Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services * _0817* Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren

Transcriptie

1 Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services * _0817* Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren Uitvoer 08/ /NL

2 SEW-EURODRIVE Driving the world

3 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren 1 1 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren De onderstaande checklists kunnen u helpen bij het bepalen van de noodzakelijke informatie die u nodig heeft om de eigenschappen en categorieën van het apparaat bij gebruik van motorreductoren in explosiegevaarlijke omgevingen te identificeren. Houd a.u.b. rekening met de mogelijke opties binnen de betreffende categorie of EPL. Om de formulieren optimaal te kunnen verwerken vraagt SEW EURODRIVE u vriendelijk om beide formulieren volledig in te vullen. Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren 3

4 1 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren Aanvraagformulier voor explosieveilige motorreductoren 1.1 Aanvraagformulier voor explosieveilige motorreductoren Klantgegevens Bedrijf: Afdeling: Naam: Straat/postbus: Postcode/plaats: Technische gegevens Catalogusaanduiding: Aantal: Soort reductor/motorspecificaties Klantnummer: Telefoonnummer: Faxnummer: Gewenste leverdatum: Rechte reductor Vlakke reductor Kegelwielreductor Wormwielreductor SPIROPLAN Gecombineerde reductor Vermogen: kw Uitgaand toerental: omw/min Uitgaand koppel: Nm Schakelingen/uur: c/h 1-ploegendienst 2-ploegendienst 3-ploegendienst Eenparig Niet-eenparig Erg niet-eenparig Ruimtelijke positie M1 M2 M3 M4 M5 M6 Zwenk Vorm behuizing Voetvorm Flens (boorgat) Flens (schroefdraad) Koppelsteun Overige Asuitvoering Massieve as met spie Krimpschijf Ø assen-/holle assen: mm Positie flens (haakse motorreductor) Holle as met spie TorqLOC Ø flens: mm A B AB Klemmenkastpositie 0 (R) 90 (B) 180 (L) 270 (T) Kabeldoorvoer X Beschermingsgraad IP54 IP55 IP56 IP65 Isolatieklasse 130 (B) 155 (F) Oppervlaktebescherming OS1 OS2 OS3 OS4 Corrosiewering KS Netspanning: V Netfrequentie: 50 Hz 60 Hz Type schakeling: m W Max. noodzakelijk toerental: omw/min Werking als regelaar Max. frequentie: Hz Regelbereik: Vraag typische toepassing (bij werking als regelaar) Nominale motorspanning: 1) Typische toepassing: Nettolerantie: ± 5% Installatie: Frequentieregelaar: Motorkabel/toegest. Spanningsverlies: Gewenste opties Bijv / V of 230/400 V bij U net = 400 V zonder netsmoorspoel, zonder sinusfilter MOVITRAC B, MOVIDRIVE B 100 m/max. 10 V Afwijkingen van de typische toepassing: Rem Remspanning: V Remkoppel: Nm Handmatig lichten van de rem: HR HF Onafhankelijk aangedreven ventilator Motorbeveiliging: TF Encoder Regelaar RAL7031 RAL Overige opties: Bijzondere omgevingscondities Temperatuur van C tot C Gebruik buiten Opstellingshoogte > m Overig: m Overige bijzonderheden: 1) De nominale motorspanning moet afhankelijk van de netspanning worden gekozen. Spanning onafhankelijk aangedreven ventilator: V 4 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren

5 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren Opgaven voor de uitvoering van de explosieveilige motorreductoren overeenkomstig ATEX en IECEx Opgaven voor de uitvoering van de explosieveilige motorreductoren overeenkomstig ATEX en IECEx Stap Criterium Variabele Beslissing Verder met stap Bij gas Bij stof 1 Fundamentele normen ATEX 2 IECEx 2 Extra certificering Lokaal certificaat 3 Land waar de installatie wordt gebruikt 3 Explosief mengsel van lucht met gas 4 stof 9 4 Plaats van opstelling van de aandrijving ingedeeld in zone 1 5 zone Ontstekingsbeschermingswijze Drukvaste behuizing 6 Verhoogde veiligheid 7 6 Uitvoering van de klemmenkast Drukvaste behuizing 7 Verhoogde veiligheid 7 Vermelding van de groep IIA 8 IIB IIC 8 Temperatuurklasse T1 12 T2 T3 T4 T5 T6 9 Plaats van opstelling van de aandrijving ingedeeld in Zone Zone Vermelding van de groep IIIA 11 IIIB IIIC 11 Maximaal toegestane oppervlaktetemperatuur T120 C 12 Bedrijfsmodus T140 C T150 C 12 Werking op netvoeding S1 13 Contactgegevens Werking als frequentieregelaar S4 50% (cat. 2) VFC CFC (cat. 3) 13 Naam: Bedrijf: Afdeling: Plaats, datum: Telefoon: Handtekening Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren 5

6 1 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren Opgaven voor de uitvoering van de explosieveilige motorreductoren overeenkomstig ATEX en IECEx Stap 1 Fundamentele normen Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de regelgevende instantie ATEX in het gebied van de Europese Unie en het wereldwijd IECEx-certificeringsschema: ATEX Richtlijn 2014/34/EU en de normenreeks EN alsmede verdere lokale, installatiespecifieke en landspecifieke opgaven. IECEx: Normenreeks IEC alsmede verdere lokale, installatiespecifieke en landspecifieke opgaven. Bij de keuze van de uitvoering van het apparaat, met name buiten Europa, moet te allen tijde rekening worden gehouden met de land- en klantspecifieke opgaven. Dat betekent dat de definitieve uitvoering altijd alleen samen met de exploitant van de installatie wordt vastgelegd, omdat deze de lokale voorschriften kent en de acceptatie van de uitvoeringen kan inschatten. Stap 2 Aanvullende certificering Sommige landen accepteren de IECEx-certificering uitsluitend in combinatie met een lokale certificering (bijv. INMETRO in Brazilië, KOSHA in Zuid-Korea, CCOE in India, Ex EAC in de Euraziatische douane-unie, UA.TR in Oekraïne, enz.). Stap 3 Indeling van de explosieve omgeving Indeling van de explosieve omgeving in gas- of stof-luchtmengsels. Hybride mengsels: Indien gelijktijdig sprake is van explosieve stoffen en brandbare gassen of dampen, wordt van hybride mengsels gesproken. Explosieveilige producten van SEW EURODRIVE mogen niet worden gebruikt indien sprake is van hybride mengsels. Stap 4 Zone-indeling bij gas-luchtmengsels De exploitant is verantwoordelijk voor de indeling van de zones. Explosiegevaarlijke gebieden worden aan de hand van frequentie en duur van het optreden van explosieve situaties in zones onderverdeeld: Zone 1: Gebied waarin tijdens de normale werking zo nu en dan een explosieve atmosfeer als gevolg van een mengsel van lucht en brandbare gassen, dampen of nevels kan worden gevormd. Zone 2: Bereik waarin tijdens de normale werking normaal gesproken niet of slechts kortstondig een explosieve atmosfeer als gevolg van een mengsel van lucht en brandbare gassen, dampen of nevels ontstaat. Let op: Als normale toestand geldt die toestand waarin installaties binnen hun configuratieparameters worden gebruikt. 6 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren

