1997 N 10. NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op donderdag 13 februari 1997 te uur in het Stadhuis te Lelystad.

Transcriptie

1 0 NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op donderdag 13 februari 1997 te uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:de heer Ch. Leeuwe, burgemeester/voorzitter, de dames J.S. Binnerts-de Jonge (VVD), H. Blom- Postma (D66), de heer B.J. van Bochove (CDA), mevrouw G.M.C. Jonkman-Jansen (PvdA), wethouders; de heren J. Bierma (VVD), R.C. Bogert (VVD), R. Bootsma (PvdA), G.F. Bus (BPN), de dames A. Dil (PvdA), H.S.E. Greuter-Hemmelder (Gr.Links), de heer W. Hijmissen (CDA), mevrouw B.H. Holter (D66), de heren H. Kiviet (D66), JA. Klein Swormink (CDA), E.P.J.M. Klomp (SP), J.D. Lokhorst (VVD), J.P. Mattie (VVD), R. van der Sloot (NWP), K.B.P. Slump (GPV/RPF), mevrouw M.A.S. van Sprang-Kamstra (D66), de heren R. Spriensma (CDA), T. Stroobach (D66), H.J. Surink (D66), P.G.M. van de Ven (Gr.Links), M.G. Verlaan (Gr.Links), mevrouw L. van Wingerden-Visser (D66) en de heer T.J. van der Zwan (PvdA), leden van de raad; alsmede de heer H.J. Bolding, secretaris; Afwezig zijn:de heren D.P. van Dissel (vd), W. Herrebrugh (PvdA), C.J.J. Homan (PvdA), J. Lodders (VVD), mevrouw C.A. Mehrengs (SP) en de heer F.J.M. Noeken (BPN), leden van de raad. 1.Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Mehrengs en van de heren Van Dissel, Herrebrugh, Homan, Lodders en Noeken. Ik heb overigens gehoord dat mevrouw Dil vandaag haar verjaardag viert. Namens de hele raad van harte gelukgewenst. 2.Notulen van de op 9 januari 1997 gehouden openbare vergadering De notulen worden conform ontwerp vastgesteld. 3.Ingekomen stukken (stuk nr ) - 1Burgemeester en wethouders worden gemachtigd namens de raad op te treden. De brief wordt ter afdoening in handen gesteld van burgemeester en wethouders. De commissie voor ruimtelijke ordening en economische zaken wordt van de uitspraak in kennis gesteld.

2 - 2Mevrouw Greuter Mijnheer de voorzitter. Kan het antwoord op deze brief ter inzage worden gelegd voor de commissie voor financiën, grondzaken en sociale zaken? De voorzitter: Dit wordt toegezegd. Ter afdoening in handen gesteld van burgemeester en wethouders. Het antwoord wordt ter inzage gelegd voor de commissie voor financiën, grondzaken en sociale zaken. - 3Voor kennisgeving aangenomen. Voor het gedeelte van het bestemmingsplan Golfpark, fasen 2 en 3, waarvan goedkeuring onthouden is, zal te zijner tijd een nieuw "postzegelplan" worden gemaakt. - 4Voor kennisgeving aangenomen. - 5Voor kennisgeving aangenomen. - 6Ter afdoening in handen gesteld van burgemeester en wethouders. - 7Voor kennisgeving aangenomen. - 8Ter afdoening in handen gesteld van burgemeester en wethouders, gehoord de commissie voor ruimtelijke ordening en economische zaken. - 9In handen gesteld van de commissie voor de beroep- en bezwaarschriften voor het uitbrengen van een advies. - 10Wordt betrokken bij het voorstel terzake. 4.Mededelingen (stuk nr ) Voor kennisgeving aangenomen. 5.Agendapunt 5. De voorzitter: Dit agendapunt vervalt. 