Beleidsregels gesubsidieerde arbeid en re-integratievergoedingen gemeente Best

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beleidsregels gesubsidieerde arbeid en re-integratievergoedingen gemeente Best"

Transcriptie

1 Beleidsregels gesubsidieerde arbeid en re-integratievergoedingen gemeente Best Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet Werk en Bijstand en de Re-integratieverordening van de gemeente Best. 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. arbeidsovereenkomst: een overeenkomst als benoemd in artikel 7: 610 Burgerlijk Wetboek; b. detacheringsbaan: dienstverband voor bepaalde tijd gericht op de bevordering van de arbeidsinschakeling van personen behorende tot de doelgroep, aangeboden en gesubsidieerd door het college, waarbij het werkgeversschap is opgedragen aan een private rechtspersoon die de persoon behorende tot de doelgroep in dienst neemt en vervolgens detacheert bij een inlenende werkgever; c. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best; d. inleenvergoeding: het bedrag dat de inlenende werkgever aan de uitvoerende organisatie betaalt als vergoeding voor de werkzaamheden die de klant voor hem verricht; e. inlenende werkgever: de werkgever waar de klant op basis van een detacheringovereenkomst werkzaamheden verricht; f. klant: persoon behorende tot de in artikel 2 omschreven doelgroep; g. minimumloon: het minimumloon per maand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon of, indien, het een werknemer jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid van de genoemde wet, beide vermeerderd met de daarover berekende vakantietoeslag, bedoeld in artikel 15 van die wet; h. opstapbaan: dienstverband voor bepaalde tijd gericht op de bevordering van de arbeidsinschakeling van personen behorende tot de doelgroep, aangeboden en gesubsidieerd door het college, waarbij het werkgeversschap is opgedragen aan een private rechtspersoon die de persoon behorende tot de doelgroep in dienst neemt; i. uitvoerende organisatie: een organisatie die de voorziening detachering uitvoert voor de gemeente Best; j. verdiencapaciteit: een inschatting van de mate waarin de klant de werkzaamheden volgens de geldende maatstaven kan uitvoeren uitgedrukt als percentage van de normaal geachte mate van uitvoeren van die werkzaamheden; k. verordening: de re-integratieverordening van de Gemeente Best; l. wet: de Wet Werk en Bijstand. Artikel 2 Doelgroep Tot de doelgroep waarop deze beleidsregels betrekking hebben behoren de in de gemeente Best wonende personen die jonger zijn dan 65 jaar zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet: 1. Uitkeringsgerechtigden: personen met een algemene bijstandsuitkering ingevolge de Wet werk en bijstand of een uitkering ingevolge de Ioaw of de Ioaz; 2. De personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de wet. Loonkostensubsidie Artikel 3 Vergoeding voor loonkosten 1. Het college kan een voorziening, in de vorm van een loonkostensubsidie, inzetten om de werkgever te stimuleren personen zoals genoemd in artikel 2 een arbeidsovereenkomst aan te bieden. 2. Het college verleent de loonkostensubsidie, als bedoeld in het eerste lid, aan de werkgever die een arbeidsovereenkomst aangaat met een persoon als bedoeld in artikel 2, mits voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in artikel 6.

2 Artikel 4 Hoogte van de subsidie De loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 3 bedraagt; a) maximaal 500 per maand voor een dienstbetrekking van minimaal 36 uur per week, waarbij de totale loonkostensubsidie per klant per werkgever maximaal 3000,- kan bedragen. b) maximaal 400 per maand voor een dienstbetrekking van 28 tot 36 uur per week; waarbij de totale loonkostensubsidie per klant per werkgever maximaal 2400,- kan bedragen. c) maximaal 300 per maand voor een dienstbetrekking van 20 tot 28 uur per week; waarbij de totale loonkostensubsidie per klant per werkgever maximaal 1800,- kan bedragen. d) maximaal 150 per maand voor een dienstbetrekking van 12 tot 20 uur per week. waarbij de totale loonkostensubsidie per klant per werkgever maximaal 900,- kan bedragen. Artikel 5 Duur van de subsidie 1. De duur van de loonkostensubsidie is maximaal zes maanden. Deze periode kan, indien het reintegratiebelang van de klant dit vereist, met maximaal één maal zes maanden worden verlengd. 2. De duur van de loonkostensubsidie is niet langer dan de duur van de arbeidsovereenkomst. 3. De toegekende loonkostensubsidie wordt in tijdvakken van een maand betaald aan de werkgever. Artikel 6 Voorwaarden van de subsidie 1. De werkgever en de klant gaan een arbeidsovereenkomst aan met een minimale duur van zes maanden. 2. De klant voor wie loonkostensubsidie wordt aangevraagd, behoort in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst tot de doelgroep als benoemd in artikel In de arbeidsovereenkomst is de duur van de arbeidsovereenkomst vastgelegd en duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur per week de klant arbeid dient te verrichten. 4. De subsidie wordt alleen verstrekt indien de subsidieverstrekking de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord beïnvloedt en indien hierdoor geen verdringing van regulier werk plaatsvindt. 5. De subsidie wordt alleen verstrekt indien het college voor aanvang van de arbeidsovereenkomst heeft vastgesteld dat de loonkostensubsidie noodzakelijk is om arbeidsinschakeling van de klant in een reguliere dienstbetrekking te realiseren. Artikel 7 Verplichtingen verbonden aan de subsidie 1. De aanvraag van de loonkostensubsidie wordt schriftelijk ingediend binnen een maand na de aanvang van de arbeidsovereenkomst. 2. De aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt vergezeld van een door klant en werkgever ondertekende arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 6. Detacheringsbanen Artikel 8 Vergoeding voor detachering 1. Het college kan een voorziening, in de vorm van een vergoeding voor detachering, inzetten om de uitvoerende organisatie te compenseren voor de kosten van detachering van een klant. 2. De vergoeding voor detachering, bedoeld in het eerste lid, heeft ten doel de klant de gelegenheid te bieden om werkervaring op te doen bij een inlenende werkgever binnen een arbeidsovereenkomst bij een uitvoerende organisatie. 3. Het college verstrekt de vergoeding voor detachering, als bedoeld in het eerste lid, aan de uitvoerende organisatie, die een arbeidsovereenkomst aangaat met een persoon uit de doelgroep bedoeld in artikel 2, mits voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in artikel 11.

3 Artikel 9 Verplichtingen verbonden aan de vergoeding voor detachering 1. De aanvraag voor de vergoeding voor detachering wordt schriftelijk ingediend binnen een maand na de aanvang van de arbeidsovereenkomst. 2. De aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt vergezeld van een door de uitvoerende organisatie en de klant ondertekende arbeidsovereenkomst. 3. De uitvoerende organisatie verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar, per klant een schriftelijke jaaropgave, waarin opgenomen, de loonkosten en de begin- en einddatum van het dienstverband. 4. De uitvoerende organisatie verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar een goedkeurende accountantsverklaring waaruit blijkt dat de uitvoering door de uitvoerende organisatie correct is uitgevoerd. Artikel 10 Detacheringovereenkomst 1. De uitvoerende organisatie sluit een detacheringovereenkomst voor de individuele klant met een inlenende werkgever. 2. In de detacheringovereenkomst is het aantal uur per week en de termijn beschreven dat de klant arbeid voor de inlenende werkgever verricht. 3. Wanneer gebruik wordt gemaakt wordt van proefdraaien zoals genoemd in artikel 13 lid 3, wordt dit vastgelegd in de detacheringovereenkomst. 4. De uitvoerende organisatie heft een tarief, de inleenvergoeding, bij de inlenende werkgever. 5. De inlenende werkgever is verantwoordelijk voor de werkinhoudelijke begeleiding van de klant alsmede voor feitelijke leiding en het toezicht. 6. De inlenende werkgever dient bereid te zijn mee te werken aan doorstroom naar nietgesubsidieerde arbeid, zowel intern als extern. 7. Het aantal gesubsidieerde dienstverbanden bij de inlenende werkgever mag niet meer zijn dan 25% van het aantal formatieplaatsen binnen het bedrijf. 8. Bij een inlenende werkgever met minder dan vier formatieplaatsen is één gesubsidieerd dienstverband toegestaan. 9. Gedurende de detachering wordt de klant door de uitvoerende organisatie intensief begeleid teneinde de doorstroom naar regulier werk te bevorderen. 10. De uitvoerende organisatie kan, na goedkeuring door de klantmanager van de gemeente, de inlenende werkgever passende ondersteunende activiteiten zoals begeleiding op de werkplek, scholing of training aanbieden. 11. Het college kan aanvullende afspraken maken met de uitvoerende organisatie over de ondersteuning van de klant bij het verbeteren van de kwalificaties voor de arbeidsmarkt. Artikel 11 Voorwaarden van de vergoeding voor detachering 1. De uitvoerende organisatie en de klant gaan een arbeidsovereenkomst aan met een minimale duur van zes maanden. 2. In de regel biedt de uitvoerende organisatie de klant een dienstverband van 32 uur per week aan. 3. Een dienstverband minder dan 32 uur per week is mogelijk indien dit naar het oordeel van het college wegens in de persoon gelegen factoren noodzakelijk is, dan wel indien de klant met minder uren uit de uitkering kan geraken. 4. De klant, genoemd in het eerste lid, behoort in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst tot de doelgroep, als benoemd in artikel 2 en wordt door het college voorgedragen aan de uitvoerende organisatie. 5. In de arbeidsovereenkomst is de duur van het dienstverband vastgelegd en duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur per week de klant verplicht wordt arbeid te verrichten en tegen welk loon. 6. De subsidie wordt alleen verstrekt indien de subsidieverstrekking de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord beïnvloedt en indien hierdoor geen verdringing van regulier werk plaatsvindt. 7. De subsidie wordt alleen verstrekt indien het college voor aanvang van de arbeidsovereenkomst heeft vastgesteld dat de vergoeding voor detachering noodzakelijk is om arbeidsinschakeling van de klant in een reguliere dienstbetrekking te realiseren.

