Het mini-profielwerkstuk: leren onderzoeken
|
|
- Emma de Groot
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 1 Het mini-profielwerkstuk: leren onderzoeken Ton van der Valk en Caspar Geraedts, project Bèta Profielen in het Studiehuis (BPS), CD-bèta, Universiteit Utrecht Het profielwerkstuk is één van de vernieuwingen die in de tweede fase is doorgevoerd. Inmiddels hebben alle havo/vwo-scholen er één of twee jaar ervaring mee. Er zijn scholen met enthousiaste verhalen van docenten en leerlingen. Maar er zijn ook scholen met minder goede ervaringen: gebrek aan motivatie bij leerlingen; hoe pak je de begeleiding aan? Voor een goed verloop van het profielwerkstuk is een grondige voorbereiding van alle betrokkenen nodig. Daarvoor heeft het project Bèta Profielen in het Studiehuis (BPS), in samenwerking met een zestal scholen, het mini-profielwerkstuk ontwikkeld. Voor leerlingen is het profielwerkstuk een grote onderneming, uitdagend, maar ook onbekend. Welke eisen worden eigenlijk gesteld? Hoe kun je veertig of zelfs tachtig uur met hetzelfde onderwerp bezig zijn? Leerlingen hebben behoorlijk wat proeven achter de rug als ze in een examenklas zitten, maar meestal van beperkte omvang, één of twee uur. Ze hebben geleerd hoe ze een (kleinschalig) onderzoek moeten uitvoeren en geoefend met het schrijven van een verslag. Maar ze hebben weinig of geen ervaring met de moeilijkste aspecten van het doen van onderzoek: het oriënteren op een onderwerp, het opzoeken en verwerken van relevante theorie, het formuleren van een onderzoeksvraag die voldoende is ingeperkt, en het opzetten van een haalbaar onderzoeksplan. Deze dingen vereisen een onderzoekende houding van leerlingen, die wordt gekenmerkt ten eerste door het willen weten, dus gemotiveerd zijn om iets uit te zoeken. Ten tweede door het stellen van lastige vragen aan zichzelf en aan de medeleerlingen: wat bedoel je precies met, hoe weet je dat het écht zo is? Ten derde door het stellen van het type vragen waarop door onderzoek een antwoord kan worden gevonden. Het ontwikkelen van een onderzoekende houding zou al in de onderbouw, in het klein, kunnen beginnen. Het moet zijn hoogtepunt krijgen in het profielwerkstuk. Het mooiste is als de gezamenlijke bètasecties met elkaar een lijn leren onderzoek doen afspreken 1. Maar ook als je pas aan het begin van zo n samenwerking staat, kun je al met elkaar wat doen. Begin met een meervakkig mini-profielwerkstuk in 4 havo en 5 vwo! Een profielwerkstuk in het klein, bedoeld om leerlingen (en jezelf!) te laten oefenen en over de ervaringen na te laten denken. Om leerlingen te leren hoe ze dat moeilijke begin kunnen aanpakken en om te laten ervaren hoe keuzes van het eerste uur doorwerken in de rest van het onderzoek. In de profielen Natuur & Gezondheid (N&G) en Natuur & Techniek (N&T) kan een profielwerkstuk globaal op drie manieren uitgevoerd worden: als experimenteel onderzoek, als een theoretisch verklarend of bewijzend onderzoek (vooral als er een sterke wiskundige component in zit) en als technisch ontwerp 2. De mini-profielwerkstukken die het BPS-project ontwikkeld heeft, hebben het karakter van experimenteel onderzoek.
2 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 2 Ze kunnen de ontbrekende schakel vormen tussen praktische opdrachten van één of enkele lesuren en het profielwerkstuk, tussen het doen van een proef waar de docent al lang de uitkomst van weet en het stellen en beantwoorden van een onderzoeksvraag die misschien nog niemand eerder heeft gesteld. De schakel ook tussen natuurkunde, biologie, scheikunde en wiskunde 3. Problemen met het profielwerkstuk Van scholen horen we dat zowel leerlingen als docenten tegen een aantal problemen aanlopen bij het uitvoeren van het profielwerkstuk. Voor leerlingen zijn er vier hoofdproblemen: het vinden van een geschikt onderwerp, inperking van het onderzoek, een adequate planning en de plaats van de theorie. Docenten worstelen met het geven van een passende sturing, niet te veel (het moet het onderzoek van de leerlingen blijven), maar ook zeker niet te weinig (je mag de leerlingen niet laten zwemmen). Voor het bespreken van deze problemen zijn de vijf fasen van belang die je in een experimenteel onderzoek globaal kunt onderscheiden:?? de oriëntatie en bepalen van een probleemstelling?? het stellen van een precieze onderzoeksvraag en maken van een onderzoeksopzet?? de uitvoering en het verwerken van resultaten?? het formuleren van conclusies?? rapportage. In de praktijk (ook van echte onderzoekers) is het niet altijd scherp aan te geven in welke fase je bezig bent. Soms moet je tijdens de uitvoering toch weer even terug om je beter te oriënteren. Pas achteraf zijn de fasen goed van elkaar te onderscheiden. De beginfase van een onderzoek is voor leerlingen meteen ook het lastigste stuk. Zeker als ze zelf het onderwerp moeten kiezen 4. Dat kost veel moeite en het is vaak lastig voor een leerling aan te geven om welke reden ze nu precies in een onderwerp zijn geïnteresseerd, wat ze nou eigenlijk willen weten en waarom. Dat bemoeilijkt de inperking en het formuleren van een probleemstelling. Is het onderwerp eenmaal gekozen, dan willen leerlingen eigenlijk meteen concreet aan de slag. En dat is voor hen: het experiment in elkaar zetten, gaan meten of informatie van internet afhalen. Ze weten eigenlijk niet dat het handig is je eerst verder te oriënteren om je onderzoeksgebied in te perken, je in de theorie te verdiepen zodat je je vragen kunt aanscherpen en je een beeld kunt vormen van mogelijke antwoorden. Leerlingen wachten met het bestuderen en gebruiken van theorie meestal tot bij het schrijven van het verslag. Dientengevolge zijn de onderzoeksvragen meestal onhelder en zijn de gebruikte begrippen niet scherp omschreven of geoperationaliseerd. Wat ze willen gaan doen of meten klopt vaak niet met hun vraag. Daar komen ze pas achter wanneer ze, bij het schrijven van het verslag, hun vraag willen gaan beantwoorden (als ze dat al proberen). Dan gaan ze hun theoretische en onderzoeksmatige fouten achteraf recht breien, wat weer problemen oplevert bij het interpreteren van meetresultaten. Gevolgen: uitstel, demotivatie en een in elkaar geflanst verslag dat beneden de maat is.