6.Wijziging "Regeling indicatiecommissie Dronten, Lelystad en Zeewolde" (stuk nr ) De heer Spriensma: Mijnheer de voorzitter. Met ingang van 1 januari 1997 is een belangrijk deel van de nieuwe wetgeving met betrekking tot de zorgsector in de uitvoeringsfase gekomen. Voor de zorgfinanciering is nu sprake van twee compartimenten, te weten de AWBZ-gefinancierde zorg en de zorg die wordt gefinancierd door ziekenfondsen en particuliere verzekeringen. Zo valt bijvoorbeeld per 1 januari 1997 de alfa en de gezinshulp ook onder de AWBZ-gefinancierde zorg. De CDA-fractie heeft vanuit het veld de indruk gekregen dat over de technische uitvoeringswijze nog grote onduidelijkheid bestaat. De CDA-fractie verzoekt het college na te gaan of en zo ja op welke wijze meer voorlichting kan worden gegeven. Een tweede aspect is dat de gemeenten vanaf 1 januari j.l. tevens verantwoordelijk zijn voor de indicatie-stelling met betrekking tot de AWBZ-gefinancierde zorg. Vijf Flevolandse gemeenten, exclusief Almere, zullen met ondersteuning van een bureau een regionaal indicatieorgaan optuigen. Dit orgaan zal zich voor de verschillende zorggebieden laten bijstaan door zogenaamde commissies van deskundigen. De CDA-fractie verzoekt u bij de bemensing gebruik te maken van de in onze regio aanwezige expertise. Als raad, c.q. raden, zullen wij in de loop van 1997 beslissingen moeten nemen over de rechtsvorm, de rijkwijdte en het budget van het indicatieorgaan. Er is veel werk aan de winkel en er zijn veel spelers in het veld. Gelukkig zitten de gemeenten bij de voorbereiding op één lijn. De CDA-fractie wacht de resultaten af en gaat akkoord met het voorstel. Wethouder Jonkman: Mijnheer de voorzitter. Het is inderdaad een aardige klus die ons te doen staat om de nieuwe vorm van indicatiestelling vorm te gaan geven. Wij zijn er hard mee bezig en ook het "veld" is daarbij betrokken. Vertegenwoordigers van het veld zitten in de stuurgroep, die het proces begeleidt en in de ontwikkelgroep, die de technische kanten verzorgt. Wij zullen vragen of die vertegenwoordigers nog meer aandacht zullen besteden aan het informeren van hun achterban. Verder zullen wij zelf daar het nodige aan doen, bijvoorbeeld komt er in het eerstvolgende Stadsbulletin een heel artikel over de nieuwe indicatiestelling, enz., zodat men breed geïnformeerd zal worden. Verder zullen wij natuurlijk gebruik maken van de opgebouwde

3 expertise en zullen wij de belangen van het huidige personeel ook meenemen in de nieuwe vorm die wij gaan krijgen. Dus in die zin aandacht voor de mogelijke problemen die zich zouden kunnen voordoen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en 7.Verhuur parkeerplaatsen Schouw/Stationsweg aan NS-reizigers (stuk nr ) 8.Vaststelling van de grondprijzen voor het jaar 1997 van enkele locaties van het woongebied Lelystad-haven (stuk nr ) 9.Verkoop grond en vaststellen grondprijs voor een perceel grond op het industrieterrein Noordersluis (stuk nr ) 10.Vaststellen grondprijs Larserpoort II ten behoeve van de verkoop aan Giant Europe BV te Lelystad (stuk nr ) 11.Achtergestelde lening GAMOG (stuk nr ) 12.Tarieven lijkbezorgingsrechten voor het jaar 1997 (stuk nr ) 13.Rapportage gemeentelijke reserves en voorzieningen (stuk nr ) W ethouder Jonkman: Mijnheer de voorzitter. Bij de achterliggende stukken zit een nota die de criteria aangeeft op basis waarvan de reserves en de voorzieningen beoordeeld zijn. En er zit ook een opsomming bij van alle reserves en voorzieningen die daartoe behoren. Nu is daar één fout in geslopen: Er is een reserve "Exploitatie stadsdienst" waarvan wordt voorgesteld om die op te heffen. Wij hebben vergeten te kijken of dat geld wellicht geoormerkt is en dat blijkt wel het geval te zijn. Wij krijgen dat geld van de rijksoverheid, bedoeld voor de exploitatie van de stadsdienst. In die zin mogen we dit fonds helemaal niet opheffen. Bij de beoordeling vraag ik u om dat er bij te betrekken. Dit betekent dat een bedrag van bijna f ,-- minder naar de algemene reserve zal gaan, omdat het fonds blijft bestaan.

