BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE. Gratis tel. nummer : N. 2. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE. 82 bladzijden/pages

Transcriptie

1 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op : Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme Gratis tel. nummer : e JAARGANG N. 2 Le Moniteur belge peut être consulté à l adresse : Direction du Moniteur belge, chaussée d Anvers 53, 1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme Numéro tél. gratuit : e ANNEE DINSDAG 3 JANUARI 2012 MARDI 3 JANVIER 2012 INHOUD Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer 2 DECEMBER Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, wat de termijnen voor herhaling van verkeersmisdrijven betreft, bl. 52. Gemeenschaps- en Gewestregeringen Franse Gemeenschap Ministerie van de Franse Gemeenschap 17 NOVEMBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende toepassing van artikel 15 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan, bl NOVEMBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening in open milieu, bl. 59. SOMMAIRE Lois, décrets, ordonnances et règlements Service public fédéral Mobilité et Transports 2 DECEMBRE Loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le 16 mars 1968, en ce qui concerne les délais en matière de sécidive par les infractions de roulage, p. 52. Gouvernements de Communauté et de Région Communauté française Ministère de la Communauté française 17 NOVEMBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française portant application de l article 15 du décret du 11 juillet 2002 relatif à la formation en cours de carrière dans l enseignement spécialisé, l enseignement secondaire ordinaire et les centres psycho-médico-sociaux et à la création d un Institut de la formation en cours de carrière, p NOVEMBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française modifiant l arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 15 mars 1999 relatif aux conditions particulières d agrément et d octroi de subventions pour les services d aide en milieu ouvert, p. 57. Andere besluiten Autres arrêtés Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Hoofdcommissaris van politie. Benoeming, bl. 62. Service public fédéral Intérieur Commissaire divisionnaire de police. Nomination, p bladzijden/pages

2 50 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Federale Overheidsdienst Justitie Rechterlijke Orde, bl. 62. Rechterlijke Orde. Nationale Orden, bl. 63. Service public fédéral Justice Ordre judiciaire, p. 62. Ordre judiciaire. Ordres nationaux, p. 63. Gemeenschaps- en Gewestregeringen Franse Gemeenschap Ministerie van de Franse Gemeenschap 27 OKTOBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij, in het kader van het Samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, de erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Technifutur Liège» voor de bekrachtiging van het beroep Computer- en netwerktechnicus goedgekeurd wordt, bl OKTOBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij, in het kader van het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, de erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Bruxelles Formation Bureau et Services» voor de bekrachtiging van het beroep Callcenter operator goedgekeurd wordt, bl OKTOBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij, in het kader van het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, de erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Centre bruxellois de validation des compétences des métiers de la logistique» voor de bekrachtiging van de beroepen magazijnmeester en bestuurder heftruck goedgekeurd wordt, bl OKTOBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij, in het kader van het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, de erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Centre bruxellois de validation des compétences des métiers TIC» voor de bekrachtiging van het beroep computer- en netwerktechnicus goedgekeurd wordt, bl OKTOBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij, in het kader van het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, de erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Cefochim (Le FOREm)» voor de bekrachtiging van het beroep productieoperator van de chemische industrieën goedgekeurd wordt, bl OKTOBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij, in het kader van het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, de erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «FOREm Formation Centre de Floreffe» voor de bekrachtiging van het beroep administratief bediende goedgekeurd wordt, bl OKTOBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij, in het kader van het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschaps- Gouvernements de Communauté et de Région Communauté française Ministère de la Communauté française 27 OCTOBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant, dans le cadre de l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française, l agrément au Centre de validation des compétences «Technifutur Liège» pour le métier de technicien PC et Réseaux, p OCTOBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant, dans le cadre de l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française, l agrément au Centre de validation des compétences «Bruxelles Formation Bureau et Services» pour le métier d opérateur call center, p OCTOBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant, dans le cadre de l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française, l agrément au Centre bruxellois de validation des compétences des métiers de la logistique pour les métiers de magasinier et de conducteur de chariot élévateur, p OCTOBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant, dans le cadre de l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française, l agrément au Centre bruxellois de validation des compétences des métiers TIC pour le métier de technicien PC & Réseaux, p OCTOBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant, dans le cadre de l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française, l agrément au Centre de validation des compétences «Cefochim (Le FOREm)» pour le métier d opérateur de production des industries chimiques, p OCTOBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant, dans le cadre de l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française, l agrément du Centre de validation des compétences «FOREm Formation Centre de Floreffe» pour le métier d employé administratif, p OCTOBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant, dans le cadre de l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire

3 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 51 commissie, de erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Centre de validation des compétences de l Enseignement de Promotion sociale de Sambreville» voor de bekrachtiging van het beroep industrieel plaatbewerker goedgekeurd wordt, bl NOVEMBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot aanwijzing van de leden van de Raad van Beroep voor het niet-universitaire hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, bl NOVEMBER Ministerieel besluit tot benoeming van leden van de Pedagogische Raad van de «Haute Ecole de Bruxelles», bl NOVEMBER Ministerieel besluit tot erkenning van de rechtstreekse operator plaatselijke bibliotheek van Hotton, bl NOVEMBER Ministerieel besluit tot erkenning van de rechtstreekse operator plaatselijke bibliotheek van La Bruyère, bl NOVEMBER Ministerieel besluit tot erkenning van de rechtstreekse operator plaatselijke bibliotheek van Sint-Agatha-Berchem, bl NOVEMBER Ministerieel besluit tot erkenning van de rechtstreekse operator plaatselijke bibliotheek van Ham-sur-Heure-Nalinnes, bl. 80. française, l agrément au Centre de validation des compétences «Centre de validation des compétences de l Enseignement de Promotion sociale de Sambreville» pour le métier de tôlier industriel, p NOVEMBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française désignant les membres de la Chambre de recours de l Enseignement supérieur non universitaire de la Communauté française, p NOVEMBRE Arrêté ministériel portant nomination de membres du Conseil pédagogique de la Haute Ecole de Bruxelles, p NOVEMBRE Arrêté ministériel portant reconnaissance de l opérateur direct bibliothèque locale de Hotton, p NOVEMBRE Arrêté ministériel portant reconnaissance de l opérateur direct bibliothèque locale de La Bruyère,p NOVEMBRE Arrêté ministériel portant reconnaissance de l opérateur direct bibliothèque locale de Berchem-Sainte-Agathe, p NOVEMBRE Arrêté ministériel portant reconnaissance de l opérateur direct bibliothèque locale d Ham-sur-Heure-Nalinnes, p. 79. Région wallonne Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE , p. 81. Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE , p. 81. Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE , p. 82. Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DK , p. 82. Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets IE , p. 83. Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL , p. 83. Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL , p. 84. Officiële berichten Avis officiels SELOR. Selectiebureau van de Federale Overheid Vergelijkende selectie van Franstalige attachés-juristen (m/v) (klasse A1) voor het Ministerie van Defensie (AFG11130), bl. 84. De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van bl. 85 tot bl SELOR. Bureau de Sélection de l Administration fédérale Sélection comparative francophone d attachés juristes (m/f) (classe A1) pour le Ministère de la Défense (AFG11130), p. 84. Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages 85 à 130.

