E v a l u a t i e v a n d e b i j s t u r i n g. i n h e t t i j d v a k

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "E v a l u a t i e v a n d e b i j s t u r i n g. i n h e t t i j d v a k 2 0 0 5-2 0 0 6"

Transcriptie

1 E v a l u a t i e v a n d e b i j s t u r i n g v a n d e V l a a m s e m e l k q u o t a r e g e l i n g i n h e t t i j d v a k Juli 2006 Vlaamse Overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij Koen Jespers Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid (ALVB) Veerle Campens, Leen Bas Afdeling Monitoring en Studie (AM&S) Agentschap voor Landbouw en Visserij Lea Elst

2 E v a l u a t i e v a n d e b i j s t u r i n g v a n d e m e l k q u o t a r e g e l i n g i n h e t t i j d v a k Situering Historiek en evolutie van de melkquotaregelgeving Het Europese kader Toepassing in België Toekenning melkquota Definitieve overdrachten van melkquota (= transfer op lange termijn) Leasing (= transfer op korte termijn) Principe van de verevening of herverdeling ongebruikte referentiehoeveelheden (franchise) Toepassing in Vlaanderen Definitieve overdrachten van melkquota (= transfer op lange termijn) Leasing (= transfer op korte termijn) Wijzigingen van de Vlaamse reglementering tijdens het tijdvak Schematisch overzicht van de voornaamste wijzigingen in de regelgeving Besluit Mid Term Review Evaluatie van de melkquotaregelgeving Situering en evolutie van de quota in Vlaanderen Mobiliteit van het quotum Kenmerken van overlaters en overnemers van quota via vrije handel Herverdeling van het quotum leveringen via het quotumfonds Leasing Prijsevolutie Algemene conclusie Bijlagen

3 0 Situering Toen de Vlaamse Regering op vrijdag 15 april 2005 besliste haar goedkeuring te hechten aan het ontwerpbesluit betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten, werd de Vlaamse Minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, gelast, in het licht van de evolutie in de melkveesector ten gevolge van de MTR-hervormingen en de ontkoppeling van de melkpremie tot het maken van een grondige evaluatie van de melkquotaregeling. Het doel van dit opzet was de effectiviteit en efficiëntie van de wetswijzigingen te toetsen aan de beoogde objectieven, nl. het compatibel maken van de reglementering met de MTR-hervormingen en de vereenvoudiging van de regelgeving. Aan de bedrijven in de melkveesector moest de mogelijkheid geboden worden om te groeien en zich optimaal voor te bereiden op de toekomst. Op basis van deze evaluatie diende er nagegaan te worden of de voorgestelde wijzigingen voldoende de verwachtingen van de sector konden inlossen of dat het noodzakelijk is om nog bijkomende voorstellen te doen. Toekomstige wijzigingen zullen moeten stroken met de toekomstvisie voor de sector die het Vlaamse beleid aanneemt in het kader van de ontwikkelingen op EU- en mondiaal (WTOonderhandelingen) vlak. Gezien de recente datum van de wetswijziging diende de evaluatie te gebeuren op de beschikbare gegevens van het Agentschap voor Landbouw en Visserij, zijnde deze die betrekking hebben op het tijdvak Het ontbreken van vergelijkbare gegevensreeksen over een langere periode en het samenvallen van de wetswijziging met de ontkoppeling van de melkpremie en de extra betalingen heeft voor gevolg dat bepaalde effecten niet eenduidig toegewezen kunnen worden aan een welbepaalde factor. Bij het interpreteren van de resultaten van deze studie dient hiermee dan ook rekening gehouden te worden. 3

4 1. Historiek en evolutie van de melkquotaregelgeving 1.1. Het Europese kader Het melkquotastelsel werd in 1984 ingevoerd in de gemeenschappelijke marktordening (GMO) voor melk en zuivelproducten als antwoord op de sterke productiestijging in de voorafgaande jaren en de daarmee gepaard gaande budgettaire lastenverhoging. De aanleiding tot deze sterke productiestijging was de landbouwprijsontwikkeling (marktondersteuning door middel van prijsgarantie) binnen de Gemeenschap. Deze contingentering van de melkproductie was een poging om de omvang van de productie beter af te stemmen op de reële vraag naar melk en zuivelproducten binnen en buiten de Gemeenschap. De invoering van deze contingentering werd als enig sociaal aanvaardbaar alternatief verkozen boven een drastische melkprijsverlaging die dramatische gevolgen zou hebben voor de melkproducenten. Er werd een basiskader gecreëerd door de EEG waaraan de lidstaten zich dienden te houden. De door de Gemeenschap gegarandeerde totale hoeveelheid was aanvankelijk gelijk aan de som van de geleverde hoeveelheden in de Lidstaten tijdens het kalenderjaar 1981, verhoogd met 1 %. De Gemeenschap aanvaardde bovendien om rekening te houden met rechtstreeks voor consumptie verkochte hoeveelheden melk en zuivelproducten. Aan de lidstaten waar deze vorm van verkoop gebruikelijk was, werd er een quotum rechtstreekse verkopen toegekend. De Raad stelt voor elke lidstaat een nationale referentiehoeveelheid vast. De individuele quota of referentiehoeveelheden zijn het resultaat van een verdeling op nationaal niveau van de nationale referentiehoeveelheid. Voor de nationale toepassing van het melkquotastelsel werd er een zekere mate van vrijheid gelaten waardoor het mogelijk was om aan specifieke nationale behoeften te voldoen. Hierdoor ontstonden er kleine verschillen in de toepassing tussen de verschillende lidstaten. Zo werd het de lidstaten toegestaan om voor de verdeling een ander referentiejaar te kiezen dat de actuele situatie beter kon benaderen, evenwel met inachtneming van de globaal toegekende referentiehoeveelheid. Tevens werd het de lidstaten toegestaan om binnen de gegarandeerde hoeveelheid een reserve aan te leggen om rekening te kunnen houden met de bijzondere situatie (geplande en in uitvoering zijnde investeringen, jonge landbouwers, ) van bepaalde producenten. Deze nationale reserve kon aanvankelijk gevoed worden door een inhouding bij de initiële toewijzing van de quota en opkoop van quota. Later werd de mogelijkheid gecreëerd om de reserve verder aan te vullen met inhoudingen op de definitieve overdracht van de quota tussen producenten en de recuperatie van niet gebruikte quota. Daarnaast konden de lidstaten voor de praktische toepassing kiezen tussen een formule A, met individuele quota toegekend aan de producenten en een formule B, met het zogenaamde melkerijquotum. De toekenning van de referentiequota aan de kopers (= zuivelfabriek) of de producenten gebeurde op basis van de leveringen in het referentiejaar. 4

5 Later werden de verschillen tussen beide formules uit juridische overwegingen (nl. het voorkomen van discriminatie tussen melkveehouders binnen de Gemeenschap, verevening binnen de melkerij was mogelijk) afgevlakt waardoor de nationale toepassingen dichter bij elkaar komen. Een melkquotum verschaft een producent het recht om een hoeveelheid melk te verkopen tegen condities die veel gunstiger zijn dan voor producenten die niet over een dergelijk quotum beschikken (geen heffing voor binnen het quotum geproduceerde hoeveelheden). Bij overschrijding van de nationale referentiehoeveelheden is er op producties boven de individuele quota een ontmoedigingsheffing ( heffing ) van toepassing. Deze heffing wordt afzonderlijk beheerd voor de twee soorten activiteiten namelijk leveringen aan een door de lidstaat erkende ondernemingen enerzijds en rechtstreekse verkopen aan de consument anderzijds. Het bedrag van deze heffing moet in principe voldoende zijn om de kosten voor de Gemeenschap voor de afzet van de hoeveelheid melk boven de garantiehoeveelheid te dekken. Deze heffing varieerde in de tijd en was afhankelijk van de gekozen formule. De heffing werd uitgedrukt als een percentage van de richtprijs. De richtprijs was de melkprijs welke werd nagestreefd voor de totale hoeveelheid melk die door de producenten tijdens het melkprijsjaar werd verkocht, in die mate waarin afzetmogelijkheden op de markt van de Gemeenschap en op externe markten dit toelieten. Uiteindelijk bedroeg de heffing 115 % van de richtprijs. Bij het verdwijnen van het begrip richtprijs werd de heffing forfaitair vastgelegd in art. 2 van de Raadsverordening 1788/2003 voor de periodes vanaf De heffing per 100 kg melk werd vastgesteld op 33,27 euro voor de periode , 30,91 euro voor , 28,54 euro voor de periode en 27,83 euro voor de periode en volgenden. Het quotastelsel werd aanvankelijk door de Raad ingevoerd voor vijf opeenvolgende perioden van 12 maanden, te beginnen op 1 april De toepassing werd al verschillende malen verlengd. De laatste verlenging voorziet in het voortbestaan van de regeling tot 31 maart Een melkjaar (tijdvak of een periode van twaalf maanden voor de melkquotareglementering ) begint op 1 april en eindigt op 31 maart van het daaropvolgende kalenderjaar. De regeling is van toepassing op de levering van melk of de rechtstreekse verkoop van melk of andere zuivelproducten waarbij melk gedefinieerd wordt als het product verkregen door het melken van één of meer koeien Toepassing in België Achtereenvolgens worden besproken: toekenning quota, overdracht, leasing en verevening Toekenning melkquota In België werd gekozen voor het toekennen van referentiehoeveelheden op het niveau van de individuele producent ( formule A), waarbij de som van de individuele quota niet groter mag zijn dan de nationale hoeveelheid die aan de lidstaat toegekend werd. Voor België bedroeg deze hoeveelheid 3,6 miljoen ton in 1984, zijnde 3,1 voor leveringen aan de melkerijen en 0,5 voor rechtstreekse verkopen aan de consument. Iedere producent werd een referentiequotum met daaraan gekoppeld een referentievetgehalte toegekend voor melk die aan de melkerij geleverd wordt. De kenmerken van de in de referentieperiode geleverde melk worden weergegeven door het referentievetgehalte. Bij leveringen van melk met een vetgehalte dat afwijkt van het referentievetgehalte worden de geleverde hoeveelheden melk positief 5