4 Artikel 12 Duur van de vergoeding voor detachering 1. De duur van de vergoeding voor detachering is maximaal een jaar per klant. Deze periode kan, indien het re-integratiebelang van de klant dit vereist, met maximaal twee maal één jaar per klant verlengd worden. 2. De duur van de vergoeding wordt niet verlengd als verlenging naar het oordeel van het college niet bijdraagt aan de versterking van het arbeidsmarktperspectief van de betrokken klant. 3. Indien de klant verhuist naar een andere gemeente, zal het college zich inspannen om de subsidieverplichting over te dragen aan de betreffende gemeente. De subsidieverplichting wordt na ten hoogste drie maanden gerekend vanaf de datum van inschrijving in de bevolkingsadministratie van de andere gemeente beëindigd. Is de afstand wonen-werken dusdanig dat betrokkene niet in staat is de werkzaamheden te blijven verrichten, dan wordt de subsidieverplichting onmiddellijk beëindigd. 4. De uitvoerende organisatie dient de aanvraag voor verlenging van de vergoeding van detachering, minimaal 2 maanden voor het einde van de arbeidsovereenkomst met de klant in bij het college. 5. De uitvoerende organisatie geeft bij de aanvraag, als bedoeld in het vierde lid, gemotiveerd aan waarom de verlenging van detachering voor deze klant noodzakelijk is als middel voor arbeidsinschakeling in een reguliere dienstbetrekking. 6. Het college beoordeelt of verlenging van de vergoeding voor detachering noodzakelijk is en kent in die gevallen een verlenging toe. 7. De vergoeding voor de detachering wordt niet langer verstrekt dan de duur van de arbeidsovereenkomst met de klant. 8. De vergoeding voor detachering wordt in tijdvakken van een maand betaald aan de uitvoerende organisatie. Artikel 13 Vaststellen verdiencapaciteit 1. Voorafgaand aan het sluiten van een detacheringsovereenkomst wordt de verdiencapaciteit van de klant vastgesteld. 2. Op basis van een integrale intake vindt een voorlopige vaststelling van de verdiencapaciteit plaats. 3. De definitieve vaststelling kan zonodig plaatsvinden nadat de klant een week heeft proefgedraaid bij de potentiële inlenende werkgever. Dit proefdraaien, vindt plaats met behoud van uitkering. 4. Indien verlenging van het dienstverband aan de orde is, vindt opnieuw een beoordeling plaats van de verdiencapaciteit. Deze kan direct definitief worden vastgesteld. Artikel 14 Hoogte inleenvergoeding 1. Het college stelt de inleenvergoeding steeds voor een jaar vast op basis van de verdiencapaciteit van de klant. 2. Indien een detacheringsovereenkomst voor een kortere periode wordt gesloten, stelt het college de inleenvergoeding voor de duur van de detacheringsovereenkomst vast. 3. De inleenvergoeding wordt uitgedrukt als percentage van de bruto loonkosten. 4. De minimale inleenvergoeding bedraagt 25% van de bruto loonkosten, tenzij bij het bepalen van de verdiencapaciteit blijkt dat dit percentage niet reëel is. 5. Het percentage van de bruto loonkosten dat de inlenende werkgever als vergoeding betaalt is gelijk aan het percentage verdiencapaciteit van de klant. Artikel 15 Hoogte van de vergoeding voor detachering 1. Het college betaalt de uitvoerende organisatie een vergoeding voor de detachering. 2. De vergoeding van de detachering, als benoemd in het eerste lid, is het loon plus de verplichte werkgeverslasten minus de inleenvergoeding. 3. Kosten anders dan de kosten genoemd in lid 2, worden apart in rekening gebracht.

5 Opstapbanen Artikel 16 Vergoeding voor de opstapbaan 1. Het college kan een voorziening, in de vorm van een vergoeding voor de opstapbaan, inzetten om de werkgever te compenseren voor de loonkosten van een klant. 2. De vergoeding voor de opstapbaan, bedoeld in het eerste lid, heeft ten doel de klant de gelegenheid te bieden om werkervaring op te doen bij de werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst. 3. Het college verstrekt de vergoeding voor de opstapbaan, als bedoeld in het eerste lid, aan de werkgever, die een arbeidsovereenkomst aangaat met een persoon uit de doelgroep bedoeld in artikel 2, mits voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in artikel 19. Artikel 17 Verplichtingen verbonden aan de vergoeding voor de opstapbaan 1. De aanvraag voor de vergoeding voor de opstapbaan wordt schriftelijk ingediend binnen een maand na de aanvang van de arbeidsovereenkomst. 2. De aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt vergezeld van een door de werkgever en de klant ondertekende arbeidsovereenkomst. 3. De werkgever verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar, per klant een schriftelijke jaaropgave, waarin opgenomen, de loonkosten en de begin- en einddatum van het dienstverband. 4. De werkgever verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar een goedkeurende accountantsverklaring waaruit blijkt dat de uitvoering door de werkgever correct is uitgevoerd. Artikel 18 Arbeidsovereenkomst 1. De werkgever sluit een arbeidsovereenkomst met de klant. 2. In de arbeidsovereenkomst is het aantal uur per week en de termijn beschreven dat de klant arbeid verricht. 3. Wanneer gebruik wordt gemaakt wordt van proefdraaien zoals genoemd in artikel 21 lid 3, wordt dit vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. 4. De werkgever is verantwoordelijk voor de werkinhoudelijke begeleiding van de klant alsmede voor feitelijke leiding en het toezicht. 5. De werkgever dient bereid te zijn mee te werken aan doorstroom naar niet-gesubsidieerde arbeid, zowel intern als extern. 6. De werkgever kan, na goedkeuring door de klantmanager van de gemeente, ondersteunende activiteiten zoals begeleiding op de werkplek, scholing of training aanbieden. 7. Het college kan aanvullende afspraken maken met de werkgever over de ondersteuning van de klant bij het verbeteren van de kwalificaties voor de arbeidsmarkt. Artikel 19 Voorwaarden van de vergoeding voor de opstapbaan 1. De werkgever en de klant gaan een arbeidsovereenkomst aan met een minimale duur van zes maanden. 2. In de regel biedt de werkgever de klant een dienstverband van 32 uur per week aan. 3. Een dienstverband minder dan 32 uur per week is mogelijk indien dit naar het oordeel van het college wegens in de persoon gelegen factoren noodzakelijk is, dan wel indien de klant met minder uren uit de uitkering kan geraken. 4. De klant, genoemd in het eerste lid, behoort in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst tot de doelgroep, als benoemd in artikel 2 en wordt door het college voorgedragen aan de werkgever. 5. In de arbeidsovereenkomst is de duur van het dienstverband vastgelegd en duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur per week de klant verplicht wordt arbeid te verrichten en tegen welk loon. 6. De subsidie wordt alleen verstrekt indien de subsidieverstrekking de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord beïnvloedt en indien hierdoor geen verdringing van regulier werk plaatsvindt.