7 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren Opgaven voor de uitvoering van de explosieveilige motorreductoren overeenkomstig ATEX en IECEx 1 Stap 5 Ontstekingsbeschermingswijze bij zone 1 Bij zone 1 moet de ontstekingsbeschermingswijze van de motor door de klant worden aangegeven. Drukvaste behuizing "Ex d": Een ontstekingsbeschermingswijze tegen het ontsteken waarbij die delen die een explosieve atmosfeer tot ontsteking kunnen brengen zijn ondergebracht in een behuizing die bij het exploderen van een explosief mengsel de ontstane druk kan doorstaan en een overdracht van de explosie naar de buiten de behuizing gelegen explosieve omgeving verhindert. Verhoogde veiligheid "Ex e": Voor een elektrisch bedrijfsmiddel gebruikte ontstekingsbeschermingswijze, waarbij extra maatregelen zijn getroffen, om door deze verhoogde veiligheid de mogelijkheid van het optreden van ontoelaatbaar hoge temperaturen en het ontstaan van vonken of lichtbogen tijdens het reglementaire gebruik of onder vastgelegde buitengewone omstandigheden te verhinderen. Stap 6 Uitvoering van de klemmenkast Uitvoering van de aansluitklemmenkast bij motoren met drukvaste behuizing in de ontstekingsbeschermingswijze: Drukvaste behuizing "Ex d": Als standaarduitvoering krijgt de aansluitruimte een gat met schroefdraad overeenkomstig DIN-ISO-13. Op verzoek kan ook afwijkende aansluitschroefdraad worden geleverd (bijv. NPT). Kabeldoorvoeronderdelen in de behuizing van de ontstekingsbeschermingswijze (Ex d) moeten eveneens voldoen aan EN en gecertificeerd zijn. Verhoogde veiligheid "Ex e": Bij de keuze van deze uitvoering van de klemmenkast wordt het doorvoeren van de kabel gemakkelijker. U hoeft alleen maar een "Ex e"-toegestane kabelwartel te gebruiken. Stap 7 Opgave van de gasgroep Elektrische apparaten uit groep II zijn bedoeld voor het gebruik in gebieden, waarin rekening moet worden gehouden met een explosief gasmengsel. Elektrische apparaten uit groep II zijn overeenkomstig de eigenschappen van het explosieve mengsel, waarvoor zij zijn bestemd, verder onderverdeeld: IIA, typisch gas is propaan IIB, typisch gas is ethyleen IIC, typisch gas is waterstof Let op: Met IIB aangegeven apparaten zijn geschikt voor toepassingen waarvoor apparaten uit de groep IIA nodig zijn. Dienovereenkomstig zijn met IIC aangegeven apparaten geschikt voor toepassingen waarvoor apparaten uit groep IIA of groep IIB nodig zijn. Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren 7

8 1 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren Opgaven voor de uitvoering van de explosieveilige motorreductoren overeenkomstig ATEX en IECEx Stap 8 Temperatuurklassen Indeling van de maximalen oppervlaktetemperaturen in klassen bij elektrische apparaten uit groep II: Temperatuurklasse Maximale oppervlaktetemperatuur C T1 450 T2 300 T3 200 T4 135 T5 100 T6 85 Stap 9 Zone-indeling bij stof-luchtmengsels De exploitant is verantwoordelijk voor de indeling van de zones. Explosiegevaarlijke gebieden worden aan de hand van frequentie en duur van het optreden van explosieve situaties in zones onderverdeeld: Zone 21: Gebied waarin tijdens de normale werking zo nu en dan een explosieve atmosfeer als gevolg van een wolk uit in de lucht aanwezig brandbaar stof kan worden gevormd. Zone 22: Bereik waarin tijdens de normale werking normaal gesproken niet of slechts kortstondig een explosieve atmosfeer als gevolg van een wolk uit in de lucht aanwezig brandbaar stof ontstaat. Let op: Er moet, net als bij andere oorzaken die tot de vorming van een explosieve atmosfeer kunnen leiden, rekening worden gehouden met lagen, afzettingen en ophopingen van brandbaar stof. Als normale toestand geldt die toestand waarin installaties binnen hun configuratieparameters worden gebruikt. Stap 10 Opgave van de stofgroep Elektrische apparaten uit groep III zijn bedoeld voor het gebruik in gebieden, waarin rekening moet worden gehouden met een explosief stofmengsel. Elektrische apparaten uit groep III zijn overeenkomstig de eigenschappen van het explosieve mengsel, waarvoor zij zijn bestemd, verder onderverdeeld: IIIA, brandbare pluizen IIIB, niet-geleidend stof IIIC, geleidend stof Let op: Met IIIB aangegeven apparaten zijn geschikt voor toepassingen waarvoor apparaten uit groep IIIA nodig zijn. Dienovereenkomstig zijn met IIIC aangegeven apparaten geschikt voor toepassingen waarvoor apparaten uit groep IIIA of groep IIIB nodig zijn. 8 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren

9 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren Opgaven voor de uitvoering van de explosieveilige motorreductoren overeenkomstig ATEX en IECEx 1 Stap 11 Maximale oppervlaktetemperatuur Hoogste temperatuur, die tijdens de werking onder de meest ongunstige omstandigheden (maar binnen de toleranties) op een oppervlak van een elektrisch apparaat wordt bereikt. Let op: Bij elektrische apparaten in explosieve stofatmosferen ontstaat deze temperatuur op het buitenste oppervlak van de behuizing en mag onder vastgelegde voorwaarden voor een stoflaag ontstaan. Stap 12 Bedrijfsmodi Explosieveilige motoren onderscheiden zich afhankelijk van de bedrijfsmodus met betrekking tot de motorbescherming, de bedrijfsspecificaties op het typeplaatje en evt. de documentatie. Daarom is het noodzakelijk dat de bedrijfsmodus al bij de aanvraag wordt vastgelegd. Stap 13 Contactgegevens Om ervoor te zorgen SEW-EURODRIVE bij eventuele vragen contact met u kan opnemen, verzoeken wij u om hier uw contactgegevens in te vullen. Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren 9

10 Opgaven voor uitvoering van explosievei lige motorreduc toren overeenko mstig HazLoc- NA de 1 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren Opgaven voor de uitvoering van de explosieveilige motorreductoren overeenkomstig HazLoc-NA 1.3 Opgaven voor de uitvoering van de explosieveilige motorreductoren overeenkomstig HazLoc-NA Stap Criterium Variabele Beslissing Verder met stap Cat. I Cat. II 1 Land waar de installatie wordt gebruikt USA 2 Canada 2 Explosief mengsel van lucht met gas (cat. I) 3 stof (cat. II) 5 3 Plaats van opstelling van de aandrijving ingedeeld in groep Materiaalgroepen A 7 B C D 5 Plaats van opstelling van de aandrijving ingedeeld in groep Materiaalgroepen F 7 Temperatuurklasse G 7 Temperatuurklasse T3 8 Bedrijfsmodus T3B T3C T4A 8 Werking op netvoeding S1 9 Contactgegevens Werking als frequentieregelaar: VFC/instelbereik Werking als frequentieregelaar: CFC/instelbereik 9 Naam: Bedrijf: Afdeling: Plaats, datum: omw/min omw/min omw/min omw/min Telefoon: Handtekening 10 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren

11 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren Opgaven voor de uitvoering van de explosieveilige motorreductoren overeenkomstig HazLoc-NA 1 Stap 1 Land waar de explosieveilige motorreductoren overeenkomstig HazLoc NA worden gebruikt. Explosiegevaarlijke gebieden worden in Noord-Amerika "hazardous locations" genoemd. In de USA worden de "hazardous locations" in de National Electrical Code (NFPA 70) en in Canada in de Canadian Electrical Codes (C22.1) beschreven. Daarbij wordt overeenkomstig de Class-Division en Zone een onderscheid gemaakt in de classificatie. Veiligheidsstandaards en opgaven voor Elektrische installatie USA NFPA 70: National Electrical Code Canada C22.1: Canadian Electrical Code Part I Explosiebeveiliging NEC 500 Class-Division-systeem NEC 505/NEC 506 Zone-systeem C :appendix J Class-Division-systeem C :section 18 Zone-systeem Explosieveilige motoren voor de Noord-Amerikaanse markt worden bij SEW EURODRIVE met de apparaatuitvoering HazLoc-NA geleverd Het bedrijfsspecifieke begrip HazLoc-NA staat voor Hazardous Locations North America. Bij de certificering wordt rekening gehouden met het traditionele Noord-Amerikaanse classificatiesysteem "Class-Division-System". Stap 2 Indeling van de explosieve omgeving Er wordt een algemeen onderscheid gemaakt van de explosieve atmosfeer in 3 verschillende klassen overeenkomstig NEC en C J18. Class I II III 1) Explosieve atmosfeer Brandbare gassen, dampen of nevel Stof Vezels en pluisjes 1) Class III is niet verkrijgbaar voor motoren EDR... Stap 3 en 5 Indeling van de explosiegevaarlijke gebieden Explosiegevaarlijke gebieden worden overeenkomstig NEC en C J18 in Division 1 en 2 ingedeeld. De uitvoerige definities staan in de desbetreffende hoofdstukken van de veiligheidsrichtlijnen. Division 1 zijn gebieden waarin gevaarlijke concentraties van ontstekingsgevoelige gassen (Class I) of van explosieve stofmengsels (Class II) onder normale omstandigheden aanwezig kunnen zijn. bij reparatie- en onderhoudswerkzaamheden vaker kunnen ontstaan. bij bedrijfsstoringen of onder storingsomstandigheden kunnen optreden en tegelijkertijd storingen aan de elektrische apparaten ontstaan, die tot een ontstekingsbron leiden. Division 2 zijn gebieden waarin gevaarlijke concentraties van ontstekingsgevoelige gassen (Class I) of van explosieve stofmengsels (Class II) alleen onder storingsomstandigheden kunnen optreden. Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren 11

12 1 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren Opgaven voor de uitvoering van de explosieveilige motorreductoren overeenkomstig HazLoc-NA Stap 4 Keuze van de materiaalgroep (gas) Explosieve gassen (Class I) worden in NEC 500.6(A) en C J18 in 4 verschillende gasgroepen onderverdeeld. Gasgroep A B C D Typisch gas Acetyleen Waterstof Ethyleen Propaan Stap 6 Keuze van de materiaalgroep (stof) Explosief stof (Class II) wordt in NEC 500.6(B) en C J18 in 3 verschillende stofgroepen onderverdeeld. Stofgroep E 1) F G Stof Metaalstof Kolenstof Graanstof 1) Groep E is niet verkrijgbaar voor motoren EDR... Stap 7 Temperatuurklassen overeenkomstig NEC.500.8(C) en C J18 Temperatuurklasse Maximaal toegestane oppervlaktetemperatuur in C T1 450 T2 300 T2A 280 T2B 260 T2C 230 T2D 215 T3 200 T3A 180 T3B 165 T3C 160 T4 135 T4A 120 T5 100 Stap 8 Bedrijfsmodus T6 85 Explosieveilige motoren onderscheiden zich afhankelijk van de bedrijfsmodus met betrekking tot de motorbescherming, de bedrijfsspecificaties op het typeplaatje en evt. de documentatie. Daarom is het noodzakelijk dat de bedrijfsmodus al bij de aanvraag wordt vastgelegd. 12 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren

13 Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren Opgaven voor de uitvoering van de explosieveilige motorreductoren overeenkomstig HazLoc-NA 1 Stap 9 Contactgegevens Om ervoor te zorgen SEW-EURODRIVE bij eventuele vragen contact met u kan opnemen, verzoeken wij u om hier uw contactgegevens in te vullen.. Aanvraagformulieren voor explosieveilige motorreductoren 13

14

15

16 SEW-EURODRIVE Driving the world SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG BRUCHSAL GERMANY Phone Fax