6 (voor een hoger vetgehalte dan het referentievetgehalte) of negatief ( voor een lager vetgehalte) gecorrigeerd. De referentiequota werden toegekend op basis van leveringen in het referentiejaar 1983 met een korting van 5 % uitgezonderd voor kleine producenten met leveringen beneden de kg die slechts een vermindering met 3 % werden aangerekend. Het referentievetgehalte is het gemiddelde dat van toepassing was in het tweede tijdvak. Aan de producenten die melk, room, boter en kaas rechtstreeks aan de consumenten (eindverbruikers) verkochten, werd er een quotum rechtstreekse verkopen toegekend. De referentiehoeveelheid werd hiervoor bepaald op basis van verkopen in 1981 verhoogd met 1 %. Later heeft men voor de rechtstreekse verkoop (RV) van andere zuivelproducten, die voordien niet onder de reglementering vielen (o.a. roomijs, chocopasta enz ), een quotum moeten voorzien afkomstig uit de nationale reserve. Extra quota konden worden toegekend aan producenten om te voorzien in speciale gevallen. Deze extra quota moesten binnen de nationale hoeveelheden blijven en dienden te komen uit de nationale reserve. Met wisselend succes werd er voorzien in een aantal premieregelingen voor het vrijwillig stopzetten van de melkproductie. De aldus vrijgekomen quota werden overgedragen naar de nationale reserve en waren voor herverdeling aan bepaalde doelgroepen beschikbaar Definitieve overdrachten van melkquota (= transfer op lange termijn) Voor overdrachten van quota werden er beperkingen opgelegd. Deze beperkingen evolueerden in de loop van de tijd. Aanvankelijk kon overdracht enkel bij verkoop, verhuur of overgang door vererving van het gehele of gedeelten van het bedrijf. In dergelijk geval werd de referentiehoeveelheid overgedragen aan de overnemer in verhouding tot de overgenomen oppervlakte bestemd voor de melkproductie. De overdracht van melkquota was dus strikt gekoppeld aan de overdracht van de landbouwgrond dienstig voor de melkproductie. Overnames waarbij de overgenomen referentiehoeveelheid samengevoegd wordt bij de referentiehoeveelheid van de overnemer voor overdracht (= overname in cumul) waren beperkt tot verwanten in eerste of tweede graad van de overlater voor zover de overnemer geen totale referentiehoeveelheid bekwam die overeenstemde met meer dan 90 melkkoeien na transfert. Indien de melkproducent de melkproductie stopzet, werd de referentiehoeveelheid toegevoegd aan de nationale reserve. Vanaf het tijdvak is er sprake van een zekere liberalisering van de overdrachten. Overnames in cumul werden mogelijk al werden er in welbepaalde gevallen inhoudingen gedaan voor de nationale reserve. Deze inhoudingen varieerden van 10 tot 90 percent afhankelijk van de grootte van het quotum na overname (afhouding van 10 % boven de liter, 50 % boven de liter en 90 % boven de ). Op dat ogenblik werden dus voor het eerst bedrijfsplafonds ingevoerd. Gelijktijdig werd er een maximale referentiehoeveelheid bij overdracht ingevoerd van liter per ha. Indien de gemiddelde referentiehoeveelheid per hectare van het melkveebedrijf groter was dan liter werd dat het maximum voor overdracht. De ingehouden hoeveelheden kwamen in de nationale reserve terecht waarna ze aan bepaalde categorieën producenten (met een ontwikkelingsplan voor 6

7 melkproductie, investeringen, jonge landbouwers enz ) als een bijzondere referentiehoeveelheid werden toegekend. Om te voorkomen dat de melkveehouderij zou verdwijnen in bepaalde regio s werden de overdrachten vanaf het tijdvak beperkt tot een zogenaamde 30 km zone. Deze zone werd door de administratie bepaald en bevat alle oude gemeenten van voor de fusie waarvan het centrum gelegen is binnen een straal van 30 km uitgaande van het centrum van de gemeente waarin de melkproductie gelegen is. Bij het niet respecteren hiervan werd 90 % van het overgedragen melkquotum aan de nationale reserve toegevoegd. Vanaf het tijdvak werd de maximale referentiehoeveelheid die per ha grond dienstig voor de melkproductie overgedragen kon worden opgetrokken tot liter of de gemiddelde referentiehoeveelheid per hectare van het melkveebedrijf van de overlater indien die groter is dan liter. Inhoudingen van 50 % en 90 % voor de nationale reserve werden slechts toegepast op de schijven der overgedragen referentiehoeveelheden die, samengevoegd met de referentiehoeveelheid van de overnemer, respectievelijk liter en liter quota overschrijden. Het bedrijfsplafond van liter, waarboven een afhouding van 10 % voor de schijf tot liter voorzien was, verdween. Verder was de overnemer verplicht, met uitzondering voor overnames in eerste graad en tussen echtgenoten, landbouwer in hoofdberoep te zijn, zoniet was er een afhouding van 90 % van de overgedragen referentiehoeveelheid voor de nationale reserve van toepassing. In het tijdvak werd er een korting op de melkquota doorgevoerd van 0,5 %. Dit was een Europese maatregel die noodzakelijk was om de continuïteit van de financiering van het gemeenschappelijke beleid in de sector melk en zuivelproducten te verzekeren. De inhoudingen voor de reserve bedroegen toen 10 % op de overgedragen schijven tussen de en de liter en 90 % op de schijf boven de liter. Voor overnemers met een basisreferentiehoeveelheid die hoger was dan liter werd het plafond van liter vervangen door 110 % van deze basisreferentiehoeveelheid. De bijzondere referentiehoeveelheid die aan de overlater toegekend werd als jonge landbouwer keert bij overdracht voor 100 % terug naar de nationale reserve. Voor het tijdvak werd het plafond van liter opgetrokken met liter voor elk lid dat landbouwer is in hoofdberoep en dit vanaf het tweede lid indien de overnemer een groepering van natuurlijke personen of een rechtspersoon is. Hierdoor werd er rekening gehouden met het aantal personen dat voor zijn levensonderhoud afhankelijk is van de opbrengsten van het melkveebedrijf. Het begrip landbouwer in hoofdberoep werd dan ook duidelijker omschreven. Voor dit tijdvak behielden de melkveehouders 97,9 % van de referentiehoeveelheden voor leveringen en voor rechtstreekse verkoop die hen toegekend waren voor het tijdvak In het tijdvak werden de quota leveringen een derde keer beperkt in omvang door de tijdelijke geschorste hoeveelheid definitief in mindering te brengen. Daardoor behielden de melkveehouders nog 95,338 % van hun quotum leveringen toegekend voor de periode van 1 april 1991 tot 31 maart Tevens werd er een inhouding van 10 % voorzien bij overdrachten in cumul beneden de liter en 90 % erboven. Het plafond van liter werd opgetrokken tot liter voor groeperingen 7

