Voorbereiding Het lokaal schikken (in groepjes van 4 plus een tafel voor de begeleider)

Transcriptie

1 Deze workshopfiche geeft begeleiders de kans om meer te halen uit de spelletjes van. We geven enkele tips om talensensibiliserend aan de slag te gaan en thuis- en andere talen maximaal aan te spreken. In deze workshop komen de spelletjes Wat is het? en Qua? RTET! aan bod. De workshop duurt ongeveer 2u. Het is interessant om bij de start van de workshop na te gaan welke talen de kinderen uit de groep spreken. De begeleider kan daarvan een demonstratie vragen en vragen met wie de kinderen die taal spreken. Inhoud De workshop bestaat uit: Voorbereidende activiteit: observeren met alle zintuigen Spel 1: Wat is het? Spel 2: Qua?RTET! Uitbreiding Doelstellingen De kinderen kunnen aspecten van het dagelijks leven in een land van een ander cultuurgebied vergelijken met het eigen leven (gerechten in verschillende talen, geschriften, leesrichting). De kinderen kunnen iemand om ontbrekende informatie vragen. De kinderen zijn bereid om vanuit een concrete context te reflecteren over het klankniveau van taal. De kinderen zijn bereid om te reflecteren over taal en over taalgebruik. De kinderen beleven plezier aan het spel. Benodigde materialen Spelmateriaal voor voorbereidende activiteit Ingrediënten: De begeleider brengt enkele ingrediënten mee: zie fiches Wat is het? of andere (aanraders: witloof of noten (bitter), appelsien of citroen (zuur), banaan of amandelen (zoet), olijven (zout), ). Spelmateriaal voor Wat is het? 9 receptenkaarten spelbord: ingrediëntenkaart jetons Spelmateriaal voor Qua? RTET! 9 kwartetten (gerechten) 1 colakaart Voorbereiding Het lokaal schikken (in groepjes van 4 plus een tafel voor de begeleider) Integratiecentrum Foyer 1

2 Voorbereidende activiteit 20 minuten Observeren met alle zintuigen De kinderen zitten in groepjes en krijgen per groepje een ingrediënt. De kinderen moeten het stuk fruit/groente dat ze kregen zo goed mogelijk omschrijven. Ze krijgen daar voorbereidingstijd voor en mogen het daarna klassikaal omschrijven. Tijdens de klassikale omschrijving hangt de begeleider kaartjes op een zichtbare plaats afhankelijk van wat ze omschrijven (vorm, smaak, geur, kleur, textuur). Bij de omschrijving van de volgende groepjes kunnen deze kaartjes verder worden aangevuld. Als geen van de kinderen iets zegt over bijv. smaak, dan hangt de begeleider het kaartje met smaak op het bord en vraagt naar de smaak van het voorwerp. Sommige kaartjes krijgen extra uitleg: smaak (zout, zoet, bitter, zuur), textuur: glad, ruw, harig, Om de smaken goed te kennen, mogen de kinderen bijvoorbeeld eens proeven van het witloof, de appelsien, Ja/nee vragen De begeleider verstopt een stuk fruit of groente. De kinderen trachten via gerichte ja-neenvragen te achterhalen welk stuk fruit of groente verstopt is. De kinderen worden aangemoedigd om vragen te stellen over vorm, smaak, geur, kleur, textuur. Integratiecentrum Foyer 2

