Directie Human Resources

Transcriptie

1 Directie Human Resources Bureau H-HR.341 -sectie 52 Brussel, september /52566 H-HR.341 sectie 52 H-HR.342 sectie 52 H-HR.343 sectie 52 H-HR.346 sectie 52 Indexcijfers TOEPASSELIJKE BEDRAGEN IN VERBAND PENSIOENEN DATUM INDE X RVP NMBS RVP NMBS ,12 1, ,32 1, ,67 1, ,16 1, ,80 1, ,60 1, ,55 1, ,66 1, ,93 1, ,37 1, ,30 1, ,45 1, , ,15 1, ,47 1, ,84 1, ,26 1, ,73 1, ,24 1,5157 De pensioenen betaald na vervallen termijn worden tegen het nieuwe indexcijfer uitbetaald vanaf 30 september 2010; de voorafbetaalde pensioenen worden tegen het nieuwe indexcijfer uitbetaald vanaf 1 oktober Wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen Maandelijks Geïndexeerd Absoluut maximum rustpensioen , ,68 Absoluut maximum overlevingspensioen , ,44 Plafond gewaarborgd minimum cumulatie RP-OP 9.205, ,67 Totaal maandbedrag cumulatie RP-OP Totaal jaarbedrag cumulatie RP-OP 1.239,47 12 x 1.239,47 = , , ,98 Nieuw huwelijk vóór 1 juli ,93 27/09/2010 1

2 Wet van 25 april 2007 betreffende de pensioenen van de openbare sector: wijzigende bepalingen inzake de cumulatie van een overlevingspensioen met een vervangingsinkomen Jaarlijks basisbedrag inkomensgarantie voor ouderen (IGO) index 123, ,26 07/2008 Jaarlijks basisbedrag inkomensgarantie voor ouderen (IGO) index 125, ,01 09/2008 Jaarlijks basisbedrag inkomensgarantie voor ouderen (IGO) index 125, ,22 10/2008 Jaarlijks basisbedrag inkomensgarantie voor ouderen (IGO) index 125, ,91 06/2009 Jaarlijks basisbedrag inkomensgarantie voor ouderen (IGO) index 125, ,77 01/2010 Jaarlijks basisbedrag inkomensgarantie voor ouderen (IGO) index 128, ,63 09/2010 NMBS indexcijfer 138, ,35 07/2008 NMBS indexcijfer 138, ,45 09/2008 NMBS indexcijfer 138, ,65 10/2008 NMBS indexcijfer 138, ,80 06/2009 NMBS indexcijfer 138, ,64 01/2010 NMBS indexcijfer 138, ,46 09/2010 Bruto maandbedrag tegen indexcijfer 1, ,02 07/2008 Bruto maandbedrag tegen indexcijfer 1, ,50 09/2008 Bruto maandbedrag tegen indexcijfer 1, ,60 10/2008 Bruto maandbedrag tegen indexcijfer 1, ,33 06/2009 Bruto maandbedrag tegen indexcijfer 1, ,90 01/2010 Bruto maandbedrag tegen indexcijfer 1, ,89 09/2010 Wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Maandelijks nietgeïndexeerd GM oud stelsel getrouwd ,80 957,24 GM oud stelsel alleenstaande 8.496,70 781,77 Absoluut maximum van een overlevingspensioen = 50% van de maximumwedde van een secretaris-generaal van een ministerie ,00 geïndexeerd 4.217,44 Wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen 04/ / /2009 Maandelijks geïndexeerd GM rustpensioen en invaliditeit alleenstaande 9.228, , , ,69 GM rustpensioen gehuwd , , , ,83 GM invaliditeit gehuwd , , , ,86 Gemiddelde wedde , , , ,37 GM overlevingspensioen 8.044, , , ,07 Jaarlijks bruto inkomen maximum 607,59 607,59 (2009) 902,82 (2010) 920,92 Maandel. vrijstelling inkomen echtgenoot maximum Jaarlijkse vrijstelling inkomen echtgenoot - maximum 202,53(1) 12x (1) = 2.430,36 205,00 (1) 12 x (1) = 2.460,00 Supplement zware handicap 1.215,18 153,49 (1) 205,00 vanaf 10/2006 Koninklijk besluit van 15 mei 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende toekenning van een gewaarborgde bezoldiging aan sommige personeelsleden van de ministeries Bedrag v/d gewaarborgde bezoldiging Max GM invaliditeit alleenstaande (100 %) 04/ /2008 Maandelijks geïndexeerd , , , , , ,04 27/09/2010 2

