OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) in combinatie met een Melding Activiteitenbesluit (Wet milieubeheer)

Transcriptie

1 Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) in combinatie met een Melding Activiteitenbesluit (Wet milieubeheer) Aanvraag en besluit Met ingang van 4 oktober 2018 ligt met bijbehorende stukken gedurende zes weken ter inzage het besluit op de aanvraag inclusief melding, die is binnengekomen op 3 augustus 2018, ter verlening van een: Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) in combinatie met een melding Activiteitenbesluit voor compostering van natuurlijk restmateriaal in wierzen aan de Bekendijk 23 te Terwolde (kadastraal bekend gemeente Voorst, sectie N, nummer 435). Het zaaknummer van deze procedure is SXO /Z-MELD We maken u er op attent dat tegen de melding Activiteitenbesluit geen bezwaar of beroep open staat. Tegen de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets bestaat deze mogelijkheid wel. Over de wijze waarop u een bezwaar kunt indienen hebben we onder het kopje bezwaar een clausule opgenomen. Alle stukken liggen ter inzage van 8.30 tot uur in het gemeentehuis van Voorst, balie afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, H.W. Iordensweg 17, 7391 KA TWELLO. Het besluit kan, na telefonische afspraak, 's middags of 's avonds worden ingezien. Afspraken hiervoor kunnen worden gemaakt met de heer G.M. Rabeling. Zijn telefoonnummer is (0571) Deze publicatie en het besluit zijn ook digitaal beschikbaar gesteld. Op de website onder Actueel/ Bekendmakingen/Besluiten kunt u de stukken bekijken. Bezwaar Artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht biedt belanghebbenden de mogelijkheid om bezwaar tegen dit besluit bij ons college te makesn. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bij ons college bedraagt 6 weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop wij dit besluit hebben verzonden (Voor informatie over de datum van verzending van het besluit kunt u bellen met (0571) ). De indiener van een bezwaarschrift kan tevens de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, afdeling Bestuursrecht (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem) vragen een voorlopige voorziening te treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Deze mogelijkheid is opgenomen in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. Wanneer een voorlopige voorziening wordt aangevraagd treedt de beschikking pas in werking nadat hierover een beslissing is genomen. Twello, 3 oktober 2018 J.T.H.M. Penninx, burgemeester E.J.M. van Leeuwen, secretaris

2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS (OBM) Beslissing van burgemeester en wethouders van Voorst inzake de op 3 augustus 2018 ontvangen aanvraag van Axent Groen om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder i. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor compostering van natuurlijk restmateriaal in wierzen. De aanvraag gaat over het perceel Bekendijk 23 te Terwolde, kadastraal bekend gemeente Voorst, sectie N, nummer 435. Behoort bij besluit van Burgemeester en Wethouders van de gemeente VOORST d.d. 19 september 2018 Nr. SXO / Z-MELD Mij bekend, De Secretaris Datum beschikking: 19 september 2018 Zaakdossier: DOS Documentnummer:

3 Besluit 1. Onderwerp Burgemeester en wethouders van Voorst hebben op 3 augustus 2018 van Axent Groen een aanvraag om een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (en melding Activiteitenbesluit) ontvangen voor compostering van natuurlijk restmateriaal in wierzen. De aanvraag gaat over Bekendijk 23 te Terwolde. De aanvraag heeft het volgende kenmerk gekregen: DOS Gewaarmerkte stukken De aanvraag bestaat uit en zijn als zodanig gewaarmerkt: - aanvraagformulier OLO nummer , d.d.3 augustus 2018; - plattegrondtekening met ligging wierzen, zonder kenmerk en ongedateerd; - meldingsformulier Activiteitenbesluit d.d. 29 augustus 2018; - beschrijving project Agrarisch Groenstation, ongedateerd en zonder kenmerk; - folder Nieuwe composteertechniek biedt kansen voor landbouw, milieu en klimaat. - Mail d.d. 30 augustus 2018 met aanvullende informatie. 3. Procedure De procedure om tot dit besluit te komen staat in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de reguliere voorbereidingsprocedure). De aanvraag is getoetst aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is ook getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Regeling omgevingsrecht. 4. Besluit Gelet op de van toepassing zijnde bepalingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht, verlenen wij de gevraagde omgevingsvergunning beperkte milieutoets. De vergunning gaat over het perceel Bekendijk 23 te Terwolde, kadastraal bekend gemeente Voorst, sectie N, nummer 435. Geldigheidsduur De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. 5. Ondertekening Het college van burgemeester en wethouders van Voorst, namens deze, W.M. van Dam teammanager Vergunningen Omgevingsdienst Veluwe IJssel 2