4 De heer Spriensma: Mijnheer de voorzitter. De CDA-fractie is blij dat vanavond een besluit kan worden genomen met betrekking tot de gemeentelijke reserves en voorzieningen. De CDA-fractie heeft evenals anderen op deze sanering aangedrongen, omdat wij constateerden dat in zekere zin sprake was van wildgroei wat betreft aantal en omvang van fondsen, reserves en voorzieningen. Gelijktijdig met deze sanering is het gemeentelijk rentebeleid onder de loep genomen. De wethouder zei bij de behandeling van dit voorstel in de commissie dat een wijziging van het rente-beleid niet geheel zonder risico is. Immers een groot aantal noodzakelijke reserves zullen minder snel groeien. Ook de CDA-fractie heeft in haar oordeelsvorming dit aspect meegewogen. Zij is van mening dat wat op dit moment het zwaarst is, het zwaarst moet wegen. Met andere woorden: de stad heeft op dit moment een broodnodige impuls nodig. De CDA-fractie vindt dat alles wat redelijkerwijze mogelijk is in het werk gesteld moet worden om het M asterplan voor onze stad te doen slagen. De CDA-fractie gaat akkoord met dit voorstel. De heer Stroobach: Mijnheer de voorzitter. Ik zal niet alles herhalen wat de heer Spriensma gezegd heeft, maar even in grote lijnen zeggen dat wij uitvoerig van gedachten hebben gewisseld over de methodiek. Die heeft onze volledige instemming. Dat wij anders omgaan met onze reserves en dat dit risico's in zich heeft, hebben wij ook vastgesteld. Wij moeten daar voorzichtig mee omgaan maar wij hebben daar goede bedoelingen mee. Er is één ding waar ik graag nog de aandacht op wil vestigen en wat ons bijzonder deugd doet. Al jaren hamert de D66-fractie er op dat er rioleringsplannen moeten komen. Daarmee willen wij geen papieren tijgers, maar dit komt voort uit onze zorg of wij uiteindelijk voldoende middelen zullen hebben om onze rioleringen goed te onderhouden, met alle milieu-risico's vandien. In dit voorstel zit ook een storting in een reserve "Riolering" van f ,--. Wat ons betreft is dat een eerste aanzet. Er loopt nu een onderzoek om te kijken of dit genoeg zal zijn naar de toekomst toe. Zo niet, dan zullen wij er misschien nog meer in moeten stoppen. Maar de D66-fractie is toch uitermate tevreden dat er na onze opmerkingen sprake is van voortschrijdend inzicht. De heer Verlaan: Mijnheer de voorzitter. Mijn bijdrage beperkt zich vooral tot de fondsen die aan de ICL (Interdepartementale Commissie Lelystad) gerelateerd zijn. De ICL is inmiddels al een beetje historie denk ik, maar die commissie is geloof ik zo'n tien jaar geleden van start gegaan. Deze commissie is ingesteld om de financiële problematiek van Lelystad op te lossen. Een commissie, die vooral greep moest krijgen op de mate waarin de jas van Lelystad te groot was in relatie tot de bevolkingsomvang. Om daarvoor wat handvatten te creëren is in een heel snelle procedure besloten tot het laten verrichten van verschillende onderzoeken naar de hoeveelheid geld die nodig was voor onderhoud en vervanging nu en vooral in de toekomst van alles wat wij hebben aan groen, wegen, straten, pleinen, kunstwerken en wat dies meer zij. Dat was in de tijd dat er ook grote budgetten beschikbaar waren gesteld voor het invoeren van beheerssystemen. Het argument dat ook uit de beheerssystemen deze informatie zou rollen, had als tegenargument dat de beheerssystemen daar niet echt op gericht waren en dat dit sowieso te lang zou