IrisZorg t.a.v. Raad van Bestuur Postbus AJ ARNHEM

Transcriptie

1 > Retouradres Postbus GR Utrecht IrisZorg t.a.v. Raad van Bestuur Postbus AJ ARNHEM Stadsplateau AZ Utrecht Postbus GR Utrecht T F Inlichtingen bij Onderwerp definitieve rapportage follow up 2014 ambulante heroïne- en methadonbehandeling V Geachte Raad van Bestuur, Op 1 december 2014 bezocht de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: inspectie) de heroïnebehandelunit (HBU), Oude Veerweg 15 te Arnhem en de methadonbehandelunit (MBU), Noordelijke Spoorstraat 15 te Ede in het kader van de bezoekronde Follow-up 2014 ambulante heroïne- en methadonbehandeling. Beide locaties zijn onderdeel van Iriszorg. U treft in deze rapportage de resultaten van dit bezoek aan. Aanleiding/Doelstelling In de aankondigingbrief van 14 november 2014 heeft de inspectie u geïnformeerd over de aanleiding en het doel van het inspectiebezoek. Het bezoek is afgelegd door een inspecteur en een senior inspecteur. Inrichting van het bezoek Tijdens het bezoek is gekeken of uw instelling beschikte over de gevraagde documenten. Daarnaast is een gesprek gevoerd met een aantal medewerkers en is een aantal dossiers ingezien, waarvoor de inspectie toestemming had gevraagd. Tevens vond een korte rondgang plaats. Tot slot zijn per behandelunit drie vragenlijsten overhandigd, met het verzoek deze door drie a-select gekozen cliënten te laten invullen en terug te sturen. Toelichting op de rapportage Tijdens het bezoek toetste de inspectie de resultaten van de inter-institutionele audits (IIA s) die in 2014 zijn uitgevoerd. De inspectie had de verslaglegging hiervan ontvangen en geanalyseerd. Deze IIA s omvatten zowel de geactualiseerde (nieuwe) veldnormen als de in 2010 en 2012 door de inspectie getoetste normen (hierna benoemd als oude normen ). Om die reden treft u in deze brief onder het kopje Resultaten twee paragrafen aan. De eerste paragraaf bevat de resultaten van de geactualiseerde (nieuwe) normen en de tweede paragraaf bevat de resultaten van de oude normen, die in de IIA s een score hadden van niet operationeel of gedeeltelijk operationeel. Ten aanzien van deze laatste normen is een oordeel gevormd over de mate waarin uw instelling die tekortkoming heeft verbeterd.

2 De oude normen in de IIA s met een score operationeel zijn niet getoetst, ook niet indien deze voorheen bij inspectiebezoeken niet-operationeel scoorden. De uitkomsten uit de IIA s waren leidend. De inspectie gaat hierbij uit van high trust. Dat betekent dat we instellingen een hoge mate van vertrouwen schenken. Tot slot wordt een samenvatting gegeven van het oordeel van een aantal cliënten, aan wie een vragenlijst is voorgelegd. De antwoordmogelijkheden die de inspectie heeft gehanteerd, of een instelling voldoet aan de norm, zijn ja, nee of gedeeltelijk. Bij antwoordmogelijkheid ja wordt operationeel gescoord. Wanneer een instelling niet of gedeeltelijk aan de gestelde eisen voldoet, wordt niet operationeel gescoord. Op basis hiervan is vervolgens per behandelunit de mate van risico vastgesteld. De relatie tussen de score op de normen en de risico-indeling ziet er als volgt uit: Heroïnebehandelunit: Geen tot gering risico Gering tot matig risico Matig tot hoog risico Hoog tot zeer hoog risico 9-10 van 10 operationeel 6-8 van 10 operationeel 4-5 van 10 operationeel 0-3 van 10 operationeel Methadonbehandelunit: Geen tot gering risico Gering tot matig risico Matig tot hoog risico Hoog tot zeer hoog risico 6-7 van 7 operationeel 4-5 van 7 operationeel 2-3 van 7 operationeel 0-1 van 7 operationeel Resultaten geactualiseerde (nieuwe) normen Hoofdthema 1 behandelplan; toezichtthema behandeldoelen Wensen patient bij vaststellen behandeldoelen De behandeldoelen waren vanuit het cliëntenperspectief beschreven. Pagina 2 van 7

