebben bij een aantal personen klinkerwisseling: e>ie o>ue e>i ww en op -uir: u>uy u>ue Querer Poder Pedir Incluir Jugar Quiero Puedo Pido Incluyo Juego Quieres Puedes Pides Incluyes Juegas Quiere Puede Pide Incluye Juega Queremos Podemos Pedimos Incluimos Jugamos Queréis Podéis Pedís Incluís Jugáis Quieren Pueden Piden Incluyen Juegan 922 Bij andere onregelmatige werkwoorden verandert de eerste persoon enkelvoud: ww en op -acer, -ocer y -ucir andere werkwoorden c>zc Conocer > Conozco Salir > Salgo Saber > Sé Conducir > Conduzco Poner > Pongo Ver > Veo Traducir > Traduzco Traer > Traigo Dar > Doy Hacer > Hago Gebruik Ser wordt gebruikt voor blijvende toestanden: soy cocinero soy peruano Estar voor toestanden van voorbijgaande aard: estoy en Barcelona 40 cuarenta
10 Gramática 9 Verbos Werkwoorden (vervolg) 923 En tot slot bestaan er werkwoorden met een dubbele onregelmatigheid: Tener Venir Decir Oír Yo Tengo Vengo Digo Oigo Tú Tienes Vienes Dices Oyes Usted Tiene Viene Dice Oye Él/ella Tiene Viene Dice Oye Nosotros/as Tenemos Venimos Decimos Oímos Vosotros/as Tenéis Venís Decís Oís Ellos/ellas Tienen Vienen Dicen Oyen Ustedes Tienen Vienen Dicen Oyen Maak zinnen met deze elementen: Ej: Mi amiga/desayunar/café/todas las mañanas Mi amiga desayuna café todas las mañanas Gebruik De Presente wordt gebruikt om: te spreken over algemene waarheden, definities, informatie: Yo no sé hablar español Las tiendas cierran a las dos Dos y dos son cuatro aanwijzingen te geven: Para ir a la Plaza Mayor, tomas primero la calle Mayor y giras a la izquierda over gewoonten en gebruiken te spreken: Los domingos siempre vamos de excursión te praten over de toekomst: Mañana voy a clase a las diez de la mañana De constructie ir a + infinitief wordt gebruikt om een gebeurtenis of handeling in de nabije toekomst aan te geven: Mañana voy a viajar a París El avión/salir/a las nueve de la mañana Vosotros/entender/el menú? Yo/no conocer/ese país Sus hijas/venir/mañana de Argentina (Tú)/poder abrir/la ventana? 10 Pronombres personales Persoonlijke voornaamwoorden Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar de betrokkenen bij het gesprek: de spreker (yo, nosotros), de toehoorder (tú, usted, vosotros, ustedes) en de persoon of het ding waarover wordt gesproken (él, ella, ellos, ellas) ONDERWERP LIJDEND VOORWERP MEEWERKEND VOORWERP Singular Plural Singular Plural Singular Plural 1 e persoon Yo Nosotros/as Me Nos Me Nos 2 e persoon Tú/usted Vosotros/as, Te Os Te Os Usted Ustedes Lo, (Le) La Los, (Les) Las Le Les 3 e persoon Él/Ella Ellos/as Lo, (Le)/La Los, (Les)/Las Le (Se) Les (Se) cuarenta y uno 41
11 Bloque I 10 Pronombres personales (vervolg) Het persoonlijk voornaamwoord vervangt het zelfstandig naamwoord om herhaling te voorkomen Lleva el pasaporte al aeropuerto; llévalo (=lleva el pasaporte) por favor De persoonlijke voornaamwoorden als lijdend en meewerkend voorwerp staan vóór het werkwoord; als het werkwoord in de gebiedende wijs, het gerundio of de infinitief staat, komen ze erachter: Tengo un hermano y una hermana en Santander Los veo a menudo, sin embargo los echo de menos A: Quieres comer una hamburguesa? B: No, no quiero comerla (= la hamburguesa) Wanneer zowel het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp als dat als meewerkend voorwerp wordt gebruikt, komt het meewerkend voorwerp eerst: A: Te dejo el bolígrafo para la siguiente clase? A: Sí me lo dejas me haces un favor meewvw lijdvw Wanneer het persoonlijk voornaamwoord LE (meewerkend voorwerp) wordt gevolgd door een lijdend voorwerp zoals LO, LA, LOS, LAS, dan verandert het eerste (LE) in SE: A: Le dejo el pasaporte a la azafata? B: No, todavía no le > se lo dejes Het mannelijke persoonlijk voornaamwoord voor het lijdend voorwerp in de 3 e persoon is LO/LOS, maar LE, en in uitzonderlijke gevallen LES, mag worden gebruikt als het voornaamwoord verwijst naar personen: Yo a Iván lo quiero mucho Yo a Iván le quiero mucho Maak vragen zoals in het voorbeeld: Ej: Yo no conozco a esas profesoras Tú las conoces? Yo no conozco a la azafata Mi hermano no conoce este hotel Mis padres no conocen esos países Ese chico no conoce a aquellas chicas 42 cuarenta y dos
