Snuffelstage voor klas 3

Transcriptie

1 Informatiebrochure Snuffelstage voor klas 3 sj Naam:.. Klas:....

2 Informatiebrochure Snuffelstage klas 3 In de activiteitenweek ga je op Snuffelstage. Gedurende één dag(deel) ga je meelopen met iemand in je omgeving die een baan heeft die jouw interesse heeft. Een oom of tante, buurman of buurvrouw, vrienden of bekenden van je, of heel misschien je vader of moeder. Doel van de Snuffelstage Tijdens je schoolloopbaan ga je op zoek naar een goede vervolgopleiding. En na die vervolgopleiding wil je een leuke baan. Een manier om je al eens te gaan oriënteren op een mogelijke vervolgstudie en/of werk is door middel van een Snuffelstage. Op deze manier doe je ervaring op met beroepen en bij bedrijven om erachter te komen wat jij interessant vindt en waar jij goed in bent (of in wilt worden). Je kunt gaan onderzoeken wat voor werk je later wilt gaan doen. Het kan ook zijn dat je door middel van deze Snuffelstage erachter komt dat dit werk juist niets voor je is. Ook dát is belangrijk. Je verdient met je werk later je geld. Het is dan fijn als het werk ook leuk is! Tips (en regels) voor het vinden van een stageplek Voor het vinden van een stageplek vind je hieronder een aantal tips. Wanneer het je gelukt is om een adres te vinden, vul dan de Snuffelstageovereenkomst 2017 in en laat deze ondertekenen door (één van je) ouder(s) en de begeleider van het bedrijf/instelling. Lever deze Snuffelstageovereenkomst 2017 in bij je mentor vóór 28 oktober 2017! De overeenkomst vind je in deze Informatiebrochure samen met een brief voor je stagebegeleider. - Begin op tijd met zoeken. Hoe eerder je begint met zoeken hoe groter je kans dat je een plek kunt vinden voor een Snuffelstage die bij je past. - Kies zo mogelijk een stageplek die te maken heeft met je interesse (sectoren die voor jou interessant zijn) en je kwaliteiten (dus datgene waar jij goed in bent). - Maak gebruik van je netwerk! Dit zijn bijvoorbeeld vrienden, kennissen, buren (van je ouders, enz.) of iemand op school om een passend adres te vinden. - Zorg ervoor dat als je op zoek gaat naar een adres je er representatief (netjes) uitziet. Je hebt maar één kans om een eerste indruk te maken bij een bedrijf. - Ga zelfstandig op zoek. Dus niet met een vriend(in) of klasgenoot, dit maakt een veel sterkere indruk. - Maximaal 2 leerlingen mogen er per goedgekeurd stageadres stage lopen. Dit altijd in overleg met de decaan en de stagecontactpersoon. - Als je niemand kent in je directe omgeving met een beroep in jouw interessegebied, dan kun je langsgaan bij een bedrijf of instelling. Vraag dan naar een leidinggevende. Dit is bijvoorbeeld de bedrijfsleider, een afdelingschef of de eigenaar. - Neem zelf het initiatief, veel bedrijven zullen zeggen dat ze je terugbellen, maar doen dat niet. Bel daarom zelf terug of ga nog een keer langs. - Zoek een stage op niveau, daar leer je het meest van (niets ten nadele van vakken vullen, pizzakoerier e.d. maar dat is nu niet de bedoeling). - Als je hulp van je mentor/decaan verwacht dan kan dat natuurlijk, maar pas als je zelf voldoende pogingen hebt gedaan (3-5). Maak een overzicht van je zoekpogingen. - Als je op 6 november a.s. geen stageplaats hebt gevonden, krijg je een vervangende opdracht op school tijdens de stagedag van jouw klas.

