30/06/2005. Theoretische Inleiding bij de Fresnelproef
|
|
- Louisa Molenaar
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 30/06/005 Theoretische Inleiing ij e Fresnelproef
2
3 I Zichtaar maken van een Interferentiepatroon Licht kan eschreven woren als een elektromagnetische golf. Algemeen gelt voor een golf (us.v. ook voor een watergolf of een geluisgolf) at er voortplanting om ostakels heen kan plaatsvinen. Hierij kunnen in het ijzoner interferentieverschijnselen waarneemaar woren. Dat wil zeggen: er zijn plaatsen met afwisselen lage en hoge intensiteit (kleine, resp. grote amplitue) op afstanen van elkaar ie mee epaal woren oor e golflengte(n) van e etrokken golf. We moeten nu echter eerst egrijpen hoe een ergelijk patroon (van afwisselen lage en hoge intensiteit) tot stan komt. Pas als we it egrijpen kunnen we een formule afleien waarin e afstanen in een interferentiepatroon woren uitgerukt in (oner meer) e relevante golflengte. In een eenvouig moel om interferentieverschijnselen te egrijpen kunnen we geruikmaken van het principe van Huygens. Volgens Huygens kan elk punt van een golffront eschouw woren als een puntron at zelf weer olgolven (in het geval van een rieimensionale situatie) uitzent. s scherm Fig. I. Schematische voorstelling van het Huygensprincipe I. Interferentie van een lange rechte spleet lichtron w x s scherm Fig. I. Schema van een opstelling met een erekene intensiteitvereling. In e erekening is uitgegaan van een puntlichtron met λ=600 nm, en spleetreete = 0. mm waarij = 0 cm en s = 00 cm gekozen is. Volgens het principe van Huygens eschouwen we elk punt in e spleet als een ron van golven. Echter e afstan van verschillene punten in e spleet tot het punt P op
4 het scherm is verschillen (zie fig.i.3). Golven afkomstig van verschillene punten in e spleet kunnen elkaar ter plekke P us versterken (constructieve interferentie) of verzwakken (estructieve interferentie). In het ijzoner zal uitoving van twee ijragen optreen als het afstansverschil van twee Huygens ronnen tot punt P 3 5 een oneven aantal maal e halve golflengte eraagt (us λ, λ, λ, waarij λ e golflengte). P r r x s Fig. I.3 scherm Bijragen van verschillene punten in e spleet tellen op ter plekke van een waarnemingspunt P. Neem nu aan at het scherm ver weg staat (an gelt : s ): we kunnen an alle stralen ie het punt P ereiken vanuit e spleet als vrijwel parallel eschouwen. Met eze veronerstelling valt nu snel af te leien oner welke hoeken (van uit e spleet gezien) er minima in het interferentiepatroon zullen optreen. Uitoving (eerste minimum) als: sin = λ. sin Fig. I.4 Huygens' principe voor een enkele spleet. Voor het vinen van het eerste minimum eschouwen we stees paarsgewijs punten in e spleet ie op een afstan van elkaar liggen (zie fig.i.4). Voor lichtstralen oor zo n puntenpaar uitgezonen oner een hoek eraagt het weglengteverschil tot aan het scherm sin. Als at weglengteverschil gelijk is aan λ oven e ijragen uitgezonen oner eze hoek voor al eze paren uit. Oner ie
5 voorwaare vinen we us een eerste min imum (met, in eze enaering een intensiteit gelijk aan nul) in het interferentiepatroon op het scherm. Fig. I.5 Relatie tussen si n, tan en (ra). Als we voor het gemak aannemen at e hoek klein is (.w.z. (ra) ) mogen we geruiken at sin ª tan ª (ra) (zie fig.i.5). Het eerste minimum vinen we an op een afstan x (zie fig.i.) van e gegeven oor λs x ª, (I.) oner een hoek waarvoor gelt λ ª. (I.) Analoog kunnen we ook e hoek waarvoor het tweee minimum optreet vinen (zie fig.i.6). 4 4 Uitoving (tweee minimum) als: sin = λ. 4 4 sin Fig. I.6 Toepassing van het Huygensprincipe voor het vinen van het tweee minimum. Algemeen gelt in it eel at het k e minimum wort gevonen oner een hoek k waarvoor gelt 3
6 λ sin k = ± k ( k =,, ). (I.3) Aan e han van eze uitrukkingen kunnen we praktisch (aangenomen at er een zichtaar patroon valt te ontekken!) een eerste epaling van e golflengte λ oen. N.B. Ook ij een rone opening treen interferentieverschijnselen op. Het patroon estaat aarij uit concentrische cirkels, waarij (in goee enaering) een iets gemoificeere formule voor e hoek k van het k e minimum gelt n.l. (D is hier e iameter van e rone opening) λ sin k =. k ( k =,, ). (I.4) D I. Een complicatie: voorwaare van coherentie Interferentie leit niet noozakelijk tot een zichtaar en scherp patroon. Als vooreel: naarmate het licht van e geruikte lichtron een reer spectrum omvat zal er meer en meer een vervaging van het patroon optreen. Ook zal het patroon verwijnen als e hoekafmeting B van e ron (zoals gezien van uit e spleet) van ezelfe grootte ore is als, of groter is an, e hoek waaroner het eerste minimum wort gevonen (zie fig.i.7). x lichtron w B x s scherm Fig. I.7 Overlappene uigingspatronen als e ron openingshoek B te groot is in vergelijking met e hoek waaroner het eerste minimum wort gevonen. Beschouw nu e lichtron als een verzameling van puntronnen versprei over e hele openingshoek B. Voor een puntron ie oner een hoek t.o.v. e wort gezien zal ook het uigingspatroon van eze puntron op het scherm verschoven verschijnen. Het gevolg is at e overlappene, verschoven patronen van alle ijragene puntronnen het resulterene uigingspatroon oen vervagen of zelfs oen verwijnen. Om een herkenaar uigingspatroon aan te treffen is het aarom noig e ronhoek B voloene klein te maken. Voloene klein etekent hier: klein in vergelijking tot een karakteristieke hoekmaat van het uigingspatroon van een puntron. Hiervoor kunnen we.v. e hoek nemen waaroner het eerste minimum wort gevonen. Met e schattingen w λ ª B en, ª (I.5) 4
7 moet an woren geconstateer at in situaties waarij B aanzienlijk groter is an er geen herkenaar patroon zal woren gevonen. Bij het geleielijk vergroten van B verwachten we at het uigingspatroon geleielijk zal vervagen als B ª tot het (ijna) niet meer als uigingspatroon te herkennen is. Er is natuurlijk geen uniek omslagpunt voor zichtaarhei aan te geven maar wel waar ongeveer at omslagpunt zal liggen. In e praktijk geruiken we als criterium voor zichtaarhei het egrip coherentievoorwaare n.l., zichtaarhei (of in ieer geval: enige mate van zichtaarhei) wort verwacht als maar w λ (een coherentievoorwaare). (I.6) Dit criterium corresponeert us met B (zie vgl.(i.5)). Als een verwacht uigingspatroon niet (goe) zichtaar is kan aan e han van it criterium woren nagegaan of e einige ronafmetingen hierij een rol heen. I.3 Afeelen met een unne (sferische) lens Bij optische experimenten is het vaak hanig, en soms noozakelijk, geruik te maken van e afeelene eigenschappen van lenzen. We eschouwen e lenzen als ieaal; at wil zeggen: afeelen met een lens gaat zoner fouten (of wel: zoner aerraties). Voor een unne lens is e epalene groothei e ranpuntsafstan f (en aarnaast natuurlijk e iameter van e lens). De eie ranpunten liggen hierij symmetrisch ron het centrum van e lens op een afstan f van het centrum. f f x F F y p q Fig. I. 8 Afeelen met een lens. Beelvorming kan nu woren egrepen met e volgene twee principes: lichtstralen gericht oor het centrum van e lens gaan zoner afuiging rechtoor; lichtstralen gericht oor een ranpunt woren oor e lens afgeogen ( geroken ) parallel aan e as van e lens. In ijgaane figuur wort schematisch e eelvorming weergegeven. Met wat eenvouige meetkune kan aarmee e lenzenformule als volgt woren afgelei. We geruiken echter niet e hierij geruikelijke symolen voor e voorwerpsafstan en 5
8 e eelafstan. Voor eze grootheen geruiken we respectievelijk e letter p en e letter q ter vermijing van verwarring met e al ingevoere symolen. Van een voorwerp ter grootte x op voorwerpsafstan p van e lens wort een scherpe afeeling gemaakt ter grootte y op afstan q van e lens. De stralengang voor een rietal stralen (oor respectievelijk het centrum en oor e eie ranpunten van e lens) is geteken in fig.i.8. Hieruit volgen e volgene relaties: y q V = (vergroting/verkleining). x p y f q- f = ( = ) fi ( p - f)( q- f) = f. x p- f f y q p p- f p Met = volgt = = - en us x p q f f fi + =. p q f TIP: De kleinste afstan tussen voorwerp en eel eraagt 4f, waarij e vergroting eraagt. (I.7) 6
