Staten-Generaal 19 maart 2009

Transcriptie

1 Staten-Generaal 19 maart 2009 Burnout bij Vlaamse journalisten

2 Burnout bij Vlaamse journalisten

3 Inhoud 1. Vanwaar dit onderzoek? 4. Wie meer, wie minder? 2. Wat is? 5. Kunnen we voorspellen? 3. Incidentie? Vergelijking 6. Oplossingen/ Adviezen? met andere beroepen?

4 1. Vanwaar dit onderzoek? Journalisten zijn uitgeput Uitstroom journalisten Uitgevers nemen klachten onvoldoende ernstig Hoger risico op bij krantenjournalisten in de VS

5 Funding Arteveldehogeschool PWO Project

6 Multidisciplinaire Aanpak Projectleider: lector-journalist Marleen Teugels (Arteveldehogeschool) Professor medische psychologie Elke Van Hoof (Arteveldehogeschool) Met de steun van professor arbeidspsychologie Hans De Witte (KU Leuven)

7 Onderzoeksvragen? Incidentie? Welke groepen lopen meer risico? Wat zijn de voornaamste risicofactoren? Adviezen om risico s in te dijken?

8 Methode? Kwantitatief onderzoek aan de hand van vragenlijst Internationaal gevalideerde schalen

9 Doelgroep? Alle Vlaamse beroepsjournalisten die voor nationale media werken Meestal aangesloten bij de VVJ de koepelorganisatie van Vlaamse beroepsjournalisten

10 2. Wat is? Het syndroom hangt altijd samen met 3 componenten: Uitputting Cynisme Verminderde professionele bekwaamheid

11 Bevlogenheid & recuperatievermogen? Bevlogenheid = positieve antipode van Nieuwe inzichten over recuperatievermogen = één van de mogelijke oorzaken van

12 3. Resultaten? Databestand is representatief 30,78 % van totale populatie 721 ingevulde enquêteformulieren op een totaal van 2342 beroepsjournalisten

13 Burnout percentages? Vergelijking met patiënten (Meest strikte interpretatie van de resultaten): 69% heeft geen 21% heeft een verhoogd risico op 10% heeft een klinische

14 Burnout bij journalisten (in %, N = 721) 10% 21% Klinische Verhoogd risico Geen 69%

15 Absenteïsme? Ziekteverzuim is heel laag bij journalisten. Meer dan 40% van de journalisten is in 2008 meer dan twee keer aan de slag geweest terwijl het voor de gezondheid beter had geweest thuis te blijven.

16 Hoe ernstig zijn de scores? Klinische (in %) 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 14,0 16,0 Mantelzorgers Arbo-artsen > Journalisten Psychiaters Huisartsen Wijkverpleegkundigen Maatschappelijk werkers Verloskundigen Verslavingszorg-medewerkers Therapeuten/paramedici Sociaal psychiatrisch verpleegkundigen Fysiotherapeuten Algemeen verpleegkundigen Tandartsen Sociotherapeuten Psychotherapeuten B-verpleegkundigen PIW-ers Marechaussee Hoofdverpleegkundigen Psychologen/pedagogen A-verpleegkundigen Oncologen Groepsleiders Z-zorg Bejaardenhelpenden Radiologisch laboranten Oncologisch verpleegkundigen IC-verpleegkundigen Bejaardenverzorgenden Politie 11,3 10,2 9,1 8,2 7,8 6,9 6,6 5,9 5,5 5,5 5,4 5,1 4,7 4,3 4,2 3,5 3,4 3,3 3,3 3,0 2,4 2,2 2,0 1,9 1,7 1,7 1,4 0,9 0,8 13,9

17 Hoe ernstig zijn de scores? Verhoogd Risico op (in %) 0,0 5,0 10,0 15,0 20,0 25,0 30,0 35,0 40,0 45,0 Huisartsen Mantelzorgers Verloskundigen Arbo-artsen Psychiaters > Journalisten B-verpleegkundigen PIW-ers A-verpleegkundigen Algemeen verpleegkundigen Sociotherapeuten Verslavingszorg-medewerkers Maatschappelijk werkers Bejaardenhelpenden Psychotherapeuten IC-verpleegkundigen Tandartsen Wijkverpleegkundigen Hoofdverpleegkundigen Fysiotherapeuten Sociaal psychiatrisch verpleegkundigen Bejaardenverzorgenden Psychologen/pedagogen Therapeuten/paramedici Groepsleiders Z-zorg Oncologisch verpleegkundigen Oncologen Politie Radiologisch laboranten Marechaussee 23,5 23,5 21,8 21,4 20,5 18,9 18,6 17,9 17,7 17,6 17,1 16,8 15,1 14,6 14,0 13,8 13,1 12,8 12,7 10,3 10,2 10,0 9,7 9,1 7,9 7,0 6,3 4,8 35,2 41,4