12 Gramática 11 Verbos Iets leuk/lekker/fijn vinden Het werkwoord gustar GUSTAR wordt maar in twee personen gebruikt: de 3 e persoon enkelvoud en de 3 e persoon meervoud, afhankelijk van het getal van het zelfstandig naamwoord dat volgt Persoonlijk vnw Me Te Le Nos Os Les Verbo Gustar Gusta la manzana/viajar + zelfst nw enkelvoud / infintief Gustan las manzanas + zelfst nw meervoud Vul in zoals in het voorbeeld: Ej: A mí no me gusta el toreo A mi novio A mis amigos A nosotros mucho el baloncesto viajar de noche las colas en los cines 12 Preposiciones (en, a, hacia, de) Voorzetsels En A, Hacia De Geeft aan op welke plaats iets zich normaal gesproken bevindt El pasajero está en el avión Geeft beweging aan Voy a Londres mañana Geeft herkomst aan El avión procedente de Lima Vengo de China Let op het lidwoord dat bij de voorzetsels A en DE staat: A + EL = AL DE + EL = DEL Ej: Voy al coche El museo del Prado Vul het juiste voorzetsel in: Yo siempre compro aceite girasol Carmen no está casa, siempre va supermercado a esta hora Mañana salgo Santander 13 Adverbios Bijwoorden Van hoeveelheid Nada Poco Algo Mucho Bastante Maak zinnen met deze bijwoorden Ej: A míme gusta mucho la sopa de pescado Ej: Me gusta mucho el zumo de naranja cuarenta y tres 43
Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord
Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord Door: Victor Sánchez Vaak starten Nederlanders heel enthousiast aan een cursus Spaans. Mijn ervaring heeft geleerd dat men vroeg of laat tegen de grammatica
Nadere informatieKeuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen
Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen Met deze oefeningen kun je je voorbereiden op het tentamen Spaans voor beginners 1. De uitwerkingen staan op www.keuzevakspaans.com. Het echte tentamen
Nadere informatiecuál? cuál es su número de reserva? a ver... acento, el alfabeto, el apellido, el apellidos, los aquí tiene arroba, la ascensor, el baño, el
a ver... acento, el alfabeto, el alojamiento, el aparcamiento, el aparcar apellido, el apellidos, los aquí tiene arroba, la ascensor, el baño, el buenas noches buenas tardes buenos días c / (calle) claro
Nadere informatieSí, claro! 1.1. Instaptoets. Opgaven. 4. En un hotel. 1. En un viaje. Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés. Hola, cómo? Ernesto, y tú?
Sí, claro! 1.1 Instaptoets Opgaven Met behulp van deze toets kan worden bepaald over hoeveel kennis van de Spaanse taal een cursist reeds beschikt. De toets kan worden gebruikt om te bepalen in welke groep
Nadere informatieSPAANS HERHALINGLES 2 Español
pagina:1 H2-1 Inleiding We herhalen de lessen 6 t/m 10. Lees eerst de betreffende lessen door. H2-2 Vertaal: El buen pastor su vida da por las ovejas La vaca muge La conozco Os ven María tiene los libros
Nadere informatieMadrid maart 2 april Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 1
Madrid 2013 28 maart 2 april 2013 Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 1 Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 2 Het Spaans of het Castellano is één van de vier officiële talen van Spanje. De andere
Nadere informatieSPAANS HERHALINGLES 1 Español
pagina:1 H1-1 Inleiding De eerste herhalingsles. Lees de lessen 1 t/m 5 nog eens rustig door. Niet allemaal achter elkaar! Maak daarna deze herhalingsles. Veel succes! H1-2 Vertaal: Yo soy el pan = Yo
Nadere informatieSPAANS LES 8 Español
pagina:1 8-1 Inleiding Een eenvoudig briefje. Daar maakt u in deze les kennis mee. Aan het eind van deze cursus moet u zelf zo'n briefje kunnen schrijven! En dat gaat vast en zeker lukken! Veel succes!
Nadere informatieWonen. In deze les leert u
2 Wonen In deze les leert u woorden en zinnen rond het onderwerp wonen: un sofá estupendo de regels voor klemtoon en geschreven accent de meervoudsvormen van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden: cama
Nadere informatieSPAANS LES 6 Español
pagina:1 6-1 Inleiding Deze keer een klein gedeelte uit de Bijbel, twee dialoogjes en wat grammatica. De opmerking dat de antwoorden aan het eind van de les staan, laten we in het vervolg weg. Veel succes!
