Rapport. Stageproblematiek hbo-v-studenten in de VVT. Onderzoek naar discrepanties in vraag en aanbod van stageplaatsen in de VVT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapport. Stageproblematiek hbo-v-studenten in de VVT. Onderzoek naar discrepanties in vraag en aanbod van stageplaatsen in de VVT"

Transcriptie

1 Rapport Stageproblematiek hbo-v-studenten in de VVT Onderzoek naar discrepanties in vraag en aanbod van stageplaatsen in de VVT

2 Over het CAOP Het CAOP is hét kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken in het publieke domein. Het CAOP adviseert en ondersteunt meer dan 200 opdrachtgevers in verschillende sectoren, waaronder de rijksoverheid en de sectoren onderwijs en zorg. CAOP Kennis en Internationale Zaken is de onderzoek- en adviesafdeling van het CAOP op het gebied van nationale en Europese arbeidsmarktvraagstukken in het publiek domein. CAOP Lange Voorhout EA Den Haag Postbus CN Den Haag T F E info@caop.nl W Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van ZonMw en ActiZ CAOP Kennis en Internationale Zaken, november 2015 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, CD, internet of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

3 Stageproblematiek hbo-v-studenten in de VVT Onderzoek naar discrepanties in vraag en aanbod van stageplaatsen in de VVT

4 Auteurs: Janneke Wilschut, Ferry Koolen en Sophie Kramer Den Haag, november 2015 CAOP Kennis en Internationale Zaken, uw partner bij arbeidsmarktvraagstukken in het publieke domein.

5 INHOUDSOPGAVE 1 ACHTERGROND EN AANLEIDING Inleiding Onderzoekvragen en opzet Onderzoeksopzet 5 2 VRAAG EN AANBOD STAGEPLAATSEN Inleiding Opleidingen Studenten en stages Organisatie stages Beschikbaarheid en keuzes Zorgaanbieders Zorgaanbieders in transitie Stages en begeleiding in de praktijk Samenwerking zorgaanbieders en opleidingen Kwaliteit van de stageplaatsen 13 3 KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Antwoorden op de onderzoeksvragen Conclusies en aanbevelingen 22 BIJLAGE A STAGEMODELLEN BIJLAGE B GESPREKSPARTNERS BIJLAGE C INTERVIEWLEIDRADEN

6 2

7 1 ACHTERGROND EN AANLEIDING 1.1 Inleiding In de toekomst zal naar verwachting de vraag naar hbo-verpleegkundigen in de VVT toenemen. 1 Mensen blijven steeds langer thuis wonen en worden eerder ontslagen uit het ziekenhuis, waardoor de zorg thuis complexer wordt. Ook wordt de intramurale zorg naar verhouding complexer, omdat mensen pas later in aanmerking komen voor een plek in een verzorgings- of verpleeghuis. Met het opnemen van de aanspraak Wijkverpleging in de zorgverzekeringswet positioneert VWS de wijkverpleegkundige naast de huisarts. De wijkverpleegkundige is bij uitstek de professional in de eerste lijn geworden, die: - maatwerk biedt bij de indicatiestelling, het verlenen en het coördineren van zorg én - de verbinding legt tussen het medische en het sociale domein. Volgens het breed gedragen normenkader van V&VN (Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland) zijn de indicatiestelling, de zorgtoewijzing en het organiseren van zorg taken die uitgevoerd horen te worden door hbo-opgeleide verpleegkundigen. De vraag naar hboverpleegkundigen in de VVT neemt door deze ontwikkelingen toe. Op dit moment heeft 40% van de zorgaanbieders vacatures op hbo-niveau en verwacht 20% per 1 januari 2016 onvoldoende wijkverpleegkundigen te hebben voor de indicatie en de organisatie van zorg. 2 Het tekort aan wijkverpleegkundigen loopt naar verwachting op tot in Het is daarom belangrijk dat voldoende studenten op hbo-niveau worden opgeleid voor de wijkverpleging. De afgelopen jaren is het aantal studenten dat aan een hogeschool de hbo-opleiding Verpleegkunde volgt fors gestegen (39% vanaf het studiejaar tot ). 3 Dit leidt echter niet automatisch tot een toename van het aantal hbo-verpleegkundigen in de VVT. Veel studenten kiezen namelijk voor een baan in het ziekenhuis. Vanwege de toenemende vraag naar wijkverpleegkundigen is er in de opleiding meer aandacht noodzakelijk voor de competenties van een wijkverpleegkundige. 4 Een goede opleiding tot wijkverpleegkundige vraagt ook voldoende en kwalitatief goede stageplaatsen. Een gebrek aan (kwalitatief goede) stageplaatsen kan leiden tot onvoldoende verpleegkundigen die kiezen voor de wijk. In algemene zin zijn de belangrijkste bezwaren om meer studenten op te leiden tot hbo-verpleegkundige volgens de opleiders belemmeringen op het gebied van stageplaatsen en stagebegeleiding. 5 1 CAOP (2015), Werkgeversenquête Het HRM-beleid in de sector zorg en welzijn, 2 Kiwa Carity / CAOP (2015). Vraag en aanbod van wijkverpleegkundigen 3 Reactie op kamerbrief, Ministerie van VWS, 8 april Bureau Lambregts (2015). Versterking onderwijs wijkverpleegkundigen 5 Kiwa Carity / CAOP (2015). Vraag en aanbod van wijkverpleegkundigen 3

8 Kwalitatief goede stageplekken zijn een goede manier om studenten kennis te laten maken met de verschillende werkvelden. Hierdoor krijgen studenten een goed beeld van wat er op de verschillende plaatsen van hen verwacht wordt en waar ze het beste passen. Door het toenemende aantal studenten komt het aantal stageplaatsen onder druk te staan. Dit zou kunnen betekenen dat studenten onvoldoende in de gelegenheid zijn om kennis te maken met bijvoorbeeld de wijkverpleging. Vanwege het grote aantal studenten heeft een aantal hogescholen al maatregelen genomen en stageblokken ingekort of geschrapt. 6 Ook is er inmiddels bij een groot aantal hogescholen sprake van een studentenstop. Op dit moment lopen er enkele initiatieven om meer verpleegkundigen te stimuleren te kiezen voor de wijkverpleging. Zo hebben de HAN-hogeschool en ZZG-zorggroep en andere stage-instellingen in de thuiszorg voor eerstejaarsstudenten een stage maatschappelijke gezondheidszorg (mgz) in het leven geroepen. Daarnaast werken ActiZ en V&VN aan een imagocampagne voor hboverpleegkundigen in de ouderenzorg. Om studenten via stageplaatsen te kunnen enthousiasmeren voor de wijk is het van belang dat er voldoende stageplaatsen zijn met voldoende begeleiding. Er is daarom behoefte aan inzicht in de vraag en het aanbod naar stageplaatsen en de ervaren knelpunten bij het vervullen van de stageplaatsen. 1.2 Onderzoekvragen en opzet Het doel van het onderzoek is om de aard en omvang van de stageproblematiek van hbo-v-studenten in de wijkverpleging inzichtelijk te maken. We bekijken daarvoor de stageproblematiek vanuit de bredere opleiding tot hbo-verpleegkundige. In dit onderzoek willen we dan ook door middel van interviews achterhalen of er een tekort is aan stageplaatsen, of de stageplaatsen van voldoende kwaliteit zijn, of er voldoende animo is bij studenten om een stage in de wijkverpleging te lopen, en waar eventuele knelpunten zitten. Hierbij laten we deeltijdopleidingen en duale opleidingen buiten beschouwing, omdat de studenten in deze opleidingsroutes over het algemeen werknemers in loondienst zijn die vanuit die hoedanigheid aan hun beroepspraktijkvorming werken. Het onderzoek is een onderdeel van het onderzoeksprogramma Zichtbare Schakel van ZonMw en is in opdracht van ZonMw en ActiZ uitgevoerd. De doelstelling vertaalt zich in de volgende onderzoeksvragen: - Welke stagemodellen hanteren hbo-v-opleidingen en wat zijn de visies op het doel en de aard van de stages in de verschillende fases van de opleiding? - Is er een discrepantie tussen het aantal wenselijke stageplaatsen en het aantal beschikbare stageplaatsen en zo ja, wat is de omvang daarvan? 6 Als appels en peren, maar wel met beurse plekken. Een meting van kwantiteit en kwaliteit stageplekken hbo-v , in opdracht van het LOOV: Landelijk Overleg Opleidingscoördinatoren Verpleegkunde. Juli

9 - Sluiten de beschikbare stageplaatsen, de eisen vanuit de opleiding en de capaciteiten van de studenten op elkaar aan? - Wat zijn de ervaren knelpunten en wat zijn succesfactoren voor een goede samenwerking tussen zorgaanbieders en hogescholen op het gebied van stages volgens zowel zorgaanbieders als hogescholen? - Hoe kunnen vraag en aanbod van stageplaatsen voor hbo-v- studenten beter in balans worden gebracht? - Wat zijn goede voorbeelden om kwantiteit en kwaliteit van stageplaatsen te bevorderen. 1.3 Onderzoeksopzet De aard en omvang van de stageproblematiek van hbo-v-studenten brengen we in kaart door aan de ene kant interviews te houden met de hogescholen met een hbo-v-opleiding en aan de andere kant met zorgaanbieders. Bij de zorgaanbieders vragen we vooral naar de wijkverpleging. Op deze manier beogen we zowel de ervaringen aan de vraag als aan de aanbodkant te belichten. We hebben alle hogescholen benaderd om de landelijke vraag naar stageplaatsen in de VVT in kaart te brengen. We vragen ook naar de ervaringen rondom het plaatsen van studenten. Daarnaast hebben we 15 zorgaanbieders benaderd. De namen van de organisaties zijn door ActiZ en BTN aangeleverd. Het betreft grote en kleine organisaties, verspreid over het hele land. Bij de beschrijving van de resultaten hebben we geen namen genoemd noch van de hogescholen, noch van de zorgaanbieders. De resultaten zijn dus anoniem verwerkt. 5