3 20 minuten Spelvoorbereiding De begeleider toont een receptenkaart. De kinderen zien 4 ingrediënten die samen een gerecht vormen. De ingrediënten staan geschreven in een vreemde taal. De begeleider vraagt of ze taal herkennen. Kunnen de kinderen de taal lezen? (Het ingrediënt staat geschreven in de juiste schrijfwijze van de taal met daaronder de fonetische uitspraak op kinderniveau.) Deze taal komt overeen met de taal in een land waar dat gerecht uit afkomstig is. De begeleider vraagt of de kinderen weten uit welk land het gerecht zou kunnen komen. De spelers gaan tegenover elkaar zitten. Eén speler krijgt een ingrediëntenkaart en de jetons. Tussen de spelers wordt met een houten wasspeld een steekkaart rechtop gezet. De kant met daarop het ontbrekende ingrediënt is zichtbaar voor de speler zonder ingrediëntenkaart. Korte speluitleg De speler met de ingrediëntenkaart bekijkt zorgvuldig het recept met de 3 ingrediënten. Door gerichte vragen tracht hij te achterhalen welk ingrediënt nog ontbreekt om het recept te vervolledigen. De tegenspeler mag de vragen enkel beantwoorden met ja of neen. Alle antwoorden die afvallen op basis van het gekregen antwoord worden gemarkeerd door een jeton op de foto te leggen. Het spel is afgelopen wanneer één van de spelers het juiste ontbrekende ingrediënt achterhaalt. De uiteindelijke winnaar is de persoon die drie keer het ingrediënt van zijn tegenstander heeft geraden. Belangrijk om weten Fonetische uitspraak Onder de foto s staan de woorden in een vreemde taal met daaronder de fonetische uitspraak schuin gedrukt. De kinderen gebruiken deze fonetische uitspraak als ze proberen te raden wat het ontbrekende ingrediënt is ( Is het de fan tsjie-ee? i.p.v. Is het de tomaat? ). Nabespreking De begeleider vraagt : Welke talen zitten er in het spel? Welke gerechten zag je in het spel? Welke gerechten kende je al? Integratiecentrum Foyer 3

4 1 uur Inleiding De begeleider verdeelt de groep in groepjes van 4 à 5 kinderen en vertelt de kinderen dat ze een kwartet gaan spelen met daarin recepten uit Wat is het?. De begeleider legt het spel uit en speelt het met een groepje van 3 kinderen terwijl de andere kinderen kijken. Spelvoorbereiding Alle kaarten worden gedekt geschud en gelijkmatig onder de spelers verdeeld. De spelers nemen de kaarten in hun hand, zodat alleen zij zelf de kaarten kunnen zien. Korte speluitleg In zijn beurt vraagt de actieve speler aan één medespeler naar keuze een kaart van een kwartet. De actieve speler moet tenminste één kaart van dat kwartet in zijn hand hebben. Hij noemt het onderwerp van het betreffende kwartet en vraag naar een kaart die hij zelf niet heeft. Bijvoorbeeld: Mag ik van jou de kaart witloof van witloof in de oven? Als de medespeler de gevraagde kaart in zijn hand heeft, moet hij deze aan de actieve speler geven. De actieve speler is nu nogmaals aan de beurt. Hij mag nu ook aan een andere speler een kaart vragen. Als de medespeler de gevraagde kaart niet in zijn hand heeft, mag de actieve speler één kaart trekken bij de bevraagde medespeler. Daarna is zijn beurt over. De beurt gaat nu naar de volgende speler (wijzerzin). Zodra een speler vier kaarten uit één serie (= kwartet) heeft verzameld, legt hij deze open voor zich neer en kan de speler de puzzel vormen van het gerecht. Belangrijk om weten Einde van het spel Het spel eindigt wanneer alle kwartetten gevormd zijn. De speler met de meeste kwartetten wint, tenzij hij nog de colakaart in de hand heeft. Speciale kaarten Colakaart. Als een speler de cola-kaart nog in handen heeft op het einde van het spel, tellen zijn uitgelegde kwartetten niet meer mee. Hij kan dus onmogelijk het spel winnen. Integratiecentrum Foyer 4

5 Nabespreking De begeleider stelt enkele richtvragen: Welke gerechten hebben jullie kunnen vormen? Wat zijn de ingrediënten daarvan? Uit welk land komt dit recept? Zou je het graag eens eten? Waarom wel/niet? Welke geschriften kwam je tegen in het spel? Ken je nog andere geschriften die je in het spel niet tegenkwam? Was het moeilijk om de woorden uit te spreken? Waarom (niet)? Was het moeilijk om de woorden te verstaan? Waarom (niet)? Integratiecentrum Foyer 5

6 Uitbreiding Maak je eigen kwartet Op kan de begeleider een blanco kwartet downloaden. Hiermee kan de groep een eigen kwartet maken met de thuistalen en culturen uit de groep. Kook intercultureel Op kan de begeleider de recepten van de gerechten uit Qua?RTET! downloaden. Talen visualiseren De begeleider vindt in de spellendoos van een poster om de meertaligheid van de groep in kaart te brengen. De begeleider kan deze poster daarna ophangen op een zichtbare plaats. Extra posters zijn te verkrijgen bij Jeugd & Vrede: Eindtermen voor de basisschool LO 1.20bis WO 3.1, 6.9 Ned 2.1, 2.2, 6.3, 6.5 SV 3 Integratiecentrum Foyer 6