Nadere informatieSPAANS LES 2 Español
pagina:1 2-1 Inleiding U leert weer veel in deze les. U leert hoe u woorden in het meervoud kunt zetten, u leert weer heel wat over werkwoorden en u leert de telwoorden van 1 t/m 10. Veel succes! 2-2 Zinnetjes
Nadere informatieSPAANS LES 4 Español
pagina:1 4-1 Inleiding In deze vindt u heel wat bouwstenen voor een dialoog. Die vindt u niet alleen in de beide dialogen maar ook onder het kopje vraagwoorden. Veel succes! 4-2 Zinnen voor een dialoog
Nadere informatieBienvenidos - Cuaderno de ejercicios
unidad 1 En el aeropuerto Zoek bij elke vraag het bijpassende antwoord. Luister naar de cd van het tekstboek, Oefening 1 van Unidad 1, en let op de uitspraak van de /k/-klank in de woorden equipaje en
Nadere informatieReizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91
inhoud lente zomer herfst winter Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85 Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87 Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89 Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 Mode & schoonheid 14 15 40 41
Nadere informatieSpaans voor zelfstudie
Prisma Taaltraining Spaans voor zelfstudie drs. Gisa Muniz INHOUD Voorwoord 9 Uitspraak 11 Les 1 Tekst 1 14 Begroetingen 14 Mensen ontmoeten 15 Zich voorstellen 16 Vragen hoe iemand heet 16 Zeggen waar
Nadere informatieSPAANS HERHALINGLES 3 Español
pagina:1 H3-1 Inleiding Ook van deze herhaling kunt weer veel leren. Bekijk de werkwoordsvormen goed. Zorg dat alle zinnen (zelfstandig) kunt vertalen. Als extra service vindt u nog een aantal extra oefeningen.
Nadere informatieSPAANS LES 7 Español
pagina:1 7-1 Inleiding We beginnen deze keer met een artikeltje uit de Spaanse krant (elmundo). Verder leren we een nieuwe tijd en de namen van de dagen van de week. Veel succes! 7-2 Uit de Spaanse krant
Nadere informatieQuisiera una habitación
9 Quisiera una habitación 1 Escucha y rellena 23 Escucha el fragmento Quisiera una habitación y rellena el resumen con las palabras que faltan. Luister naar de tekst Quisiera una habitación en vul de samenvatting
Nadere informatieUitwerking Tareas Spaans 3. Qué has hecho hoy?
Uitwerking Tareas Spaans 3 Capítulo 1 p. 12 Qué has hecho hoy? 1. [Vraag hoe het met gaat] Hola, cómo estás? 2. [Vraag waarom] Por qué? 3. [Vraag wat gedaan heeft] Qué has hecho? 1. [Reageer, zeg dat je
Nadere informatieSí, claro! 1.2. Instaptoets. Opgaven. 1. Dos amigos miran el plano de Sevilla. 4. En la oficina de turismo.
Sí, claro! 1.2 Instaptoets Opgaven Met behulp van deze toets kan worden bepaald over hoeveel kennis van de Spaanse taal een cursist reeds beschikt. De toets kan worden gebruikt om te bepalen in welke groep
Nadere informatieDos cervezas por favor. Donde está el supermercado? Ga je op vakantie naar Spanje maar weet je niet wat deze zinnen betekenen?
Minicursus Spaans Dos cervezas por favor. Donde está el supermercado? Ga je op vakantie naar Spanje maar weet je niet wat deze zinnen betekenen? Het NTI trakteert je op een leuke, gratis minicursus Spaans.
Nadere informatie1OEFENINGEN bij WERKWOORDEN (boek CAMINOS 1, PAG.133 e.v.)
1OEFENINGEN bij WERKWOORDEN (boek CAMINOS 1, PAG.133 e.v.) 7.1.1 Regelmatige vormen A. Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Dónde...? (vivir, tú) Dónde...? (trabajar, tú) Yo no...muy bien español.
Nadere informatiePrisma Taalbeheersing. Basisgrammatica. Spaans. Begrijpelijk voor iedereen. drs. E. Slager dr. Y. Rodríguez Pérez
Prisma Taalbeheersing Basisgrammatica Spaans Begrijpelijk voor iedereen drs. E. Slager dr. Y. Rodríguez Pérez Prisma maakt deel uit van Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv Postbus 97 3990 DB Houten Auteurs:
Nadere informatieReizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen
- Vinden En dónde puedo encontrar? Om de weg naar je accommodatie vragen Waar kan ik vinden?... una habitación para rentar?... een kamer te huur?... un hostal?... een hostel?... un hotel?... een hotel?...
Nadere informatieComer con gusto 5. b. Sus gustos de comida. Welke van de voedingsmiddelen uit de lijst vindt u lekker of juist niet?
Comer con gusto 5 1 a. La pirámide de los alimentos. In deze voedingspiramide staan allerlei voedingsmiddelen. Volgens de piramide mogen de producten onderaan in grotere hoeveelheden gegeten en gedronken
Nadere informatieMi cole. aan deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken, SETENTA Y SIETE
2 Geef Mi cole aan deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken, SETENTA Y SIETE 77 1 Wat is er raar in dit klaslokaal? Schrijf het op. Hay cinco profesores. 2 A. Welke schoolvakken
Nadere informatiejanuari el/un coche el/un gato la/una casa la/una chica la/una mesa
januari Woordsoorten: er worden vandaag drie belangrijke woordsoorten behandeld. 1. Zelfstandige naamwoorden. Dit zijn de woorden waar je de, het of een voor kunt zetten. Het zijn dingen, dieren of mensen.