duren. Dus de onderzoeken werden gedaan. Het resultaat was dat er grote extra bedragen nodig zouden zijn in de toekomst voor onderhoud en vervanging van al dat groen, al de wegen, straten, pleinen, bruggen, enz. Deze onderzoeken hebben een hele belangrijke rol gespeeld bij de vaststelling van de uiteindelijke ICL-budgetten. Het waren dus zinvolle onderzoeken, maar ze zijn toen lang niet voor de volle 100 % gehonoreerd. In het kader van de bezuinigingen die in de jaren daarna aan de orde geweest zijn, waren bezuinigingen op de werken die onder het ICL-fonds vielen, niet toegestaan. Want zij waren al zo mager op de lange termijn. En toen kwamen er nog de fietsbrugdekken bij. Die waren in het onderzoek niet voldoende meegenomen of zelfs helemaal niet. De boomwortelproblematiek was helemaal niet meegenomen in het onderzoek. Die arme ICL-fondsen toch, was elke keer het verhaal. Het niveau van de fondsen zou voor de lange termijn veel te laag zijn. In de reguliere begroting was het twee bezuinigingsronden lang niet mogelijk om te bezuinigen op de posten waar ook de ICL-bijdragen voor gegeven waren. Bij de Kerntakendiscussie is dat veranderd. En nu wordt voorgesteld om de ICL-gerelateerde fondsen structureel met ruim drie miljoen gulden per jaar minder te laten groeien. Dat laatste bedrag is afhankelijk van de stand van de fondsen, maar gezien de snelheid van de uitputting over de laatste vijf jaar is te verwachten dat het behoorlijk structureel zal zijn. Dat brengt mij tot wat vragen. Waren de fondsen in het verleden te mager? Wat betekent deze onttrekking voor het toekomstig onderhoud en de toekomstige vervanging van het hele rijtje zaken die ik al eerder heb genoemd? Of waren de berekeningen zodanig gedegen en het onderhoud zodanig goed dat deze rek er gewoon in zat? Of, de woorden van de heer Stroobach op een iets andere manier gebruikend, hebben wij papieren tijgers opgericht?

5 W ethouder Jonkman: Mijnheer de voorzitter. Om met de papieren tijgers van mijnheer Verlaan te beginnen, ik denk dat wij een uitgebreide discussie in de commissie hebben gehad over wat die fondsen precies betekenen voor de toekomst, enz. In die zin zou hem enig licht moeten zijn opgegaan. Dat de fondsen geen historie zijn, mag blijken uit een ingekomen stuk waarin wordt gemeld dat wij voor het komende jaar toch weer een bedrag van ongeveer f. 25,5 miljoen mogen incasseren ten behoeve van diezelfde fondsen. Wij hebben bij de evaluatie inderdaad aangegeven dat die fondsen niet bepaald toereikend zijn voor alles wat wij zouden willen en alles wat wij in de toekomst kunnen voorzien. Wij hebben met succes bij het Rijk voor elkaar gekregen dat er een toevoeging kom t voor wat betreft de bijdrage van de ICL in het kader van het inflatiepercentage dat door het Rijk vergoed wordt. Daarmee hebben wij het Rijk blijkbaar overtuigd van de krapte van de fondsen. Dat alles staat dan haaks op het voorstel dat wij nu aan de raad doen om toch minder toe te voegen dan wij misschien zouden willen. Het betekent niet dat wij de bevolking of de raad bij bezuinigingsronden voor de gek hebben gehouden voor wat betreft de onderbouwing van de krapte van die fondsen. Want ook de meerjarenramingen en de beheersplannen en de werkplannen geven aan dat als je het allemaal doorrekent naar de toekomst, dat wij dan zeker tussentijds zullen moeten kijken waar wij staan en hoe wij daarmee omgaan. Dit betekent alleen