Handelingen 2. Afrikabeleid. Voedselzekerheid ontwikkelingslanden. Stijging energienota (interpellatie)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handelingen 2. Afrikabeleid. Voedselzekerheid ontwikkelingslanden. Stijging energienota (interpellatie)"

Transcriptie

1 Handelingen 2 Vergaderjaar der Staten-Generaal 27 27ste vergadering Voedselzekerheid ontwikkelingslanden Afrikabeleid Stijging energienota (interpellatie) Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (begroting) Mensenhandel Activiteiten Marokkaanse inlichtingendiensten Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (begroting)

2 Alfabetische inhoud Activiteiten Marokkaanse inlichtingendiensten Debat over de activiteiten van Marokkaanse inlichtingendiensten in Nederland (28 844) Griffith over migrantengroepen die kwetsbaar zijn voor ongewenste inmenging (28 844, nr. 27) Griffith over een Europese aanpak van ongewenste inmenging (28 844, nr. 28) Karabulut over het bij het komend bezoek aan Marokko aan de orde stellen van ongewenste beïnvloeding (28 844, nr. 29) Karabulut over ongewenste beïnvloeding van Nederlandse imams (28 844, nr. 30) Fritsma over het ontheffen uit hun functie van negen imams (28 844, nr. 31) 2328 Afrikabeleid Debat naar aanleiding van een algemeen overleg over de IOBevaluatie van het Afrikabeleid Boekestijn c.s. over een parlementair onderzoek naar de evaluatiepraktijk van het ministerie van Buitenlandse Zaken (29 237, nr. 82) 2263 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (begroting) Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2009 ( VII) Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2009 ( B) Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2009 ( C) Van Raak over het niet verhogen van de inkomens van ministers ( VII, nr. 21) Bilder c.s. over differentiatie tussen gemeenten naar takenpakket ( VII, nr. 22) Cqörüz c.s. over het terugbrengen van de overhead bij de politiekorpsen ( VII, nr. 23) Cqörüz c.s. over de effectiviteit van het instrumentarium voor bestrijding van overlast ( VII, nr. 24) Van der Burg c.s. over maximaal twee bestuurlijke niveaus die zich met bepaalde beleidsterreinen bezighouden ( VII, nr. 25) Van der Burg/Pechtold over minder tussenlagen in het binnenlands bestuur ( VII, nr. 26) Van der Burg over minder volksvertegenwoordigers ( VII, nr. 27) Van der Burg over adviesraden op ad-hocbasis ( VII, nr. 28) Heijnen over aanvullende maatregelen om meer allochtonen in dienst te nemen ( VII, nr. 29) Kuiken c.s. over het wegnemen van beperkingen voor realistische oefeningen van de brandweer ( VII, nr. 30) Brinkman over onderzoek naar homogeweld door allochtonen ( VII, nr. 31) Brinkman over het opheffen van alle waterschappen ( VII, nr. 32) Brinkman over een verbod op het dragen van hoofddoekjes ook binnen een politiebureau ( VII, nr. 33) Brinkman over de aanpak van Marokkaans straattuig door de politie ( VII, nr. 34) Van der Staaij c.s. over onderzoek naar de feitelijke beschikbaarheid van politieagenten ( VII, nr. 35) Van der Staaij c.s. over het niet ontmoedigen van het gebruik van mosquito s ( VII, nr. 36) Anker c.s. over de inzet van convenantgelden voor regionalisering ( VII, nr. 37) 2366/2367 -Van der Ham over een plan van aanpak voor de bestrijding van homofoob geweld ( VII, nr. 38) Van der Ham/Heijnen over early voting ( VII, nr. 39) 2368 Ingekomen stukken Jaarrekening Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening (PbEU L 224) (31 508) (aangenomen) 2261 Mensenhandel Debat naar aanleiding van een algemeen overleg over mensenhandel De Pater-van der Meer c.s. over artsen die medische ingrepen verrichten zonder autonome beslissing van de patiënt (28 638, nr. 37) Teeven/De Roon over het niet instellen van een reflectieperiode op Schiphol (28 638, nr. 38) 2324/2325 Rechterlijke ambtenaren Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding (31 227) (aangenomen) 2261 Regeling van werkzaamheden Stijging energienota Interpellatie-Graus over de stijging van de energienota Graus over de leveringszekerheid en betaalbaarheid van energie (31 783, nr. 1) 2269/2270 Voedselzekerheid ontwikkelingslanden Debat naar aanleiding van een algemeen overleg over voedselzekerheid in ontwikkelingslanden Van Gent c.s. over borgen door ontwikkelingslanden van hun eigen voedselzekerheid (31 250, nr. 40) 2261/2262 -Ferrier/Waalkens over het betrekken van ondervoeding en voedingswaarde bij het voedselzekerheidsbeleid (31 250, nr. 41) 2262 Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (begroting) Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2009 ( XI) , Van Leeuwen over de capaciteit van afdelingen Ruimtelijke Ordening bij provincies en gemeenten ( XI, nr. 21) Van Leeuwen over inzetbaarheid van het grondeigendom van Fortis Vastgoed ( XI, nr. 22) 2300 Fotoverantwoording: foto s De rechten op de foto s in deze vergadereditie zijn voorbehouden aan de betrokken fotopersbureaus. Foto s in deze editie: Michiel Sablerolle (Gouda) Order HAN8357 ISSN

3 27ste vergadering Donderdag Aanvang 9.00 uur Voorzitter: De Pater-van der Meer Tegenwoordig zijn 126 leden, te weten: Aasted Madsen-van Stiphout, Agema, Anker, Aptroot, Arib, Atsma, Van Baalen, Bashir, Van Beek, Besselink, Bilder, Biskop, Blok, Blom, Van Bochove, Boekestijn, Boelhouwer, Van Bommel, Bosma, Bouchibti, Bouwmeester, Brinkman, Ten Broeke, Van der Burg, Çörüz, Cramer, Depla, Dezentjé Hamming-Bluemink, Dibi, Tony van Dijck, Jan Jacob van Dijk, Jasper van Dijk, Van Dijken, Dijsselbloem, Diks, Eijsink, Ferrier, Fritsma, Van Gent, Gerkens, Gesthuizen, Gill ard, Graus, Griffith, Van Haersma Buma, Halsema, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Heerts, Heijnen, Hessels, Van Heugten, Van Hijum, Ten Hoopen, Irrgang, Jacobi, Jansen, Joldersma, Kalma, Kamp, Kant, Karabulut, Knops, Koopmans, Koppejan, Kraneveldt-van der Veen, De Krom, Kuiken, Langkamp, Leerdam, Van Leeuwen, Leijten, Lempens, Luijben, Madlener, Mastwijk, Van Miltenburg, Neppérus, De Nerée tot Babberich, Nicolaï, Omtzigt, Ormel, Ouwehand, De Pater-van der Meer, Polderman, Poppe, Van Raak, Remkes, Roefs, Roemer, De Roon, Samsom, Schermers, Schinkelshoek, Schippers, Schreijer-Pierik, Smilde, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Tang, Teeven, Timmer, Ulenbelt, Van der Veen, Van Velzen, Vendrik, Verbeet, Verdonk, Vermeij, Van der Vlies, Voordewind, Vos, Jan de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Weekers, Wiegman-van Meppelen Scheppink, Wilders, Willemse-van der Ploeg, De Wit, Wolbert en Zijlstra, en de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, de heer Hirsch Ballin, minister van Justitie, mevrouw Ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw Van der Hoeven, minister van Economische Zaken, de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de heer Van der Laan, minister voor Wonen, Wijken en Integratie, en mevrouw Bijleveld-Schouten, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De voorzitter: Ik deel aan de Kamer mee dat er geen afmeldingen zijn. Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde is de behandeling van: - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding (31227); - het wetsvoorstel Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening (PbEU L 224) (31508). Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en, na goedkeuring van de onderdelen, zonder stemming aangenomen. Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 11 september 2008 en 22 oktober 2008 over voedselzekerheid in ontwikkelingslanden. De voorzitter: De heer Vendrik zou het woord krijgen, maar hij is er nog niet. Daarom krijgt mevrouw Van Gent het woord. Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Voorzitter. Ik sta hier namens de heer Vendrik. Ik zal meteen de motie indienen, dan kunnen wij lekker opschieten. van mening dat ontwikkelingslanden de volle ruimte moeten krijgen om eigen keuzen te maken ter zake van de ontwikkeling van de eigen landbouwmarkt, het versterken van de positie van boeren en het borgen van voedselzekerheid; Voedselzekerheid ontwikkelingslanden TK

4 Van Gent van mening dat voorgaande voorrang dient te krijgen aan relevante internationale onderhandelingstafels, hetgeen onder meer betekent dat deze landen minimaal de ruimte (terug)krijgen om bijvoorbeeld voedselvoorraden aan te leggen, lokale markten te reguleren en importquota vast te stellen en/of importen te belasten; verzoekt de regering, vanaf heden op de relevante internationale fora als EU, VN-organisaties, WTO en Wereldbank uit te dragen dat ontwikkelingslanden de ruimte moeten krijgen, hun eigen voedselzekerheid te borgen en daartoe strekkende maatregelen moeten kunnen treffen, De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent, Vendrik en Irrgang. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 40 (31250). Mevrouw Ferrier (CDA): Voorzitter. Het is goed dat landbouw als sector terug is op de ontwikkelingsagenda. Wij hebben uitgebreid met de drie ministers kunnen praten over voedselzekerheid. Het feit dat wij het AO over twee dagen gespreid hebben, bood de gelegenheid om ook de actualiteit van de kredietcrisis in de tweede termijn bij het overleg te betrekken. De huidige financiële situatie maakt het nog belangrijker ons beleid, gericht op armoedebestrijding, eerlijker verdeling en het bestrijden van de voedselcrisis door de oorzaken aan te pakken, te handhaven. De voedselcrisis eist dagelijks duizenden levens. Dat moeten wij ons aantrekken en dat is ook majeure ingrepen waard, net als de kredietcrisis. Wil dit landbouwbeleid effectief zijn, dan moet het niet versnipperd zijn. Daarover heeft mijn fractie haar zorgen geuit en wij zien goede mogelijkheden om versnippering te voorkomen, door aansluiting bij AGRA en door inzet van de grote deskundigheid die Nederland heeft op het gebied van landbouw, met Wageningen, en op het gebied van water, met TNO. Wij zijn er tevreden over dat de regering de bereidheid heeft uitgesproken om, waar mogelijk op dit punt, aan te sluiten bij de voorstellen van Kofi Annan. Daarbij moet de Afrikaanse Unie een centrale rol spelen. Het gaat immers om vraaggestuurd beleid. Wij zullen heel kritisch blijven volgen, welke stappen op dit gebied worden gezet. Mijn fractie heeft ook aandacht gevraagd voor het feit dat wij niet alleen naar de hoeveelheid voedsel moeten kijken, maar ook naar de voedingswaarde. Wij willen dit vastgelegd zien in het beleid en wij dienen daartoe de volgende motie in. constaterende dat in de beleidsbrief Landbouw, rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid in ontwikkelingslanden (TK 31250, nr. 14) het aspect van ondervoeding en voedingswaarde ontbreekt; overwegende dat met het oog op de voedselcrisis, maar ook om de millenniumdoelen te behalen de aanpak van ondervoeding en aandacht voor voedingswaarde van groot belang is; overwegende dat ondervoeding direct of indirect raakt aan basisonderwijs, economische productiviteit, kindersterfte, verbetering van moederzorg en de strijd tegen hiv/aids, malaria en andere ziektes; overwegende dat aanpak van ondervoeding een integrale nationale en internationale benadering van meerdere sectoren van handel, gezondheid, water en sanitatie, onderwijs en landbouw vergt; verzoekt de regering, in haar beleid ten aanzien van voedselzekerheid in ontwikkelingslanden ook de elementen ondervoeding en voedingswaarde te betrekken, waarbij wordt aangesloten bij bestaande lokale kennis en initiatieven en uitwisseling van kennis en ervaring op dit gebied te bevorderen, evenals te bevorderen dat de producten zo veel mogelijk lokaal of regionaal ingekocht worden en de Kamer hierover te informeren, De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Ferrier en Waalkens. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 41 (31250). Minister Koenders: Voorzitter. Op zichzelf sta ik sympathiek tegenover het dictum van de door de heren Vendrik en Irrgang en mevrouw Van Gent ingediende motie. Ik kan het dictum dan ook ondersteunen. In de overwegingen echter zit een element dat ik wat ingewikkeld vind. Er staat namelijk dat ontwikkelingslanden in staat moeten worden gesteld om importquota vast te stellen en/of importen te belasten. De mogelijkheid daartoe hangt samen met internationale handelsovereenkomsten. Dit betekent dat ontwikkelingslanden zoiets nooit helemaal unilateraal kunnen doen. Dat neemt niet weg dat wij bereid zijn om aan het dictum van de motie te voldoen. In feite gebeurt dat al, omdat wij in alle internationale fora juist flexibiliteit ten aanzien van onderhandelingen steunen. Wij willen dus beleidsruimte voor ontwikkelingslanden en de mogelijkheid dat zij via vrijwaringsmaatregelen en tijdelijke bescherming voedselzekerheid bereiken. Op grond van deze overweging wil ik aanneming van deze motie ontraden. Ook de leden Ferrier en Waalkens hebben een motie ingediend. Ik ben het met de indieners eens dat voedingswaarde een essentieel element is bij ondervoeding. De voornaamste oorzaak van ondervoeding, in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin, is vooral gelegen in armoede en koopkracht en in mindere mate in het niet beschikbaar zijn van kwalitatief goede voedingsmiddelen. In een aantal gevallen speelt de gebrekkige kennis van ouders ook een rol. Daarnaast is er sprake van interne verdelingseffecten. Daarbij gaat het vooral over de relatie tussen man en vrouw en de manier waarop binnen een huishouding voedsel wordt verdeeld. Ons beleid richt zich op al deze aspecten door in te zetten op onder Voedselzekerheid ontwikkelingslanden TK

5 Koenders andere verbetering van het inkomen, ook van vrouwen, educatie met aandacht voor rechten van vrouwen en kinderen en programma s voor het beschikbaar stellen van voedsel, bijvoorbeeld in noodsituaties of via schoolvoedingsprogramma s zoals wij die in Ghana kennen. Wij zien deze motie dan ook als een aanmoediging om ons beleid voort te zetten en uit te bouwen. Wij zullen de Kamer berichten over de wijze waarop op bestaande initiatieven zal worden aangesloten. In die zin kunnen wij de motie ondersteunen. De voorzitter: Ik zie geen aanleiding voor de leden om hier een reactie op te geven. De beraadslaging wordt gesloten. De voorzitter: Wij zullen dinsdag over de moties stemmen. Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 oktober 2008 over IOBevaluatie Afrikabeleid. De heer Boekestijn (VVD): Voorzitter! De VVD-fractie meent dat een parlementair onderzoek dient te worden ingesteld naar de evaluatiepraktijk van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de gevolgen daarvan voor de effectiviteit van de besteding van onze ontwikkelingsgelden. Wij hebben daarvoor drie argumenten. In de eerste plaats stelt de VVD-fractie vast dat het IOB-rapport over acht jaar Afrikabeleid geen inzicht geeft in de effectiviteit van ons beleid. Het rapport geeft door de gekozen methodologie helaas geen antwoord op de vraag wat de bilaterale hulp nu eigenlijk heeft opgeleverd. In de tweede plaats stelt de VVD-fractie vast dat sommige auteurs van het evaluatierapport betrokken waren bij de totstandkoming en de vorming van het Afrikabeleid. Dat achten wij geen goede basis voor het trekken van lessen uit het verleden. Tot slot is de VVD-fractie van mening dat een effectief ontwikkelingssamenwerkingsbeleid staat of valt met een professionele onafhankelijke evaluatiepraktijk. Wij zijn dan ook voorstander van een parlementair onderzoek naar de evaluatiepraktijk van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de gevolgen daarvan voor de effectiviteit van de besteding van ontwikkelingsgelden. De volgende vragen kunnen daarbij aan de orde komen. 1. Waarom worden er niet standaard nulmetingen verricht? 2. Waarom komt er geen onafhankelijke evaluatiepraktijk tot stand? 3. Welke gevolgen heeft dit voor de effectiviteit van het beleid? Wij dienen hiertoe de volgende motie in. constaterende dat aan de hand van het rapport acht jaar Afrikabeleid van de IOB niet goed vastgesteld kan worden wat de gevolgen zijn van het Nederlandse beleid; overwegende dat het wenselijk is dat de Kamer goed geïnformeerd wordt over de effecten van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid; overwegende dat het wenselijk is, nader parlementair onderzoek in te stellen naar de evaluatiepraktijk van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de gevolgen daarvan voor de effectiviteit van de besteding van ontwikkelingsgelden; verzoekt het Presidium, een parlementaire onderzoekscommissie hiernaar in te stellen, De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Boekestijn, Zijlstra en Van Miltenburg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 82 (29237). De heer Waalkens (PvdA): Collega Boekestijn heeft in de aanloop naar de indiening van deze motie een aantal argumenten genoemd. Een daarvan was dat het specifiek gericht zou zijn op de bilaterale assistentie. U hebt in de aanleiding om deze motie in te dienen echter vergeten om ook de hele multilaterale inzet van ontwikkelingssamenwerking te noemen. Dat vind ik toch een omissie; dan bent u niet consequent. Dan moet u zeggen dat het niet alleen gaat om de bilaterale assistentie, maar ook om de inzet langs de multilaterale kant. De heer Boekestijn (VVD): De motie laat dat open en kan het insluiten, maar ik vind het in eerste instantie ook een prima idee om het te beperken tot de bilaterale hulp. De voorzitter: Mijnheer Waalkens, u krijgt het woord van mij, maar u was niet ingeschreven voor dit debat. De heer Waalkens (PvdA): Ik dacht dat de VVD alles tegen het licht wilde houden. U doet dat met de motie wel, maar u hebt een mondelinge bijsluiter gegeven, die ook in het stenografisch verslag komt, waarin u alleen op de bilaterale kant ingaat. Waarom bent u dan niet consequent? U trekt een geweldig grote broek aan, maar vervolgens maakt u het weer heel klein. De heer Boekestijn (VVD): Om te beginnen is dat helemaal niet waar. De vorige keer hebt u ook geprobeerd te zeggen dat ik een grote broek aantrek. Ik heb toen gezegd dat ik maar 1 mld. kan bezuinigen door het CPB. Dat was een afdoende antwoord daarop. Ik heb er geen enkel, maar dan ook geen enkel bezwaar tegen om ook het multilaterale kanaal erbij te betrekken. De motie sluit dit ook absoluut niet uit, dus ik kan u geheel geruststellen op dit punt. Mevrouw Ferrier (CDA): Voorzitter. Wij hebben een positief-kritisch debat gehad met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over de IOB-evaluatie van het Afrikabeleid en nog twee andere evaluaties. Er Afrikabeleid TK