8 van natuurlijke personen en rechtspersonen, bestaande uit landbouwers in hoofdberoep, waarvan er minstens 2 bloed- of aanverwanten zijn in de eerste graad. Voor de verdeling van de jongerenquota werden er twee zone s afgebakend ( benadeeld gebied versus de rest van België). De bijkomende referentiehoeveelheden voor de jongeren werden per zone verdeeld in verhouding tot de referentiehoeveelheden die per zone aan de reserve toegevoegd werden. Vanaf het tijdvak werd er, om constructies en speculatie tegen te gaan, geëist dat de producent overlater bij transferten in cumul melk had geleverd of rechtstreeks verkocht in de 2 voorgaande tijdvakken. Bovendien mocht de producent-overnemer gedurende het lopende tijdvak en de 2 volgende geen referentiehoeveelheden overdragen in cumul. De melkquotareglementering onderging grondige wijzigingen vanaf het tijdvak Er werden drie basisprincipes vooropgesteld nl: - het verzekeren van de rendabiliteit van de sector; - een aanvaardbare regeling voor jonge landbouwers uitwerken via aanvaardbare prijzen voor productierechten; - streven naar een efficiënt, soepel en beheersbaar systeem. Om de quotumprijzen te drukken werd de vrije mobiliteit aan banden gelegd. Overdracht van melkquotum kon enkel nog via het opgerichte quotumfonds (QF) of via een overname of oprichting van een bedrijf. Het quotumfonds is een vorm van grondloze overdracht van melkquota waarbij het quotum tegen een door de overheid opgelegde vergoeding (= 15 BEF per liter voor melk met 37 gram vet, met een correctie van 0,7 centiem per 0,01 gram vet boven of onder de 37 gram) wordt overgedragen. Het is een verzamel- en herverdeelsysteem voor alle quota die vrijkomen en niet overgelaten kunnen worden via familieverwantschap of eerste. Deze herverdeling vindt plaats aan het begin van een periode. De voor herverdeling in aanmerking komende referentiehoeveelheden werden definitief vrijgemaakt door andere producenten op het einde van de voorgaande periode. Het quotumfonds verhandelt enkel quota voor levering aan zuivelfabriek zodat thuisverwerkingsquota eerst definitief omgezet moeten worden naar leveringen. Voor de herverdeling van de quota wordt er een onderscheid gemaakt tussen twee zones, zone A ( Wallonië) en zone B (Vlaanderen en Brussel). De vroegere zones, benadeeld gebied versus de rest van België, verdwenen. Een overgenomen bedrijf moest daadwerkelijk gedurende ten minste 5 jaar uitgebaat worden. Voor een oprichting van een bedrijf werd er een minimum uitbatingsperiode van 9 jaar vooropgesteld. Overdrachten in cumul konden enkel tussen familieverwanten en verliepen grotendeels volgens de voorwaarden uit de vroegere reglementering (familieverwanten = bloed- of aanverwanten in de eerste graad, of bloedverwanten in de tweede graad van de overlater). De overgenomen gronden dienstig voor de melkproductie moesten minstens 5 jaar uitgebaat worden door de overnemer. Er was geen nationale reservevorming meer ten gunste van de jonge landbouwers aangezien er niet langer een inhouding van 10 % bij de quotumoverdrachten in cumul voorzien was. Hierdoor kon er vanaf de volgende tijdvakken niet langer bijzondere referentiehoeveelheden toegekend worden aan de bevoorrechte categorie van jonge producenten. Daarom voorzag de reglementering in een bevoordeliging van jonge landbouwers (jonger dan 35 jaar met referentiehoeveelheid tussen de en liter) bij de aankopen uit het quotumfonds ( 1,5 keer de hoeveelheid van andere producenten). 8

9 Vanaf het tijdvak moesten de overgenomen gronden dienstig voor de melkproductie minstens 9 jaar uitgebaat worden door de overnemer. Hierdoor bekwam men een vergelijkbare regeling voor bedrijfsovernames, oprichtingen en overnames in cumul. Om in aanmerking te komen voor de bevoordeliging als jonge landbouwer voor het fonds moest de producent over een referentiehoeveelheid beschikken van minimaal en maximaal liter. Vanaf het tijdvak was overdracht in cumul maar mogelijk tussen bloed- of aanverwanten in eerste graad met de overlater. Vanaf het tijdvak werd 50 % van de referentiehoeveelheden beschikbaar voor herverdeling via het fonds aan de jonge landbouwers toegekend. Tot aan de regionalisering in oktober 2002 vonden er geen noemenswaardige wijzigingen meer plaats in de melkquotareglementering Leasing (= transfer op korte termijn) Leasing is een middel om de mobiliteit van de quota te verhogen op korte termijn. Bij deze tijdelijke huur en verhuur van melkquota voor de duur van één heffingsperiode ontbreekt de koppeling van het melkquotum aan de grond. De leasing staat de producent toe om zijn jaarlijkse productie met meer soepelheid te plannen maar laat geen structurele bedrijfsontwikkeling toe. Vanaf het tijdvak kon de producent het gedeelte van de referentiehoeveelheid leveringen dat niet bestemd was voor eigen gebruik gedurende het lopende tijdvak overdragen aan andere producenten. Deze hoeveelheden die een producent kan bijhuren waren beperkt tot l voor producenten die over een referentiehoeveelheid beschikken van l of minder en l voor de anderen. Op het verhuren echter staat er geen limiet. Vanaf het tijdvak werd er voor de tijdelijke overdracht een bijkomende beperking opgelegd, namelijk dat leveringen van overlater en overnemer dienden te gebeuren bij dezelfde koper (= zuivelfabriek). Vanaf het tijdvak kon tijdelijke overdracht maar toegestaan worden voor producenten die gedurende het lopende tijdvak niet van koper veranderen. De maximale hoeveelheid werd beperkt tot liter, zonder nog langer rekening te houden met de omvang van het melkquotum. Deze beperking was niet van toepassing in het geval van afslachting in het kader van brucellose- of leucosebestrijding. De maximale hoeveelheid die tijdelijk mocht overgedragen worden, werd in het tijdvak opgetrokken van naar liter. Vanaf het tijdvak mocht de huurder van melkquota maximaal liter huren behoudens overmacht of definitief overnemen van melkquota. De producent overlater mocht, behoudens overmacht, slechts de referentiehoeveelheden tijdelijk overlaten waarvoor hij als overlater een verzoek tot definitieve vrijmaking had ingediend. De combinatie van leasing en osmose was niet mogelijk. Vanaf het tijdvak was de totale hoeveelheid quotum die een producent tijdelijk kon overnemen beperkt tot liter behoudens overmacht of definitief overnemen van melkquota. De producent overlater mocht maximaal liter tijdelijk overlaten. Behalve deze liter kon een producent die referentiehoeveelheden tijdelijk overlaten waarvoor hij een verzoek tot definitieve vrijmaking (fonds) of overdracht (grondgebonden) had ingediend. 9

10 Principe van de verevening of herverdeling ongebruikte referentiehoeveelheden (franchise) Verevening betekent dat referentiehoeveelheden enerzijds voor leveringen en anderzijds voor rechtstreekse verkopen, die binnen een bepaald quotumjaar door sommige producenten niet of onvolledig gebruikt werden, kunnen herverdeeld worden over alle producenten die voor het betrokken tijdvak hun referentiehoeveelheden hebben overschreden. Voor de eerste 3 quotajaren werd de niet gebruikte referentiehoeveelheid verdeeld over de producenten die hun referentiehoeveelheid overschreden in eenzelfde verhouding tot hun overschrijding. Hierdoor werd de overschrijding van het nationale quotum en de daarmee overeenkomende totaal te betalen heffing verdeeld over alle overschrijdingsmelk, zodat heffing verschuldigd was vanaf de eerste liter melk in overschrijding, maar dat het bedrag per liter overschrijding slechts een fractie bedroeg van het heffingspercentage (normaal 100 % voor formule A). Grotere overschrijders hadden met een dergelijk systeem in absolute hoeveelheden meer voordeel dan kleinere, wat niet bevorderlijk werkte voor het in de hand houden van de productie. Vanaf het 4 de quotumjaar werd deze verdelingen gewijzigd. De herverdeling werd vanaf dan zo uitgevoerd dat iedere producent een gelijke hoeveelheid kreeg, respectievelijk voor leveringen of voor rechtstreekse verkoop, zonder dat deze hoger kon zijn dan zijn overschrijding. Op de resterende hoeveelheid betaalde hij dan de volledige heffing. Vanaf het tijdvak werd er een beperking ingevoerd voor de herverdeling voor leveringen waarbij er aanvankelijk een maximum voorzien werd van liter. Deze hoeveelheid werd echter in dezelfde campagne al opgetrokken tot liter Toepassing in Vlaanderen Het eerste Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk en zuivelproducten van 13 juni 2003 was van toepassing vanaf 1 april 2003 en hield in feite een voortzetting in van de vroegere nationale regelgeving. Er werden slechts kleine wijzigingen doorgevoerd zoals het baseren van de historische referentiehoeveelheden op de situatie van 31 maart 2002, het beperken van de productie en het overdragen van referentiehoeveelheden tot één zone (= één gewest) en het creëren van de mogelijkheid om bij overname in eerste graad in neergaande lijn één keer te verhuizen. Het adres van de melkproductie-eenheid van waaruit gedurende de maand maart 2002 de leveringen of rechtstreekse verkopen gebeurden, bepaalde tot welke zone de referentiehoeveelheid van de producent behoorde. De Europese regelgeving beperkt de vrijheid van de regio s bij het opstellen van een eigen regelgeving. Bepalingen die volgens de Europese regelgeving nationaal dienen geregeld te worden (o.a. nationale reserve, verevening ) werden dan ook opgenomen in een samenwerkingsprotocol tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Achtereenvolgens worden besproken: definitieve overdracht, leasing en wijzigingen tijdvak Definitieve overdrachten van melkquota (= transfer op lange termijn) Een eerste wijziging aan het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2003 werd in oktober 2003 doorgevoerd waarbij o.a. de plafonds die van toepassing zijn op overdrachten in cumul aangepast en flexibel gemaakt worden. Hierbij werd het algemene plafond teruggebracht op liter. Voor een groepering bestaande uit twee echtgenoten werd er een plafond van liter voorzien. Bovendien 10