3 Max GM invaliditeit gehuwde (125 %) 40 % gewaarborgde bezoldiging Totale vermindering inkomen echtgenoot 04/2009 Dubbel gewaarborgde bezoldiging , ,68 (2) ,00 (2) = 6.241, , , ,60 (2) ,00 (2) = 6.366, ,00 - (2) = 6.601, , ,30 682,01 804,13 833, ,07 Barema van de forfaitaire bedrijflasten Het belastbare netto jaarinkomen is gelijk aan het bruto jaarinkomen verminderd met de forfaitaire beroepskosten. Die forfaitaire beroepskosten worden als volgt bepaald: A. Bedragen. 1) in 2008 Bruto jaarinkomen Forfaitaire beroepskosten Tot 4.960,00 25 % van het inkomen Van 4.960,01 tot 9.860, , % op de schijf boven 4.960,00 Van 9.860,01 tot , , % op de schijf boven 9.860,00 Van ,01 tot , , % op de schijf boven ,00 Boven , ,00 (maximum) 2) 1 oktober 2008 Bruto jaarinkomen Forfaitaire beroepskosten Tot 5.060,00 25 % van het inkomen Van 5.060,01 tot , , % op de schijf boven 5.060,00 Van ,01 tot , , % op de schijf boven ,00 Van ,01 tot , , % op de schijf boven ,00 Boven ,00 (maximum) 3) 1 januari januari 2010 Bruto jaarinkomen Forfaitaire beroepskosten Tot 5.200,00 25 % van het inkomen Van 5.200,01 tot , , % op de schijf boven 5.200,00 Van ,01 tot , , % op de schijf boven ,00 Van ,01 tot , , % op de schijf boven ,00 Boven , ,00 (maximum) B. Praktische maatregelen. De nieuwe barema s vermeld onder punt A. 3) dienen als volgt te worden toegepast: onmiddellijk na publicatie van deze nota, voor de nieuwe pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2010, waarvan de dossiers aan ons bureau zullen worden overgemaakt om het eventuele recht op een aanvulling gewaarborgd minimum te onderzoeken. De dossiers die zouden doorgestuurd zijn vóór de publicatie van deze nota en waarvoor al een beslissing betekend werd aan de rechthebbende, moeten nu niet herzien worden. Er zal wel een herberekening gebeuren bij de jaarlijkse controle van het beroepsinkomen van 2010 (begin 2011). ambtshalve bij de jaarlijkse controle van het dienstjaar 2010 (begin 2011) voor alle lopende dossiers. 27/09/2010 3