Nadere informatieReizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen
- Vinden Waar kan ik vinden? Om de weg naar je accommodatie vragen En dónde puedo encontrar?... een kamer te huur?... una habitación para rentar?... een hostel?... un hostal?... een hotel?... un hotel?...
Nadere informatieReizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen
- Vinden Waar kan ik vinden? Om de weg naar je accommodatie vragen En dónde puedo encontrar?... een kamer te huur?... una habitación para rentar?... een hostel?... un hostal?... een hotel?... un hotel?...
Nadere informatieGroene- Blokken- Boekje. Groene blokken om te leren uit: Juan y Rosa están de vacaciones
Groene- Blokken- Boekje Groene blokken om te leren uit: Juan y Rosa están de vacaciones Groene-Blokken-Boekje Hoe leer je deze blokken nu uit je hoofd? Zodanig dat je de Spaanse woorden en zinnen kunt
Nadere informatieInhoudsopgave. Ondersteunend materiaal página 4. Inhoud + checklist páginas 2-3. Opdracht página 1. Información personal páginas 6-13
Inhoudsopgave Opdracht página 1 Inhoud + checklist páginas 2-3 Ondersteunend materiaal página 4 Información personal páginas 6-13 La familia página 14 El colegio página 15 Las palabras 1-100 página 16
Nadere informatiek ga naar school Voy al colegio
Nederlandstalig onderwijs k ga naar school Voy al colegio Nederlands Español k ga naar school Voy al colegio Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat ik mijn
Nadere informatie6.5-De werkwoorden ser en estar
6.5-De werkwoorden ser en estar Het werkwoord "zijn" kent in het Spaans twee versies: ser en estar. ser estar 1e persoon enkelvoud: soy 1e persoon enkelvoud: estoy 2e persoon enkelvoud: eres 2e persoon
Nadere informatieSPAANS LES 3 Español
pagina:1 3-1 Inleiding In deze les gaat u de eerste tekst lezen! Maar eerst gaat u zich verder verdiepen in bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden. 3-2 Zinnetjes voor een dialoog Spaans: Buenos días,
Nadere informatieSPAANS LES 5 Español
pagina:1 5-1 Inleiding In deze les gaat het voor een belangrijk deel over het weer: U leest een weerbericht uit de bekende krant EL MUNDO. U leert een groot aantal uitdrukkingen over het weer. Maar ook
Nadere informatieTú y yo. In deze Unidad ga je vertellen over jezelf, je familie en vrienden
Tú y yo In deze Unidad ga je vertellen over jezelf, je familie en vrienden Je leert begroeten en afscheid nemen vragen hoe iemand heet, hoe oud hij is en waar hij vandaan komt namen spellen de getallen
Nadere informatieNederlands Español. Handige zinnen en woorden om u snel op weg te helpen in Spanje
Nederlands Español Handige zinnen en woorden om u snel op weg te helpen in Spanje Inhoudsopgave Als je mensen ontmoet... Als je je niet goed voelt... Tijdens het winkelen... In een restaurant... Een koffie
Nadere informatieEl horario de los chicos
El horario de los chicos Acércate! 1 Qué asignatura es? Welk schoolvak wordt er met de plaatjes bedoeld? Schrijf de Spaanse naam op. 1 4 2 5 3 6 cd 21 2 Gema explica su horario. Escucha y completa. Gema
Nadere informatieGRAMMATICA OEFENSTENCILS DEEL A (WERKWOORDEN)
GRAMMATICA OEFENSTENCILS DEEL A (WERKWOORDEN) 1. Schrijf volledig in je schrift de O.T.T. van: 2. vivir 3. ir 4. tener (ie) 5. decir (i) 6. haber 7. oír 8. conducir 9. caer 10. destruir 11. haber 12. morir
Nadere informatie1.1 Las vocales (de klinkers):
Lección 1 (Les 1): La pronunciación (De uitspraak) In deze eerste les leer je welke klinkers en medeklinkers het Spaans heeft. Je krijgt een overzicht van het Spaanse alfabet. Ook kijken we naar de regels
Nadere informatieInstaptoets. Opgaven. 1. En un viaje. 4. En un hotel. Hola, cómo? Ernesto, y tú? Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés.