4 52 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N [2011/206365] 2 DECEMBER Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, wat de termijnen voor herhaling van verkeersmisdrijven betreft (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Art. 2. In artikel 29, 4, derde lid, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, worden de woorden het jaar vervangen door de woorden drie jaar. Art. 3. In artikel 29bis, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij wet van 4 augustus 1996, worden de woorden binnen drie jaar aangevuld met de woorden te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan. Art. 4. In artikel 29ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, worden de woorden binnen drie jaar aangevuld met de woorden te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan. Art. 5. In artikel 30, 4, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005, worden de woorden het jaar vervangen door de woorden drie jaar. Art. 6. In artikel 31, derde lid, van dezelfde wet, worden de woorden het jaar vervangen door de woorden drie jaar. Art. 7. In artikel 33, 3, 1 o van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 4 juni 2007, worden de woorden binnen de drie jaar vervangen door de woorden binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan. Art. 8. Artikel 34, 1, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij wet van 7 februari 2003, wordt aangevuld met een lid, luidende : Bij herhaling binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan worden deze straffen verdubbeld. Art. 9. In artikel 36, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1990 en 7 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 o de woorden binnen drie jaar worden aangevuld met de woorden te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan. 2 o na de woorden na een veroordeling met toepassing van artikel 34, 2 of artikel 35 worden de woorden of artikel 37bis, 1 ingevoegd. Art. 10. In artikel 37bis, 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij wet van 31 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 o na de woorden na een veroordeling met toepassing van een bepaling van 1, worden de woorden of van artikel 34, 2 of artikel 35 ingevoegd. 2 o de woorden binnen drie jaar worden aangevuld met de woorden te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan. Art. 11. In artikel 38, 1, 4 o, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 april 2007, worden de woorden het jaar vervangen door de woorden drie jaar. Art. 12. In artikel 58, derde lid, van dezelfde wet, worden de woorden het jaar vervangen door de woorden drie jaar. Art. 13. Deze wet is niet van toepassing op overtredingen die werden vastgesteld op een datum, voorafgaand aan haar inwerkingtreding. SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F [2011/206365] 2 DECEMBRE Loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le 16 mars 1968, en ce qui concerne les délais en matière de sécidive par les infractions de roulage (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit : Article 1 er. La présente loi règle une matière visée à l article 78 de la Constitution. Art. 2. Dans l article 29, 4, alinéa 3, de la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le 16 mars 1968, les mots l année sont remplacés par les mots les trois ans. Art. 3. Dans l article 29bis, alinéa1 er,delamême loi, inséré par la loi du4août 1996, les mots à dater d un jugement antérieur portant condamnation et passé en force de chose jugée sont insérés après les mots dans les trois années. Art. 4. Dans l article 29ter de la même loi, inséré par la loi du 4 août 1996, les mots à dater d un jugement antérieur portant condamnation et passé en force de chose jugée sont insérés après les mots dans les trois ans. Art. 5. Dans l article 30, 4, de la même loi, inséré par la loi du 20 juillet 2005, les mots l année sont remplacés par les mots les trois ans. Art. 6. Dans l article 31, alinéa 3, delamême loi, les mots l année sont remplacés par les mots les trois ans. Art. 7. Dans l article 33, 3, 1 o,delamême loi, inséré par la loi du 4 juin 2007, les mots à dater d un jugement antérieur portant condamnation et passé en force de chose jugée sont insérés après les mots dans les trois années. Art. 8. L article 34, 1 er,delamême loi, modifié en dernier lieu par la loi du 7 février 2003, est complété par l alinéa suivant : En cas de récidive dans les trois ans à dater d un jugement antérieur portant condamnation et passé en force de chose jugée, ces peines sont doublées. Art. 9. Dans l article 36, alinéa 1 er,delamême loi, modifiée par les lois des 18 juillet 1990 et 7 février 2003, les modifications suivantes sont apportées : 1 o les mots à dater d un jugement antérieur portant condamnation et passé en force de chose jugée sont insérés après les mots dans les trois années. 2 o les mots après une condamnation par application de l article 34, 2 ou de l article 35 sont remplacés par les mots après une condamnation par application de l article 34, 2, de l article 35 ou de l article 37bis, 1 er. Art. 10. Dans l article 37bis, 2, de la même loi, modifié par la loi du 31 juillet 2009, les modifications suivantes sont apportées : 1 o les mots de l article 34, 2, ou de l article 35, sont insérés après les mots après une condamnation par application d une disposition du 1 er,. 2 o mots à dater d un jugement antérieur portant condamnation et passé en force de chose jugée sont insérés après les mots dans les trois années. Art. 11. Dans l article 38, 1 er,4 o,delamême loi, modifié en dernier lieu par la loi du 21 avril 2007, les mots l année sont remplacés par les mots les trois ans. Art. 12. Dans l article 58, alinéa 3, delamême loi, les mots l année sont remplacés par les mots les trois ans. Art. 13. La présente loi ne s applique pas aux infractions constatées à une date antérieure à son entrée en vigueur.

5 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 53 Art. 14. Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Gegeven te Brussel, 2 december ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE Met s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM Art. 14. La présente loi entre en vigueur le premier jour du mois qui suit l expiration d un délai de dix jours prenant cours le lendemain de sa publication au Moniteur belge. Promulguons la présente loi, ordonnons qu elle soit revêtue du sceau de l Etat et publiée par le Moniteur belge. Donné àbruxelles, le 2 décembre ALBERT Par le Roi : Le Premier Ministre, Y. LETERME Le Secrétaire d Etat à la Mobilité, E. SCHOUPPE Scellé du sceau de l Etat : Le Ministre de la Justice, Mme A. TURTELBOOM Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : /2011 : Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Van den Bergh c.s. Nr. 2 : Amendementen. Nr. 3 : Verslag. Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie. Nr. 5 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat. Integraal Verslag : 20 juli Stukken van de Senaat : /2012 : Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat. Note (1) Références parlementaires : Documents de la Chambre des représentants : /2011 : N 1 : Proposition de loi de M. Van den Bergh et consorts. N 2 : Amendements. N 3 : Rapport. N 4 : Texte adopté par la commission. N 5 : Texte adopté en séance plénière et transmis au Sénat. Compte rendu intégral : 20 juillet Documents du Sénat : : N 1 : Projet non évoqué par le Sénat. GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN COMMUNAUTE FRANÇAISE FRANSE GEMEENSCHAP F MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE [C 2011/29617] 17 NOVEMBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française portant application de l article 15 du décret du 11 juillet 2002 relatif à la formation en cours de carrière dans l enseignement spécialisé, l enseignement secondaire ordinaire et les centres psycho-médico-sociaux et à la création d un Institut de la formation en cours de carrière Le Gouvernement de la Communauté française, Vu le décret du 27 mars 2002 relatif au pilotage du système éducatif de la Communauté française, notamment l article 3; Vu le décret du 11 juillet 2002 relatif à la formation en cours de carrière dans l enseignement spécialisé, l enseignement secondaire ordinaire et les centres psycho-médico-sociaux et à la création d un Institut de la formation en cours de carrière, notamment l article 15; Vu l arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 10 novembre 2010 portant application de l article 15 du décret du 11 juillet 2002 relatif à la formation en cours de carrière dans l enseignement spécialisé, l enseignement secondaire ordinaire et les centres psycho-médico-sociaux et à la création d un Institut de la formation en cours de carrière; Considérant la proposition de plan de la Commission de pilotage quant aux orientations et thèmes prioritaires pour la formation en cours de carrière des enseignants pour l enseignement secondaire ordinaire, pour l enseignement spécialisé et pour les centres psycho-médico-sociaux dans tous les réseaux d enseignement, du 20 septembre 2011;

6 54 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Sur la proposition de la Ministre de l Enseignement obligatoire; Après délibération, Arrête : Article 1 er. Le plan comprenant les orientations et les thèmes prioritaires pour la formation en cours de carrière en interréseaux des membres du personnel de l enseignement secondaire ordinaire, repris en annexe I re du présent arrêté, est approuvé conformément à l article 15 du décret du 11 juillet 2002 relatif à la formation en cours de carrière dans l enseignement spécialisé, l enseignement secondaire ordinaire et les centres psycho-médico-sociaux et à la création d un Institut de la formation en cours de carrière. Art. 2. Le plan comprenant les orientations et les thèmes prioritaires pour la formation en cours de carrière en interréseaux des membres du personnel de l enseignement spécialisé, repris en annexe II du présent arrêté, est approuvé conformément à l article 15 du décret précité. Art. 3. Le plan comprenant les orientations et les thèmes prioritaires pour la formation en cours de carrière en interréseaux des membres du personnel technique des centres psycho-médico-sociaux, repris en annexe III du présent arrêté, est approuvé conformément à l article 15 du décret précité. Art. 4. Le présent arrêté abroge et remplace l arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 10 novembre 2010 portant application de l article 15 du décret du 11 juillet 2002 relatif à la formation en cours de carrière dans l enseignement spécialisé, l enseignement secondaire ordinaire et les centres psycho-médico-sociaux et à la création d un Institut de la formation en cours de carrière. Art. 5. Le Ministre qui a l Enseignement obligatoire dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 17 novembre La Ministre de l Enseignement obligatoire et de Promotion sociale, Mme M.-D. SIMONET Annexe I re Plan comprenant les orientations et thèmes prioritaires pour la formation en cours de carrière en interréseaux des membres du personnel de l enseignement secondaire ordinaire : Priorités de premier rang 1. Réflexion pédagogique centrée sur le développement des compétences par l élaboration de séquences d apprentissage et l utilisation des outils d évaluation en lien avec les référentiels, notamment a- Apprentissage du français comme langue d enseignement (maîtrise du français permettant l accès aux apprentissages scolaires, au-delà d un simple usage de communication), pour les professeurs de toute discipline enseignant dans les classes - passerelles et dans les classes à majorité d élèves issus de l immigration ou issus d un milieu culturel présentant un niveau de langue en décalage avec celui de l école. b- Compétences de communication dans une autre langue en lien avec les socles de compétences dans le cadre d un apprentissage classique ou immersif. c- Détection rapide des difficultés et mise en place de stratégies de remédiation dans les apprentissages de base tout au long du tronc commun. L accent sera mis sur les années différenciées et complémentaires. 2- Formations liées au développement de compétences permettant d assurer une continuité pédagogique et une liaison entre l enseignement fondamental et le premier degré de l enseignement secondaire. 3- Orientation Une priorité devrait être réservée à la formation des enseignants des humanités générales et technologiques, du 1 er degré, et des membres des centres PMS. Un des objectifs de ces formations est de permettre de connaître les différentes filières de formation au sein de l enseignement de plein exercice et en alternance, et d approcher les métiers auxquels conduisent ces formations. 4- Formations relatives à la mise en place des nouvelles réformes du Gouvernement : la réforme du premier degré, l intégration, l immersion linguistique, la réforme de l enseignement qualifiant Formations à destination des enseignants débutants, prioritairement à ceux qui n ont pas une formation pédagogique initiale. Priorités de second rang 1. Actualisation des connaissances en lien avec les référentiels, notamment à destination des professeurs de cours techniques et de pratique professionnelle en lien avec le déploiement des Centres de technologie avancée et les centres de compétences et de référence. 2. Formations liées au développement des compétences relationnelles dans l exercice du métier (développer l estime de soi tant chez les enseignants que chez les élèves, construire la relation coopérative, créer la motivation chez les élèves, gérer des conflits, gestion des incivilités...). 3. Formation de type sociologique centrée sur la culture des jeunes de différents groupes sociaux et sur les phénomènes interférant dans la vie scolaire : -l éducation intégrant la prise en compte de la dimension de genre et ouverte à la diversité sexuelle et culturelle; -l éducation aux médias (cinéma, publicité, médias d information, réseaux sociaux, production médiatique); -l éducation à la citoyenneté en ce compris la mise en œuvre de projets pluridisciplinaires citoyens et l animation de conseils d élève,...; -l éducation au développement durable; - la sensibilisation à la problématique des sectes. 4. Formations à l exploitation des technologies de l information et de la communication. 5. Formations à l attention des maîtres de stage pour les préparer à l accompagnement des futurs agrégés de l enseignement secondaire inférieur ou supérieur. Vu pour être annexé àl arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 17 novembre 2011 portant application de l article 15 du décret du 11 juillet 2002 relatif à la formation en cours de carrière dans l enseignement spécialisé, l enseignement secondaire ordinaire et les centres psycho-médico-sociaux et à la création d un Institut de la formation en cours de carrière. La Ministre de l Enseignement obligatoire et de Promotion sociale, Mme M.-D. SIMONET

