BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 06 juni Mauritskade HE Den Haag Nederland

Transcriptie

1 BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 06 juni 2011 Opposant: Vereniging Islam Democraten Karel Roosstraat BL Den Haag Gemachtigde: Mr Q. Overeijnder Mauritskade HE Den Haag Ingeroepen merk: (Volgens opposant algemeen bekend merk in de zin van het Verdrag van Parijs) tegen Verweerder: Abdelrazek Khoulani Goeverneurlaan CG Den Haag Gemachtigde: Joep Mens Trademark Company B.V. Antonlaan KD Zeist Betwiste merk: (Benelux depot )

2 Beslissing oppositie Pagina 2 van 6 I. FEITEN EN PROCEDURE A. Feiten 1. Op 31 oktober 2009 heeft verweerder een Benelux depot van het gecombineerde woord- /beeldmerk ingediend, ter onderscheiding van diensten in de klassen 35, 41 en 45. Dit depot is onder nummer in behandeling genomen en gepubliceerd op 4 december Op 26 februari 2010 heeft de opposant oppositie ingesteld tegen de inschrijving van dit depot. De oppositie is gebaseerd op het gecombineerde woord-/beeldmerk algemeen bekend merk in de zin van artikel 6bis van het Verdrag van Parijs., volgens opposant een 3. De oppositie is ingesteld tegen alle diensten van het betwiste depot. 4. De gronden voor de oppositie zijn deze, neergelegd in artikel 2.14, lid 1, sub b van het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom (hierna: BVIE ). 5. De proceduretaal is het s. B. Verloop van de procedure 6. De oppositie is ontvankelijk en is ter kennis gebracht van partijen op 9 maart De contradictoire fase van de procedure is aangevangen op 10 mei Het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (hierna: "het Bureau") heeft op 20 mei 2010 de mededeling van aanvang van de procedure aan partijen gezonden, waarbij aan opposant een termijn is gegeven tot en met 20 juli 2010 voor het indienen van zijn argumenten en eventuele stukken ter ondersteuning daarvan. 8. Op 20 juli 2010 heeft de opposant argumenten en stukken ter ondersteuning daarvan ingediend. Op 3 augustus 2010 heeft het Bureau deze doorgestuurd naar verweerder en hem een termijn gesteld tot en met 3 oktober 2010 om daarop te reageren. 9. Op 28 september 2010 heeft verweerder gereageerd op de argumenten en stukken van opposant. Op 4 oktober 2010 heeft het Bureau deze reactie doorgestuurd naar opposant. 10. Elke partij heeft haar opmerkingen ingediend binnen de door het Bureau gestelde termijnen. 11. Het Bureau is van mening dat het over voldoende gegevens beschikt om over de oppositie te kunnen beslissen.