6 7. De subsidie wordt alleen verstrekt indien het college voor aanvang van de arbeidsovereenkomst heeft vastgesteld dat de vergoeding voor de opstapbaan noodzakelijk is om arbeidsinschakeling van de klant in een reguliere dienstbetrekking te realiseren. Artikel 20 Duur van de vergoeding voor de opstapbaan 1. De duur van de vergoeding voor de opstapbaan is maximaal een jaar per klant. Deze periode kan, indien het re-integratiebelang van de klant dit vereist, met maximaal twee maal één jaar per klant verlengd worden. 2. De duur van de vergoeding wordt niet verlengd als verlenging naar het oordeel van het college niet bijdraagt aan de versterking van het arbeidsmarktperspectief van de betrokken klant. 3. Indien de klant verhuist naar een andere gemeente, zal het college zich inspannen om de subsidieverplichting over te dragen aan de betreffende gemeente. De subsidieverplichting wordt na ten hoogste drie maanden gerekend vanaf de datum van inschrijving in de bevolkingsadministratie van de andere gemeente beëindigd. Is de afstand wonen-werken dusdanig dat betrokkene niet in staat is de werkzaamheden te blijven verrichten, dan wordt de subsidieverplichting onmiddellijk beëindigd. 4. De werkgever dient de aanvraag voor verlenging van de vergoeding van de opstapbaan, minimaal 2 maanden voor het einde van de arbeidsovereenkomst met de klant in bij het college. 5. De werkgever geeft bij de aanvraag, als bedoeld in het vierde lid, gemotiveerd aan waarom de verlenging van de opstapbaan voor deze klant noodzakelijk is als middel voor arbeidsinschakeling in een reguliere dienstbetrekking. 6. Het college beoordeelt of verlenging van de vergoeding voor de opstapbaan noodzakelijk is en kent in die gevallen een verlenging toe. 7. De vergoeding voor de opstapbaan wordt niet langer verstrekt dan de duur van de arbeidsovereenkomst met de klant. 8. De vergoeding voor de opstapbaan wordt in tijdvakken van een maand betaald aan de werkgever. Artikel 21 Vaststellen verdiencapaciteit 1. Voorafgaand aan het sluiten van een arbeidsovereenkomst wordt de verdiencapaciteit van de klant vastgesteld. 2. Op basis van een integrale intake vindt een voorlopige vaststelling van de verdiencapaciteit plaats. 3. De definitieve vaststelling kan zonodig plaatsvinden nadat de klant een week heeft proefgedraaid bij de werkgever. Dit proefdraaien, vindt plaats met behoud van uitkering. 4. Indien verlenging van het dienstverband aan de orde is, vindt opnieuw een beoordeling plaats van de verdiencapaciteit. Deze kan direct definitief worden vastgesteld. Artikel 22 Hoogte verdiencapaciteit 1. Het college stelt de verdiencapaciteit steeds voor een jaar vast.. 2. Indien een arbeidsovereenkomst voor een kortere periode wordt gesloten, stelt het college de verdiencapaciteit voor de duur van de arbeidsovereenkomst vast. 3. De verdiencapaciteit wordt uitgedrukt als percentage van de bruto loonkosten. 4. De minimale verdiencapaciteit bedraagt 25% van de bruto loonkosten, tenzij bij het bepalen hiervan blijkt dat dit percentage niet reëel is. Artikel 23 Hoogte van de vergoeding voor de opstapbaan 1. Het college betaalt de werkgever een vergoeding voor de opstapbaan. 2. De vergoeding van de opstapbaan, als benoemd in het eerste lid, is het loon plus de verplichte werkgeverslasten minus de verdiencapaciteit. 3. Kosten anders dan de kosten genoemd in lid 2, worden apart in rekening gebracht.

7 Re-integratievergoedingen voormalige ID- en WIW-banen Artikel 24 Re-integratievergoeding voormalige ID-ers 1. Het college kan een re-integratievergoeding ten behoeve van een klant verlenen aan die werkgever die op 31 december 2003 een loonkostensubsidie ontving voor deze klant op grond van Het Besluit inen doorstroombanen. 2. De re-integratievergoeding als genoemd in het eerste lid wordt stopgezet op het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de klant eindigt. 3. De hoogte van de onder het eerste lid genoemde re-integratievergoeding is gelijk aan het brutoloon tot maximaal 130% van het wettelijk minimumloon vermeerderd met een vakantietoeslag van 8% in de eerste vijf jaar van het dienstverband en tot maximaal 150% van het wettelijk minimumloon vermeerderd met een vakantietoeslag van 8% na het vijfde jaar van het dienstverband. 4. Het bedrag, bedoeld in het derde lid, wordt naar evenredigheid verminderd, indien de overeengekomen arbeidsduur korter is dan de normale arbeidsduur, die voor de toepassing van dit artikel 36 uur per week bedraagt. 5. De re-integratievergoeding wordt geweigerd voor zover: a) het brutoloon dat een klant gedurende de eerste vijf jaar van het dienstverband ontvangt meer bedraagt dan 130% van het wettelijk minimumloon vermeerderd met een vakantietoeslag van 8%. b) het brutoloon dat een klant na het vijfde jaar van het dienstverband ontvangt meer bedraagt dan 150 % van het wettelijk minimumloon vermeerderd met een vakantietoeslag van 8%. c) de arbeidsduur van het dienstverband met de klant na 1 januari 2007 is uitgebreid ten opzichte van de arbeidsduur van voor 1 januari De werkgever verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk voor 1 maart van het daaropvolgende kalenderjaar, per klant een schriftelijke jaaropgave, waarin opgenomen een specificatie van het aantal gewerkte uren, de loonkosten en de begin en einddatum van het dienstverband te zien zijn. 7. De werkgever levert tevens aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk voor 1 maart van het daaropvolgende kalenderjaar, het door het college verstrekte declaratieformulier, voorzien van de gevraagde bewijsstukken, in bij het college. Dit declaratieformulier dient vergezeld te zijn van een accountantsverklaring. Artikel 25 Voorwaarden van de re-integratievergoeding voormalige ID-ers 1. De klant, genoemd in het eerste lid van artikel 24, behoort in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst tot de doelgroep, als benoemd in artikel In de arbeidsovereenkomst is de duur van de arbeidsovereenkomst vastgelegd en duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur de klant verplicht wordt arbeid te verrichten en tegen welk loon. 3. De re-integratievergoeding wordt alleen verstrekt indien de verstrekking de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord beïnvloedt en indien hierdoor geen verdringing van regulier werk plaatsvindt. Artikel 26 Re-integratievergoeding voormalige WIW-ers 1. Het college kan een re-integratievergoeding ten behoeve van een klant verstrekken aan die werkgever die op 31 december 2003 reeds een loonkostensubsidie ontving voor deze klant op grond van de Wet Inschakeling Werkzoekenden. 2. De re-integratievergoeding als genoemd in het eerste lid wordt stopgezet op het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de klant eindigt. 3. De hoogte van de onder het eerste lid genoemde re-integratievergoeding is gelijk aan het brutoloon tot maximaal 130% van het wettelijk minimumloon vermeerderd met een vakantietoeslag van 8% in de eerste vijf jaar van het dienstverband en tot maximaal 150% van het wettelijk minimumloon vermeerderd met een vakantietoeslag van 8% na het vijfde jaar van het dienstverband. 4. Het bedrag, bedoeld in het derde lid, wordt naar evenredigheid verminderd, indien de overeengekomen arbeidsduur korter is dan de normale arbeidsduur, die voor de toepassing van dit artikel 36 uur per week bedraagt.

8 5. De re-integratievergoeding wordt geweigerd voor zover: a) het brutoloon dat een klant gedurende de eerste vijf jaar van het dienstverband ontvangt meer bedraagt dan 130% van het wettelijk minimumloon vermeerderd met een vakantietoeslag van 8%. b) het brutoloon dat een klant na het vijfde jaar van het dienstverband ontvangt meer bedraagt dan 150 % van het wettelijk minimumloon vermeerderd met een vakantietoeslag van 8%. c) de arbeidsduur van het dienstverband met de klant na 1 januari 2007 is uitgebreid ten opzichte van de arbeidsduur van voor 1 januari De werkgever verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk voor 1 maart van het daaropvolgende kalenderjaar, per klant een schriftelijke jaaropgave, waarin een specificatie van het aantal uren, de loonkosten en de begin- en einddatum van het dienstverband te zien zijn. 7. De werkgever levert tevens aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk voor 1 maart van het daaropvolgende kalenderjaar, het door het college verstrekte declaratieformulier, voorzien van de gevraagde bewijsstukken, in bij het college. Dit declaratieformulier dient vergezeld te zijn van een accountantsverklaring. Artikel 27 Voorwaarden van de re-integratievergoeding voormalige WIW-ers 1. De klant, genoemd in het eerste lid van artikel 26, behoort in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst tot de doelgroep, als benoemd in artikel In de arbeidsovereenkomst is de duur van de arbeidsovereenkomst vastgelegd en duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur de klant verplicht wordt arbeid te verrichten en tegen welk loon. 3. De re-integratievergoeding wordt alleen verstrekt indien de verstrekking de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord beïnvloedt en indien hierdoor geen verdringing van regulier werk plaatsvindt. Artikel 28 Wijze van betaling Het college verstrekt op de vergoeding zoals genoemd in artikel 24 en de vergoeding zoals genoemd in artikel 26 jaarlijks een voorschot. Artikel 29 Terugvordering 1. Het college kan de vergoeding, benoemd in artikel 24 terugvorderen, verrekenen of weigeren indien het college constateert dat aan de voorwaarden als genoemd in artikel 25 niet voldaan wordt. 2. Het college kan de vergoeding, benoemd in artikel 26 terugvorderen, verrekenen of weigeren indien het college constateert dat aan de voorwaarden als genoemd in artikel 27 niet voldaan wordt. Artikel 30 Onvoorziene gevallen In gevallen, waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college. Artikel 31 Citeertitel en inwerkingtreding 1. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels gesubsidieerde arbeid en reintegratievergoedingen gemeente Best. 2. Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2007 in werking. 3. Voor zover dit voor belanghebbenden nadelige gevolgen heeft, wordt met betrekking tot besluiten die genomen zijn voor de vaststelling van deze beleidsregels afgezien van inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007.

