LES 16. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Mikken, Hardlopen.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "LES 16. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Mikken, Hardlopen."

Krista van Dijk
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 LES 16. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerling kan 3 keer veren en daarna rollen, waarbij de leerling de kin op de borst plaatst en zich klein maakt. - De leerling kan in tweetallen verschillende acro-oefeningen uitvoeren. - De leerling kan snel omschakelen van slagman naar loper. Groep 5/6 - De leerling springt vanaf het wandrek in de trampoline en maakt de koprol zonder hulp, waarbij gelet wordt op klein maken en de kin op de borst. - De leerling kan in drietallen acrogym oefeningen uitvoeren. - De leerling staat stil op een honk op het moment dat dit nodig is. Groep 7/8 - De leerling springt vanaf de banken en maakt een tipsalto de mat op waarbij de schouders en de bovenkant van de rug de mat niet raken. - De leerling kan in groepen van 4 of meer leerlingen acrogym oefeningen uitvoeren. - De leerling neemt risico s bij het lopen van honk naar honk.

2 LES 16. GROEP: 3 t/m 8 HET MATERIAAL: Groep 3 t/m 8 Inleiding: - 2 lintjes Vak 1: - 1 Turmatje - 2 Dikke matten - Wandrek - 2 Banken - Trampoline Vak 2: - Lange mat - 4 turnmatjes - Mediakaarten acrogym Zelf uitprinten op Vak 3: - 4 paaltjes of matten als honk. - Korf - Turnmatje - Foam tennisbal Afsluiting: - Geen OPSTELLING VAN HET MATERIAAL: Groep 3 t/m 8

3 LES 16. GROEP: 3/4 - De 2 tikkers mogen alleen op de lijnen lopen, net zo als alle lopers. - Niemand van de lijn af. Overspringen naar andere lijnen mag wel. - Ben je getikt dan moet je op de bank gaan staan. - Loop je naast de lijn dan ben je ook af. - Springen in de trampoline, pannenkoekenrol van de mat af. - Vervolg opdrachten schuinvlak: o Springen op de mat, koprol o Springen, handen op de dikke mat, meteen rollen. o In 1 keer doorspringen en rollen. - Vervolg opdrachten dikke mat o Koprol achterover o Handstand platvallen - Hulpverlenen: Achterkant hoofd, achterkant bovenbenen. Laat de leerling tijdens de koprol de kin op de borst houden Klein maken tijdens het rollen Rollen op de schouders, niet op het hoofd - Werk in drietallen. Gebruik de mediakaarten voor 2 personen. - 1 leerling helpt en de andere 2 doen de oefening op de kaart. - Iedereen kan zelf aan de slag. o Als je op de rug gaat staan, 1 voet boven de benen en 1 voet boven de armen. Boven de steunpunten van de persoon. Moeilijkheidsgraad aanpassen door: - Er zijn twee teams. De veldspelers en de werpers. - De eerste werper gooit de bal in het spel en loopt zo snel mogelijk naar het eerste paaltje, lukt het om nog verder te lopen, dan natuurlijk doorlopen naar het tweede paaltje. - De veldspelers moeten de bal zo snel mogelijk in de korf krijgen. Stuit de bal in de korf? Dan hard roepen brand! dat is het teken dat de loper moet bevriezen. AFSLUITING. Eend, eend, zwaan. - 1 leerling loopt om de kring heen, tikt iedereen aan en zegt: Eend. - Als hij bij iemand Zwaan zegt, dan moet de zwaan de loper gaan tikken. - De loper moet zo snel mogelijk op de plek van de zwaan gaan zitten, zonder getikt te worden. - Daarna wordt de zwaan de loper.