6 Ferrier bestaat een hardnekkig beeld dat er in Afrika niets bereikt is, dat ontwikkelingssamenwerking niet werkt. Cijfers tonen aan dat er wel degelijk resultaten worden bereikt. De werkelijkheid is dat er juist binnen de kaders van Ontwikkelingssamenwerking zelf kritisch wordt gekeken naar de inzet van middelen, naar wat werkt en wat niet werkt. Op geen beleidsterrein worden zo veel evaluaties gedaan als dit en wordt het beleid overeenkomstig de uitkomsten van het onderzoek aangepast. Het CDA was kritisch over deze specifieke IOBevaluatie van het Afrikabeleid. De evaluatie pretendeerde het gehele Afrikabeleid te hebben geëvalueerd, terwijl slechts het bilaterale instrumentarium is onderzocht, de Afrikaanse context niet is meegenomen en te weinig rekening is gehouden met de onderbouwing van de gemaakte beleidskeuzen. De minister erkende dit tijdens het debat. Ik ben blij met de toezegging van de minister, in volgende evaluaties hiermee rekening te houden en hierop te reageren per brief, waarin ook het verzoek van het CDA wordt meegenomen inzake het instellen van een onafhankelijke commissie, een panel van advies voor het IOB. En wat collega Boekestijn betreft, zou het goed zijn als hij zich de komende tijd gaat richten op de feiten en niet op slecht voorbereide voorstellen die niet uitgevoerd blijken te kunnen worden en niet op een onderzoek waarvan hij bij voorbaat toch al de uitkomsten denkt te weten. Wij vragen ons af of de VVD heeft stilgestaan bij de gevolgen van een tegenstem voor de begroting van Buitenlandse Zaken. Daarmee zullen belangrijke zaken als 15% van het OS-budget voor de private sector collega s hebben daarvoor gestreden de ORIO-regeling, steun voor mensenrechtengroeperingen en strijd tegen de kinderarbeid door de VVD-fractie worden weggestemd. De heer Boekestijn (VVD): Ik zou mevrouw Ferrier een eenvoudige vraag willen stellen. Ik weet dat zij een hartstochtelijk voorstander is van ontwikkelingssamenwerking. Dat ben ik zelf ook. Ik weet dat mevrouw Ferrier zich ook zorgen maakt over het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Kan zij mij nu nog een keer heel langzaam uitleggen waarom zij elke poging blokkeert om dit beleid echt te moderniseren, elke poging die ertoe kan leiden dat wij Afrika werkelijk kunnen helpen? Hoe legt zij dat nu aan haar kiezers uit? Ik begrijp dat gewoon niet. De voorzitter: Eén poging, mevrouw Ferrier! Mevrouw Ferrier (CDA): Ik mocht het langzaam uitleggen, dus zal ik het ook langzaam uitleggen. Ontwikkelingssamenwerking gaat niet alleen over Afrika maar over meerdere gebieden. Als de heer Boekestijn goed naar mij heeft geluisterd in de verschillende debatten waarin ik het genoegen heb gehad samen met hem het woord te mogen voeren, zal hij zien dat de inzet van de CDA-fractie niet alleen nu maar ook in het verleden altijd is geweest om de effectiviteit van het beleid te vergroten. Wij hechten aan ontwikkelingssamenwerking vanuit de morele motieven maar ook vanuit een welbegrepen eigenbelang. Ik heb dat meerdere malen uiteengezet en dat ga ik hier niet nog een keer doen. Wij geven voortdurend aan wat de punten zijn waarop dat beleid kan worden verbeterd. Dat doe ik niet van achter mijn bureau maar vanuit kennis van de werkelijkheid en kennis van de feiten. Aan die kennis kom ik door bezoeken te brengen aan landen maar vooral ook door mij te informeren. Ik heb heel regelmatig contact met de vele wetenschappers die zich in ons land bezighouden met de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking, met mensen uit de praktijk vanuit de verschillende kanalen, zowel het civilaterale als het multilaterale kanaal. Ik informeer mij daarover en op basis daarvan geef ik aan, zoals ik bij de begrotingsbehandeling heb gedaan, hoe wij het beleid kunnen verbeteren. En ik ben reëel, voorzitter. Ik heb niet de pretentie dat ik als Kamerlid in een parlementair onderzoek deze complexe materie kan blootleggen terwijl wij daar zoveel deskundigen voor hebben in Nederland. Dat is verspilling van tijd. Ik wil de heer Boekestijn nogmaals aanraden om zich nu eens te beperken tot de feiten, geen halve waarheden te verkondigen en de waarheid niet te verdraaien, zoals hij zo vaak doet en daarmee een karikatuur van ontwikkelingssamenwerking maakt. De voorzitter: Dank u wel. Ik denk dat u dit de afgelopen maanden met enige regelmaat in deze zaal en in andere zalen in dit gebouw met elkaar hebt gewisseld. Wij zijn nu bezig met een VAO. De heer Boekestijn heeft een motie ingediend en ik zou graag het oordeel van de minister over die motie willen horen en uw debat onderling op dit moment willen stoppen. De minister heeft de tekst van de motie al voor zich en zal reageren. Minister Koenders: Voorzitter. Ik heb de tekst van de motie niet voor mij maar ik wil mij van een oordeel onthouden. Het is een verzoek aan de om al dan niet een onderzoek over de staat van de ontwikkelingssamenwerking in te stellen. Het is niet aan mij om daar een oordeel over te vellen. De voorzitter: U hebt gelijk; ik had dat eigenlijk ook gelijk moeten zeggen. Wij zullen deze motie in handen stellen van het Presidium en dan zal het Presidium zich daarover buigen, misschien aanstaande dinsdag en anders een week later. De beraadslaging wordt gesloten. De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. Aan de orde is de interpellatie-graus, gericht tot de minister van Economische Zaken, over de stijging van de energienota. Tot het houden van deze interpellatie is verlof verleend in de vergadering van 28 oktober (De vragen zijn opgenomen aan het eind van deze editie.) 1 De heer Graus (PVV): Voorzitter. De energienota stijgt op 1 januari 2009 nog veel harder dan voorspeld. Energiegigant Nuon kondigt zelfs aan de prijzen voor stroom met een zorgwekkende 21% te gaan verhogen. Voorts wordt een verhoging van de gasprijzen verwacht van minimaal 10%, terwijl de aan gas gekoppelde olieprijzen dalen. Voor modale gezinnen, waar wij voor staan, met Stijging energienota TK

7 Graus een gemiddeld energieverbruik betekent dit een onacceptabele verhoging van 160 bovenop de jaarnota, die voor die gezinnen boven de 2000 per jaar uit zal komen. Daar gaat hun dagje Efteling met het gezin. De regering zou er in tijden van crisis juist voor moeten zorgen dat het besteedbaar inkomen van onze burgers er niet op achteruitgaat. Ik heb dit de minister tijdens het begrotingsdebat van Economische Zaken ook al verzocht. Juist nu zouden de lasten verlaagd moeten worden, zodat de consumenten ons uit de negatieve spiraal van de kredietcrisis kunnen halen door consumeren, consumeren en nog eens consumeren. Waarom doen wij dat niet?dat wiel is wereldwijd allang uitgevonden. Nu kunnen modale gezinnen niet eens meer de rekening betalen van een primaire levensbehoefte als energie. De energiemonopolisten, waarvan menige gemeente en provincie aandeelhouder is, wijten de noodzakelijke prijsstijging aan de stijgende prijzen van grondstoffen waarmee stroom wordt opgewekt, zoals gas en kolen. Zij vergeten er gemakshalve bij te vermelden dat zij onze hardwerkende burgers en bedrijven laten opdraaien voor de graaicultuur van honderden miljoenen per jaar aan woekerwinsten. Het geld wordt gebruikt om door wanbeleid en linkse hobby s veroorzaakte gaten in de begroting te financieren. Er worden torenhoge bonussen uitgekeerd aan leidinggevenden om hun stoel warm te houden, terwijl zij toch al veel te fors verdienen. Dit gaat allemaal over de ruggen van modale mensen voor wie energie een primaire levensbehoefte is. Zeker in tijden van crisis is dit een schande! Voorts betalen onze burgers zonder het te weten de bouw van de zeer onrendabele windmolens uit de huidige generatie ik zeg nadrukkelijk uit de huidige generatie onder druk van groene activisten en al even groene politici. De consument moet de door de regering opgelegde energiebezuiniging betalen. Door exorbitante verhogingen gaan leveranciers hun winst veiligstellen door die prijzen nogmaals te verhogen; dat is ook een oorzaak. Kortom, onze burgers worden zelfs gestraft nu zij zuiniger met energie omgaan. Dat is de omgedraaide wereld. De PVV-fractie heeft meerdere acties ondernomen tegen bovenstaande graaicultuur, woekerwinsten, links wanbeleid door provincies en gemeenten et cetera. Wij hebben spoeddebatten aangevraagd en gevoerd; Kamervragen gesteld, waarop wij altijd onbevredigende wollige antwoorden mochten ontvangen; motie ingediend en nu roepen wij inderdaad de verantwoordelijke minister van Economische Zaken en ik dacht dat de minister van Financiën er ook bij zou zijn ter verantwoording in dit interpellatiedebat. Ik heb daarvoor vragen ingediend zoals gebruikelijk is en ik zal die nog even oplezen. Dat is ook voor de mensen thuis belangrijk. - Deelt de minister de mening dat het ontoelaatbaar is dat de prijs van stroom vanaf januari 2009 gemiddeld 21% hoger wordt? Zo nee, waarom niet? - Deelt de minister de mening dat het ontoelaatbaar is dat de prijs van gas vanaf januari 2009 gemiddeld 11% hoger wordt? Zo nee, waarom niet? - Is de minister met mij van mening dat het ongehoord is dat de energierekening voor een gemiddeld huishouden sinds 2000 meer dan verdubbeld is? Zo nee, waarom niet? - Kan de minister uitleggen waarom hardwerkende mensen volgend jaar opnieuw fors meer voor gas moeten gaan betalen, terwijl de olieprijs daalt? - Hoe en wanneer gaat de minister ervoor zorgen dat de exorbitante overwinsten uit verleden, heden en toekomst van de energiebedrijven worden teruggegeven aan de burgers? Wil zij afnemers van gas en elektriciteit tegemoetkomen door verlaging van de afnameprijs tot een kostendekkend niveau? Ik heb hierover ooit een soortgelijke motie ingediend met de heer Vendrik van de GroenLinksfractie. - Wat gaat de minister doen om te voorkomen dat de stroom- en gasprijzen voor onze burgers nog verder de pan uit rijzen? - Is de minister bereid om de koppeling tussen olie- en gasprijzen ongedaan te maken nu blijkt dat de olieprijs gedaald is, terwijl de gasprijs zelfs gaat stijgen? Wij hebben geconstateerd dat, indien de gasprijs in navolging van de olieprijs daalt, dit steeds een halfjaar te laat gebeurt en in procentueel mindere mate dan de daling van de olieprijs. - Is de minister met mij van mening dat juist in deze tijd van crisis koopkrachtverbetering door middel van lastenverlichting een van de oplossingen vormt om uit de negatieve, vicieuze spiraal te komen? Ik wil de minister eraan herinneren dat de naheffingen en de verhoging per januari 2009 voor een extra klap voor onze economie gaan zorgen. Let op mijn woorden: het gaat gebeuren. De heer Jansen (SP): De heer Graus zei dat de graaicultuur van de gemeenten en provincies het gevolg is van linkse hobby s. Dan voel ik mij natuurlijk direct aangesproken. Ik heb een tijdje geleden nagegaan welke mensen bij de gemeenten en de provincies aan de knoppen draaien. Dat zijn in het algemeen gedeputeerden van het CDA, de VVD en de PvdA, overigens vooral van het CDA en de VVD. Vindt de PVV die partijen links? De heer Graus (PVV): Ook binnen het CDA en de VVD zijn er veel linkse politici. Ik vind ook dat het CDA en de VVD de laatste jaren verlinkst zijn. Dat klopt. De heer Zijlstra (VVD): De heer Graus heeft het steeds over woekerwinsten. Kan hij aangeven wat de woekerwinst was van bijvoorbeeld Nuon in de laatste cijfers die gepubliceerd zijn? De heer Graus (PVV): De heer Zijlstra kan dat net zo goed opzoeken als ik. Ik heb dat nu niet bij de hand. Dit is een interpellatiedebat met een spreektijd van enkele minuten. Ik heb dat nu dus niet bij de hand, maar ik zal die gegevens straks op mijn kamertje opzoeken en bilateraal aan de heer Zijlstra geven. Hij kan het ook zelf opzoeken. Het gaat om honderden miljoenen euro s. Dat weet de heer Zijlstra zelf ook. Hij doelt waarschijnlijk op het onlangs in de krant gepubliceerde bericht dat de winsten ontzettend zijn afgenomen. Dat is logisch, maar ik heb het in mijn spreektijd ook over het verleden gehad. Ik heb het over het heden en het verleden. Daar gaat het om. Iedereen zal last hebben van de kredietcrisis. Als wij niet oppassen, komt er straks ook nog een energiecrisis. Door een energiecrisis zou de kredietcrisis nog veel erger worden. Als wij zo doorgaan, zal de economische groei zelfs tot beneden het nulpunt zakken. Als wij nu onze consumenten en burgers hiermee gaan pakken, is het einde zoek. Dan wordt het regeringsbootje het reddingssloepje van de Titanic. Het gaat niet meer Stijging energienota TK

