B&W. Agendapunt, dinsdag 17 november 2009

Transcriptie

1 Nummer BD Dienst concern organisatie Burgemeester en wethouders Portefeuille 23 Agendapunt B2 Onderwerp Overgangsrecht rond het Functioneel Leeftijdsontslag voor brandweer- en ambulancepersoneel (FLO-overgangsrecht). Gevraagde beslissing In te stemmen met: Het opnemen in de Nieuwe Rechtspositieregeling van de (NRGA) van de wijzigingen in het FLO-overgangsrecht zoals opgenomen in de bijlage. Korte toelichting Met ingang van 2006 is de FLO voor het brandweer- en ambulancepersoneel afgeschaft. Daarvoor in de plaats is een nieuwe regeling gekomen. Voor het personeel in dienst voor 1 januari 2006 is een overgangsregeling getroffen. Dit overgangsrecht bestaat uit drie fasen: 1. de periode van 55 jaar tot 59 jaar: betaald verlof of gedeeltelijk doorwerken met een hogere bezoldiging; 2. periode 59 jaar tot 62 jaar: onbetaald verlof dat de medewerker kan financieren met de levensloopbijdrage van de werkgever; 3. Vanaf 62 jaar: ingang ouderdomspensioen. De periode van 62 jaar tot 62 jaar en 9 maanden wordt gefinancierd door extra inkoop ouderdomspensioen door de werkgever. Na 62 jaar en 9 maanden gaat het ABP keuzepensioen in. In het FLO overgangsrecht zijn afspraken gemaakt hoe om te gaan met de werkgeversbijdrage levensloop en inkoop extra pensioen bij ontslag. In het overgangsrecht is opgenomen dat bij ontslag de werkgever toekomstige werkgeversbijdragen levensloop in één keer dient te financieren; ook de extra inkoop pensioen wordt dan gedaan op het moment van ontslag. In het geval van regionalisering zou dat betekenen dat de werkgever in één keer een zeer fors bedrag moet financieren. Strikt genomen is dat niet noodzakelijk omdat de nieuwe werkgever, de regio de verplichtingen uit het FLO overgangsrecht heeft overgenomen. Tussen de gemeente en de regio worden dan afspraken gemaakt over de financiering. Dat is ook gebeurd in 2008 toen de gemeentelijke brandweer over is gegaan naar de veiligheidsregio. In het overgangsrecht FLO is deze mogelijkheid echter nog niet opgenomen. Met de nu ter instemming voorgelegde wijziging wordt daarin met terugwerkende kracht voorzien. Op deze wijze wordt alsnog een juridische basis gegeven voor de handelswijze die de gemeente Amsterdam in 2008 heeft toegepast. De ingangsdatum is 1 juli De vakorganisaties hebben op 27 oktober 2009 ingestemd met de in de bijlage 1

2 opgenomen wijziging van de NRGA. Beslissing b&w Conform besloten Bijlagen Tekst van de gewijzigde NRGA tekst met betrekking tot het FLO-overgangsrecht. Opnemen in de besluitenlijst ja Afschrift aan: Afschrift van dit besluit zal worden gegeven aan de afdeling Concern Organisatie,de bonden voor Overheidspersoneel in Amsterdam, de Commissie Zorg en Milieu, Personeel en organisatie, Openbare Ruimte en Groen, de Dienst Accountancy en Consultancy Amsterdam (ACAM) en het Servicehuis Personeel. Behandelend ambtenaar concern organisatie, Piet jagt Ondertekening (Dienst)directeur Directeur Directie Portefeuillehouder Bijlage bij besluit d.d. 17 november 2009 BD De Nieuwe Rechtspositieregeling (NRGA) als volgt te wijzigen: I hoofdstuk 27b wordt als volgt gewijzigd: Ingangsdatum: 1 juli 2006 A Artikel 27b.22, derde lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: 3. Ten behoeve van de ambtenaar die voor de leeftijd van 53 jaar uittreedt uit een bezwarende functie wordt, met inachtneming van het tweede lid, het in het eerste lid genoemde bedrag in ABP Extra Pensioen gestort op het 2