11 werd het plafond dat van toepassing was voor een landbouwvennootschap waarvan de beherende vennoten onderling bloed- of aanverwanten in eerste graad of bloedverwanten in een zijtak in de tweede graad zijn opgetrokken tot liter. Tevens werd het mogelijk om elk tijdvak maximum liter boven het plafond over te nemen zonder sanctionering. Ook de herverdeling van de vrijgemaakte referentiehoeveelheden via het fonds werd herzien vanaf het tijdvak De producenten werden in 3 categorieën ondergebracht nl. starters met maximum quotum van liter, starters met quotum van minstens en hoogstens liter en de andere producenten. De producenten van de eerste categorie kregen drie maal de hoeveelheid voorzien voor de andere producenten, die van de tweede categorie kregen twee maal deze hoeveelheid. Vanaf het tijdvak stond de Vlaamse regelgeving opnieuw overdrachten in cumul tussen derden toe, weliswaar op voorwaarde dat er vooraf 40 % van de referentiehoeveelheid vrijgemaakt werd via het quotumfonds (40/60 regeling). Deze nieuwe liberalisering van de quotumhandel was een antwoord op het verzoek van de sector en de landbouworganisaties om structurele groei van melkveebedrijven mogelijk te maken. Deze wijzigingen hadden voor gevolg dat de Vlaamse en Waalse regelgeving niet langer meer parallel verliepen. In een latere wijziging die eveneens van toepassing werd in het tijdvak werden de voorwaarden voor overdrachten tussen eerstegraadsverwanten in neergaande lijn versoepeld enerzijds door het invoeren van een uitzondering op de afstandsregeling (zgn. 30 km zone) en anderzijds door het versoepelen van de eisen die gesteld werden aan de gronden dienstig voor de melkproductie (gebruik door de overlater van minimum 1 jaar i.p.v. de gebruikelijke 4 jaar) betrokken bij de overdracht van melkquota. Bovendien werd de samenvoeging van quota tussen echtgenoten mogelijk onder vergelijkbare voorwaarden als deze bij overdrachten tussen eerstegraadsverwanten Leasing (= transfer op korte termijn) Vanaf het tijdvak werd de maximale referentiehoeveelheid die tijdelijk kan overgedragen worden opgetrokken van naar liter Wijzigingen van de Vlaamse reglementering tijdens het tijdvak Er werd met de landbouworganisaties overeengekomen om de melkquotareglementering meer compatibel te maken met de hervormingen van de Mid Term Review, administratief te vereenvoudigen en waar mogelijk de onnodige beperkingen op transferten weg te werken of te minimaliseren. Het BvR bevindt zich in bijlage. Volgende wijzigingen werden aan de reglementering aangebracht en maken het onderwerp uit van deze evaluatie: - Versoepeling waarbij uitzonderingen die voorzien werden voor verwanten in eerste graad neergaande lijn worden uitgebreid tot verwantschap in eerste graad (zie o.a. art. 5,6, art. 6,3, art. 9,5 ). - Enkele aanpassingen van definities (art. 1) o.a. om de melkquotaregeling aan te passen aan de formuleringen die gebruikt worden in de MTR-wetgeving en actualiseren van de omschrijving van de naburige gemeenten om toepassing van de vereenvoudigde 30 km zone mogelijk te maken. 11

12 - Mogelijk maken van verhuur quota na osmose (art. 3) wat een vereenvoudiging betekent voor controlerende instantie en meer zekerheid kan bieden aan de huurder van quota. - Wijzigingen grondgebonden overdrachten (art. 5): 1. Versoepeling: gebruiken van percelen voor transferten die door de overlater in het voorgaande jaar opgegeven werden in de verzamelaanvraag (i.p.v. 4 voorgaande jaren, dus zelfde regeling als voordien voor bloed- en aanverwanten in de eerste graad in neergaande lijn); voldoende bedrijfsoppervlakte behouden gedurende 9 jaar om te voldoen aan de liter /ha regel i.p.v. gedurende 9 opeenvolgende jaren jaarlijks het bewijs te leveren aan de hand van de oppervlakteaangifte dat de overgenomen gronden verder uitgebaat worden; enkele beperkingen voor de overlater komen te vervallen nl. het feit dat een overlater twee tijdvakken niet mag fungeren als overnemer en het feit dat de overlater de twee voorgaande tijdvakken moet geproduceerd hebben; de overlater mag geen nieuwe stal oprichten op grond die niet tot zijn bedrijf behoorde (dus eventueel op het bedrijf van de latere overnemer) komt te vervallen maar werd later terug ingevoerd omwille van mogelijke misbruiken de producent moet maar 5 jaar landbouwer in hoofdberoep blijven in zijn hoedanigheid van melkproducent. 2. Striktere toepassing verplichting mobiliteit indien de bestuurder of zaakvoerder wijzigt; - Gelijkschakeling voorwaarden en verplichtingen bij overname en oprichting van het bedrijf (art.6) waarbij de verplichting om het bedrijf gedurende 9 jaar uit te baten wordt teruggebracht tot 5 jaar en de mogelijkheid wordt gecreëerd om over te laten gebruikmakend van de 60/40 regeling tijdens deze periode of over te dragen aan een andere producent. Voordien waren er meer beperkingen voorzien voor oprichtingen dan voor overnames van bedrijven. - De uitzondering die toeliet om bij een overname quota tot max liter / ha over te laten, en die ingevoerd was om de grensboeren die over onvoldoende gronden in België beschikten, en sedert 1 april 1985 over een gemiddelde referentiehoeveelheid die groter was dan liter/ha beschikten, wordt afgeschaft aangezien hiervan geen gebruik werd gemaakt. - Versoepeling overdrachten in cumul (art. 9) waarbij gedurende twee tijdvakken ( en ) er aan alternerende melkers de mogelijkheid geboden wordt om de quota samen te voegen zonder afhouding. Om de druk te verhogen op alternerende melkers om van deze maatregel gebruik te maken worden ze uitgesloten voor overname via de 40/60 regeling. - De omschrijving van wat er verstaan moet worden onder bloed of aanverwantschap in de eerste graad tussen overlater en overnemer in het geval dat de producent-overnemer een rechtspersoon is ( voorheen beperkt tot landbouwvennootschap) wordt uitgebreid tot echtgenoten. - Herformulering 30 km zone waarbij niet langer rekening wordt gehouden met de ligging van de overgenomen gronden maar enkel nog met de afstand tussen productie-eenheden en de hiervoor vastgestelde historische referentielocatie. - Aanpassing bedrijfsplafonds (art. 10) waarbij er slechts twee van de drie bestaande plafonds weerhouden worden nl. een algemeen plafond dat van liter opgetrokken wordt tot 12

13 liter (= niveau voordien voor groepering van echtgenoten) en een plafond van liter voor groeperingen van bloed- of aanverwanten. - Deze plafonds kunnen overschreden worden zonder afhouding met liter per jaar met een spaarformule sinds de laatste overname en zijn niet van toepassing op overdrachten tussen eerstegraadsverwanten en echtgenoten ( uitgezonderd voor overnames en oprichtingen tijdens de 5 jaar-periode) en alternerende melkers in de tijdvakken en ; - Aanpassing van de sancties (art. 12) bij het niet naleven de verplichting om gedurende van l/ha voldoende bedrijfsoppervlakte te behouden. - Administratieve vereenvoudigingen bij indiening dossiers (art.14) waarbij de verantwoording van de grondoverdracht aangegeven moet worden op de kaarten van de verzamelaanvragen en het niet langer noodzakelijk is om het attest van het overlaten van 40% van het quotum via het fonds mee te sturen bij de aanvraag van quotumoverdrachten in cumul. - Herverdeling en limietdatum aanvragen verkoop via quotumfonds werden gewijzigd (art. 15). Alle aanvragen, ook deze in het kader van de 40/60 regel die voordien vóór 30 juni moesten ingediend worden, kunnen ingediend worden tot 30 november. - Voor herverdeling worden er nog 2 i.p.v. 3 categorieën onderscheiden zijnde de jonge starters (maximum 7 jaar bezig na overname of oprichting en jonger dan 40 jaar) en de overige producenten. De jonge landbouwers krijgen de gelegenheid om 4 maal de hoeveelheid aan te kopen van wat de andere producenten kunnen kopen. - Producenten ouder dan 65 jaar krijgen geen toegang tot het fonds. - De verkrijgers moeten over voldoende bedrijfsoppervlakte i.p.v. ruwvoederoppervlakte beschikken om onder de norm van liter per ha te blijven. - Voor jonge starters met een quotum onder het plafond kunnen aankopen op de vrije markt gecombineerd worden met aankopen via het fonds; - Toekenning quota aan onderwijs- en onderzoeksinstellingen is afgerond zodat enkel nog in art 16 moet voorzien worden dat de toegekende quota niet overgedragen of vrijgemaakt kunnen worden; - Verplichtingen kopers en producenten aanpassen aan de Europese regelgeving (art. 18) ; - Alle versoepelingen in het besluit ook toepasbaar maken op vroeger aangegane verbintenissen Zoals reeds eerder aangegeven kunnen enkel definitieve overdrachten van melkquota (= transfer op lange termijn) bijdragen tot structurele bedrijfsontwikkeling. Leasing wordt beschouwd als een tijdelijke oplossing. Het is dan ook evident dat de evaluatie zich voornamelijk zal toeleggen op relevante wijzigingen en aanpassingen die een invloed hebben op de definitieve overdrachten. 13