8 Graus om het VOC-schip van de heer Balkenende. Momenteel vaart er een reddingssloepje van de Titanic. Dat heb ik ook al gezegd bij de behandeling van de begroting van Economische Zaken. De heer Zijlstra (VVD): De heer Graus heeft het steeds over winsten, ook voor de toekomst. Nuon had een verlies. Hoe houdt hij zijn verhaal overeind dat al die hoge gasprijzen bedoeld zijn om woekerwinsten te halen, terwijl het nettoresultaat een verlies was? Valt zijn verhaal daardoor volledig in het water? De heer Graus (PVV): Absoluut niet. Overigens moet ik eerlijk toegeven dat er nadat ik deze vragen had opgesteld, inderdaad in de krant stond dat Nuon te maken heeft met een verlies. Ik verwijs echter nog steeds naar het verleden. Waar is het geld plotseling gebleven, waar zijn die honderden miljoenen gebleven? Er is misschien een deel bij de IJslandse bank terechtgekomen, maar daar gaat het om. Dit geldt niet voor alle energiebedrijven. De heer Zijlstra heeft het nu alleen over Nuon. Ik heb het over meerdere energiebedrijven. De exacte cijfers zal ik straks geven; ik heb die klip en klaar op papier staan. Die zijn niet interessant voor de mensen, maar wel dat het om honderden miljoenen gaat. Dat is belangrijk. Minister Van der Hoeven: Mevrouw de voorzitter. Ik zal beginnen met een aantal algemene opmerkingen en daarna zal ik ingaan op de vragen van de heer Graus. Uiteindelijk zijn er twee kernvragen aan de orde. Waar komt de stijging van de energierekening vandaan en kunnen wij daaraan iets doen? Voor mij zijn twee zaken van belang. In de eerste plaats de betaalbaarheid. In de tweede plaats hebben wij gekozen voor de liberalisering van de gas- en elektriciteitsmarkten en daarmee voor meer vrijheid in de prijs en keuzevrijheid van de consument. Sinds 1 juli 2004 kan iedere afnemer van gas en elektriciteit zijn eigen leverancier kiezen en dat biedt belangrijke voordelen. Er zijn ook verschillen. Bij de huidige aanbiedingen van gas en elektriciteit bij een jaarverbruik van 1850 m3 gas en 3500 kwh elektriciteit inclusief netbeheer en energiebelasting, bedraagt de goedkoopste aanbieding ongeveer 1800 en de duurste Je bepaalt zelf bij welke afnemer je klant wilt zijn. De prijs voor de consument wordt bepaald door de kosten van levering, het gas of de elektriciteit, de transportkosten, dus het netbeheer, en de belasting. Een energierekening bestaat globaal voor 50% uit de kosten voor het gas of de elektriciteit. Er is een berichtje in de krant verschenen dat Nuon voor een groot deel van zijn kleinverbruikers de stroomprijs vanaf 1 januari met 21% en de gasprijs met 11% verhoogt. Ik heb nagevraagd wat dit nu precies betekent en toen bleek dat die stijging betrekking heeft op het leveringsdeel, dus alleen op de energie zelf en niet op de totale rekening. Die levering maakt ongeveer de helft uit van de totale rekening. Dit betekent dat de totale verhoging ongeveer de helft is van de door Nuon aangegeven percentages. Wij weten nog niet wat de andere leveranciers gaan doen. Dat is nog onbekend op dit moment. De vraag is dan hoe kan worden verklaard dat de energierekening stijgt bij een dalende olieprijs. Veel consumenten kiezen bij hun aanbieder voor van oudsher bestaande contracten, bekende contracten, waarbij de prijs per halfjaar wordt aangepast en de gasprijs is gekoppeld aan de olieprijs. Consumenten kunnen echter ook voor een andere contractvorm kiezen. Overigens is dit ook van oudsher de meest gebruikte contractvorm die energiebedrijven met hun leverancier aangaan. Hoe werkt dit? De gasprijs voor consumenten is gekoppeld aan de olieprijs. Er is sprake van een vertraging. De periode 1 januari - 1 juli wordt bijvoorbeeld bepaald door de gemiddelde olieprijs in de voorafgaande maanden mei tot en met oktober. Je ziet dan dat de gasprijs voor de periode 1 juli - 31 december wordt bepaald door de olieprijs van de voorafgaande maanden november tot en met april. Er zit dus een na-ijleffect in. Praktisch gezegd komt het erop neer dat als je voor deze contractsvorm kiest, de prijs vanaf 1 januari wordt bepaald door de gemiddelde olieprijs over de maanden mei tot en oktober. Toen deed zich inderdaad een extreem hoge piek voor, dat klopt. Dit leidt inderdaad tot een verhoging. Dus als de actuele olieprijs daalt, kan de gasprijs voor de kleinverbruikers met dat contract toch nog stijgen. Dit werkt overigens niet alleen in het nadeel van de consument, want als de olieprijs op het huidige niveau blijft dan leidt dit tot een daling van de gasprijs per 1 juli De suggestie is gewekt dat prijsstijgingen bij dit soort contracten eerder of sterker doorwerken dan prijsdalingen. Ik kan dan niet bewijzen. Ik heb geprobeerd om die stelling onderbouwd te krijgen en ik heb dus een beetje advocaat van de duivel gespeeld, maar ik kan het niet bewijzen. Ik weet wel dat de gasprijs in juli 2007 met 7% daalde voor de tweede helft van 2007 in een periode van een aanhoudende stijging van de olieprijzen. Verder is het natuurlijk de vraag of de koppeling elk half jaar gelegd moet worden. Ik heb begrepen dat GasTerra kijkt naar een verkleining van de referentieperiode van twee keer per jaar naar vier keer per jaar. Ik denk dat dit een goede zet zou kunnen zijn voor deze contractsvorm. Ik zeg voor deze contractsvorm, want er zijn ook andere contractsvormen. Mijnheer Graus vraagt mij in te grijpen in de prijsvorming van de energiebedrijven. Dat gaat niet. Ik kan natuurlijk van alles doen, maar wij moeten wel in het oog houden waar dat toe leidt. Een consument kan kiezen tussen aanbieders of voor een andere contractsvorm. Zo kan hij zijn prijs voor langere tijd, bijvoorbeeld een periode van drie jaar, vastzetten. Daardoor krijgt hij zekerheid over de hoogte van zijn energierekening. Een derde van de consumenten maakt gebruik van deze mogelijkheid. In het algemeen is het dus zo dat een consument die het niet bevalt, kan kiezen voor een andere contractsvorm of een andere aanbieder. Ingrijpen in de prijs kan niet zomaar, omdat de prijs afhankelijk is van de contractsvorm en de aanbieder. Voorzitter. Dit waren mijn algemene opmerkingen. De voorzitter: Ik zie dat zowel de heer Jansen als de heer Graus over de algemene opmerkingen een vraag wil stellen. Mijnheer Jansen. Stijging energienota TK

9 Van der Hoeven De heer Jansen (SP): De minister van Economische Zaken verbindt een kwalificatie aan het voornemen van GasTerra om over te schakelen van een halfjaarlijkse prijsaanpassing naar een kwartaalaanpassing. Ziet zij dat als een voordeel voor de consument? De prijzen zullen dan immers nog veel meer op en neer gaan. Wat denkt u dat de consumenten per saldo het liefste zien: stabiele prijzen of sterk wisselende prijzen? Minister Van der Hoeven: U geeft het antwoord op uw eigen vraag. De consument wil een stabiele prijs en de laagst mogelijke prijs. Zo simpel is dat. In ieder geval willen ze stabiele prijzen en geen hiphopgedrag. De heer Jansen (SP): Dan is de kwalificatie die u gaf van het voornemen van GasTerra toch zeker onjuist? Minister Van der Hoeven: Ik vind het een interessante ontwikkeling, maar dat wil nog niet zeggen dat het een oplossing is voor het probleem. Dat is het niet. GasTerra kijkt er nu naar. Daar heb ik geen problemen mee. Overigens werkte men voor de liberalisering met een kwartaalsystematiek voor de grootverbruikers. Mijn advies is: laten wij eerst eens onderzoeken wat het effect ervan is. Als het het effect is dat mensen hoorndol worden als ze vier keer per jaar geconfronteerd worden met een prijsaanpassing, dan moet je het niet willen. Als het het effect is dat mensen tevreden zijn met een snellere aanpassing, dan moeten ze ook beseffen dat de consequentie daarvan is dat prijzen sneller omhoog kunnen gaan. Deze verandering van het systeem heeft dus plussen en minnen. Een derde van de mensen kiest voor een contractsvorm, bijvoorbeeld een contract met een duur van drie jaar, die zekerheid over de prijs biedt. Dat is natuurlijk ook for better and for worse. Op het moment dat de energieprijzen omlaag gaan, heb je dan immers pech. Je kiest daar dus zelf voor als consument en in die keuzevrijheid wil ik niet treden. De heer Graus (PVV): Ook als je overstapt naar een kwartaalsysteem, blijft de gasprijs afhankelijk van speculaties op de oliemarkt en prijsopdrijving. Daar wil de PVV-fractie nu juist van af. Kan de minister daarop een antwoord geven? Minister Van der Hoeven: Dat is de minister niet van plan. Zo simpel is het. Voorzitter. Ik kom nu toe aan de beantwoording van de acht interpellatievragen. In mijn antwoord tot nu toe heb ik een deel van die vragen al beantwoord, maar ik denk dat het goed is om ze alle acht na te lopen. De eerste twee vragen betreffen de gemiddelde stijging van 21%. De heer Graus vraagt of ik zijn mening deel dat het ontoelaatbaar is dat de prijs van gas vanaf januari 2009 gemiddeld 11% hoger wordt. Alleen Nuon heeft hierover informatie beschikbaar gesteld. Nuon heeft het laatste kwartaal inderdaad verlies geleden. Ik bevestig de opmerking die de heer Zijlstra hierover maakte. Navraag bij Nuon leert dat de stijgingspercentages betrekking hebben op het leveringstarief. Dat is 50% van de hele rekening. De andere helft bestaat uit netgebruik en belastingen. Dat betekent dat de stijging eigenlijk ongeveer de helft bedraagt van wat Nuon aangeeft. Dat is inderdaad een gevolg van de sterke stijging van de energieprijzen op de wereldmarkten die vertraagd doorwerkt in de leveringstarieven voor kleinverbruikers. Hetzelfde geldt voor een sterke daling van de energieprijzen, want ook die werkt vertraagd door in de leveringstarieven voor kleinverbruikers. De derde vraag van de heer Graus is of ik met hem van mening ben dat het ongehoord is dat de energierekening voor een gemiddeld huishouden sinds 2000 meer dan verdubbeld is, en zo nee, waarom niet. In 2000 bedroeg de olieprijs ongeveer $20 per vat. Wij hebben dit jaar in een bepaalde periode te maken gehad met olieprijzen van bijna $150 per vat. Op dit moment niet meer. Wereldwijd zijn de prijzen voor grondstoffen en energie in de laatste jaren sterk gestegen en dat komt tot uiting in de prijs die je als consument betaalt. Verder denk ik dat de gewenste prijssignalen er inderdaad moeten zijn. Daarmee zorg je er ook voor dat er prikkels komen die zijn gericht op energiebesparing en verduurzaming. Het hangt natuurlijk wel allemaal met elkaar samen. Dus ik ben het niet eens met de heer Graus. Ik hoop dat hij begrijpt dat dit mijn conclusie is. De vierde vraag is of ik kan uitleggen waarom hardwerkende mensen volgend jaar opnieuw fors meer voor gas moeten betalen, terwijl de olieprijs daalt. Ik heb al gezegd dat je als consument kunt kiezen voor een bepaalde leverancier en voor een prijsconcept voor je energie. Wij hebben dus enerzijds prijsconcepten waarbij je de prijs voor langere tijd vastzet. Dan kies je voor zekerheid, zeg ik tegen de heer Jansen. Veel consumenten kiezen echter voor het concept dat in de markt bekend staat als variabele prijzen. Daarbij is de gasprijs voor de consument uitsluitend gekoppeld aan de olieprijs. Ik heb daarnet uitgelegd hoe dat systeem werkt. De prijzen voor dat soort contracten zullen omhoog gaan per 1 januari, omdat dan pas de piek in de olieprijs van afgelopen zomer doorwerkt. Als de prijzen op het huidige niveau blijven, dan gaan de prijzen voor dit soort contracten in juli weer omlaag. De heer Graus (PVV): Wij refereren aan Nuon, omdat ik mijn interpellatiedebat op dat stukje in de krant, op de berichtgeving daarover heb gebaseerd. Overigens wijs ik, aansluitend op wat de heer Zijlstra vroeg en waar u het over hebt, op het feit dat Nuon een bedrijf is dat heel veel met windenergie heeft gedaan. Nuon adverteert daar ook heel veel mee. Minister Van der Hoeven: Nou en? De heer Graus (PVV): Nou, ik denk dat daar voor een heel groot deel de schuld ervoor ligt dat Nuon zoveel verlies lijdt. Dat moeten wij toch allemaal weten, met zijn allen? Die oorzaken zijn bekend, dus laten wij daarin niet alleen op Nuon afgaan. Voor de rest heb ik een vraag aan u. Hoe gaat u de mensen in een tijd van kredietcrisis, in een tijd van recessie zo mag je het toch wel noemen uitleggen dat u het niet doet? U weet wat er op dit moment in Amerika gaande is en dat komt hier ook dadelijk, over een paar maanden of misschien binnen een jaar of twee. Hoe gaat u de mensen uitleggen dat u niet ontkoppelt? Geeft u daar nu eens een goede reden voor! U zegt alleen dat u het niet wilt en dat u het niet doet, maar geeft u nu eens één goede reden! Hoe kunt u dat nu verantwoorden naar de burgers toe? Minister Van der Hoeven: Ik denk dat ik heel goed kan uitleggen dat heb ik ook gedaan en ik wil het best nog Stijging energienota TK

10 Van der Hoeven wel een keer doen hoe het in elkaar zit en waarom de ene burger die gekozen heeft voor een variabel contract met een prijsstijging wordt geconfronteerd en de andere burger niet. Ik denk ook dat ik heel goed kan uitleggen waarom de ene burger met een variabel contract met meer prijsstijging wordt geconfronteerd dan een andere burger, die bijvoorbeeld bij een ander bedrijf zit. Ik heb u aangegeven dat er verschillen zijn tussen bedrijven. En ik herhaal dat het aan de burger zelf is om daar dan iets aan te doen. Je stemt met je voeten, maar je kiest ook je energieleverancier met je voeten, door gewoon te kiezen voor een andere leverancier. Dat soort keuzevrijheid wil ik houden. Ik wil ook graag dat consumenten zich ervan bewust zijn dat zij een keuze hebben. Dan kom ik op al die opmerkingen die u maakt ten aanzien van windenergie, mijnheer Graus. Ik weet hoe u daarover denkt, maar ik ben blij dat de rest van de voorstander is van duurzame energie, van alternatieve vormen van energie, en mij juist in tegenstelling tot uw oproep vraagt om meer te besteden aan windenergie. Dat is een ander debat, voorzitter, maar dat wilde ik toch wel graag even kwijt. De heer Graus (PVV): Voorzitter. Ik wil toch even vermelden en dat heb ik al een paar keer gedaan dat wij tegen de huidige generatie windenergie zijn, en dus niet tegen alternatieve vormen van energie. Dat heb ik nooit gezegd. Ik heb alleen gezegd dat ik tegen de huidige generatie ben. Die geeft veel verlies en dat blijkt nu ook wel. Nuon is echt een bedrijf dat veel heeft geïnvesteerd in windenergie en u ziet: zij hebben inderdaad verlies gemaakt, dus wat ik twee jaar geleden voorspeld heb, is gewoon uitgekomen. Minister Van der Hoeven: Ik weet niet wat u voorspeld hebt... De voorzitter: Nee, maar gaat u door. Minister Van der Hoeven: Wat ik wel weet, is dat ik pas vier vragen beantwoord heb. Ik ga nu naar de vijfde vraag toe. De vijfde vraag van de heer Graus gaat over het teruggeven aan de burgers van de exorbitante overwinst uit verleden, heden en toekomst. Ik denk dat het van belang is om twee soorten bedrijvigheid waaruit winst voortkomt te onderscheiden, namelijk transport en levering. Bij transport gaat het om de netten, bij levering om wat je krijgt aan gas of stroom. Dat is ook het onderscheid bij de splitsing van de energiebedrijven op basis van de Wet onafhankelijk netbeheer. Wij hebben op 10 september jongstleden een speciaal debat gewijd aan de tarieven en winsten van transport. Nu gaat het om winst op levering. De levering bedraagt ongeveer 50% van de totale energierekening. Hiervoor moeten de markten gewoon efficiënt zijn. Dan kunnen overwinsten, of exorbitante winsten, als zij al voorkomen, niet lang standhouden omdat consumenten anders overstappen naar een ander bedrijf. Misschien zijn wij nog niet waar wij uiteindelijk willen uitkomen, dat onderschrijf ik wel. Maar in de monitor voor de kleinverbruikersmarkt over 2006 constateert de NMa dat een aantal indicatoren van de marktontwikkeling zich goed ontwikkelt. Ik heb al gezegd dat Nuon geen winst maar verlies heeft gemaakt over het derde kwartaal. Nuon is het enige bedrijf dat tot nu toe zijn intenties voor het eerste halfjaar van 2009 heeft bekendgemaakt. De zesde vraag is wat ik ga doen om te voorkomen dat de stroom- en de gasprijs verder de pan uitrijzen. De prijzen van stroom en gas worden vooral bepaald door de prijsontwikkelingen op de mondiale energiemarkt. Daarop heb ik geen invloed en de Kamer ook niet. Wij hebben er wel invloed op of markten goed werken. Dat leidt tot goede marktprijzen, waarbij er inderdaad verschil is tussen de ene aanbieder en de andere, en waarbij er verschillende contractvormen mogelijk zijn. Dat voorkomt overwinst bij bedrijven. Op de mondiale energiemarkt kan ik niet ingrijpen, maar bij het netgebruik hebben wij dalende prijzen gezien, ook als gevolg van de toegenomen efficiency. Ik heb de Kamer eerder toegezegd dat ik volgend jaar met maatregelen kom om de marktwerking op de gasmarkt verder te verbeteren. De zevende vraag is of ik bereid ben de koppeling tussen olie- en gasprijzen ongedaan te maken. Ik heb al aangegeven dat de energiemarkt in Nederland en in heel Europa is geliberaliseerd. Ik kan dus niet ingrijpen in de stroom- en gasprijs. Dat kan de Kamer ook niet. Ik wil het ook niet. Ik ben voorstander van keuzevrijheid voor consumenten. Ik wil leveranciers en consumenten niet verbieden om een contract af te spreken waarbij de prijs van gas is gerelateerd aan de prijs van olie. Ik wil hun ook niet verbieden om een ander prijsconcept te gebruiken. Ik zeg alleen tegen iedereen: denk even na, kijk hoe je eigen contract in elkaar zit en op welke manier je daarin verbetering kunt aanbrengen als je dat wilt. Dat brengt mij bij vraag acht over de koopkracht. Wij kijken natuurlijk naar het hele koopkrachtplaatje, niet alleen naar dit aspect. Men weet dat dit kabinet voor 2009 heeft afgezien van een btw-verhoging en dat wij er ook voor hebben gezorgd dat de WW-premie op nul wordt gezet. Dat geeft een behoorlijke impuls aan de koopkracht. In de kranten van vandaag is te zien dat dit ook door de pers is opgepakt en dat het voor zover ik het heb kunnen lezen heel netjes is weergegeven. De heer Vendrik (GroenLinks): Voorzitter, als u mij toestaat, heb ik drie korte vragen in één keer. Dan ziet u mij niet meer terug, mits de antwoorden van de minister deugdelijk zijn. De voorzitter: Nee, wij hebben een afspraak. De heer Vendrik (GroenLinks): Die politieke bijsluiter is toch belangrijk! Ik snap wat u bedoelt. Er spelen hier twee oude zeurende kwesties. Destijds heeft de Kamer indringend met de voorganger van deze minister gesproken over het oligopolistische karakter van de Nederlandse energiemarkt. Wat is het laatste inzicht op dat punt? Daar zit een tendens tot overwinsten in besloten. Consumenten moeten goed kunnen opletten en snel kunnen overstappen, zegt de minister. Ook dat is in het verleden regelmatig besproken. Er wilde nog wel eens sprake zijn van tamelijk hilarische taferelen. Probeer maar eens af te komen van je oude energieleverancier. Kan de minister ons vertellen dat consumenten vandaag de dag inderdaad makkelijk en zonder hindernissen kunnen overstappen naar een andere energieleverancier? De derde vraag is, als energieleveranciers niet anders dan kunnen besluiten om bijvoorbeeld in het jaar 2009 Stijging energienota TK