3 Hoofdthema 2 behandeling; toezichtthema somatische screening en onderzoek 2.1 Somatische screening Niet-operationeel Niet-operationeel 2.2 ECG (QT interval) Niet-operationeel Niet-operationeel 2.3 Urineonderzoek Beleid t.a.v. de somatische screening werd ontwikkeld (de somatische screener), maar was nog niet operationeel. Op beide locaties was de eerste screening uitgebreid en aan de hand van een vast format uitgevoerd. De somatische screening na een half jaar bleek niet aan de hand van een vast format uitgevoerd en op onderdelen uitgevoerd (score: gedeeltelijk). In de dossiers zijn zowel bij de MBU als de HBU geen uitgevoerde ECG s aangetroffen, niet binnen een maand na de start van de behandeling en niet bij het bereiken van een dosering van meer dan 100 mg/dag. Bij de MBU was men hier wel mee gestart, maar dit was (door vertrek van een arts) gestagneerd. Het beleid was nog in ontwikkeling (score HBU niet aanwezig, score MBU gedeeltelijk). Het doel van urineonderzoek wordt met de patiënt besproken. Afspraken over urineonderzoek zijn in het dossier aangetroffen. Urineonderzoek wordt niet voor repressieve doeleinden uitgevoerd. Hoofdthema 2 behandeling; toezichtthema indicatiestelling heroïnebehandeling 2.4 Indicatiecriterium n.v.t. Bij de heroïnebehandeling wordt het indicatiecriterium leeftijd ten minste 35 jaar toegepast. Voorafgaand aan de start van een heroïnebehandeling bij een patiënt, jonger dan 35 jaar, was eerst overleg gepleegd met de inspectie. Pagina 3 van 7

4 Hoofdthema 2 behandeling; toezichtthema multidisciplinair overleg 2.6 Bespreking in MDO eenmaal per zes maanden Niet-operationeel 2.7 Aanwezigheid beroepsbeoefenaren MDO Van een gedeelte van de stabiele patiënten had bij de HBU geen MDO-bespreking binnen een jaar plaats gevonden. Het beleid is dit binnen een jaar bij stabiele patiënten uit te voeren en bij de overige patiënten twee maal per jaar (score HBU: gedeeltelijk). Op de MBU vindt het MDO plaats gecombineerd met FACT. Alle patiënten worden minimaal 1x per half jaar in het MDO besproken. Hoofdthema 2 behandeling; toezichtthema acute en chronische somatische problemen 2.10 Reanimatiecursus en overdosis Niet-operationeel n.v.t. Beleid voor het systematisch, jaarlijks volgen van een reanimatiecursus met aandacht voor actie bij overdosis door artsen en verpleegkundigen is in ontwikkeling. Ten tijde van het inspectiebezoek werd een algemene reanimatiecursus voor BHV-ers aangeboden 1 (socre HBU: gedeeltelijk). 1 In de reanimatiecursus kan het handelen in geval van overdosering worden opgenomen. Pagina 4 van 7

5 Hoofdthema 5 Opiumwet en verstrekking; toezichtthema verstrekking 5.3 Verpleegkundinge deskundigheid bij verstrekking heroïne n.v.t. 5.4 Openingstijden poliklinische voorziening 2 Heroïneverstrekking vindt door twee hulpverleners plaats, waarvan minimaal één A- en/of B- en/of HBO-V verpleegkundige. Beide poliklinische voorzieningen zijn minimaal op werkdagen tijdens kantooruren geopend. Resultaten oude normen Hoofdthema 2 behandeling; toezichtthema actueel medicatieoverzicht 2.1 Beschikbaarheid actueel medicatieoverzicht Niet-operationeel Niet-operationeel Evenals in de IIA s heeft de inspectie geconstateerd dat een actueel medicatieoverzicht niet altijd beschikbaar is. In het EPD is wel een overzicht van alle door de instelling voorgeschreven medicatie. Twee maal per jaar worden de gegevens bij de apotheker opgevraagd en in het EPD verwerkt. Hoofdthema 3 kwaliteitsbeleid; toezichtthema professioneel statuut 3.8 Vastgesteld professioneel statuut 2 De inspectie handhaaft hierop niet in 2014 Pagina 5 van 7