Instaptoets Opgaven Met behulp van deze toets kan worden bepaald over hoeveel kennis van de Spaanse taal een cursist reeds beschikt. De toets kan worden gebruikt om te bepalen in welke groep of op welk
Nadere informatieArgentina Bolivia Cuba Salsa! Chile Durango España flamenco Guatemala Honduras Ibiza jugo zumo
Ficha de trabajo 1 El Alfabeto A B C CH D E F G H I J K L LL M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z Argentina Bolivia Cuba Salsa! Chile Durango España flamenco Guatemala Honduras Ibiza jugo zumo La Paz Cómo te
Nadere informatieA escribir! Periode 2. Schrijfopdrachten Spaans mavo 4
1 A escribir! Periode 2 Schrijfopdrachten Spaans mavo 4 2 Schrijfopdracht 1 a Hoe vraag je in het Spaans...? 1 Ben jij Duitse? 2 Spreek je Spaans? 3 Waar woon je? 4 Is dat een dorp? b Hoe antwoord je in
Nadere informatieSPAANS LES 9 Español
pagina:1 9-1 Inleiding In deze les vindt u van alles wat: een dialoogje, een stukje uit de krant, een nieuwe tijd en de getallen van 11 t/m 20. Veel succes! 9-2 Een dialoogje Paloma : ỊPerdone, señora!
Nadere informatieSerie Crímenes al sol. Pasión mortal
Leesboekjes Spaans Serie Crímenes al sol Pasión mortal Pasión mortal Auteur Mónica Hagedorn Castro-Peláez Illustraties Bartolomé Seguí Redactie Olga Balboa Nederlandse bewerking Yonina Pullens (Intertaal)
Nadere informatiela bicicleta De jongste mag beginnen en een passend kaartje aan het openingskaartje leggen. Als je niet kan moet je een kaartje van de pot pakken.
Dominospel / memory Knip alle kaartjes van de betreffende hoofdstukken uit. Doe het zo dat je een kaartje hebt met aan de linkerkant het plaatje en aan de rechterkant een woord. Dus alleen de dikke zwarte
Nadere informatieMinigramática página 1
Minigramática página 1 Algemeen... 3 Taalterminologie... 3 Woordenboekenverdriet... 3 Speciale tekens in een tekstverwerker... 4 Accenten en nadruk... 5 Tweeklanken: lettergrepen met I en U... 5 Onderwerpsvoornaamwoorden...
Nadere informatiediez Iedereen kan Spaans leren Desea algo más? ZIEN EN BEGRIJPEN Taalcursus Spaans Voor beginners
ZIEN EN BEGRIJPEN Voor beginners Taalcursus Spaans Iedereen kan Spaans leren Desea algo más? diez 10 20 30 40 Soy un edificio famoso. Soy una iglesia en Barcelona. Me llamo la Sagrada Familia met audio
Nadere informatieCaminos nieuw 1. Instaptoets
Caminos nieuw 1 Instaptoets Caminos nieuw 1 Instaptoets Opgaven Met behulp van deze toets kan worden bepaald over hoeveel kennis van de Spaanse taal een cursist reeds beschikt. De toets kan worden gebruikt
Nadere informatieReizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen
- Bij de ingang Me gustaría reservar una mesa para _[número de personas]_ a las _[hora]_. Een reservering doen Una mesa para _[número de personas]_, por favor. Om een tafel vragen Aceptan tarjetas de crédito?
Nadere informatieReizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen
- Bij de ingang Me gustaría reservar una mesa para _[número de personas]_ a las _[hora]_. Een reservering doen Una mesa para _[número de personas]_, por favor. Om een tafel vragen Aceptan tarjetas de crédito?
Nadere informatieSPAANS LES 13 Español
pagina:1 13-1 De laatste les van deel 1. Ja dit is de laatste theorieles. Er volgt nog één les, een herhalingsles. In deze laatste theorieles van het eerste deel van deze cursus komen nog een aantal belangrijke
Nadere informatieEric Vandenbempt / Peter Holsters
OVERZICHT SPAANSE GRAMMATICA 1e JAAR Eric Vandenbempt / Peter Holsters Inhoud Inhoud...2 El alfabeto español...4 Het alfabet...4 La acentuación...5 De klemtoon...5 Klemtoon...5 Pronunciacíon...6 Uitspraak...6
Nadere informatieEncuentros. Unidad 2. Woordenschat. Grammatica
Unidad 2 Encuentros Woordenschat Grammatica A Hola y adiós 1. Groeten en kennismaken 2. Het werkoord ser 3. Persoonlijke voornaamwoorden 4. tú / vosotros tegenover usted / ustedes 5. Dialogen 6. Señor,
Nadere informatieCómo se escribe tu nombre en español? Tienes hermanos? Cómo se llaman?