10 2 VRAAG EN AANBOD STAGEPLAATSEN 2.1 Inleiding Zorgaanbieders bieden studenten stageplaatsen aan om bij te dragen aan een kwalitatief goede opleiding door ze in de praktijk te laten leren. De studenten zijn de toekomstige medewerkers van de zorgaanbieders en veel zorgaanbieders hopen op deze manier dan ook de interesse van studenten te wekken om bij hen aan de slag te gaan. Tegelijkertijd kost het begeleiden van stagiaires tijd en kunnen zorgaanbieders daardoor maar een beperkt aantal plaatsen bieden. Voor de hogescholen kan het daardoor een hele puzzel zijn om alle studenten een plek aan te bieden. In dit hoofdstuk beschrijven we de invulling van de stages zowel vanuit de optiek van de zorgaanbieders als vanuit de optiek van de hogescholen. Daar waar we ons baseren op literatuur verwijzen we naar de betreffende studies, al het overige is gebaseerd op de interviews. 2.2 Opleidingen Studenten en stages We hebben alle 17 hogescholen met een hbo-v-opleiding benaderd met het verzoek om deel te nemen aan het onderzoek. In totaal hebben we van 15 hbo-v-opleidingen een stage-coördinator gesproken. In het schooljaar hebben hiervan 13 hbo-v-opleidingen een numerus fixus vanwege de sterke toename van het aantal studenten in voorgaande jaren. De meeste opleidingen hebben echter alle studenten aan kunnen nemen doordat het aantal aanmeldingen uiteindelijk lager lag. 7 De instroom varieert van ongeveer 150 tot 300 studenten per jaar, met een enkele uitzondering daar boven. De stage-coördinatoren hadden moeite om tijdens het gesprek precieze aantallen studenten per jaar te noemen of per afstudeerrichting. Het totaal aantal studenten in de voltijd opleiding Verpleegkundig is in tabel 1 weergegeven per opleiding. De landelijke jaarlijkse instroom nam tot 2013 sterk toe tot bijna studenten in In 2014 lag het aantal echter weer op het niveau van 2012, op een totaal van ongeveer studenten. Het aantal behaalde diploma s was in 2013 bijna (ongeveer 10% hoger dan in de jaren daarvoor). Tabel 1 Ontwikkeling aantal studenten hbo-v voltijd per hogeschool Hogeschool Avans Hogeschool Chr. Hogeschool Ede Chr. Hogeschool Windesheim Fontys Hogescholen Kiwa Carity / CAOP (2015). Vraag en aanbod van wijkverpleegkundigen 6

11 Haagse Hogeschool Hanzehogeschool Groningen Hogeschool INHOLLAND Hogeschool Leiden Hogeschool Rotterdam Hogeschool Utrecht Hogeschool van Amsterdam Hogeschool van Arnhem en Nijmegen HZ University of Applied Sciences NHL Hogeschool Saxion Hogeschool Viaa-Gereformeerde Hogeschool Zuyd Hogeschool Totaal Bron: Vereniging Hogescholen ( Enkele opleidingen noemen specifiek het aantal stageplaatsen als reden voor het instellen van een numerus fixus, terwijl andere juist aangeven dit niet leidend te laten zijn. Zij laten vooral de capaciteit van de opleiding zelf leidend zijn. Vanwege de toename van het aantal studenten zijn er opleidingen die de afgelopen jaren stages geschrapt of ingekort hebben, vooral in het eerste jaar. Eén van de grootste opleidingen heeft bijvoorbeeld de stage voor de eerstejaars geschrapt vanwege een tekort aan stageplaatsen. Ook zorgaanbieders zien als grootste belemmering om meer studenten op te leiden het aantal stageplekken, de kwaliteit en de beschikbare begeleiding. 8 Het aantal stages en de invulling ervan verschilt aanzienlijk tussen de opleidingen. De meeste opleidingen hebben in elk studiejaar een stage. Enkele opleidingen hebben de stage in het eerste jaar geschrapt vanwege een tekort aan stageplaatsen. Over het algemeen zijn dat meewerkstages van 10 of 20 weken. Een enkele hogeschool heeft ook snuffelstages die een kortere duur hebben van bijvoorbeeld vier weken, of juist langere stages aan het eind van de opleiding van 30 weken. Een andere variant is de zogenaamde lintstage waarbij de student gedurende het hele schooljaar drie dagen in de week aan het werk is en de overige dagen naar school gaat. Voor een uitgebreider overzicht van stagemodellen verwijzen we naar bijlage A. Bij sommige opleidingen zijn er duidelijke richtlijnen waar een stage moet plaatsvinden in ieder jaar of welke plekken de student gedurende de hele studieperiode gezien moet hebben. Sommige opleidingen hebben daar minder duidelijke criteria voor en laten de wens van de student meespelen. De wens van de student gaat meestal pas in het derde of vierde jaar een rol spelen. De stagecoördinatoren geven aan er een hele kluif aan te hebben om stageplaatsen te vinden die aansluiten op de wens van de student. Heel vaak lukt dat ook niet. Niet alle opleidingen proberen rekening te houden met de wens van de student vanwege gebrek aan capaciteit om dat te doen. De 8 Kiwa Carity / CAOP (2015). Vraag en aanbod van wijkverpleegkundigen 7

12 opleiding deelt dan uiteindelijk de stageplaatsen toe. Hierbij wordt in een aantal gevallen naar postcode gekeken zodat de student dicht bij zijn woonadres stage kan lopen. De opleidingen hadden moeite om het aantal stageplaatsen aan te geven. Ook de gegevens van het Stagefonds Zorg zijn te globaal om meer inzicht te geven. In totaal hebben we van zeven hogescholen gegevens over het aantal stageplaatsen. Deze opleidingen hebben in totaal 400 stageplaatsen in de mgz (10-15% van het totaal aantal stageplaatsen). Dat komt overeen met schattingen uit ander onderzoek naar de wijkverpleging. 9 Eén van deze hogescholen geeft aan in elk leerjaar een derde van het aantal studenten in de mgz te willen laten stage lopen. Alleen deze opleiding komt daarvoor al 235 plaatsen in de mgz tekort. Het gewenste aantal stageplaatsen in de mgz zou volgens een eerdere inventarisatie liggen op 20% Organisatie stages De opleidingen hebben veelal stagebureaus die verantwoordelijk zijn voor het vinden van geschikte stageplaatsen voor de studenten. Veel coördinatoren zijn fulltime werkzaam bij het stagebureau. In een aantal gevallen is de persoon daarnaast docent. De hogescholen onderhouden contacten met zorginstellingen en proberen de beschikbare stageplaatsen zo goed mogelijk in te vullen. Ook verzorgen ze scholing voor stagebegeleiders om de kwaliteit van de stageplaatsen te bevorderen. Hogescholen versturen veelal in het voorjaar een verzoek naar zorgaanbieders met de vraag hoeveel stageplaatsen ze denken te kunnen bieden in het volgende schooljaar. Sommige opleidingen werken hierbij samen met de ROC s zodat de zorgaanbieders het aantal mbo- en hbo-plaatsen in één moeite in kaart kunnen brengen en op elkaar kunnen afstemmen. Doordat het voor zorgaanbieders lastig is om ver vooruit te kijken, wisselt het uiteindelijke aantal nog regelmatig. Korte lijntjes met de zorgaanbieders zijn daarom belangrijk. Zowel de opleidingen als de zorgaanbieders geven aan het prettig te vinden om vaste contactpersonen bij de andere partij te hebben. Daarnaast is de samenwerking met grote aanbieders vaak makkelijker dan met kleine aanbieders doordat de stagecoördinator dan één contactpersoon heeft voor meer stageplaatsen. Met grote organisaties is het soms zelfs mogelijk overeenkomsten te sluiten over het aantal stageplaatsen hetgeen de voorspelbaarheid van het aantal plaatsen verbetert. Studenten mogen in de meeste gevallen niet zelf op zoek gaan naar een stageplek, omdat zorgaanbieders overspoeld zouden worden met telefoontjes van studenten. Bovendien hebben de zorgaanbieders dan meer moeite om de stageplaats administratief goed geregeld te krijgen. Maar ook de stagebureaus hebben liever niet dat de studenten zelf op zoek gaan. Een enkele hogeschool staat toe dat studenten zelf op zoek gaan als ze interesse hebben in een heel specifieke plek of als 9 Kiwa Carity / CAOP (2015). Vraag en aanbod van wijkverpleegkundigen 10 Als appels en peren, maar wel met beurse plekken. Een meting van kwantiteit en kwaliteit stageplekken hbo-v , in opdracht van het LOOV: Landelijk Overleg Opleidingscoördinatoren Verpleegkunde. Juli

13 ze buiten de regio een plek zoeken. Er is één opleiding die van vierdejaars verwacht dat ze zelf een stageplaats vinden en solliciteren. Bij die hogeschool heeft dat nog geen problemen opgeleverd: iedere student heeft tot nu toe een plek gevonden Beschikbaarheid en keuzes De meeste opleidingen hebben moeite om voor alle studenten een stageplek te vinden of geven aan dat het elk jaar een hele puzzel is. Vooral voor eerste- en tweedejaars is het lastig om een geschikte plek te vinden; zorgaanbieders in alle werkvelden hebben liever derde- of vierdejaars. De eerste- en tweedejaars komen meestal in de intramurale ouderenzorg terecht, een zeer geschikte plaats om de basiszorg te leren. Een enkele opleiding heeft de stages in het eerste jaar geschrapt, omdat die onvoldoende beschikbaar zijn. Daar waar studenten kunnen kiezen voor een bepaalde plek, kiezen zij vaak voor het ziekenhuis. Dat heeft in de eerste plaats met het imago te maken. Veel stagecoördinatoren bevestigen dat de wijkverpleging en vooral de ouderenzorg een stoffig imago heeft. Veel opleidingen proberen in de opleiding al om deze negatieve beeldvorming weg te nemen. In de opleiding proberen ze het werk in de wijk meer te benadrukken en meer bekendheid te geven. Eén stagecoördinator dacht ook dat er studenten voor een stage in het ziekenhuis kiezen om eerst daar ervaring op te doen, terwijl ze uiteindelijk de maatschappelijke gezondheidszorg (mgz) in willen. Ze verwachten in de mgz toch wel aan het werk te komen en daarvoor geen mgz-stage nodig te hebben. Door de grote populariteit van het ziekenhuis is het soms lastig iedereen die naar het ziekenhuis wil ook daar een plaats te bieden. Studenten kiezen veel minder voor de wijkverpleging. Het aantal plaatsen in de wijk is eveneens beperkt en er worden nog wel eens eisen gesteld aan de vervoersmogelijkheden van de student. Voor de begeleider is het prettig als de stagiaire niet voor vervoer afhankelijk is van de begeleider, maar zich zelfstandig door de wijk kan verplaatsen. Bij voorkeur beschikt een student over een auto, maar dat is lastig te realiseren. De belangrijkste redenen waarom studenten wel voor de wijkverpleging kiezen zijn volgens 113 thuiszorgaanbieders: de veranderende positionering van de wijkverpleegkundige, de inhoudelijke ontwikkelingen in het beroep en de zelfstandigheid. 11 Redenen om niet voor de wijkverpleging te kiezen zijn het imago van de wijkverpleging, een positieve keuze voor een andere branche en het gebrek aan geschikte stageplaatsen. 2.3 Zorgaanbieders We hebben 15 zorgaanbieders gesproken die verschillen in omvang en type zorg die ze verlenen en de regio waarin ze opereren. Van één zorgaanbieder hebben we twee medewerkers gesproken, een wijkverpleegkundige met ervaring met het begeleiden van stagiaires en een medewerker die landelijk aanspreekpunt is als het gaat om stages. De meeste zorgaanbieders opereren regionaal, waarbij we 11 Kiwa Carity / CAOP (2015). Vraag en aanbod van wijkverpleegkundigen 9