9 II Meetaar maken van een Interferentiepatroon: Golflengteepaling II. Duele spleet interferentie We eschouwen nu interferentie van een uele spleet. In fig.ii. is schematisch e opstelling geteken. De eie spleten staan hierij onerling parallel en zijn zeer lang in vergelijking met hun onerlinge afstan a. Verer nemen we aan at e reete van e eie spleten klein is in vergelijking met hun onerlinge afstan a. x lichtron w S a s scherm Fig. II. Opstelling voor interferentie ij een uel spleetsysteem (schematisch). De intensiteitvereling is ereken voor een puntlichtron met λ=600 nm, spleetafstan a=.0 mm/spleetreeten = 0. mm waarij = 500 cm en s =00 cm gekozen is. We geruiken weer het principe van Huygens waarij e twee spleten als ronnen woren eschouw. Als het afstansverschil van e twee spleten tot een punt P op een scherm een geheel aantal golflengten eraagt zal er alaar versterking (constructieve interferentie) optreen; als het afstansverschil een oneven aantal maal e halve golflengte eraagt treet er uitoving van e lichtintensiteit op. Constructieve interferentie als Δr = r - r = ± kλ met k = 0,,,. P r r x a s scherm Fig. II. Interferentie met twee spleten. 7
10 Als we aannemen at e afstan s tot het scherm veel groter is an e spleetafstan a kunnen we afleien (vgl. fig.ii. met fig.i.4) at maxima in het interferentiepatroon optreen als λ sin k ª ± k ( k = 0,,, ). (II.) a Constructieve interferentie als a sin =± kλ met k = 0,,,. r a r a asin Fig. II.3 Interferentie van twee spleten als scherm op grote afstan staat ( s a ). Met ehulp van het Huygens principe kunnen we (ij enaering) ook e intensiteitvereling afleien. Voor een punt P op afstan x van e (zie fig.ii.) is het afstansverschil Δr tot e spleten (ongeveer) gelijk aan asin. Als e hoek an mogen we weer geruikmaken van e relatie sin ª tan. Het afstansverschil Δr is aarmee te noteren als ax Δr ª asin ª a tan ( = ). (II.) s Het faseverschil Δφ van e twee golven ie vanuit e eie spleten het punt P ereiken is geefinieer als Δr ax Δφ π ( ª π ). (II.3) λ λs Als e ene golf een ijrage Acos( ωt) geeft ter plekke P, an is e ijrage van e anere golf aarmee Acos( ωt + Δφ). Hierij is A e amplitue en ω e (cirkel)frequentie van e lichtgolf. Verer gelt, ω= π c, (II.4) λ met c e lichtsnelhei. Superpositie van eze eie golven ij P leit tot interferentie met als resultaat voor e somgolf AP ( t) = Acos( ωt) + Acos( ωt + Δφ) = Acos( Δφ)cos( ωt + Δφ). (II.5) De amplitue van het licht ij P eraagt us Ac os( Δφ ). De lichtintensiteit I ( x ) op plaats x (kwarateren van e amplitue) is an evenreig met 8
11 ax ( ) cos ( ) cos ( ). (II.6) I x Δφ = π λs Ook hiermee kunnen we afleien at het k e maximum te vinen is op plaats x k waarvoor gelt λs xk = ± k ( k = 0,,, ). (II.7) a De uele spleet opstelling in fig.ii. iet als vooreel in vergelijking met e enkele spleet opstelling (fig.i.) een eter zichtaar patroon at ovenien op gelijke afstanen minima en maxima te zien geeft. Verer heen we al met elementaire mielen een intensiteitvereling voor een uelspleet systeem kunnen afleien. Daarmee is een experimentele situatie gerealiseer ie nauwkeuriger te analyseren is en ie aarmee (in principe) een nauwkeuriger epaling van e golflengte λ mogelijk maakt. II. De fraunhofer opstelling Bij zowel e enkele spleet als e uele spleet configuratie is het zaak e grootte van e hoeken t.o.v. e zo veel mogelijk te eperken. B.v. om een scherp patroon zichtaar te maken moet e ronhoek (vanuit e spleet gezien) voloene klein zijn (coherentievoorwaare). Dit kan ereikt woren oor e ronafstan voloene groot te maken. Ook is e enaering gemaakt at het afstansverschil tussen e eie spleten en het punt P oner een hoek gegeven wort oor asin (vergelijk fig.ii. met fig.ii.3). Deze enaering is eter naarmate e schermafstan s (zie fig.ii.) groter is. Overigens is het om uelspleet interferentie te kunnen zien al zonermeer vereist at zowel e ronafstan als e schermafstan s voloene groot zijn (zie fig.ii.). L L x P F F f a f scherm ranvlak Fig. II.4 Fraunhofer opstelling voor uelspleet systeem. De lichtron staat hierij in het ranpunt van lens L; het scherm staat in het ranpunt van lens L. Door e afeelene eigenschappen van lenzen te geruiken kunnen we op een van zelfsprekene manier aan eze eie eisen voloen. De afeelene eigenschappen van lenzen woren aarvoor geruikt om zowel e ron als het scherm virtueel op oneinige afstan t.o.v. het spletensysteem te plaatsen. De alus aangepaste opstelling wort aangeui als een fraunhofer opstelling (zie fig.ii.4 voor een uelspleet 9
12 configuratie). De opstellingen ie we tot usverre heen eschouw (us zoner geruik van lenzen) woren aangeui als fresnel opstellingen. Het werken met een fraunhofer opstelling iet us uielijke voorelen, waarij in principe een etere epaling van e golflengte λ mogelijk wort. Voor e uelspleet configuratie van fig.ii.4 treen (net als ij e gemaakte enaeringen voor e uelspleet fresnel opstelling) maxima in het interferentiepatroon op oner hoeken k waarvoor λ sin k = ± k ( k = 0, ±, ±, ). (II.8) a Bij e afleiing van eze formule zijn, uitgaan van het principe van Huygens voor voortplanting van elektromagnetische golven, nog maar heel weinig enaeringen gemaakt. Als we voor het gemak nog wel e enaering sin ª tan maken volgt aaruit een eenvouige uitrukking voor e plaats van e maxima in het interferentiepatroon (zie fig.ii.4), λf x k = k ( k = 0, ±, ±, ). (II.9) a II.3 Hulpmielen ij waarneming: het oculair Bij optische experimenten wort vaak geruikgemaakt van oogwaarneming. Het oog is een ijzoner gevoelig waarnemingsinstrument, maar we moeten hierij wel naenken hoe e eelvorming op het netvlies tot stan komt. Bij het kijken naar een scherm waarop een interferentiepatroon zichtaar is it geen proleem: e ooglens wort ij waarneming (onewust) zo aangepast at het patroon scherp op het netvlies wort afgeeel. De eperking van eze manier van werken ligt in het grote verlies aan intensiteit: alleen licht at via reflectie aan het scherm het oog ereikt wort zo enut. Veel meer lichtintensiteit is eschikaar oor het oog in e lichtunel te plaatsen: het oognetvlies neemt nu rechtstreeks e rol over van het scherm. De complicatie waar we echter mee te maken heen ligt in e rol van e ooglens: afhankelijk van waarop het oog focusseert zullen verschillene eelen kunnen ontstaan. Dit kan zelfs tot onenighei tussen waarnemers leien over wat er te zien is! Een tweee proleem etreft e meetaarhei van het patroon: ook al is er een uielijk interferentiepatroon op het netvlies geprojecteer an ontreken toch e mielen om op eze wijze afstansepalingen in het patroon uit te voeren. Om eze ezwaren zo veel mogelijk te onervangen wort geruik gemaakt van een zgn. oculair (eyepiece). Een oculair is een hulpmiel waarmee verer ook e voor het oog eschikare lichtintensiteit nog kan woren verhoog. Fig. II.5 Schema van een Huygens' oculair. 0
13 Stanaar wort in een oculair geruikgemaakt van twee lenzen, aangeui als vellens en als ooglens. Afhankelijk van e wijze van eelvorming woren oculairen onervereel in een aantal verschillene typen. Een eenvouig type is het Huygens oculair, waarij een tusseneel (tussen e eie lenzen) wort gemaakt. Dit tusseneel evint zich (vrijwel) in het ranvlak van e tweee lens, zoat waarneming met vrijwel ongeaccommoeer oog geeurt. Verer is in it ranvlak een wijzerpin (reticle) geplaatst ie us overlapt met het tusseneel van het interferentiepatroon. Door het oculair op een translatietafel met micrometerverstelling te plaatsen kunnen we hiermee e wijzerpin nauwkeurig (meetaar en reprouceeraar) oor het interferentiepatroon ewegen. Met it hulpmiel zal in veel gevallen een veel etere epaling van een patroonafstan kunnen geeuren an ij waarnemen vanaf een scherm. Een schema van een Huygens oculair is in fig.ii.5 weergegeven.