HOLA Y BIENVENIDOS! Wat heb je nog onthouden van Apúntate! 1? Maak deze opdrachten om daarachter te komen! COMUNICARSE 1 a Haz preguntas a tu compañero/-a. Él / Ella contesta. Qué tal? Cómo se escribe
Nadere informatieLos verbos regulares (De regelmatige werkwoorden)
Lección 2 Los verbos regulares (De regelmatige werkwoorden) Aan het begin van deze tweede les bespreken we eerst de antwoorden van de oefeningen van Lección 1. Overtuig jezelf ervan dat je deze eerste
Nadere informatieSUBJUNTIVO. B. Tú + vos. 1. empezar 2. salir 3. decir 4. hacer 5. oír 6. encontrar 7. venir 8. poder 9. conocer 10. vivir
SUBJUNTIVO 1. Beantwoord de volgende vragen (op je eigen blad) 1. Hoe vorm je de subjuntivo? 2. Welke personen hebben dezelfde uitgang? 3. Is deze vorm goed? puedamos? 4. Welke schrijfverandering krijgen
Nadere informatieTú y yo 1. Actividades. Tú y yo. Geef deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken,...
1 Tú y yo Geef deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken,... SETENTA Y SIETE 77 1 Bekijk de namenlijst op pagina 10 in het tekstboek. Schrijf op hoe je de voor- en achternamen
Nadere informatieEL HORARIO DE LOS CHICOS
EL HORARIO DE LOS CHICOS ACÉRCATE! cd 2 9 COMPRENDER 1 Bekijk het rooster en luister naar de cd. Zoek de woorden op die je niet kent. 1 E L H O R A R I O D E L A C L A S E 1 DE ESO LUNES 09:10 10:05 Ciencias
Nadere informatieAna María y Fernando en México. Mateo en la playa. Juan y sus compañeros de fútbol. Mamá, Clarita y Mirta
Mi gente 3 familierelaties + + zeggen of je iets leuk vindt of niet + + iemands uiterlijk en karakter beschrijven + + de getallen 11 100 + + de maanden van het jaar + + de datum Mateo en la playa Ana María
Nadere informatieExchange MALAGA CANISIUS IES La Cala de MIJAS
Exchange MALAGA CANISIUS IES La Cala de MIJAS MEETING AT CANISIUS 21-29 March 2015 Scholengemeenschap Sint Canisius Slot 31 7608 ND Almelo Tel. 0031546-488488 Fax 0031546-488477 Naam.. Informatie in dit
Nadere informatieEn el hotel. a. b. g. h. f. g. Hotel La Alhambra. 1 Escuche a su profesor/a y repita. Luister naar de docent en zeg na. la llave
1 n el hotel 1 scuche a su profesor/a y repit Luister naar de docent en zeg n la llave Hotel La lhambra la ventana la cama el recepcionista la recepción la habitación la ducha el bar el baño P la piscina
Nadere informatieSPAANS LES 12 Español
pagina:1 12-1 Bijna de laatste les! In deze les maken we een begin aan het lezen van een tekst uit de Bijbel. Een uiterst leerzame tekst met veel werkwoorden in diverse tijden. Verder maakt u hier ook
Nadere informatietus amigos son mis amigos
tus amigos son mis amigos Gramática 3 Me encantan a unas gafas de sol b un mp3 SMAAk en interesse: gustar, encantar, interesar Om plezier of interesse uit te drukken gebruik je werkwoorden als gustar,
Nadere informatieGrammatica in gebruik Spaans
Grammatica in gebruik Spaans bron: boek Grammitica in gebruik Spaans Intertaal (wordt niet meer verkocht) Gebruikte afkortingen Bijv.nw. Enk. Lijd.vw mv. Meewerkend vw. Pers.vnw. Ud./Vd. Uds./Vds. Wederkerend
Nadere informatieCUÁL PREFIERES? empezar E D 1. DE COMPRAS EN MÁLAGA. A. Estas son algunas tiendas del centro de Málaga. Wat voor producten verkopen deze winkels?
4Unidad CUÁL PREFIERES? empezar 1. DE COMPRAS EN MÁLAGA A. Estas son algunas tiendas del centro de Málaga. Wat voor producten verkopen deze winkels? p ropa p zapatos p bolsos p libros p comida p juguetes
Nadere informatieVigésimo primero 21º. Vigésimo segundo 22º. Trigésimo 30º. Trigésimo primero 31º. Cuadragésimo 40º 41º. Cuadragésimo primero 50º.