9 Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsbepalingen Artikel 2 Doelgroep De Re-integratieverordening sluit anderen dan uitkeringsgerechtigden uit van de voorziening van loonkostensubsidie en vergoeding voor detachering. Artikel 2 beperkt de doelgroep daarom tot uitkeringsgerechtigden. Mensen met een Anw-uitkering of mensen aan wie het UWV een uitkering verstrekt zonder dat deze wordt aangevuld met een WWB-uitkering, alsmede nuggers behoren daarom niet tot de doelgroep van de voorzieningen zoals genoemd in deze beleidsregels. Tot de doelgroep behoren wel de personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de wet. Hieronder vallen de personen die vanwege een voorziening gericht op arbeidsinschakeling niet tot de andere doelgroep behoren. Concreet gaat het hier om personen die een dienstverband hebben, dat geheel of gedeeltelijk uit het re-integratiebudget wordt gefinancierd, dus personen met een voormalige Wiw- of ID-baan. De artikelen 24 tot en met 29 richten zich specifiek op deze doelgroep. Artikel 3 Vergoeding voor loonkosten De werkgever kan een loonkostensubsidie ontvangen bij het in dienst nemen van een uitkeringsgerechtigde. De loonkostensubsidie is een prikkel om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken een uitkeringsgerechtigde in dienst te nemen. Uitkeringsgerechtigden kunnen een langere afstand tot de arbeidsmarkt hebben en werkgevers zijn daardoor soms wat terughoudend deze personen in dienst te nemen. Een arbeidsovereenkomst kan tot resultaat hebben dat een uitkeringsgerechtigde uit de uitkering stroomt. Binnen deze arbeidsovereenkomst heeft de uitkeringsgerechtigde de gelegenheid om werkervaring op te doen en de mogelijkheid om zijn kwalificaties voor de arbeidsmarkt te verbeteren. Omdat de uitkeringsgerechtigden een grotere afstand tot de arbeidsmarkt kunnen hebben, zullen zij naar verwachting een langere inwerkperiode nodig hebben en in het begin een lagere productiviteit hebben. De loonkostensubsidie kan de werkgever compenseren voor deze extra kosten. De doelgroep is conform de Re-integratieverordening beperkt tot uitkeringsgerechtigden. Op grond van de EU-regelgeving worden loonkostensubsidies onder bepaalde omstandigheden aangemerkt als verboden staatssteun. Dit is niet het geval als sprake is van een generieke subsidieregeling die in zijn uitwerking non-discriminatoir is voor alle ondernemingen, in alle sectoren van de economie in heel Nederland. Onderhavige subsidieregelingen zijn dusdanig vormgegeven dat sprake is van een dergelijke generieke regeling. Van verboden staatssteun is daarom geen sprake. Artikel 4 Hoogte van de subsidie In dit artikel is de hoogte van de loonkostensubsidie vastgelegd. Er is gekozen om een forfaitair bedrag vast te stellen omdat dit duidelijk is. Daarnaast vereist een forfaitair bedrag geen extra berekeningen in de uitvoering die afhankelijk zijn van variabelen als hoogte van de uitkering of loon. De uitvoering van de regeling kan hierdoor eenvoudig blijven. Artikel 5 Duur van de subsidie Op het moment dat de arbeidsovereenkomst met de werknemer binnen zes maanden verbroken wordt zal de loonkostensubsidie worden stopgezet. De loonkostensubsidie wordt naar rato van het aantal gewerkte maanden toegekend. Om de uitvoering van het besluit eenvoudig te houden, wordt de loonkostensubsidie per maand verstrekt. De totale loonkostensubsidie zal altijd een veelvoud zijn een geheel getal. De loonkostensubsidie kan niet eerder stopgezet worden dan de eerste dag nadat de periode van een hele maand verstreken is.

10 Bijvoorbeeld indien een arbeidsovereenkomst halverwege een periode van een maand verbroken wordt, zal de subsidie niet eerder stopgezet worden dan na afloop van deze maand. Niet elke arbeidsovereenkomst vangt aan op de eerste dag van de kalendermaand, om te voorkomen dat door de systematiek te veel subsidie wordt verstrekt, is er een maximum subsidiebedrag per klant vastgelegd. Dit maximum komt overeen met zes maal het loonkostensubsidiebedrag per maand in geval de subsidie na zes maanden niet wordt verlengd. Artikel 6 Voorwaarden van de subsidie Aan de loonkostensubsidie zijn de verschillende voorwaarden verbonden. Ten eerste dient de duur van de arbeidsovereenkomst minimaal 6 maanden te zijn. In de arbeidsovereenkomst dient duidelijk te zijn vastgelegd hoeveel uren de uitkeringsgerechtigde voor de werkgever gaat werken. Uiteraard dient ook de duur van de arbeidsovereenkomst duidelijk te zijn vastgelegd. De klant dient in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst te behoren tot de doelgroep. De gemeente dient zich ervan te vergewissen dat de plaatsing niet leidt tot verdringing van reguliere banen of tot concurrentievervalsing. Het college kan daartoe aan de werkgever verzoeken een verklaring van het betrokken medezeggenschapsorgaan te overleggen waaruit blijkt dat dit orgaan akkoord gaat met de plaatsing. Tevens kan het college bij de Centrale organisatie werk en inkomen nagaan of recentelijk ontslagen hebben plaatsgevonden. Of er sprake is van concurrentievervalsing is moeilijker vast te stellen. Een indicatie hiervoor kan het aandeel gesubsidieerde arbeidskrachten in het totale personeelsbestand van een organisatie zijn. Indien daar aanleiding toe is zal het college hiertoe nader onderzoek moeten (laten) verrichten. Artikel 7 Verplichtingen verbonden aan de subsidie Artikel 8 Vergoeding voor detachering In dit artikel is opgenomen dat het college een vergoeding voor de detachering kan verstrekken aan de uitvoerende organisatie voor de loonkosten van de klant die deelneemt aan de voorziening. Doel van de voorziening detachering is om uitkeringsgerechtigden de gelegenheid te bieden om werkervaring op te doen en zo de kans op uitstroom naar reguliere arbeid te vergroten. De uitvoerende organisatie streeft ernaar klanten bij die inlenende werkgevers te plaatsen waar de kans op reguliere arbeid groot is. Door gebruik te maken van een detacheringconstructie loopt de inlenende werkgever weinig risico en kan deze daarnaast gebruik maken van de begeleiding en ondersteuning van de uitvoerende organisatie die de klant in dienst heeft. De uitvoerende organisatie ontvangt hiervoor een vergoeding. De uitvoerende organisatie ontvangt de vergoeding indien hij een arbeidsovereenkomst aangaat met een persoon die voldoet aan de doelgroepomschrijving zoals genoemd in artikel 2 en indien voldaan is aan de voorwaarden als genoemd in artikel 11. Het college wijst de organisatie aan die als uitvoerende organisatie optreedt in een detacheringovereenkomst. Artikel 9 verplichtingen verbonden aan de vergoeding voor detachering Artikel 10 Detacheringsovereenkomst In dit artikel zijn de eisen voor een detacheringovereenkomst vastgelegd. De uitvoerende organisatie sluit een detacheringovereenkomst met een inlenende organisatie. De detacheringovereenkomst heeft ten doel de verplichtingen van klant ten opzichte van de inlenende werkgever vast te leggen, ook de verplichtingen tussen de uitvoerende organisatie en de inlenende organisatie zijn hierin vastgelegd. In de detacheringovereenkomst is omschreven wat de klant bij de inlenende werkgever gaat doen en voor hoeveel uur. Ook de duur van de overeenkomst is vastgelegd.