11 Van der Hoeven hogere tarieven in rekening te brengen, of de minister er dan voor voelt om in overleg met de energiesector te treden en hun te zeggen de consumenten een aanbod te doen om die te helpen met energiebesparing. Dat draagt bij aan de duurzaamheidsdoelstelling van het kabinet, maar het zou consumenten ook in de gelegenheid kunnen stellen om zelf handen en voeten te geven aan het reduceren van hun eigen energierekening. Dan sla je wellicht twee vliegen in één klap. Minister Van der Hoeven: Ik neem de laatste vraag en de laatste suggestie van de heer Vendrik mee in het overleg dat ik met de energiebedrijven heb. Ik vind dat je dan inderdaad twee vliegen in één klap kunt slaan. Dank voor deze suggestie. De eerste vraag gaat met name over de marktwerking van dit moment. Twee weken geleden is een motie aangenomen van de heer Ten Hoopen over de werking van de gasmarkt. Ik heb aangegeven dat ik daar voor het eind van het jaar op terugkom. Daaraan wordt gewerkt. Dan heb ik meteen die vraag geadresseerd. Het volgende deel van de vraag gaat over het switchen van leverancier. In 2007 is 8,5% van de klanten geswitcht van leverancier. Daarmee hebben wij het op één na hoogste percentage in Europa, na het Verenigd Koninkrijk. Over 2008 heb ik nog geen cijfers. Het feit dat men kan veranderen, wil niet zeggen dat men verandert, maar het is wel gemakkelijker geworden om te veranderen. Dat heeft ook te maken met de werking van de energiemarkt. Toezicht blijft nodig om te bekijken of de marktwerking inderdaad zo is als wij graag hebben. Als dat niet zo was, zou die 8,5% van de klanten niet zijn overgestapt. De eerste vraag ging met name over de werking van de energiemarkt. Ik weet niet of ik daarop voldoende antwoord heb gegeven. De voorzitter: De heer Vendrik zal het daarmee moeten doen. Minister Van der Hoeven: Dan zeg ik er nog iets bij. Natuurlijk is het zo dat de NMA en DTe op dit punt hun toezichthoudende rol moeten waarmaken. Dat is hierbij namelijk een belangrijk punt. Zij houden met name toezicht op de vier publieke energiebedrijven. De vier grootste leveranciers hebben namelijk een groot marktaandeel. De concurrentie neemt echter toe. Er zijn nieuwe toetreders: RWE, E.on, Electrabel en DONG. Dit zijn allemaal grote bedrijven die de concurrentiestrijd op de kleinverbruikersmarkt zijn aangegaan. Dit betekent al dat die markt in beweging is en dat er inderdaad wat te kiezen valt. Op een steeds competitievere markt is geen ruimte voor overwinst, want dan prijs je jezelf uit de markt. Ik verwacht dat de concurrentie, dus de marktwerking, op dit punt verder zal toenemen door het wetsvoorstel dat begin 2009 naar de Kamer komt, zoals ik heb aangekondigd. De NMa doet jaarlijks onderzoek naar de kleinverbruikersmarkt en kijkt met name naar marktwerking en marktdominantie. Er kan worden opgetreden op het moment dat dit nodig zou zijn. De heer Jansen (SP): Ik heb nog een nabrander. De minister zegt dat sprake is van concurrentie, ook in situaties dat er een grootmarktaandeel is van de publieke bedrijven, want er staan krachtige buitenlandse partijen op de stoep van de kleine markten. Op de telecommarkt heerste precies dezelfde situatie. Daar was KPN de oude monopolist, maar er was ook een aantal heel grote buitenlandse partijen zoals Vodafone en Deutsche Telecom. Toch heeft de Opta daar jarenlang de zweep laten knallen, veel meer dan de NMa op dit moment doet ten aanzien van de energiebedrijven. Wat is het verschil tussen die twee sectoren? Minister Van der Hoeven: Ik zie dat het aantal nieuwe toetreders op die markt snel stijgt. Zij dringen zich binnen en verwerven veel sneller een marktaandeel dan toentertijd het geval was met de markt waaraan u refereert. Het is echt anders dan het was. Op de groothandelsgasmarkt bijvoorbeeld is GasTerra de grootste partij met 60% marktaandeel. 40% komt van buiten. Je ziet dat leveranciers als Nuon en Essent niet bij GasTerra inkopen op de groothandelsmarkt voor verkoop op de kleinverbruikersmarkt. Die markt werkt dus op dit moment anders dan toentertijd. Ik ben wel met u van mening, dat het nodig is dat de NMa en DTe blijven monitoren, met name als het gaat om marktwerking en marktdominantie. Het grote verschil met die telecomtoestand is dat je daar geen onafhankelijk netbeheer hebt. Je hebt dus problemen met de toegang tot het netwerk. Dat is hier anders, want er is onafhankelijk netbeheer. Het net is toegankelijk voor een x-aantal leveranciers. Dat is op de telecommarkt een slagje anders. De beraadslaging wordt geopend. De heer Graus (PVV): Voorzitter. Ik stond hier vandaag voor de gewone man, het modale gezin. Ik heb de kosten van de Efteling genoemd. Dat is zo ongeveer het bedrag dat een gezin dadelijk meer kwijt is. Het gaat om mensen die al hun eigen flesje cola en hun eigen boterhammetjes mee moesten nemen. Ze kunnen nu echter niet meer naar de Efteling. Dat uitstapje wordt ze gewoon ontnomen. Ik vind dat raar. Er wordt helemaal niets voor de gewone burger gedaan. Mensen die spaargeld hadden, worden nu geholpen. Dat is heel terecht. Daar staan wij ook achter, maar voor de gewone burger wordt helemaal niets gedaan, terwijl dat heel eenvoudig is. De minister zegt dat het niet kan, maar zij wil het ook niet. Dat is altijd weer dat politiek correcte geneuzel, maar je kunt dit niet verkopen aan de burger. Daarom dien ik de volgende motie in. roept de regering op, er zorg voor te dragen dat de exorbitante stijging van de energieprijzen per januari 2009 voorkomen en voorts onder controle gehouden wordt door: - te zorgen dat de gasprijs niet meer aan de (piek)prijzen van olie gekoppeld kan worden; - de woekerwinsten en financiële reserves van energiebedrijven aan banden te leggen; - de extreem hoge salarissen en bonussen van bestuur- Stijging energienota TK

12 Graus ders uit de energiesector aan banden te leggen door de Balkenendenorm als plafond te hanteren; verzoekt de regering voorts, de leveringszekerheid en betaalbaarheid van energie voor onze burgers en bedrijven te garanderen en onafhankelijkheid van andere landen te borgen door toe te zien op verkoop van aandelen uit de energiesector om deze in Nederlands bezit te houden, De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 1 (31783). De heer Hessels (CDA): Voorzitter. Tot zover de soundbytes, maar nu heb ik een concrete vraag. De heer Graus weet, neem ik aan, dat wat hij vraagt binnen de huidige wetgeving onmogelijk is. Wanneer kunnen wij een initiatiefwetsvoorstel van de PVV verwachten om de wet zodanig te wijzigen dat dit per 1 januari 2009 kan? De heer Graus (PVV): Voorzitter. Dat is een heel goede vraag, maar wij zijn al met een aantal initiatiefwetsvoorstellen bezig. Mijn fractie is momenteel echter te groot voor het servet, maar nog te klein voor het tafellaken. Bovendien vond ik deze kwestie spoedeisend en vandaar dit interpellatiedebat. Ik ben een volksvertegenwoordiger, een parlementariër. De regering bestaat uit bestuurders. Ik vraag die bestuurders om ook eens met een oplossing te komen. Ik draag ook klip en klare oplossingen aan die ervoor kunnen zorgen dat de mensen meer te besteden krijgen en waardoor wij eerder uit de economische beslommeringen komen. Wij kunnen er samen uitkomen. De heer Hessels (CDA): Ik geef toe dat in de motie van de heer Graus een aantal suggesties staat dat tot een oplossing zou kunnen leiden. Het betreft suggesties, maar wij zijn hier allemaal volksvertegenwoordigers. Een lid van de is medewetgever, maar de heer Graus moet geen dingen vragen die onmogelijk zijn. Als dit per 1 januari geregeld moet worden, neem ik aan dat de heer Graus ook ideeën heeft over hoe dat moet worden geregeld. Hij kan niet alleen zeggen dat de bonussen omlaag moeten. Hij moet aangeven welke wetten moeten worden veranderd. Hij weet overigens dat dit niet meer kan voor 1 januari. Hij moet op zijn minst een andere termijn stellen, want dit werkt zo niet. De heer Graus (PVV): Daar heeft de heer Hessels een punt, maar wij kunnen het altijd proberen. Ik sta hier echter voor de gewone man. Ik doe er alles aan om hem te helpen. Vandaar dit interpellatiedebat, maar wij voeren ook spoeddebatten over dit soort zaken. Ik realiseer mij echter dat een initiatiefwetsvoorstel er ook niet voor kan zorgen dat 1 januari wordt gehaald. Vandaar dat ik de regering vraag wat wij nog wel heel snel kunnen doen, maar de heer Hessels heeft een punt. Ik zal mij daar ook op beraden, maar ik wijs er wel op dat wij bezig zijn met een aantal initiatiefwetsvoorstellen, bijvoorbeeld op het gebied van justitie, in concreto over minimumstraffen voor en een levenslang houdverbod vanwege dierenmishandeling. Wij zijn dus niet lui. Wij zijn dag en nacht bezig. Ik ga hier vaak om 2.30 uur als laatste naar buiten. Kom dus niet met het verwijt dat ik dit nog had kunnen doen, want dat was onmogelijk. Vandaar dat ik dit bij de regering neerleg. De heer Zijlstra (VVD): De PVV suggereert om de koppeling met de olieprijs los te laten. Welke uitwerking denkt de heer Graus dat dit zal hebben in een situatie waarin, zoals de minister zo-even al aangaf, 60% van het gas geleverd wordt door één producent, die dus een semimonopoliepositie heeft? Zijn eigen verhaal daarover betekent dat de prijzen omhooggaan. Hoe kan hij voorstellen dat hij de koppeling wil loslaten, terwijl deze op dit moment, zolang de Gaswet niet wordt aangepast, onze enige garantie is dat de energieprijzen nog een beetje in de hand gehouden worden? Hoe wil hij dat oplossen? De heer Graus (PVV): Een garantie heeft niemand. Ik baseer mij op wat ik in de afgelopen jaren en met name in de afgelopen maanden heb kunnen constateren. De olieprijs was eerst 20 dollar, kwam op een gegeven moment op 150 dollar en staat nu geloof ik op rond de 48 dollar. Daardoor is de gasprijs ontzettend slecht beïnvloed. Als er een eigen gasmarkt ontstaat, zou dat nog altijd eerlijker zijn dan dat de prijs van het gas gekoppeld wordt aan het speculatieve gedrag van de oliehandel. De heer Zijlstra weet ook dat er spelletjes gespeeld worden. De olieprijzen zijn gigantisch opgedreven. Daar hebben de kranten vol van gestaan. Men kent de discussies rond de olieprijzen. Daarop baseer ik mij. Ik heb het over met name het afgelopen halfjaar en de verhoging per januari. Een garantie voor de toekomst kan echter niemand geven, maar wij moeten nu roeien met de riemen die wij hebben en uitgaan van de gegevens die wij nu hebben. Daarop is dit interpellatiedebat gebaseerd. De heer Jansen (SP): De SP-fractie heeft grote sympathie voor iedereen die zich druk maakt over de woonlasten van de Nederlandse bevolking. Ik bespeur toch een zekere schizofrenie in het standpunt van de PVV-fractie, omdat juist de PVV in de Kamer de grootste voorstander is van een totale liberalisering van de markt. Laat de vrije markt zijn werk doen, vindt de PVV. Nu doet de vrije markt zijn werk, en dat pakt bijzonder ellendig uit voor de Nederlandse bevolking. Vervolgens gaat de heer Graus roepen dat er misschien toch een paar regels moeten komen. Gaat hij nu een initiatief indienen bij zijn eigen partij om zijn verkiezingsprogramma de volgende keer te veranderen? Zou dat niet verstandig zijn? De heer Graus (PVV): De heer Jansen heeft niet de debatten gevolgd waarin ik economisch woordvoerder was. Hij kan te rade gaan bij zijn collega Sharon Gesthuizen. Iedereen kan bevestigen en de heer Jansen kan de Handelingen erop naslaan dat ik altijd heb gezegd dat de PVV in principe voor liberalisering is, maar dat er altijd aan voorwaarden moet worden voldaan, bijvoorbeeld de voorwaarde van een gelijk speelveld. Er moet eerlijke concurrentie mogelijk zijn. Die punten hebben wij altijd genoemd. Kijk bijvoorbeeld naar de postmarkt. Samen met Sharon Gesthuizen, meen ik, hebben wij, als een van de weinigen, voor uitstel van liberalisering van de postmarkt gepleit. Hoe kan de heer Stijging energienota TK