dat wij op dit moment niet zoveel alternatieven hebben om inderdaad de Schwung aan de stad te geven die wij nodig hebben. Ik denk dat ook GroenLinks heeft gezegd dat het Masterplan wel degelijk uitgevoerd moet gaan worden, dat het belangrijk is voor de stad. Als wij dat nu niet doen, zullen wij over een aantal jaren met schitterend onderhouden wegen en groen zitten, maar kan er verder geen mens meer leven omdat wij geen cent te makken zullen hebben. Zo simpel ligt het, denk ik. Dit betekent dat wij nu wel enig risico zullen moeten nemen, een voorschotje op de toekomst, met in het achterhoofd dat als het geld dat wij nu hebben gevonden, want het is een kwestie van vinden, van creatief met zaken omgaan. Dat zelfde bedrag wordt structureel gebruikt om de begroting op orde te brengen, omdat de raad op voorstel van het college vindt dat er niet verder bezuinigd mag worden. Omdat de raad op voorstel van het college vindt dat de belasting niet omhoog mag. Wij hebben gezegd dat wij naar een alternatief moeten zoeken. Dan zijn er niet zoveel mogelijkheden en toen hebben wij gekeken naar de fondsen. In die zin wordt de begroting daarmee sluitend gemaakt en hebben wij nu een relatief klein bedrag beschikbaar voor het Masterplan. Er zal veel meer geld beschikbaar moeten komen, ook van anderen, wil het echt wat kunnen betekenen. Maar als dat gaat lukken, dan gaat Lelystad inderdaad op in de vaart der volkeren. En dan zal er ook meer binnenkomen en dan hebben wij ook, denk ik, kans om eens serieus naar die toekomst, naar dat onderhoud, naar die fondsen te kijken. En misschien zelfs de mogelijkheid om die zaken aan te gaan vullen. Alleen, als wij dat niet doen, dan hebben wij helemaal niets om aan te vullen en hebben wij een paar prachtige fondsen op de kast liggen waar wij verder niets mee hoeven te doen omdat er weinig mensen meer wonen. Ik hoop dat na deze toelichting GroenLinks net zoals een groot deel van de raad toch gelukkig is met dit voorstel. Ik denk dat er niet zoveel alternatieven zijn, dus laten wij in vredesnaam maar dit doen bij gebrek aan beter, want daar komt het op neer. De heer Spriensma: Ik ben volledig tevreden met het antwoord. De heer Verlaan: Wij zijn ook tevreden met het antwoord, maar ik vond het wel zodanig belangrijk dat hier heel duidelijk naar voren moest komen dat dit een soort diepte-investering is die feitelijk uit nood is geboren en waarmee wel een hypotheek op de toekomst wordt gelegd. Dat moest wat mij betreft hier even heel duidelijk gezegd worden. W ethouder Jonkman: Ik begrijp dat de heer Verlaan het college de gelegenheid heeft gegeven om het nog een keer uit te leggen. Bedankt. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en 14.Vaststelling Verordening Kindercentra Lelystad 1997 (stuk nr )

6 15.Beroepschrift ex artikel 18 van de Algemene Subsidieverordening Lelystad / Delinkwentie & Samenleving te Amsterdam (stuk nr ) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het advies van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften besloten. 