14 1.4. Schematisch overzicht van de voornaamste wijzigingen in de regelgeving tijdvak inhoudingspercentage transfert in cumul (1) 10 % (2) 50 % (3) 90 % (4) 50 % (5) 90 % (6) 10 % (7) 90 % (8) 10 % (9) 90 % (10) 0 % (11) 90 % (*) (**) Bedrijfsplafonds (liter) Maximale hoeveelheid / ha (1)> (2)> (3)> (4)> (5)> (6)> (7)> of 110 % basisref (7)> pp vanaf 2 de persoon (8)> 0 (9)> of (9)> associatie (10)> 0 (11)> of (11)> associatie (10)> 0 (11)> (11)> (11)> jaarlijks (10)> 0 11)> (11)> jaarlijks met spaarformule 30 km zone x herformulering Landbouwer in hoofdberoep x EU kortingen quota 0,5 % 2,1 % 4,662 % Eisen overlater x x Eisen overnemer x x herverdeling quotumfonds Leasing (liter ) als Q< als Q> x x x x x x (*) overdracht cumul beperkt tot familieverband, rest via fonds. (**) 40 % via fonds, rest overdraagbaar aan derden in cumul. 14

15 1.5. Besluit De regelgeving voor melkquota bestaat momenteel 22 jaar, maar ondertussen kende ze vanaf het ontstaan bijna jaarlijks wijzigingen! Deze wijzigingen kwamen er meestal op vraag van de sector. Ze betekenden soms een vereenvoudiging van de wetgeving, maar vaak ook werden er uitzonderingen bijgemaakt. Deze talloze wijzigingen geven ook duidelijk aan dat het blijkbaar niet mogelijk is om een reglementering uit te werken die iedereen in de sector tevreden stelt. Dit is mede de oorzaak van de ingewikkelde reglementering, waardoor er slechts weinige gebruikers zijn die de reglementering voldoende kennen en waardoor de sector onvoldoende rechtzekerheid heeft. In 2008 zal de EU haar regelgeving rond melkquota evalueren en deze eventueel te wijzigen. Bij deze evaluatie zal rekening gehouden worden met de afspraken die uit de WTO-onderhandelingen zullen voortkomen en die naar meer/volledige liberalisering neigen. Het Vlaamse beleid dient dus op haar beurt de huidige en toekomstige ontwikkelingen op EU- en internationaal vlak mee te nemen, wanneer zij haar regelgeving evalueert. Het is ook noodzakelijk dat ze een lange termijn visie ontwikkelt samen met de sector om de grote onzekerheid bij de landbouwers die er momenteel heerst, te kunnen wegnemen. 15

16 2. Mid Term Review Op 26 juni 2003 bereikte de Raad van Landbouwministers een akkoord over de hervorming van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB). Wat eerst werd aangekondigd als de opmaak van een tussentijdse analyse van de Agenda 2000-hervorming werd uiteindelijk één van de meest fundamentele hervormingen. Het belangrijkste element van de hervorming is de invoering van een bedrijfstoeslag, een vorm van steun die losstaat van de productie(ontkoppelde steun) maar gekoppeld is aan het bedrijf en die wordt toegekend op voorwaarde dat de landbouwer zijn grond in goede landbouwconditie houdt en bepaalde normen inzake milieu,voedselveiligheid,gezondheid van dieren en planten en dierenwelzijn in acht neemt. Het nieuwe GLB is meer in overeenstemming met de wensen van de consumenten en de belastingbetalers en geeft tegelijk de landbouwers de vrijheid om te produceren wat de markt vraagt. De lossere band tussen productie en subsidies moet de concurrentiepositie van de landbouwers in de EU verbeteren en de productie meer marktgerichter maken zonder dat de inkomensstabiliteit in het gedrang komt. Bovendien verschafte deze hervorming de EU een stevige basis voor de uitbreiding en de onderhandelingen in de Wereld Handels Organisatie. Alhoewel de in Agenda 2000 voorziene wijzigingen voor de melksector nog niet in voege waren werd er reeds beslist tot bijsturing ervan. De hoofdlijnen van de voor de zuivelsector genomen MTR-beslissingen ter voorbereiding van een verdere liberalisering van de markt zijn de volgende : verlenging van het quotasysteem tot het tijdvak er komen geen bijkomende quotaverhogingen dan deze die reeds bij Agenda 2000 waren beslist (dus 3 x +0,5 %). De voorziene verhogingen starten een jaar later (vanaf het tijdvak ). de interventieprijzen voor boter en magere melkpoeder (MMP) worden verlaagd, met ingang van 2004 i.p.v voor boter gebeurt dit in 4 stappen(3 maal -7 % en 1maal -4 %), om te komen tot -25 % in voor MMP gebeurt dit in 3 stappen(3 maal -5 %), om te komen tot -15 % in Deze dalingen gaan dus een jaar eerder in dan voorzien in Agenda 2000, en zijn voor boter ook sterker (-25 % i.p.v. de voorziene -15 %). de compenserende steun (= melkpremie + extra betalingen) hiervoor is aangepast, en gaat in 3 stappen van 11,8 /ton in 2004 tot 35,5 /ton vanaf 2006 (melkpremie + extra betalingen). deze directe betalingen worden in principe slechts ontkoppeld en geïntegreerd in de unieke bedrijfstoeslagregeling als de hervorming is voltooid. De lidstaat kan evenwel beslissen om de ontkoppeling eerder door te voeren. de richtprijs wordt afgeschaft, maar voor de vaststelling van de superheffingen en voor de steun voor schoolmelk zal wel een equivalent bedrag in de plaats komen. 16

17 de interventieaankopen van boter (= aankopen aan 90% van de interventieprijs) kunnen gelimiteerd worden wanneer de ter interventie aangeboden hoeveelheden een maximale hoeveelheid overschrijden. Deze hoeveelheid neemt af in de tijd en evolueert van ton in de campagne tot slechts ton vanaf de campagne Bij het bereiken van deze hoeveelheden kan de Commissie beslissen om: geen maatregelen te nemen en verder aan te kopen aan 90% van de interventieprijs de interventie aankopen van boter schorsen de interventieaankopen schorsen en verdere interventieaankopen laten plaatsvinden in het kader van een permanente openbare inschrijving In België werd er beslist om de ontkoppeling van de melkpremie en de extra betalingen vervroegd door te voeren in Dit betekent dat de melkpremie en de extra betalingen niet meer afzonderlijk worden uitgekeerd, maar als referentiebedrag worden verdeeld over de bestaande toeslagrechten. Hetzelfde gold reeds voor de in 2005 ontkoppelde extra betaling in de sector rundvlees waarvan 20% of ongeveer 3,1 miljoen euro aan de Vlaamse melkveehouders werd toegekend. Voor de ontkoppeling van de melkpremie en de extra betalingen zal het op 31 maart 2006 op het bedrijf beschikbare melkquotum als basis voor de berekening van dit referentiebedrag dienen. Door de opname van de compensatiebedragen voor de dalingen van de interventieprijzen van boter en magere melkpoeder (ongeveer 0,036 euro/liter melk) in de toeslagregeling zijn ze niet langer verbonden met de melkproductie waardoor ze op termijn mogelijk volledig onttrokken worden aan de melksector. De ontkoppeling van de steun, het beperken van de interventieaankopen voor boter en de uitbreiding van het quotum hebben een verwatering van de melkprijsgarantie voor gevolg en zouden dus in de toekomst aanleiding moeten geven tot een aanzienlijke waardevermindering van de melkquota. 17

18 3. Evaluatie van de melkquotaregelgeving 3.1. Situering en evolutie van de quota in Vlaanderen Het Vlaamse quotum vertegenwoordigt iets minder dan 60 % van het Belgische quotum en bedraagt liter in Daarbinnen bedraagt het quotum leveringen (L) liter, terwijl het quotum rechtstreekse verkopen (RV) nog ongeveer 1 % van het totale quotum in Vlaanderen of liter vertegenwoordigt. In de berekeningen zit het Brusselse Gewest steeds vervat in Vlaanderen. Jaarlijks neemt het quotum RV af als gevolg van de individuele aanvragen voor definitieve osmose. Tegenover 2005 is het totale quotum met 0,5 % gestegen als gevolg van de MTRbeslissingen. Onderstaande figuur geeft de verdeling weer van het quotum L en RV in de voorbije jaren. Figuur 3.1: Evolutie van het quotum in Vlaanderen met op linkeras het totale quotum en quotum leveringen en op rechteras het quotum rechtstreekse verkoop tot. quotum+quotum lev. (mln liter) 1930 quotum RV (mln liter) quotum leveringen totale quotum quotum RV jaar Gegevensbron: ABKL. Uit tabel 3.1. wordt het duidelijk dat er een versnelde schaalvergroting van de bedrijven aan de gang is. De jaarlijkse afname van het aantal melkveebedrijven verdubbelde in 2006 waardoor er 832 bedrijven uittraden. Dit is een vermindering met 10 % in vergelijking met Hierdoor telt men in Vlaanderen nu nog bedrijven met een melkquotum. Het quotum per bedrijf bedraagt gemiddeld liter op 1 april Dit is een toename met liter of 12 % ten opzichte van de situatie op 1 april Uit het feit dat 10 % uittreders voor gevolg hebben dat het gemiddelde quotum met 12 % toenam, kan er besloten worden dat het niet enkel kleine quotumhouders zijn die hun quotum overlieten. In de voorgaande jaren was de gemiddelde quotumtoename eerder gering. In 2004 kwam er slechts gemiddeld liter quotum bij per bedrijf en in 2005, het eerste jaar waarin de vrije mobiliteit weer ingevoerd werd, was dit liter. Tabel 3.1: Evolutie van het aantal bedrijven en de gemiddelde hoeveelheid quotum per bedrijf Aantal bedrijven Gemiddeld quotum per bedrijf Gegevensbron: ABKL 18