13 Graus Jansen nu zeggen dat wij voor een totale liberalisering zijn? Dat klopt helemaal niet. De voorzitter: Ik zou het graag bij de energiemarkt willen houden. De heer Graus (PVV): Oké, maar dit werd mij voor de voeten geworpen. De heer Jansen (SP): Ik heb de heer Graus overigens in de afgelopen twee jaar regelmatig op dit onderwerp gehoord. Ik kan mij dit dus in ieder geval goed herinneren. Ik heb nog een tweede voorbeeld. Zojuist gaf de heer Graus als verklaring voor de verliezen van Nuon dat dit bedrijf zoveel windmolens gebouwd zou hebben. Dat klopt overigens niet; het komt door de termijncontracten van Nuon die nu wat lullig uitpakken. Laten wij echter eens aannemen dat het door de windmolens komt. Het is toch een gevolg van de geliberaliseerde markt dat Nuon zelf mag kiezen of het bedrijf windmolens bouwt of kolencentrales of god mag weten wat? Dat is toch een gevolg van de liberalisering? De heer Graus (PVV): Nu begint de heer Jansen mij weer in de schoenen te schuiven dat ik altijd per definitie voor liberalisering ben. Dat is niet zo. Hij gaat van een verkeerde basisveronderstelling uit. Daardoor blijft hij mij verkeerde dingen verwijten. Ik heb alleen gezegd: als je gewoon luistert naar de radio en kijkt naar de televisie en dat kan iedere burger doen, daar hoef je geen Kamerlid voor te zijn weet je dat met name Nuon windenergie wil, windmolens hier en windmolens daar. Iedereen weet dat windmolens wisselvallig, onbetrouwbaar en duur zijn en ook nog eens bar slecht rendement hebben. Dat heb ik voorspeld. Daarom pleit ik zo voor kernenergie. Zolang er geen nieuwe generatie windmolens is, moeten wij alleen pleiten voor kernenergie. Dat zorgt voor betaalbaarheid, goedkope energie, de borging van leveringszekerheid en een constante energievoorziening voor onze burgers. Daarvoor kunnen wij niet de ogen sluiten. Dat is mijn aanval op de huidige generatie windenergie geweest. Wat betreft de liberalisering, ben ik het volstrekt niet met de heer Jansen eens. Hij moet de Handelingen er maar eens op nalezen, of bij zijn collega s te rade gaan die met mij de debatten hierover hebben gevoerd, onder meer over de Postwet. Dan weet hij dat ik tegen die liberalisering was. De heer Jansen (SP): Voorzitter. De heer Graus heeft één punt gemaakt dat de SP-fractie graag wil onderstrepen. De Nederlandse consument heeft bijzonder weinig fiducie in de eerlijkheid van zijn energierekening. Hoe komt dat nou? De SP-fractie denkt dat dit komt doordat de kranten sinds de liberalisering van de energiemarkt vol staan met berichten over megawinsten van energiebedrijven, over gigasalarissen van de bestuurders van deze publieke energiebedrijven en over provincies en gemeenten die hun aandelen willen cashen. In tegenstelling tot de heer Graus heb ik de cijfers daarover nagezocht. In 2007, het laatste boekjaar waarover alle cijfers inmiddels gepubliceerd zijn, hebben de vier publieke energiebedrijven een gezamenlijk bedrijfsresultaat van 2,6 mld. geboekt. De uitgekeerde winst was nog hoger: 3,6 mld. Dat is nog veel opmerkelijker, want de uitgekeerde winst is normaal altijd wat lager. 3,6 mld. komt neer op ruim 500 per klant, 40 per maand. Vindt de minister het gek dat bij deze omstandigheden de Nederlandse huishoudens cynisch worden? De SP-fractie vindt dit niet gek. Er is volgens mij nog een tweede verklaring voor de geringe fiducie van de consument in de eerlijkheid van zijn energierekening. Hij snapt de energierekening niet meer. Ik kan mij nog de tijd herinneren dat ik een rekening kreeg van de Remu, waarop vier regeltjes stonden. Daarvan kon ik als consument chocola van maken. Inmiddels krijg ik drie dicht bedrukte A4 tjes met een stuk of 20, 30 posten erop. Je moet een buitengewoon goed inzicht hebben in het functioneren van de markt en de afgesproken regeltjes om dit nog te snappen. Mensen snappen dit dus niet. De SP-fractie zou het logisch vinden om in het kader van de megawinsten van de publieke bedrijven de controle op monopolistisch gedrag aan te scherpen. Een aantal mensen is overgestapt, ongeveer 20%. 80% zit dus nog steeds bij zijn oorspronkelijke leverancier. Bedrijven als Nuon en Essent hebben in hun oorspronkelijke werkgebied een marktaandeel van rond de 75%. Als je dit koppelt aan de winsten die deze bedrijven gemaakt hebben dit jaar zijn deze winsten misschien wat lager, maar structureel zijn ze de laatste jaren op een enorm hoog niveau gekomen lijkt mij dat er alle reden is om een tandje bij te zetten in het toezicht. Wij vinden de opstelling van de NMa jegens beide monopolisten nogal slap. De SP-fractie heeft al verscheidene keren gepleit voor een wettelijke bovengrens aan de uitgekeerde winst voor de overheidsbedrijven. Zo kunnen de bedrijfsresultaten ten goede komen aan investeringen in energiebesparing, duurzame energie, dan wel lagere tarieven. Ik zou daarvoor best een initiatiefwetsvoorstel willen indienen, maar het is wel logisch dat wij dit pas doen wanneer bijvoorbeeld de heer Hessels te kennen geeft dat hij zich er samen met mij sterk voor wil maken. Dan heeft hij de SP-fractie zeker aan zijn zijde. De SP-fractie is voorstander van stabielere consumentenprijzen. De flipperkastprijzen van dit moment op de wereldmarkt moeten vooral niet een-op-een vertaald worden in de rekening van de consument. Daar wordt hij knettergek van. Afgelopen juli is een amendement van mij aangenomen over de verplichte aanbieding van een consumentvriendelijk standaardcontract door de energiebedrijven. Voorzitter: Verbeet De voorzitter: Uw tijd is om, mijnheer Jansen. De heer Jansen (SP): Wat mij betreft zou dit een element moeten zijn in dit standaardcontract. Hoe staat het trouwens met dit standaardcontract? De heer Hessels (CDA): Voorzitter. Ik sta hier met gemengde gevoelens. Aan de ene kant vind ik het onderwerp energieprijzen heel belangrijk. Ik spreek niet voor de eerste keer over dit onderwerp. In 2005 hebben wij daarover al een spoeddebat gevoerd. In 2003 heb ik er, samen met de VVD-fractie, al moties en amendementen over ingediend. Wij zijn er dus al heel lang mee Stijging energienota TK

14 Hessels bezig. Destijds ging het over een verhoging van de prijzen die er zat aan te komen. Terwijl wij bezig zijn om deze markt te openen en terwijl wij zicht hebben op een verlaging van de prijzen, moeten wij er een interpellatiedebat over voeren. Ik vind dit een beetje vreemd, zeker omdat wij afgelopen maandag alles al hebben uitgediscussieerd. Maar alla, zo werkt dat. De aankondiging van de prijzen baart de CDA-fractie grote zorgen, maar met name ook het commentaar van de energiebedrijven erop. Ik citeer Erik Roddenhof, de commercieel directeur van Nuon. Op 24 oktober stond in de GPD-bladen: Het is goed dat mensen weer eens schrikken van hun rekening. Daarvan schrik ik nu. Hieruit spreekt een arrogante houding tegenover de klanten. Bovendien kan ik de heer Roddenhof ervan verzekeren dat zijn klanten al jarenlang schrikken van de Nuonrekening. Het zou een bedrijf dat voor 100% eigendom is van publieke aandeelhouders, sieren om te werken aan het zo laag mogelijk houden van de energieprijzen. Dat brengt mij bij de oorzaak van het zakken van de olieprijs en het stijgen van de prijs voor de consument op 1 januari. Wij hebben daar al heel vaak over gesproken. De minister heeft net toegelicht dat er een half jaar vertraging inzit. Anders dan de heer Graus zou ik wel met oplossingen willen komen. Ik wil er bij de minister heel sterk op aandringen, artikel 10 van de Gaswet extra sterk te gaan uitvoeren. De minister komt begin volgend jaar met een wetswijziging. Zij gaat ook de motie van de heer Ten Hoopen over de werking van de gasmarkt uitvoeren. Wij moeten echter constateren dat de gasmarkt nog steeds niet functioneert, ondanks het genoemde amendement uit 2004 bij de implementatie van de I&I-wet en ondanks de discussie in GasTerra brengt wel meer gas naar de gasbeurs TTF, maar het overgrote deel van het gas wordt nog steeds rechtstreeks verhandeld in termijncontracten. Als de gasbeurs beter zou functioneren, als daar echt marktwerking zou zijn, zou de gasprijs ook voor de energiebedrijven veel flexibeler toegepast kunnen worden en waren de enorme uitschieters elk halfjaar niet nodig geweest. Ik wil opnieuw een oproep doen aan de provincies en gemeenten als eigenaren van de energiebedrijven. Zij hebben voordeel bij hoge winsten van de energiebedrijven. Zij kunnen als aandeelhouders ingrijpen en duidelijk aangeven dat zij omwille van hun burgers genoegen zullen nemen met een lager dividend. De minister communiceert regelmatig met provincies en gemeenten over financiële onderwerpen en over hun aandeelhouderschap bij de energiebedrijven. De CDA-fractie zou het een goede zaak vinden als zij daarbij dit punt nadrukkelijk wil meenemen. De heer Zijlstra (VVD): Voorzitter. Mijn conclusie uit het betoog van de heer Graus is, dat de Efteling nogal duur is geworden dezer dagen. Ik heb namelijk hetzelfde dubbele gevoel als de heer Hessels. Het is een buitengewoon ernstig onderwerp en wij hebben er al heel vaak over gesproken. Dit debat zal er, eerlijk gezegd, niet toe leiden dat het probleem veel sneller opgelost wordt. Sterker nog: wat is het probleem? Natuurlijk gaat de energieprijs omhoog per 1 januari 2009, maar zo is hij ook gedaald gedurende 2007, terwijl de prijzen op de wereldoliemarkt op dat moment omhooggingen. De minister refereerde daar al aan. De consumenten hebben dus ook voordeel gehad van dit systeem. Er zit namelijk een vertraging in: als de energieprijzen omhooggaan, komt de verhoging pas een halfjaar later en heb je dus een voordeel. In dit geval werkt het toevallig een keer andersom. Wij moeten dan als politiek zo n rechte rug hebben om te zeggen: als je af en toe het voordeel hebt, heb je ook af en toe het nadeel, hoe jammerlijk dat ook kan uitpakken. Het is buitengewoon onverstandig om op dat moment de koppeling met de olieprijs los te laten. Die koppeling is namelijk op dit moment de enige garantie dat wij niet geconfronteerd worden met een monopolie of een semimonopolie. Als er nu een ding slecht is, geen eerlijk speelveld is, dan is het een semimonopoliepositie, zoals op dit moment nog met GasTerra het geval is. Daarom heeft de VVD een heldere lijn. Wij moeten aan dit systeem vasthouden, ondanks de nadelen, die wij ook zien, totdat de Gaswet begin volgend jaar aangepast wordt. De marktwerking op de gasmarkt moet dan haar intrede doen, zodat het semimonopolie verdwijnt, waardoor het voordeel bij de consument terecht kan komen. Overigens moeten wij daarbij niet de verwachting hebben dat het per definitie leidt tot een daling van de prijzen. Als gas namelijk schaars is, komen de gasprijzen misschien hoger uit dan de olieprijzen. Ook dat moeten wij ons realiseren. Een volgend punt betreft de woekerwinsten van de energiebedrijven. Nuon heeft nu een verlies geleden en dat komt door de resultaten op de termijnmarkt. Die hebben een overeenkomst met de discussie die wij hier voeren. Het is namelijk heel makkelijk handelen op een termijnmarkt als de olieprijs continu omhooggaat. Als je inkoopt heb je het altijd goed gedaan, want een halfjaar later is de prijs sowieso hoger. Nu zien wij echter, dat dat ook heel veel nadelen met zich brengt. Wat zijn de risico s voor de energiebedrijven, en daarmee voor de consument, van de termijnmarkthandelingen van de energiebedrijven? Ik heb daar maandag al naar gevraagd, maar toen kreeg ik geen helder antwoord. Ik wijs de minister er nogmaals op dat het Amerikaanse bedrijf Enron failliet is gegaan vanwege het niet al te handig handelen op de termijnmarkt. Minister Van der Hoeven: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben inderdaad heel vaak gesproken over kwesties die te maken hadden met de prijsontwikkeling en met het functioneren van de gas- en elektriciteitsmarkt. Dat is precies de reden waarom ik een wetsvoorstel heb aangekondigd, waarin in ieder geval de marktwerking verbeterd wordt. Het gaat om een aanpassing van de Gaswet en al dat soort zaken. Ik kan mij voorstellen dat bij de schriftelijke en mondelinge behandeling wordt gekeken, of dat naar tevredenheid is van de Kamer als medewetgever, of dat de Kamer zegt dat artikel 10 van de Gaswet toch nog iets anders geformuleerd zou moeten worden. Ik neem aan dat wij daarop te zijner tijd terugkomen, zo zeg ik tegen de heer Hessels. Dat geldt ook voor zijn opmerking over het functioneren van de gasmarkt en de gasbeurs. Die zaken willen wij verbeteren om ervoor te zorgen dat inderdaad sneller gereageerd kan worden op actuele ontwikkelingen. Dat neemt niet weg dat de prijzen omhoog en omlaag Stijging energienota TK

15 Van der Hoeven kunnen gaan. Zo simpel is dat. Dat houd je niet in de hand. Gemeenten en provincies zijn medeaandeelhouders in de energiebedrijven en zij kunnen ingrijpen door inderdaad genoegen te nemen met een lager rendement. Ik ben blij dat de heer Hessels deze opmerking heeft gemaakt en ik herhaal die niet voor niets. Dit speelt in andere debatten over energiekwesties telkens weer een rol. Zij kunnen genoegen nemen met een lager rendement; aandeelhouders hebben de mogelijkheid om op die manier in te grijpen. De heer Jansen (SP): Mevrouw de voorzitter. De voorzitter: De minister maakt eerst haar hele verhaal af en dan volgt er een interruptieronde. Minister Van der Hoeven: Ik ben het ook eens met de opmerking van de heer Hessels dat sommige uitlatingen in de krant niet erg gelukkig geweest zijn, maar daarover ga ik niet. Daar gaat niemand over. De heer Zijlstra geeft zelf de risico s van handelen op de termijnmarkt aan. Het is inderdaad waar, maar handelen op termijnmarkten is niet verboden. Zeker in een periode dat de termijnmarkt functioneert overeenkomstig de wens van degene die erop handelt, gaat het prima. Er was ooit een bank die zei dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie bieden voor de toekomst. Dat geldt hier ook. Je moet je niet rijk rekenen als je op die termijnmarkt handelt. De heer Jansen vraagt mij in feite om de toezichthoudende rol van NMa/DTe te verscherpen. Er wordt jaarlijks onderzoek gedaan naar de kleinverbruikersmarkt. Er wordt gekeken naar marktwerking en marktdominantie. Aan de hand daarvan kan de NMa optreden als zij dat nodig vindt. Het optreden van de NMa zal ook in het aangekondigde wetsvoorstel aan de orde komen. Misschien dat wij dan daarover verder van gedachten kunnen wisselen. De Gaswet schrijft voor dat de tarieven redelijk moeten zijn. De NMa heeft daarvoor de vangnetregeling opgezet. Die houdt in dat energiebedrijven alle consumententarieven moeten melden. De NMa beoordeelt de tarieven vervolgens op basis van de kosten voor de energiebedrijven. Als de NMa de tarieven te hoog vindt, kan de NMa een leverancier verplichten om die prijzen aan te passen. Voor die controle zijn ongeveer vier weken nodig. Hierdoor ontstaat een vertraging in de koppeling van de gasprijs aan de olieprijs. Op de vraag van de heer Jansen over het standaardcontract kom ik terug. Ik heb dat op dit moment niet paraat. Ik weet dat die motie is aangenomen. Met name als het gaat over het snappen van de energierekening, moet even bekeken worden hoe ver wij daarmee staan. Ik weet het op dit moment echt niet. Dat brengt mij ten slotte bij de heer Graus en bij de door hem ingediende motie. Mevrouw de voorzitter, ik ben jarenlang lid geweest van uw Kamer en ben nu zes jaar lid van de regering. Ik heb de Kamer in verschillende hoedanigheden zeventien jaar meegemaakt. Deze Kamer komt altijd op voor de belangen van bedrijven en burgers, zij het niet altijd in dezelfde bewoordingen. De huidige situatie kan ik uitleggen en ik heb er een goed verhaal bij. Ik ga de wet veranderen en er komt een wetsvoorstel naar de Kamer toe over de aanpassing van de Gaswet, onder andere over de verbetering van de marktwerking. Dat de heer Graus dit niet kan verkopen, is zijn probleem. Als hij wil dat een motie die hij indient wordt aangenomen, zal hij een motie moeten indienen die kans van slagen heeft. Er is een wetswijziging nodig voor een motie waarvan de uitspraak luidt dat de gasprijs niet meer moet worden gekoppeld aan de piekprijzen van de olie. Ik heb uitgelegd wat ik ga doen en de heer Graus kan zelf ook met een voorstel komen. De heer Graus stelt dat de woekerwinsten en financiële reserves van energiebedrijven aan banden moeten worden gelegd. Laat hij eerst eens uitleggen wat hij onder woekerwinsten verstaat. Energiebedrijven hebben financiële reserves. Er zal geïnvesteerd moeten worden in duurzaamheid, ook door de bedoelde productleveringsbedrijven. Investeren houdt de economie draaiende en om te kunnen investeren heb je reserves nodig. De heer Graus spreekt ook over extreem hoge salarissen en bonussen. Dat zijn zijn woorden en daarmee spreekt hij een oordeel uit. Wij hebben publieke en niet-publieke bedrijven. Over de niet-publieke bedrijven hebben wij geen fluit te zeggen. Het verzoek van de motie luidt dat ik leveringszekerheid, betaalbaarheid en energie moet garanderen en dat Nederland onafhankelijker van andere landen moet worden. Juist de gasmarkt is erbij gebaat dat gas uit totaal verschillende delen van de wereld naar Nederland komt, omdat je er op die manier voor zorgt dat gas niet schaars wordt. Daar kan de heer Graus mij op aanspreken. Dat is de kwintessens van de motie gasrotonde die door de CDA-fractie is ingediend en die door de Kamer is aangenomen. Mevrouw de voorzitter, u zult zich kunnen voorstellen wat mijn oordeel over de motie is: ik ontraad aanneming van deze motie. De heer Graus (PVV): Mevrouw de voorzitter. Zoals gewoonlijk staat de PVV er weer alleen voor. Wij hebben in ieder geval ons best gedaan voor onze burgers en bedrijven. De minister spreekt over de koppeling. Ik begrijp dat wij gebonden zijn aan wetgeving. Daarom heb ik in de motie gevraagd er zorg voor te dragen dat al het mogelijke wordt gedaan. De politieke collega van de minister, de heer Hessels, heeft heel goede contacten met de gemeenten en de provincies. Het is dus wel degelijk mogelijk om invloed en enige druk uit te oefenen. Ik vraag de minister dat te doen, want zij is in de positie om daar gesprekken over te voeren. Zij is de minister en een van de hoeders van onze schapen. Ik verwacht geen wonderen van haar, maar ik verwacht wel enige inzet om te proberen invloed uit te oefenen. Zelfs dat doet zij niet. Ik heb het niet over woekerwinsten maar over een kostendekkend prijsniveau gehad. Uiteraard moeten de energiebedrijven investeren en daar moet rekening mee worden gehouden. De minister zegt dat zij niets te zeggen heeft over niet-publieke bedrijven, maar mijn verzoek blijft dat zij haar invloed gebruikt. De voorzitter: Dank u wel. De heer Graus (PVV): De heer Zijlstra en de heer Hessels Stijging energienota TK