4 Wet van 5 april 1994 houdende regeling van de cumulatie van pensioenen van de openbare sector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen. 1. BEROEPSACTIVITEITEN ALS ZELFSTANDIGE OF HELPER (onderworpen aan het sociaal statuut) (1). JAAR RUSTPENSIOENEN OF RUSTPENSIOENEN EN JONGER DAN 65 JAAR INKOMENSGRENZEN UITSLUITEND VÓÓR DE LEEFTIJD VAN 65 JAAR RUSTPENSIOENEN EN/OF OVERLEVINGSPENSIOEN OUDER DAN 65 JAAR KINDERLAST KINDERLAST KINDERLAST KINDERLAST KINDERLAST KINDERLAST , , , , , , , , , , , ,98 (1) Het betreft hier NETTOberoepsinkomsten. Daaronder moet v erstaan worden het brutoberoepsinkomen v erminderd met de beroepsuitgav en of lasten en in v oorkomend gev al met het beroepsv erlies, dat door het bestuur der directe belastingen in aanmerking genomen werd v oor de v aststelling v an de aanslag v an het betrokken jaar. 2. BEROEPSACTIVITEIT ALS BEZOLDIGD WERKNEMER in de private of openbare sector (2). JAAR RUSTPENSIOENEN OF RUSTPENSIOENEN EN JONGER DAN 65 JAAR INKOMENSGRENZEN UITSLUITEND VÓÓR DE LEEFTIJD VAN 65 JAAR RUSTPENSIOENEN EN/OF OVERLE VINGSPENSIOENEN OUDER DAN 65 JAAR KINDERLAST KINDERLAST KINDERLAST KINDERLAST KINDERLAST KINDERLAST , , , , , , , , , , , ,00 (2) Het betref t hier BRUTOberoepsinkomsten. Daaronder moet worden v erstaan alle elementen waaruit de bezoldiging samengesteld kan zijn (zoals het loon, het gewaarborgde week- of maandloon, de v oordelen in natura, de eindejaarspremie, het v akantiegeld, enz.) VÓÓR elke inhouding v oor de sociale zekerheid of v oor de belastingen. Koninklijk besluit van 1 april 1992 houdende toekenning van een vakantiegeld en van een aanvullende toeslag bij het vakantiegeld aan de gepensioneerden van de openbare diensten 2009 (index 1,4859) RP maximum maandbedrag RP maximum jaarbedrag 1.350,00 12 x 1.350,00 = , , ,52 OP maximum maandbedrag OP maximum jaarbedrag 1.080,00 12 x 1.080,00 = , , ,24 Gewoon vakantiegeld alleenstaande 155,58 231,17 Gewoon vakantiegeld gezin 207,44 308,23 Maximum maandbedrag van de pensioenvoordelen van de echtgenoot Maximum jaarbedrag van de pensioenvoordelen van de echtgenoot 51,86 12 x 51,86 = 622,32 924,71 Aanvullende toeslag bij het vakantiegeld - alleenstaande 235,21 349,49 Aanvullende toeslag bij het vakantiegeld - gezin 282,03 419,06 27/09/2010 4

5 Wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen Leeftijdscomplement tussen 60 en 62 jaar maandminimum: 15,00 (index 138,01) Leeftijdscomplement tussen 62 jaar en einde van de loopbaan maandminimum: 20,00 (index 138,01) Inhoudingen op de pensioenen vanaf september 2010 A. ALLE PENSIOENEN BEHALVE CODES 014 EN 039 I Kas I Gezondheidszorgen (RIZIV) 1 Zonder gezinslast R + O Kleiner dan 1.306,13 geen inhouding 2 met gezinslast van 1.306,13 tot 1.354,18 Groter dan 1.354,18 3,55 % Inhoudingen op het bruto pensioenbedrag bruto pensioen ,13 R + O Kleiner dan 1.547,93 geen inhouding II Kas II - Begrafenisvergoeding van 1.547,93 tot 1.604,88 Groter dan 1.604,88 3,55 % Rustpensioenen 0,50 % III Kas III Sociale Solidariteit (niet als Z124 = 3 ) bruto pensioen ,93 Rust + overlevingspensioenen tot 905,52 geen inhouding IV Het Spoor (niet als Z124 = 3 ) van 905,53 tot 913,10 bruto pensioen - 905,51 vanaf 913,11 0,83 % tot 905,52 0,30 vanaf 905,53 0,50 B PENSIOENCODES 014 en 039 I Kas I Gezondheidszorgen (RIZIV) Rust + overlevingspensioenen 3,55 % II Kas II Begrafenisvergoeding Rustpensioenen 0,50 % 27/09/2010 5

6 Verplichte inhouding gezondheidszorgen (Wet van 14/07/1994), 1,50 per maand vanaf januari 2006 tot nader bericht. Wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen : Solidariteitsbijdrage Alleenstaande begunstigde Begunstigde met gezinslast Gedeelte Afhouding Gedeelte Afhouding Van tot van tot 0, ,13 0 0, , , ,89 (P-2.094,13) x 0, , ,94 (P-2.421,07) x 0, , ,50 P x 0, , ,15 P x 0, , ,79 35,03+[(P-2.335,50) x 0,5] 2.669, ,90 40,04+(P-2.669,15) x 0, ,80 en meer P x 0, ,91 en meer P x 0,02 Verschillende bedragen van het Fonds der Sociale werken Vergoeding bij overlijden 745 Maximumvergoeding voor begrafeniskosten ( ) 2.300,61 Minimumvergoeding voor begrafeniskosten 249 Vrije aansluiting bij de Kas der sociale solidariteit voor de echtgenoten die, tijdens de 20 jaar die aan hun pensionering voorafgingen, 15 jaar aangesloten waren bij het FSW 1,90 27/09/2010 6