3 moment van uittreden, waarbij de leeftijdsafhankelijke factor wordt toegepast die hoort bij de leeftijd op het moment van uittreden en het gemiddelde loon wordt berekend tot het moment van uittreden. B Na artikel 27b.22a, inclusief koptekst, wordt een nieuw artikel 27b.22b ingevoegd. Artikel 27b.22b In afwijking van artikel 27b.22, derde lid, wordt voor de ambtenaar die wegens regionalisering van de gemeentelijke beroepsbrandweer uit de bezwarende functie wordt ontslagen en op wie bij de nieuwe werkgever hoofdstuk 27b van toepassing blijft, geen bedrag in ABP Extra Pensioen gestort op het moment van uittreden. Toelichting op artikel 27b.22b Artikel 27b.22b In artikel 27b.22, lid 3, is geregeld dat de werkgever een bedrag in ABP Extra Pensioen stort als de ambtenaar vóór de leeftijd van 53 jaar uit de bezwarende functie treedt. Bij de regionalisering treedt de ambtenaar uit de bezwarende functie. Als de ambtenaar ten tijde van deze regionalisering jonger is dan 53 jaar, zou de werkgever dus op dat moment een storting moeten doen. Deze storting op een eerder moment dan 53 jaar heeft gevolgen voor de uiteindelijke hoogte van het pensioen. Deze gevolgen kunnen positief of negatief zijn, afhankelijk van het rendement dat het gestorte bedrag oplevert. Door de eerdere storting wordt het rendementsrisico dus bij de ambtenaar gelegd. Dit wijkt af van het FLOovergangsrecht. Om zo dicht mogelijk bij de afspraken van het FLO-overgangsrecht te blijven, is geregeld dat bij overgang naar een bezwarende functie vanwege de regionalisering, er voor de ambtenaar geen verandering komt in de afspraak over het inkopen van extra pensioen. Dit betekent dat de storting nog steeds op 53 jaar plaatsvindt. De nieuwe werkgever doet een storting naar rato van het totaal aantal dienstjaren in de bezwarende functie, dus zowel die bij de nieuwe werkgever, als die bij de gemeente en diens voorgangers. De gemeente en de nieuwe werkgever moeten samen tot afspraken komen hoe de kosten van inkoop OP verdeeld worden. C Artikel 27b.45, vijfde lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: 5. Ten behoeve van de ambtenaar die voor de leeftijd van 53 jaar uittreedt uit een bezwarende functie wordt, met inachtneming van het vierde lid, het in het eerste 3