14
15 III Interferentie ij eelvorming III. Interferentie ij afeeling Een manier om e afmeting(en) van een lichtgeven oject te epalen is via een afeeling op een scherm. In onerstaane fig.iii. wort e meetsituatie weergegeven, waarij e afeeling oor miel van een lens geeurt. Men zou nu nietsvermoeen kunnen enken at met eze techniek stees kleinere afmetingen kunnen woren epaal naarmate maar e kwaliteit van e afeelene optica en e mogelijkheen om kleinere eelafmetingen te epalen vereter woren. Na enig naenken zal eze conclusie echter moeten woren ijgestel: het feit at licht een golfverschijnsel is impliceert automatisch at hierij funamentele eperkingen zijn te verwachten afhankelijk van e golflengte(n) λ van het uitgezonen licht. Deze eperkingen zijn gekoppel aan e einige afmetingen van e geruikte optische elementen. Aners gezeg: een optisch element geraagt zich voor het licht als een (egrense) opening waarij er us altij sprake zal zijn van uigingsverschijnselen ie e eelvorming eïnvloeen. Een sferische lens moet in it veran woren eschouw als een ron gat. Bij afeeling van een puntvormige lichtron zal op het afeelingscherm us een uigingspatroon verschijnen. Het hoofmaximum van it patroon zal aarij een hoekmaat van e ore van λ / D eslaan (waarij D e iameter van e lens). f f P F x F s p q Fig. III. Buigingsverschijnsel ij een lens. Om e rol van e einige iameter van e lens te veruielijken is hier (gescheien van e lens) een spleet geplaatst. Door e spleet op e geruikelijke wijze op te elen kan hiermee e plaats van het eerste minimum in het uigingspatroon woren ereken. Voor een spleetiafragma kan aan e han van fig.iii. woren nagegaan at e plaats van het eerste minimum in het uigingspatroon ligt ij (zie vgl.(i.)): λs x =±. (III.) Als een ron gat (iameter D) als iafragma wort geruikt (.v. e sferische lens zelf!) moet weer e extra factor. woren toegevoeg. Bij scherpe afeeling van 3
16 een monochromatische puntron verschijnt an op het scherm een uigingspatroon waarij e eerste onkere ring een straal r heeft van λs r =.. (III.) D Als er nu twee icht ij elkaar gelegen puntronnen tegelijk woren afgeeel (.v. ij een telescoop: twee sterren; of ij een microscoop: twee cellen) zullen e eie uigingspatronen op het scherm overlappen. De vraag is an of e eie uigingspatronen ij afeeling van eze puntronnen van elkaar zijn te onerscheien. Hiervoor wort vaak het zogenaame Rayleigh criterium gehanteer: als e uigingspatronen op een afstan groter an r (straal van e eerste onkere ring) van elkaar liggen zijn e eie eelen van elkaar te onerscheien. Ga zelf na op welke hoekafstan e puntronnen an echt (us aan e voorwerpszije) van elkaar staan. III. Hoekoplossenvermogen ij afeeling Oogwaarneming: maak een schatting aan e han van stanaar pupilafmetingen welke kleinste hoekmaat oor het oog onerscheien kan woren. In onerstaane figuur is schematisch een afeelen systeem weergegeven waarmee een puntron wort afgeeel. Dit systeem mag meerere lenzen omvatten ie we echter vervangen enken oor een enkele lens op e aangegeven plaats. We nemen verer aan at op ie plaats zich ook het egrenzene iafragma met spleetreete evint. Ga na at e hoekafstan α ie aan e voorwerpszije nog kan woren opgelost gegeven wort oor λ λ α = (. ij een ron iafragma met iameter D) = D (III.3) Fig. III. Schematische weergave van het eperkte hoekoplossene vermogen van een afeelen systeem, aangegeven met e hoek α. Deze hoek wort irect epaal oor het eerste minimum in het uigingspatroon in het eelvlak ij scherpe afeeling van een puntron. De intensiteitvereling van een ergelijk uigingspatroon is rechts van het scherm weergegeven. 4
17 IV Toepassing van Interferentie ij Tralies IV. Opstelling met tralie Bij interferentie aan een uele spleet in een fraunhofer opstelling heen we in principe een goee aansluiting tussen theorie en experimentele realisatie. Beperkingen in e golflengte epaling zullen voornamelijk te wijten zijn aan onnauwkeurighei in het meetproces. Eén elangrijk aspect is hierij e relatieve reete (t.o.v. hun onerlinge afstan) van interferentiestrepen. We spreken in it veran van (spectrale) resolutie, hier veronen met e nauwkeurighei waarmee e maxima in het interferentiepatroon praktisch kunnen woren epaal. Voor uelspleet interferentie is al e intensiteitvereling afgelei (zie vgl.(ii.6)), n.l. ax I( x) cos ( β), waarij hier β = π. (IV.) λf L L x P F F f a f scherm ranvlak Fig. IV. Fraunhofer-opstelling voor een vier-spletensysteem. Een nauwkeuriger epaling van e golflengte zou ereikaar zijn als we een nauwere intensiteitvereling konen realiseren. Een configuratie waarmee it ereikt kan woren estaat niet uit twee maar een groot aantal evenwijige spleten (op stees gelijke afstanen) in een fraunhofer opstelling. Ook voor een ergelijke opstelling kan er al met eenvouige mielen een nauwkeurige eschrijving woren ontwikkel. Een veel-spletensysteem met spleten op gelijke afstan van elkaar uien we kort aan als tralie. Een tralie wort gekarakteriseer oor e spleetafstan a en oor het totaal aantal spleten N. De opstelling is voor een vier-spletensysteem schematisch gegeven in fig.iv.. Maximum intensiteit vinen we in P als e afstan, van twee irect naast elkaar liggene spleten tot P, een geheel aantal malen λ eraagt. De formule voor het uele spleetsysteem λf xk = k ( k = 0, ±, ±, ). (IV.) a 5