4 6. Rechtsmiddelen De beschikking en de aanvraag met bijbehorende stukken worden gepubliceerd. De dag na de bekendmaking treedt de beschikking in werking. Binnen zes weken na de publicatiedatum kan bezwaar tegen de beschikking worden gemaakt. Het indienen van een bezwaarschrift stelt de werking van de beschikking niet uit. Als u of belanghebbenden niet willen dat de beschikking in werking is in afwachting van de bezwaarprocedure, kan een verzoek om een voorlopige voorziening worden gedaan. Voor meer informatie wordt verwezen naar de publicatie. 3

5 Procedurele overwegingen 7. Wettelijk kader Voor een aantal activiteiten uit het Activiteitenbesluit hebben bedrijven toestemming van het bevoegd gezag nodig voordat ze kunnen starten met deze activiteiten. Deze "toestemming vooraf" wordt omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) genoemd. Het doel van de OBM is dat het bevoegd gezag vooraf instemt met het van start gaan van een specifieke activiteit op een specifieke locatie. De OBM bestaat uit een instemming of een weigering. Op grond van artikel 5.13a van het Besluit omgevingsrecht mogen aan de OBM geen voorschriften worden verbonden. Bij het beslissen op de aanvraag om een OBM dienen wij volgens artikel 2.17 van de Wabo te toetsen aan artikel 5.13b Besluit omgevingsrecht. Een toetsing aan dit artikel heeft plaatsgevonden. Voor de indieningsvereisten bij de aanvraag Omgevingsvergunning beperkte milieutoets gelden de algemene eisen uit de Ministeriele regeling omgevingsrecht en de gegevens die op grond van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit zijn vereist. De aanvraag voor de omgevingsvergunning beperkte milieutoets is getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat de aanvraag voldoet. 8. Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in artikel 2.4 lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn wij het bevoegd gezag om op de aanvraag om omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder i van de Wabo te beschikken. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Voorst heeft de bevoegdheid om besluiten op grond van de Wet milieubeheer te nemen overgedragen aan Omgevingsdienst Veluwe IJssel. Hieraan ligt het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Veluwe IJssel d.d. 13 mei 2014 ten grondslag. 9. Activiteitenbesluit Op grond van artikel 8.41a van de Wet milieubeheer moet een melding op grond van artikel 1.10 tot en met 1.20 van het Activiteitenbesluit gelijktijdig met de aanvraag om een omgevingsvergunning worden ingediend. Bij deze aanvraag om een omgevingsvergunning is als bijlage ook een melding op grond van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit ingediend. Er is gekozen om niet de gehele vragenboom te doorlopen. In de melding is abusievelijk aangegeven dat het gaat om het veranderen van een type B-bedrijf. Omdat er sprake is van een vergunningplichtig bedrijf is het een veranderen van een type C-bedrijf. 4