7 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 55 Annexe II Plan comprenant les orientations et thèmes prioritaires pour la formation en cours de carrière en interréseaux des membres du personnel de l enseignement spécialisé : Priorités de premier rang 1- Réflexion pédagogique centrée sur les stratégies d apprentissage, l élaboration de séquences d apprentissages et l évaluation. - Elaboration de séquences d apprentissage (pédagogie différenciée, évaluation formative et certificative des connaissances et des compétences, pratiques de continuité) en lien avec les référentiels (et notamment les profils spécifiques de formation) et les besoins spécifiques des élèves; - Mise en place de stratégies de remédiation; - Apprentissage du français comme langue d enseignement (maîtrise du français permettant l accès aux apprentissages scolaires, au-delà d un simple usage de communication), pour les professeurs de toute discipline enseignant dans les classes à majorité d élèves issus de l immigration ou issus d un milieu culturel présentant un niveau de langue en décalage avec celui de l école. 2- Formations liées au développement et à l évaluation des compétences disciplinaires, notamment celles retenues dans les profils spécifiques de formation. 3- Formations relatives à la mise en place des nouvelles réformes du Gouvernement : l intégration, l accompagnement d élèves à besoins spécifiques dans l enseignement ordinaire, la réforme de l enseignement qualifiant, Formations liées au développement des compétences relationnelles dans l exercice du métier (développer l estime de soi tant chez les enseignants que chez les élèves, construire la relation coopérative, créer la motivation chez les élèves, gérer des conflits,...). 5. Formations à destination des enseignants débutants, prioritairement à ceux qui n ont pas de formation orthopédagogique. 6- Actualisation des connaissances : - Formations aux spécificités del enseignement spécialisé, - Formations aux stratégies d approche des troubles spécifiques et des psychopathologies; - Connaissances en lien avec les référentiels. 7- Formations liées au développement de compétences permettant d assurer une continuité pédagogique et une liaison entre l enseignement fondamental et le premier degré de l enseignement secondaire. Priorités de second rang 1. Formation de type sociologique centrée sur la culture des jeunes de différents groupes sociaux et sur les phénomènes interférant dans la vie scolaire : -l éducation intégrant la prise en compte de la dimension de genre et ouverte à la diversité sexuelle et culturelle; -l éducation aux médias (cinéma, publicité, médias d information, réseaux sociaux, production médiatique); -l éducation à la citoyenneté en ce compris la mise en ouvre de projets pluridisciplinaires citoyens et l animation de conseils d élèves; -l éducation au développement durable. 2. Formations à l exploitation des technologies de l information et de la communication. Vu pour être annexé àl arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 17 novembre 2011 portant application de l article 15 du décret du 11 juillet 2002 relatif à la formation en cours de carrière dans l enseignement spécialisé,l enseignement secondaire ordinaire et les centres psycho-médico-sociaux et à la création d un Institut de la formation en cours de carrière. La Ministre de l Enseignement obligatoire et de Promotion sociale, Mme M.-D. SIMONET Annexe III Plan comprenant les orientations et thèmes prioritaires pour la formation en cours de carrière en interréseaux des membres du personnel technique des centres psycho-médico-sociaux : 1. Formations à l exercice des missions des Centres PMS 1.1. Formations ouvrant à la diversité des théories et des approches relatives à l orientation scolaire tout au long de la vie. Formations à l appropriation, à la contextualisation et à la création d outils d orientation ainsi qu à l acquisition d une méthodologie adaptée. Ces formations tiendront compte de l évolution des structures des enseignements secondaire et supérieur (réforme du 1 er degré, refondation du qualifiant, enseignement en alternance, décret de Bologne,...) 1.2. Formations à l analyse institutionnelle des relations entre les acteurs de 1 re ligne de l école (les chefs d établissements, les enseignants, les éducateurs, les équipes des Centres PMS et des Services PSE ), les services de 2 e ligne (les acteurs de terrain du monde scolaire qui ne sont pas présents dans toutes les écoles mais viennent, ponctuellement ou régulièrement, compléter l action des services de 1 re ligne : services de la médiation, équipes mobiles,...), les services extérieurs au monde scolaire, qui interviennent ponctuellement dans le temps et l espace scolaire (aide à la jeunesse, santé, écoles de devoir,...) et les services méta qui, sans intervenir directement sur le terrain, viennent indirectement en aide aux autres services (plan P.A.G.A.S., P.A.A., C.L.P.S., observatoires, et autres services de l administration). Ces formations viseront à faciliter l émergence d une culture commune aux différents acteurs dans le cadre d un travail en partenariat. Une attention toute particulière sera accordée à l articulation avec les Services PSE Formations centrées sur l évolution des théories et concepts en sciences humaines, de la promotion de la santé et du bien-être à l école, dans une perspective tri-disciplinaire.

8 56 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 1.4. Formation à l appropriation, la contextualisation et à la création d outils et de dispositifs d observation et d analyse des facteurs individuels, collectifs et institutionnels dans le domaine des troubles et des difficultés d apprentissage. Un des objectifs de ces formations sera de mieux repérer ces troubles et ces difficultés en vue de construire avec les enseignants, les parents et les élèves eux-mêmes des pistes de remédiation adéquates Formations relatives au soutien à la parentalité 2. Formations portant sur le développement des compétences professionnelles 2.1. Formations liées au développement des compétences relationnelles dans l exercice du métier : - écoute, entretien et analyse de la demande; - conception et rédaction de documents; - techniques d animations de groupe; - prise de parole en public Formations visant l acquisition progressive de compétences en matière d évaluation du travail des centres PMS telle que développée dans la circulaire 3071 du 17 mars Formations traitant de l approche psycho-médico-sociale de l impact des problèmes sociétaux sur le développement et la scolarisation de l élève (violence, maltraitance, assuétudes, conduites à risques, pratiques des jeux dangereux, rites d initiation, décrochage scolaire, discriminations notamment celles liées au genre,...) Formations visant à développer les compétences des agents des centres PMS à construire avec les chefs d établissements, les équipes éducatives et l ensemble des acteurs des interventions à l intention des élèves, des parents et des adultes de l école, de façon préventive et adaptée aux besoins et/ou à la suite d événements particuliers rencontrés enécole Formations dans le cadre de l accompagnement des élèves en intégration et dans la mise en place d un partenariat harmonieux entre les écoles et les centres PMS concernés. Le secret professionnel, la tridisciplinarité sont des thématiques intrinsèques à toutes les formations. Vu pour être annexé àl arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 17 novembre 2011 portant application de l article 15 du décret du 11 juillet 2002 relatif à la formation en cours de carrière dans l enseignement spécialisé,l enseignement secondaire ordinaire et les centres psycho-médico-sociaux et à la création d un Institut de la formation en cours de carrière. La Ministre de l Enseignement obligatoire et de Promotion sociale, Mme M.-D. SIMONET VERTALING MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP N [C 2011/29617] 17 NOVEMBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende toepassing van artikel 15 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 27 maart 2002 betreffende de sturing van het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 3; Gelet op het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het buitengewoon onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan, inzonderheid op artikel 15; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 november 2010 houdende toepassing van artikel 15 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan; Gelet op het voorstel van plan van de Sturingscommissie betreffende de studierichtingen en de prioritaire thema s voor de opleiding tijdens de loopbaan van de onderwijzers voor het gewoon secundair onderwijs, voor het gespecialiseerd onderwijs en voor de psycho-medisch-sociale centra in alle onderwijsnetten, van 20 september 2011; Op de voordracht van de Minister van Leerplichtonderwijs; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. Het plan met de studierichtingen en de prioritaire thema s voor de netoverschrijdende opleiding tijdens de loopbaan van de personeelsleden van het gewoon secundair onderwijs, opgenomen als bijlage I bij dit besluit, wordt goedgekeurd overeenkomstig artikel 15 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het buitengewoon onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan. Art. 2. Het plan met de studierichtingen en de prioritaire thema s voor de netoverschrijdende opleiding tijdens de loopbaan van de personeelsleden van het gespecialiseerd onderwijs, opgenomen als bijlage II bij dit besluit, wordt goedgekeurd overeenkomstig artikel 15 van het voornoemde decreet. Art. 3. Het plan met de studierichtingen en de prioritaire thema s voor de netoverschrijdende opleiding tijdens de loopbaan van de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra, opgenomen als bijlage III bij dit besluit, wordt goedgekeurd overeenkomstig artikel 15 van het voornoemde decreet. Art. 4. Dit besluit heft het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 november 2010 houdende toepassing van artikel 15 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan op en vervangt het.