18 is us in principe ook hier gelig (in eze formule is weer aangenomen at e enaering sin ª tan toegestaan is). Elk van e ijragen van e afzonerlijke spleten werkt hier versterken. Het elangrijke punt is nu echter, at tussen twee (hoof) maxima meerere punten zijn waar totale uitoving plaatsvint (in plaats van maar één locatie ij e uele spleet). B.v. in een vier-spletensysteem vint totale uitoving plaats als e afstan van punt P tot irect naurige spleten een oneven aantal malen e halve golflengte verschilt. Maar er treet ook totale uitoving op als e afstan tot e eerste en ere (en aarmee ook e afstan tot e tweee en viere spleet) een oneven aantal malen e halve golflengte verschilt. Enig naenken leert an at voor een vier-spletensysteem tussen twee hoofmaxima op rie plaatsen totale uitoving plaatsvint. Analoog treen er voor een N-spletensysteem stees N- minima op tussen twee naurige hoofmaxima. Als N parallelle spleten op onerlinge afstan a geruikt woren (at is: uniform elicht woren) kunnen we een uitrukking voor e intensiteitvereling afleien. De afleiing verloopt analoog aan e afleiing voor e intensiteitvereling van e uele spleet. Voor licht uitgezonen oner een hoek eraagt het fase verschil Δφ voor golven van irect naurige spleten ook hier sin Δφ = π a, (IV.3) λ en e som van alle spleetijragen ij P eraagt an A ( t) = Acos( ωt) + Acos( ωt + Δφ) + Acos( ωt + Δφ) + + Acos( ωt+ ( N -) Δφ). P Deze sommatie kan met wat algera woren uitgereken en resulteert in Δφ (IV.4) sin( NΔφ) AP () t = A cos( ωt+ ( N - ) Δφ). (IV.5) sin( ) Voor e intensiteitvereling volgt (uitgerukt in x, waarij weer aangenomen at gelt sin ª tan ), sin ( Nβ) ax I( x), waarij hier β= π. sin ( β) λf (IV.6) Voor N =, 4, 0 zijn ijgaan in fig.iv. grafische voorstellingen van eze (genormaliseere) intensiteitverelingen gegeven. N.B. De afstan tussen e interferentielijnen veranert us niet ij toename van het aantal elichte spleten (stees op afstan a van elkaar). Wat wel veranert, is e scherpte (of: spectrale resolutie) waarmee het patroon zichtaar wort: it hangt af van het aantal spleten N at in het experiment ijraagt aan het interferentiepatroon. De reete van e maxima neemt aarij omgekeer evenreig met het aantal geruikte spleten N af. Experimenteel zal echter naarmate gewerkt wort met een groter aantal spleten e reete van e maxima meer en meer oor anere factoren woren epaal (.v. oor lensfouten). 6
19 Fig. IV. Theoretisch interferentie patroon voor -, 4- en 0 spleten volgens vgl.(iv.6). De intensiteitverelingen zijn op hun respectieve maxima genormaliseer. Op eze schaal zijn e verelingen voor N= en N=4 in verticale richting verschoven over respectievelijk 0. en 0. schaalelen. 7
20
21 V Samenvatting van een aantal resultaten V. Enkele spleet: uiging ij einige ronreete en einige spleetreete In het eerste hoofstuk is al vastgestel at het hoekinterval waaroner een spleet wort elicht (einige ronafmetingen) irecte gevolgen kan heen voor e zichtaarhei van een interferentiepatroon. Een criterium is aartoe ingevoer, e zgn. coherentievoorwaare, w λ. (V.) waaroner het estreken hoekinterval voloene is eperkt om een interferentiepatroon te kunnen waarnemen. De vraag ie we nu willen eschouwen luit: In welk opzicht en in welke mate moet e eenvouige theorie ie voor uiging is eschouw woren gewijzig ij elichting oner een hoek? In e eenvouige theorie voor uiging aan een spleet wort aangenomen at er een vlakke golf wort aangeoen aan e spleet zoanig at e Huygens ronnen in e spleet allen een zelfe fase heen. Vanwege e einige afmetingen van zowel e lichtron als e spleet is it alleen ij enaering correct. In het volgene gaan we onerzoeken hoeveel faseverschil er ontstaat ij elichting oner verschillene hoeken. We zullen aarij het λ/ criterium hanteren (maximum faseverschil van 80 o over e spleet) als criterium voor zichtaarhei. w r r r o Fig. V. Verschillen in fase ij elichting van een spleet met einige reete oor een ron met reete w. w r0 = + ( w) ª ( + 8 ); ( w- ) r = + ( w- ) ª (+ 8 ); ( w+ ) r = + ( w+ ) ª (+ 8 ). w Ær - r ª. (V.) 9
22 B x lichtron w B x "Coherentievoorwaare": w λ ( ) B s scherm Fig. V. Schematische weergave van het effect van e einige ronhoek B op het uigingspatroon van een enkele spleet. Voer in criterium voor zichtaarhei: r - r λ. Æ coherentievoorwaare: w (V.3) λ. (V.4) Fig. V.3 Berekene intensiteitvereling: parameters λ = 600 nm, = 0. mm, = 0 cm en s = 00 cm. Breete lichtron, linker figuur 0.5 mm, rechter figuur mm, onerste figuur,.5 mm. 0
23 V... Het effect van e einige spleetreete Ook als we met een puntron werken (op e as!) wort een spleet niet estraal met een vlakke golf. Het is echter snel in te zien at aan het λ/ criterium volaan is als maar λ. 4 Afleiing: r = r = + ( ) ª ( + 8 ); Ær, - r0 ª. 8 Criterium voor zichtaarhei hier: r - r λ., 0 (V.5) λ Æ voorwaare:. 4 (V.6) (V.7) r r o r Fig. V.4 Effect van einige spleetreete op het vormen van een uigingspatroon. Fig. V.5 Berekene intensiteitvereling (punt lichtron) parameters: λ= 600 nm, = 0. mm, = cm en s = 00 cm. V... Het effect van e einige schermafstan Om voor een enkele spleet een herkenaar uigingspatroon te kunnen zien moet e uitgereihei van e geometrische schauw van e spleet op het scherm voloene klein zijn in vergelijking met e uitgereihei van het uigingspatroon. (We gaan er voor het gemak van uit at e elichting geeurt met een puntron ie in het
24 oneinige staat en op e ligt; naar e praktijk vertaal: e elichting van e spleet moet voloene coherent zijn om eze eschouwing te kunnen houen.) x lichtron w x 0 s scherm Fig. V.6 Schematische weergave van e opstelling. We kunnen it ook aners formuleren: in e afleiing van e plaats van het eerste minimum is aangenomen at het scherm zo ver weg staat at e lichtstralen vanuit e reete van e spleet vrijwel parallel naar het minimum lopen. Hiermee volgt een criterium voor e schermafstan s, n.l. λ. (V.8) λ (Vergelijk e uitgereihei van het uigingspatroon: s, s met spleetreete ). Fig. V.7 Berekene intensiteitvereling (punt lichtron): parameters: λ= 600 nm, = mm, = 0 cm en s = 0 cm. V. Duelspleet interferentie Ook ij elichting van een uele spleet moet aan het λ/ criterium woren volaan. De coherentievoorwaare neemt an e onerstaane vorm aan, w λ r - r λ, waaruit. a (V.9) In vergelijking met e enkele spleet is er nu echter wel een verschil. Bij elichting met een puntron, geplaatst op e van e uele spleet, lijft e elichting van e eie spleten t.o.v. elkaar coherent, ook als a groot wort gemaakt. Er is an wel aangenomen at e spleetreeten verwaarloosaar klein zijn.