3 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 3 De problemen die docenten tegenkomen hebben vooral met sturing te maken. Er bestaat een spanningsveld tussen de mate waarin je leerlingen ruimte kunt bieden voor eigen inbreng en de mate waarin je als docent hen richting kunt geven 5. Het is de kunst om zodanig richting te geven dat de leerlingen ruimte houden voor eigen inbreng. Je kunt problemen van leerlingen niet ondervangen of oplossen door veel inhoudelijke sturing te geven. Want dan raken ze het eigendom over hun profielwerkstuk kwijt. Bovendien wordt het moeilijker het uiteindelijke product eerlijk te beoordelen. In hoeverre neem je je eigen inbreng in de beoordeling mee? Je kunt ze wel kritisch bevragen. Als ze dingen zelf onder woorden brengen, wordt hun eigendomsgevoel alleen maar versterkt én worden ze gestimuleerd creatief naar oplossingen te zoeken. Essentieel is dat ze ervaren dat kritische vragen niet alleen maar tijd kosten (daar zijn ze bang voor), maar vooral een betere kwaliteit opleveren! Dat maakt het begeleiden voor de docent niet eenvoudig. Het mini-profielwerkstuk Het is dus raadzaam leerlingen ervaring te laten opdoen met een wat omvangrijker (open) onderzoek, voordat zij aan het profielwerkstuk beginnen. Daartoe hebben we het mini-profielwerkstuk ontwikkeld. Om de samenwerking tussen de beta-vakken te bevorderen hebben we het tweevakkig gemaakt. De omvang van 10 slu maakt het mogelijk dat de leerlingen in het kort de fasen doorlopen die zij straks ook in het echte profielwerkstuk zullen tegenkomen. Zij oriënteren zich, formuleren een onderzoeksvraag, stellen een onderzoeksplan op, voeren het onderzoek uit en presenteren de resultaten aan hun medeleerlingen. Er zijn echter twee belangrijke verschillen tussen het profielwerkstuk en het mini-profielwerkstuk: 1. Het mini-profielwerkstuk biedt meer structuur dan het profielwerkstuk, maar biedt toch voldoende ruimte voor eigen inbreng. 2. Bij het mini-profielwerkstuk mag van alles fout gaan. Leerlingen kunnen daarvan leren. Daarom is het meer gericht op reflectie dan op het concrete resultaat. De globale planning van het mini-profielwerkstuk omvat drie middagen van twee uur contacttijd op school, afgewisseld met twee maal twee uur huiswerk (zie fig. 1). Deze tijd is in principe voldoende om leerlingen een beperkt onderzoek te laten opzetten, uitvoeren en presenteren.
4 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 4 Figuur 1. De structuur van het mini-profielwerkstuk. In de tabel staan de opeenvolgende fasen die in het profielwerkstuk worden onderscheiden, de docentactiviteiten en leerlingenactiviteiten die daarbij horen en de leerdoelen van het miniprofielwerkstuk met het oog op het echte profielwerkstuk. Docentactiviteiten Leerlingenactiviteiten Leerdoelen (t.a.v. het profielwerkstuk) middag 1 oriëntatie (2 slu) huiswerk (2 slu) middag 2 uitvoering (2 slu) o.a. introductie mini-pws oriënterende opdrachten organiseren en ervaringen ermee bespreken begeleiden o.a. zich oriënteren go / no go; reflectie en vooruitblik - begeleiden; kritische vragen stellen go / no go; reflectie en vooruitblik onderzoeksvraag en onderzoeksopzet opstellen elkaar huiswerk opgeven voorbereiden van het onderzoek; zich informeren o.a. over theorie uitvoeren onderzoek zichzelf huiswerk opgeven de leerling wat oriënterende activiteiten kunnen zijn en wat die tot doel hebben de leerling krijgt een indruk aan welke eisen een onderzoeksvraag moet voldoen, en waar bij het maken van een onderzoeksopzet en een werkverdeling op gelet moet worden; de leerling leert wat het belang is van een go / no go beslissing zich aan afspraken houden de leerling wordt zich bewust van het belang van een goede organisatie en planning; de leerling leert dat uitvoering mede bepaald wordt door een beperkte, scherpe onderzoeksvraag huiswerk (2 slu) middag 3 afronding (2 slu) - Begeleiden; kritische vragen stellen poster sessie organiseren theorie; gegevens verwerken, interpreteren en voorlopige conclusies trekken; voorstel voor presentatie doen (in groepje) conclusies vergelijken en aanscherpen; presentatie voorbereiden en presenteren; zich aan afspraken houden de leerling wordt zich bewust van het belang van een heldere onderzoeksvraag en -opzet; de leerling leert wat van belang is bij het interpreteren van onderzoeksgegevens; presentatie; elkaars poster beoordelen; reflectie de leerling leert commentaar geven en krijgen In de praktijk komen veel leerlingen niet klaar met het onderzoek dat zij in hun hoofd hadden. Dat is niet erg. Het gaat immers om het leren onderzoek doen. Daarom staat aan het eind van elk van de drie middagen een reflectie gepland. Dan wordt besproken wat er in verschillende groepen zoal goed en fout is gegaan. Het gaat dan, anders dan in de gewone les, niet zozeer om vakinhoudelijke kant van het onderwerp, maar vooral om het leren onderzoek doen: hoe doe je dat, hoe perk je het onderwerp af en hoe organiseer je het? Omdat er klassikaal gereflecteerd wordt leren leerlingen ook van problemen
5 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 5 en oplossingen van anderen. Er is gelegenheid te praten over vragen als: hoe ziet een goede planning eruit; wat is een goede onderzoeksvraag; wat kun je doen als je aan het eind de onderzoeksvraag nog niet goed kunt beantwoorden, als je metingen mislukt zijn, als je onderzoeksvraag toch te breed blijkt. Bij het doen van het mini-profielwerkstuk wordt van de leerlingen veel inhoudelijke inbreng verwacht. Tegelijkertijd wordt een duidelijke richting aan gegeven. Ten eerste door het onderwerp vast te leggen. Ten tweede door eisen te stellen aan onderzoek doen. De leerlingen moeten zich oriënteren, ze moeten een onderzoeksvraag verzinnen en nagaan of die onderzoekbaar is en of die aan het eind ook beantwoord is. Ten derde door de kritische vragen van de begeleidende docent. Ten vierde worden er zogenoemde go /no go (of groen/rood licht) beoordelingsmomenten 6 ingelast. Deze moeten voorkomen dat het onderzoek mislukt door fouten in het begin of halverwege die tot aan de eindfase doorwerken. Aan het eind van de eerste en tweede middag beoordeelt de docent of een groepje leerlingen wel of niet verder kan naar de volgende fase. Bij het eerste go / no go moment wordt gekeken naar de kwaliteit van de onderzoeksvraag en naar de onderzoeksopzet. Bij het tweede go /no go moment, aan het eind van de tweede middag, wordt de kwaliteit van de verzamelde onderzoeksgegevens beoordeeld en de manier waarop deze worden verwerkt. De vraag is dan in hoeverre de verzamelde gegevens voldoende zijn om een antwoord te geven op de onderzoeksvraag. De leerlingen hebben verder de beschikking over een aantal leerlingenbladen die zij gebruiken om hun onderzoeksvraag, hypothese en werkplan te noteren en de resultaten op bij te houden. Het werken met leerlingenbladen (zie fig. 2) maakt het voor de docent makkelijk om de voortgang van de verschillende groepjes in één oogopslag te zien.
6 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 6 figuur 2 formulier voor go/no go moment 2 LEERLINGBLAD WATERKWALITEIT (voor go/no go moment 2) Namen van groepsleden:.?? Geef op dit formulier op overzichtelijke wijze al je meetresultaten weer. Zet erbij: - welke je niet goed genoeg vond en over hebt gedaan (of nog over wilt doen) - welke je denkt niet nodig te hebben - welke metingen je nog moet doen en waar en wanneer je dat gaat doen.?? Het is de bedoeling dat je met behulp van de meetresultaten een antwoord kunt geven op je onderzoeksvraag. Geef aan (onder naar het antwoord op de onderzoeksvraag ) - of je daarvoor nog extra metingen moet doen - of je je onderzoeksvraag moet aanscherpen. Zo ja, doen! Overzicht Meetresultaten Gebruik bij ruimtegebrek de achterkant of een apart blad. Passen je metingen bij je onderzoeksvraag? Evt. aanvullende metingen: Evt. aanscherping onderzoeksvraag In te vullen door de docent: Go: jullie kunnen door naar de afronding No go: voordat je door kunt moet het volgende nog gebeuren:? onderzoeksvraag aanscherpen? enkele metingen over doen/toevoegen? overzicht duidelijker maken? eenheden toevoegen?