9 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 57 Art. 5. De Minister van Leerplichtonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 17 november De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET * MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE F [C 2011/29619] 24 NOVEMBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française modifiant l arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 15 mars 1999 relatif aux conditions particulières d agrément et d octroi de subventions pour les services d aide en milieu ouvert Le Gouvernement de la Communauté française, Vu le décret du 4 mars 1991 relatif à l aide à la jeunesse, notamment l article 44, modifié par le décret du 29 mars 2001, et l article 47, modifié par les décrets du 29 mars 2001 et 1 er juillet 2005; Vu l arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 15 mars 1999 relatif aux conditions particulières d agrément et d octroi de subventions pour les services d aide en milieu ouvert; Vu l avis du Conseil communautaire de l aide à la jeunesse, donné le 15 mars 2011; Vu l avis de l Inspection des Finances, donné le 7 juin 2011; Vu l accord du Ministre du Budget, donné le 23 juin 2011; Vu l avis n /2/V du Conseil d Etat, donné le 29 août 2011, en application de l article 84, 1 er, alinéa 1 er,1, des lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; Vu l avis n /4 du Conseil d Etat, donné le 10 octobre 2011, en application de l article 84, 1 er, alinéa 1 er, 1, des lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; Considérant l arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 15 mars 1999 relatif aux conditions générales d agrément et d octroi de subventions pour les services visés à l article 43 du décret du 4 mars 1991 relatif à l aide à la jeunesse, tel que modifié; Sur la proposition de la Ministre de la Jeunesse; Après délibération, Arrête : Article 1 er. Le 3del article 2 de l arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 15 mars 1999 relatif aux conditions particulières d agrément et d octroi de subventions pour les services d aide en milieu ouvert, tel que modifié par les arrêtés du Gouvernement de la Communauté française du 24 mars 2003, du 17 juin 2004, du 2 octobre 2008 et du 15 janvier 2009, est modifié comme suit : «3. Complémentairement à sa mission principale définie au paragraphe 1 er et sans porter préjudice à celle-ci, le service peut développer une action spécifique extraordinaire, moyennant information préalable de l Administration. La prolongation de cette action spécifique au-delà d une phase expérimentale d un an nécessite l accord du Ministre ayant l aide à la jeunesse dans ses attributions.» Art. 2. Al article 3, 4, du même arrêté, la phrase «Néanmoins, le service s assure, dans la mesure du possible, que les mesures sont prises pour que le jeune ne se mette pas en danger» est remplacée par «Néanmoins, le service veille à ce que le relais vers tout service approprié, tel que visé àl article 36, 2, 1, dudécret du 4 mars 1991 relatif à l aide à la jeunesse, soit assuré, notamment, afin d éviter que le jeune ne se mette en danger». Art. 3. L article 4 du même arrêté est modifié comme suit : «Après avoir examiné et traité la demande d aide individuelle, le service oriente prioritairement le jeune et, s il échet, sa famille, ses familiers ou l instance de décision ou l organisme visés à l article 5, 1 er,3, vers tout service approprié, tel que visé àl article 36, 2, 1, dudécret du 4 mars 1991 relatif à l aide à la jeunesse. Il lui apporte, le cas échéant, le soutien nécessaire afin de lui permettre d exercer ses droits et d utiliser tout moyen d interpellation.» Art. 4. L article 5 de l arrêté est modifié comme suit : «L aide individuelle peut : 1 être sollicitée par le jeune, sa famille, ses familiers ou une personne proche du jeune; 2 être proposée par le service au jeune, sa famille ou ses familiers; 3 résulter d une orientation par le conseiller de l aide à la jeunesse, le directeur de l aide à la jeunesse, le juge de la jeunesse, ci-aprèsdénommées «instances de décisions», par le procureur du Roi ou par tout autre organisme amené àêtre en contact avec le jeune. Dans tous les cas, le service décide avec le jeune si une aide est entreprise. L aide individuelle comprend le travail en réseau moyennant l accord du jeune. Celui-ci s inscrit dans le cadre du code de déontologie et, en particulier, du secret professionnel.» Art. 5. L article 6 est abrogé. Art. 6. Al article 6/1 sont apportées les modifications suivantes : 1 les mots «article 6/1» sont remplacés par les mots «article 6»; 2 l article 6 est rédigé comme suit : «Préalablement à toute aide individuelle, le service informe le bénéficiaire du cadre d intervention spécifique, tel que défini aux articles 3 à 5. Si une instance de décision en formule la demande et moyennant l accord préalable du jeune, le service informe l instance de décision, par simple notification, si une action d aide est entreprise, poursuivie ou clôturée.»

10 58 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Art. 7. L article 8 est modifié comme suit : «1 er.l action communautaire repose nécessairement sur un diagnostic social de la zone d action du service. Ce diagnostic, actualisé au minimum tous les trois ans, se fonde, notamment, sur : 1 un travail d analyse des demandes individuelles et collectives; 2 un travail d analyse du milieu de vie des jeunes; 3 une réflexion concertée avec le Conseil d arrondissement de l aide à la jeunesse en matière de prévention générale; 4 les avis exprimés par le Conseil communautaire de l aide à la jeunesse en matière de politiques de la jeunesse. Le diagnostic social est présenté conformément à une grille définie par le Ministre ayant l aide à la jeunesse dans ses attributions. 2. L action communautaire implique un travail de concertation, notamment avec les services concernés par la jeunesse et, en particulier, le secteur de l enseignement qui peut déboucher sur un partenariat ou une collaboration dans le respect des rôles respectifs des différents acteurs et du code de déontologie.» Art. 8. L article 9 est modifié comme suit : «1 er. Sur base des éléments visés à l article 8 et dans la mesure des besoins, le service : 1 développe des actions collectives avec les jeunes en interaction avec leur milieu de vie; 2 développe des actions collectives d information au bénéfice des jeunes et de leur famille visant notamment le soutien à la parentalité; 3 relaie l expression des jeunes, leurs besoins et leurs difficultés auprès des instances sociales, administratives et politiques et les interpelle si nécessaire. 2. Les actions collectives avec les jeunes ont un caractère transitoire pour ceux-ci. Elles doivent, si nécessaire, les aider à rejoindre les structures existantes. Les actions collectives doivent avoir comme objectif l aide aux jeunes qui y participent, notamment en permettant non seulement d établir un lien avec ces jeunes et leur environnement, mais aussi l émergence d une demande et l identification des besoins. Les actions collectives doivent avoir un caractère complémentaire par rapport aux activités existantes accessibles aux jeunes concernés. 3. Dans le respect du 2, le service peut, le cas échéant, participer à la création de structures nouvelles de manière transitoire et moyennant information de l administration.» Art. 9. L article 15 est modifié comme suit : «1 er. Le service doit être accessible notamment en dehors des heures de fréquentation scolaire. Pour rencontrer les jeunes dans leur milieu de vie, le service peut utiliser tout lieu et toute modalité d intervention dans les limites de la zone géographique et des modalités définies dans le projet pédagogique. 2. Le service doit tenir un dossier relatif aux modalités et objectifs de l aide individuelle apportée. Si l aide, telle que définie à l article 3, 1 er, est entreprise, un dossier est ouvert par jeune. L anonymat de ce dossier est garanti. Les seules données relatives aux jeunes et à leur situation qui peuvent être transmises à l Administration doivent être strictement rendues anonymes. 3. Chaque action visée à l article 9 doit faire l objet d un dossier qui établit qu elle est conforme aux articles 7 et 8. Ces actions sont reprises dans le rapport annuel.» Art. 10. Le 5del article 16 est abrogé. Art. 11. Al article 17 sont apportées les modifications suivantes : 1 les mots «visé àl article 14, 4»sont remplacés par les mots «visé àl article 14, 1 er»; 2 au point c) Service de catégorie 3, les mots «1 licencié»sont remplacés par «1 personne détentrice d une licence ou d un master.» Art. 12. Al article 18, 1 er, les mots «viséàl article 14, 4»sont remplacés par les mots «viséàl article 14, 1 er». Art. 13. Al article 19, les mots «visé àl article 14, 4»sont remplacés par les mots «visé àl article 14, 1 er». Art. 14. L article 20 est abrogé. Art. 15. Al article 27, la dernière phrase «un des travailleurs sociaux peut être remplacé par un licencié» est complétée par «ou d une personne détentrice d un master». Art. 16. Il est inséré àla suite de l article 29 du même arrêté un chapitre VIIIbis rédigé comme suit : «CHAPITRE VIIIbis. Dispositions particulières relatives aux services spécialisés dans l aide juridique à titre principal» Art. 17. Il est inséré dans le même arrêté un article 29bis rédigé comme suit : «Article 29bis. Les services d aide en milieu ouvert qui utilisent le droit comme outil principal d intervention auprès des jeunes, de leur famille et familiers, en lien avec leur environnement et la société répondent aux critères du présent arrêté. Cette modalité spécifique d intervention est précisée dans l arrêté d agrément du service.» Art. 18. Il est inséré dans le même arrêté un article 29ter rédigé comme suit : «Article 29ter. Dans le respect des missions et principes du présent arrêté, le service a des missions spécifiques : 1 Dans son action individuelle, il dispense aux jeunes, à leur famille et familiers, dans un langage adapté, une information juridique complète et adéquate, leur permettant de mieux comprendre leur environnement légal et social et ainsi de faire des choix et d agir en connaissance de cause. Il accompagne les jeunes, leur famille et leurs familiers qui le souhaitent dans les démarches juridiques et sociales, en les associant pleinement au processus d aide. Il leur donne l occasion de faire valoir leurs droits, y compris le cas échéant par voie judiciaire.