14 zowel aanbieders in landelijke als in stedelijke regio s hebben gesproken. De omvang van de zorgaanbieders varieert van ongeveer duizend fulltime-equivalenten (fte) tot enkele duizenden fte s. Het aandeel thuiszorg varieert daarbij; de ene aanbieder start net met de thuiszorg en de andere aanbieder is vooral gericht op de thuiszorg. Mede daardoor zijn er verschillen in de ervaring met stagiaires. We hebben zorgaanbieders gesproken die pas enkele hbo-studenten begeleid hebben en we hebben zorgaanbieders gesproken die regelmatig stagiaires over de vloer hebben Zorgaanbieders in transitie Een aantal aanbieders geeft aan momenteel in transformatie te zijn, bijvoorbeeld naar het werken met zelfsturende teams. Daarmee is de focus momenteel intern gericht en is er weinig ruimte voor zaken die niet direct aan het primaire proces bijdragen, zoals stages. Zorgaanbieders verwachten in de toekomst meer wijkverpleegkundigen nodig te hebben en zijn op dit moment vooral gericht op opscholing van het eigen personeel. Dat is nodig om eerst potentiële stagebegeleiders op te leiden om uiteindelijk kwalitatief voldoende stages aan te kunnen bieden. Op dit moment is er ook al behoefte aan hbo-verpleegkundigen voor de herindicaties. Zorgaanbieders geven aan dat ze veel mensen ook vrij snel weer zien vertrekken, omdat ze vrijwel uitsluitend met herindicering bezig zijn en dat te weinig uitdagend vinden. Zorgaanbieders melden zelf vaak geen of een verouderd stagebeleid te hebben. Soms is er voor hbo-v alleen een stagebeleid voor de intramurale zorg. Aanbieders die werken met zelfsturende teams leggen de verantwoordelijkheid van het wel of niet opnemen van stagiaires voornamelijk bij de teams zelf. Eén van de aanbieders gaf echter aan in principe van alle teams te verwachten dat ze elk jaar twee stagiaires opnemen, tenzij ze kunnen onderbouwen waarom dat niet haalbaar is. Hoewel men meer wijkverpleegkundigen verwacht nodig te hebben, leven de ontwikkelingen bij de opleidingen zoals Bachelor Nursing 2020 (BN 2020) niet erg bij de zorgaanbieders. Men verwacht niet dat door de invoering van BN2020 meer stageplaatsen ingevuld zullen worden in de wijk. De opscholing van het eigen personeel beperkt het aantal stageplaatsen voor voltijdstudenten, hoewel zorgaanbieders ook aangeven dat deze mensen de duale opleiding volgen en hun oude werkplek behouden en daarmee niet noodzakelijk een stageplek bezet houden. Dit verschilt blijkbaar per zorgaanbieder. Overigens krijgen derdejaars studenten soms ook het aanbod een duale opleiding te volgen om ze al vast aan de organisatie te kunnen binden. Bovendien proberen zorgaanbieders stagiaires in dienst te houden door hen als vakantiekracht in te zetten Stages en begeleiding in de praktijk Zorgaanbieders bieden verschillende typen stages aan. In de wijk gaat het meestal om meeloopstages. Een enkele zorgaanbieder heeft ook wel eens een groepje eerste- of tweedejaars studenten die voor een dag een snuffelstage loopt in de wijk. De voorkeur van de zorgaanbieder gaat uit naar derde- of vierdejaars, omdat zij zelfstandiger zijn. Ouderejaars kunnen soms zelfstandig de 10

15 wijk in en nemen daarmee werk van het personeel over waardoor die meer ruimte krijgt voor andere taken. Hier kunnen ze echter nooit vanuit gaan omdat het erg afhangt van de student en de zorgvraag die er op het moment is. Het meenemen van eerste- of tweedejaars wordt bovendien lastig gevonden voor de cliënt. In de intramurale ouderenzorg is meer ruimte voor eerste- en tweedejaars. Ze kunnen daar gemakkelijker groepsgewijs meelopen. Het grootste deel van de stages in de eerste jaren vindt dan ook in de intramurale zorg plaats. Zorgaanbieders vinden de begeleiding tijdsintensief en dat staat nog wel eens op gespannen voet met het halen van de productie-eisen. Daarom wordt gezocht naar manieren om de beperkte begeleidingscapaciteit zo efficiënt mogelijk in te zetten. Eén zorgaanbieder bijvoorbeeld werkt in de wijk met leerafdelingen waar continu stagiaires komen vanaf het eerste jaar. De studenten gaan dan in koppels uit diverse leerjaren de wijk in. Deze aanpak is eerder uitgebreid beschreven. 12 Daarnaast zijn er zorgaanbieders die gecombineerde stages aanbieden. Zij proberen stageplaatsen in te richten waarbij een student een paar weken de wijk in gaat, maar ook een paar weken in de intramurale zorg meeloopt. Hiermee hopen ze de stageplaatsen aantrekkelijker te maken en meer mogelijkheden te creeren om de student in alle rollen te laten oefenen. De meeste zorgaanbieders die we gesproken hebben, nemen de stagiaires aan die de opleidingen aanbieden. Vaak vindt er eerst een kennismakingsgesprek plaats, maar dat is niet bepalend voor het aannemen van de student. Een enkele aanbieder houdt eerst een sollicitatiegesprek met de student voordat de stage definitief wordt ingevuld. De zorgaanbieders in de wijkverpleging letten daarbij op de motivatie van de student. Het gebeurt regelmatig dat studenten eigenlijk liever ergens anders stage hadden willen lopen en geen goed beeld hebben van de plek waar ze terecht komen. Naast inhoudelijke twijfel is er ook een aantal praktische bezwaren waardoor studenten afgeschrikt worden, zoals de lange reisafstanden en in voorkomende gevallen de gebroken diensten. Vooral in landelijke gebieden is de fysieke mobiliteit van de student een probleem, Studenten moeten zich in de wijk kunnen verplaatsen. Stageplaatsen blijven daardoor nog wel eens onbenut. Tot slot wordt er in de wijkverpleging meer verantwoordelijkheidsgevoel van een stagiaire verwacht dan bij de intramurale zorg. Ze moeten zich bijvoorbeeld goed realiseren dat bepaalde cliënten op een vaste tijd geholpen moeten worden en dat ze daar niet een uur later kunnen aankomen. Over het algemeen hebben studenten na afloop van een kwalitatief goede stage een positiever beeld dan vooraf, doordat ze een beter beeld hebben gekregen van het werk. Dat betekent nog niet altijd dat ze dan uiteindelijk een keuze maken voor de wijkverpleging. Het geeft wel aan dat stages en goede manier zijn om studenten kennis te laten maken met de verschillende werkvelden. Zorgaanbieders denken dat het daarom ook belangrijk is eerste- en tweedejaars stage te laten lopen op plaatsen waar ze niet alleen met de basiszorg in aanraking komen, maar ook op andere plaatsen waar ze een goed beeld van het beroep kunnen krijgen van hun rolmodellen. 12 Gloudemans en van Velzen (2012). Kwalitatieve impuls stageplaatsen voor studenten HBO-V(GG) in de VVT branche. In opdracht van A+O VVT 11

16 2.4 Samenwerking zorgaanbieders en opleidingen Zorgaanbieders krijgen doorgaans periodiek een verzoek om het aantal stageplaatsen door te geven aan de opleidingen. De zorgaanbieders geven vervolgens aan hoeveel studenten en uit welke leerjaren ze een plek zouden kunnen bieden. Voor zorgaanbieders is het soms lastig zo lang van te voren al te moeten aangeven hoeveel stageplaatsen ze zullen hebben. Ze geven zelf aan dat stageplaatsen beter benut kunnen worden als deze korter van tevoren afgesproken zouden worden. Opleidingen weten liever ruim van te voren of ze voldoende plaatsen hebben, zodat ze nog kunnen nabellen als er een tekort is. Voor de zorgaanbieder is de diversiteit van de opleidingen een complicerende factor. Een meer eenduidig stagebeleid zou voor zorgaanbieders makkelijker zijn. De ervaringen over de samenwerking lopen erg uiteen. Sommige aanbieders zijn tevreden en geven aan de samenwerking prettig te vinden en korte lijntjes te ervaren. Eén zorgaanbieder gaf zelfs aan met een opleiding in gesprek te zijn over de invulling van de opleiding en hoe die het beste aan kan sluiten op de (toekomstige) praktijk. Anderen ervaren meer problemen bij de afstemming. Aanbieders krijgen bijvoorbeeld geen reactie nadat ze het aantal beschikbare stageplaatsen hebben doorgekregen en dat resulteert soms in stageplaatsen die niet vervuld worden. Doordat studenten niet goed worden voorbereid op het werkveld of niet hun eerste keuze kunnen volgen, krijgen aanbieders studenten die niet gemotiveerd zijn. En soms besluit de opleiding tot een andere invulling van de stageplaats dan de zorgaanbieder aanvankelijk beoogd had. Eén aanbieder met intramurale ouderenzorg zou bijvoorbeeld ook graag eens derdejaars stagiaires krijgen maar krijgt alleen maar eerste en tweedejaars. Een goede samenwerking en laagdrempelig contact zijn vaak genoemd als vereiste voor een goede en efficiënte invulling van de beschikbare stageplaatsen. Ook gedurende de stages is er een groot verschil in de samenwerking. Sommige zorgaanbieders geven aan tussentijds eigenlijk geen contact met de opleiding te hebben en andere zeggen het gevoel te hebben dat de opleiding ook een oogje in het zeil houdt en bereikbaar is als het niet soepel loopt. Sommige zorgaanbieders merken wel dat de opleidingen problemen hebben om voldoende stageplekken te vinden; andere zorgaanbieders hebben niet het gevoel dat er vanuit de opleidingen veel druk wordt uitgeoefend om meer stageplaatsen te creëren. Dat is opvallend, omdat de opleidingen zeggen wel een tekort aan stageplaatsen te hebben. Er wordt geëxperimenteerd met digitale systemen om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Dit is vooral voor stagecoördinatoren van opleidingen die te maken hebben met organisaties met zelfsturende teams wellicht een uitkomst om de afstemming over de stageplaatsen minder arbeidsintensief te maken. Op dit moment worden de digitale systemen nog niet intensief gebruikt en is onduidelijk wat de ervaringen ermee zijn. 12