3 Geef hieronder aan met welke bedrijven je contact hebt gezocht en wat de uitkomst hiervan was. Waar? Contactpersoon Hoe? (mail/bezoek/etc.) Wanneer? Opmerkingen Stageplek gevonden? Nu kun je op zoek naar informatie over je stageplaats. Zorg dat je veel over je stageplaats te weten komt. Zoek op internet of vraag aan het bedrijf informatie. Probeer je voor te bereiden, des te meer kun je halen uit deze dag! Een paar tips voor je snuffelstagedag! Een kennismaking met de stagebegeleider De bedoeling van dit gesprek is dat jullie je aan elkaar kunnen voorstellen. Zo kan jouw stagebegeleider erachter komen wie jij bent, waar je geïnteresseerd in bent en wat je graag te weten zou willen komen op deze dag. En voor jou is het prettig om te weten met wie je deze dag gaat meelopen. Deze eerste kennismaking kun je een keer vóór je snuffelstagedag plannen, maar kan ook op de dag zelf plaatsvinden. Het prettigste is om dit met je stagebegeleider te overleggen. Overige tips/regels - Zorg dat je altijd op tijd bent; dus vóór aanvang van de werktijd/afspraak en niet precies op tijd en zeker niet te laat - Kleed je netjes, aangepast aan je stageadres - Blijf altijd correct en beleefd, eet geen kauwgom - Zet je mobiele telefoon uit - Draag tijdens de stage geen oortjes of koptelefoon - Bedank de mensen die jou geholpen hebben. Als je door ziekte of andere omstandigheden niet op de stage kunt verschijnen, bel dan vóór uur naar school en naar je stagebegeleider.

4 Opdrachten Snuffelstage Opdracht 1: Vragen voorbereiden Om meer te weten te komen over het bedrijf en/of het beroep is het goed om op deze stagedag van de mogelijkheid gebruik te maken om (veel) vragen te stellen. Waarschijnlijk zullen er gedurende deze dag vragen bij je opkomen, maar het is ook prettig als je vooraf een aantal vragen voorbereid hebt. Probeer niet naar alleen naar feiten te vragen, maar vooral ook naar de beleving van je stagebegeleider (of anderen) in het werk en naar zijn of haar mening over het werk of beroep (functie). Je kunt verschillende soorten vragen stellen. Open vragen en gesloten vragen Open vragen geven de geïnterviewde de mogelijkheid om zelf te bepalen wat hij wil gaan zeggen. Hij of zij kan lekker op gang komen en dingen naar voren brengen, waar je nog niet aan gedacht had. Dit soort vragen beginnen meestal met wat, wie, hoe, welke. Open vragen geven veel informatie. Een open vraag is: Wat is uw mening over...? of Hoe bent u bij dit bedrijf terecht gekomen? Gesloten vragen laten weinig ruimte open voor het antwoord. Het antwoord kan heel kort zijn. Meestal begint een gesloten vraag met een werkwoord. Bijvoorbeeld: Heeft u een universitaire opleiding gevolgd? of Moet u vaak achter de computer zitten? Gesloten vragen zijn nuttig als je meer over details wilt weten. Nadeel: gesloten vragen geven weinig informatie. Hoofdvragen en vervolgvragen Probeer een aantal hoofdvragen voor te bereiden. Hoofdvragen zijn open vragen. Na het antwoord op een hoofdvraag kun je een vervolgvraag stellen. Deze is bedoeld als verheldering op het antwoord. Een vervolgvraag is: U zei..., kunt u dat wat toelichten? Noteer hieronder een aantal vragen die je op deze dag zou willen stellen:

5 Opdracht 2: Verslag van je stagedag Noteer hier je eerste indrukken en ervaringen van de dag: (Hoe werd je ontvangen, met wie heb je gesproken, was je nerveus, heb je een rondleiding gehad, heb je uitleg over het bedrijf gekregen, enz.): Je overige ervaringen: (Met wie heb je gesproken? Waarover heb je gesproken? Wat heb je verder gehoord, gedaan, gezien?):

6 Je mening over deze dag: (Wat was er nieuw, wat heb je geleerd, wat heeft de meeste indruk gemaakt, wat vond je wel en niet leuk, heb je alles begrepen?) Opdracht 3: Pecha Kucha presentatie Aan het einde van de dag zou je een goed beeld moeten hebben van het beroep, de werkzaamheden die erbij horen en of het beroep wel/niet bij je past. Je gaat je ervaring delen met je klasgenoten door middel van een korte presentatie (Pecha Kucha) aan de hand van een aantal foto s die je op die dag hebt gemaakt. Vraag aan het begin van de dag bij je stagebegeleider na of je gedurende de dag foto s mag maken! Kies uiteindelijk 6 foto s, waarvan 1 selfie, die een goed beeld vormen van de dag en het beroep. Bij elke foto moet je 20 seconden zinvolle informatie kunnen geven. Gedurende een 2 minuten durende presentatie (6x20 seconden) moet je een goed lopend verhaal hebben en je klasgenoten mee kunnen nemen in jouw ervaring! Verdere uitleg over deze presentatie krijg je tijdens de mentorles. Hoe je een Pecha Kucha presentatie maakt, kun je op youtube vinden, b.v.:

7