25 N.B. Een grote spleetafstan a heeft wel consequenties aan e schermzije: Bij een te grote a (in vergelijking met e ronafstan ) kan er geen uelspleet interferentiepatroon zichtaar woren. r a w r r o Fig. V.8 Effect van einige ronafmeting ij uelspleet interferentie. V... Het effect van e einige schermafstan x lichtron w S a s scherm Fig. V.9 Zichtaar maken van uelspleet interferentie. Om uelspleet interferentie te kunnen waarnemen moet elk van e eie spleten, afzonerlijk eschouwt, een reelijke intensiteit op e as heen. Als weer e hoek waaroner het eerste minimum te vinen is an moeten we us eisen at a λ - > S 0, waaruit. < (V.0) Daarmee wort ereikt at ij voloene grote schermafstan s een minimum van het uigingspatroon aan e anere kant van e ligt. Dat etekent us at ook ij geruik van een puntron e ronafstan niet te klein mag zijn. Maar er moet us ook een eis woren gestel aan e afstan s, n.l. a λ s t a waaruit volgt. s (V.) 3
26 Fig. V.0 Links: uelspleet interferentiepatroon, rechts: afzonerlijk patroon enkele spleten. Parameters: puntlichtron λ = 600 nm; a =.0 mm, = 0. mm = 00 cm, s = 00 cm Fig. V. Links: uelspleet interferentiepatroon, rechts: afzonerlijk patroon enkele spleten. Parameters: puntlichtron λ = 600 nm; a =.0 mm, = 0. mm = 0 cm, s = 00 cm V.3 Simulaties ij meerspleten systemen (vgl Fraunhofer vs Fresnel) Fig. V. Bovenste patroon: uelspleet patroon met puntlichtron λ= 600 nm; a =.0 mm, = 0. mm; = 0000 cm, s = 0000 cm. Onerste patroon: vierspleet patroon met puntlichtron λ= 600 nm; a =.0 mm, = 0. mm; = 0000 cm, s = 0000 cm. 4
27 Fig. V. Vierspleten patronen voor: puntlichtron λ = 600 nm; a =.0 mm, = 0. mm; Bovenste patroon: = 000 cm, s = 000 cm; onerste patroon: = 0000 cm, s = 0000 cm 5
1. Langere vraag over de theorie
1. Langere vraag over e theorie a) Lei e voorwaaren af voor constructieve en estructieve interferentie bij het twee-spletenexperiment van Young. Druk eze voorwaaren uit zowel in functie van e hoek θ over
Nadere informatieAntwoorden Eindtoets 8NC00 12 april 2017
Antwooren Eintoets 8NC 12 april 217 1.1. Onwaar, een fase-contrast microscoop brengt e verschillen in brekingsinex in beel. Er wort geen gepolariseer licht gebruikt us het is niet mogelijk ubbelbrekene
Nadere informatieHoofdstuk 2 - Afstanden
Hoofstuk - fstanen. e afstan vanuit een punt lazije a riehoek R is een rehthoekige riehoek met R 5 en R, us gelt R + R 5 + 9 9 59, en R liggen eien in het vlakeel. R an is R R + 5 + 8 89. r gelt at R met
Nadere informatieHoofdstuk 6 - Differentiëren
Havo D eel Uitwerkingen Moerne wiskune Hoofstuk - Differentiëren Blazije a Het water steeg het harst op e tijstippen waarij e grafiek het steilst loopt. Dat is om ongeveer 7 uur s ohtens en om 7 uur s
Nadere informatieStevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Golven en golfoptica ( ) Pagina 1 van 17
Stevin vwo eel 2 Uitwerkingen hoofstuk 6 Golven en golfoptia (15-09-2013) Pagina 1 van 17 Opgaven 6.1 Golven; gelui 1 a 20 2 t = = 5,8 10 s 5,8 10 2 s 343 In 0,01 s legt het gelui 3,4 m af. De afstanen
Nadere informatie11.1 Straling van sterren
. Straling van sterren Opgave a De afstan ie het liht in een jaar aflegt, ereken je met e formule voor e snelhei. Geruik hierij e nauwkeurige waare voor e omlooptij van e aare om e in BINAS tael. s = v
Nadere informatieWet- en regelgeving voor de externe verslaggeving
4 Wet- en regelgeving voor e externe verslaggeving 401 a Afleggen van verantwooring aan vermogensvershaffers. Informatievershaffing aan elangheenen. De informatie wort vershaft om (potentiële) vermogensvershaffers
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Hoofstuk 6 - Nieuwe grafieken Hoofstuk 6 - Nieuwe grafieken Voorkennis V-a Van lijn k is het hellingsgetal en het startgetal en e formule is = +. Van lijn l is het hellingsgetal en het startgetal en e
Nadere informatieVoorkennis + lijst met standaardintegralen
Scheien van variabelen een oplosmethoe voor eerste ore-ifferentiaalvergelijkingen WISNET-HBO NHL upate mei 2009 Inleiing Het met pen en papier berekenen van e analytische oplossing van een eerste ore ifferentiaalverglijking
Nadere informatieHoofdstuk 5 - Verbanden herkennen
V-a V-a Hoofstuk - Veranen herkennen Hoofstuk - Veranen herkennen Voorkennis O A B De grafiek ij tael A is een rehte lijn, want telkens als in e tael met toeneemt neemt met toe. Het startgetal is en het
Nadere informatieWISKUNDE- HWTK PROEFTOETS- AT3 - OPGAVEN en UITWERKINGEN - EX 03 1.doc 1/11
VAK: WISKUNDE - HWTK Set Proeftoets AT WISKUNDE- HWTK PROEFTOETS- AT - OPGAVEN en UITWERKINGEN - EX 0.oc / DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Beschikbare tij: 00 minuten Uw naam:...
Nadere informatie15 Financiële reorganisatie
15 Finaniële reorganisatie hoofstuk 15.1 A 15.2 C 15.3 A 15.4 B 15.5 C 15.6 D 15.7 D 15.8 A 15.9 C 15.10 D 15.11 B 3.000.000 + 4.000.000 3.000.000 = 4.000.000 15.12 C 15.13 C ((3.000 + 2.000 4.000) / 3.000)
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
V-1a / V-2a e Voorkennis Zie e figuur hieroner. Zie e figuur hieroner. De lijn n en het punt P kunnen ook aan e anere kant van lijn l liggen. Zie e figuur hieroner. P Zie e figuur hieroven. In vierhoek
Nadere informatie1.1 Grootheden en eenheden
. Grootheen en eenheen Opgave a Kwantitatieve metingen zijn metingen waarij je e waarneming uitrukt in een getal, meestal met een eenhei. De volgene metingen zijn kwantitatief: het aantal kineren het aantal
Nadere informatie4.1 Optische eigenschappen
4. Optische eigenschappen Opgave a De auto heeft een kleinere massa. Kunststof is flexiel: je krijgt niet gemakkelijk een euk. De auto roest niet. De kunststoffen moeten tegen e hoge temperaturen in e
Nadere informatieBlok 2 - Vaardigheden
Blok - Vaarigheen lazije a Het startgetal is en het hellingsgetal is De formule ie ij e lijn ast is y x De lijn k heeft het zelfe hellingsgetal als e lijn l, us De formule is y x+ 7 e Het hellingsgetal
Nadere informatieWiskunde AEO V. Afdeling Kwantitatieve Economie. Uitwerking tentamen 6 januari 2010
Afeling Kwantitatieve Economie Wiskune AEO V Uitwerking tentamen 6 januari 00 Een stelling ( punten) Laat c een ifferentieerbare kromme zijn, ie op een niveauverzameling van een ifferentieerbare functie
Nadere informatieOefeningenexamen Projectieve Meetkunde: oplossingen
Oefeningenexamen Projectieve Meetkune: oplossingen 2e bachelor Wiskune acaemiejaar 2011-2012 1 Eerste zittij Oefening 1.1. Een {, m}-boog in PG(2, q) is een verzameling van m 1 punten zoat ieere rechte
Nadere informatieTentamen Natuurkunde I 09.00 uur - 12.00 uur woensdag 7 januari 2009 docent drs.j.b. Vrijdaghs
Tentamen Natuurkune 9. uur -. uur woensag 7 januari 9 ocent rs.j.. Vrijaghs Aanwijzingen: Dit tentamen omvat 5 opgaven met totaal 5 eelvragen Maak elke opgave op een apart vel voorzien van naam, nummer
Nadere informatieMeetkunde 2 - Omtrek 2 - Cirkels. Versie 2a - donderdag 29 maart 2007
eetkune 2 - Omtrek 2 - Cirkels Versie 2a - onerag 29 maart 2007 De cirkel is een verzameling punten op een vaste afstan van één punt (het mielpunt ). Je kunt een cirkel tekenen met een passer. De afstan