3 Beslissing oppositie Pagina 3 van 6 II. MIDDELEN VAN DE PARTIJEN 12. De opposant dient met toepassing van artikel 2.14, lid 1, sub b BVIE een oppositie bij het Bureau in, gericht tegen een merk dat verwarring kan stichten met zijn algemeen bekend merk in de zin van artikel 6bis van het Verdrag van Parijs. A. Argumenten van opposant 13. Opposant licht toe dat zijn vereniging een s-islamitische politieke partij is, die in het voorjaar van 2006 voor het eerst een zetel behaalde in de Haagse gemeenteraad. Daarna deed deze partij mee aan de Tweede Kamerverkiezingen in 2006 in de districten Den Haag, Leiden, Rotterdam, Utrecht, Arnhem, Tilburg en Dordrecht, waarvoor uitgebreid campagne is gevoerd, aldus opposant, en in 2007 nam zijn partij deel aan de Provinciale Statenverkiezingen. In maart 2010 behaalde zij bij de gemeenteraadsverkiezingen wederom een zetel in de gemeenteraad (naar het Bureau begrijpt: te Den Haag). 14. De afgelopen jaren is opposant veelvuldig landelijk in het nieuws gekomen. Ter onderbouwing daarvan voegt hij een aantal artikelen bij van diverse landelijke dagbladen, van een opinieweekblad en van een aantal nieuws-websites. Daarnaast is opposant herhaaldelijk ter sprake gekomen op de landelijke radio en televisie. 15. Uit dit alles blijkt volgens opposant dat het relevante publiek, namelijk alle stemgerechtigde ers, bekend is geraakt met de politieke partij Islam Democraten. Daarnaast is opposant geregistreerd bij de Kiesraad en staat hij al sinds 2005 ingeschreven als politieke groepering, zoals moge blijken uit een uittreksel uit het handelsregister. Op grond hiervan meent opposant dat zijn ingeroepen recht een algemeen bekend merk is in de zin van artikel 6bis van het Verdrag van Parijs en artikel 16, lid 2 van het Verdrag inzake handelsgerelateerde aspecten van intellectuele eigendomsrechten. Volgens opposant blijkt uit de jurisprudentie dat het voldoende is dat het merk bekend is in een aanmerkelijk gedeelte van een land, in casu een gedeelte van één van de Beneluxlanden. 16. Op grond van artikel 2.14 BVIE kan op basis van dit algemeen bekend merk oppositie worden ingesteld. Aangezien volgens opposant zowel de tekens als de waren identiek zijn, is voldaan aan de voorwaarden van artikel 2.3, sub a BVIE en hoeft er naar zijn mening geen beoordeling te worden gemaakt van het gevaar voor verwarring. 17. Opposant meent derhalve dat de oppositie geheel moet worden toegewezen en dat de inschrijving van het betwiste depot moet worden geweigerd. B. Reactie van verweerder 18. Verweerder betwist dat het ingeroepen recht een algemeen bekend merk is en volgens hem is het niet eens een gewoon bekend merk binnen de Benelux. Wat betreft de ingediende stukken merkt hij vooreerst op dat verschillende daarvan dateren van ruim na 31 oktober 2009, de depotdatum van het betwiste teken en volgens verweerder het moment waarop de algemene bekendheid moet worden beoordeeld. Verder merkt verweerder op dat de periode waarbinnen het merk bekend zou moeten zijn

4 Beslissing oppositie Pagina 4 van 6 geworden wel extreem kort is, aangezien het woord-/beeldmerk pas in 2009 in zijn opdracht is ontworpen. Wat de woordelementen ISLAM DEMOCRATEN betreft, meent verweerder dat deze volledig beschrijvend zijn. 19. Volgens verweerder doet opposant volkomen ten onrechte een beroep op het beginsel van algemene bekendheid, waarvan in casu geen sprake is en die op geen enkele manier wordt aangetoond door de bewijsstukken. Verweerder vermoedt dat opposant zich in werkelijkheid wil beroepen op een depot te kwader trouw, maar meent dat het Bureau daarover in het kader van een oppositieprocedure geen uitspraak kan doen en dat opposant de gang naar de rechter dient te maken. In ieder geval mist een oppositie op basis van een algemeen bekend merk in de zin van artikel 6bis van het Verdrag van Parijs in dit verband volledig zijn doel, aldus nog verweerder. 20. Op grond van het bovenstaande verzoekt verweerder de oppositie af te wijzen, opposant te veroordelen tot een vergoeding van de gemaakte kosten aan verweerder en het betwiste teken in te schrijven. III. BESLISSING A. Algemeen bekend merk 21. Overeenkomstig artikel 2.14, lid 1 BVIE kan de deposant of houder van een ouder merk, binnen een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de publicatie van het depot, schriftelijk oppositie instellen bij het Bureau tegen een merk dat in rangorde na het zijne komt, overeenkomstig de bepalingen in artikel 2.3, sub a en b BVIE, of dat verwarring kan stichten met zijn algemeen bekend merk in de zin van artikel 6bis van het Verdrag van Parijs. 22. Ter onderbouwing van de algemene bekendheid van zijn ingeroepen recht dient opposant de volgende stukken in: 1. Kopie folder Islam Democraten d.d. 7 maart 2000; 2. Aankondiging politieke bijeenkomst Islam Democraten d.d. 26 februari 2006; 3. Schermafdruk website Islam-Democraten (onder meer verwijzend naar het partijprogramma ); 4. Verkiezingsprogramma Islam Democraten Den Haag ; 5. Uitdraai Wikipedia over Islam Democraten; 6. Drie artikelen (Trouw, Nu.nl en binnenland.nieuws.nl) over de aangifte van Islam Democraten in 2006 tegen EénNL, de toenmalige partij van Marco Pastors; 7. Artikel AD d.d. 7 februari 2010 over voorval lijsttrekker Islam Democraten; 8. Artikel NRC Handelsblad d.d. 10 september 2009 over Islam Democraten; 9. Drie artikelen (De Telegraaf, Elsevier, AD) over voorval met kandidaat Islam Democraten; 10. Artikel Telegraaf d.d. 7 januari 2010; 11. Artikel Mediacourant d.d. 21 oktober 2008 over uitspraken in het tv-programma De Wereld Draait Door; 12. Uitdraai Staatscourant d.d. 13 april 2010; 13. Uittreksel Kamer van Koophandel Islam Democraten.