11 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 59 2 Dans le cadre de l action communautaire, le service vise à améliorer le statut juridique et social des jeunes, notamment en favorisant ou relayant leur parole auprès des instances politiques et sociales ou en interpellant ces mêmes instances sur leur respect des droits fondamentaux des enfants, des jeunes et des familles. 3 Le service veille, lors de la résolution de situations individuelles ou par l organisation de formations, de journées d études, ou encore par la diffusion de publications, à partager ses connaissances spécifiques avec d autres institutions relevant ou non du secteur de l Aide à la Jeunesse.» Art. 19. Il est inséré dans le même arrêté un article 29quater rédigé comme suit : «Article 29quater. La subvention annuelle provisionnelle pour frais de personnel est allouée au service spécialisé dans l aide juridique à titre principal sur la base des normes d effectif suivantes : 1 Service de catégorie 1: 3fonctions à temps plein au total, soit : - 1 directeur; - 2 travailleurs sociaux, soit éducateur classe 1, soit assistant social, soit assistant en psychologie. Une fonction de travailleur social peut être remplacée par une fonction de licencié ou master en droit. 2 Service de catégorie 2: 4fonctions à temps plein au total, soit : - 1 directeur; - 3 travailleurs sociaux, soit éducateur classe 1, soit assistant social, soit assistant en psychologie. Une fonction de travailleur social peut être remplacée par une fonction de licencié ou master en droit. 3 Service de catégorie 3: 5fonctions à temps plein au total, soit : - 1 directeur; - 3 travailleurs sociaux, soit éducateur classe 1, soit assistant social, soit assistant en psychologie; - 1 personne détentrice d une licence ou d un master en droit. Art. 20. Il est inséré dans le même arrêté un article 29quinquies rédigé comme suit : «Article 29quinquies. Outre la subvention forfaitaire pour frais de fonctionnement visée aux articles 35 et 36 de l arrêté visé àl article 14, 1 er, le service bénéficie d une subvention annuelle forfaitaire d un montant de 8.076,00 S indexables pour l exécution des missions spécifiques décrites à l article 29ter. Cette subvention couvre les dépenses suivantes : 1 les frais de documentation et de formation juridique; 2 les dépenses liées à l indemnisation d avocats pour le paiement d honoraires ainsi que les frais liés aux procédures, destinés à défendre les droits des jeunes. La subvention annuelle provisionnelle plafonnée est liquidée à raison d un douzième par mois. La partie non utilisée ou non justifiée de la subvention fait l objet d un trop perçu récupérable.» Art. 21. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er janvier Art. 22. Le Ministre qui a l Aide à la Jeunesse dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 24 novembre La Ministre de la Jeunesse, Mme E. HUYTEBROECK VERTALING MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP N [C 2011/29619] 24 NOVEMBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening in open milieu De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, inzonderheid op artikel 44, gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2001, en artikel 47, gewijzigd bij de decreten van 29 maart 2001 en 1 juli 2005; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening in open milieu; Gelet op het advies van de Gemeenschapsraad voor hulpverlening aan de jeugd, gegeven op 15 maart 2011; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 juni 2011; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 23 juni 2011; Gelet op het advies Nr /2/V van de Raad van State, gegeven op 29 augustus 2011, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Gelet op het advies Nr /4 van de Raad van State, gegeven op 10 oktober 2011, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, zoals gewijzigd;

12 60 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Op de voordracht van de Minister van Jeugd; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. Paragraaf 3 van artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening in open milieu, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 maart 2003, 17 juni 2004, 2 oktober 2008 en 15 januari 2009, wordt gewijzigd als volgt : «3. In aanvulling van zijn hoofdopdracht bedoeld in 1 en zonder eraan afbreuk te doen, kan de dienst een buitengewone specifieke actie ontwikkelen, mits voorafgaande mededeling aan het bestuur. De verlenging van deze specifieke actie verder dan een experimentele fase van één jaar vereist de instemming van de Minister tot wiens bevoegdheid de Hulpverlening aan de Jeugd behoort.» Art. 2. In artikel 3, 4, van het besluit van 15 maart 1999 wordt de zin «De dienst zorgt er nochtans voor, voor zover mogelijk, dat maatregelen genomen worden zodat de jongere zich niet in het gevaar brengt» vervangen door de zin «De dienst zorgt nochtans, voor zover mogelijk, voor de verbinding met elke aangepaste dienst, zoals bedoeld bij artikel 36, 2, 1, van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, inzonderheid zodat de jongere zich niet in het gevaar brengt». Art. 3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : «Na de aanvraag om individuele hulpverlening te hebben onderzocht en behandeld, stuurt de dienst de jongere prioritair en, in voorkomend geval, zijn familie, zijn leefgenoten of de beslissingsinstantie of instelling bedoeld bij artikel 5, 1, 3, naar elke aangepaste dienst zoals bepaald bij artikel 36, 2, 1, van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd. Hij brengt hem, in voorkomend geval, de nodige steun zodat hij zijn rechten kan uitoefenen en elk interpellatiemiddel kan gebruiken.» Art. 4. Artikel 5 van het besluit wordt gewijzigd als volgt : «De individuele hulpverlening kan : 1 gevraagd worden door de jongere, zijn familie, zijn leefgenoten of een naaste persoon van de jongere; 2 aangeboden worden door de dienst aan de jongere, zijn familie of zijn leefgenoten; 3 het gevolg zijn van een oriëntatie door de adviseur van de hulpverlening aan de jeugd, de directeur van de hulpverlening aan de jeugd, de jeugdrechter, hierna «de beslissingsinstanties genoemd, door de procureur des Konings of door elke andere instantie die in contact komt met de jongere.» In overleg met de jongere, in elk geval, bepaalt de dienst of hulpverlening noodzakelijk is. Met inachtneming van de plichtenleer en, in het bijzonder, het beroepsgeheim, omvat de individuele hulp verleend aan de jongere het werk in netwerk.» Art. 5. Artikel 6 wordt opgeheven. Art. 6. In artikel 6/1 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 de woorden «artikel 6/1» worden vervangen door de woorden «artikel 6»; 2 artikel 6 wordt opgesteld als volgt : «Voorafgaandelijk aan elke individuele hulpverlening, brengt de dienst de begunstigde op de hoogte van het kader van het specifieke optreden, zoals bedoeld in de artikelen 3 tot 5. Indien een beslissingsinstantie het vraagt en mits voorafgaande instemming van de jeugd, bericht de beslissingsinstantie, per eenvoudige kennisgeving, of een actie ondernomen, voortgezet of beëindigd wordt.» Art. 7. Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt : «1. De gemeenschappelijke actie steunt noodzakelijkerwijze op een sociale diagnose van de actiezone van de dienst. Deze diagnose wordt ten minste om de drie jaren bijgewerkt. Ze baseert zich op : 1 de analyse van de aanvragen om individuele en collectieve hulpverlening; 2 de analyse van het leefmilieu van de jongeren; 3 een gezamenlijke bedenking met de Arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd inzake algemene preventie; 4 de adviezen uitgebracht door de Gemeenschapsraad voor hulpverlening aan de jeugd inzake jeugdbeleid. De sociale diagnose wordt voorgelegd overeenkomstig een rooster bepaald door de Minister tot wiens bevoegdheid de hulpverlening aan de jeugd behoort. 2. De gemeenschappelijke actie steunt ook op het overlegwerk, inzonderheid met de diensten betrokken bij de jeugd en, in het bijzonder, de sector van het onderwijs die aanleiding kan geven tot een partnerschap of een samenwerking met inachtneming van de respectieve rollen van de verschillende acteurs en van de plichtenleer.» Art. 8. Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt : «1. Op basis van de elementen bedoeld in artikel 8 en naargelang de behoeften : 1 ontwikkelt de dienst collectieve acties met de jongeren in interactie met hun leefmilieu; 2 ontwikkelt de dienst collectieve acties van informatie voor de jongeren en hun familie met het oog op de ondersteuning van ouderschap; 3 geeft de dienst de uitdrukking van de jongeren door, alsook hun behoeften en hun moeilijkheden bij de sociale, administratieve en politieke instanties en interpelleert ze indien nodig. 2. De collectieve acties met de jongeren hebben een tijdelijk karakter voor hen. Ze moeten, indien nodig, hen helpen om zich bij de bestaande structuren aan te sluiten. De collectieve acties moeten tot doel hebben de jongeren die eraan deelnemen hulp te verlenen, waarbij inzonderheid niet alleen een band kan worden gelegd met en tussen de jongeren en hun omgeving maar ook vragen tot uiting kunnen komen en behoeften kunnen worden vastgesteld.