19 Zoals uit figuur 3.2. blijkt, neemt het aantal producenten in de quotumklassen beneden de liter af en dit zowel in aantal als in percentage van het totale aantal Vlaamse quotumhouders. Deze tendens kan erop wijzen dat in onze Vlaamse melkveehouderij een quotum beneden de liter onvoldoende garanties biedt voor het voortbestaan van deze bedrijven. De omgekeerde tendens is waar te nemen in de hogere quotumklasses. Figuur 3.2: Evolutie van het aantal Vlaamse melkproducenten per quotumklasse (in 1000 liter) aantal bedrijven < >750quotumklasse Gegevensbron: ABKL. In 2006 bevinden zich 37,1 % van de melkveebedrijven in de provincie West-Vlaanderen, 28,3 % in Oost-Vlaanderen, 18,4 % in Antwerpen, 9,5 % in Limburg en de resterende 6,7 % in Vlaams-Brabant. In alle provincies neemt het aantal bedrijven evenredig af tegenover 2005 (tabel 3.2). Het Vlaamse quotum bevindt zich voor 31 % in West-Vlaanderen, voor 26 % in Antwerpen en voor 25 % in Oost-Vlaanderen. In Antwerpen en Limburg bevinden zich de meeste gespecialiseerde melkveebedrijven. Het gemiddelde quotum is hier respectievelijk en liter. Het gemiddelde melkveebedrijf in Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen heeft een kleiner quotum. Het gaat hier vaak om gemengde bedrijven. Tabel 3.2: Verdeling van het Vlaamse melkquotum leveringen (in liter) en rechtstreekse verkopen op 1 april 2006 Provincie aantal gemid. quotum totale quotum quotum leveringen quotum RV bedrijven per bedrijf % tov % tov (l) 2006 (l) 2006 (l) 2006 (l) Vlaanderen % % Antwerpen % % Vlaams-Brabant % % West-Vlaanderen % % Oost-Vlaanderen % % Limburg % % Gegevensbron: ABKL. 19

20 3.2. Mobiliteit van het quotum Het quotum kan definitief veranderen van eigenaar via de vrije markt of door herverdeling via het quotumfonds. Aangezien het verhandelen van quota op de vrije markt lucratiever is voor de overlater dan het verhandelen van de quota via het fonds, mag verwacht worden dat maatregelen die de vrije mobiliteit beperken negatieve effecten hebben op de totaal verhandelde volumes. Zo blijkt uit tabel 3.3 dat de invoering van de verplichting om de overdracht in cumul via het quotumfonds ( ) te laten verlopen een uitgesproken negatief effect heeft gehad op de verhandelde volumes. De jaarlijks overgedragen hoeveelheden liepen terug tot ongeveer de helft van wat voorheen gebruikelijk was. Men kan hieruit besluiten dat de invoering van het quotumfonds misschien wel een positief effect gehad heeft op de quotumprijs, maar een negatief effect gehad heeft op de verhandelde volumes en het ritme van de schaalvergroting binnen de melkveesector. Vanaf het tijdvak constateert men een tegenovergestelde tendens. De liberalisering van de overdrachten met o.a. de invoering van de 40/60 regeling heeft voor gevolg dat de verhandelde volumes en het aantal ingediende dossiers terug vergelijkbare niveaus met deze van voor de invoering van het quotumfonds bereiken. De vereenvoudigingen in de regelgeving, de nakende ontkoppeling van de melkpremie en de extra betalingen zorgen voor een sterke toename van de verhandelde hoeveelheden. Dit heeft geleid tot een versnelde schaalvergroting van de bedrijven in Allicht heeft de invoering van de 40/60 regeling in 2004 hierbij nog een rol gespeeld, omdat de uitgebreide transfertmogelijkheden algemener en beter gekend waren bij de producenten. De voornaamste vereenvoudigingen in de regelgeving die daartoe bijdroegen, zijn de versoepeling van de voorwaarden tot overdracht in cumul en grondgebonden overdrachten, de gelijkschakeling van de voorwaarden bij overname en oprichting van een bedrijf en de mogelijkheid die aan alternerende melkers geboden werd om de quota samen te voegen. Daarnaast kunnen ook de administratieve vereenvoudigingen die doorgevoerd werden om de indiening van het dossier te vereenvoudigen hierin, zij het eerder beperkt, positief bijdragen. Algemeen kan echter gesteld worden dat aan het stopzetten van de melkproductie en het overlaten van een quotum een reflectieperiode voorafgaat, waarbij door de producent de voor- en de nadelen afgewogen worden. 20

Een verkenning van de Vlaamse melksector na 2015

Een verkenning van de Vlaamse melksector na 2015 Een verkenning van de Vlaamse melksector na 2015 Juli 2007 Campens V., Gavilan J., Carels K. VLAAMSE OVERHEID Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Koning Albert II laan

Nadere informatie

DIRECTE STEUN ALGEMEEN

DIRECTE STEUN ALGEMEEN DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ DIRECTE STEUN ALGEMEEN Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

GLB GEKOPPELDE STEUN

GLB GEKOPPELDE STEUN GLB 2015 - GEKOPPELDE STEUN 9 september 2014 Deze presentaties zijn door het Vlaams Gewest met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld op basis van de meest actuele beschikbare informatie. Er wordt

Nadere informatie

BETALINGSRECHTEN UIT DE VLAAMSE RESERVE

BETALINGSRECHTEN UIT DE VLAAMSE RESERVE DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ BETALINGSRECHTEN UIT DE VLAAMSE RESERVE Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Handel in toeslagrechten en premierechten voor zoogkoeien: campagne 2007

Handel in toeslagrechten en premierechten voor zoogkoeien: campagne 2007 Handel in toeslagrechten en premierechten voor zoogkoeien: campagne 27 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck Handel in toeslagrechten en premierechten voor zoogkoeien:

Nadere informatie

VAN DER MEER. Health check ten aanzien van melkquotum. Oosterwolde, 3 december 2008

VAN DER MEER. Health check ten aanzien van melkquotum. Oosterwolde, 3 december 2008 Health check ten aanzien van melkquotum Oosterwolde, 3 december 2008 In het akkoord, dat op 20 november 2008 is gesloten door de Landbouw- en Visserijraad in het kader van de Health check zijn diverse

Nadere informatie

Betalingsrechten, reserve, jonge landbouwers

Betalingsrechten, reserve, jonge landbouwers Betalingsrechten, reserve, jonge landbouwers Inleiding Aanvullend op toelichting 28/8/2014 Wijzigingen en nieuwe elementen Aandachtspunten FAQ s Ondertussen: brief overzicht referentiegegevens ontvangen

Nadere informatie

INTERREGIONALE LANDBOUWERS

INTERREGIONALE LANDBOUWERS DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ INTERREGIONALE LANDBOUWERS Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Melding van een volledige bedrijfsoverdracht

Melding van een volledige bedrijfsoverdracht Melding van een volledige bedrijfsoverdracht MIB-0101 Agentschap voor Landbouw en Visserij Markt- en Inkomensbeheer Waarvoor dient dit formulier? Met dit formulier meldt u een volledige bedrijfsoverdracht.