18 Verhoogde bevlogenheidscores Scores op bevlogenheid liggen hoger dan gemiddeld. Naast 30 %, tevens nogal wat bevlogen journalisten die op een gedreven manier hun job doen.

19 Risico s bevlogenheid Bevlogen journalisten lijken kwetsbaarder door stressoren en negatieve ervaringen. Afstand nemen tegenover het werk s avonds en in de weekends is belangrijker.

20 Werkkenmerken Journalisten werken 48,36 uren/week 18% werkt vaak/altijd in the ochtend 82,3% werkt vaak/altijd s avonds 67,90% werkt vaak/altijd in de weekends. Recuperatie = OK.

21 Work-life balance is niet altijd in evenwicht Bijna 65% zegt soms thuis geïrriteerd te zijn door het werk Ongeveer 50% heeft soms last om tijd te investeren in contacten met partner, kinderen, familie, vrienden en in hobby s.

22 Geen antistressbeleid, volgens de journalisten Maar 2% zegt dat mediabedrijf een antistressbeleid voert 62,5% zegt dat mediabedrijf geen antistressbeleid voert 35% zegt niet te weten of mediabedrijf een antistressbeleid voert.

23 Geen bijscholing Heeft nood aan bijscholing: bijna 60% Volgt géén bijscholing: 74% Heeft géén tijd voor bijscholing:69% Hoofdredacteur vindt bijscholing belangrijk: 28% Heeft géén geld om bijscholig te betalen: 14% Ik betaal mijn bijscholing zelf: 80%

24 4. Wie meer/wie minder? Eindredacteurs scoren significant hoger op uitputting en cynisme dan journalisten die niet als eindredacteur werken. Journalisten die voor kranten werken zijn significant vaker uitgeput dan journalisten die niet voor kranten werken.

25 Wie meer/wie minder? Journalisten die voor magazines werken zijn significant minder uitgeput en significant minder cynisch dan journalisten die niet voor magazines werken. Journalisten die voor radio and televisie werken scoren niet hoger op uitputting en cynisme dan journalisten die niet voor audiovisuele media werken.

26 5. Kunnen we voorspellen bij journalisten?

27 Werkdruk is doorslaggevend Uitputting ~avondwerk, het gevoel de job niet te kunnen doen zoals men dat zou willen, tegenstrijdige opdrachten, conflicten over de inhoud van het werk, het gevoel hebben de eigen capaciteiten onvoldoende te kunnen aanwenden in de job, jobonveiligheid Persoonlijke bekwaamheid ~avondwerk Cynisme ~ het gevoel de job niet te kunnen doen zoals men dat zou willen, tegenstrijdige opdrachten, conflicten over de inhoud van het werk, het gevoel hebben de eigen capaciteiten onvoldoende te kunnen aanwenden in de job, jobonveiligheid

28 Andere significante correlaties met (1) Geen variatie Geen steun van leidinggevende personen Geen positieve feedback

29 Andere significante correlaties met (2) Alleen wonen zonder partner Work-life balance, vooral de impact van het werk op de familie thuis Geïrriteerd zijn thuis door het werk, correleert significant met uitputting en cynisme Geen tijd hebben voor dingen buiten het werk correleert significant met uitputting

30 Het belang van recuperatie

31 6. Oplossingen/ Adviezen Werkdruk moet verminderen. Vierdagenweek. Respecteren van werktijden. Introductie van een antistressbeleid in mediabedrijven. Recuperatie is belangrijk vooral relaxatie. Dit impliceert minder avonden weekendwerk.

32 6. Oplossingen/ Adviezen Meer bijscholing. Training van journalisten tegen. Tip: good practice in Denemarken waar de overheid 1 week bijscholing financiert van alle journalisten.