17 2.5 Kwaliteit van de stageplaatsen De opleidingen hanteren kwaliteitscriteria waaraan een stage moet voldoen. Er moet voldoende begeleiding zijn vanuit de zorgaanbieder; er moeten voldoende leermogelijkheden zijn en een stagiaire moet boventallig kunnen functioneren. De algemene eisen aan een goede stage zijn eerder beschreven. 13 Opleidingen geven aan moeite te hebben voldoende stageplaatsen te vinden die voldoen aan de kwaliteitseisen. Een groot probleem is voldoende begeleiding op hbo-niveau. Opleidingen gaan er verschillend mee om als begeleiding op dit niveau niet beschikbaar is. De meeste opleidingen accepteren een lagere kwaliteit van begeleiding voor de eerste- en tweedejaars, maar niet voor derde- of vierdejaars. Er zijn ook opleidingen die andersoortige oplossingen zoeken, bijvoorbeeld door studenten gezamenlijk een stage te laten lopen of door een stage te vervangen door een opdracht. Zorgaanbieders in de thuiszorg zijn wel druk bezig om eigen personeel op te leiden tot hbo- niveau waardoor in de toekomst meer potentiële stagebegeleiders beschikbaar zullen zijn. Hogescholen organiseren daarnaast bijeenkomsten en bijscholing om de zorgaanbieders te ondersteunen bij het begeleiden van stagiaires. Vooral de zorgaanbieders die weinig verpleegkundigen op hbo-v-niveau in dienst hebben, vinden het lastig in te schatten wat een stagiaire kan en wat ze de stagiaire kunnen en moeten leren. Het gebrek aan begeleiding op hbo-niveau betekent dat een stagiaire geen geschikt rolmodel krijgt aangeboden en daardoor geen goed beeld van het werk van een hbo-verpleegkundige op die plek. Zowel de opleidingen als de zorgaanbieders merken dat vooral de eerste en tweedejaars daardoor een verkeerd beeld van vooral de intramurale ouderenzorg krijgen doordat ze alleen de basiszorg zien langskomen. De stagiaires associëren de ouderenzorg daardoor met weinig uitdagend werk en zijn niet snel geneigd later in de studie weer voor de ouderenzorg te kiezen. Naast voldoende begeleiding willen de opleidingen graag dat studenten boventallig worden ingezet. Zeker bij de ouderejaars zien de zorgaanbieders de stagiaires ook juist als extra capaciteit en worden ze regelmatig zelf op pad gestuurd. Studenten vinden die verantwoordelijkheid soms fijn, maar ervaren het soms ook als een gebrek aan begeleiding. De algemeen ervaren kwaliteit van de stages verschilt aanzienlijk tussen de opleidingen. Er zijn stagecoördinatoren die de begeleiding of de kwaliteit bedroevend vinden en er zijn er die er positief op reageren. De zorgaanbieders geven aan de begeleiding van stagiaires als arbeidsintensief te ervaren. In de wijkverpleging is er in principe sprake van 1-op-1-begeleiding. Soms worden derde- of vierdejaars alleen op pad gestuurd, maar dat is erg afhankelijk van de student en de zorgzwaarte van 13 Gloudemans en van Velzen (2012). Kwalitatieve impuls stageplaatsen voor studenten HBO-V(GG) in de VVT branche. In opdracht van A+O VVT 13

18 de cliënten op dat moment. Daarnaast trekken stagebegeleiders soms wekelijks tijd uit om ontwikkelingen door te spreken met de student. 14

19 3 KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN In het vorige hoofdstuk hebben we de vraag- en aanbodkant van de hbo-v stages beschreven. Hierbij zijn enkele knelpunten aan het licht gekomen bij het plaatsen van stagiaires. Deze knelpunten kunnen tot gevolg hebben dat er minder studenten kiezen voor een baan als wijkverpleegkundige. Nieuwe wijkverpleegkundigen zijn juist hard nodig gezien het verwachte tekort van wijkverpleegkundigen ( in 2016 en daarna afhankelijk van het verwachte scenario 14 ). In dit hoofdstuk belichten we de belangrijkste knelpunten rondom de stageplaatsen voor hbo-v-opleidingen nog een keer en geven we mogelijke oplossingsrichtingen. De oplossingsrichtingen zijn mede geïnspireerd op ideeën die tijdens de interviews genoemd zijn. Kwaliteit van de stageplaatsen Uit de interviews is duidelijk naar voren gekomen dat de kwaliteit van de stageplaatsen te wensen over laat. Door een gebrek aan begeleiding op hbo-niveau krijgen stagiaires lang niet altijd het juiste rolmodel te zien, waardoor ze een verkeerd beeld krijgen van de werkzaamheden op die plek. Daarnaast hebben ze lang niet altijd de mogelijkheid om in alle rollen te oefenen. Dit probleem speelt vooral in de intramurale ouderenzorg. Het gevaar bestaat dat studenten door de slechte kwaliteit van de stageplaats niet enthousiast worden over het werkveld en liever voor een andere richting kiest. De kwaliteit van de stageplaatsen kan verbeterd worden door: - het uitbreiden van begeleidingscapaciteit. Zorgaanbieders zijn al druk bezig met het opleiden van eigen personeel, maar dat kost tijd en gaat bovendien ten koste van de begeleiding bij stageplaatsen voor voltijdsstudenten; - het creëren van stages waarbij meerdere werkvelden worden aangedaan. Zo kan de stagiaire met meer rollen oefenen; - het ondersteunen van zorgaanbieders bij de begeleiding. Diverse opleidingen bieden hboverpleegkundigen al aanvullende cursussen aan om hen bij te scholen tot begeleiders. Ook afstemming over de aansluiting van de opleiding bij de stage zou de kwaliteit kunnen verbeteren. Voor directe begeleiding van de stagiairs hebben de opleidingen momenteel onvoldoende budget. - het hanteren van strengere kwaliteitseisen door de opleidingen. Dit zal wel leiden tot het vergroten van het tekort aan stageplaatsen. Kwantiteit van de stageplaatsen Opleidingen geven aan dat er onvoldoende stageplaatsen van voldoende kwaliteit zijn. Doordat stageplaatsen van mindere kwaliteit geaccepteerd worden lijkt er echter geen kwantitatief probleem. Daar komt bij dat de opleidingen hun uiterste best doen om voor iedereen een stageplaats te vinden 14 Kiwa Carity / CAOP (2015). Vraag en aanbod van wijkverpleegkundigen 15

20 en daarbij accepteren dat niet iedereen met alle werkvelden kennis kan maken. In de wijkverpleging zijn vooral stageplaatsen voor derde of vierdejaars. Voor eerste en tweedejaars is er een minimaal aantal plaatsen beschikbaar. Eén hogeschool gaf aan eigenlijk in elk leerjaar een derde van de studenten in de wijk stage te willen laten lopen maar dan alle beschikbare stageplaatsen voor derdejaars nodig te hebben en nog een handjevol over te houden voor eerste en tweedejaars. Als alle hogescholen zouden nastreven om alle studenten met de wijkverpleging kennis te laten maken zou er sprake zijn van een substantieel tekort aan stageplaatsen. Doordat niet veel studenten zelf de wens hebben om in de wijkverpleging stage te lopen wordt het tekort niet zo sterk gevoeld. De kwantiteit van het aantal stageplaatsen van voldoende kwaliteit in de wijk kan worden verbeterd door: - uitbreiding van de begeleidingscapaciteit door het aantrekken of opleiden van personeel tot hbo-verpleegkundige. - studenten in paren stages laten lopen (eerste of tweedejaars loopt samen met een derde of vierdejaars stage) - het creëren van leerafdelingen of zorginnovatiecentra waardoor meerdere stagiaires per hboverpleegkundige kunnen meelopen. Hierbij gaan stagiaires groepsgewijs aan de slag en leren de eerste- en tweedejaars van de derde- en vierdejaars. 15 Er zijn enkele initiatieven geweest die in de interviews niet erg nadrukkelijk naar voren zijn gekomen. Om deze initiatieven te laten slagen is het in elk geval van belang dat studenten interesse hebben en gemotiveerd zijn om er aan deel te nemen. - het enthousiasmeren van zorgaanbieders om stageplaatsen aan te bieden en het stimuleren van het voeren van een stagebeleid voor hbo-verpleegkundigen - het zoeken van creatieve oplossingen voor praktische belemmeringen zoals het vervoer van de stagiaire. Afstemming Naast een tekort aan plaatsen lijkt er ook nog enige winst te behalen door betere afstemming tussen de stagebureaus en de zorgaanbieders. Er zijn zorgaanbieders die aangeven niet altijd de plekken gevuld te krijgen. Zij weten niet precies wat daar dan de reden van is. De meeste zorgaanbieders geven overigens aan dat de stageplekken altijd wel ingevuld worden. Het is voor de opleidingen erg arbeidsintensief om alle potentiële stageplaatsen te benaderen, vooral als het om zelfsturende wijkteams gaat. Ze benaderen dan liever een grote aanbieder die meerdere stagiaires kan plaatsen. Een oplossing zou kunnen zijn om voor de matching meer gebruik te maken van digitale systemen. Op dit moment wordt er wel mee geëxperimenteerd, maar het is nog onduidelijk wat de ervaringen er mee zijn. In het mbo wordt gebruik gemaakt van een digitaal systeem dat wellicht ook in het hbo te gebruiken is. Vooral de zorgaanbieders die werken met zelfsturende wijkteams zouden het voor zowel de teams als de opleidingen eenvoudiger kunnen maken door een coördinator aan te stellen 15 T van Velsen en M Gloudemans (2012) Kwalitatieve impuls stageplaatsen voor studenten HBO-V(GG) in de VVT - branche 16