Nadere informatie

HET NIEUWE GLB BETALINGSRECHTEN EN BETALING VOOR JONGE LANDBOUWERS. Oostmalle 9 september 2014 Tine Van Eylen

HET NIEUWE GLB BETALINGSRECHTEN EN BETALING VOOR JONGE LANDBOUWERS. Oostmalle 9 september 2014 Tine Van Eylen HET NIEUWE GLB BETALINGSRECHTEN EN BETALING VOOR JONGE LANDBOUWERS Oostmalle 9 september 2014 Tine Van Eylen Overzicht 1. Nieuwe structuur vanaf 2015 2. Basisbetalingsregeling 3. Aanvraag tot de reserve

Nadere informatie

Jaarlijkse verklaring van rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten voor het tijdvak

Jaarlijkse verklaring van rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten voor het tijdvak Jaarlijkse verklaring van rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten voor het tijdvak 2014-2015 (ALV) Markt- en Inkomensbeheer MIB-REF-084ME-140313 In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP N. 2009 3709 VLAAMSE OVERHEID [C 2009/36014] 4 SEPTEMBER 2009. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

Beheerscomité dierlijke producten: zuivel. Isabelle Magnus Departement Landbouw en Visserij Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid

Beheerscomité dierlijke producten: zuivel. Isabelle Magnus Departement Landbouw en Visserij Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Datum: 19 april 2012 Onderwerp: Beheerscomité dierlijke producten: zuivel Verslaggever: Entiteit: Afdeling: Isabelle Magnus Departement Landbouw en Visserij Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid A. Beheerscomité

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Crelan Vertrouwensindex Land- en tuinbouwsector 2015

Crelan Vertrouwensindex Land- en tuinbouwsector 2015 Crelan Vertrouwensindex Land- en tuinbouwsector 2015 Belangrijkste resultaten Het vertrouwen van de landbouwers daalt in België, vooral in de melkveesector. De evaluatie van het financieel resultaat loopt

Nadere informatie

VR DOC.0282/1BIS

VR DOC.0282/1BIS VR 2017 2403 DOC.0282/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

Behoud of verlies van steun bij wijzigingen

Behoud of verlies van steun bij wijzigingen Behoud of verlies van steun bij wijzigingen 1 SITUERING 1.1 WAT? Om investeringssteun of overnamesteun te krijgen, moet worden voldaan aan verschillende voorwaarden. Deze voorwaarden moeten bij investeringssteun

Nadere informatie

Introductie Optimus advies door middel van Melkveewet en GLB 2015

Introductie Optimus advies door middel van Melkveewet en GLB 2015 Introductie Optimus advies door middel van Melkveewet en GLB 2015 Bijeenkomst 26 januari P.G. Kusters land- en tuinbouwbenodigdheden B.V, Dreumel Optimus advies Gestart in 2014 als samenwerkingsverband

Nadere informatie

Register rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten Tijdvak 2014-2015

Register rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten Tijdvak 2014-2015 VLAAMSE OVERHEID Agentschap voor Landbouw en Visserij Markt- en Inkomensbeheer Register rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten Tijdvak 2014-2015 Alle landbouwers die: - melk en/of andere zuivelproducten

Nadere informatie

De perequatie van de overheidspensioenen

De perequatie van de overheidspensioenen De perequatie van de overheidspensioenen De perequatie van de overheidspensioenen Inhoud 1. Wettelijke basis 2. Inleiding 3. De korven 4. Koppeling van de pensioenen aan een perequatiekorf 5. Samenstelling

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.9.2007 COM(2007) 544 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem

Nadere informatie

IEUWSBR. Fiscale behandeling UWS. van toeslagrechten. Task Force Economie IEUWS S NIEUWSBRIE

IEUWSBR. Fiscale behandeling UWS. van toeslagrechten. Task Force Economie IEUWS S NIEUWSBRIE UWS Fiscale behandeling S UWSBR S BR UWS IEUWS IEUWSBR BR van toeslagrechten Task Force Economie S IEUWSBR BR IEUWS NIEUWSBRIE NIEUWS BRIE S NIEUWSBRIE Fiscale behandeling van toeslagrechten De ministers

Nadere informatie

Onderbenutting toeslagrechten: campagne

Onderbenutting toeslagrechten: campagne Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 Joeri Deuninck Februari

Nadere informatie

Register rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten Tijdvak

Register rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten Tijdvak VLAAMSE OVERHEID Agentschap voor Landbouw en Visserij Markt- en Inkomensbeheer Referenties Register rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten Tijdvak 2007-2008 Alle landbouwers die: - melk en/of

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 314/7

Publicatieblad van de Europese Unie L 314/7 15.11.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 314/7 VERORDENING (EG) Nr. 1679/2006 VAN DE COMMISSIE van 14 november 2006 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 1973/2004 houdende uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

VR DOC.0161/1

VR DOC.0161/1 VR 2019 0802 DOC.0161/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van Besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 maart 2011;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 maart 2011; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het verlenen van subsidies voor boslandbouwsystemen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de programmeringsperiode 2007-2013

Nadere informatie

In de periode januari- augustus is de gecumuleerde productie met 0.01 % gestegen.

In de periode januari- augustus is de gecumuleerde productie met 0.01 % gestegen. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG - Beheerscomité zuivel 19 oktober 2017 ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

MODEL HUURCONTRACT VOOR EEN WOONHUIS

MODEL HUURCONTRACT VOOR EEN WOONHUIS MODEL HUURCONTRACT VOOR EEN WOONHUIS Tussen de ondergetekenden 1. de Heer.... en Mevrouw... wonende te... verder "de verhuurder" genoemd - en 2. de Heer... en Mevrouw... wonende te... verder "de huurder"

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 april

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 april A D V I E S Nr. 1.608 ------------------------------ Zitting van dinsdag 24 april 2007 ------------------------------------------ Uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

Reguleringsimpactanalyse voor

Reguleringsimpactanalyse voor Reguleringsimpactanalyse voor Aanpassing verdeelsleutel voor het budget opleidingsfonds dienstencheques 1 Gegevens van het advies 1.1 Gegevens van de regelgeving nummer taalen wetgevingstechnisch advies

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

ADVIES OVER HET ONTWERPBESLUIT TOT WIJZIGING VAN DE ERKENNINGS- EN SUBSIDIEVOORWAARDEN VAN SOCIALE VERHUURKANTOREN. Advies / 6.09.

ADVIES OVER HET ONTWERPBESLUIT TOT WIJZIGING VAN DE ERKENNINGS- EN SUBSIDIEVOORWAARDEN VAN SOCIALE VERHUURKANTOREN. Advies / 6.09. < ADVIES OVER HET ONTWERPBESLUIT TOT WIJZIGING VAN DE ERKENNINGS- EN SUBSIDIEVOORWAARDEN VAN SOCIALE VERHUURKANTOREN Advies 2016-11 / 6.09.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER, adjunct-secretaris-generaal

Nadere informatie

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei A D V I E S Nr. 1.559 ----------------------------- Zitting van dinsdag 2 mei 2006 ---------------------------------------- Generatiepact - Financiering gezondheidszorg x x x 2.162/6-1 Blijde Inkomstlaan,

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN XXX TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BETREFFENDE HET

Nadere informatie

ONDERNEMERSCHAP IN DE LANDBOUW. Agentschap voor Landbouw en Visserij

ONDERNEMERSCHAP IN DE LANDBOUW. Agentschap voor Landbouw en Visserij ONDERNEMERSCHAP IN DE LANDBOUW Agentschap voor Landbouw en Visserij ALV Agentschap voor Landbouw en Visserij Missie Tijdig correct en efficiënt steunmaatregelen uitvoeren om duurzame landbouw te stimuleren

Nadere informatie

Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016

Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016 Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016 1 Aanleiding en samenvatting In 2015 heeft toenmalig staatssecretaris Dijksma van EZ fosfaatrechten voor de melkveehouderij

Nadere informatie

Basisbetalingsregeling 2015 t/m 2019

Basisbetalingsregeling 2015 t/m 2019 Basisbetalingsregeling 2015 t/m 2019 Rijnsburg, 13 oktober 2014 Inhoud in vogelvlucht Omvorming + nieuwe opzet directe betalingen Toegang tot nglb Basispremie + vergroening op hoofdlijnen Voorbereiding

Nadere informatie

OVERNAME PERCELEN. Campagne 2019

OVERNAME PERCELEN. Campagne 2019 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ OVERNAME PERCELEN Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

1 Toegangsticket en Berekening Betalingsrechten

1 Toegangsticket en Berekening Betalingsrechten Veelgestelde vragen: Betalingsrechten Inhoud 1 Toegangsticket en Berekening betalingsrechten... 1 2 Convergentie... 6 3 Vlaamse reserve... 7 4 Overname referentiegegevens... 9 5 Betaling jonge landbouwers...

Nadere informatie

Hoofdlijnen en nationale keuzes GLB

Hoofdlijnen en nationale keuzes GLB Hoofdlijnen en nationale keuzes GLB 2014-2020 Herman Snijders Gemeenschappelijk landbouwbeleid Eerste pijler, Markt en inkomensondersteuning Tweede pijler, Plattelands- Ontwikkeling o.a. Producenten organisaties

Nadere informatie

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie

Nadere informatie

Erfbelasting - Gunsttarief voor familiale ondernemingen en vennootschappen

Erfbelasting - Gunsttarief voor familiale ondernemingen en vennootschappen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 361 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Erfbelasting -

Nadere informatie

ADVIES. Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems

ADVIES. Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems ADVIES Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems 15 september 2016 Economische en Sociale Raad voor het Brussels

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 juli 2017 tussen de Vlaamse Gemeenschap,

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2018 C(2018) 3973 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 27.6.2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 181/2014 wat betreft een aantal

Nadere informatie

Inleiding/voorstelling. Opleiding: Sociale bijdragen 2015

Inleiding/voorstelling. Opleiding: Sociale bijdragen 2015 Inleiding/voorstelling Opleiding: Sociale bijdragen 2015 01/01/2015 2 Inhoud 1. Bepaling referte-inkomen 2. Startende zelfstandige 3. Gevestigde zelfstandige 4. Gepensioneerde zelfstandige 5. Regularisaties

Nadere informatie

Effectrapportage hervorming GLB vanaf 2015

Effectrapportage hervorming GLB vanaf 2015 Effectrapportage hervorming GLB vanaf 2015 A.K. Kerbouwer 1e Kruisweg 1a 3262 LK Oud-Beijerland 29 oktober 2014 Versie: 2014.13 Versie: 2014.13 pag 1 van 12 INHOUDSOPGAVE pag. Inhoudsopgave 2 A. Algemene

Nadere informatie

Politiek akkoord over de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Politiek akkoord over de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Politiek akkoord over de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van november 2008, de bijeenkomst van alle ministers van Landbouw van de Europese Unie,

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de regels tot bepaling van de bedragen

Nadere informatie

ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN

ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN Advies 2018-18 / 30.08.2018 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Modaliteiten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Opdrachten

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Opdrachten 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018 (BS 30 maart 2018) houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In

Nadere informatie

BTW OP VERKOOP VAN GROND

BTW OP VERKOOP VAN GROND BTW OP VERKOOP VAN GROND Sinds 1 januari 2011 is de verkoop van grond in bepaalde gevallen onderworpen aan btw in plaats van aan registratierechten. Dit is het geval wanneer een terrein dat bij een nieuw

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Goedkeuring en machtiging tot ondertekening van het Wijzigingsprotocol tot modernisering van het Verdrag

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE HUMAN RESOURCES Brussel, 27 oktober 2003 Bureau HR. 341 Sectie 52 Tel. : 911/52516 BERICHT NR. 49 HR Verdeling : 999 : 0 410 : 99 HR.341 : 100 ex.