Nadere informatieWRINGING VOORBEELDEN VAN OP WRINGING BELASTE CONSTRUCTIES: op wringing belaste kokerligger 100. wringend moment
WRINGING VOORBEELDEN VAN OP WRINGING BELASE CONSRUCIES: a op wringing elaste kokerligger 00 wringen moment 00 EVENWICHSWRINGING: Het wringraagvermogen van et constructieeel is noozakelijk voor et evenwict
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
4 Voorkennis V-1 a De oörinaten zijn A( 2, 1), B(2, 3) en C(5, 4 Qw ). V-2 a Per stap van 1 naar rehts gaat e lijn Qw omhoog. Vanuit C ga je 7 stappen naar rehts en us 7 Qw = 3 Qw omhoog. Omat 4 Qw + 3
Nadere informatieHoofdstuk 1 - Lijnen en cirkels
Lijn en vlak lazije a Die kun je aflezen van e oëffiiënten van x en y Dus is een normaalvetor 7 x invullen in e vergelijking van l geeft y en aarmee vin je (, ) y invullen in e vergelijking van l geeft
Nadere informatieBlok 3 - Vaardigheden
Blok - Vaarigheen lazije 6 a Je moet e vergelijking ( )( ) oplossen. Je ziet nu meteen wat e oplossingen zijn. ( )( ) of of Je moet nu e vergelijking ( )( ) oplossen. e De methoe van onereel gelt alleen
Nadere informatieProeftentamen Onderhoudsmanagement B-M / OHT richttijd: 90 minuten
1. Wat is e efinitie van een organisatiestrutuur? a. De taakomshrijving van afelingen en meewerkers, alsmee e ingeouwe ommuniatiekanalen waaroor afelingen en meewerkers met elkaar in verining staan.. Een
Nadere informatieTentamen Signalen en Systemen 2: 3BB32, 10 maart 2009
Tentamen Signalen en Systemen : 3BB3, 10 maart 009 Omerkingen ij het tentamen - O het tentamen mag een (grafisch) rekenaaraat geruikt woren - Geruik van aner materiaal zoals oeken, aantekeningen of lato
Nadere informatieUitwerkingen Tentamen Optica
Uitwerkingen Tentamen Optica februari 006 De volgende uitwerkingen zijn mogelijke manieren van oplossen, maar niet noodzakelijk de enige. Opgave a) Voor geluidsgolven geldt net als voor lichtgolven n m
Nadere informatieTENTAMEN. x 2 x 3. x x2. cos( x y) cos ( x) cos( y) + sin( x) sin( y) d dx arcsin( x)
FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde Kenmerk: 46055907/VGr/KGr Vak : Inleiding Optica (4602) Datum : 29 januari 200 Tijd : 3:45 uur 7.5 uur TENTAMEN Indien U een onderdeel
Nadere informatieHoofdstuk 1 Grafieken en vergelijkingen
Hoofstuk 1 Grafieken en vergelijkingen Opstap Formule, grafiek en vergelijking O-1a Om uur staat het water 6 6 mm hoog in e regenmeter. aantal uren h... h 6 hoogte water aantal uren v :... v 6 hoogte water
Nadere informatieWiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 4 les 1
Wiskune D Online uitwerking 4 VWO blok 4 les aragraaf. Opgave a et e stelling van thagoras volgt at (, ) ( ) + ( ) ( 3 ) + ( ) + 3 3 b De roosterpunten met afstan 3 tot liggen op e cirkel met als mielpunt
Nadere informatie, met ω de hoekfrequentie en
Opgave 1. a) De brekingsindex van een stof, n, wordt gegeven door: A n = 1 +, ω ω, met ω de hoekfrequentie en ( ω ω) + γ ω, A en γ zijn constantes. Geef uitdrukkingen voor de fasesnelheid en de groepssnelheid
Nadere informatieZomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008
Zomercursus Wiskune Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Rekenregels voor het berekenen van afgeleien (versie 27 juni 2008) Inleiing De afgeleie van een functie f in een punt R is e helling (richtingscoëfficiënt)
Nadere informatieHoofdstuk 4 - Integreren
Hoofstuk - Integreren Moerne wiskune 9e eitie vwo B eel Voorkennis: Oppervlakten lazije 98 V-a BC Oppervlakte ABC Driehoek ABC is gelijkvormig met riehoek ADB us AC AB waaruit volgt at BC BD us BD BD c
Nadere informatieTentamen Optica. 20 februari Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.
Tentamen Optica 20 februari 2007 Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door. Opgave 1 We beschouwen de breking van geluid aan een
Nadere informatieHoofdstuk 12B - Breuken en functies
Hoofstuk B - Breuken en funties Voorkennis V-a g V-a h 0 0 i 9 j 0 0 0 9 0 9 e k 0 f l 9 9 Elk stukje wort : 0 0, meter. a 0 0 0 00 L 0, 0, 0,0 0,0 0,0 De lengte van elk stukje wort an twee keer zo klein.
Nadere informatieStevin havo Antwoorden hoofdstuk 1 Bewegen ( ) Pagina 1 van 15
Stevin havo Antwooren hoofstuk 1 Bewegen (016-06-07) Pagina 1 van 15 Als je een aner antwoor vint, zijn er minstens twee mogelijkheen: óf it antwoor is fout, óf jouw antwoor is fout. Als je er (vrijwel)
Nadere informatieStevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen (oktober 2014) Pagina 1 van 13 0,515 38,4
Stevin havo eel 1 Uitwerkingen hoofstuk 1 Bewegen (oktoer 2014) Pagina 1 van 1 Opgaven 1.1 Meten van tijen en afstanen 0 a y = 45 7,5 = 7,5 =,4 10 2,4 10 2 6, π z = = 0,515.. = 0,515 0,515 8,4 e f g Geruik
Nadere informatieCalculus I, 20/10/2014
Calculus I, 20/0/20. Gegeven e kromme yx waarvoor arctan y x = 2 lnx2 + y 2 a Bereken e afgeleie y voor een punt x,y at voloet aan het functievoorschrift. b Gebruik e gevonen uitrukking voor e afgeleie
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
12 Extra oefening - Basis B-1a Vul k = 65 in, at geeft e vergelijking 25u + 15 = 65. 25u = 50 us u = 2. Er is 2 uur gewerkt ij mevrouw Groen. c 25u + 15 = 58,75 25u =,75 u =,75 : 25 us u = 1,75. B-2a De
Nadere informatieHoofdstuk 1 Grafieken en vergelijkingen
Opstap Veranen O- Grafiek A hoort ij kaars. Grafiek B hoort ij kaars. Grafiek C hoort ij kaars. O-a O-a u in uren Bij u, is l 7 want, 7. Zie opraht O-. Na vier uur ranen zijn e kaarsen even lang. Bij eie
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
V-a V-a Hoofstuk - Getallen Voorkennis In het ontrekene stuk van e vlaai passen stukken. De hele vlaai eston uit stukken. Twee van e vijf stukken zijn verkoht, us eel van e vlaai is verkoht. Van e reuk
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
B-a B-a Extra oefening - Basis Met een volle tank kunnen ze 8 6 = 768 km rijen. Het aantal liters keer 6 is gelijk aan het aantal kilometers. 785 : 6 = 7, liter enzine. 7, : 8 =,66, us ze heen minstens
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
0 Voorkennis: Differentiëren en rekenregels lazije 0 V-a h ( ) 0 f () t 6 t + t 0 t + t n () t t t 7 t 6t e k ( p) p p + 0 0p 7 p g ( ) + 08 V-a f( ) ( + ) 6 f ( ) 6 h ( ) ( + 9) 8 gt () tt ( + t ) t +
Nadere informatiewiskunde A vwo 2017-I
Zonnepanelen maximumscore 3 Na t jaar is e prijs met een factor, 05 t vermenigvulig De vergelijking, 05 = moet woren opgelost 5 (jaar) ( 4 (jaar)) ( nauwkeuriger) maximumscore 4 De opbrengst per jaar is
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Blok - Keuzemenu Projet Het inaire stelsel a Er staat at gelijk is aan en at is weer gelijk aan 0, us 0 is gelijk aan. Een rekenmahine geeft 0 =. Er gelt 0 = 00 + 0 0 + + en at heeft Chantal met ehulp
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
V-a V-a Hoofstuk - Getallen Voorkennis In het ontrekene stuk van e vlaai passen stukken. De hele vlaai eston uit stukken. Twee van e vijf stukken zijn verkoht, us eel van e vlaai is verkoht. Van e reuk
Nadere informatieAfgeleiden berekenen met DERIVE
/09/007 Afgeleien met DERIVE.fw 18:48:0 Afgeleien berekenen met DERIVE In DERIVE zijn alle regels ingebouw waarmee je ook op papier afgeleien berekent: lineariteit, prouct- en quotiëntregel, kettingregel.