13 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 61 Ze moeten ook een aanvullend karakter hebben ten opzichte van de bestaande activiteiten die toegankelijk zijn voor de betrokken jongeren. 3. Met inachtneming van paragraaf 2, kan de dienst, in voorkomend geval, deelnemen aan de oprichting van nieuwe structuren op een tijdelijke wijze en mits mededeling aan het bestuur.» Art. 9. Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt : «1. De dienst moet toegankelijk zijn inzonderheid buiten de schooluren. Om de jongeren in hun leefmilieu te ontmoeten kan de dienst elke plaats en elke nadere regel voor het optreden gebruiken binnen de perken van de geografische zone en de nadere regels bepaald in het pedagogische project. 2. De dienst moet een dossier bijhouden over de nadere regels en de doelstellingen van de verleende individuele hulp. Indien deze hulpverlening, zoals bedoeld in artikel 3, 1, wordt begonnen, wordt er een dossier per jongere aangelegd waarvan de anonimiteit wordt gewaarborgd. De enige gegevens betreffende de jongeren en hun toestand die ter beschikking van de administratie kunnen worden gesteld, dienen strikt anoniem medegedeeld te worden. 4. Elke actie bedoeld in artikel 9 moet het voorwerp uitmaken van een dossier dat bepaalt dat ze in overeenstemming is met de artikelen 7 en 8. Deze acties worden opgenomen in het jaarverslag.» Art. 10. Paragraaf 5 van artikel 16 wordt opgeheven. Art. 11. In artikel 17 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 de woorden «bedoeld bij artikel 14, 4» worden vervangen door de woorden «bedoeld bij artikel 14, 1»; 2 bij punt c) Dienst van categorie 3, worden de woorden «1 licentiaat» vervangen door de woorden «1 houder van een licentiaat of een master». Art. 12. In artikel 18, 1, worden de woorden «bedoeld bij artikel 14, 4»vervangen door de woorden «bedoeld bij artikel 14, 1». Art. 13. In artikel 19 worden de woorden «bedoeld bij artikel 14, 4» vervangen door de woorden «bedoeld bij artikel 14, 1». Art. 14. Artikel 20 wordt opgeheven. Art. 15. In artikel 27 wordt de laatste zin «een van de maatschappelijke werkers kan door een licentiaat vervangen worden» vervangen door de zin «een van de maatschappelijke werkers kan door een licentiaat of een houder van een master vervangen worden». Art. 16. Na artikel 29 van het besluit van 15 maart 1999 wordt een hoofdstuk VIIIbis, luidend als volgt, ingevoegd : «HOOFDSTUK VIIIbis. Bijzondere bepalingen betreffende de gespecialiseerde diensten voor hoofdzakelijke rechtsbijstand» Art. 17. In hetzelfde besluit wordt een artikel 29bis, luidend als volgt, ingevoegd : «Artikel 29bis. De diensten voor hulpverlening in open milieu die het recht gebruiken als hoofdinstrument voor hulpverlening aan jongeren, hun familie of leefgenoten, in verband met hun omgeving en de maatschappij, moeten aan de criteria van dit besluit voldoen. Deze nadere regel van hulpverlening wordt nader bepaald in het erkenningsbesluit van de dienst.» Art. 18. Er wordt een artikel 29ter ingevoegd, luidend als volgt : «Artikel 29ter. Mits inachtneming van de opdrachten en de beginsels van dit besluit heeft de dienst specifieke opdrachten : 1 In zijn individuele actie deelt de dienst aan de jongeren, hun familie en hun leefgenoten, in een aangepaste taal, een volledige en geschikte rechtsinformatie, waarbij hun de mogelijkheid wordt geboden beter verstand te verkrijgen van hun wettelijke en maatschappelijke omgeving en aldus keuzes te maken en acties te ondernemen met kennis van zaken. Hij staat de jongeren, hun familie en leefgenoten die het vragen bij in hun rechtelijke en maatschappelijke ondernemingen met hun volle implicatie in het hulpverleningsproces. Hij geeft ze de gelegenheid hun rechten te laten gelden, met inbegrip, desgevallend, van de gerechtelijke weg. 2 In het kader van de gemeenschapsactie heeft de dienst tot doel het verbeteren van het juridische en maatschappelijke statuut van de jongeren, inzonderheid door hun inspraak te vergemakkelijken of door te geven bij de politieke en maatschappelijke instanties of via de interpellatie van dezelfde instanties over de inachtneming van de basisrechten van kinderen, jongeren en gezinnen. 3 Gedurende de oplossing van individuele toestanden of via de inrichting van opleidingen, studiedagen of verder via de verspreiding van publicaties, zorgt de dienst voor het mededelen van zijn specifieke kennis met andere instellingen die al dan niet onder de sector voor hulpverlening aan de jeugd ressorteren.» Art. 19. Er wordt een artikel 29quater ingevoegd, luidend als volgt : «Artikel 29quater. De provisionele jaarlijkse toelage om personeelskosten wordt aan de dienst gespecialiseerd in hoofdzakelijk juridische hulpverlening toegekend op basis van de volgende normen inzake personeelssterkte : 1 Dienst van categorie 1 : totaal 3 voltijdse betrekkingen, namelijk : 1 directeur; 2 maatschappelijke werkers, ofwel een opvoeder klasse 1, ofwel een maatschappelijk assistent, ofwel een assistent in de psychologie.