Para funcionar Bloque II 1 Los Números: Ordinales - Rangtelwoorden 1º Primero 11º Undécimo 21º Vigésimo primero 70º Septuagésimo 2º Segundo 12º Duodécimo 22º Vigésimo segundo 71º Septuagésimo primero 3º
Nadere informatieSerie de publicaciones - Serie-overzicht
1 Serie de publicaciones - Serie-overzicht Minicursus voor Spaanstaligen Niveau 1/ Mini curso para hispanohablantes Nivel 1 Formaat pdf / Formato pdf Toegang tot luisteroefeningen en antwoorden op de website
Nadere informatieHANDLEIDING DEEL 2 hoofdstuk 4 t/m 6
HANDLEIDING DEEL 2 hoofdstuk 4 t/m 6 TIP: Controleer of de leerlingen nog steeds woordenlijsten maken in wrts.nl. Het is belangrijk om woordjes uit eerdere lessen te herhalen. Je kunt wedstrijdjes doen
Nadere informatieWoordenlijstenspel eigen
Woordenlijstenspel Een taal leren betekent ook nieuwe woorden en woordcombinaties leren in de nieuwe taal! Er zijn veel verschillende manieren om die nieuwe woorden te leren en te onthouden zodat je ze
Nadere informatieRUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Chièze aan Huygens 30 augustus B -
SÉBASTIEN CHIÈZE (MADRID) AAN CONSTANTIJN HUYGENS [DEN HAAG] 30 AUGUSTUS 1673 6910B Antwoord op Huygens brief van 11 augustus 1673 (6910). Samenvatting: Chièze stuurt tonos (liederen) en belooft meer,
Nadere informatieCursus Spaans. = taalavontuur
Cursus = taalavontuur 1 2 Introductie: Dit taalgidsje is van: Naam: Datum reis: - - Waar je ook op reis bent, mensen vinden het erg leuk als je iets in hun eigen taal kunt zeggen. Ook al ken je maar een
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt
- Belangrijkste benodigdheden Podría ayudarme? Om hulp vragen Habla inglés? Vragen of iemand Engels spreekt Habla_[idioma]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt No hablo_[idioma]_. Duidelijk maken
Nadere informatieMi nueva vida LECCIÓN 1
UNIDAD Mi nueva vida LECCIÓN 1 ESTOY MUY CONTENTO! 1 Ga naar een zoekmachine op Internet en typ in I.E.S. Zaragoza. Beantwoord deze vragen. a. Cuántos institutos hay en Zaragoza? b. Cuántos institutos
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt
- Belangrijkste benodigdheden Podría ayudarme? Om hulp vragen Habla inglés? Vragen of iemand Engels spreekt Habla_[idioma]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt No hablo_[idioma]_. Duidelijk maken
Nadere informatieRutinas de clase Lenguaje para la clase de español
Rutinas de clase Lenguaje para la clase de español Carin Macías Miñambres Sint Clemensschool Saludos y presentaciones Goededag! Goedemorgen! Goedemiddag! Hallo! Hoe gaat het met jullie? Hoe gaat het met
Nadere informatieMis amigos y yo. Cuál es tu número de móvil? Û p. 20 del LA UNIDAD 1 LECCIÓN 1. Vul de bloem in met jouw persoonlijke gegevens.
LECCIÓN UNIDAD Mis amigos y yo Cuál es tu número de móvil? Û p. 20 del LA mi edad Vul de bloem in met jouw persoonlijke gegevens. mi apellido mi fecha de cumpleaños mi nombre mi nacionalidad mi foto 2
Nadere informatieVilla La Huerta. Samenvatting. Beschrijving. Kaart
Villa La Huerta Samenvatting Estupenda casa en medio del campo en la zona denominada Campo Huerta en la localidad de Algodonales (Cádiz), es un alojamiento de 105 metros2 con 3 habitacio... Beschrijving
Nadere informatieReizen De weg vinden De weg vinden - Locatie Spaans Nederlands Ik ben de weg kwijt. Kunt me op de kaart aanwijzen waar het is? Waar kan ik vinden?
- Locatie Estoy perdido. Niet weten waar je bent. Me puede mostrar su ubicación en el mapa? Vragen naar een bepaalde op de kaart En dónde puedo encontrar? Naar een bepaalde vragen Ik ben de weg kwijt.
Nadere informatieEXTRA STENCIL 3 SUBJUNTIVO
EXTRA STENCIL 3 SUBJUNTIVO Alle werkwoordsvormen die je tot nu toe geleerd hebt (de t.t., v.t.t, v.v.t, prét, imperf. Futuro en condicional) horen bij wat in het Spaans de INDICATIVO genoemd wordt. Echter,
Nadere informatiegran chuleta gramática
La gran chuleta de gramática HET ALFABET A a alemán B be Barcelona C ce casa, cero D de decir E e escribir F efe foto G ge gato, Argentina H hache hola I i Inglaterra J jota garaje K ca kilómetro L ele
Nadere informatie6.1 Introducción Lección 6: El mercado central de Valencia Pronunciación: g, gu, j... 8
Spaans A1 Cuaderno de español 6 Qué compras? El mercado de Valencia Índice 6.1 Introducción... 2 6.2 Lección 6: El mercado central de Valencia... 2 6.3 Pronunciación: g, gu, j... 8 6.4 A practicar. Comprensión
Nadere informatieVen a centroamérica! acércate!
Ven a centroamérica! cd 1 42 acércate! 1 3 2 quetzales elena: Esteban, sabes el nombre de una capital de Centroamérica? esteban: Un nombre? Los sé todos! sara: A quién le toca? javi: Me toca a mí. esteban:
Nadere informatieQué Guay! Manual, parte 2
HANDLEIDING DEEL 2 hoofdstuk 1 t/m 3 en de repaso TIP: Laat de leerlingen woordenlijsten maken in wrts.nl. Ze kunnen er dan leuke oefeningen mee maken en de woordjes goed leren! Extra actividades: hier
Nadere informatieJongens en Guillaume, aan tafel!