16 Van der Hoeven hebben mij uitgedaagd en dingen over mij gezegd waartegen ik mij niet heb kunnen verweren. De voorzitter: U hebt een halve minuut voor een interruptie. Daar bent u ruim overheen. De heer Graus (PVV): Ik werd hier als gekke henkie neergezet die een interpellatiedebat hield. Daar kan ik mij nu niet tegen verweren. Dat vind ik een kwalijke zaak. De voorzitter: U hebt toch een interpellatiedebat? Anderen hebben daar een opvatting over. De vragen die u hebt gesteld, zal de minister nog beantwoorden. De heer Graus (PVV): Er werd gezegd dat dit interpellatiedebat niets toevoegt. Dat zegt veel over het kabinet en over de Kamer, maar niets over onze partij. Wij hebben in elk geval een poging gedaan. De voorzitter: Ik ga niet met u in discussie. De minister heeft het woord. Minister Van der Hoeven: De consequentie van de door de heer Graus ingediende motie is dat er een wetswijziging moet komen. Ik wacht zijn initiatiefvoorstel daarover af. Ik heb in elk geval mijn huiswerk op orde en zal ervoor zorgen dat hier begin komend jaar een wetsvoorstel ligt waarin de Gaswet wordt aangepast en waardoor de marktwerking wordt verbeterd. Ik sta altijd open voor verbeteringen van een wetsvoorstel in de vorm van amendementen. Laten wij de discussie hierover met elkaar aangaan als het wetsvoorstel er ligt. De heer Graus spreekt over de hoedster van de schapen. Volgens mij is hij niet een van de schapen die bij deze hoedster horen. De heer Jansen (SP): De minister roept de gemeenten en de provincies op om genoegen te nemen met een lager rendement. Deze oproep kan ik onderschrijven. Zij heeft echter ook de mogelijkheid om daaraan in wetgevende zin paal en perk te stellen. Zowel in de Gemeente- als in de Provinciewet staat dat gemeentelijke en provinciale diensten tegen kostprijs verleend moeten worden. Dat is een mooi principe maar zodra de gemeenten en provincies het vroeger gemeentelijk energiebedrijf hebben uitbesteed aan een nv waar zij nog steeds eigenaar van zijn mag er opeens een onbeperkte winst worden gemaakt. Daar wringt toch iets. Minister Van der Hoeven: Ik vind dat een heel aardige opmerking. Op dit moment ligt de Wet markt en overheid bij de Kamer voor en ik zou tegen de heer Jansen willen zeggen: doe uw voordeel met uw opmerking bij de behandeling van de Wet markt en overheid. De beraadslaging wordt gesloten. De voorzitter: Ik dank de minister voor haar antwoorden. Ik stel vast dat wij volgende week dinsdag over de motie kunnen stemmen. De vergadering wordt van uur tot uur geschorst. Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van: - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2009 (31700-XI). De voorzitter: Door mij zijn schriftelijke antwoorden ontvangen van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op vragen, gesteld in eerste termijn. Deze antwoorden zullen worden opgenomen in een bijvoegsel bij de Handelingen van deze vergadering. (Het bijvoegsel is opgenomen aan het eind van deze editie.) 2 De voorzitter: Ik maak alle leden, zonder aanzien des persoons, erop attent dat interrupties kort en bondig moeten zijn, dus geen inleidingen. Ik zal hier streng op toezien. Natuurlijk geldt dit voor niemand van u, maar het is maar dat u het weet. De algemene beraadslaging wordt hervat. Minister Cramer: Mevrouw de voorzitter. Ik dank de Kamer voor alle vragen, opmerkingen en commentaren. Ik zal daarop straks uitgebreid antwoorden, nadat ik al een groot aantal vragen gisteren schriftelijk heb beantwoord. U heeft dit al gememoreerd. Zoals gezegd zijn er veel vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. Sommige waren kritisch en prikkelend, andere instemmend. Die vragen houden mij net als u bezig en het doet mij deugd om te zien dat de Kamerleden net zo betrokken zijn bij onderwerpen als milieu en ruimte als ik ben. Mijn portefeuille is heel breed. Dat is ook te merken aan de vragen van de Kamer die uiteenlopen van het geluid van spelende kinderen op het schoolplein tot mondiale klimaatproblemen, bedrijventerreinen en duurzaam inkopen. Er is een scala van deze onderwerpen aangesneden. Ik heb mijn antwoord op de vragen in drie blokken verdeeld. Het eerste blok heeft betrekking op Mooi Nederland en een duurzame leefomgeving, inclusief zaken als lucht- en bodemverontreiniging en geluidshinder. Het tweede blok heeft betrekking op duurzaam produceren en consumeren en het derde op klimaat en energie. Voordat ik met de beantwoording begin, wil ik heel kort mijn ambities op het gebied van milieu en ruimte schetsen. Dit kabinet werkt aan een duurzaam Nederland. Dit is een constante zoektocht naar een nieuwe balans tussen economie en ecologie, nu en in de toekomst. Een duurzame wereld is dé uitdaging van de eenentwintigste eeuw, want de klok tikt en hij tikt door. Wij hebben geen tijd te verliezen. De tijd van praten is voorbij, wij moeten handelen. Er is actie nodig, nationaal, Europees en internationaal. Dit betekent voor mij verantwoord en spaarzaam omgaan met energie en grondstoffen, een mindere afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en een sterkere inzet op hernieuwbare energiebronnen. Die uitdaging ga ik aan en ik sta daar niet alleen in in het kabinet. Ook de andere leden van het kabinet en in het Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer TK

17 Cramer bijzonder degenen die samen met mij uitvoering geven aan het programma Nieuwe energie voor het klimaat, zijn zich bewust van de verantwoordelijkheid die op hun schouders rust. Als ik denk dat er door mijn collega s niet hard getrokken wordt aan het beleid ten aanzien van het klimaat, dan spreek ik mijn collega s daarop aan. Wij hebben een strak programma en iedereen heeft zijn verantwoordelijkheden en doelen. Die doelen moeten gehaald worden. Het doel van het tegengaan van de klimaatverandering mogen wij niet uit het oog verliezen. De heer Van der Ham (D66): Voorzitter. De voorzitter: Ik wil de minister eerst haar inleiding af laten maken. Daarna mag u interrumperen. Minister Cramer: Ik ben het met Al Gore eens als hij zegt dat de komende tien jaar cruciaal zijn. Als wij nu niets doen, zal er geen leefbare aarde meer bestaan voor onze kinderen en kleinkinderen. Met een ambitieus maar realistisch beleid zet ik mij in voor een duurzaam Nederland. De afgelopen anderhalf jaar zijn daarvoor de fundamenten gelegd. De komende jaren wil ik concreet voortgang boeken op de terreinen die ik zojuist noemde: klimaat en energie, stimuleren van duurzame productie en consumptie en werken aan Mooi Nederland. Ik herhaal nog even wat de hoofdlijnen zijn van die drie thema s. Als het gaat om het tegengaan van klimaatverandering wil ik sterk inzetten op energiebesparing en bevordering van duurzame energie. Bij het stimuleren van duurzame productie en consumptie zet ik vooral in op de overheid die het goede voorbeeld geeft en op projecten om zorgvuldiger om te gaan met grondstoffen en energie. Bij werken aan Mooi Nederland gaat het om zuinig ruimtegebruik, bundeling van stedelijke ontwikkeling en het open houden van de ruimte rondom de steden. Om te zorgen voor een goede leefomgeving wil ik dat er in wijken en in buurten zo leefbaar, veilig, duurzaam en plezierig mogelijk geleefd kan worden. Zo creëren wij mogelijkheden voor de Nederlanders om inderdaad te leven in een schoon, zuinig en veilig Nederland. Die prioriteiten moeten natuurlijk ook worden uitgevoerd. Dat is waar wij nu hard mee bezig zijn. U weet, ik ben voor meters maken, handen uit de mouwen, aan het werk. Niet te veel praten, maar doen. Om dit mogelijk te maken, hebben wij betere en slimmere regelgeving nodig, want wij moeten het voor burgers en voor bedrijven niet te ingewikkeld maken. Zij willen zelf echt wel hun steentje bijdragen, maar dat kan alleen als wij de regels simpel en duidelijk houden. Ik kan het ten slotte niet laten om iets te zeggen over hetgeen nu al onze aandacht opeist: de wereldwijde financiële crisis. Zoals te verwachten viel, weerklinkt hier en daar de roep om onze klimaatambities nu maar op een lager pitje te zetten. Ik hoor regelmatig: wij hebben wel wat anders te doen, wij moeten nu eerst de financiële crisis oplossen en voor het klimaat en het milieu hebben wij nu even geen tijd. Dat zou het domste zijn dat wij nu zouden moeten doen. Juist in tijden van financiële schaarste is een duurzame economie een niet te missen kans. De financiële crisis drukt ons met de neus op de feiten. Wij moeten werken aan positieve prikkels, aan een systeem dat daadwerkelijk tot duurzame ontwikkeling leidt. De welvaart van onze kinderen en kleinkinderen staat of valt met duurzaamheid. De huidige crisis stimuleert ons alleen maar meer om naar innovatieve, duurzame oplossingen te zoeken. De heer Van der Ham (D66): Prima verhaal! U zei echter iets heel intrigerends. U zei namelijk dat als andere ministers niet hard genoeg hun best doen, u ze daar zeker op aan zult spreken. Kunt u ons een inkijkje geven bij welke ministers u die aanvechting vaak hebt? Minister Cramer: Ik heb al tijdens het AO over Schoon en Zuinig uitgelegd dat alle collega s samenwerken aan dit programma. Wij hebben nu de 88 acties uitgezet. Ik heb uitgelegd dat het zaak is dat wij heel goed inzicht krijgen in hoe wij ervoor kunnen zorgen dat wij helder krijgen of alle stappen die gezet worden voldoende zoden aan de dijk zetten. Ik zal daar straks naar aanleiding van uw vragen nog verder op ingaan. Wij gaan dus een monitoringsysteem opzetten en in het voorjaar van 2009 zullen wij rapporteren over de stand van zaken. De heer Van der Ham (D66): Ik heb twee voorbeelden: met de ecologische hoofdstructuur en de intensieve veehouderij ligt uw collega Verburg niet op schema. Dat blijkt uit alle cijfers. Hoe heeft de minister haar daar de afgelopen tijd op aangesproken? De kilometerheffing is verschoven naar 2012; dat schiet ook niet op. Hoe heeft zij daar de verantwoordelijke minister op aangesproken? Minister Cramer: Wij hebben in het kabinet afgesproken wie waarvoor verantwoordelijk is, afhankelijk van het programma. Ik ben coördinator van het programma Schoon en Zuinig. Op klimaatgebied coördineer en stuur ik het programma zo dat wij de doelen in 2011 en 2020 halen. U noemt een heleboel andere thema s en daarover zijn ook verantwoordelijkheidsverdelingen afgesproken. Ik kan nu niet in het algemeen per dossier beantwoorden hoe en of ik daar direct of indirect bij betrokken ben. De heer Vendrik (GroenLinks): De minister onderschrijft de uitspraak van Al Gore en wil actie. Heerlijk, zeg ik namens de GroenLinksfractie. Haar handtekening staat onder het energieconvenant dat onlangs is afgesloten. Kan de minister mij drie dingen in dat convenant noemen die harde, concrete en verplichte actie betekenen voor de energiesector op weg naar een duurzame energievoorziening? Minister Cramer: Ik kom zo nog terug op het onderwerp klimaat en energie, maar ik zal nu even kort reageren. Er staan acties in voor de te halen duurzame energiedoelen, er staan acties in voor energie-efficiencyverhoging en er staan gezamenlijk te nemen acties in voor de richting die wij op moeten in de duurzame energievoorziening. Die acties staan er dus gewoon in. Wij hebben daar dezelfde afspraken als in alle andere sectoren. Wij houden elke keer bij waar wij staan en als het niet hard genoeg gaat, moet er een tandje bij en daar bereiden wij ons op voor. De heer Vendrik (GroenLinks): Dat laatste lijkt mij verstandig, want ik vrees dat de minister dit voorjaar tot een paar schrikbarende conclusies komt. Terugkomend op het convenant: ik heb er geen enkele verplichtende actie in gezien die de energiebedrijven zouden moeten ondernemen. Zij zouden meer inspanningen moeten verrichten op weg naar een hogere energiebesparing, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer TK