7 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 7 Herziene leerlingblad aan docent laten zien op
8 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 8 Het is de bedoeling dat de docent de groepen intensief begeleidt bij de onderzoekjes. De docent moet de leerlingen gevoelig maken voor de kwaliteit van het onderzoek. Daarvoor gaat hij/zij voortdurend langs bij de groepjes om met hen te praten over wat ze gedaan hebben, en stelt vragen als?? waarom wil je dit eigenlijk weten??? wat versta je onder. en gebruiken anderen dat woord ook zo??? meet je nu wel wat je wilt meten??? zou een ander (of zou jij met een andere meetmethode) hetzelfde gevonden hebben??? hoe zeker ben je van je conclusie? Het is de bedoeling dat leerlingen dit soort vragen zelf gaan stellen, aan elkaar en aan zichzelf. Op die manier ontwikkelen ze de eerder genoemde onderzoekende houding die ze bij het profielwerkstuk en in hun latere leven goed kunnen gebruiken. Samenvattend: het mini-profielwerkstuk heeft tot doel dat de leerlingen een beperkt, maar compleet onderzoek doen, een profielwerkstuk in het klein, en te reflecteren op de ervaringen. Zo krijgen ze een beeld van wat er bij het profielwerkstuk van hen verwacht wordt. Ze kunnen bovendien wennen aan een vakoverstijgende manier van werken en aan het omgaan met onzekerheden, die het doen van onderzoek nu eenmaal met zich mee brengt. figuur 3 [foto: leerlingen kijken naar de vier potjes met water, volgt] Voorbeelden van mini-profielwerkstukken In het BPS-project zijn mini-profielwerkstukken ontwikkeld over vier verschillende onderwerpen. Elk mini-profielwerkstuk heeft betrekking op twee vakken uit de profielen N&T of N&G. Daarmee volgen we de oorspronkelijke opzet en bedoeling van het profielwerkstuk. Door twee vakken te combineren willen we de samenhang binnen een profiel en de samenwerking tussen docenten bevorderen. De mini-profielwerkstukken zijn inmiddels uitgeprobeerd en op grond van de praktijkervaringen herzien. De miniprofielwerkstukken zijn te downloaden op het internet ( Ze hebben het karakter van een halffabrikaat: docenten moeten ze aanpassen aan de specifieke omstandigheden op de school. Wanneer bijvoorbeeld de drie gewenste blokuren niet beschikbaar zijn, dan zal het schema van tabel 1 aangepast moeten worden. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat leerlingen meer activiteiten buiten de les moeten ondernemen.
9 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 9 Hieronder volgt een korte omschrijving van de vier mini-profielwerkstukken. 1. Vallende kegels. Een onderzoek naar de valsnelheid van papieren kegels, waar de vakken natuurkunde en wiskunde bij betrokken zijn. Eerst maken de leerlingen enkele kegels van papier, laten die vallen en vergelijken hun bewegingen. Vervolgens bestuderen ze de theorie en gaan ze een onderzoeksvraag opstellen. Relaties tussen verschillende variabelen kunnen onderzocht worden, zoals die tussen de tophoek van de kegel en de straal van het grondoppervlak, tussen de valsnelheid en de massa. Dat kan zowel experimenteel als op een wiskundige manier. Dit mini-profielwerkstuk is vooral geschikt voor het profiel N&T. 2. Waterkwaliteit. Verschillende eigenschappen van oppervlaktewater (zowel fysische, chemische, geografische en biologische eigenschappen) worden onderzocht vanuit de vraag naar de kwaliteit van een watermonster. De leerlingen zullen zelf moeten bepalen over wat voor een soort kwaliteit ze het willen hebben: gaat het om drinkwater, oppervlaktewater of water om de planten te begieten? Daarna moeten ze de gekozen kwaliteit operationaliseren zodat die gemeten kan worden. Daartoe moeten ze zich ook in theorie verdiepen. Dit mini-profielwerkstuk is vooral geschikt voor het profiel N&G. 3. Gist. Een onderzoek met biologische en scheikundige aspecten. De anaërobe gisting wordt onderzocht, alsmede de verschillende factoren die daar invloed op hebben (bijvoorbeeld temperatuur, de hoeveelheid substraat etc.). Omdat er verschillen in diepgang mogelijk zijn is dit mini-profielwerkstuk geschikt voor zowel N&G als N&T (met biologie). 4. Reuzen en kabouters. Een onderzoek waar de vakken natuurkunde en biologie bij betrokken zijn, maar ook wiskunde een rol kan spelen. De vraag die centraal staat is: welke (biologische) consequenties zou het hebben wanneer mensen isometrisch zouden worden verkleind (of vergroot)? Immers, dan neemt zijn volume en dus ook zijn massa met de derde macht toe, maar zijn oppervlak (bijvoorbeeld van de darmen) kwadratisch. Dat geeft problemen. Er is een keur aan deelthema s, variërend van voeding tot sport en voortplanting. Dit mini-profielwerkstuk lijkt geschikt voor beide natuurprofielen. Enkele ervaringen met het mini-profielwerkstuk Waterkwaliteit Het mini-profielwerkstuk Waterkwaliteit is gebruikt in vijf klassen op verschillende scholen. De volgende stukjes geven een indruk van hoe het in de klassen liep. Het begin van blokuur 1: leren oriënteren Om te leren oriënteren begint het mini-profielwerkstuk waterkwaliteit met opdrachten die achtereenvolgens steeds meer structuur bieden, gevolgd door een reflectie daarop. De gedachte is: eerst moeten ze de onzekerheid voelen die een onderzoek nu eenmaal met zich mee brengt, en vervolgens manieren vinden om met die onzekerheid om te gaan, door keuzes te maken.