14 62 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Een ambt van maatschappelijk werker kan door een ambt van licentiaat of master in de rechten vervangen worden. 2 Dienst van categorie 2 : totaal 4 voltijdse betrekkingen, namelijk : 1 directeur; 3 maatschappelijke werkers, ofwel een opvoeder klasse 1, ofwel een maatschappelijk assistent, ofwel een assistent in de psychologie. Een ambt van maatschappelijk werker kan door een ambt van licentiaat of master in de rechten vervangen worden. 3 Dienst van categorie 3 : totaal 5 voltijdse betrekkingen, namelijk : 1 directeur; 3 maatschappelijke werkers, ofwel een opvoeder klasse 1, ofwel een maatschappelijk assistent, ofwel een assistent in de psychologie; 1 houder van een licentiaat of master in de rechten.» Art. 20. In hetzelfde besluit wordt een artikel 29quinquies, luidend als volgt, ingevoegd : «Artikel 29quinquies. Naast de forfaitaire toelage om werkingskosten bedoeld bij de artikelen 35 en 36 van het besluit bedoeld bij artikel 14, 1, geniet de dienst een forfaitaire jaarlijkse toelage voor een indexeerbaar bedrag van 8.076,00 euro voor de uitvoering van specifieke opdrachten omschreven bij artikel 29ter. Deze toelage dekt de volgende uitgaven : 1 de documentatiekosten en de kosten voor de juridische opleiding; 2 de uitgaven in verband met de vergoeding van advocaten inzake erelonen alsook de kosten met betrekking tot de procedures, met als doel de verdediging van de rechten van de jongeren. De provisionele jaarlijkse maximumtoelage wordt vereffend naar rata van één twaalfde per maand. Het niet-gebruikte of niet-verantwoorde deel wordt beschouwd als een onverschuldigd bedrag dat teruggevorderd zal worden.» Art. 21. Dit besluit treedt in werking op 1 januari Art. 22. De Minister tot wiens bevoegdheid de hulpverlening aan de jeugd behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 24 november De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK ANDERE BESLUITEN AUTRES ARRETES FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [C 2011/00854] Hoofdcommissaris van politie. Benoeming Bij koninklijk besluit d.d. 5 december 2011, wordt de heer DANTINE, Roland, benoemd in de graad van hoofdcommissaris van politie met terugwerkende kracht vanaf 28 maart * SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR [C 2011/00854] Commissaire divisionnaire de police. Nomination Par arrêté royal du 5 décembre 2011, M. Roland DANTINE, est nommé au grade de commissaire divisionnaire de police avec effet rétroactif au 28 mars FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [2011/206537] Rechterlijke Orde Bij koninklijk besluit van 25 februari 2011, dat in werking treedt op 31 januari 2012, is Mevr. Verhofstadt, Ch., advocaat-generaal bij het arbeidshof te Gent, op haar verzoek, in ruste gesteld. Zij kan haar aanspraak op pensioen laten gelden en het is haar vergund de titel van haar ambt eershalve te voeren. SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE [2011/206537] Ordre judiciaire Par arrêté royal du 25 février 2011, entrant en vigueur le 31 janvier 2012, Mme Verhofstadt, Ch., avocat général près la cour du travail de Gand, est admise à la retraite à sa demande. Elle est admise à faire valoir ses droits à la pension et est autorisée à porter le titre honorifique de ses fonctions. Bij koninklijk besluit van 13 maart 2011, dat in werking treedt op 31 januari 2012, is Mevr. Gollier, M., eerste substituut-arbeidsauditeur bij de arbeidsrechtbank te Brussel, op haar verzoek, in ruste gesteld. Zij kan haar aanspraak op pensioen laten gelden en het is haar vergund de titel van haar ambt eershalve te voeren. Par arrêté royal du 13 mars 2011, entrant en vigueur le 31 janvier 2012, Mme Gollier, M., premier substitut de l auditeur du travail près le tribunal du travail de Bruxelles, est admise à la retraite à sa demande. Elle est admise à faire valoir ses droits à la pension et est autorisée à porter le titre honorifique de ses fonctions. Bij koninklijk besluit van 13 augustus 2011, dat in werking treedt op 31 januari 2012, is de heer Sacré, F., vrederechter van het kanton Sint-Jans-Molenbeek, op zijn verzoek, in ruste gesteld. Hij kan zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Par arrêté royal du 13 août 2011, entrant en vigueur le 31 janvier 2012, M. Sacré, F., juge de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean, est admis à la retraite à sa demande. Il est admis à faire valoir ses droits à la pension et est autoriséàporter le titre honorifique de ses fonctions.

15 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 63 Bij koninklijk besluit van 19 oktober 2011, dat in werking treedt op 31 januari 2012, is het aan Mevr. Curnel, S., vergund de titel van haar ambt van rechter in handelszaken in de rechtbanken van koophandel te Verviers en te Eupen, eershalve te voeren. Par arrêté royal du 19 octobre 2011, entrant en vigueur le 31 janvier 2012, Mme Curnel, S., est autorisée à porter le titre honorifique de ses fonctions de juge consulaire aux tribunaux de commerce de Verviers et d Eupen. Bij koninklijk besluit van 24 oktober 2011, dat in werking treedt op 31 januari 2012, is aan Mevr. Verreet, V., eervol ontslag verleend uit haar ambt van plaatsvervangend rechter in het vredegerecht van het kanton Meise. Par arrêté royal du 24 octobre 2011, entrant en vigueur le 31 janvier 2012, la démission honorable de ses fonctions juge suppléant à la justice de paix du canton de Meise, est accordé àmme Verreet, V. Bij koninklijke besluiten van 27 oktober 2011, die in werking treden op 31 januari 2012 : - is aan de heer Kersemans, E., ontslag verleend uit zijn ambt van plaatsvervangend rechter in het vredegerecht van het kanton Arendonk. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren; - is aan de heer Boxus, J., ontslag verleend uit zijn ambt van plaatsvervangend rechter in het vredegerecht van het kanton Fossesla-Ville. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Par arrêtés royaux du 27 octobre 2011, entrant en vigueur le 31 janvier 2012 : - est acceptée la démission de M. Kersemans E., de ses fonctions de juge suppléant à la justice de paix du canton d Arendonk. Il est autorisé àporter le titre honorifique de ses fonctions. - est acceptée ladémission de M. Boxus J., de ses fonctions de juge suppléant à la justice de paix du canton de Fosses-la-Ville. Il est autorisé àporter le titre honorifique de ses fonctions. Bij koninklijke besluiten van 2 december 2011, die in werking treden op 31 januari 2012 : - is aan de heer Schoemans, J., eervol ontslag verleend uit zijn ambt van rechter in handelszaken in de rechtbank van koophandel te Brussel; - is het aan de heer Waver, J.-C., vergund de titel van zijn ambt van rechter in handelszaken in de rechtbank van koophandel te Brussel, eershalve te voeren. Par arrêtés royaux du 2 décembre 2011, entrant en vigueur le 31 janvier 2012 : - démission honorable de ses fonctions de juge consulaire au tribunal de commerce de Bruxelles est accordée à M. Schoemans, J. - M. Waver, J.-C., est autorisé àporter le titre honorifique de ses fonctions de juge consulaire au tribunal de commerce de Bruxelles. Bij koninklijk besluit van 2 december 2011 is het aan de heer Frelinx, H., vergund de titel van zijn ambt van rechter in handelszaken in de rechtbank van koophandel te Brussel, eershalve te voeren. Par arrêté royal du 2 décembre 2011, M. Frelinx, H., est autorisé à porter le titre honorifique de ses fonctions de juge consulaire au tribunal de commerce de Bruxelles. Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten met individuele strekking kan voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden Le recours en annulation des actes précités à portée individuelle peut être soumis à la section du contentieux administratif du Conseil d Etat endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée au Conseil d Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommandé àla poste * FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [2011/206536] Rechterlijke Orde. Nationale Orden SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE Ordre judiciaire. Ordres nationaux [2011/206536] Bij koninklijke besluiten van 26 november 2011 : Par arrêtés royaux du 26 novembre 2011 : - is de heer Boxus, J., plaatsvervangend rechter in het vredegerecht van het kanton Fosses-la-Ville, benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde. - M. Boxus, J., juge suppléant à la justice de paix du canton de Fosses-la-Ville, est nommé Chevalier de l Ordre de Léopold. Hij zal het burgerlijk ereteken dragen; Il portera la décoration civile; - is Mevr. Verhofstadt, Ch., advocaat-generaal bij het arbeidshof te Gent, benoemd tot Commandeur in de Orde van Leopold II. - Mme Verhofstadt, Ch., avocat général près la cour du travail de Gand, est nommé Commandeur de l Ordre de Léopold II.

16 64 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN COMMUNAUTE FRANÇAISE FRANSE GEMEENSCHAP MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE [C 2011/29607] 27 OCTOBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant, dans le cadre de l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française, l agrément au Centre de validation des compétences «Technifutur Liège» pour le métier de technicien PC et réseaux Le Gouvernement de la Communauté française, Vu l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française; Vu le décret du Conseil de la Communauté française du 22 octobre 2003 portant approbation de l accord de coopération; Vu le dossier de demande d agrément du Centre de validation des compétences «Technifutur Liège» pour le métier de technicien PC et réseaux; Vu l avis favorable du Comité directeur du 19 janvier 2011; Vu l avis favorable de la Commission consultative et d agrément des centres de validation du 11 février 2011; Vu l avis de l Inspection des Finances, donné le 27 mai 2011; Vu l accord du Ministre du Budget, donné le 27 octobre 2011; Sur proposition de la Ministre de l Enseignement de Promotion sociale; Après délibération, Arrête : Article 1 er. L agrément pour le métier de technicien PC et réseaux est accordé au Centre de validation des compétences «Technifutur - Liège», rue Bois Saint-Jean 17, Liège Science Park, à 4102 Seraing. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa signature. Art. 3. Le Ministre ayant l Enseignement de Promotion sociale dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 27 octobre La Ministre de l Enseignement obligatoire et de Promotion sociale, Mme M.-D. SIMONET VERTALING MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP [C 2011/29607] 27 OKTOBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij, in het kader van het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, de erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Technifutur Liège» voor de bekrachtiging van het beroep Computer- en netwerktechnicus goedgekeurd wordt De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie; Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 22 oktober 2003 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord; Gelet op het dossier van de aanvraag om erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Technifutur Liège» voor de bekrachtiging van het beroep Computer- en netwerktechnicus; Gelet op het gunstig advies van het Directiecomité van 19 januari 2011; Gelet op het gunstig advies van de Advies- en erkenningscommissie voor de validatiecentra van 11 februari 2011; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 27 mei 2011; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 27 oktober 2011;