Nadere informatieFaculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 16 augustus 2012, 9:00-12:00 uur
Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 16 augustus 2012, 9:00-12:00 uur Opmerkingen: 1) Lijsten met de punten toegekend door de corrector worden op OASE gepubliceerd. De antwoorden van
Nadere informatie1.3 De produktregel. Laat zien dat bijvoorbeeld [ x x. ] niet gelijk is aan 2x
.3 De prouktregel Eerer heb je geleer at je e som van twee (of meer) functies kunt ifferentiëren, oor termsgewijs te ifferentiëren. Bijvoorbeel: 3 [ x + x ] = x + 3 x.7 Een ergelijke mooie regel gelt niet
Nadere informatieFACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN. Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN
FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN Vak : Inleiding Optica (19146011) Datum : 9 november 01 Tijd : 8:45 uur 1.15 uur Indien U een onderdeel van een vraagstuk
Nadere informatieHoofdstuk 7 Exponentiële formules
Opstap Mahten en proenten O-1a 7 4 2401 ( 12) 5 248 832 8 4 4096 10 6 1 000 000 e 1 9 1 f 11 3 1331 g 3 5 243 h ( 3) 5 243 O-2a 620 000 6,2 10 5 43 000 000 4,3 10 7 0,000 12 1,2 10 4 8 000 000 000 8 10
Nadere informatieInleiding Optica (146012).
Inleiding Optica (146012). Cursusjaar: 2007-2008 De leerstof van week tot week en begripsvragen. Besteed ca. 10 uur per week aan thuis-zelfstudie (dus excl. de colleges!) Maak zo veel mogelijk vraagstukken.
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Blok - Vaarigheen lazije 0 a g h, p, p i p 0 p e q q q q q f 0 a a 0a a t t t t t t a Per weken is e groeifator,, 9 Een kwartaal heeft : weken. De groeifator per kwartaal is us, 990,. Een ag is -week,
Nadere informatieBlok 4 - Keuzemenu. Verdieping - Driehoeksmetingen. 1092,33 3, meter = 4,118 km De afstand is ongeveer 4,1 km.
1a a 3a Verieping - Driehoeksmetingen 109,33 3,77 4118 meter = 4,118 km De afstan is ongeveer 4,1 km. 45 L 4,1 km Z Zoetermeer Voorshoten is 68 mm Leien Voorshoten is 94 mm In e tekening is 1 km geteken
Nadere informatieVoorkennis. Hoekmeting
Hoekmeting Hoeken meten we in graen of in raialen. Hiernaast zie je e eenheiscirkel in het vlak (e cirkel met straal en e oorsprong als mielpunt) waarop e beie verelingen zijn aangegeven. Een volleige
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
er s v Voorkennis e f V-2a e autosnelweg loopt van noor naar zui. e Sloterplas loopt van nooroost naar zuiwest. Osorp ligt vanaf station msteram Lelylaan gezien in het westen. Het Sloterpark ligt vanaf
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Voorkennis V-a Van lijn k is het hellingsgetal en het startgetal en e formule is = +. Van lijn l is het hellingsgetal en het startgetal en e formule is = +. Van lijn m is het hellingsgetal en het startgetal
Nadere informatieBlok 3 - Vaardigheden
Moerne wiskune 9e eitie Havo A eel Blok 3 - Vaarigheen lazije 19 1a 1, 3 3000 = 8900 = 8310, 0, 07 000000 = 8000 = 810, 300 1700 = 6870000 = 6910, 8 0, 000 0, 007 = 0, 000001 = 1, 10 6 e 6344, 1 781, 98
Nadere informatieVerdieping Inverse goniofuncties
8 Verieing Inverse goniofunties lazije 6 en g ( ) a f f ( ) 6 en g ( ) f en g a f sin en g ( ) en g ( ) e f f f ( ) f os ( ) a h g ( )( ) k f 9 ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ( )) a h f h h( ) h( ) ( ) ( ) ( )
Nadere informatieVoortplanting van trillingen - lopende golven
Voortplantin van trillinen - lopene olven 1. Het olfverschijnsel Een olf is een trillin ie zich voortplant al of niet in een meium. De trillinsfrequentie (beweinsenerie van e trillene eeltjes) wort in
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
V-1a / 52 V-2a e Voorkennis Zie e figuur hieroner. Zie e figuur hieroner. De lijn n en het punt P kunnen ook aan e anere kant van lijn l liggen. Zie e figuur hieroner. P m l Zie e figuur hieroven. In vierhoek
Nadere informatieHoofdstuk 5 - Kansen en statistiek
Hoofstuk 5 - Kansen en statistiek lazije 110 1a Niet ieereen heeft ezelfe kans om in eze steekproef te komen. Het zijn klanten van eze ene winkel. Het zijn alleen vrouwen. Het zijn klanten ie allemaal
Nadere informatieDe oppervlakte van de rechthoek uit de vorige opgave hangt van dezelfde variabelen af.
Opgve 1 Vn twee korte en twee lnge luifers is een rehthoek geleg. Omt je geen fmetingen weet hngt e omtrek vn eze rehthoek f vn twee vrielen, nmelijk lengtekorteluif er en lengtelngeluif er. Welke formule
Nadere informatie1.4 Differentiëren van machtsfuncties
. Differentiëren van machtsfuncties De inmiels bekene regel voor het ifferentiëren van machtsfuncties luit: n n [ ] n (n,,, ) Deze regel kun je vrij gemakkelijk herontekken met behulp van e (uitgebreie)
Nadere informatieGeometrische optica. Hoofdstuk 1. 1.1 Principe van Huygens. 1.2 Weerkaatsing van lichtgolven.
Inhoudsopgave Geometrische optica Principe van Huygens Weerkaatsing van lichtgolven 3 Breking van lichtgolven 4 4 Totale weerkaatsing en lichtgeleiders 6 5 Breking van lichtstralen door een sferisch diopter
Nadere informatieUitwerkingen tentamen optica
Uitwerkingen tentamen optica april 00 Opgave a) (3pt) Voor de visibility, fringe contrast of zichtbaarheid geldt: waarbij zodat V = I max I min I max + I min, () I max = I A + I B + I A I B cos δ met cos
Nadere informatieDe maximale waarderingscijfers van de opgaven verhouden zich als 30:30:20:20 deel cijfer=score./10
Universiteit Twente, Werktuigbouwkune Vak : Programmeren en Moelleren Datum : 0 oktober 20 Tij : 08.45-0.5 uur TOETS Deze eeltoets bestaat uit 4 opgaven. Geef niet alleen e antwooren maar toon ook e geane
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
V-1a 20 e f Voorkennis De autosnelweg loopt van noor naar zui. De Sloterplas loopt van nooroost naar zuiwest. Osorp ligt vanaf station msteram Lelylaan gezien in het westen. Het Sloterpark ligt vanaf station
Nadere informatieZMC is een van de grootste Europese producenten op het gebied van transportkettingen. Het bedrijf is opgericht in 1955.
ZMC Transportketting ZMC is een van e grootste Europese proucenten op het gebie van transportkettingen. Het berijf is opgericht in 1955. ZMC prouceert genormaliseere transportkettingen volgens DIN 8181,
Nadere informatie- II.20 - Johan Baeten
8 8.1 Inleiene principes bieen als vooreel een mechanisch eenvouige constructie en een hoge gevoelighei. Ze vragen echter ook een compleere elektronica om het bekomen uitgangssignaal achteraf lineair te
Nadere informatieFACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /vGr. Datum: 24 juli 2000 TENTAMEN
FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE Kenmerk: 46055519/vGr Datum: 24 juli 2000 Vak : Inleiding Optica (146012) Datum : 21 augustus 2000 Tijd : 9.00 uur - 12.30 uur TENTAMEN Indien U een onderdeel van een vraagstuk
Nadere informatieDe breedte van de rechthoek is gelijk aan de omtrek van die grote cirkel.