10 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 10 A. Een heel open, vage opdracht: De eerste opdracht is heel open en vaag : bedenk hoe je waterkwaliteit zou kunnen onderzoeken en schrijf dat op. De leerlingen gaan in groepjes met deze vraag aan de slag. Als de docent bij een groepjes langs komt, stellen ze vragen als: wat bedoelt u met waterkwaliteit? De docent kaatst deze vraag terug: wat verstaan jullie eronder? Een groepje schrijft op: nagaan of er schadelijke stoffen in het water zijn opgelost en indampen. Ze vragen of dat goed is, maar de docent kaatst die vraag ook weer terug. Er dreigt een impasse in sommige groepjes te ontstaan: wat moeten we hier nu mee, hoe moeten we verder? B. Toespitsen 1: potjes water bekijken Na de leerlingen enige tijd in het onzekere te hebben gelaten, laat de docent vier potjes met verschillende soorten water zien. Bijvoorbeeld: één potje met erg helder en transparant water, een ander met groenig troebel water, een derde potje met een waterplantje en een beestje erin en een vierde met drab op de bodem. Daarna werken de groepen weer verder. Het zien van de potjes geeft weer een impuls aan de discussies: dit is gewoon mooi water met een beestje erin en volgens mij is dat gewoon drinkwater. Nee joh, er kan wel zoutzuur inzitten! Er worden nieuwe dingen op het blaadje geschreven. C. Toespitsen 2: de potjes op volgorde zetten Dan geeft de docent de opdracht de potjes op volgorde te zetten van goede naar slechte kwaliteit. De discussies laaien weer op, want het noopt tot onder woorden brengen wat er onder kwaliteit wordt verstaan. Is het water met het beestje nu wel goede kwaliteit? Als je aan drinkwater denkt niet. Je moet dus zeggen over wat voor een soort waterkwaliteit je het wilt hebben. D. Bespreking: structuur aanbrengen: De docent haalt de blaadjes op en bespreekt kort wat de groepjes hebben opgeschreven. Hij laat zien dat sommigen het over levende en dode (levenloze) dingen hadden. Bij anderen leidde een discussie over het heldere water tot het onderscheid tussen zichtbare en onzichtbare eigenschappen. Deze twee indelingen gebruikt de docent om de leerlingen verder te laten denken over het onderwerp waterkwaliteit. Ook gaat hij in op de verschillende volgordes waarin de potjes werden gezet. Sommigen dachten aan drinkwater, anderen aan zwemwater, weer anderen aan water waar vissen goed in kunnen leven. Het wordt de leerlingen duidelijk dat ze preciezer moeten zeggen wat ze onder waterkwaliteit verstaan en aan welk soort water ze denken. E. Reflectie: Tot slot van het klassikale deel vraagt de docent de leerlingen wat het nut van deze activiteit is. Dat kunnen de leerlingen in eerste instantie niet zo makkelijk zeggen. Sommigen vinden het zelfs helemaal niet nuttig omdat ze niet zo erg in waterkwaliteit geïnteresseerd zijn. Maar na enige discussie ontdekken ze dat het daar in eerste instantie niet om gaat. Het gaat om onderzoek doen. Daarvoor is oriënteren belang-
11 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 11 rijk. Een gidsexperiment, zoals het kijken naar de potjes, helpt je daarbij. Gericht kijken, zoals het op volgorde zetten van de potjes, helpt nog meer. En ook theorie, zoals het onderscheid tussen levend en levenloos; tussen zichtbaar en onzichtbaar spul in het water. Bij oriënteren werp je een eerste blik op de praktijk en op de theorie. Achteraf gaven enkele leerlingen aan dat ze dit begin eerst wel erg vaag vonden, maar dat ze nu begrepen waarom de docent het zo deed: elk onderzoek dat je begint is vaag, je moet voor jezelf bedenken wat je wilt weten. De docenten zeiden het zo: bij onderzoeken moeten de leerlingen door een fase van chaos heen. Dat zijn ze niet gewend, daar schrikken ze van. Nu weten ze dat het onvermijdelijk is en dat ze zelf een richting moeten kiezen. Het eind van blokuur 1: go of no go voor de onderzoeksvraag Na de eerste oriëntatie moeten de leerlingen hun eigen onderzoeksvraag over waterkwaliteit gaan verzinnen, met een bijbehorende hypothese. Ook moeten ze bedenken welke proeven ze gaan doen om hun onderzoeksvraag te beantwoorden. Aan het eind van blokuur 1 moeten ze dat af hebben. Dan bespreekt de docent de onderzoeksvragen: mag je de volgende keer daarmee verder gaan ( go ) of moet je de vraag eerst bijstellen? ( no go ). De bedoeling ervan is zowel dat leerlingen zo n beoordeling eens meemaken als dat ze leren nadenken over de eisen die aan een onderzoeksvraag gesteld worden. In een 5vwo-klas verloopt de go /no go beoordeling bij een groep als volgt. De docent laat medeleerlingen vragen stellen bij de onderzoeksvraag van groepje J, K, I en stelt zelf ook een kritische vraag. J Onze onderzoeksvraag: is er verschil in oppervlaktewatergesteldheid tussen de singel in U. en de vijver in B.? Docent OK. Is deze onderzoeksvraag precies genoeg om daarmee een onderzoek in te stappen? Dat is iets dat ik altijd mezelf afvraag als ik een go/ no go beslissing neem. Heeft iemand hier een opmerking over? R? R Ja, het antwoord is nogal logisch: er is een verschil. Het een komt uit U. en het ander uit B. Docent Dus dit is een vraag waarop je zeker het antwoord ja krijgt. R Je moet zeggen: wat is het verschil. Docent Er wordt voorgesteld wat is het verschil. Dus dan ga je er vanuit dat er een verschil is. P Een onderzoeksvraag mag je nooit met ja of nee kunnen beantwoorden, toch? K Maar we bedoelen natuurlijk zo ja, wat is het verschil? Docent Mmm, dus dat zou voor jou meteen een vervolg van je vraag zijn. K Ja
12 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 12 Docent OK, andere opmerkingen? [geen reacties] Dan heb ik nog een vraag. Wateroppervlaktegesteldheid, los van dat het een fantastisch scrabble-woord is, wat bedoel je daarmee? K De gesteldheid van het oppervlaktewater I Nou, op het gebied van zichtbaar leven, levenloosheid, ik bedoel, hoe het er voor staat, zeg maar Docent Welke keuze heb je uiteindelijk gemaakt, wat ga je meten? I Lichtgrens, bacteriën, zuurgraad en nitraat Docent Als je weet wat je wilt gaan meten, is het handig om nog even terug te gaan naar je onderzoeksvraag om te kijken of je die nog preciezer kunt formuleren. Voordat je verder gaat moet je eerst je onderzoeksvraag verbeteren en met verbeteren bedoel ik toespitsten. Dus nog geen go! Aan dit stukje discussie is te zien dat leerlingen ook in het centrale deel veel nuttige inbreng kunnen hebben. En daarmee leren ze ook veel, meer dan dat de docent het zegt. Tot slot van blokuur 1 laat de docent de groepjes twee dingen opschrijven die ze deze les geleerd hebben over onderzoek doen. Het groepje J, K en I schrijft op: 1. Belangrijk: scherpe onderzoeksvraag, ook voor het vervolg van het onderzoek. 2. Eerlijke taakverdeling is best lastig om te maken Tussen blokuur 1 en 2: zichzelf huiswerk opgeven Na het eerste blokuur moeten de groepen zichzelf huiswerk opgeven. Want de volgende keer moeten ze verder met experimenten. Zo hebben ze bijvoorbeeld watermonsters nodig. Aan het begin van blokuur 2 bleek dat de meeste groepen inderdaad een watermonster hadden meegenomen. Maar veel groepen waren vergeten aan de TOA door te geven welke spullen ze voor hun proeven nodig hadden. Bijna niemand had in zijn scheikundeof biologieboek gezocht naar informatie over waterkwaliteit 7. Ze merkten dat hun matige voorbereiding erg lastig was:?? sommige proeven konden ze niet doen omdat de TOA s ze niet hadden voorbereid?? ze wisten bij de uitkomsten niet goed of een bepaalde uitkomst (b.v. de ph van water is 7,2) nu betekende dat de waterkwaliteit slecht was of niet?? ze hadden niet gezocht naar normen voor waterkwaliteit. Het gevolg was dat er na het tweede blokuur wel veel gedaan werd. Achteraf was een opvallend leerresultaat dat de leerlingen meldden: dat huiswerk maken en afspraken maken met de TOA is toch wel heel belangrijk voor je onderzoek. Begin blokuur 2: huiswerk en de verbeterde onderzoeksvraag Als het tweede blokuur begint, informeert de docent hoeveel tijd de leerlingen aan het huiswerk besteed hebben. Iedereen heeft er minder dan de bedoelde twee uur aan