18 Cramer meer duurzame energie en minder inzet van fossiele brandstoffen. Ik daag de minister nogmaals uit om hier te verklaren waar in dat convenant de verplichtende acties staan voor de energiebedrijven doen, niet praten, niet onderzoek, niet kletsen, maar doen! om de doelstellingen van dit kabinet binnen bereik te houden. Minister Cramer: Aan wat ik al heb gezegd, kan ik nog een belangrijk verplichtend doel toevoegen. De hele energiesector gaat onder het Europese emissiehandelssysteem vallen. Er zal dus een steeds strakker plafond zijn waar de energiesector zich onder moet begeven. Als de energiesector daarboven komt, wordt zij daarvoor bestraft. De heer Vendrik (GroenLinks): Het spijt me wel, maar dat was de vraag niet. Ik vroeg niet naar de acties die het kabinet onderneemt. Dat de energiesector onder het ETS komt, is een actie van het kabinet. Daar gaat de energiesector niet over. De voorzitter: Mijnheer Vendrik, wat vroeg u dan wel? De heer Vendrik (GroenLinks): Ik vroeg naar een verplichtende actie in de richting van de energiebedrijven. Wat moeten zij van het kabinet gaan doen op weg naar een duurzame, zuinige energievoorziening? Minister Cramer: Ik verval in herhaling als ik weer ga opsommen wat de punten zijn en er komt nog een blokje over klimaat en energie. Dan kunnen wij het eventueel nog opnieuw bespreken. Mevrouw Neppérus (VVD): Ik hoor de minister veel zeggen over Al Gore en het klimaat. Ik heb haar gevraagd of het accent niet veel meer zou moeten liggen op het energiebeleid. Wat is de minister daar aan het coördineren en aan het trekken om tot nieuwe energie te komen? Wordt dat ook gemonitord en hard ingezet? Minister Cramer: Ik heb met genoegen kennisgenomen van het groene manifest van de VVD. Daarin staan een heleboel punten die naadloos aansluiten bij Schoon en Zuinig. Een van uw speerpunten is innovatie om ervoor te zorgen dat wij energiezuiniger kunnen produceren en dat onze producten aan strenge eisen voor energieefficiency kunnen voldoen. Ik ben het daar helemaal mee eens en ik zet mij daarvoor in Europees verband dan ook ten volle in. Mevrouw Neppérus (VVD): Dat hoor ik graag, maar ik vroeg wat u doet om de ontwikkeling van nieuwe energiebronnen te monitoren. Minister Cramer: Wij monitoren de CO 2 -reductie. Op dezelfde manier monitoren wij of het tempo hoog genoeg ligt om de doelen voor hernieuwbare energievormen te halen. Als mocht blijken dat het tempo te laag ligt, doen wij er ook hier een schepje bovenop. De heer Madlener (PVV): U blijft maar in de leugens van Al Gore geloven. Dat zijn heel dure leugens, want u gaat straks miljarden uitgeven om een niet-bestaand probleem op te lossen. U zegt dat de komende tien jaar cruciaal zijn. Dat zegt zelfs Al Gore niet. U zaait daarmee angst en ik zou dan ook graag zien dat u deze uitspraak terugneemt. Als wij niets doen, is er over tien namelijk helemaal niets aan de hand. U zegt dat de financiële crisis ertoe leidt dat wij wat meer prioriteit gaan leggen bij de economie. De voorzitter: Dank u wel. Uw tijd is om. De heer Madlener (PVV): Nee, ik heb mijn vraag nog niet gesteld. De voorzitter: Dan bent u nu echt klaar. U hebt een halve minuut gesproken. Dat heb ik bij het begin van het debat gezegd. Ik heb de tijdklok hier aanstaan. De heer Madlener (PVV): De minister kan wel vinden dat wij die prioriteit niet moeten verleggen, maar andere landen doen dat wel. De voorzitter: Dank u wel. De heer Madlener (PVV): Als andere landen minder gaan doen aan klimaat en wij meer, dan gaat onze economie helemaal snel naar de knoppen. De voorzitter: De minister. De heer Madlener (PVV): Ik wil vragen of de minister daarop wil reageren. De voorzitter: U moet zich wel houden aan de afspraken die wij hier maken. De minister. Minister Cramer: De komende tien jaar zijn wat mij betreft inderdaad cruciaal. Ik sta niet alleen in deze opvatting, want ook het belangwekkende rapport van de Britse commissie-stern stelt dat het over tien jaar nog vele malen meer kost om de doelen voor klimaatadaptatie en -mitigatie te halen als wij nu niet handelen en investeren. Het eerste punt van de heer Madlener. Wij debatteren in de Kamer over de vraag hoe ernstig de CO 2 - problematiek is. Ik ken zijn positie. Ik respecteer dat hij er anders over denkt. Ik weet verder ook dat er wetenschappers zijn die aangeven dat natuurlijke processen een groot deel van de CO 2 -problematiek veroorzaken. Daarnaar worden inderdaad studies gedaan. Er zijn echter ook studies die laten zien dat het misschien zelfs vele malen erger wordt dan wat ons in de IPCCrapporten wordt voorgespiegeld. Ik heb daarom deskundigen in huis gehaald om mij te informeren over zowel het zwartste scenario als over het meest optimistische scenario. Ik wil namelijk altijd in staat zijn om te handelen op grond van de verschillende posities. De heer Madlener vertegenwoordigt het optimistische scenario. De zwartste scenario s zijn zo alarmerend dat wij daarmee paniek zouden zaaien. Ik zit er tussenin en sluit mij aan bij de overgrote meerderheid van de deskundigen. Dat houdt in dat ik een temperatuurstijging van maximaal 2 graden acceptabel vind. Daarop baseer ik mijn beleid. Natuurlijk houd ik rekening met de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven binnen en buiten Europa. Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer TK

19 Cramer De voorzitter: De minister vervolgt haar betoog met haar eerste blok. Minister Cramer: Voorzitter. Ik ga nu inderdaad over naar het eerste blok en dat heet Mooi Nederland en de duurzame leefomgeving. Ik geef eerst kort de stand van zaken van de ruimtelijke inrichting van ons land. Gelukkig staat dat hoog op de agenda. Wij werken hard aan de uitvoering van de Nota Ruimte. Deze nota is heel belangrijk, niet alleen voor het perspectief op korte termijn, maar ook voor het perspectief voor Als ik kijk naar 2040, zie ik grote en complexe ruimtelijke opgaven. Ik noem er een paar. De druk op de beschikbare ruimte zal de komende tientallen jaren blijven groeien. Naar verwachting zullen er in 2040 ongeveer drieënhalf miljoen meer inwoners in Nederland zijn en ruim drie miljoen meer woningen. Ook zal het autobezit met zo n 75% groeien en navenant meer parkeerruimte nodig zijn. Dat geldt wanneer wij de huidige prognoses doortrekken. Daar kunnen andere prognoses voor in de plaats komen. Wij zien dit als opgave. Daar komen ook nog de prognoses bij over de verdubbeling van het vrachtvervoer, de groei van het bedrijventerreinencomplex met zo n 25% en de noodzaak om ruimte te creëren voor recreatie en energiewinning, ik doel op zon, biobrandstoffen en wind. Dan zal Nederland er in 2040 echt anders uitzien. Ik zie Kamerleden glimlachen. Prognoses zijn altijd prognoses. Er zijn bandbreedtes, maar mijn stellige overtuiging is dat het landschap en de ruimtelijke inrichting van Nederland in 2040 er echt anders uitziet dan nu. Daarop moeten wij ons wel voorbereiden. Om te zorgen dat ons land leefbaar blijft en duurzaam, zullen wij naast dingen die ik straks ga zeggen ook rekening moeten houden met klimaatverandering. Wij hebben dus, naast alle opgaven die ik al noemde, ook ruimte nodig voor de berging van extra water en, niet te vergeten, voor de opwekking van extra windenergie. Om het nog ingewikkelder te maken, zien wij aan de ene kant groei in met name het westen van het land, terwijl wij in andere delen van het land een krimp zien. Dat betekent dat ons land zich demografisch gezien op verschillende manieren aan het ontwikkelen is. Ook dat is een opgave waar wij voor staan en waar wij rekening mee moeten houden. Dat is de analyse, maar nu is de vraag: wat gaan wij daar feitelijk mee doen? Daar gaat het natuurlijk om. Daar hebben mevrouw Vermeij en de heren Van Leeuwen en Van Heugten zich over uitgesproken. Zij hebben met name hun zorg uitgesproken over het tempo waarin ons land versteent en verrommelt, en dat heeft wel degelijk te maken met de groei die in zojuist aankaartte. Mijn inzet is om die verrommeling aan te pakken, rekening houdend met de complexe opgave waar wij voor staan. De opgave waar ik voor sta, is om een mooi en duurzaam Nederland te behouden en te versterken. Dan staan er wat mij betreft drie punten centraal, die ik kort wil aanstippen. Punt één is de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting door middel van bundeling van stedelijke ontwikkeling en verdichting en in combinatie daarmee het openhouden van gebieden rond de steden voor recreatie, landbouw, waterberging en natuurbeleving. Aan de ene kant hebben wij dus de opgave, te bundelen en te verdichten waar het gaat om de verstedelijking inclusief de infrastructuur. Aan de andere kant willen wij de ruimte openlaten voor groen en blauw. Zo krijgen wij, wat mij betreft, een prettige woonomgeving voor de Nederlandse burgers voor de toekomst. Dat is de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting. Het tweede punt is de duurzaamheid van de ruimtelijke inrichting van ons land. Wij moeten streven naar minimaal verbruik van energie en van grondstoffen, en actief bijdragen aan wat het principe from cradle to cradle wordt genoemd. Als derde uitgangspunt kies ik voor een integrale aanpak, want alleen op een integrale wijze kunnen wij deze complexe problematiek het hoofd bieden. De verkokering waar ook uw Kamer over spreekt, moet doorbroken worden. De samenwerking tussen de ministeries, maar ook die met de lagere overheden, moet verbeterd worden. De aanpak die wij daarbij kiezen, is dat het rijk wel degelijk het initiatief neemt. De heer Madlener (PVV): Ik hoor dat u uitgaat van het scenario dat er miljoenen mensen bijkomen in Nederland tot Vindt u niet dat Nederland al een heel druk land is? Ik weet niet wie er in het kabinet verantwoordelijk is voor bevolkingsgroei, maar ik vraag u toch om er eens met uw collega s over te praten of het wel wenselijk is dat wij zo groeien. Zou u niet eens iets doen aan de immigratie? Is dat niet een veel handiger methode om Nederland leefbaar te houden? Minister Cramer: De vraag van de heer Madlener kan ik kort en heel lang beantwoorden. Het korte antwoord is: wij zijn een open economie. Wij hebben beleid ten aanzien van e- en immigratie. Dat is het beleid waarop ik mij baseer. Het lange antwoord, dat een hele discussie kan vergen en dat terugkomt op de discussie die de heer Samsom vorig jaar aankaartte, heeft ermee te maken met hoe veel mensen wij op deze aardbol zijn en hoe wij ervoor kunnen zorgen dat wij met nog meer mensen de situatie op deze aarde leefbaar houden. De heer Madlener (PVV): Hebben u en uw collega s überhaupt een visie op wat wenselijk is qua bevolkingsgroei? Heeft het kabinet daarover nagedacht? Minister Cramer: Wij houden ons aan wetenschappelijke analyses over mogelijke richtingen. Zij zijn gebaseerd op uitgangspunten van beleid en de bandbreedtes die daarin zichtbaar worden. De heer Vendrik (GroenLinks): Is de minister het met mij eens dat een perspectief van groei van de automobiliteit met 75% onmogelijk is? Minister Cramer: Ik schrik ook van die cijfers. Ik denk ook dat dit nog meer parkeerruimte vergt en nog meer problemen geeft met de uitstoot van verontreiniging. Het kan zijn dat wij tegen 2040 op heel schone brandstoffen en in heel schone en stille auto s rijden, maar dan blijft nog steeds het ruimtebeslag een probleem. Ik ben samen met collega Eurlings niet voor niets bezig om naast het perspectief van de auto ook het perspectief van het openbaar vervoer sterk aan te zetten, met name in de Randstad. In de Randstadvisie wordt duidelijk een keuze gemaakt voor een Randstadverbinding die het mogelijk maakt om veel meer dan nu in te toekomst gebruik te maken van het openbaar vervoer. Dat wordt nog versterkt door wat uw Kamer heeft ingebracht over de Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer TK

20 steeds een adequaat uitgangspunt is voor het te voeren ruimtelijk beleid? De heer Van Heugten (CDA) mogelijkheden om de Olympische Spelen te benutten om een dubbelslag te maken en de infrastructuur voor het openbaar vervoer versneld aan te leggen. De heer Vendrik (GroenLinks): Het laatste deel van het antwoord kan ik vanzelfsprekend ondersteunen, maar spreekt deze minister collega Eurlings hier dan ook op aan? Zegt zij bijvoorbeeld tegen hem: je komt met een kilometerheffing, ik vind het logisch dat je die zo inricht dat wij de autonome groei van de automobiliteit fors gaan dempen? Minister Cramer: Op de vraag van de heer Vendrik kan ik ook weer kort en lang antwoorden. Het korte antwoord is: de kilometerbeprijzing is een onderdeel van het mobiliteitsbeleid en heeft twee doelen te dienen, namelijk de bereikbaarheid verbeteren en de milieubelasting verminderen. De voorzitter: Ik kies consequent voor de korte antwoorden en u ook, hoop ik. M. Sablerolle Gouda De heer Van Leeuwen (SP): De minister geeft een opsomming van wat ons allemaal te wachten staat. Zij noemt het een analyse, maar het is meer een toekomstperspectief. De noodzaak om dit aan te pakken, ligt volgens haar in een integrale aanpak, met alles en iedereen, dus provincies, gemeenten en ministeries. Is de minister van mening dat er, zeker bij de lagere overheden, voldoende capaciteit voor is om dit integraal te kunnen aanpakken? Minister Cramer: Dit loopt vooruit op uw vragen over de uitvoering van het beleid van handhaving, ook in het kader van de commissie-mans. Ik kom hierop terug. De heer Van Heugten (CDA): De minister schetst een toekomstperspectief aan de hand van doortrekking van prognoses. Nu is de Nota Ruimte tot stand gekomen in relatie tot de Nota Mobiliteit, de beleidsnotitie Pieken in de Delta en de Agenda voor een Vitaal platteland. Daarin zijn heel veel prognoses gemaakt van mobiliteit en bevolkingsgroei. Is de minister van mening dat in ieder geval voor deze regeringstermijn de Nota Ruimte nog Minister Cramer: Absoluut. In de Nota Ruimte is het adagium geformuleerd: decentraal wat kan, centraal wat moet. Naast de nadruk die reeds op decentraal wat kan is gelegd, ook door vorige kabinetten, leg ik in de uitwerking het accent op centraal wat moet. Zo kunnen wij namelijk de ambities die wij hebben op het terrein van ruimtelijke ordening zo goed mogelijk realiseren in combinatie met decentraal wat kan. Dat doen wij door visievorming, omdat je met centraal wat moet kunt uitdrukken wat er in de visie moet staan, door het stellen van kaders in de nieuwe Wro en door de centraal wat moet -gedachte uit te werken in concrete projecten die illustreren wat wordt beoogd in het kader van een duurzame leefomgeving en een duurzame inrichting van dit land. Ik vervolg met het beantwoorden van verschillende vragen die samenhangen met de visie en met de investeringsagenda die daaraan is gekoppeld. In 2008 heb ik de Structuurvisie Randstad 2040 opgesteld. Dit is gedaan vanuit de gedachte dat je alleen goed op de lange termijn kunt handelen niet alleen als ministerie van VROM, maar als ook als kabinet als je weet waarnaar je met elkaar streeft. De Randstadvisie is opgesteld en het komende jaar zullen wij eenzelfde soort exercitie doen voor de verschillende stedelijke netwerken, zodat wij een visie hebben op de ruimtelijke ontwikkeling van de belangrijkste stedelijke netwerken en op de ontwikkelingen in de Randstad. Binnen de Randstadvisie 2040 is de visie verwoord op het Groene Hart. De heer Madlener heeft hierover een vraag gesteld. Hij stelde voor om in het Groene Hart groene woongebieden te realiseren. De betrokken provincies zijn nu aan zet op basis van de Randstadvisie 2040 en in het kader van het Urgentieprogramma Randstad, om het rijksbeleid verder uit te werken. Het gaat om de drie provincies Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Holland. Zij zullen aan de hand van hetgeen door ons als basis is geformuleerd, duidelijk aangegeven in welke gebieden wel en niet kan worden gebouwd. Zoals u weet, is het Groene Hart een Nationaal Landschap. In het kader van de Nationale Landschappen zijn er enige beperkingen op de bouwontwikkeling, maar er is ruimte voor woningen in de komende decennia. Ik moet nazoeken of dit tot 2020 is, of tot In ieder geval is dit aantal zo omvangrijk, dat het op een verantwoorde wijze in het Groene Hart gerealiseerd moet kunnen worden. De ministeries van VROM en LNV zijn via het rijksprogramma Groene Hart zeer nauw bij deze ontwikkeling betrokken. Mevrouw Vermeij (PvdA): Ik heb een paar korte vragen. U gaat visies ontwikkelen op de stedelijke netwerken. Welke netwerken zijn dit en gaat het om structuurvisies in het licht van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening? U staat ook stil bij het Groene Hart. Gaat het hier ook om een structuurvisie die u naar de Kamer gaat sturen? Minister Cramer: Er is een aantal stedelijk netwerken, waaronder de stadsregio Arnhem Nijmegen en Brabantsstad en wij hebben een vier- of vijftal netwerken in het noorden van het land geïdentificeerd waar wij samen met de provincies en gemeenten gaan werken aan een langere termijnvisie. In het licht van de discussie over de Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer TK

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 874 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang Nr. 47 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Ferrier. De beraadslaging wordt gesloten. De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Ferrier. De beraadslaging wordt gesloten. De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. Ferrier bestaat een hardnekkig beeld dat er in Afrika niets bereikt is, dat ontwikkelingssamenwerking niet werkt. Cijfers tonen aan dat er wel degelijk resultaten worden bereikt. De werkelijkheid is dat

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Justitie datum 23 april 2010 Betreffende wetsvoorstel: 30511 Voorstel van wet van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 095 Rapport bij de Nederlandse EU-lidstaatverklaring 2006 Nr. 3 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (GL), Kant (SP), Blok (VVD),

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Persoonsgebondenbudget Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Mevrouw Bergkamp (D66): Voorzitter. Eigen regie en keuzevrijheid voor de zorg en ondersteuning die je nodig hebt, zijn

Nadere informatie

Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag. Staten-Generaal. Vastgesteld 18 november De voorzitter van de commissie, Van Baalen

Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag. Staten-Generaal. Vastgesteld 18 november De voorzitter van de commissie, Van Baalen Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2008 2009 F 31 744 Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 827 Opvang zwerfjongeren 2008 Nr. 2 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), Weekers (VVD), Van Haersma Buma

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 26 452 Belastingen als beleidsinstrument Nr. 7 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (GL), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 088 Dienstplicht in Turkije voor bipatride Turken in Nederland Nr. 6 1 Samenstelling: Leden: Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Wilders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2009 Nr. 65 LIJST VAN VRAGEN EN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2008 Nr. 67

Nadere informatie

Betreft Beantwoording vragen van het lid Spies (CDA) over energieprijzen en - contractsvoorwaarden voor consumenten

Betreft Beantwoording vragen van het lid Spies (CDA) over energieprijzen en - contractsvoorwaarden voor consumenten > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezuidenhoutseweg 30 Postbus 20101 2500 EC

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 243 Samenvoeging van de gemeenten Bodegraven en Reeuwijk Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 1 februari 2010 De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 420 Emancipatiebeleid Nr. 58 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 30 oktober 2007 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune. Pensioenonderwerpen Aan de orde is het VAO Pensioenonderwerpen (AO d.d. 06/11). Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 I Vaststelling van de begrotingsstaat van het Huis der Koningin (I) voor het jaar 2009 Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2008 Nr. 49 1 Samenstelling: Leden:

Nadere informatie

Aan de orde is de behandeling van: - het verslag van een schriftelijk overleg over de vaste boekenprijs (32641, nr. 16).