17 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 65 Op de voordracht van de Minister van het Onderwijs voor Sociale Promotie; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. De aanvraag om erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Technifutur Liège», rue Bois Saint Jean 17, Liège Science Park, te 4102 Seraing, voor de bekrachtiging van het beroep Computer- en netwerktechnicus wordt goedgekeurd. Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend. Art. 3. De Minister tot wier bevoegdheid het Onderwijs voor Sociale Promotie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 27 oktober De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET * MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE [C 2011/29608] 27 OCTOBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant, dans le cadre de l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française, l agrément au Centre de validation des compétences «Bruxelles Formation Bureau et Services» pour le métier d opérateur call center Le Gouvernement de la Communauté française, Vu l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française; Vu le décret du Conseil de la Communauté française du 22 octobre 2003 portant approbation de l accord de coopération; Vu le dossier de demande d agrément du Centre de validation des compétences «Bruxelles Formation Bureau et Services» pour le métier d opérateur call center; Vu l avis favorable du Comité directeur du 19 janvier 2011; Vu l avis favorable de la Commission consultative et d agrément des centres de validation en date du 11 février 2011; Vu l avis de l Inspection des Finances, donné le 27 mai 2011; Vu l accord du Ministre du Budget, donné le 27 octobre 2011; Sur proposition de la Ministre de l Enseignement de Promotion sociale; Après délibération, Arrête : Article 1 er. L agrément pour le métier d opérateur call center est accordé au Centre de validation des compétences «Bruxelles Formation Bureau et Services», place Rouppe 16, à 1000 Bruxelles. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa signature. Art. 3. Le Ministre ayant l Enseignement de Promotion sociale dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 27 octobre La Ministre de l Enseignement obligatoire et de Promotion sociale, Mme M.-D. SIMONET VERTALING MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP [C 2011/29608] 27 OKTOBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij, in het kader van het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, de erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Bruxelles Formation Bureau et Services» voor de bekrachtiging van het beroep Callcenter operator goedgekeurd wordt De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie; Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 22 oktober 2003 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord; Gelet op het dossier van de aanvraag om erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Bruxelles Formation Bureau et Services» voor de bekrachtiging van het beroep Callcenter operator; Gelet op het gunstig advies van het Directiecomité van 19 januari 2011; Gelet op het gunstig advies van de Advies- en erkenningscommissie voor de validatiecentra van 11 februari 2011;

18 66 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 27 mei 2011; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 27 oktober 2011; Op de voordracht van de Minister van het Onderwijs voor Sociale Promotie; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. De erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Bruxelles Formation Bureau et Services», Rouppeplein 16, te 1000 Brussel, voor de bekrachtiging van het beroep Callcenter operator wordt goedgekeurd. Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend. Art. 3. De Minister tot wier bevoegdheid het Onderwijs voor Sociale Promotie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 27 oktober De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET * MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE [C 2011/29609] 27 OCTOBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant, dans le cadre de l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française, l agrément au Centre bruxellois de validation des compétences des métiers de la logistique pour les métiers de magasinier et de conducteur de chariot élévateur Le Gouvernement de la Communauté française, Vu l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française; Vu le décret du Conseil de la Communauté française du 22 octobre 2003 portant approbation de l accord de coopération; Vu le dossier de demande d agrément du Centre bruxellois de validation des compétences des métiers de la logistique pour les métiers de magasinier et de conducteur de chariot élévateur; Vu l avis favorable du Comité directeur du 19 janvier 2011; Vu l avis favorable de la Commission consultative et d agrément des centres de validation du 11 février 2011; Vu l avis favorable de l Inspection des Finances, donné le 27 mai 2011; Vu l accord du Ministre du Budget, donné le 27 octobre 2011; Sur proposition de la Ministre de l Enseignement de Promotion sociale; Après délibération, Arrête : Article 1 er. L agrément pour les métiers de magasinier et conducteur de chariot élévateur est accordé au Centre bruxellois de validation des compétences des métiers de la logistique, Digue du Canal 10, à 1070 Bruxelles. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa signature. Art. 3. Le Ministre ayant l Enseignement de Promotion sociale dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 27 octobre La Ministre de l Enseignement obligatoire et de Promotion sociale, Mme M.-D. SIMONET VERTALING MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP [C 2011/29609] 27 OKTOBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij, in het kader van het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, de erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Centre bruxellois de validation des compétences des métiers de la logistique» voor de bekrachtiging van de beroepen magazijnmeester en bestuurder heftruck goedgekeurd wordt De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie; Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 22 oktober 2003 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord; Gelet op het dossier van de aanvraag om erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Centre bruxellois de validation des compétences des métiers de la logistique» voor de bekrachtiging van de beroepen magazijnmeester en bestuurder heftruck;

19 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 67 Gelet op het gunstig advies van het Directiecomité van 19 januari 2011; Gelet op het gunstig advies van de Advies- en erkenningscommissie voor de validatiecentra van 11 februari 2011; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 27 mei 2011; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 27 oktober 2011; Op de voordracht van de Minister van het Onderwijs voor Sociale Promotie; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. De erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Centre bruxellois de validation des compétences des métiers de la logistique», Vaartdijk 10, te 1070 Brussel, voor de bekrachtiging van de beroepen magazijnmeester en bestuurder heftruck wordt goedgekeurd. Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend. Art. 3. De Minister tot wier bevoegdheid het Onderwijs voor Sociale Promotie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 27 oktober De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET * MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE [C 2011/29610] 27 OCTOBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant, dans le cadre de l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française, l agrément au Centre bruxellois de validation des compétences des métiers TIC pour le métier de technicien PC et réseaux Le Gouvernement de la Communauté française, Vu l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française; Vu le décret du Conseil de la Communauté française du 22 octobre 2003 portant approbation de l accord de coopération; Vu le dossier de demande d agrément du Centre bruxellois de validation des compétences des métiers TIC pour le métier de technicien PC et réseaux; Vu l avis favorable du Comité directeur du 19 janvier 2011; Vu l avis favorable de la Commission consultative et d agrément des centres de validation du 11 février 2011; Vu l avis de l Inspection des Finances, donné le 27 mai 2011; Vu l accord du Ministre du Budget, donné le 27 octobre 2011; Sur proposition de la Ministre de l Enseignement de Promotion sociale; Après délibération, Arrête : Article 1 er. L agrément pour le métier de technicien PC et réseaux est accordé au Centre bruxellois de validation des compétences des métiers TIC, rue de la Borne 14, à 1080 Bruxelles. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa signature. Art. 3. Le Ministre ayant l Enseignement de Promotion sociale dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 27 octobre La Ministre de l Enseignement obligatoire et de Promotion sociale, Mme M.-D. SIMONET VERTALING MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP [C 2011/29610] 27 OKTOBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij, in het kader van het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, de erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Centre bruxellois de validation des compétences des métiers TIC» voor de bekrachtiging van het beroep computer- en netwerktechnicus goedgekeurd wordt De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

20 68 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 22 oktober 2003 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord; Gelet op het dossier van de aanvraag om erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Centre bruxellois de validation des compétences des métiers TIC» voor de bekrachtiging van het beroep computer- en netwerktechnicus; Gelet op het gunstig advies van het Directiecomité van 19 januari 2011; Gelet op het gunstig advies van de Advies- en erkenningscommissie voor de validatiecentra van 11 februari 2011; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 27 mei 2011; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 27 oktober 2011; Op de voordracht van de Minister van het Onderwijs voor Sociale Promotie; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. De erkenning van het validatiecentrum voor de bekwaamheden «Centre bruxellois de validation des compétences des métiers TIC», Paalstraat 14, te 1080 Brussel, voor de bekrachtiging van het beroep computer- en netwerktechnicus wordt goedgekeurd. Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend. Art. 3. De Minister tot wier bevoegdheid het Onderwijs voor Sociale Promotie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 27 oktober De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET * MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE [C 2011/29611] 27 OCTOBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant, dans le cadre de l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française, l agrément au Centre de validation des compétences «Cefochim (Le FOREm)» pour le métier d opérateur de production des industries chimiques Le Gouvernement de la Communauté française, Vu l accord de coopération du 24 juillet 2003 relatif à la validation des compétences dans le champ de la formation professionnelle continue conclu entre la Communauté française, la Région wallonne et la Commission communautaire française; Vu le décret du Conseil de la Communauté française du 22 octobre 2003 portant approbation de l accord de coopération; Vu le dossier de demande d agrément du Centre de validation des compétences «Cefochim (Le FOREm)» pour le métier d opérateur de production des industries chimiques; Vu l avis favorable du Comité directeur du 19 janvier 2011; Vu l avis favorable de la Commission consultative et d agrément des centres de validation du 11 février 2011; Vu l avis de l Inspection des Finances, donné le 27 mai 2011; Vu l accord du Ministre du Budget, donné le 27 octobre 2011; Sur proposition de la Ministre de l Enseignement de Promotion sociale; Après délibération, Arrête : Article 1 er. L agrément pour le métier d opérateur de production des industries chimiques est accordé au Centre de validation des compétences «Cefochim (Le FOREm)», Zoning industriel, zone C, à 7180 Seneffe. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa signature. Art. 3. Le Ministre ayant l Enseignement de Promotion sociale dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 27 octobre La Ministre de l Enseignement obligatoire et de Promotion sociale, Mme M.-D. SIMONET