Guillaume Gallienne Jongens en Guillaume, aan tafel! Uit het Frans vertaald door Eef Gratama DE GEUS De vertaalde citaten op pagina 71 en 72 zijn ontleend aan Pluk toch vooral vandaag de rozen van het
Nadere informatieReizen De weg vinden De weg vinden - Locatie Nederlands Spaans Estoy perdido. Me puede mostrar su ubicación en el mapa? En dónde puedo encontrar?
- Locatie Ik ben de weg kwijt. Niet weten waar je bent. Kunt me op de kaart aanwijzen waar het is? Vragen naar een bepaalde op de kaart Waar kan ik vinden? Naar een bepaalde vragen Estoy perdido. Me puede
Nadere informatie1 Introducción a la Ortografía: El acento y la tilde Spelling: klemtoon en geschreven accent
Para funcionar Bloque III 1 Introducción a la Ortografía: El acento y la tilde Spelling: klemtoon en geschreven accent Om te weten hoe een klank in het Spaans wordt uitgesproken, moet je letten op de lettergrepen
Nadere informatieMe llamo. Clase: Instituto:
hola Y BienVenidos! Hola y bienvenidos! Yo Me llamo Clase: Instituto: Profesor / Profesora: cd A jugar Luister naar de cd en schrijf steeds het nummer van de vraag bij het juiste antwoord. Als je de letters
Nadere informatieImmigratie Documenten
- Algemeen Dónde tengo que pedir el formulario/impreso para? Vragen waar men een formulier kan vinden Cuál es la fecha de expedición de su (documento)? Vragen wanneer een document is afgegeven Cuál es
Nadere informatieMi cole. In deze Unidad ga je praten over school en je droomschool ontwerpen
2 Mi cole In deze Unidad ga je praten over school en je droomschool ontwerpen Je leert zeggen wat er is of niet is: hay..., no hay... de bijwoorden también/tampoco de bezittelijke voornaamwoorden nuestro/a,
Nadere informatieSpaans leren als verbreding voor de jonge leerling.
Juan y Rosa están de vacaciones Leerboek 1 Spaans leren als verbreding voor de jonge leerling. Juan y Rosa están de vacaciones Libro de texto (leerboek) deel 1 Spaans voor het basisonderwijs. Auteur: Antoinette
Nadere informatieSpaans voor zelfstudie
Prisma Taaltraining Spaans voor zelfstudie drs. Gisa Muniz Auteur: drs. Gisa Muniz Vertaling/bewerking: Frieda Kleinjan insprekers: Juan Diego Escartin, Ana Martínez de Velasco, Nadine Munninghoff, Fiona
Nadere informatieantes antes de así cada cambiar camino, el cruzar cuarta calle, la cumpleaños, el a la derecha a la izquierda a qué hora abre?
a la derecha a la izquierda a qué hora abre? a qué hora? adulto, el al final alemán / alemana allí alrededores, los antes antes de así autobús de dos plantas, el bajar balcón, el banco, el barco, el billete,
Nadere informatieMetas profesionales // 2
Metas profesionales // 2 Qué tal? 1. Woorden ordenen: arbeidswereld 2. Het werkwoord ser 3. Vragen en antwoorden formuleren 4. Dialogen aanvullen 5. Tú of usted en vraagwoorden 6. Luistervaardigheid: klanken
Nadere informatieTaalhandelingen en onderwerp Grammatica Pagina
(ndice INDICE Taalhandelingen en onderwerp Grammatica Pagina ihola Y BIENVENIDOS! een spel spelen: herhalingsoefeningen 8 El juego de la oca LO QUE ME IMPORTA wat Spaanse jongeren interesseert en 12 wat
Nadere informatieViaje al español. 1 a. Palabras españolas. Spaanse woorden. U begrijpt er wellicht al een paar. Welke woorden passen bij de foto s?
Viaje al español zich voorstellen + + begroeten en afscheid nemen + + naar iemands naam vragen + + naar de betekenis van een woord vragen + + zeggen waarom iemand Spaans leert + + de getallen 0 0 a. Palabras
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt
- Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ik spreek geen
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt
- Belangrijkste benodigdheden Podría ayudarme? Om hulp vragen Habla inglés? Vragen of iemand Engels spreekt Habla_[idioma]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt No hablo_[idioma]_. Duidelijk maken
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt
- Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ik spreek geen
Nadere informatieInhoud. 1 Como vai? Onde trabalha? 19
Inhoud 1 Como vai? 13 1 Luisteroefening 1 13 2 Invuloefening 13 3 Luisteroefening 2 13 4 De juiste woorden 14 5 Uitspraak van eind-m 14 6 Lidwoord 15 7 Luisteroefening 3 15 8 Luisteroefening 4 15 9 Bezittelijk
Nadere informatie