Aan de orde is de behandeling van: - het verslag van een schriftelijk overleg over de vaste boekenprijs (32641, nr. 16). Vaste boekenprijs Aan de orde is de behandeling van: - het verslag van een schriftelijk overleg over de vaste boekenprijs (32641, nr. 16). De beraadslaging wordt geopend. Voorzitter. Op 20 december 2011

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

50ste vergadering Woensdag 6 februari 2008

50ste vergadering Woensdag 6 februari 2008 50ste vergadering Woensdag Aanvang 10.15 uur Voorzitter: Jager Tegenwoordig zijn 113 leden, te weten: Agema, Anker, Aptroot, Arib, Atsma, Azough, Van Baalen, Bashir, Van Beek, Besselink, Bilder, Biskop,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 IXB Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2008 Nr. 35 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 365 Bepalingen verband houdende met de instelling van het Speciaal Tribunaal voor Libanon, mede ter uitvoering van Resolutie 1757 van de Veiligheidsraad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 850 Verantwoording en toezicht rechtspersonen met een wettelijke taak, deel 5 Nr. 25 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA),

Nadere informatie

www.schuldinfo.nl Pagina 1

www.schuldinfo.nl Pagina 1 Wijziging beslagvrije voet volgens wetsvoorstel wwb Behandeling wetsvoorstel 6 oktober 2011, Tweede kamer ( ) Het hoofdprincipe, die onafhankelijkheid van ouders, vind ik cruciaal. Je ziet dat wat nu gebeurt,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 123 1 Samenstelling: Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 000 Kerncentrale Borssele Nr. 55 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Schreijer-Pierik (CDA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2008 Nr. 65

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2008 Nr. 49

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 22 343 Handhaving milieuwetgeving Nr. 172 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 13 juni 2007 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 523 Bepalingen met betrekking tot de veilige vaart op de binnenwateren (Binnenvaartwet) Nr. 17 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 1

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Maatschappelijk verantwoord ondernemen en arbeidsomstandigheden in Bangladesh (AO d.d. 19/09).

Aan de orde is het VAO Maatschappelijk verantwoord ondernemen en arbeidsomstandigheden in Bangladesh (AO d.d. 19/09). Arbeidsomstandigheden in Bangladesh Aan de orde is het VAO Maatschappelijk verantwoord ondernemen en arbeidsomstandigheden in Bangladesh (AO d.d. 19/09). Aangezien de minister nog niet aanwezig is, schors

Nadere informatie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over het wapenexportbeleid.

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over het wapenexportbeleid. Wapenexportbeleid Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over het wapenexportbeleid. Voorzitter. Voor het kerstreces hebben wij met de staatssecretaris van

Nadere informatie

77ste vergadering Woensdag 15 april 2009

77ste vergadering Woensdag 15 april 2009 77ste vergadering Woensdag Aanvang 10.15 uur Voorzitter: Verbeet Tegenwoordig zijn 108 leden, te weten: Aasted Madsen-van Stiphout, Agema, Anker, Aptroot, Arib, Atsma, Van Beek, Besselink, Bilder, Blanksma-van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 185 Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de aanpassing van de bewaartermijn voor telecommunicatiegegevens met betrekking tot

Nadere informatie

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 Nr. 176 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 2 februari 2004

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 711 Topsport in Nederland Nr. 3 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), Weekers (VVD), van Haersma

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 270 Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties en Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, ter implementatie van richtlijn nr. 2006/43/EG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 800 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2007 Nr. 55

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 492 Fiscale vergroening Nr. 3 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (Groen- Links), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 368 Beroepspraktijkvorming in het mbo Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 20 mei 2008 De commissie voor de Rijksuitgaven 1 heeft

Nadere informatie

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer. Eindstemming wetsvoorstel. Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Betreffende wetsvoorstel:

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer. Eindstemming wetsvoorstel. Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Betreffende wetsvoorstel: Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Betreffende wetsvoorstel: 31571 Voorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 322 Kinderopvang Nr. 39 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 29 oktober 2008 Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 226 Regeling van de toewijzing van een extra zetel voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 15 december 2009 De vaste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2009 Nr. 148 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 682 Vragen van de leden

Nadere informatie

Voorzitter: Van Miltenburg. Mededelingen

Voorzitter: Van Miltenburg. Mededelingen Voorzitter: Van Miltenburg Mededelingen Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie 31 200 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken

Nadere informatie

Stemmingen lijst controversiële onderwerpen

Stemmingen lijst controversiële onderwerpen 13 Aan de orde zijn de stemmingen in verband met wijzigingsvoorstellen op de lijst van controversiële (33285). Dit is een gewijzigde stemmingslijst. De sterretjes geven de wijzigingen aan. Er zijn ook

Nadere informatie

constaterende dat de Wet passend onderwijs scholen per 1 augustus 2014 een zorgplicht voor elke leerling oplegt;

constaterende dat de Wet passend onderwijs scholen per 1 augustus 2014 een zorgplicht voor elke leerling oplegt; Passend onderwijs Aan de orde is het VAO Passend onderwijs (AO d.d. 18/12). Ik heet de staatssecretaris van harte welkom. Voorzitter. Wij hebben een interessante gedachtewisseling gehad in het algemeen

Nadere informatie

EenVandaag: Politicus van het Jaar 2009 EénVandaag Opiniepanel - 10 december respondenten

EenVandaag: Politicus van het Jaar 2009 EénVandaag Opiniepanel - 10 december respondenten EenVandaag: Politicus van het Jaar 2009 EénVandaag Opiniepanel - 10 december 2009-32.000 respondenten Beste politicus 2009 Nebahat Albayrak (PvdA) Justitie Jan Peter Balkenende (CDA) minister-president

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 25 424 Geestelijke gezondheidszorg Nr. 95 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 8 december 2009 In de vaste commissie voor Volksgezondheid,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 556 Wijziging van de Huisvestingswet (mogelijkheid van bestuurlijke boete voor enkele overtredingen) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 14 oktober 2008

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 25 695 Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en enige andere wetten Nr. 51 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 21 november 2007

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 127 Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet)

Nadere informatie

61ste vergadering Dinsdag 10 maart 2009

61ste vergadering Dinsdag 10 maart 2009 61ste vergadering Dinsdag Aanvang 14.00 uur Voorzitter: Verbeet Tegenwoordig zijn 144 leden, te weten: Aasted Madsen-van Stiphout, Agema, Anker, Aptroot, Arib, Atsma, Van Baalen, Bashir, Van Beek, Besselink,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 24 095 Frequentiebeleid Nr. 221 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 28 januari 2008 De vaste commissie voor Economische Zaken 1 en de

Nadere informatie

constaterende dat het adviescollege regeldruk, Actal, heeft geconstateerd dat de kinderopvangsector lijdt onder een hoge mate van regeldruk;

constaterende dat het adviescollege regeldruk, Actal, heeft geconstateerd dat de kinderopvangsector lijdt onder een hoge mate van regeldruk; Kinderopvang Aan de orde is het VAO Kinderopvang (AO d.d. 02/10). Mevrouw Tellegen (VVD): Voorzitter. De minister heeft aangegeven te werken aan het nieuwe toezicht in de kinderopvang. Hierbij ligt de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 142 Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 24 170 Gehandicaptenbeleid Nr. 95 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 juli 2009 In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Tweede halfjaar 2012

Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Tweede halfjaar 2012 Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Tweede halfjaar 2012 Inhoud Inleiding en leeswijzer... 4 1 Tevredenheid en vertrouwen van de consument... 5 2 Tevredenheid over

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 172 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 6 april 2009 De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 554 Kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Verslag aan het Vlaams Parlement en de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 217 Regels met betrekking tot het geldstelsel van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet geldstelsel BES) Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Armoede-en schuldenbeleid (AO d.d. 27/11).

Aan de orde is het VAO Armoede-en schuldenbeleid (AO d.d. 27/11). Armoede-en schuldenbeleid Aan de orde is het VAO Armoede-en schuldenbeleid (AO d.d. 27/11). Voorzitter. Onlangs werden we geconfronteerd met het bericht dat er ongeveer 400.000 kinderen in armoede leven.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 123 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2010 Nr. 64 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Datum 10 januari 2015 Betreft Beantwoording vragen over de energierekening huishoudens cf. de NEV 2014

Datum 10 januari 2015 Betreft Beantwoording vragen over de energierekening huishoudens cf. de NEV 2014 >Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

7,2. Werkstuk door een scholier 2800 woorden 25 januari keer beoordeeld. Inleiding

7,2. Werkstuk door een scholier 2800 woorden 25 januari keer beoordeeld. Inleiding Werkstuk door een scholier 2800 woorden 25 januari 2006 7,2 30 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Je hebt er elke dag mee te maken. S ochtends gaat je wekker. Je doet het licht aan. Dan zet je thee

Nadere informatie

Plasterk. De voorzitter: Ik dank de minister voor de antwoorden. Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Plasterk. De voorzitter: Ik dank de minister voor de antwoorden. Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld: Plasterk daaruit blijkt dat het dubbele nodig is om de kinderen gratis toe te laten. Ik heb gezegd dat dat dubbele bedrag er niet is. Vervolgens heeft de ledenvergadering van de museumvereniging mijn voorstel

Nadere informatie

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden De tijdelijke voorzitter: Ik stel vast dat met ingang van 17 juni jongstleden de fractievoorzitters zijn: - van de VVD, de heer Rutte; - van de Partij van de Arbeid, de heer Cohen; - van de Partij voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 827 Opvang zwerfjongeren 2008 Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 17 maart 2009 De commissie voor de Rijksuitgaven 1, de vaste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 926 Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten met het oog op centralisering van de indicatiestelling Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 22

Nadere informatie

De heer Öztürk (PvdA): Voorzitter. Bij de stemmingen onder punt 3, over de begroting van Economische Zaken, houd ik onze motie op stuk nr. 27 aan.

De heer Öztürk (PvdA): Voorzitter. Bij de stemmingen onder punt 3, over de begroting van Economische Zaken, houd ik onze motie op stuk nr. 27 aan. Mededelingen stemmingen Ik verzoek de leden, hun plaatsen in te nemen. Voor wij gaan stemmen, geef ik als eerste het woord aan de heer Öztürk van de Partij van de Arbeid, die een wijziging wil doorgeven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 324 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Van Gent (Groen- Links), Verburg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 30 136 Herstructurering en uitvoering Stedelijke vernieuwing Nr. 32 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 2 februari 2010 De algemene commissie

Nadere informatie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen. Tweede Kamer, 54e vergadering, Donderdag 14 februari 2008 Algemeen Concurrentievermogen Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018. 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018. 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DG Bestuur en Koninkrijksrelaties Directie Arbeidszaken Publieke Sector

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 045 Voorstel van wet van het lid Koşer Kaya tot wijziging van de Wet arbeid en zorg in verband met de uitbreiding van de duur van het adoptieverlof

Nadere informatie

8 Kinderopvang. Aan de orde is het VAO Kinderopvang (AO d.d. 12/04).

8 Kinderopvang. Aan de orde is het VAO Kinderopvang (AO d.d. 12/04). 8 Aan de orde is het VAO (AO d.d. 12/04). Aan de orde is het VAO met als eerste spreker mevrouw Westerveld van GroenLinks. Deze motie is voorgesteld door de leden Westerveld, Gijs van Dijk en Kwint. Naar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 372 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter uitvoering van richtlijn nr. 2003/54/EG, (PbEG L 176), verordening nr. 1228/2003

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 830 Wijziging van de Wet giraal effectenverkeer houdende uitbreiding van de bescherming aan cliënten van intermediairs inzake financiële instrumenten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 333 ICT-project huur- en zorgtoeslag Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 25 februari 2008 De commissies voor de Rijksuitgaven 1,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 138 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met het openstellen van de mogelijkheid van het verlenen van bijzondere bijstand aan bepaalde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 231 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië

Nadere informatie

55ste vergadering Dinsdag 17 februari 2009

55ste vergadering Dinsdag 17 februari 2009 55ste vergadering Dinsdag Aanvang 14.00 uur Voorzitter: Verbeet Tegenwoordig zijn 143 leden, te weten: Aasted Madsen-van Stiphout, Agema, Anker, Aptroot, Arib, Atsma, Azough, Van Baalen, Bashir, Van Beek,

Nadere informatie

De voorzitter: Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Er zijn vijf deelnemers aan dit debat, van wie er twee gaan spreken.

De voorzitter: Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Er zijn vijf deelnemers aan dit debat, van wie er twee gaan spreken. Bedrijfslevenbeleid Aan de orde is het VAO Bedrijfslevenbeleid (AO d.d. 19/11). Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Er zijn vijf deelnemers aan dit debat, van wie er twee gaan spreken. Mevrouw

Nadere informatie

53ste vergadering Dinsdag 27 maart 2007

53ste vergadering Dinsdag 27 maart 2007 53ste vergadering Dinsdag Aanvang 14.00 uur Voorzitter: Verbeet Tegenwoordig zijn 143 leden, te weten: Abel, Agema, Anker, Aptroot, Arib, Atsma, Azough, Van Baalen, Van Beek, Besselink, Biskop, Blanksma-van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 753 Publiek-private samenwerking Nr. 9 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Blok (VVD), Ten Hoopen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 123 IXA Vaststelling van de begrotingsstaat van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2010 Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN

Nadere informatie

Datum 19 december 2013 Betreft Beantwoording vragen Vastrecht bij productie- en leveranciersbedrijven van energie

Datum 19 december 2013 Betreft Beantwoording vragen Vastrecht bij productie- en leveranciersbedrijven van energie > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt. Tweede halfjaar 2014

Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt. Tweede halfjaar 2014 Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Tweede halfjaar 2014 Den Haag, april 2015 Samenvatting Meer overstappers, met een grote intentie om nogmaals over te stappen In

Nadere informatie

Stemmingen moties begroting Veiligheid en Justitie. Stemmingen Begroting Veiligheid en Justitie. De heer Voordewind (ChristenUnie)

Stemmingen moties begroting Veiligheid en Justitie. Stemmingen Begroting Veiligheid en Justitie. De heer Voordewind (ChristenUnie) Tweede Kamer, 30e vergadering, donderdag 27 november 2014 Stemmingen o o o Stemmingen moties Veiligheid en Justitie Stemmingen moties begroting Veiligheid en Justitie Stemmingen Begroting Veiligheid en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 800 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar

Nadere informatie

25 november 2008 TK

25 november 2008 TK ook gezien de zorgvuldigheid van het proces. Dit is een rapport dat wordt herhaald en dat zich herhaalt. Het lijkt mij dat wij daar in een AO alle aandacht aan moeten en kunnen geven. De heer Zijlstra

Nadere informatie

Rapportage Consumentenmarkt

Rapportage Consumentenmarkt Rapportage Consumentenmarkt Elektriciteit en gas Eerste helft 2015 Informatie in deze rapportage is afkomstig van energieleveranciers en van het consumentenonderzoek dat de ACM laat doen in juni en december

Nadere informatie

Polderen voor beginners

Polderen voor beginners Jongerenkamer Polderen voor beginners Voorwoord De Tweede Kamer is het hart van de Nederlandse democratie. De 150 gekozen Kamerleden gaan met elkaar en de regering in debat over de toekomst van Nederland.

Nadere informatie

11 Natuurlijke hulpbronnen en conflictgrondstoffen

11 Natuurlijke hulpbronnen en conflictgrondstoffen 11 Aan de orde is het VAO Nederlandse inzet met betrekking tot natuurlijke hulpbronnen en (AO d.d. 22/04). Zeven woordvoerders nemen deel aan dit debat. De eerste die het woord zal voeren, is mevrouw Thieme

Nadere informatie