11 De uitvoerende organisatie vraagt de inlenende werkgever een vergoeding te verstrekken voor de arbeid die de klant verricht. Dit is de inleenvergoeding. Voor wat betreft de verhouding van deze subsidie tot EU-regelgeving wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 3. Artikel 11 Voorwaarden voor de vergoeding voor detachering Uitgangspunt is dat de klant uit de uitkering is. De minimale omvang van het dienstverband is derhalve afgestemd op het aantal uren dat nodig is om uitstroom uit de uitkering te realiseren. Standaard is een dienstverband van 32 uur per week. Minder uren is mogelijk indien dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is, dan wel indien de klant met minder uren uit de uitkering kan geraken. Meer uren kán als dat nodig is om uit de uitkering te komen. Artikel 12 Duur van de vergoeding voor detachering In dit artikel is de duur van de vergoeding opgenomen. De duur van de vergoeding is maximaal een jaar per klant. De ervaring leert dat niet iedereen de capaciteiten heeft om binnen een jaar door te groeien naar regulier werk. Voor deze personen staat de mogelijkheid open om het contract te verlengen. Dit kán hetzelfde werk bij dezelfde werkgever zijn, maar dat hoeft niet. Rekening houdend met de Wet Flexibiliteit en Zekerheid (opeenvolgende contracten voor bepaalde tijd mogen tezamen maximaal 36 maanden duren) is daarna nog één maal verlenging van het tijdelijk dienstverband mogelijk. De elkaar opvolgende contracten mogen bij elkaar maximaal een periode van 36 maanden bestrijken (perioden tussen de contracten van minder dan drie maanden tellen ook mee!) en in die periode mogen maximaal drie tijdelijke contracten worden aangegaan. Soms volstaat een dienstverband dat korter is dan een jaar. Dit is mogelijk mits het dienstverband een minimum duur van zes maanden heeft. Als iemand verhuist naar een andere gemeente zal het college die gemeente verzoeken de subsidieverplichting over te nemen c.q. een ander dienstverband of re-integratietraject aan te bieden. De subsidieverplichting wordt beëindigd zodra dit geregeld is of in ieder geval na drie maanden gerekend vanaf de datum dat de betrokken werknemer formeel is ingeschreven in de bevolkingsadministratie van de andere gemeente. De uitvoerende organisatie dient de aanvraag voor verlenging minimaal twee maanden voor het einde van de arbeidsovereenkomst bij het college in. Een verlenging wordt toegekend op het moment dat verlenging volgens het college noodzakelijk is voor arbeidsinschakeling van de klant naar een reguliere arbeidsovereenkomst. Het college beoordeelt dit op basis van de motivatie van de uitvoerende organisatie. De vergoeding wordt stopgezet op het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen de klant en de uitvoerende organisatie afloopt dan wel wordt beëindigd. De vergoeding wordt in tijdvakken van een maand toegekend aan de uitvoerende organisatie door het college. Om de uitvoering van het besluit eenvoudig te houden is besloten de vergoeding per maand te verstrekken. De totale vergoeding zal altijd een veelvoud zijn een geheel getal. De vergoeding kan niet eerder stopgezet worden dan de eerste dag nadat de periode van een hele maand verstreken is. Bijvoorbeeld indien een arbeidsovereenkomst halverwege de kalendermaand verbroken wordt, zal de vergoeding niet eerder stopgezet worden dan na afloop van deze maand. Artikel 13 Vaststellen verdiencapaciteit In verband met het vaststellen van de inleenvergoeding zal de verdiencapaciteit van de klant worden bepaald. De verdiencapaciteit geeft op een schaal van 0 tot 100 aan in hoeverre iemand volgens de geldende normen en maatstaven werkt. Naarmate iemand meer werkervaring heeft opgedaan zal normaliter de verdiencapaciteit toenemen. De wijze waarop de verdiencapaciteit wordt vastgesteld is onderwerp van de afspraken die de klantmanager met de uitvoerder maakt.

12 Bij nieuwe dienstverbanden kan de vaststelling van de verdiencapaciteit in twee stappen plaatsvinden. De definitieve vaststelling vindt dan plaats nadat de klant een week (met behoud van uitkering) bij de inlener heeft proefgedraaid. Bij een verlenging is dat niet nodig en kan de verdiencapaciteit altijd in één keer worden bepaald. Artikel 14 Hoogte inleenvergoeding De hoogte van de inleenvergoeding staat steeds voor een jaar vast. Bij een verlenging van de detacheringsovereenkomst en bij het aangaan van een nieuwe detacheringsovereenkomst worden de verdiencapaciteit en de inleenvergoeding opnieuw vastgesteld. Omdat het mogelijk is binnen zekere grenzen maatwerk te leveren kan het voorkomen dat een detacheringsovereenkomst korter dan een jaar duurt. In dat geval geldt dat de inleenvergoeding voor die periode wordt vastgesteld. Uitgangspunt is dat een werkgever altijd een bijdrage betaalt. De minimale bijdrage bedraagt 25% van de bruto loonkosten. Deze minimale bijdrage geldt ook in het geval dat de verdiencapaciteit minder is dan 25%. De relatie tussen inleenvergoeding en verdiencapaciteit is zo eenvoudig mogelijk gehouden. Uitgangspunt is dat de verdiencapaciteit aangeeft in hoeverre iemand productief is. De werkgever betaalt in feite voor dat deel loon. Stijgt de verdiencapaciteit dan stijgt de inleenvergoeding mee met eenzelfde percentage. Een verdiencapaciteit van 40% betekent een inleenvergoeding van 40% van de bruto-loonkosten. Een verdiencapaciteit van 60% betekent een inleenvergoeding van 60% van de bruto-loonkosten enz. Artikel 15 Hoogte van de vergoeding voor detachering Het college betaalt een vergoeding voor detachering aan de uitvoerende organisatie. De vergoeding is een bedrag ter hoogte van de kosten van het loon voor de klant plus de bijbehorende verplichte werkgeverslasten. De werkgeverslasten zijn de verplichtingen op basis van de Wet op loonbelasting en de premies werknemersverzekeringen en de werkgeverslasten voor de zorgverzekeringswet die de werkgever over de loonkosten van de klant dient te betalen. De uitvoerende organisatie heft een inleenvergoeding, deze inleenvergoeding zal volledig verrekend worden in de vergoeding voor detachering. In deze beleidsregels is alleen de vergoeding voor de loonkosten van de klant opgenomen. De voorziening detachering gaat meestal samen met de trajectbegeleiding, plaatsing en een intake. De kosten voor deze aanvullingen zijn niet in de beleidsregels opgenomen, maar worden afzonderlijk ingekocht en in rekening gebracht. Artikel 16 Vergoeding voor de opstapbaan In dit artikel is opgenomen dat het college een vergoeding voor de opstapbaan kan verstrekken aan de werkgever voor de loonkosten van de klant die deelneemt aan de voorziening. Doel van de voorziening is om uitkeringsgerechtigden de gelegenheid te bieden om werkervaring op te doen en zo de kans op uitstroom naar reguliere arbeid te vergroten. De werkgever plaats de klant (anders dan in geval van detachering) binnen zijn eigen organisatie. Voor wat betreft de verhouding van deze subsidie tot EU-regelgeving wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 3. Artikel 17 Verplichtingen verbonden aan de vergoeding voor de opstapbaan Artikel 18 Arbeidsovereenkomst

13 Artikel 19 Voorwaarden van de vergoeding voor de opstapbaan Voor wat betreft de toelichting bij dit artikel wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 11. Artikel 20 Duur van de vergoeding voor de opstapbaan Voor de toelichting bij dit artikel wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 12, waarbij voor uitvoerende organisatie wordt gelezen werkgever. Artikel 21 Vaststellen verdiencapaciteit Voor wat betreft de toelichting bij dit artikel wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 13. Artikel 22 Hoogte verdiencapaciteit De hoogte van de verdiencapaciteit staat steeds voor een jaar vast. Bij een verlenging van de arbeidsovereenkomst en bij het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt de verdiencapaciteit opnieuw vastgesteld. Uitgangspunt is dat een werkgever altijd een bijdrage betaalt. De minimale bijdrage bedraagt 25% van de bruto loonkosten. Deze minimale bijdrage geldt ook in het geval dat de verdiencapaciteit minder is dan 25%. De relatie tussen vergoeding voor de opstapbaan en verdiencapaciteit is zo eenvoudig mogelijk gehouden. Uitgangspunt is dat de verdiencapaciteit aangeeft in hoeverre iemand productief is. De werkgever betaalt in feite voor dat deel loon. Stijgt de verdiencapaciteit dan daalt de vergoeding voor de opstapbaan. Een verdiencapaciteit van 40% betekent een vergoeding van 60% van de bruto-loonkosten. Een verdiencapaciteit van 60% betekent een vergoeding van 40% van de bruto-loonkosten enz. Artikel 23 Hoogte van de vergoeding voor de opstapbaan Het college betaalt een vergoeding voor de opstapbaan aan de werkgever. De vergoeding is een bedrag ter hoogte van de kosten van het loon voor de klant plus de bijbehorende verplichte werkgeverslasten minus de verdiencapaciteit. De werkgeverslasten zijn de verplichtingen op basis van de Wet op loonbelasting en de premies werknemersverzekeringen en de werkgeverslasten voor de zorgverzekeringswet die de werkgever over de loonkosten van de klant dient te betalen. In deze beleidsregels is alleen de vergoeding voor de loonkosten van de klant opgenomen. De voorziening opstapbaan gaat meestal samen met de trajectbegeleiding, plaatsing en een intake. De kosten voor deze aanvullingen zijn niet in de beleidsregels opgenomen, maar worden afzonderlijk ingekocht en in rekening gebracht. Artikel 24 Re-integratievergoeding voormalige ID-ers De gemeenteraad heeft besloten gesubsidieerde arbeid op grond van het Besluit in- en doorstroombanen en de Wet Inschakeling Werkzoekenden af te bouwen (raadsbesluit 13 juli 2004). Dit artikel regelt het verstrekken van een re-integratievergoeding aan werkgevers die tot 31 december 2003 een subsidie ontvingen op basis van het tot die datum geldende Besluit in- en doorstroombanen. De vergoeding wordt verstrekt aan de werkgevers, maar is wel gekoppeld aan individuele klanten die niet uitwisselbaar zijn. Op het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen de bovengenoemde werkgever en klant eindigt, stopt ook de verstrekking van de re-integratievergoeding. Nieuwe vergoedingen worden indachtig het raadsbesluit van 13 juli 2004 niet meer verleend. In dit artikel is de hoogte van het loon beschreven en de hoogte van de daaraan gekoppelde reintegratievergoeding aan de werkgever. Bij de vaststelling van de totale loonkosten wordt uitgegaan van het bruto jaarsalaris van de klant, vermeerderd met de vakantietoeslag. Daarnaast is in dit artikel opgenomen dat in bepaalde situaties de subsidie kan worden uitgesloten. De voorwaarden van de oude regeling zijn grotendeels overgenomen. Bij de beoordeling of de grens van 130% of 150% van het minimumloon niet overschreden wordt, wordt een onregelmatigheidstoeslag niet meegerekend.