6 Oordeel cliënten op basis van verstrekte vragenlijsten De inspectie heeft, voor zover zij heeft kunnen nagaan, tot nu toe uitsluitend ingevulde vragenlijsten ontvangen van drie cliënten van de HBU. De cliënten geven aan ruim voldoende ondersteund te worden. Ze geven het behandelteam een 8 tot een 9. De cliënten geven tevens aan dat de casemanager ruim voldoende uit gaat van hun kracht en hun mogelijkheden. Ook ervaren zij ruim voldoende betrokkenheid bij de begeleiding van de casemanager (score: 8 tot 10). Tot slot geven de cliënten aan dat zij ook in het gesprek bij het geven van de medicatie wensen en problemen ruim voldoende kunnen aangegeven (score: 8 tot 10). En eens per 3 maanden hebben ze allen een vervolggesprek met de verpleegkundige. Conclusies op basis van geactualiseerde (nieuwe) normen De inspectie heeft op de HBU een gering tot matig risico op onverantwoorde zorg geconstateerd. Op de HBU werden 6 van de 10 geactualiseerde (nieuwe) normen als operationeel beoordeeld, 4 normen werden als niet operationeel beoordeeld. Op de MBU heeft de inspectie een gering tot matig risico op onverantwoorde zorg geconstateerd. Op de MBU werden 5 van de 7 geactualiseerde nieuwe normen als operationeel beoordeeld, 2 normen werden als niet operationeel beoordeeld. Bij voorgaande hoofdconclusie dient te worden aangevuld dat ten aanzien van alle niet-operationeel scorende normen, de inspectie heeft geconstateerd dat beleid in ontwikkeling was. Conclusies op basis van oude normen De inspectie constateert dat in de IAA twee oude normen niet of gedeeltelijk operationeel scoorden. Bij de toetsing door de inspectie scoorde één norm (actueel medicatie-overzicht) ook niet-operationeel en één norm (professioneel statuut) scoorde wel operationeel. Binnen Iriszorg zijn nog verbeteringen mogelijk om de beschikbaarheid van een volledig en actueel medicatieoverzicht te optimaliseren. Handhaving Maatregelen ten aanzien van de geactualiseerde (nieuwe) normen Aangezien de inspectie op basis van de geactualiseerde (nieuwe) normen een gering tot matig risico heeft geconstateerd in uw instelling, verwacht de inspectie dat u maatregelen treft om de geconstateerde risico s te beperken. De inspectie verzoekt u om binnen 6 maanden na ontvangst van het vastgestelde rapport de inspectie te informeren over het resultaat van de interne audit op de niet operationele normen. Maatregelen ten aanzien van de oude normen Uit de resultaten van de getoetste oude normen is gebleken dat binnen Iriszorg nog steeds sprake is van geconstateerde tekortkomingen. U wordt in de gelegenheid gesteld de noodzakelijke verbeteringen door te voeren. Pagina 6 van 7

7 Omdat het voor de instellingen nog niet mogelijk is volledig te voldoen aan de norm van een actueel medicatieoverzicht, zal de inspectie ten aanzien van deze norm niet handhavend optreden. De inspectie heeft er vertrouwen in dat u zich inspant om een zo volledig en actueel mogelijk medicatieoverzicht binnen uw instelling beschikbaar te krijgen. De accounthouder van uw instelling wordt over bovenstaande geïnformeerd en zal zonodig met u in contact treden. Vervolgacties De inspectie zal mogelijk in 2015 een aantal instellingen met een matig tot hoog risico en/of een hoog tot zeer hoog risico opnieuw bezoeken. Mocht tijdens een volgend onaangekondigd inspectiebezoek blijken dat er geen adequate maatregelen zijn getroffen, dan zal de inspectie passende maatregelen nemen, zoals het instellen van verscherpt toezicht. Tot slot De inspectie maakt deze rapportage actief openbaar via onze website De eindrapportage wordt aan de Minister aangeboden met het verzoek deze aan de Tweede Kamer aan te bieden. Ik vertrouw erop u op deze wijze voldoende te hebben geïnformeerd. Ik dank u voor uw medewerking. Hoogachtend, senior inspecteur projectleider FU thematoezicht heroïne- en methadonbehandeling Pagina 7 van 7