4 lid genoemde of, indien van toepassing, het in het tweede lid genoemde bedrag in ABP Extra Pensioen, gestort op het moment van uittreden, waarbij de leeftijdsafhankelijke factor wordt toegepast die hoort bij de leeftijd op het moment van uittreden en het gemiddelde loon wordt berekend tot het moment van uittreden. D Na artikel 27b.45a, wordt inclusief koptekst, een nieuw artikel 27b.45b ingevoegd. Artikel 27b.45b In afwijking van artikel 27b.45, vijfde lid, wordt voor de ambtenaar die wegens regionalisering van de gemeentelijke beroepsbrandweer uit de bezwarende functie wordt ontslagen en op wie bij de nieuwe werkgever hoofdstuk 27b van toepassing blijft, geen bedrag in ABP Extra Pensioen gestort op het moment van uittreden. Toelichting op artikel 27b.45b In artikel 27b.45 lid 5 is geregeld dat de werkgever een bedrag in ABP Extra Pensioen stort als de ambtenaar vóór de leeftijd van 53 jaar uit de bezwarende functie treedt. Bij de regionalisering treedt de ambtenaar uit de bezwarende functie. Als de ambtenaar ten tijde van deze regionalisering jonger is dan 53 jaar, zou de werkgever dus op dat moment een storting moeten doen. Deze storting op een eerder moment dan 53 jaar heeft gevolgen voor de uiteindelijke hoogte van het pensioen. Deze gevolgen kunnen positief of negatief zijn, afhankelijk van het rendement dat het gestorte bedrag oplevert. Door de eerdere storting wordt het rendementsrisico dus bij de ambtenaar gelegd. Dit wijkt af van het FLOovergangsrecht. Om zo dicht mogelijk bij de afspraken van het FLO-overgangsrecht te blijven, is geregeld dat bij overgang naar een bezwarende functie vanwege de regionalisering, er voor de ambtenaar geen verandering komt in de afspraak over het inkopen van extra pensioen. Dit betekent dat de storting nog steeds op 53 jaar plaatsvindt. De nieuwe werkgever doet een storting naar rato van het totaal aantal dienstjaren in de bezwarende functie, dus zowel die bij de nieuwe werkgever, als die bij de gemeente en diens voorgangers. De gemeente en de nieuwe werkgever moeten samen tot afspraken komen hoe de kosten van inkoop OP verdeeld worden. II hoofdstuk 27d wordt als volgt gewijzigd: Ingangsdatum: 1 juli 2006 E. Na artikel 27d.11 wordt, inclusief koptekst, een nieuw artikel 27d.11a ingevoegd. 4

5 Levensloopbijdrage bij regionalisering Artikel 27d.11a In afwijking van artikel 27d.11, eerste en tweede lid, heeft de ambtenaar die wegens regionalisering van de gemeentelijke beroepsbrandweer uit de bezwarende functie wordt ontslagen en op wie bij de nieuwe werkgever hoofdstuk 27b van toepassing blijft geen recht op een afkoopbedrag tenzij het college beslist tot afkoop. Toelichting Artikel 27d.11a Op basis van het eerste of tweede lid van artikel 27d.11 hebben medewerkers recht op een afkoopbedrag als zij de bezwarende functie verlaten. Artikel 27d.11a regelt hierop een uitzondering voor medewerkers die ontslag krijgen uit de bezwarende functie wegens regionalisering (bijvoorbeeld door het vormen van veiligheidsregio s). Zij hebben geen recht op afkoop van de levensloopbijdrage. Voorwaarde voor die uitzondering is dat de medewerkers ook bij de nieuwe werkgever recht hebben op FLO-overgangsrecht. Wanneer de nieuwe werkgever het FLO-overgangsrecht van toepassing verklaart, betekent regionalisering geen einde van het FLO-overgangsrecht. Dit houdt in dat ook bij de nieuwe werkgever recht bestaat op een levensloopbijdrage. Deze levensloopbijdragen dragen bij aan hetzelfde doel (zie hierna: Garantie) als de levensloopbijdragen die de gemeente verstrekte. Anders dan bij individuele gevallen van ontslag, gaat het bij regionalisering vaak om een groot aantal medewerkers dat ineens overgaat naar de nieuwe werkgever. Zou de gemeente verplicht tot afkoop moeten overgaan, dan zou die geconfronteerd worden met afkoopbedragen voor al deze medewerkers. De gemeente zou in een keer dus veel geld moeten uitkeren. Om dit te voorkomen hoeft de gemeente niet tot afkoop over te gaan. De gemeente en de nieuwe werkgever moeten samen tot afspraken komen hoe de kosten van toekomstige levensloopbijdragen verdeeld worden. Garantie Of de werkgever nu voor afkoop kiest of voor declaratiestructuur met de nieuwe werkgever, de medewerker behoudt bij het volgen van het LOGA-pad in beide gevallen de garantie dat hij bij het bereiken van 20 dienstjaren op de leeftijd van 59, respectievelijk 60 jaar een tegoed heeft overeenkomend met 210%, respectievelijk 140% van zijn bezoldiging (zie artikel 27d.8 en 27d.9). Bij minder dan 20 dienstjaren geldt een garantie naar rato. 5

6 6