21 die stageplaatsen inventariseert bij de teams en contact onderhoudt met de opleiding. Toch geven alle partijen aan dat persoonlijk contact en korte lijntjes de sleutel tot succes zijn en dat digitale systemen hooguit ondersteunend kunnen werken. Interesse student Tot slot is het goed op te merken dat de opleidingen graag studenten kennis willen laten maken met alle werkvelden en dat zij een tekort aan stageplaatsen in de thuiszorg ervaren. Vanuit het perspectief van de student valt het tekort wel mee. Studenten hebben nog niet zo veel interesse om in de wijkverpleging stage te lopen of uiteindelijk te gaan werken. Dat heeft te maken met een verkeerd beeld en met praktische bezwaren. Niet gemotiveerde studenten kunnen leiden tot slechte ervaringen van een zorgaanbieder waardoor deze voorzichtiger wordt met het aanbieden van stageplaatsen. Het imago van de wijkverpleging en de ouderenzorg is niet gunstig, studenten kiezen liever voor het ziekenhuis. Studenten zouden ook liever mensen genezen dan verzorgen. 16 De motivatie van studenten die toch een stageplek in de wijkverpleging krijgen, laat nog wel eens te wensen over. Toch verandert dat regelmatig als ze eenmaal zien wat het werk inhoudt. Daarom lijkt een betere voorbereiding en informatievoorziening naar de studenten een belangrijke stap. Zowel de opleidingen als de zorgaanbieders denken dat het goed zou zijn als studenten al in een vroeg stadium een realistisch beeld van alle werkvelden krijgen. Dit kan door stages maar ook door gastcolleges van een wijkverpleegkundige of de behandeling van een casussen uit de praktijk. In de campagne daar zit meer achter worden gastlessen aangeboden en blogs en video s die als input kunnen dienen bij de behandelingen van casussen uit de praktijk. 17 Studenten geven ook soms aan na het afstuderen eerst in het ziekenhuis ervaring te willen opdoen voordat ze in de wijkverpleging aan de slag gaan. Ze vinden de stap groot om gelijk geheel zelfstandig aan het werk te gaan. Dit kan meespelen bij de keuze voor een stage. Om meer net afgestudeerden direct naar de wijk te halen, zou het opzetten van een soort traineeship uitkomst kunnen bieden waarbij de net afgestudeerde werknemer onder begeleiding start. Een traineeship zou de net afgestudeerden kunnen overhalen om voor de wijkverpleging te kiezen omdat ze niet gelijk helemaal op zichzelf zijn aangewezen. Daarnaast spelen in de thuiszorg ook een aantal praktische bezwaren die voor de student een drempel kunnen opwerpen. De belangrijkste is de mobiliteit in de wijk, maar ook spelen gebroken diensten soms een rol. Een stagiaire in de thuiszorg moet in staat zijn zich in de wijk te verplaatsen en het is lastig als hij of zij daarbij afhankelijk is van de begeleider. Door de zorgaanbieder wordt dit ook vaak als bezwaarlijk ervaren. 16 Munter (2015). Student nurses and their perceptions on working in nursing homes in the Netherlands. Master thesis Erasmus University Rotterdam

22 Uit een vragenlijstonderzoek onder 113 thuiszorgaanbieders kwamen de volgende mogelijkheden om meer studenten te stimuleren voor de thuiszorg te kiezen 18 : - verbeteren stagemogelijkheden: meer stageplekken, verbeteren kwaliteit stageplaatsen, betere opzet van de stages (niet alleen in de ochtenden zorg verlenen, meer leer- en onderzoeksmogelijkheden creëren); - meer en betere afspraken maken met zorgaanbieders en meer samenwerken tijdens de opleiding/stage (ook personeel uitwisselen); - curriculum aanpassen/vernieuwen (gezondheid en veroudering aan begin van het curriculum, curriculum ontwikkelen waarin de thuiszorg meer centraal staat); - beeldvorming over de thuiszorg verbeteren door gastsprekers uit te nodigen ter ondersteuning van de keuze van studenten; - meer promoten van complexe zorg in de thuissetting, verpleegtechnische handelingen, meer cure. Belemmeringen die zij zien zijn: - onvoldoende stageplaatsen en werkbegeleiding in de thuiszorg, doordat er nog te weinig hbo-verpleegkundigen werken - onvoldoende dynamiek en complexiteit in de thuiszorg, het werk is qua niveau sterk wisselend; - te weinig docenten met een achtergrond in de thuiszorg; - bezuinigingen en de beperkte middelen in de thuiszorg om studenten te begeleiden; - studenten willen in eerste baan niet solo werken; - versnippering van werktijden. 18 Kiwa Carity / CAOP (2015). Vraag en aanbod van wijkverpleegkundigen. 18

23 4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In dit slothoofdstuk zullen we allereerst onderzoeksvragen beantwoorden en tot slot kort enkele conclusies trekken en aanbevelingen formuleren. De onderzoeksvragen waarmee we het onderzoek zijn gestart, zijn de volgende: - Welke stagemodellen hanteren hbo-v-opleidingen en wat zijn de visies op het doel en de aard van de stages in de verschillende fases van de opleiding? - Is er een discrepantie tussen het aantal wenselijke stageplaatsen en het aantal beschikbare stageplaatsen en zo ja, wat is de omvang daarvan? - Sluiten de beschikbare stageplaatsen, de eisen vanuit de opleiding en de capaciteiten van de studenten op elkaar aan? - Wat zijn de ervaren knelpunten en wat zijn succesfactoren voor een goede samenwerking tussen zorgaanbieders en hogescholen op het gebied van stages volgens zowel zorgaanbieders als hogescholen? - Hoe kunnen vraag en aanbod van stageplaatsen voor hbo-v- studenten beter in balans worden gebracht? - Wat zijn goede voorbeelden om kwantiteit en kwaliteit van stageplaatsen te bevorderen. 4.1 Antwoorden op de onderzoeksvragen Op basis van interviews met 15 zorgaanbieders en 15 stage coördinatoren van hbo-v-opleidingen en relevante literatuur beantwoorden we de onderzoeksvragen. Bij de beantwoording van de vragen komen bovendien enkele oplossingsrichtingen aan de orde. 1. Welke stagemodellen hanteren hbo-v-opleidingen en wat zijn de visies op het doel en de aard van de stages in de verschillende fases van de opleiding? De stagemodellen variëren aanzienlijk tussen de opleidingen. De meeste opleidingen laten studenten in ieder leerjaar stage lopen, een paar opleidingen uitgezonderd die vanwege een tekort aan stageplaatsen geen stages in het eerste jaar organiseren. De lengte van de stage neemt doorgaans toe in de loop van de studie en ook de complexiteit van de te verlenen zorg. Meestal zijn de stages meeloopstages; een enkele opleiding organiseert korte snuffelstages voor eerstejaars. Opleidingen zouden graag studenten met alle werkvelden kennis laten maken maar door een gebrek aan stageplaatsen is dat bijna nergens mogelijk. Het grootste deel van de stages vindt plaats in de ziekenhuizen, in de andere branches is het aanbod te beperkt om alle studenten een keer stage te laten lopen (een enkele uitzondering daar gelaten). Veel opleidingen zijn ook niet in de gelegenheid de wens van de student mee te laten wegen, ze zijn al blij als ze voor iedereen een stageplaats weten te vinden. 19

24 2. Is er een discrepantie tussen het aantal wenselijke stageplaatsen en het aantal beschikbare stageplaatsen en zo ja, wat is de omvang daarvan? Diverse opleidingen geven aan veel moeite te hebben voldoende stageplekken van voldoende kwaliteit te vinden. Dat beperkt de mogelijkheden om studenten al vroeg in de opleiding met alle werkvelden kennis te laten maken. Het is op dit moment niet haalbaar om alle studenten een stage in de wijkverpleging te laten lopen. Vooral voor eerste en tweedejaars zijn er weinig stageplaatsen in de thuiszorg beschikbaar. Alleen al voor eerste- en tweedejaars is er daardoor al gauw een tekort van enkele honderden plaatsen. Het tekort wordt niet door iedereen zo ervaren, omdat studenten in een ander werkveld geplaatst kunnen worden en uit zichzelf niet vaak vragen om een stageplaats in de thuiszorg. Op basis van de 15 zorgaanbieders die we gesproken hebben, is het lastig een goed beeld te krijgen van het aantal stageplekken dat onbenut blijft. Enkele zorgaanbieders geven aan dat er regelmatig een aantal plaatsen niet worden ingevuld. De omvang van het tekort is moeilijk in te schatten maar het lijkt niet realistisch dat voor alle eerste- en tweedejaars een onbenutte stageplaats beschikbaar is. En dat kan tot gevolg hebben dat studenten geen goed beeld krijgen van de thuiszorg waardoor ze ook niet snel zullen kiezen voor een baan in de thuiszorg. 3. Sluiten de beschikbare stageplaatsen, de eisen vanuit de opleiding en de capaciteiten van de studenten op elkaar aan? Opleidingen hebben doorgaans moeite om stageplaatsen van voldoende kwaliteit te vinden. Er is vooral sprake van een tekort aan begeleiding op hbo-niveau. Dit probleem speelt vooral in de intramurale ouderenzorg en de thuiszorg. In de intramurale ouderenzorg zijn relatief veel stageplekken voor eerste en tweedejaars maar er zijn onvoldoende rolmodellen. Vanwege het tekort aan stageplekken accepteren de opleidingen een mindere kwaliteit en begeleiding op een lager niveau. Hierdoor krijgen studenten alleen de basiszorg te zien en ervaren ze het werkveld als onvoldoende uitdagend. Ze zijn dan niet zo gemotiveerd later opnieuw voor de ouderenzorg te kiezen. In de thuiszorg is het aantal stageplaatsen met een begeleider op hbo-v niveau beperkt. Zowel de opleidingen als de zorgaanbieders vinden het in de thuiszorg onacceptabel dat er geen begeleiding op hbo-niveau is. Door het gebrek aan begeleiders zijn er dus onvoldoende stageplaatsen. Daardoor komen niet alle studenten in aanraking met de thuiszorg. De opleidingen willen wel graag alle studenten kennis laten maken met de wijk vanwege de toekomstige behoefte aan wijkverpleegkundigen. 4. Wat zijn de ervaren knelpunten en wat zijn succesfactoren voor een goede samenwerking tussen zorgaanbieders en hogescholen op het gebied van stages volgens zowel zorgaanbieders als hogescholen? De ervaringen rondom de samenwerking tussen zorgaanbieders en hogescholen zijn zeer divers, zowel onder de zorgaanbieders als onder de hogescholen. Sommigen geven aan de samenwerking prima te vinden en anderen hebben behoefte aan verbetering. 20