Nadere informatie

WERKINGSDOCUMENT. Vanuit juridisch standpunt gebeuren de toekenningen aan één specifieke werkgever.

WERKINGSDOCUMENT. Vanuit juridisch standpunt gebeuren de toekenningen aan één specifieke werkgever. versie 30/01/2018 WERKINGSDOCUMENT Dit werkingsdocument is conform Artikel 11 bis 2 van het Koninklijk Besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term gemeente ook een brandweerintercommunale bedoeld. KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 APRIL 2014 TOT BEPALING VAN DE VERDEELSLEUTEL VAN DE BIJKOMENDE FEDERALE DOTATIE AAN DE PREZONES EN AAN DE HULPVERLENINGSZONES. 1 (B.S. 25.06.2014) en erratum B.S. 26.02.2015

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang

Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Register rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten Tijdvak

Register rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten Tijdvak MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Administratie Beheer en Kwaliteit Landbouwproductie Register rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten Tijdvak 2005-2006 Alle producenten die: - melk en/of

Nadere informatie

VR DOC.0085/1

VR DOC.0085/1 VR 2017 0302 DOC.0085/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest,

Nadere informatie

pagina 1 van 5 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de begroting en de boekhouding van de Vlaamse rechtspersonen Datum 14/10/2011 DOCUMENT De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20151016-212) Betreffende het voorontwerp van besluit tot wijziging van het besluit van de Regering van het

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 juli 2017 tussen de Vlaamse

Nadere informatie

De nieuwe berekening van de sociale bijdragen 2015

De nieuwe berekening van de sociale bijdragen 2015 De nieuwe berekening van de sociale bijdragen 2015 info@attentia.be www.attentia.be Inhoudstabel 1. De nieuwe berekening van de sociale bijdragen van de zelfstandigen in 20 vragen *... 2 1. Wanneer wordt

Nadere informatie

VR DOC.1242/2BIS

VR DOC.1242/2BIS VR 2018 0911 DOC.1242/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016 houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering

Nadere informatie

Melk van Hier, kansen voor landbouw en natuur?

Melk van Hier, kansen voor landbouw en natuur? Melk van Hier, kansen voor landbouw en natuur? NATUUR EN LANDBOUW// VORSELAAR// 14 maart 2012 Draagvlakverbredingsproject Melk van Hier 1/1/2013 31/12/2013 Dit initiatief kadert binnen een overkoepelend

Nadere informatie

GLB-onderhandelingen; stand van zaken april 2013

GLB-onderhandelingen; stand van zaken april 2013 GLB-onderhandelingen; stand van zaken april 2013 Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid, Herman Snijders Ontwikkelingen en structuur GLB 2 Ontwikkeling van het GLB van start tot nu 1960 ca 1980: Markt-

Nadere informatie

DEEL III: OFFERTEFORMULIER

DEEL III: OFFERTEFORMULIER 44 DEEL III: OFFERTEFORMULIER VLAAMSE OVERHEID Agentschap voor Facilitair Management Afdeling Bouwprojecten Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 - bus 60 1000 BRUSSEL OFFERTEFORMULIER Domein Adres Werk Besteknummer

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61 INGEKOMEN DOCUMENT van: voor de secretaris-generaal van de Europese

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse

Nadere informatie

BEKNOPT OVERZICHT VAN DE INGREPEN VOOR DE HUURPRIJSBEREKENING 2012

BEKNOPT OVERZICHT VAN DE INGREPEN VOOR DE HUURPRIJSBEREKENING 2012 BEKNOPT OVERZICHT VAN DE INGREPEN VOOR DE HUURPRIJSBEREKENING 2012 1. Actualisatie van de geschatte marktwaarde De schattingen van de huurwaarde van sociale woningen moeten voor toepassing in het jaar

Nadere informatie

Vlaamse Regering VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID

Vlaamse Regering VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID Vlaamse Regering Ministerieel besluit houdende de uitwerking van de CO 2 -neutraliteit op de bedrijventerreinen VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID Gelet op

Nadere informatie

VR DOC.1315/1BIS

VR DOC.1315/1BIS VR 2018 2311 DOC.1315/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA VOOR DE VLAAMSE REGERING Betreft: Tweede principiële goedkeuring van: - besluit van de Vlaamse Regering betreffende

Nadere informatie

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 09.07.1998 COM(1998)424def. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 97/80/EG houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn

Nadere informatie

pdf05 GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID in de EU

pdf05 GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID in de EU pdf05 GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID in de EU MARKT- en PRIJSBELEID Het gemeenschappelijk landbouwbeleid beoogt o.a. de agrarische bevolking een redelijk inkomen te verschaffen en de consumenten te verzekeren

Nadere informatie

Nummer: INF/MDT/1215

Nummer: INF/MDT/1215 Nummer: INF/MDT/1215 Brussel, 27 september 2012 Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren Aan de voorzitter en de leden van de permanente werkgroep Inschrijvingen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/213 BERAADSLAGING NR. 16/094 VAN 4 OKTOBER 2016 OVER DE BIJZONDERE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Gekoppelde steun 26/02/2015

Gekoppelde steun 26/02/2015 Gekoppelde steun 26/02/2015 Premie voor het behoud van de gespecialiseerde zoogkoeienhouderij Premie voor het behoud van de gespecialiseerde zoogkoeienhouderij nieuwe individuele referenties onder voorbehoud

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: -

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20140620-191) betreffende de Klantendienst in de nabijheid van de afnemers - Implementatie Opgesteld op basis

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 : ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 : ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL 1 : Het geïntegreerd impulsreglement voor het nemen van handelskernversterkende maatregelen wordt goedgekeurd. Het reglement luidt als volgt : HOOFDSTUK 1 : ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 : Doelstelling

Nadere informatie

De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie ( )

De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie ( ) VIVES BRIEFING 2016/04 De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie (2001-2016) Wouter Wolfs Jef Smulders 1 DE EVOLUTIE VAN DE PARTIJFINANCIERING ROPESE UNIE (2001-2016) Wouter

Nadere informatie

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet ingediend op 880 (2015-2016) Nr. 3 9 november 2016 (2016-2017) Tekst aangenomen door de plenaire vergadering van het ontwerp van decreet houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van

Nadere informatie

De drie belangrijkste verbeteringen worden op de website van VLAIO als volgt omschreven:

De drie belangrijkste verbeteringen worden op de website van VLAIO als volgt omschreven: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 103 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 25 oktober 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Kmo-portefeuille - Stand van zaken subsidiëring De kmo-portefeuille

Nadere informatie

nr. 709 van MARTINE TAELMAN datum: 13 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Dienstenchequeondernemingen - Opleidingsfonds

nr. 709 van MARTINE TAELMAN datum: 13 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Dienstenchequeondernemingen - Opleidingsfonds SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 709 van MARTINE TAELMAN datum: 13 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Dienstencheque - Opleidingsfonds Een dienstencheque

Nadere informatie

Focus op de Tax shift en de vermindering van de werkgeversbijdragen

Focus op de Tax shift en de vermindering van de werkgeversbijdragen Vorstlaan 280-1160 Brussel - België T +32 2 761 46 00 F +32 2 761 47 00 info@claeysengels.be Advocaten Datum: Mei 2016 Onderwerp: Focus op de Tax shift en de vermindering van de werkgeversbijdragen Tot

Nadere informatie

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit Ministerieel besluit van 12 juni 2001 houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering over het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 13 maart 2013 (14.03) (OR. en) 7183/13 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2011/0280 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 13 maart 2013 (14.03) (OR. en) 7183/13 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2011/0280 (COD) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 13 maart 2013 (14.03) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2011/0280 (COD) 7183/13 ADD 1 AGRI 145 AGRIFI 45 CODEC 506 WERKDOCUME T - ADDE DUM van: het voorzitterschap

Nadere informatie