16.In voorbereiding verklaren van een nieuw bestemmingsplan voor een aantal gebieden (stuk nr ) 17.Bezwaarschrift Algemene wet bestuursrecht tegen besluit tot onttrekken van fiets-/voetpad aan het openbaar verkeer / Fietsersbond ENFB (namens anderen) (stuk nr ) De heer Van de Ven: Mijnheer de voorzitter. Met betrekking tot dit onderwerp kunnen wij zeggen dat er in de afgelopen jaren al diverse malen over gesproken is. En helaas denk ik dat er nog heel wat langer over gesproken zal worden, als er vanavond niet een juist besluit genomen gaat worden. De commissie voor de bezwaar- en beroepschriften stelt in meerderheid voor om het bezwaarschrift van de Fietsersbond ENFB, mede namens de heer en mevrouw Ennema (namens circa 600 mensen) en de basisschool De Grundel, ongegrond te verklaren. GroenLinks is het daar niet mee eens en hoopt dat de meerderheid van de raad hedenavond hier op terug komt. Dit te meer daar ook de voorzitter van de commissie, de heer Van Bruggen, van mening is dat het onttrekkingsbesluit overbodig is. De raad en in het bijzonder het CDA weet dat deze mening uit een wijze en onverdachte hoek komt. Als meer dan 600 mensen vóór openhouden zijn, dan moeten wij daar heel zeer ernstig rekening mee houden. In het kader van het Masterplan wordt nogal eens opgemerkt dat de gemeente niet de stad is, dat wij meer moeten luisteren. Welaan, hier kan het. Nogmaals kort op een rijtje waarom GroenLinks voor openhouden is: Veel mensen willen het. De verkeersveiligheid is veel beter. Geen omrijden of omlopen. Het is in strijd met het bevorderen van het fietsverkeer. De raad heeft in 1993 de nota Openbaarheid Sportvelden vastgesteld. Vanaf dat moment is een beleid in gang gezet om de sportvelden af te gaan sluiten. Daarbij werd aangegeven dat hieraan een algemeen financieel belang ten grondslag lag, namelijk lagere kosten voor beheer en onderhoud. Welnu, bij het compromis de sportvelden te omheinen en het fietspad open te houden, dat GroenLinks voorstaat, kunnen wij vaststellen dat ten eerste het beleid om de sportvelden af te sluiten wordt doorgevoerd. En ten tweede het algemeen financieel belang ook gediend wordt omdat het compromis f ,-- goedkoper is. Conclusie: GroenLinks is tegen het huidige voorstel en gaat er van uit dat bij aanvaarding de bezwaarprocedure gewoon weer wordt voortgezet, met veel kans dat u alsnog teruggefloten wordt. Wij stellen voor om zo snel mogelijk het compromis uit te voeren. Kortom, raad kom terug op uw schreden. Het zou wel een unicum zijn. De heer Van der Sloot: Mijnheer de voorzitter. Bij de behandeling van dit onderwerp heeft de Natuurwetpartij zich niet akkoord verklaard met het onttrekken van het fietspad aan de openbaarheid. Het omheinen van sportvelden heeft ons inziens alleen effect op heel plaatselijk niveau en leidt er alleen maar toe dat vernielingen en dergelijke worden verplaatst naar andere locaties in de stad. De minderheid van de commissie die van mening is dat het onttrekkingsbesluit overbodig is en niet had behoeven te worden genomen, willen wij ondersteunen. Ook omdat de Natuurwetpartij van mening is dat het aan de openbaarheid onttrekken van sportcomplexen zeer beperkt dient te worden. Wij willen daarom voorstellen het bezwaar gegrond te verklaren. De heer Slump: Mijnheer de voorzitter. De GPV/RPF-fractie staat achter het beleid van de gemeente om sportvelden af te sluiten. Wij staan niet achter het beleid van de gemeente om het fietspad door het sportpark Schouw af te sluiten. Wij hebben destijds ook tegen het voorstel gestemd. Wij kunnen ons grotendeels verenigen met hetgeen de heer Van de Ven zojuist heeft gezegd. Dat hoef ik niet allemaal te herhalen. Ik ben met hem en met de heer Van der Sloot van mening dat het bezwaarschrift gegrond verklaard moet worden.