25 Beide partijen geven aan dat korte lijntjes belangrijk zijn om goed te kunnen afstemmen. Voor de opleidingen is het gemakkelijker samen te werken met grote organisaties, omdat ze dan vaak één contactpersoon hebben voor meerdere stageplekken. Naast korte lijntjes en een vast contactpersoon zijn er geen succesfactoren naar voren gekomen bij de interviews. Zorgaanbieders en opleidingen ervaren de volgende knelpunten in de samenwerking en afstemming rondom de stageplaatsen: Het contact met individuele wijkteams is erg arbeidsintensief omdat de teams doorgaans maar één stagiaire kunnen opnemen. De afstemming van vraag en aanbod wordt bemoeilijkt doordat de opleidingen graag lang van tevoren willen weten op hoeveel stageplaatsen ze kunnen rekenen en het voor de zorgaanbieder juist makkelijker is dat kort van tevoren aan te geven. In de thuiszorg zijn momenteel veel zorgaanbieders in transitie wat het extra lastig maakt lang van tevoren stageplaatsen in te schatten. Daarnaast is er in de thuiszorg nog een matchingsprobleem, dat ontstaat doordat zorgaanbieders graag stagiaires willen die zelf mobiel zijn en daarin niet afhankelijk zijn van hun begeleider. Om de reistijd voor de student niet veel te laten oplopen wordt vaak ook rekening gehouden met de woonplaats van de student. Voor de opleidingen is het een hele puzzel om met deze praktische zaken rekening te houden. 5. Hoe kunnen vraag en aanbod van stageplaatsen voor hbo-v- studenten beter in balans worden gebracht? Opvallend is dat uit de interviews niet zoveel oplossingsrichtingen naar voren zijn gekomen. Een gedeelde overtuiging dat de tekorten via een bepaalde route op te lossen zijn, ontbrak. De volgende oplossingsrichtingen zijn genoemd: In de eerste plaats is het van belang dat de afstemming verbetert zodat er geen stageplaatsen onbenut blijven. Digitale systemen zouden hier een oplossing kunnen bieden zodat de afstemming meer geautomatiseerd verloopt. Het is echter de vraag of hiermee voldoende plaatsen gecreëerd kunnen worden. In de tweede plaats is het zaak de kwaliteit en begeleiding van de stageplaatsen te verbeteren. Enkele aanbieders hebben initiatieven genomen om de kwaliteit en kwantiteit te verbeteren. Eén van die initiatieven is het vormen van leerafdelingen. Ook zijn er aanbieders die kijken of ze stageplekken kunnen creëren door studenten eerst een paar weken in de intramurale ouderenzorg te laten meedraaien en daarna in de thuiszorg. Hierdoor is het makkelijker de student in verschillende rollen te laten oefenen. Dergelijke initiatieven vragen echter investeringen vanuit de zorgaanbieder en dat levert problemen op door drukte rondom transities en een gebrek aan financiële ruimte om personeel hiervoor vrij te maken. Tot slot zijn vooral in de thuiszorg extra plaatsen nodig om het verwachte tekort aan wijkverpleegkundigen op te vangen. Extra stageplaatsen zijn te creëren door ervoor te 21

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 december 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 december 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Plek voor stage. QuickScan: stageproblematiek Zorg en Welzijn in Gelderland. Augustus 2018 WZW, in opdracht van provincie Gelderland

Plek voor stage. QuickScan: stageproblematiek Zorg en Welzijn in Gelderland. Augustus 2018 WZW, in opdracht van provincie Gelderland Plek voor stage QuickScan: stageproblematiek Zorg en Welzijn in Gelderland Augustus 2018 WZW, in opdracht van provincie Gelderland 1. Aanleiding De sector Zorg en Welzijn staat nu en de komende jaren voor

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Professionalisering leerklimaat voor 3 e en 4 e jaars HBO-V studenten in de ouderenzorg DEF 1

Professionalisering leerklimaat voor 3 e en 4 e jaars HBO-V studenten in de ouderenzorg DEF 1 Professionalisering leerklimaat voor 3 e en 4 e jaars HBO-V studenten in de ouderenzorg Dr. C.M.A. de Bot 1 *, Drs. J.F.M. Bruininks 1, Drs A.M.T. van Bers 2 1. HBO-Verpleegkunde Avans Hogeschool Breda

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Middelbaar Beroepsonderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2014 Honderden Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Onderwijs en vluchtelingenkinderen

Onderwijs en vluchtelingenkinderen Onderwijs en vluchtelingenkinderen Zijn scholen en onderwijsgevenden voldoende toegerust om vluchtelingenkinderen onderwijs te bieden? Een enquête onder onderwijsgevenden van basisscholen, scholen voor

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 december 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 december 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Factsheet. Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe.

Factsheet. Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe. 30 januari 2017 Feiten & Cijfers Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe. Het aantal beginnende studenten in het hbo is in 2016-17 gegroeid

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 26 maart 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 26 maart 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo April 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Factsheet. Totale hbo-instroom, inschrijvingen en diploma s

Factsheet. Totale hbo-instroom, inschrijvingen en diploma s Instroom, inschrijvingen en diploma s 2018/19 De instroom in het hbo is dit studiejaar toegenomen met 3,4% tot 110.307 eerstejaars aan een associate degree, bachelor of masteropleiding. Dit is de hoogste

Nadere informatie

Agnes Kant, Tweede-Kamerlid Jessica van Ruitenburg, medewerker Tweede-Kamerfractie

Agnes Kant, Tweede-Kamerlid Jessica van Ruitenburg, medewerker Tweede-Kamerfractie ZORGELIJKE STAGES Een onderzoek naar tekorten in stages in Zorg en Welzijn Agnes Kant, Tweede-Kamerlid Jessica van Ruitenburg, medewerker Tweede-Kamerfractie ZORGELIJKE STAGES Een onderzoek naar tekorten

Nadere informatie

1,4% ten opzichte van studiejaar

1,4% ten opzichte van studiejaar 1 februari 2018 Feiten & Cijfers Stijgende lijn in instroom, inschrijvingen en aantal gediplomeerden hbo houdt stand. Grote toename instroom associate degrees. De instroom in het hbo in studiejaar 2017-2018

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Rapportage BPV-plaatsen RBB 2011/2012

Rapportage BPV-plaatsen RBB 2011/2012 Rapportage BPV-plaatsen RBB Samenvatting In het schooljaar zijn in de regio ruim 2.100 BPV-plaatsen (BeroepsPraktijkVorming/stages) gematcht in de zorgsector door het RBB. Het gaat hier om de opleidingen

Nadere informatie

Keuzes binnen MBO en HBO

Keuzes binnen MBO en HBO Keuzes binnen MBO en HBO Auteur: Marlies Rosenbrand, mei 2017 Voor u ligt de samenvatting van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek naar de mening van opleiders 1 voor de inrichting van een specifiek

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2018 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2016-2017 centraal. Eind 2018,

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2012

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2012 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juli 2012 Feiten en cijfers 2 HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo Ondanks de

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo Juni 2016 Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2017 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2015-2016 centraal. Eind 2017,

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 Ten opzichte van 2009 is de instroom stabiel: -0,3 procent

Nadere informatie

Kinderopvang Heyendael

Kinderopvang Heyendael Hoofdstuk: 5.5 (Personeel) Titel: Werkwijze en beleid tav stagiaires Procesbewaker: Praktijkopleider Bladzijden: 1 t/m 4 Kinderopvang Heyendael Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Soorten stageplekken 3. Organisatie

Nadere informatie

Enquête ramingen FZO beroepen

Enquête ramingen FZO beroepen Enquête ramingen FZO beroepen Inleiding Dertien van de vijftien opleidingen die vallen onder het College Zorg Opleidingen(CZO), worden sinds 1 januari 2011 bekostigd uit het Fonds Ziekenhuis Opleidingen

Nadere informatie

Rapportage BPV-plaatsen RBB 2012/2013

Rapportage BPV-plaatsen RBB 2012/2013 Rapportage BPV-plaatsen RBB /3 Samenvatting Het aantal individuele stages(bpv-plaatsen) in de zorgsector in West-Brabant stijgt nog steeds. In het schooljaar /3 zijn in de regio ruim.35 BPV-plaatsen (BeroepsPraktijkVorming/stages)

Nadere informatie

Rapportage Enquête StudieKeuze 2015

Rapportage Enquête StudieKeuze 2015 Rapportage Enquête StudieKeuze 2015 www.qompas.nl Februari 2016 Surrounded by Talent Inleiding In deze rapportage laten we de resultaten zien van een enquête onder eerstejaars studenten welke met de Qompas

Nadere informatie

De leukste plek om te. leren. Versterken van het contact tussen docenten en coaches op de leerafdeling. Verbetering van de communicatie werkt!

De leukste plek om te. leren. Versterken van het contact tussen docenten en coaches op de leerafdeling. Verbetering van de communicatie werkt! De leukste plek om te leren Versterken van het contact tussen docenten en coaches op de leerafdeling Verbetering van de communicatie werkt! Aanleiding In opdracht van het ROC Midden Nederland (ROC MN)

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs februari 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie over het

Nadere informatie

Rapportage Leerlingtevredenheid. Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven

Rapportage Leerlingtevredenheid. Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven Rapportage Leerlingtevredenheid Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven Rob Swager ECABO, mei 2011 1. Inleiding... 3 2. Tevredenheid algemeen.... 4 3. Aspecten die

Nadere informatie

Tijdelijk indiceren: hoe zit dat?

Tijdelijk indiceren: hoe zit dat? indiceren: hoe zit dat? In 2015 mogen ervaren mbo-verpleegkundigen tijdelijk indiceren in de wijk. Dat hebben V&VN, Actiz en BTN met elkaar afgesproken om het verwachte tekort aan wijkverpleegkundigen

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. HBO-Verpleegkundige Gerontologie-Geriatrie. Een relevante actor in de toekomstige gezondheidszorg voor kwetsbare ouderen

NIEUWSBRIEF. HBO-Verpleegkundige Gerontologie-Geriatrie. Een relevante actor in de toekomstige gezondheidszorg voor kwetsbare ouderen NIEUWSBRIEF Een relevante actor in de toekomstige gezondheidszorg voor kwetsbare ouderen Samenvatting onderzoeksrapport HBO-Verpleegkundige Gerontologie-Geriatrie Rotterdam, 9 juni 2014 Dr. R.J.J. Gobbens,

Nadere informatie

Format inschrijving nieuwe aanbieders toewijsbare zorg (S2)

Format inschrijving nieuwe aanbieders toewijsbare zorg (S2) Format inschrijving nieuwe aanbieders toewijsbare zorg (S2) Voor u ligt het format inschrijving nieuwe aanbieders toewijsbare zorg (S2) wijkverpleging 2015. Door het invullen van dit format maakt u de

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2016 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2014/2015 centraal. Eind 2016,

Nadere informatie

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid www.qompas.nl Januari 2015 Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid 1 Oordeel studenten/scholieren over Qompas en tevredenheid met betrekking tot

Nadere informatie

Stagewijzer. Stagiairs

Stagewijzer. Stagiairs Stagewijzer Stagiairs Stagewijzer voor stagiairs De gemeente Emmen vindt het belangrijk om te investeren in toekomstige jonge professionals. We besteden daarom veel zorg aan de werving en begeleiding van

Nadere informatie

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017 Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017 ZorgpleinNoord ZorgpleinNoord is het grootste werkgeversverband voor zorg en welzijn in Noord-Nederland. Tot 1 januari 2017 was het werkgebied Groningen

Nadere informatie

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg.

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg. Nikki van der Meer. Stage eindverslag Stage Cordaan Thuiszorg. Klas: lv13-4agz2 Student nummer: 500631386 Docentbegeleider: Marieke Vugts Werkbegeleider: Linda Pieterse Praktijkopleider: Evelien Rijkhoff

Nadere informatie

Stagepunt Midden-Brabant. Tilburg, februari Onderzoeksrapport. Worden er voldoende doktersassistenten en praktijkondersteuners opgeleid?