13 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 13 besteed. De taken die ze zichzelf gesteld hadden waren veel sneller gebeurd dan gedacht. Bovengenoemd groepje J, K en I bijvoorbeeld zei: J We hebben de taken verdeeld zoals het het makkelijkste was. I heeft het water gehaald, want die woonde naast de vijver. K heeft de bacteriën gedaan en het ph strookje en het nitraatstrookje heb ik gedaan. Per persoon zijn we er een kwartier hooguit mee bezig geweest. Uit dit stukje blijkt dat de leerlingen zichzelf alleen doe-opdrachten hadden opgegeven, maar niet aan theorie gedacht hadden. Ze hebben niet nagelezen over de vraag wat ze zouden kunnen verstaan onder oppervlaktewatergesteldheid of onder waterkwaliteit. Dat heeft ook gevolgen voor hun onderzoeksvraag. Die hebben ze veranderd: in plaats van het bepalen van de gesteldheid van water hebben ze nu iets dat impliciet (door het woord beter ) wél naar kwaliteit vraagt: Is het leefmilieu voor dieren in de vijver uit B. beter dan het leefmilieu in de singel van Utrecht? Ze vragen de docent of de vraag nu goed is. De docent wijst erop dat elk soort dieren zijn eigen optimale leefmilieu heeft. Het is onduidelijk welke dieren de leerlingen bedoelen. Het is dus maar de vraag of de verandering van onderzoeksvraag een verbetering was. Omdat ze toch redelijk goed weten wat ze willen meten en al enkele metingen gedaan hebben, laat de docent ze toch met deze onderzoeksvraag doorgaan. Go /no go aan eind van blokuur 2 Aan het eind van blokuur 2 laat groep J, K, I hun metingen door de docent beoordelen. Ze hebben een aantal variabelen van hun twee watermonsters gemeten en bijvoorbeeld gevonden dat de ph-waarde van het singelwater een beetje hoger is (6,8) dan het vijverwater (6,6). Dat hadden ze niet verwacht. Ook het nitraatgehalte in de singel is, onverwacht, aanmerkelijk hoger dan in de vijver: K Dat was een gedachtekronkel. We dachten, al die bacteriën en al die vissen die er in zitten, die schijten allemaal nitraat uit. Maar bij bacteriën klopt dat niet. Ze hebben echter niet aangegeven wat die variabelen nu precies met een beter leefmilieu voor dieren te maken heeft. De docent wijst hen daarop en geeft aan dat ze daarover iets moeten zeggen. Ze kunnen daartoe bijvoorbeeld in hun biologieboek lezen of andere theorie raadplegen: Docent Ik mis hier een dingetje, literatuur waarin jullie opzoeken of vissen baat hebben bij de aanwezigheid van nitraat of dat vissen baat hebben bij een ph van 6,6 of 6,8. J Nou, het ging ons er niet om of vissen er baat bij hebben. Het ging ons meer om verwachting, is het zuur of minder zuur. Ik wist niet dat we ook in de literatuur moesten zoeken, maar gewoon, we hadden hypotheses gesteld en goh, het singelwater zal wel zuurder zijn omdat er 6 eeuwen in is geze-
14 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 14 ken. Dat is het meer, maar ik wist niet dat we er conclusies uit moesten trekken. Docent [na enig wikken en wegen] Dit is in principe een go, maar ik wil wat meer richting geven aan het vervolg. Er ontbreekt nog een koppeling tussen wat jullie gemeten hebben, nitraten, ph enz., en de onderzoeksvraag K Wat heeft de ph te maken met leefmilieu? Docent Yes, dat moet jij dus nagaan F of het nou prettig is voor dieren of niet prettig Uit de reacties van J en K blijkt onder andere: - de groep houdt eigenlijk nog vast aan hun eerste onderzoeksvraag, waarbij ze het singel- en vijverwater met elkaar willen vergelijken in termen van meer/minder, niet van beter/slechter - ze weten niet dat ze er literatuur bij moeten nemen en dat ze er andere conclusies moeten trekken dan onze hypotheses worden (al dan niet) bevestigd. Derde blokuur: poster maken en elkaars poster beoordelen Tijdens het 3 e blokuur trokken de leerlingen een conclusie en maakten ze een poster met de onderzoeksvraag, de resultaten van het onderzoek en het antwoord op de onderzoeksvraag. Bij de resultaten vergelijkt de groep J, K en I het singelwater met het vijverwater, bijvoorbeeld op het aspect hoeveelheid bacteriën. Ze proberen daar tevens een verklaring voor te geven: De hoeveelheid bacteriën test: de vijver bleek veel meer bacteriën te bevatten dan de singel van U. Dit omdat er meer voedingsstoffen inzitten, planten, vissen enz. Ze concluderen o.a. dat het vijverwater een betere leefomgeving is omdat er ong. 10 maal zo veel bacteriën inzitten. Duidelijk is dat het groepje de twee watermonsters vergelijkt zonden een goed idee ontwikkeld te hebben wat nou een goed criterium is voor leefmilieu. Eigenlijk hebben ze nog aan hun eerste onderzoeksvraag vastgehouden. De groepjes die hun poster bekijken, discussiëren heftig over de resultaten en de conclusie. Sommigen vinden die wel goed. Anderen zetten als kritische kanttekening op hun beoordelingsformulier (zie fig. 4): misschien moest leefmilieu iets beter gedefinieerd worden en niet alle gegevens zijn in het antwoord op de onderzoeksvraag verwerkt Uit de discussies die zij voeren wordt ook duidelijk dat de groepen door de zwakheden die uit de posters van de anderen blijken, ook beter zicht krijgen op de zwakheden van hun eigen poster. Het is duidelijk dat de leerlingen niet al te kritisch kunnen/willen zijn op andermans posters, omdat aan hun eigen posters ook het nodige rammelt.
15 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 15 figuur 4: het formulier voor de beoordeling van de poster POSTER BEOORDELING: WATERKWALITEIT Wij zijn groep Dit is onze beoordeling van de poster van groep 1. Over de onderzoeksvraag van deze groep?? Wij vinden deze onderzoeksvraag?? want:. 2. Over het antwoord op de onderzoeksvraag?? Wij vinden het antwoord.?? Want: 3. Over de theorie en de proeven waarop het antwoord op de onderzoeksvraag is gebaseerd?? Wij vinden de proeven bij het antwoord..?? want:?? Wij vinden de theorie bij het antwoord..?? Want
16 Bètaprofielen in het studiehuis (BPS): het mini-profielwerkstuk 16 Tot slot Uit de ervaringen met de mini-profielwerkstukken hebben we geleerd dat het voorbereiden van het profielwerkstuk heel nuttig is voor zowel de leerlingen als de docenten. Ook hebben we gezien dat structurering, het stellen van duidelijke eisen, leerlingen erg helpt om op de essentiële punten voortgang te boeken. Ze moeten er tegenaan lopen dat ze hun huiswerk voorbij de volgende keer inderdaad gedaan moeten hebben, anders kunnen ze niet vooruit (bij voorbeeld omdat de TOA niet gevraagd is de benodigde spullen klaar te zetten). Dat ze hun onderzoeksvraag goed moeten stellen én moeten beantwoorden. Enzovoorts. De door het BPS-ontwikkelde mini-profielwerkstukken zijn redelijk goed uitvoerbaar en succesvol gebleken, maar kunnen zeker nog verbeterd worden. Zo zou het einde (de poster) wat minder gericht moeten zijn op resultaten en conclusies en wat meer op hoe zou ik onderzoek naar waterkwaliteit een volgende keer aanpakken en waarom? In het algemeen geldt dat het, vooral als de leerlingen lekker bezig zijn, lastig is tijd te vragen voor reflectie. Ook valt het niet mee goede reflectievragen te stellen. Ook docenten moeten (met elkaar) leren om de leerling te begeleiden bij het doen van onderzoek 8. 1 Zie A.Jambroes, H.Hummelen en T. van der Valk, Nieuwe doelen, nieuwe organisatievormen in de tweede fase. NVOX, 27 (3), , maart Een mogelijke vierde soort is het literatuuronderzoek. We noemen dat niet omdat we vinden dat leerlingen voor een natuur-profielwerkstuk niet beperkt mag zijn tot informatie verwerken, maar altijd een component moet hebben van kennis produceren door meten, redeneren, verklaringen zoeken. 3 Zie H. Hummelen, A.Jambroes en T. van der Valk, Vorm een profielteam! NVOX, 25 (3), , maart Dat is trouwens iets dat in het echte onderzoek meestal niet hoeft te gebeuren. Een jonge onderzoeker wordt opgenomen in een onderzoeksgroep die al een bepaald programma heeft. Een ervaren onderzoeker bouwt voort op reeds behaalde resultaten en nieuwe onderzoeksvragen die daar uit voortkomen. 5 T. van der Valk & H. Broekman, 2001, paper voor de Onderwijs Research Dagen Amsterdam. 6 Het idee van go/no go momenten is ontleend aan R. Sinkeldam (1998), Handleiding Profielwerkstuk. Arnhem: CITO 7 Er staat in de schoolboeken ook niet zo veel over waterkwaliteit. Je kunt leerlingen verwijzen naar of het boekje Het milieu van de natuur. Herkennen van verzuring, vermesting en verdroging in de natuur. R. Roos & V. Vintges (red.) Stichting natuur en Milieu, Utrecht In het BPS-project is ook onderzocht hoe docenten leren hun leerlingen te begeleiden bij een miniprofielwerkstuk. Meer informatie daarover bij dr. Ton van der Valk, CD-beta, Postbus TA Utrecht, a.e.vandervalk@phys.uu.nl.
Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag
Instructieblad Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag Onderzoeken is leuk omdat je wat over jezelf leert: wat je kunt en hoe creatief je bent. Ook leer je over je omgeving en de wereld.
Nadere informatiehoge stroming Fase Ontdek en onderzoek
Groep 7 & 8 Team van maximaal 4 leerlingen Leerling materiaal TECHNIEK TOERNOOI hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek Verdeel de rollen Je werkt in een groepje van vier leerlingen. Iedereen in je groepje
Nadere informatieReflectiegesprekken met kinderen
Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen
Nadere informatieOnderzoeksboekje. Klas: Namen:
Onderzoeksboekje Klas: Namen: De onderdelen van de onderzoekscyclus: 1. Introductie 2. Verkennen 3. Opzetten onderzoek 4. Uitvoeren onderzoek 5. Concluderen 6. Presenteren 7. Verdiepen/verbreden 2 Science
Nadere informatieReflectieverslag mondeling presenteren
Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens
Nadere informatieBlok 1 - Introductie
Reflectie jaar 1 Algemeen Aan het begin van het eerste jaar kwamen een hoop nieuwe dingen op mij af. Na een jaar reizen had ik veel zin om aan de studie Voeding en Diëtetiek te beginnen en was erg benieuwd
Nadere informatieChecklist Gesprek voeren 2F - handleiding
Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de
Nadere informatieSectorwerkstuk 2010-2011
Sectorwerkstuk 2010-2011 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------
Nadere informatieVan slinger. tot seismograaf
Van slinger tot seismograaf Leerlingenhandleiding Inleiding In de komende weken gaan jullie werken aan een mini-profielwerkstuk (mini- PWS). Het mini-pws is een voorbereiding voor je uiteindelijke PWS,
Nadere informatieTekst lezen en vragen stellen
1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij
Nadere informatieInge Test 07.05.2014
Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij
Nadere informatieUitwerking workshop Creatief reflecteren met kinderen
Uitwerking workshop Creatief reflecteren met kinderen 4 november 2011 NJPV Conferentie door Welmoed Lockefeer Onderwijs Maak Je Samen Waarom reflecteren met kinderen? Roepvraag met hele groep, bij aanvang
Nadere informatieHandleiding bij het maken van een profielwerkstuk. april 2012
Handleiding bij het maken van een profielwerkstuk april 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. De tijdlijn 3. De verschillende fasen 4. Onderwerp zoeken 5. Informatie zoeken 6. Nog 10 tips 7. De beoordeling
Nadere informatieHet houden van een spreekbeurt
Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat
Nadere informatieInstructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.
VOORBEELD DE KLAS ALS TEAM (LEERLINGENBOEK) INHOUDSOPGAVE Instructie voor leerlingen.. 5 Gebruik van de lesbrieven. 6 Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7 Wat wil je zijn en worden. 11 Wat wil je zijn
Nadere informatieHandleiding Lesmethode Groep 7 &8 Huiswerk Bikkels. Inkijkexemplaar
Handleiding Lesmethode Groep 7 &8 Huiswerk Bikkels versie 2016 Inhoudsopgave Introductie 5 Verantwoording methodiek 6 Doorgaande lijn Po en Vo 7 Preventief en curatief 8 Organiseer je les 9 Praktische
Nadere informatieNa het bekijken van de video en het bestuderen van bovenstaande illustratie, moet je de onderstaande vragen kunnen maken.
Je hebt naar de Mythbusters video praten tegen planten gekeken. Het Mythbusterteam doet in deze video onderzoek naar de invloed van praten op de kiemsnelheid en groeisnelheid van planten. De Mythbusters
Nadere informatieeuzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo osb in de onderbouw theoretische leerweg
euzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo osb in de onderbouw theoretische leerweg Op vijf bladzijden in het werkboek wordt de medewerking van de ouders of verzorgers van de leerlingen gevraagd.
Nadere informatieHOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren
HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren 1. Inleiding Aan de hand van een concept cartoon verdiepen leerlingen zich in de vraag hoe het komt dat een meisje een meisje is. Een concept cartoon is een visuele
Nadere informatieSLB eindverslag. Rozemarijn van Dinten HDT.1-d 12053449 11-11-12
SLB eindverslag Rozemarijn van Dinten HDT.1-d 12053449 11-11-12 Eindverslag De afgelopen periode heb ik een aantal lessen SLB gehad. Hierover ga ik een eindverslag schrijven en vertellen hoe ik de lessen
Nadere informatieATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN
ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN De meeste mensen, en dus ook leerlingen, praten niet alleen met anderen, maar voeren ook gesprekken met en in zichzelf. De manier waarop leerlingen over, tegen en in zichzelf
Nadere informatieBijlage interview meisje
Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je
Nadere informatieFase Ontdek en onderzoek
Groep 7 & 8 Team van maximaal 4 leerlingen Leerling materiaal TECHNIEK TOERNOOI de dwalende robot Fase Ontdek en onderzoek Verdeel de rollen Groep 1: Robomind Je werkt in een groepje van vier leerlingen.
Nadere informatieWerkboek LEVEL BLOK NAAM GROEP
Werkboek LEVEL BLOK NAAM GROEP Dit leerlingwerkboek is een onderdeel van Levelwerk, een uitgave van Eduforce. Auteur: Jan Kuipers Vormgeving: Eduforce Druk: Cedin Eduforce 2014 Uitgeverij Eduforce Lavendelheide
Nadere informatieEen overtuigende tekst schrijven
Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen
Nadere informatieHuiswerk Spreekbeurten Werkstukken
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.
Nadere informatieLesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk
Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding In de lesbrieven van het thema Aan het werk hebben jullie
Nadere informatie6.2.1 Dealen met afleiding onderweg
Stap 6: Deel 2 6.2.1 Dealen met afleiding onderweg In het tweede deel van jullie experiment ga je verder met het ondernemen van ACTies die je met de anderen hebt afgesproken te doen. Daarnaast krijg je
Nadere informatieKIJKWIJZER COMMUNICEREN MET KINDEREN VOOR WETENSCHAPPERS
KIJKWIJZER COMMUNICEREN MET KINDEREN VOOR WETENSCHAPPERS INLEIDING De kijkwijzer biedt de mogelijkheid om op gestructureerde wijze te reflecteren op een activiteit met kinderen. Hiermee kun je inzicht
Nadere informatieProfielwerkstukken β. Onderzoek doen is een vak. maandag 25 juni 2012 08:10:34 Midden-Europese zomertijd
Profielwerkstukken β Onderzoek doen is een vak 25 juni 2012 Profielwerkstukken 2012/2013 Onderzoekende houding Aarsen en Van der Valk (2008). NVOX 33(8), 354-356. Wees nieuwsgierig Wees kribsch Wees deel
Nadere informatieNationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld
Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal
Nadere informatieBepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag
Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling
Nadere informatieVragen gesteld in het evaluatieformulier + Antwoorden
Verslag Studenten Evaluatie Videoproject Door Tonny Mulder, a.b.mulder@uva.nl, 26 sept 213 De studenten van de opleidingen Biologie, Biomedische Wetenschappen en Psychobiologie krijgen in het 1 ste jaar
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatieIndividueel verslag Timo de Reus klas 4A
Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van
Nadere informatieOriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.