14 Omdat de werkgever meer dan 130% respectievelijk meer dan 150% van het Wettelijk minimumloon kan betalen, is de hoogte van de re-integratievergoeding niet gekoppeld aan een percentage van de bruto-loonkosten, maar een percentage van het Wettelijk Minimumloon. Betaalt de werkgever meer dan het Wettelijk Minimumloon, dan komen die meerkosten voor rekening van de werkgever. Artikel 25 Voorwaarden van de re-integratievergoeding voormalige ID-ers Voor wat betreft de voorwaarde genoemd in artikel 25 lid 3 wordt verwezen naar hetgeen hierover is vermeld bij artikel 6. De overige leden behoeven geen toelichting. Artikel 26 Re-integratievergoeding voormalige WIW-ers Voor de toelichting bij dit artikel wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 24, waarbij voor Besluit in- en doorstroombanen wordt gelezen Wet Inschakeling Werkzoekenden. Artikel 27 Voorwaarden van de re-integratievergoeding voormalige WIW-ers Voor wat betreft de voorwaarde genoemd in artikel 27 lid 3 wordt verwezen naar hetgeen hierover is vermeld bij artikel 6. De overige leden behoeven geen toelichting. Artikel 28 Wijze van betaling Artikel 29 Terugvordering Artikel 30 Onvoorziene gevallen Artikel 31 Citeertitel en inwerkingtreding.

Beleidsregels detacheringsbanen 2007 (Artikel 13 Reïntegratieverordening gemeente Boxtel)

Beleidsregels detacheringsbanen 2007 (Artikel 13 Reïntegratieverordening gemeente Boxtel) Beleidsregels detacheringsbanen 2007 (Artikel 13 Reïntegratieverordening gemeente Boxtel) Definities: - detacheringsbaan dienstverband voor bepaalde tijd gericht op de bevordering van de arbeidsinschakeling

Nadere informatie

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen CVDR Officiële uitgave van Tholen. Nr. CVDR43763_1 20 maart 2018 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen De raad der gemeente Tholen; gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Oldebroek; Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 kenmerk 98182 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; gelet op de artikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding en opstapbaan)

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding en opstapbaan) gemeente Eindhoven gemeente Eindhoven Raadsnummer Inboeknummer Beslisdatum B&W Dossiernummer Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding

Nadere informatie

gelet op de artikelen 10c, 10d, 10da en 10e van de Participatiewet en gelet op de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente;

gelet op de artikelen 10c, 10d, 10da en 10e van de Participatiewet en gelet op de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente; Beleidsregels loonkostensubsidie Participatiewet 2015 gemeente Castricum Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [Castricum]; gelet op de artikelen 10c, 10d, 10da en 10e van de Participatiewet

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ; DE RAAD DER GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7 en 8 en 10, tweede

Nadere informatie

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 -1.833.52 REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet : de WWB b. WWB:

Nadere informatie

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015 RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015 De raad van de gemeente Grootegast; gelezen het voorstel van het college van ; Gezien het advies van de Wmo-adviesraad d.d. gelet op de artikelen 8a, eerste

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Paragraaf 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. uitkeringsgerechtigden: personen

Nadere informatie

Een loonkostensubsidie kan worden ingezet ten behoeve van de re-integratie van:

Een loonkostensubsidie kan worden ingezet ten behoeve van de re-integratie van: Richtlijn Loonkostensubsidie Gemeente Doetinchem Inleiding Het bieden van ondersteuning bij arbeidsinschakeling is voor bepaalde doelgroepen als taak voor het college vastgelegd in de Wet Werk en Bijstand.

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 ================================================================================== De raad van de gemeente (naam gemeente) ; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand NO: De raad van de gemeente Hoogeveen, gelezen het voorstel van het college van... ; gelet op de Wet werk en bijstand; gezien het advies van de raadscommissie Samenleving; overwegende dat op grond van

Nadere informatie

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004 RAADSBESLUlT De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college d.d. 18 juni 12004; nummer 041 12004; gelet op anikei 147, eerste lid van de Gemeentewet, de anikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

Verordening loonkostensubsidie werkervaringsplaatsen op basis van de reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Dongen

Verordening loonkostensubsidie werkervaringsplaatsen op basis van de reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Dongen CVDR Officiële uitgave van Dongen. Nr. CVDR7717_1 12 september 2017 Verordening loonkostensubsidie werkervaringsplaatsen op basis van de reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Dongen De

Nadere informatie

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015.

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015. Nummer: 337-20 Portefeuillehouder: drs. L. Bromet Onderwerp: Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015 De raad van de gemeente Waterland, gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Uitvoeringsregels loonkostensubsidie PW 2017

Uitvoeringsregels loonkostensubsidie PW 2017 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

B&W 20 december 2011 Gemeenteblad

B&W 20 december 2011 Gemeenteblad Jaar: 2011 Nummer: 109 Besluit: B&W 20 december 2011 Gemeenteblad RICHTLIJN W011 LOONKOSTENSUBSIDIE Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 7, eerste lid onderdeel a en artikel 8,

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR358167_1 28 september 2018 Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015 DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014; gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde

Nadere informatie

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregel

Nadere informatie

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen 2015. Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen 2015. Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011, de raad van de gemeente Roosendaal, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011, gelet op artikel 8, eerste lid, onder a van de Wet werk en bijstand, gezien het advies van

Nadere informatie

Jaar: 2007 Nummer: 57 Besluit: B&W 09 oktober 2007 Gemeenteblad WIJZIGING WWB W011 LOONKOSTENSUBSIDIE. Het college van burgemeester en wethouders,

Jaar: 2007 Nummer: 57 Besluit: B&W 09 oktober 2007 Gemeenteblad WIJZIGING WWB W011 LOONKOSTENSUBSIDIE. Het college van burgemeester en wethouders, Jaar: 2007 Nummer: 57 Besluit: B&W 09 oktober 2007 Gemeenteblad WIJZIGING WWB W011 LOONKOSTENSUBSIDIE Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 7 eerste lid onderdeel a en artikel 8

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010; CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR63088_1 11 oktober 2016 Re-integratieverordening 2010 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Regeling werkgeverspremie gemeente Overbetuwe 2005 Burgemeester en wethouders van de Gemeente Overbetuwe; Gelet op artikel 9, vijfde lid en artikel 17 van de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 31 maart en 14 april 2009; gelet op artikel 7 en 8, lid 1 onderdeel a van de Wet werk en bijstand; besluit vast te

Nadere informatie

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Reïntegratieverordening. werk en bijstand Reïntegratieverordening werk en bijstand Midden-Delfland, augustus 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004,

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Zundert

Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Zundert CVDR Officiële uitgave van Zundert. Nr. CVDR347843_1 14 november 2017 Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Zundert De raad van de gemeente Zundert; Gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

Gemeente Bergen op Zoom - Re-integratieverordening Participatiewet

Gemeente Bergen op Zoom - Re-integratieverordening Participatiewet GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bergen op Zoom. Nr. 78160 24 december 2014 Gemeente Bergen op Zoom - Re-integratieverordening Participatiewet De raad van de gemeente Bergen op Zoom overwegende

Nadere informatie

ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december

ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet 2015 Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Alle begrippen

Nadere informatie

Beleidsregels loonkostensubsidie gemeente Alkmaar. gelet op de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Alkmaar;

Beleidsregels loonkostensubsidie gemeente Alkmaar. gelet op de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Alkmaar; CVDR Officiële uitgave van Alkmaar. Nr. CVDR413995_1 29 mei 2018 Beleidsregels loonkostensubsidie gemeente Alkmaar. Het college van burgemeester en wethouders; gelet op de Verordening Loonkostensubsidie