Stagepunt Midden-Brabant. Tilburg, februari Onderzoeksrapport. Worden er voldoende doktersassistenten en praktijkondersteuners opgeleid? Stagepunt Midden-Brabant Tilburg, februari 2019 Onderzoeksrapport Worden er voldoende doktersassistenten en praktijkondersteuners opgeleid? Inleiding Flexpool In het Hart van Brabant Flexpool In het Hart

Nadere informatie

stageaanbod in Noord-West stageaanbod in Zuid-Oost Meer studenten zonder geschikte stageplek

stageaanbod in Noord-West stageaanbod in Zuid-Oost Meer studenten zonder geschikte stageplek Calibris BPV - Barometer AG 2009/2010 januari 2010 marktinformatie en Analyse KENNISCENTRUM VOOR LEREN IN DE PRAKTIJK IN ZORG, WELZIJN EN SPORT BPV Barometer AG 2009/2010 Dit jaar studeren meer mbo ers

Nadere informatie

KRAAMTALENT KNELPUNTEN BEDRIJVEN DOELSTELLINGEN PROJECTPLAN KNELPUNTEN ROC'S GRONINGEN FRIESLAND DRENTHE

KRAAMTALENT KNELPUNTEN BEDRIJVEN DOELSTELLINGEN PROJECTPLAN KNELPUNTEN ROC'S GRONINGEN FRIESLAND DRENTHE KRAAMTALENT GRONINGEN FRIESLAND DRENTHE donderdag 7 juni 2012 - dia 2 KNELPUNTEN BEDRIJVEN ONDERTEKENING CONVENANT 27-01-2010 Verouderd personeelsbestand Afname animo bij jongeren voor de Kraamzorg Door

Nadere informatie

Tekst: Gofrie van Lieshout Foto's: Ken Wong

Tekst: Gofrie van Lieshout Foto's: Ken Wong Bij onderzoeken die de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en de samenwerking in kaart brengen, komt steevast de zorgsector als beste uit de bus. Sinds het bestaan van KBB, nu vier jaar, pakken

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Toekomstverkenning voor de branche Verpleging en verzorging. Vraag en aanbod van verplegend en verzorgend personeel 2015-2019

Toekomstverkenning voor de branche Verpleging en verzorging. Vraag en aanbod van verplegend en verzorgend personeel 2015-2019 Toekomstverkenning voor de branche Verpleging en verzorging Vraag en aanbod van verplegend en verzorgend personeel 2015-2019 September 2015 Willem van der Windt Ineke Bloemendaal 1 Doel van de Toekomstverkenning

Nadere informatie

Volg je hart, gebruik je hoofd. Verpleegkundige in opleiding

Volg je hart, gebruik je hoofd. Verpleegkundige in opleiding Volg je hart, gebruik je hoofd Verpleegkundige in opleiding Opleiding verpleegkunde 22 Zoek je zinvol werk en wil je graag voor mensen zorgen? Word dan verpleegkundige! Kom naar VUmc. Wij zijn je ideale

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs februari 2009 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie over het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Praktijkopleiders. Bureau BedrijfsContacten Rapportage april 2018

Tevredenheidsonderzoek Praktijkopleiders. Bureau BedrijfsContacten Rapportage april 2018 Tevredenheidsonderzoek Praktijkopleiders Bureau BedrijfsContacten Rapportage april 18 Inleiding Het College van Bestuur van het Grafisch Lyceum Utrecht heeft bepaald dat er over het kalenderjaar 17 wederom

Nadere informatie

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT)

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT) INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT) 1. Opzet van het onderzoek 2. Resultaten en conclusies 3. Discussie Vraagstelling 1. Welke omvang heeft intersectorale

Nadere informatie

De stagiair praktijkondersteuner somatiek en GGZ in de huisartsenzorg: praktische informatie

De stagiair praktijkondersteuner somatiek en GGZ in de huisartsenzorg: praktische informatie De stagiair praktijkondersteuner somatiek en GGZ in de huisartsenzorg: praktische informatie Het begeleiden van een stagiair is een investering op de lange termijn. Door voldoende stageplaatsen in huisartsenvoorzieningen

Nadere informatie

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij Inspiratie voor hbo zorg en welzijn Informele zorg & Social Work aan de hogeschool Inholland Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij Voor onze opleiding geldt: samenwerken

Nadere informatie

Datum 1 december 2016 Betreft Nadere vragen inzake de financiële positie van geneeskundestudenten als coassistent

Datum 1 december 2016 Betreft Nadere vragen inzake de financiële positie van geneeskundestudenten als coassistent >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG.. Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2011

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2011 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juli 2011 2 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo Afgestudeerden

Nadere informatie

zorgvernieuwingsprijs

zorgvernieuwingsprijs Nationale Nationale zorgvernieuwingsprijs zorgvernieuwingsprijs Concept Een Incare afdeling van het UWV kan inspelen op de behoefte van mannelijke werklozen door startcursussen, vervolgcursussen en praktijkstages

Nadere informatie

Indiceren. Indiceren. Nieuwe rol wijkverpleegkundige: Indiceren 13-1-2015. Saskia Danen - de Vries 1

Indiceren. Indiceren. Nieuwe rol wijkverpleegkundige: Indiceren 13-1-2015. Saskia Danen - de Vries 1 Indiceren Indiceren Doel: Begripsverheldering Kennismaken en oefenen met indicatiestelling en zorgtoewijzing. Nieuwe rol wijkverpleegkundige: Normenkader V&VN (2014): Indiceren en organiseren van zorg:

Nadere informatie

Stichting Empowerment centre EVC

Stichting Empowerment centre EVC I N V E N T A R I S A T I E 1. Inleiding Een inventarisatie van EVC trajecten voor hoog opgeleide buitenlanders in Nederland 1.1. Aanleiding De Nuffic heeft de erkenning van verworven competenties (EVC)

Nadere informatie

Samen werken aan toekomstbestendige zorg en welzijn in Flevoland

Samen werken aan toekomstbestendige zorg en welzijn in Flevoland Samen werken aan toekomstbestendige zorg en welzijn in Flevoland Er verandert veel in de sector zorg en welzijn. Door de veranderingen worden nieuwe vaardigheden, kennis en kwaliteiten gevraagd van zorg-

Nadere informatie

Margriet van Iersel MSc

Margriet van Iersel MSc Margriet van Iersel MSc Kenniscentrum ACHIEVE en Opleiding verpleegkunde Faculteit Gezondheid Hogeschool van Amsterdam Prof.dr. Paul Kirschner 1, Prof. Dr. Wilma Scholte op Reimer 2, Prof. Dr. Rien de

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:

Nadere informatie

2. Belang van de pilots flexibilisering en experimenten vraagfinanciering

2. Belang van de pilots flexibilisering en experimenten vraagfinanciering Intentieverklaring tussen hogescholen 1, NRTO en de brancheorganisaties 2 Actiz, GGZ- Nederland, Jeugdzorg Nederland, MO-groep en VGN (hierna te noemen hogescholen en branches) 1. Doel van samenwerking

Nadere informatie

Toekomstverkenning voor de Thuiszorg

Toekomstverkenning voor de Thuiszorg Toekomstverkenning voor de Thuiszorg Vraag en aanbod van verplegend en verzorgend personeel 2015-2019 September 2015 Willem van der Windt Ineke Bloemendaal 1 Doel van de Toekomstverkenning Met het model

Nadere informatie

Werkplan 2016. Arbeidsmarkt. De arbeidsmarktsituatie in de regio Rotterdam wordt de komende jaren door de volgende knelpunten gekenmerkt:

Werkplan 2016. Arbeidsmarkt. De arbeidsmarktsituatie in de regio Rotterdam wordt de komende jaren door de volgende knelpunten gekenmerkt: Werkplan 2016 Werkplan 2016 Tijdens de strategiesessies met de kerngroepleden, de klankbordgroep en de bestuurders van derotterdamsezorg is benoemd welke arbeidsmarktvraagstukken in 2016 gezamenlijk aangepakt

Nadere informatie

Workshop Goed kan Beter V&VN congres 27 januari 2011

Workshop Goed kan Beter V&VN congres 27 januari 2011 Workshop Goed kan Beter V&VN congres 27 januari 2011 Doel van de workshop Inzicht krijgen in de wijze waarop de organisatie als leerbedrijf van goed naar beter gebracht kan worden. Kwaliteitsgebieden BPV

Nadere informatie

Leren van en met elkaar

Leren van en met elkaar Leren van en met elkaar Leer- en Innovatie- Netwerk (LIN) Een Leer- en InnovatieNetwerk (LIN) is een intensieve samenwerking tussen een zorginstelling en het onderwijs. Studenten, verpleegkundigen en verzorgenden

Nadere informatie

Zeeland / West- Brabant

Zeeland / West- Brabant Arbeidsmarkt- en stageonderzoek procestechnische opleidingen Zeeland / West- Brabant 2015 Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet... 3 1.1 Respons... 3 2 Stage- en leerwerkplaatsen... 4 2.1 Verdeling over de sectoren...

Nadere informatie

Student & Lector. Een steekproef

Student & Lector. Een steekproef Student & Lector Een steekproef Aanleiding Sinds 2001 kent het Nederlandse hoger onderwijs lectoraten. Deze lectoraten worden vormgegeven door zogenaamde lectoren: hoog gekwalificeerde professionals uit

Nadere informatie

De regionale arbeidsmarkt 2016

De regionale arbeidsmarkt 2016 De regionale arbeidsmarkt MEER INFO? Check onze site www.utrechtzorg.net of bel naar (030) 6340808 De regionale arbeidsmarkt Wat is ONS Werkgebied? Regio Utrecht, Amersfoort, Gooi- en Vechtstreek Gooi-

Nadere informatie

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Drenthe 2017

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Drenthe 2017 Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Drenthe 2017 ZorgpleinNoord ZorgpleinNoord is het grootste werkgeversverband voor zorg en welzijn in Noord-Nederland. Tot 1 januari 2017 was het werkgebied Groningen

Nadere informatie

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Groningen 2017

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Groningen 2017 Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Groningen 2017 ZorgpleinNoord ZorgpleinNoord is het grootste werkgeversverband voor zorg en welzijn in Noord-Nederland. Tot 1 januari 2017 was het werkgebied Groningen

Nadere informatie

Een goede loodgieter, daar zit iedereen om te springen

Een goede loodgieter, daar zit iedereen om te springen Gemeente Den Haag Een goede loodgieter, daar zit iedereen om te springen Den Haag werkt aan betere aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt Bedrijfsleven, onderwijs en bestuurders in de regio Den Haag slaan

Nadere informatie

Opgesteld door: Denise Bijman (ecbo), Ingrid Christoffels (Kennismakelaar Kennisrotonde) en Sandra Beekhoven (Kennismakelaar Kennisrotonde)

Opgesteld door: Denise Bijman (ecbo), Ingrid Christoffels (Kennismakelaar Kennisrotonde) en Sandra Beekhoven (Kennismakelaar Kennisrotonde) Opgesteld door: Denise Bijman (ecbo), Ingrid Christoffels (Kennismakelaar Kennisrotonde) en Sandra Beekhoven (Kennismakelaar Kennisrotonde) Vraagsteller: Docent mbo Referentie: Kennisrotonde. (2018). Heeft

Nadere informatie

Amsterdam heeft t: de Universitaire Pabo PA²!