8 > Retouradres Postbus GR Utrecht Iriszorg t.a.v. de Raad van Bestuur Postbus AJ ARNHEM Stadsplateau AZ Utrecht Postbus GR Utrecht T F december 2015 Onderwerp Toezicht op heroïne-/methadonbehandeling V /V /V /HV/nh Geachte Raad van Bestuur, Per brief d.d. informeerde de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna inspectie) u over de geconstateerde tekortkomingen in de behandeling van patiënten met heroïne en methadon. Daarin werd u gevraagd om verbetermaatregelen te treffen en een interne audit uit te voeren op deze onderwerpen. U heeft de inspectie per brief d.d. 19 september 2015 en per mail d.d. 30 oktober 2015 geïnformeerd over de verbetermaatregelen en de resultaten van de gevraagde interne audit. Conclusie Op basis van de verbetermaatregelen en de resultaten van deze interne audit, concludeert de inspectie dat: Iriszorg de zorg heeft verbeterd ten aanzien van norm 2.1 (somatische screening) en norm 2.2 (ECG beleid) en norm 2.10 (recente reanimatiecursus met aandacht voor het handelen bij een overdosis) Iriszorg niet op alle voorschrijfmomenten beschikt over een actueel en volledig medicatie overzicht van de betreffende patiënt Iriszorg niet volledig voldoet aan de veldnormen zoals vastgelegd in de Handboek Behandeling met heroïne (2011), de Richtlijn Opiaatonderhoudsbehandeling (RIOB, 2012) en de multidisciplinaire richtlijn opiaatverslaving (2013) en het daarop gebaseerde toetsingskader. Specifiek: De frequentie van het MDO over stabiele patiënten. Deze is 1x per jaar, hoewel in de RIOB ook bij de genoemde patiëntengroep een frequentie van minimaal 2x per jaar vermeld is. Iriszorg kiest er bewust voor om af te wijken van de veldnormen. De inspectie kan zich niet vinden in het gegeven dat binnen Iriszorg besloten is om in afwijking van de richtlijnen, eigen normen vast te stellen ten aanzien van een deel van de doelgroep. De inspectie ziet daarin risico s voor de patiëntveiligheid.

9 Handhaving De inspectie vraagt Iriszorg om met onmiddellijke ingang binnen de methadon- en heroïne behandelunits te werken conform de landelijke richtlijnen, zodat er sprake is van verantwoorde zorgverlening aan deze doelgroep. 2 december 2015 Kenmerk /V /HV/nh De inspectie verwacht van Iriszorg daarnaast dat binnen 3 weken na dagtekening van deze brief de inspectie schriftelijk geïnformeerd wordt op welke manier zij de werkwijze op de methadon- en heroïne behandelunits in overeenstemming heeft gebracht met de veldnormen. En om te beschrijven op welke wijze Iriszorg de risico s die voortvloeien uit het ontbreken een actueel en volledig medicatie overzicht, zoveel mogelijk beperkt heeft. Op basis van deze informatie zal de inspectie een besluit nemen welke handhavingsmaatregel geëigend is, wanneer er nog normen niet operationeel blijken te zijn. Heeft u vragen naar aanleiding van deze brief, verzoek ik u met de senior inspecteur contact op te nemen. Hoogachtend, senior inspecteur projectleider FU thematoezicht heroïne- en methadonbehandeling Pagina 2 van 2

10 > Retouradres Postbus DA Heerlen IrisZorg t.a.v. de raad van bestuur Postbus AJ ARNHEM Stadsplateau AZ Utrecht Postbus DA Heerlen T F Inlichtingen bij 4 februari 2016 Onderwerp Afsluitbrief heroïne- en methadonbehandeling V /GGZ/RS/cvg Geachte raad van bestuur, Per brief d.d. 2 december 2015 informeerde de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: inspectie) u dat bij de opiaatbehandelingen in Iriszorg overwegend gewerkt wordt volgens de veldnormen met uitzondering van de frequentie van het MDO bij stabiele patiënten. De inspectie verzocht u om binnen 3 weken aan te geven op welke manier u de betreffende werkwijze op de heroïne- en methadonbehandelunits in overeenstemming heeft gebracht met de veldnormen. De inspectie heeft uw reactie per mail op 11 december 2015 ontvangen. U heeft aangegeven dat de stabiele patiënten feitelijk de patiënten in de Basis GGZ betreffen en heeft verwezen naar de betreffende tekst onder veldnorm bij vraag 2.6 van het toetsingskader. De inspectie concludeert op grond van de verstrekte informatie dat u overeenkomstig de vastgestelde normen werkt. De inspectie sluit hiermee de follow-up van het thematisch toezicht op de heroïneen methadonbehandeling af en geeft u in overweging om in het Netwerk verslavingszorg deze knip in de veldnorm tussen basis-ggz en gespecialiseerde GGZ (nogmaals) onder de aandacht te brengen. Heeft u vragen naar aanleiding van deze brief, dan verzoek ik u met ondergetekende contact op te nemen. Ten slotte wil de inspectie u hartelijk danken voor de constructieve wijze waarop het toezicht heeft kunnen plaatsvinden.

11 In de hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, Hoogachtend, V /GGZ/RS/cvg 4 februari 2016 senior inspecteur projectleider FU thematoezicht heroïne- en methadonbehandeling Pagina 2 van 2