Nadere informatie

Uitvoeringsregels loonkostensubsidie PW 2018

Uitvoeringsregels loonkostensubsidie PW 2018 Uitvoeringsregels loonkostensubsidie PW 2018 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudenberg BESLUIT

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudenberg BESLUIT Uitvoeringsbesluit re-integratie/werkleeraanbod voor de nadere invulling van de artikelen 12, derde lid, 17, tweede lid, 18, derde lid, 20, tweede lid en 24 derde lid van de Verordening werk en bijstand,

Nadere informatie

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Gemeente Ede 2012

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Gemeente Ede 2012 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Gemeente Ede 2012 De raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20-12-2011; gelet op artikel 147, eerste

Nadere informatie

Beleidsregels activeringspremies gemeente Best. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen

Beleidsregels activeringspremies gemeente Best. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen Beleidsregels activeringspremies gemeente Best Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in

Nadere informatie

Nadere regels loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Hoogezand-Sappemeer 2015

Nadere regels loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Hoogezand-Sappemeer 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hoogezand-Sappemeer. Nr. 88817 25 september 2015 Nadere regels loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Hoogezand-Sappemeer 2015 Het college van burgemeester

Nadere informatie

Beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie Weststellingwerf Beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie Weststellingwerf 2017

Beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie Weststellingwerf Beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie Weststellingwerf 2017 Beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie Weststellingwerf 2017 Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weststellingwerf besluiten; Gelet op: - Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; - Gelet

Nadere informatie

Nadere regels Re-integratieverordening 2015

Nadere regels Re-integratieverordening 2015 Nadere regels Re-integratieverordening 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel; overwegende dat het wenselijk is het beleid omtrent de re-integratievoorzieningen

Nadere informatie

c. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

c. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. De raad van de gemeente Doetinchem; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7, 8 en 10, tweede lid van de Wet werk en bijstand (Wwb), de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Zundert Citeertitel: Re-integratieverordening

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college burgemeester en wethouders van (datum),

gelezen het voorstel van het college burgemeester en wethouders van (datum), De Raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college burgemeester en wethouders van (datum), gelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, gelet op

Nadere informatie

BURGEMEESTER E WETHOUDERS VA ROERMO D, Overwegende dat;

BURGEMEESTER E WETHOUDERS VA ROERMO D, Overwegende dat; BURGEMEESTER E WETHOUDERS VA ROERMO D, Overwegende dat; het college het bevorderen van uitstroom van uitkeringsgerechtigden ten doel heeft gesteld in het kader van haar taken op grond van de Wet Werk en

Nadere informatie

Beleidsregels scholingsvouchers, inwerkpremies en loonkostensubsidies Werk en Inkomen Lekstroom

Beleidsregels scholingsvouchers, inwerkpremies en loonkostensubsidies Werk en Inkomen Lekstroom CVDR Officiële uitgave van Werk en Inkomen Lekstroom. Nr. CVDR321323_1 2 mei 2017 Beleidsregels scholingsvouchers, inwerkpremies en loonkostensubsidies Werk en Inkomen Lekstroom In deze beleidsregels is

Nadere informatie

Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz

Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz 1 Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz van de gemeente Hulst Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst (hierna: het college)

Nadere informatie

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. De raad van de gemeente Lemsterland; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 6 december 2010; gelet op de artikelen 7, 8,

Nadere informatie

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d.

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. De raad van de gemeente Echt-Susteren, Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. Gelet op het bepaalde in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere

Nadere informatie

Beleidsregels Loonkostensubsidie Participatiewet 2015 BELEIDSREGELS LOONKOSTENSUBSIDIE PARTICIPATIEWET

Beleidsregels Loonkostensubsidie Participatiewet 2015 BELEIDSREGELS LOONKOSTENSUBSIDIE PARTICIPATIEWET CVDR Officiële uitgave van Heerlen. Nr. CVDR373618_1 12 juli 2016 Beleidsregels Loonkostensubsidie Participatiewet 2015 BELEIDSREGELS LOONKOSTENSUBSIDIE PARTICIPATIEWET Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012

RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012 RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012 Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 29 maart 2012, nummer R2012.0012 A, gepubliceerd 18 april 2012, in werking getreden met ingang van 19 april

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oss,

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oss, Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oss, gelet op de artikelen 7, 8a en 10 van de Participatiewet, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

Nadere informatie

Het College van burgemeester en wethouders van Alkmaar,

Het College van burgemeester en wethouders van Alkmaar, Het College van burgemeester en wethouders van Alkmaar, Overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de duurzame arbeidsinschakeling van personen behorende tot de doelgroep,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Onderwerp Datum 26 oktober 2012 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Venray 2013 Pagina 1 van 6 De raad van Venray, gelezen het advies van de Cliëntenraad WWB van 16 oktober 2012, gelezen

Nadere informatie

NADERE REGELS RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ HELMOND 2010

NADERE REGELS RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ HELMOND 2010 Jaar: 2010 Nummer: 65 Besluit: B&W 29 juni 2010 Gemeenteblad NADERE REGELS RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ HELMOND 2010 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond; gelet

Nadere informatie

Premieverordening 2012

Premieverordening 2012 Premieverordening 2012 De raad van de gemeente Hengelo, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2012, gelet op de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere

Nadere informatie

2. Het college werkt bij de uitvoering van het eerste lid, onderdeel a, samen met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

2. Het college werkt bij de uitvoering van het eerste lid, onderdeel a, samen met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Artikel 7. Opdracht college 1. Het college: a. ondersteunt bij arbeidsinschakeling: 1. personen die algemene bijstand ontvangen, 2. personen als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen Nr. 213 De raad van de gemeente Oldenzaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2008, nr. 20/19; gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel

Nadere informatie

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2 03-Intern - 8200 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2 03-Intern - 8200 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 2 Premie verordening Gemeente Culemborg Stadswinkel Afdeling Werk en inkomen 2010 De raad

Nadere informatie

- in aanvulling op en ter nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Leeuwarden 2014 (ASV);

- in aanvulling op en ter nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Leeuwarden 2014 (ASV); Regeling subsidie loonkosten 2014 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEEUWARDEN; - in aanvulling op en ter nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Leeuwarden 2014 (ASV); - gelet op de ASV artikel

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Het persoonsgebonden re-integratiebudget (Artikel 13 van de verordening)

Hoofdstuk 2 Het persoonsgebonden re-integratiebudget (Artikel 13 van de verordening) CVDR Officiële uitgave van Capelle aan den IJssel. Nr. CVDR91606_1 1 mei 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel; overwegende, dat het wenselijk is het re-integratiebeleid

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie

Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie De raad van de gemeente gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van.; gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet; besluit vast te stellen de gemeente.. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; Versie: 03-12-2014 De Raad van de gemeente Littenseradiel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet;

Nadere informatie

Wijziging op de Verordening Re-integratie en Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Borsele

Wijziging op de Verordening Re-integratie en Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Borsele Wijziging op de Verordening Re-integratie en Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Borsele Citeertitel: Re-integratieverordening 2015 De raad van de gemeente Borsele, gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

B&W d.d. 11 februari 2014

B&W d.d. 11 februari 2014 B&W 14.0148 d.d. 11 februari 2014 Onderwerp Beleidsregel loonkostensubsidie 2014 Besluiten:Behoudens advies van de commissie 1. de beleidsregel Loonkostensubsidie 2014 vast te stellen. Perssamenvatting:

Nadere informatie

Wet stimulering arbeidsparticipatie

Wet stimulering arbeidsparticipatie Wet stimulering arbeidsparticipatie Op 1 januari 2009 is de Wet stimulering arbeidsparticipatie (STAP) in werking getreden (Stb. 2008, 590 en 591). In deze wet wordt een aantal wijzigingen met betrekking

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oud-Beijerland Nr. 157294 14 september 2017 Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

nr Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 17 november 2015

nr Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 17 november 2015 Gemeenteblad nr. 580711 Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 17 november 2015 Collegebesluit van 10 november 2015 Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe, gelet op artikel

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel; Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en de entreeopleiding, die bij een werkgever

Nadere informatie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Datum uitwerkingtreding

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Datum uitwerkingtreding Beleidsregels Participatieverordening 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Sint-Michielsgestel Officiële naam regeling Beleidsregels Participatieverordening

Nadere informatie

Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden

Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden Nummer 12, 13 december 2017 Burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden, gelet op artikel 18 van de Re-integratieverordening

Nadere informatie

VERORDENING PERSOONSGEBONDEN BUDGET BEGELEID WERKEN WET SOCIALE WERKVOORZIENING

VERORDENING PERSOONSGEBONDEN BUDGET BEGELEID WERKEN WET SOCIALE WERKVOORZIENING VERORDENING PERSOONSGEBONDEN BUDGET BEGELEID WERKEN WET SOCIALE WERKVOORZIENING De raad van de gemeente Middelburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Middelburg; gelet op artikel