Amsterdam heeft t: de Universitaire Pabo PA²! Amsterdam heeft t: de Universitaire Pabo PA²! Wat is PA²? De PA²-Universitaire Pabo biedt studenten de gelegenheid om de studie Pedagogische Wetenschappen aan de Vrije Universiteit te combineren met de

Nadere informatie

VERDRINGING STAGEPLAATSEN VMBO? RESULTATEN VAN EEN INSPECTIEONDERZOEK IN HET SCHOOLJAAR 2008/2009

VERDRINGING STAGEPLAATSEN VMBO? RESULTATEN VAN EEN INSPECTIEONDERZOEK IN HET SCHOOLJAAR 2008/2009 VERDRINGING STAGEPLAATSEN VMBO? RESULTATEN VAN EEN INSPECTIEONDERZOEK IN HET SCHOOLJAAR 2008/2009 Utrecht, maart 2010 INHOUD Inleiding 7 1 Het onderzoek 9 2 Resultaten 11 3 Conclusies 15 Colofon 16

Nadere informatie

Verpleegkundige in opleiding

Verpleegkundige in opleiding Volg je hart, gebruik je hoofd Verpleegkundige in opleiding Opleiding verpleegkunde Zoek je zinvol werk en wil je graag voor mensen zorgen? Word dan verpleegkundige! Kom naar VUmc. Wij zijn je ideale partner

Nadere informatie

Instituut voor Sociale Opleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Sociale Opleidingen Naar een nieuwe opleiding Social Work In september 2016 start Hogeschool Rotterdam met de nieuwe opleiding Social Work. Dit betekent dat eerstejaars studenten (die in

Nadere informatie

EVALUATIE PILOT PROFESSIONALISEREN LEERKLIMAAT VOOR 3E EN 4E JAARS HBO-V STUDENTEN IN DE OUDERENZORG UITGEDAAGD IN DE OUDERENZORG!

EVALUATIE PILOT PROFESSIONALISEREN LEERKLIMAAT VOOR 3E EN 4E JAARS HBO-V STUDENTEN IN DE OUDERENZORG UITGEDAAGD IN DE OUDERENZORG! EVALUATIE PILOT PROFESSIONALISEREN LEERKLIMAAT VOOR 3E EN 4E JAARS HBO-V STUDENTEN IN DE OUDERENZORG UITGEDAAGD IN DE OUDERENZORG! Januari 2015 januari 2016 Uitgedaagd in de ouderenzorg! -Evaluatie Professionalisering

Nadere informatie

Informatie over de opleiding en de praktijk HBO Verpleegkunde niveau 6

Informatie over de opleiding en de praktijk HBO Verpleegkunde niveau 6 1-11-016 Status Definitief Referentie WAD/PK 1/5 Auteur(s) Annemarie ten Klooster/Petra Kramp Informatie over de opleiding en de praktijk HBO Verpleegkunde niveau 6 Stichting Maasstad Ziekenhuis Alle rechten

Nadere informatie

E-flow Nursing Inzet van Stagetoetsen

E-flow Nursing Inzet van Stagetoetsen E-flow Nursing Inzet van Stagetoetsen E-flow Nursing Samenwerking tussen twee unieke samenwerkingsverbanden Stichting Leerstation Zorg: samenwerking tussen verschillende instellingen in de zorgsector in

Nadere informatie

Transfer met Vertrouwen

Transfer met Vertrouwen Transfer met Vertrouwen WASLIJSTEN VOL MET WENSEN Ik wens dat de cliënten het verschil merken (verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening). Klant centraal, niet de indicatie Juiste zorg op het

Nadere informatie

S TA G E S L I J N 5

S TA G E S L I J N 5 STAGES LIJN5 Wil jij stage lopen bij Lijn5? In de provincie Utrecht biedt Lijn5 behandeling en begeleiding aan kinderen en jongeren met én zonder licht verstandelijke beperking en hun gezin. Lijn5 beschikt

Nadere informatie

Stagewijzer. Stagebegeleiders en leidinggevenden

Stagewijzer. Stagebegeleiders en leidinggevenden Stagewijzer Stagebegeleiders en leidinggevenden Stagewijzer stagebegeleiders en leidinggevenden In 2012 heeft de gemeente Emmen besloten een proactief stagebeleid te gaan voeren. Het actief aanbieden van

Nadere informatie

Toekomstbestendige arbeidsmarkt ouderenzorg. Vrijdag 10 maart 2017 te Zuidhorn Ida Grasdijk, directeur-bestuurder ZorgpleinNoord

Toekomstbestendige arbeidsmarkt ouderenzorg. Vrijdag 10 maart 2017 te Zuidhorn Ida Grasdijk, directeur-bestuurder ZorgpleinNoord Toekomstbestendige arbeidsmarkt ouderenzorg Vrijdag 10 maart 2017 te Zuidhorn Ida Grasdijk, directeur-bestuurder ZorgpleinNoord Recordhoogte vacatures zorg & welzijn Bron: vacaturesite ZorgpleinNoord,

Nadere informatie

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO Eind september ging Deloitte met CFO s uit het hoger onderwijs in gesprek over de uitdagingen om de prestatieafspraken te realiseren, ook al is

Nadere informatie

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 29689 Herziening Zorgstelsel 25424 Geestelijke gezondheidszorg Nr. 599 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

FACTSHEET ARBEIDSMARKT

FACTSHEET ARBEIDSMARKT 1 FACTSHEET ARBEIDSMARKT Zuid LIMBURG 1. Kerngegevens beroepsbevolking Figuur 1.1 Samenstelling bevolking naar leeftijd en geslacht, Zuid Limburg, 2013-2025 Bron: Regioportret Zuid Limburg Ontgroening

Nadere informatie

Rapportage kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksgegevens van de branche- Geboortezorg 2018

Rapportage kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksgegevens van de branche- Geboortezorg 2018 Rapportage kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksgegevens van de branche- Geboortezorg 2018 Datum mei 2019 Versie 1.2 Auteur S. Terheggen Beheerder document S. Terheggen Datum vastgesteld: mei 2019 Vastgesteld

Nadere informatie

Bestuur Stichting De Zevensprong

Bestuur Stichting De Zevensprong Stichting De Zevensprong Stagebeleid Auteur: Document nummer: 7SD-VER-0005 Versie: 1.0 Status: definitief Document datum: 30 september 2008 Aantal pagina s: 5 Document eigenaar: Bestuur Stichting De Zevensprong

Nadere informatie

4-sporen-aanpak. Wijkverpleging. Verstand van Zorg

4-sporen-aanpak. Wijkverpleging. Verstand van Zorg 4-sporen-aanpak Wijkverpleging Verstand van Zorg Positionering, rolontwikkeling én instroom Vraagstukken wijkverpleging De komende jaren verandert de zorg ingrijpend, waardoor zorgorganisaties voor complexe

Nadere informatie

Landelijke Cliëntenraad Oranjestraat 4 2514 JB Den Haag

Landelijke Cliëntenraad Oranjestraat 4 2514 JB Den Haag Landelijke Cliëntenraad Oranjestraat 4 2514 JB Den Haag Tel.: 070-789 07 70 Fax :070-789 07 74 E-mail: info@lcr-suwi.nl www.landelijkeclientenraad.nl Aan de Vaste commissie SZW van de Tweede Kamer Postbus

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

Toezicht op netwerkzorg aan kwetsbare ouderen in de wijk

Toezicht op netwerkzorg aan kwetsbare ouderen in de wijk Toezicht op netwerkzorg aan kwetsbare ouderen in de wijk Het zorglandschap verandert Patiënten met complexe zorgvraag blijven thuis wonen zorg, behandeling en ondersteuning rond de patiënt thuis georganiseerd

Nadere informatie

ALGEMEEN BPV BELEID 1 ALGEMEEN

ALGEMEEN BPV BELEID 1 ALGEMEEN ALGEMEEN BPV BELEID 1 ALGEMEEN 1.1. Inleiding Het beleid beroepspraktijkvorming ofwel stagebeleid is geschreven voor stagiaires en medewerkers. Het stagebeleid wordt indien nodig geactualiseerd door de

Nadere informatie

Together is better Talent.Samenwerking.Ontwikkeling.Toewijding.

Together is better Talent.Samenwerking.Ontwikkeling.Toewijding. Together is better Together is better Talent.Samenwerking.Ontwikkeling.Toewijding. The way we work In een tijd waarin de arbeidsmarkt krap is en de vraag naar talent steeds groter wordt werkt het maar

Nadere informatie

Ketenstage: Student volgt Cliënt

Ketenstage: Student volgt Cliënt Landelijke Werkdag Zorgpact 6 december 2017 Ketenstage: Student volgt Cliënt https://zorgpact.nl/kopgroep/ketenstage-student-volgt-client Even voorstellen Merlynn Huisman verpleegkundige, hbo-verpleegkundige

Nadere informatie

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Master Healthy Ageing Professional (MHAP) 1. Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe Nieuw Ad programma X Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1

Nadere informatie

Instructie Werkbegeleiders opleiding HBOV Henk Chevalking 2015 2016

Instructie Werkbegeleiders opleiding HBOV Henk Chevalking 2015 2016 1 Instructie Werkbegeleiders opleiding HBOV Henk Chevalking 2015 2016 2 1. Algemene informatie Stages nemen een centrale plaats in, in het HBO onderwijs. Voltijdstudenten lopen in totaal 60 weken stage

Nadere informatie

Beroepspraktijkvorming

Beroepspraktijkvorming Beroepspraktijkvorming schooljaar 2010 / 2011 Dit is een uitgave van Adres: Stationsstraat 25 8161 CP Epe Postbus 312 8160 AH Epe T 0578 676767 E info@koppelepe.nl Augustus 2010 2 Inhoud pagina: 1. Procedure

Nadere informatie

Kwaliteitsjaarplan Locatie : t Vonder Datum: augustus 2018 concept. Samen aan de slag! Gewoon goede zorg

Kwaliteitsjaarplan Locatie : t Vonder Datum: augustus 2018 concept. Samen aan de slag! Gewoon goede zorg Kwaliteitsjaarplan 2019 Locatie : t Vonder Datum: augustus 2018 concept Samen aan de slag! Gewoon goede zorg 1 Voorwoord Dit is het kwaliteitsjaarplan van Woonzorgcentrum t Vonder. Woonzorgcentrum t Vonder

Nadere informatie

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Den Haag

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Den Haag Regiorapportage Mobiliteitsbranche Den Haag Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Den Haag ROC Mondriaan 2012 2013 1 1. Kans op werk

Nadere informatie