5 Beslissing oppositie Pagina 5 van Het ingeroepen recht, zoals afgebeeld in punt 2 van deze beslissing, komt éénmaal voor op de schermafdruk van de website (hierboven onder 3) en éénmaal op de eerste pagina van het verkiezingsprogramma (hierboven onder 4). Daaruit kunnen geen conclusies worden getrokken aangaande de bekendheid van dit recht. Bovendien zij opgemerkt dat deze stukken betrekking hebben op de periode , dit wil zeggen van na de depotdatum van het betwiste teken. In de overige stukken komt het ingeroepen recht niet voor, zodat zij evenmin dienstig kunnen zijn om de bekendheid ervan aan te tonen. Conclusie 24. Opposant heeft niet aangetoond dat het ingeroepen recht een algemeen bekend merk is in de zin van het Verdrag van Parijs. B. Overige opmerkingen 25. Verweerder suggereert dat opposant zich wil beroepen op een depot te kwader trouw (zie punt 19). Voor zover dit het geval is, merkt hij echter terecht op dat dit geen grond is voor een oppositie bij het Bureau, en dat partijen zich hiervoor tot de rechter dienen te wenden. 26. In het kader van de oppositieprocedure is er geen sprake van een veroordeling tot betaling van de gemaakte kosten ten behoeve van de andere partij. Enkel is voorzien in een kostenverwijzing, die is vastgesteld op het vaststaande bedrag van de oppositietaks, indien de oppositie volledig wordt afgewezen (of toegewezen). C. Conclusie 27. Het Bureau is van oordeel dat opposant niet heeft aangetoond dat het ingeroepen recht een algemeen bekend merk is in de zin van artikel 6bis van het Verdrag van Parijs. Aan de beoordeling of het betwiste depot verwarring kan stichten met het ingeroepen recht wordt dus niet toegekomen. IV. BESLUIT 28. De oppositie met nummer wordt afgewezen. 29. Benelux depot wordt ingeschreven voor alle diensten waarvoor het is ingediend. 30. De opposant is euro verschuldigd aan de verweerder op grond van artikel 2.16, lid 5 BVIE juncto regel 1.32, lid 3 van het uitvoeringsreglement, aangezien de oppositie geheel wordt afgewezen. Deze beslissing vormt executoriale titel op grond van artikel 2.16, lid 5 BVIE. Den Haag, 06 juni 2011

6 Beslissing oppositie Pagina 6 van 6 Willy Neys (rapporteur) Saskia Smits Pieter Veeze Administratieve behandelaar: Guy Abrams