4 LES 16. GROEP: 5/6 - De 2 tikkers mogen alleen op de lijnen lopen, net zoals alle lopers. - Niemand mag van de lijn af. Overspringen naar andere lijnen mag wel. - Ben je getikt dan moet je op de bank gaan staan. - Loop je naast de lijn, dan ben je ook af. - Springen in de trampoline, handen op de mat, koprol maken. Probeer te landen op de voeten, na de koprol. Zo gaat het op een tipsalto lijken. - Vervolg opdracht dikke mat: koprol achterover - Hulpverlenen: Achterkant hoofd, bovenbenen. - Tijdens de koprol de kin op de borst en zo klein mogelijk maken. - Rollen op de schouders, niet op het hoofd - Op de mediakaarten staan verschillende oefeningen. - Iedereen kan zelf aan de slag. o Als je op de rug gaat staan, 1 voet boven de benen en 1 voet boven de armen. Boven de steunpunten van de persoon. Moeilijkheidsgraad aanpassen door: - Er zijn twee teams. De veldpartij en de slagpartij. - De eerste slagman slaat de bal in het spel en loopt zo snel mogelijk naar het eerste paaltje, lukt het om nog verder te lopen, dan natuurlijk doorlopen naar het tweede paaltje. - De veldspelers moeten de bal zo snel mogelijk in de korf krijgen. Stuit de bal in de korf? Dan hard brand! roepen, dat is het teken dat de loper moet bevriezen. Veiligheid: Let op dat de veldpartij niet te dicht bij de slagman gaan staan. AFSLUITING. Eend, eend, zwaan. - 1 leerling loopt om de kring heen, tikt iedereen aan en zegt: Eend. - Als hij bij iemand zwaan zegt, dan moet de zwaan de loper gaan tikken. - De loper moet zo snel mogelijk op de plek van de zwaan gaan zitten, zonder getikt te worden. - Daarna wordt de zwaan de loper.

5 LES 16. GROEP: 7/8 - De 2 tikkers mogen alleen op de lijnen lopen, net zo als alle lopers. - Niemand mag van de lijn af. Je mag ook niet overspringen naar een andere lijn. - Ben je getikt dan moet je op de bank gaan staan. Loop je naast de lijn dan ben je ook af. Tip: - De tikkers mogen 2 pionnen meenemen en steeds als blokkade neerzetten tijdens het spel. Deze blokkade mag niet gepasseerd worden. Op deze manier kunnen ze de lopers insluiten. - Springen in de trampoline, handen op de mat, koprol maken. Probeer te landen op de voeten, na de koprol. Zo gaat het op een tipsalto lijken. - Vervolg opdrachten dikke mat o Tipsalto o Koprol achterover o Handstand platvallen - Hulpverlenen: vaart meegeven bij de bovenbenen. - Als er leerlingen zijn die genoeg hoogte maken, dan kunnen ze zonder handen springen. Let op dat ze niet terugvallen in het gat tussen de banken. Er moeten altijd hulpverleners bij staan. Doe deze vorm alleen bij leerlingen die het echt kunnen. - Op de mediakaarten staan verschillende oefeningen. o Als je op de rug gaat staan, 1 voet boven de benen en 1 voet boven de armen. Boven de steunpunten van de persoon. - Laat de groepjes een kleine voorstelling maken en die aan elkaar laten zien. - Er zijn twee teams. De veldpartij en de slagpartij. - De eerste slagman slaat de bal in het spel en loopt zo snel mogelijk naar het eerste paaltje, lukt het om nog verder te lopen, dan natuurlijk doorlopen naar het tweede paaltje. - De veldspelers moeten de bal zo snel mogelijk in de korf krijgen. Stuit de bal in de korf? Dan hard roepen brand! dat is het teken dat de loper moet bevriezen. Veiligheid: Let op dat de leerlingen van de veldpartij niet te dicht bij de slagman gaan staan. AFSLUITING. Rond de kring - 1 leerling loopt om de kring heen en tikt 1 iemand aan. Dit wordt de tikker. - De loper moet zo snel mogelijk op de plek van de tikker gaan zitten, zonder getikt te worden. - Daarna wordt de tikker de loper.

Vergelijkbare documenten

LES 17. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Doelspelen, Tikspelen.

LES 17. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Doelspelen, Tikspelen. LES 17. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Beoordelen Rollen, schuin vlak. O de leerling maakt niet zelfstandig een koprol op een schuine, dikke mat (zonder trampoline) V de leerling kan 3 keer veren