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR621871_1

CVDR. Nr. CVDR621871_1 CVDR Officiële uitgave van Heerlen. Nr. CVDR621871_1 27 februari 2019 Beleidsregel van burgemeester en wethouders van Heerlen houdende bepalingen met betrekking tot loonkostensubsidie participatiewet (Beleidsregels

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per (Aanpassing artikel 8)

Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per (Aanpassing artikel 8) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haaren Nr. 52858 3 april 2017 Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per 1-1-2017 (Aanpassing artikel 8) De raad van de gemeente Haaren; in zijn vergadering

Nadere informatie

Nadere regels vaststelling loonwaarde en beleidsregels loonkostensubsidie gemeente Heerhugowaard 2017

Nadere regels vaststelling loonwaarde en beleidsregels loonkostensubsidie gemeente Heerhugowaard 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Heerhugowaard Nr. 232020 27 december 2017 Nadere regels vaststelling loonwaarde en beleidsregels loonkostensubsidie gemeente Heerhugowaard 2017 Het college

Nadere informatie

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllll lll ll ll ll l

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllll lll ll ll ll l lllllllllllllllllllllllllllllllllllllll lll ll ll ll l Beleidsregels Re integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling iioverheidsor anisatie

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014 Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Harlingen Onderwerp: Participatiewet De raad van de gemeente Harlingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014 gelet op gelet

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Overzicht nieuw-oud artikelen 10b en 10d van de Participatiewet

BIJLAGE 1 Overzicht nieuw-oud artikelen 10b en 10d van de Participatiewet BIJLAGE 1 Overzicht nieuw-oud artikelen 10b en 10d van de Participatiewet Artikel 10b van de Participatiewet (nieuw) Artikel 10b van de Participatiewet (oud) Lid 1 Lid 3 Lid 4 Lid 5 Het college biedt ter

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave,

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave, Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave, gelet op de artikelen 7, 8a en 10 van de Participatiewet, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Orionis Walcheren; Overwegende dat het wenselijk is beleid over

Nadere informatie

Verordening loonkostensubsidie gemeente Overbetuwe 2015

Verordening loonkostensubsidie gemeente Overbetuwe 2015 Onderwerp: Verordening loonkostensubsidie gemeente Overbetuwe 2015 Ons kenmerk: 15RB000053 Nr. 13 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 26 mei

Nadere informatie

Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz

Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz van de gemeente Hulst Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst (hierna: het college)

Nadere informatie

e. werkplekaanpassing: instrumenten die personen met structureel functionele beperkingen in staat stellen om te werken in een reguliere werkomgeving.

e. werkplekaanpassing: instrumenten die personen met structureel functionele beperkingen in staat stellen om te werken in een reguliere werkomgeving. Subsidieregeling bevordering arbeidsinschakeling doelgroep Participatiewet Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre; Overwegende de, "Verordening Participatiewet gemeente Waalre

Nadere informatie

(Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken ID-banen [Versie geldig vanaf: ])

(Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken ID-banen [Versie geldig vanaf: ]) Staatscourant 14-02-2003, 37. Regeling houdende regels met betrekking tot verstrekking van een eenmalige subsidie aan werkgevers die een dienstbetrekking als bedoeld in het Besluit in- en doorstroombanen

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR109765_1. Uitvoeringsbesluit loonkostensubsidies WWB. Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

CVDR. Nr. CVDR109765_1. Uitvoeringsbesluit loonkostensubsidies WWB. Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen CVDR Officiële uitgave van Maastricht. Nr. CVDR109765_1 20 september 2016 Uitvoeringsbesluit loonkostensubsidies WWB Uitvoeringsbesluit loonkostensubsidies WWB BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150

GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150 GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150 De raad van de gemeente Maassluis; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2004, bijlagennummer I ; gelet op artikel 149, eerste lid van de Gemeentewet,

Nadere informatie

NADERE REGELS SUBSIDIE WERKCHEQUE DEURNE

NADERE REGELS SUBSIDIE WERKCHEQUE DEURNE Gemeenteblad nr. 88, 21 november 2013 NADERE REGELS SUBSIDIE WERKCHEQUE DEURNE 2013 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne; Gelet op de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene

Nadere informatie

Vastgestelde beleidsregels - Beleidsregels opstapsubsidie Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Zoeterwoude 2015

Vastgestelde beleidsregels - Beleidsregels opstapsubsidie Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Zoeterwoude 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zoeterwoude Publicatiedatum: 31-08-2015 Nummer gemeenteblad: 0643 Vastgestelde beleidsregels - Beleidsregels opstapsubsidie Participatiewet, IOAW en IOAZ

Nadere informatie

Verordening. individuele studietoeslag. gemeente Borsele 2015

Verordening. individuele studietoeslag. gemeente Borsele 2015 Verordening individuele studietoeslag gemeente Borsele 2015 1 De raad van de gemeente Borsele; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014, gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel

Nadere informatie

Artikel 3 Vorm De opstapsubsidie wordt alleen afgegeven indien sprake is van een CAO conforme arbeidsovereenkomst bij een bedrijf of instelling.

Artikel 3 Vorm De opstapsubsidie wordt alleen afgegeven indien sprake is van een CAO conforme arbeidsovereenkomst bij een bedrijf of instelling. CVDR Officiële uitgave van Oegstgeest. Nr. CVDR600610_1 21 december 2017 Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest houdende regels voor opstapsubsidie Beleidsregels

Nadere informatie

Nadere regels Re-integratieverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Capelle aan den IJssel 2011

Nadere regels Re-integratieverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Capelle aan den IJssel 2011 Nadere regels Re-integratieverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Capelle aan den IJssel 2011 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Capelle aan den IJssel

Nadere informatie

Kenmerk 185265. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

Kenmerk 185265. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; Kenmerk 185265 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet op de artikelen 6, tweede lid, 10c en 10d van de Participatiewet; overwegende

Nadere informatie

Beleidsregel vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum,

Beleidsregel vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, Beleidsregel vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum 2013 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, gelet op de artikelen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb),

Nadere informatie

Verordening Re-integratie en activering Lansingerland 2013

Verordening Re-integratie en activering Lansingerland 2013 CVDR Officiële uitgave van Lansingerland. Nr. CVDR327366_1 30 oktober 2018 Verordening Re-integratie en activering Lansingerland 2013 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen In

Nadere informatie

Jaar: 2013 Nummer: 86 Besluit: B&W 5 november 2013 Gemeenteblad NADERE REGELS SUBSIDIE WERKCHEQUE HELMOND 2013

Jaar: 2013 Nummer: 86 Besluit: B&W 5 november 2013 Gemeenteblad NADERE REGELS SUBSIDIE WERKCHEQUE HELMOND 2013 Jaar: 2013 Nummer: 86 Besluit: B&W 5 november 2013 Gemeenteblad NADERE REGELS SUBSIDIE WERKCHEQUE HELMOND 2013 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond; gelet op de bepalingen

Nadere informatie

Toelichting. Artikelgewijs. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Artikel 2 Vrijwilligerswerk. Artikel 3 Proefplaatsingen. Artikel 4 Leerwerkstage

Toelichting. Artikelgewijs. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Artikel 2 Vrijwilligerswerk. Artikel 3 Proefplaatsingen. Artikel 4 Leerwerkstage Toelichting Artikelgewijs Artikel 1 Begripsomschrijvingen Geen nadere toelichting Artikel 2 Vrijwilligerswerk Het doel van vrijwilligerswerk is de belanghebbende met behoud van uitkering te laten wennen

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR467800_1. Re-integratieverordening Participatiewet

CVDR. Nr. CVDR467800_1. Re-integratieverordening Participatiewet CVDR Officiële uitgave van Woensdrecht. Nr. CVDR467800_1 22 mei 2018 Re-integratieverordening Participatiewet De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 14 september 2017; gezien het

Nadere informatie

gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray; gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht, besluit vast te stellen de Beleidsregels

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg; Uitvoeringsbesluit Inkomstenvrijlating 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg; gelezen het daartoe strekkende voorstel behandeld in haar vergadering van 14 april

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Deurne 2018

gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Deurne 2018 Gemeenteblad nr. 421, 27 september 2108 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de Re-integratieverordening Participatiewet

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet

Re-integratieverordening Participatiewet Re-integratieverordening Participatiewet 2015.1 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR26528_1. Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere

CVDR. Nr. CVDR26528_1. Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere CVDR Officiële uitgave van Almere. Nr. CVDR26528_1 12 december 2017 Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere Burgemeester en wethouders van Almere; Gelet op het bepaalde in artikel 8 van de Re-integratieverordening

Nadere informatie

Beleidsregel Loonkostensubsidie Wwb

Beleidsregel Loonkostensubsidie Wwb Het college van de gemeente Hoogeveen; Beleidsregel Loonkostensubsidie gelet op de Wet werk en bijstand, de artikelen 8 en 13 van de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand en het Beleidsplan Reïntegratie

Nadere informatie