6 Inhoudelijke overwegingen MILIEU Omgevingsvergunning beperkte milieutoets 10. Vergunde situatie Voor deze locatie is bij besluit van 21 december 1993 een milieuvergunning verleend (revisievergunning). De vergunning is verleend voor een loon- en grondverzetbedrijf met een mestopslag aan de Bekendijk 23 te Twello. Omdat de opslag van vaste mest groter is dan 600 m 3 blijft het bedrijf aan de Bekendijk 23 vallen onder de vergunningplicht. 11. Aangevraagde situatie De aanvraag heeft betrekking op het oprichten van zogenaamde wierzen. In deze wierzen wordt groenafval gecomposteerd. Omdat er sprake is van een kleinere hoeveelheid dan 600 m 3 te composteren groenafval is er geen sprake van een vergunningplichtige uitbreiding doch kan worden volstaan met een melding Activiteitenbesluit. In paragraaf van het Activiteitenbesluit zijn voorschriften gesteld aan het composteren van groenafval, dat is ontstaan bij werkzaamheden die buiten de inrichting zijn verricht door degene die de inrichting drijft of dat niet afkomstig is van buiten de inrichting, voor zover geen sprake is van gevaarlijke afvalstoffen, met een volume van ten hoogste 600 m Beoordeling MER De OBM is aangevraagd voor compostering van natuurlijk restmateriaal in wierzen. Dit betreft een activiteit die in artikel 2.2a, lid 8 is aangewezen in het Bor. Ten aanzien van die activiteit is in artikel 5.13b, lid 1 Besluit omgevingsrecht bepaald dat de OBM moet worden geweigerd indien het bevoegd gezag heeft beslist dat een milieueffectrapport (MER) moet worden opgesteld. Op grond van art 2 lid 5 van het Besluit milieueffectrapportage moet voor een activiteit die op de D lijst van de bijlage van het Besluit milieueffectrapportage staat nagegaan worden (ook als de drempelwaarde van de D lijst niet wordt overschreden), of kan worden uitgesloten dat de activiteit belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Getoetst moet worden aan de selectiecriteria als bedoeld in bijlage III bij de EEG-richtlijn milieu-effectbeoordeling. De criteria zijn: 1. Kenmerken van de projecten (o.a. omvang, cumulatie met andere projecten); 5

7 2. Plaats van de projecten (o.a. gebieden aangewezen door de Habitat of Vogelrichtlijn, bosgebieden, natuurreservaten); 3. Kenmerken van het potentiële effect (bereik van het effect, waarschijnlijkheid van het effect, duur en frequentie van het effect). In de bijlage van het Besluit milieueffectrapportage staat onder nr. D 18.1; De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor de verwijdering van afval, anders dan bedoeld onder D 18.3, D 18.6 of D 18.7, in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een installatie met een capaciteit van 50 ton per dag of meer '. De activiteit onder D 18.3 betreft de oprichting, wijziging of uitbreiding van een inrichting bestemd voor het storten van slib en baggerspecie, of het in de diepe ondergrond brengen van niet-gevaarlijke afvalstoffen. De activiteit onder D 18.6 betreft de wijziging of uitbreiding van een installatie bestemd voor de verbranding of de chemische behandeling dan wel het in de diepe ondergrond brengen van gevaarlijke afvalstoffen. De activiteit onder D18.7 betreft de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie bestemd voor de verbranding of de chemische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen. Omdat het gaat om het composteren van natuurlijk groen restmateriaal zoals hooi-, voer- en gewasresten, stro, bermgras, blad en slootschoonsel, is er sprake van andersoortig afval dan genoemd onder de categorieën D 18.3, D 18.6 of D Er dient dus alleen getoetst te worden of de activiteiten zoals genoemd in de aanvraag vallen onder D Uit de aanvullende informatie blijkt dat er sprake is van drie materiaalstromen te weten bermgras met een soortelijk gewicht van 450 kg/m 3, blad met een soortelijk gewicht van 400 kg/ m 3 en slootvegetatie met een soortelijk gewicht van 700 kg/ m 3. Gemiddeld heeft dit materiaal een soortelijk gewicht van 500 kg/ m 3. Om boven de 50 ton uit te komen moeten er meer dan 100 m 3 per dag worden geleverd. De aangeleverde hoeveelheid is lager dan 100 m 3 en dus lager dan 50 ton per dag. Gezien het bovenstaande is er geen MER plicht. Uit de aanvullende informatie blijkt verder dat in de aanvraag abusievelijk staat aangegeven dat de belangrijkste grond- en hulpstoffen kunstmest, compost, stromest en paardenmest is. Deze stoffen worden aangewend in de huidige bedrijfsvoering (ten behoeve van het loon- en grondverzetbedrijf) en worden niet gecomposteerd in de wierzen. 13. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op een omgevingsvergunning beperkte milieutoets, zijn er ten aanzien van de aangevraagde activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. De voorschriften uit het Activiteitenbesluit zijn van toepassing. 6