7 De heer Klomp: Mijnheer de voorzitter. De SP kan zich volledig aansluiten bij de vorige sprekers. De heer Bus: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn voor de motie zoals die toentertijd is ingediend, mede vanwege het advies van de politie om het pad af te sluiten omwille van de veiligheid. Wij blijven achter het voorstel staan. De heer Verlaan: Dan heeft u een ander advies gezien dan ik. De voorzitter Wij hebben vanavond de stukken voorliggen van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften. Het is naar mijn mening correct dat eerst de fungerende vice-voorzitter van de commissie het woord neemt. De heer Verlaan: Mijnheer de voorzitter. In de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften is de zaak uitgebreid aan de orde geweest en zijn alle argumenten gewogen. Ik neem aan dat iedereen kennis heeft genomen van de argumenten die daarbij een rol gespeeld hebben en zoals zij ook in het advies voorkomen. De argumenten die hier nu weer naar voren worden gebracht, bieden niets nieuws. De afweging die in de commissie is gemaakt en die nu hier aan de orde is, is feitelijk dezelfde. Ik zou heel uitvoerig in kunnen gaan op alle genoemde argumenten, maar feitelijk zijn er hier geen nieuwe argumenten aan de orde. W ethouder Binnerts: Mijnheer de voorzitter. Er is een besluit genomen om sportvelden te omheinen. Mijnheer Van de Ven en anderen wezen daarop. Dat heeft in deze wijk tot gevolg gehad dat er inderdaad een voet- en fietspad onttrokken is aan het openbaar verkeer. Dat is uitgebreid in de raad aan de orde geweest. Daarover is een raadsbesluit genomen; ik neem aan met dezelfde tegenstemmen als vanavond. Voor iedereen staat dan vervolgens de mogelijkheid open om tegen dat besluit bezwaar te maken. Dat is gebeurd. En vanavond is het advies aan de orde van de commissie voor de beroep- en bezwaarschriften. Mijnheer Verlaan als plaatsvervangend voorzitter van die commissie heeft ons summier toegelicht hoe de gesprekken in die commissie hebben plaatsgevonden. Hij liet zich niet verleiden tot standpunten en ik denk dat dit ook zo hoort. Het college heeft na het uitbrengen van het advies van de commissie voor de beroep- en bezwaarschriften er uiteraard nog een keer nauwkeurig naar gekeken en heeft geen nieuwe zaken gevonden. Mijnheer Van der Sloot vermeldt met name dat hij tegen het afsluiten van sportterreinen is. Hier ging het om de onttrekking van dat fiets - en voetpad, wat een gevolg is geweest van het beleid tot omheinen van sportterreinen. Het bezwaar dat de heer Van der Sloot uitte, geldt niet voor de heer Van de Ven en mijnheer Slump. Zij zeggen dat er wel omheind kan worden, alleen het fietspad had moeten blijven bestaan. Eén aspect is daarbij heel belangrijk geweest, het feit dat er dan een voet- en fietspad tussen twee hekken door zou moeten lopen en dat werd nu juist als sociaal buitengewoon onveilig geacht. Dat is één van de overwegingen geweest om het fietspad te onttrekken aan het openbaar verkeer. Dat standpunt heeft het college na het advies van de commissie voor de beroep- en bezwaarschriften gehandhaafd. Er was geen aanleiding om het standpunt dat eerder was ingenomen bij het nemen van het raadsbesluit, te wijzigen. Nieuwe feiten zijn er niet en zijn er op dit moment ook niet aan toe te voegen. Het college adviseert u dus het advies van de commissie te volgen. De heer Verlaan: Mijnheer de voorzitter. Er wordt nu toch wel een extra argument genoemd, dat van de kant van de raadsleden niet is genoemd. In de commissie is expliciet de sociale veiligheid niet als argument genoemd om tot gegrond of ongegrond verklaring over te gaan, omdat in de commissie nadrukkelijk aan de orde is geweest dat sociale onveiligheid vooral 's avonds en 's nachts speelt en de verklaringen van de verschillende mensen spraken elkaar op dat punt nogal tegen over wat nu precies als sociale veiligheid zou moeten worden genomen, de nachtof de dagsituatie. Daarom heeft de commissie dat argument dus juist net niet genoemd. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het advies van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften besloten, met de aantekening dat de fracties van GroenLinks, NWP, GPV/RPF en SP worden geacht tegen te hebben gestemd. 18.Wijzigingen begroting 1997 (stuk nr )

8 De voorzitter sluit de vergadering om uur. Vastgesteld op 13 maart De raad van gemeente Lelystad, De voorzitter, De secretaris,

9 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Aanhangsel notulen openbare vergadering gemeenteraad Verslag van het gesprek met personen op de publieke tribune na afloop van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 13 februari 1997 in het Stadhuis van Lelystad. De voorzitter:: Ik wil vragen of er nog mensen op de tribune zijn die het woord tot de raad willen richten. Dat is wederom niet het geval. Ik daag de publieke tribune daar toch eens een keer toe uit. De voorzitter sluit de bijeenkomst om uur.