Oriëntatie: Het doel van deze lessenserie is: bestaande foto s zoeken met een eigen verhaal erbij. Dan gaan jullie mensen deze fotoserie voorleggen en vragen welk verhaal zij erin zien. Tot slot gaan jullie
Nadere informatieeigen woonplaats Oorlog: geschiedenis in de geschiedenis monumenten hebben te maken met oorlogen? Welke oorlogen
geschiedenis Oorlog: geschiedenis in de eigen woonplaats Omschrijving van de opdracht: Wat doe je als leerkracht? Introductie Thema: Oorlog: geschiedenis in de eigen woonplaats Introduceren thema Oorlog:
Nadere informatiekunstbv beeldende vorming Afsluiting kunstbv 5 Havo / 6VWO afsluiting Naam:... Klas...
Naam:... Klas... Afsluiting 5 Havo / 6VWO In periode 2, 3 en 4 gaan jullie werken aan een eigen thema om het vak af te sluiten. De volgende onderdelen zullen aan bod komen: - eigen werk rond thema + logboek
Nadere informatieRSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK
Beste leerling, RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK Voor je ligt het Logboek dat je gaat gebruiken bij het maken van je profielwerkstuk. Na de PWS-weken lever je een geschreven werkstuk
Nadere informatie3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?
Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat
Nadere informatieProfielwerkstukplus HAVO
Profielwerkstukplus HAVO Inleiding Aan het eind van je schoolloopbaan laat je zien dat je klaar bent voor je vervolgopleiding. Het profielwerkstukplus (PWS+) is daar één van de middelen voor. Je maakt,
Nadere informatieHoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?
Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: 1 2 Welke strategie heb je gebruikt? 3 Ben je het er mee eens? Ben je het er mee oneens? 4 Zou je die vraag aan de klas kunnen stellen? 5 Kun je je 6 Wil 7 oplosmethode
Nadere informatieVoorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.
& OHHUOLQJHQKDQGOHLGLQJ LQOHLGLQJ Het sectorwerkstuk staat voor de deur. Misschien heb je er al slapeloze nachten van, misschien lijkt het je de leukste opdracht van je hele opleiding. Eindelijk iets leren
Nadere informatieProfielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën
Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar
Nadere informatieWat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?
Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid
Nadere informatiePresenteren. Oriëntatie
Oriëntatie Dit ga je doen Je gaat een stand (marktkraam) inrichten om te laten zien wat je gedaan hebt tijdens dit project en wat je eindresultaat is. Je probeert jullie stand zo te maken dat het aantrekkelijk
Nadere informatieIk wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.
1/5 Fase 1: Wat wilde ik bereiken? Handelen/ ervaring opdoen Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren. De opdracht wilde ik zo ontwikkelen,
Nadere informatie3.3 Les 3: Het opstellen van een hypothese
3.3 Les 3: Het opstellen van een hypothese Doel: Lesinhoud De leerlingen formuleren hypotheses die beginnen met ik denk dat. De leerlingen weten dat ze bij een onderzoek ook het tegenovergestelde onderzoeken
Nadere informatieSECTORWERKSTUK 2013-2014
SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,
Nadere informatieSectorwerkstuk. Theoretische Leerweg. Klas 4 TL/M 2015-2016
Sectorwerkstuk Theoretische Leerweg Klas 4 TL/M 2015-2016 Naam leerling Naam mentor/begeleider Inleiding Met het maken van dit sectorwerkstuk oefen je vaardigheden die je als leerling van het VMBO nodig
Nadere informatieSectorwerkstuk 2012-2013
Sectorwerkstuk 2012-2013 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------
Nadere informatieChecklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding
Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht
Nadere informatieGrowth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014
Growth & Reflection Growth & Reflection Opleverdatum: 18 juni 2014 Multimediaal Reclamebureau 2013/2014 Inleiding Er zit alweer een half jaar bij MMR op en ik heb weer veel nieuwe dingen geleerd en nieuwe
Nadere informatieMet welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?
Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen
Nadere informatieTest je kennis! De heelalquiz
Test je kennis! heelalquiz Introductie les 3 Planeten, sterren, manen, de oerknal. Het zijn termen die leerlingen vast wel eens voorbij hebben horen komen. Maar wat weten de leerlingen eigenlijk al van
Nadere informatieNaam:. Namen groepsleden:... Begeleider:
Naam:. Klas: Namen groepsleden:........ Begeleider: 1 Inleiding In deze projectweek ga je onderzoek doen. Dit onderzoek is ter voorbereiding op het sectorwerkstuk in de vierde klas. Dit boekje is jouw
Nadere informatieCursus werkbegeleiding
Cursus werkbegeleiding Naam: Joyce Stuijt Studentnr: 500635116 Klas: 3IKZ1 Opleiding: 3 e jaar HBO-V Studiedeelnummer: 3512TRWBOP Studieonderdeel: Cursus werkbegeleiding Aantal woorden: 1800 Docent: Y.
Nadere informatieVOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID
VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID Maak een mindmap of schema van een tekst ga je dan doen? Naar aanleiding van een titel, ondertitel, plaatjes en of de bron van de tekst ga je eerst individueel (en
Nadere informatieSPORT en Conditie. Bron: www.wiskunde-vmbo.nl/.../module%202%20sport%20en%20conditie%202010.doc Module 2. Datum:...
Module 2 SPORT en Conditie Datum:... Leerling:... Klas:... Dit ga je doen Je leert vanuit de theorie wat er precies bedoeld wordt met conditie, en waarom het zo belangrijk is. Want wanneer is je conditie
Nadere informatieProfielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk
Ben je op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk? Dan is het Woudagemaal misschien interessant voor je. Profielen Volg je het profiel Natuur & Techniek, dan zit je goed! Want in dit stappenplan
Nadere informatieDoel van deze presentatie is
Doel van deze presentatie is Oplossingsgericht? Sjoemelen? Evaluatie van de praktische oefening. Verbetersuggesties qua oplossingsgerichtheid (niet met betrekking tot de inhoud van de gebruikte materialen)
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatieLeerlingenhandleiding
Leerlingenhandleiding Afsluitende module Van Nature tot Metro Van Nature tot Metro Inleiding Onderzoekers publiceren het verslag van hun onderzoek in wetenschappelijke bladen die internationaal verschijnen.
Nadere informatie3 Hoogbegaafdheid op school
3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit
Nadere informatieHet Profielwerkstuk HANDLEIDING I. Organisatie, tijdpad en andere belangrijke informatie. Een handleiding voor Havo en Vwo Mei 2011.
Het Profielwerkstuk HANDLEIDING I Organisatie, tijdpad en andere belangrijke informatie Een handleiding voor Havo en Vwo Mei 2011 Naam leerling: klas:. Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Organisatie 4 2. De
Nadere informatieO&O cyclus. Onderzoeken en ontwerpen
O&O cyclus Onderzoeken en ontwerpen O&O cyclus Waslijn O&O Deze platen kun je aan de muur hangen bij een onderzoeksopdracht of ontwerpopdracht. Tijdens het onderzoeken of ontwerpen staat het leerproces
Nadere informatieIntroduceren thema Voeding en Bewegen. Wat doe je als leerkracht? Omschrijving van de opdracht: Thema: Voeding en bewegen
Natuur & Techniek Mijn lijf: Voeding en bewegen Omschrijving van de opdracht: Introductie Thema: Voeding en bewegen In dit thema staan de volgende hogere orde denkvragen centraal rondom voeding en bewegen:
Nadere informatieWerkboek Het is mijn leven
Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er
Nadere informatieDit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.
Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Leerstijlentest van David Kolb Mensen, scholieren dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Voor
Nadere informatieLesbrief Assenstelsels. Versie 1
Versie 1 Datum: 11 juni 2011 Cursus: Docent: Taal in alle vakken Radha Gangaram Panday Door: Mario Hummeling, 1597628 Shafi Ilahibaks, 1540943 Cyril Bouwman, 1581806 Herman Hofmeijer, 1058201 Nico van
Nadere informatieOPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID
OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid
Nadere informatieZorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) 602 94 25 of e-mail: zorg@matchcare.nl
Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) 602 94 25 of e-mail: zorg@matchcare.nl Hoe presenteer ik mijzelf? Wat wil ik? Zorg voor je carrière Door het dagelijkse contact met mijn coach
Nadere informatieWhat s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht
What s up Zuiderzeeland? Aardrijkskunde praktische opdracht praktisch onderzoek in zuiderzeeland 4 HV Naam: Klas: In dit onderdeel ga je zelf met je groepje op onderzoek. Je hebt geleerd dat Waterschap
Nadere informatieZelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W
Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument
Nadere informatieEvalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek
Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2
Nadere informatieDrukte bij de molen groep 5/6
Verhalend ontwerp over Olie- en Koren Woldzigt in Roderwolde Drukte bij de groep 5/6 Episode 1: Mensen rond 1900 De leerkracht laat een oud kistje of blikje zien. Daarin zitten allemaal kaartjes. Op die
Nadere informatieMAAK WERK VAN JOUW TALENT
MAAK WERK VAN JOUW TALENT Schatgraven heeft altijd iets spannends. Zeker als je weet dat je iets gaat vinden. Wat komt er tevoorschijn? De komende jaren ga jij schatgraven. Als het kan op onze school.
Nadere informatieDe vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:
> Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,
Nadere informatieRSC PROFIELWERKSTUK 2008 / 2009 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK
Beste leerling, RSC PROFIELWERKSTUK 2008 / 2009 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK Voor je ligt het Logboek dat je gaat gebruiken bij het maken van je profielwerkstuk. Aan het eind van de komende 2 weken lever
Nadere informatieonvoldoende voldoende goed uitstekend 1 2 3 4 Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag.
Onderzoek Naam leerling:. Onderzoeksplan Er is een onderzoeksplan, maar de hoofdvraag is onduidelijk. Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag.
Nadere informatieeuzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
euzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie Op acht bladzijden in het werkboek wordt de medewerking van de ouders of verzorgers van de leerlingen gevraagd. Wanneer de werkboeken
Nadere informatieHet profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:
-1- Het profielwerkstuk 1. Inleiding Hier staat hoe u te werk gaat bij het maken van het profielwerkstuk. Ook de eisen waaraan het moet voldoen zijn opgesomd. Verder geeft het u een voorbeeld van een plan
Nadere informatieInformatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano
Informatiebrochure Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano 2011-2012 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Het profielwerkstuk 4 Beoordelingsmomenten 6 Het schriftelijk verslag 7 Eindbeoordeling profielwerkstuk 8 2
Nadere informatieTweede wereldoorlog:
geschiedenis Tweede wereldoorlog: Een bekende Omschrijving van de opdracht: Wat doe je als leerkracht? Introductie Thema: Tweede Wereldoorlog: een bekende Introduceren thema Tweede Wereldoorlog: een bekende
Nadere informatieOnderzoeksvraag Uitkomst
Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen
Nadere informatieVoor jezelf? Les 1 Welkom!
Voor jezelf? Les 1 Welkom! Welkom! Dit is de cursus Voor jezelf? Wil je voor jezelf beginnen? Droom je ervan een eigen bedrijfje te starten? Zou je dit ook kunnen? In deze cursus ga je dit onderzoeken.
Nadere informatieChecklist Presentatie geven 2F - handleiding
Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Inleiding De checklist Presentatie geven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een presentatie moeten kunnen geven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht
Nadere informatieDocentenhandleiding PO Schoolkamp
Docentenhandleiding PO Schoolkamp Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Wat maakt deze opdracht 21 e eeuws?... 1 2.1 Lesdoelstellingen... 2 2.2 Leerdoelen... 2 3 Opzet van de opdracht... 2 3.1 Indeling van
Nadere informatieEn, wat hebben we deze les geleerd?
Feedback Evaluatie Team 5 En, wat hebben we deze les geleerd? FEED BACK in de klas En, wat hebben we deze les geleerd? Leerkracht Marnix wijst naar het doel op het bord. De leerlingen antwoorden in koor:
Nadere informatieOriëntatie. Wat??? een zeepkist??? Oriëntatie. Welke. Dit ga je doen Onderzoeken wat nu eigenlijk een zeepkist is.
Oriëntatie Dit ga je doen Onderzoeken wat nu eigenlijk een zeepkist is. Welke Dit is een groepsopdracht. Dit doe je dus met je eigen groepje waar je de zeepkist mee gaat bouwen Aan deze vaardigheden ga
Nadere informatieDe DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:
beeldende vorming De DOELSTELLING van de -opdrachten & De BEOORDELING: Doelstellingen van de opdrachten. Leren: Thematisch + procesmatig te werken Bestuderen van het thema: met een open houding Verzamelen
Nadere informatieLessenserie De hellingbaan
- Bovenbouw - Lessenserie De hellingbaan Een lessenserie over het experimenteren met de hellingbaan en de strategie controleren van variabelen. Met dank aan leerkrachten en leerlingen van basisschool De
Nadere informatieCriteria. Profielendag voor derdejaars
Criteria Sector vmbo basis vmbo kader / theoretisch havo / vwo mbo niveau 1-2 mbo niveau 3-4 Fase van de opleiding begin van de opleiding tijdens de opleiding einde van de opleiding Loopbaancompetentie
Nadere informatiePraktijkboek CKV onderzoek
Praktijkboek CKV onderzoek Actief onderzoekend Nieuwsgierig naar kunst Inhoud 10 stappen voor de onderzoeksopdracht Overzichtsschema CKV onderzoek Wat ga ik onderzoeken? Invulblad 1 onderwerp en vraag,
Nadere informatieTitel van deze les: Tristan Logeer à la Flip de Beer
Titel van deze les: Tristan Logeer à la Flip de Beer Uitdaging: alle Denkwolk onderwerp: alle Vakgebied(en): pshycho educatie en SEO Doelgroep (OB/MB/BB): OB/MB Maker: Katy Lips, Janieke van den Brink
Nadere informatieProfielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën
Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Ga je een profielwerkstuk maken? Dan is orgaan- en weefseldonatie een goed onderwerp! Hier vind je allerlei tips, bronnen en ideeën om een profielwerkstuk
Nadere informatiePieter Jonkers Studentnummer: 695247 22 06 2011
MONTESSORI LYCEUM AMSTERDAM Smartboard De mening van de Leerlingen Pieter Jonkers Studentnummer: 695247 22 06 2011 Inhoud 1. Inleiding... 3 Aanleiding... 3 Doel van het onderzoek... 3 2. Onderzoeksvraag...
Nadere informatieKernspinresonantie (NMR)
Kernspinresonantie (NMR NMR) Keuzeopdracht scheikunde voor 6 vwo Een verrijkende opdracht over koolstofchemie en analysetechnieken Voorkennis: Koolstofchemie Benodigde tijd: 8 SLU Junior College Utrecht
Nadere informatie