Verieping - De ol 1a De reete van e rehthoek is preies gelijk aan e lengte van e roe irkel op e ol. De omtrek van ie irkel is 2 π 20 125,7 m. De hoogte van e rehthoek is gelijk aan e halve omtrek van e
Nadere informatieHoofdstuk 9 - Overgangsmatrices
lazije 232 1a Er zijn 497 auto s e Eenweg ie via het plein e Gansstraat gaan. De som e eerste kolom geeft het aantal auto s e Eenweg, us 900. De som alle getallen in e matrix is 4000, het aantal auto s
Nadere informatieUitwerkingen Tentamen Optica
Uitwerkingen Tentamen Optica Datum van het tentamen: 19 februari 2008 Opgave 1 a) Het hoekoplossend vermogen van een lens (of een holle spiegel) is direct gerelateerd aan het Fraunhofer diffractiepatroon
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Voorkennis V-1a De punten op een afstan van 3 m van lijn l liggen op twee lijnen evenwijig aan l. De punten op een afstan van 5 m van punt liggen op een irkel met straal 5 en mielpunt. De vier snijpunten
Nadere informatieHoofdstuk 4 De afgeleide
Havo B eel Uitwerkingen Moerne wiskune Hoofstuk De afgeleie lazije 9 V-a 8 8 8 kg Lengte in m Gewiht in kg 8 7 8 9 8 gewiht 8 8 lengte m weegt 8 kg us m weegt 8 : 8 kg. e 8 m 8 8 is het startgetal en 8
Nadere informatieHeuristisch zoeken. Computationele Intelligentie. Een heuristische functie op de toestandsruimte. Voorbeelden van kennis. Heuristisch zoeken
Heuristisch zoeken Computationele Intelligentie Heuristisch zoeken een algoritme voor heuristisch zoeken oorzoekt e zoekruimte van een proleem op een systematische wijze, gestuur oor kennis van het proleem;
Nadere informatieHoofdstuk 3 - Statistiek
V-1a e Voorkennis Bij e rehter tael is het zinvol een lijniagram te tekenen, want aar zit een ontwikkeling in e tij in. De linker tael estaat uit los van elkaar staane merken en typen. aantal auto s aantal
Nadere informatieHoofdstuk 4 De afgeleide
Hoofstuk De afgeleie lazije 9 V-a 8 8 8 kg lengte in m gewiht in kg 8 7 8 9 8 gewiht 8 8 lengte m weegt 8 kg us m weegt 8 : 8 kg. e 8 m 8 8 is het startgetal en 8 is het hellingsgetal. V-a ();(); ();(
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Hoofstuk De afgeleie lazije 9 V-a, 8, 8 8 kg lengte in m gewiht in kg,8,, 7, 8 9,,8 gewiht 8 8 lengte m weegt 8 kg us m weegt 8 : 8, kg. e, 8,, m 8,,8 is het startgetal en,8 is het hellingsgetal. V-a (,);(,);
Nadere informatieExacte waarden bij sinus en cosinus
Exacte waaren ij sinus en cosinus In enkele gevallen kun je vergelijkingen met sinus en cosinus exact oplossen. Welke gevallen zijn at? Hieroven zie je grafieken van f(x) = sin x en g(x) = cos x. a Hoe
Nadere informatie65e Turfschiprit. 16 maart Bijzonder Reglement A- en B-klasse
65e Turfshiprit 16 maart 2019 Bijzoner Reglement A- en B-klasse De rit is uitgezet oor Piet van Rijkevorsel en geontroleer oor Patrik van Rijkevorsel De uitleg is verzorg oor Harry Timmermans. Westrijseretariaat:
Nadere informatieuitwendig magnetisch veld F daarvoor een externe elektrische stroom nodig is, wordt een permanente magneet genoemd. Z N
5 Elektromagnetisme 5.1 Magnetisme Tussen twee magneten zijn er krachten aanwezig ie ervoor zorgen at ze elkaar aantrekken of afstoten. Deze krachten zijn het resultaat van magnetische velen ie op atomair
Nadere informatiePraktische opdracht - Statistiek met Excel
Praktishe opraht - Statistiek met Exel lazije 15 1a De populatie is e groep oueren in Nijmegen in het mien van 197. Een aantal jaren is noig om e oueren ie verhuisen te kunnen volgen wat etreft het psyhish
Nadere informatieHoofdstuk 7 Meten en kijken
Opstap Hoeken, shaal en aanzihten O-1 /A = 48, /B = 125, /C = 85 en /D = 118 O-2a 20 80 135 167 O-3a 10 km = 10 000 m 4500 m = 4,5 km 560 m = 5600 m e 12 000 m = 120 m 2,9 m = 0,29 m f 1300 m = 13 m O-4
Nadere informatiePag. 18: Conform NEN-EN 1990 worden damwandconstructies ingedeeld in de volgende 3 veiligheidsklassen beschouwd:
Errata CUR 166 Damwanconstructies, 6 e ruk:01 Deel 1: Pag. 18: Conform NEN-EN 1990 woren amwanconstructies ingeeel in e volgene 3 veiligheisklassen beschouw: CC1/RC1: geringe gevolgen
Nadere informatieOpgave 1 Je ziet hier twee driehoeken op een cm-rooster. Beide driehoeken zijn omgeven door eenzelfde
Oppervlkte vn riehoeken Verkennen Opgve 1 Je ziet hier twee riehoeken op een m-rooster. Beie riehoeken zijn omgeven oor eenzelfe rehthoek. nme: Imges/hv-me7-e1-t01.jpg file: Imges/hv-me7-e1-t01.jpg Hoeveel
Nadere informatieAdres: Kerkstraat 26 Postcode en plaats: 3286 AK Klaaswaal Telefoonnummer: 0187-480 447. Datum start: 15 december 2012 Datum goedgekeurd:
Plan van aanpak Huisartsenpost 't Hellegat Ares: Kerkstraat 26 Postcoe en plaats: 3286 AK Klaaswaal Telefoonnummer: 0187-480 447 E-mailares: Scope van eze RIE: Gebruikte inventarisatievragenlijst: info@haphellegat.nl
Nadere informatieHoofdstuk 11 Verbanden
Opstap Remweg O- De rie remwegen zullen vershillen zijn. Algemeen gelt at ij e hoogste snelhei e langste remweg hoort. O- De remparahute geeft nog meer remkraht. O- De remweg wort langer op een sleht of
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Voorkennis V-a Bij e roe pijl hoort e aftrekking,,.,,,, V-a,, 7,,, 7, e,,,,7,, f,,, V-a Bij e roe pijlen hoort e erekening,,,,.,,,,,,,,,,, 7,,,,, V-a In eze erekening moet je eerst met, vermenigvuligen
Nadere informatieWijken voor bewoners Asset-Based Community Development in Nederland
AB Wijken voor bewoners Asset-Base Community Development in Neerlan AB Wat is e ABCD-aanpak? De Asset-Base Community Development (ABCD)-benaering is een van oorsprong Amerikaanse methoe, ie lokale talenten
Nadere informatieFysica 2 Practicum. Laser
Fysica Practicum Laser 1. Theorie : Eigenschappen van een laserbundel 1.1. Werking van een gaslaser cf. Douglas C. Giancoli Natuurkunde voor Wetenschap en Techniek, Deel III : Moderne Natuurkunde). 1..
Nadere informatieNotatieafspraken bovenbouw, wiskunde B
Notatieafspraken bovenbouw, wiskune B Bewaar it ocument zorgvulig Het wort slechts éénmaal verstrekt Dit ocument bevat afspraken voor e correcte notatie volgens e gehele sectie wiskune van het Steelijk
Nadere informatieUitwerkingen tentamen Optica
Uitwerkingen tentamen Optica 18 februari 2005 Opgave 1 2 y x 2 = 1 a 2 2 y t 2 (1) a) De eenheid van a moet zijn m/s, zoals te zien aan de vergelijking. a = v is de snelheid waarmee de golf zich voortbeweegt.
Nadere informatieTentamen Optica. 19 februari 2008, 14:00 uur tot 17:00 uur
Tentamen Optica 19 februari 2008, 14:00 uur tot 17:00 uur Zet je naam en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 8 opgaven eerst eens door. De opgaven kunnen in willekeurige volgorde gemaakt
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
V-a 4 Hoofstuk - Ruimtefiguren Voorkennis De verpakking heeft rie vershillene vormen. De ovenkant en e onerkant heen ezelfe vorm. Hetzelfe gelt voor e voorkant en e ahterkant en voor e twee zijkanten.
Nadere informatieTechnische Universiteit Eindhoven
Technische Universiteit Eindhoven Tentamen: Golven en Optica (3BB40) Datum: 24 november 2006 N.B.: Dit tentamen bestaat uit 4 vraagstukken en 5 pagina s met formules (LET OP, formulebladen zijn gewijzigd!!).
Nadere informatieGerolde CuSn8 glijlagers
Gerole CuSn8 glijlagers Gerole CuSn8 glijlagers (B09) kenmerken zich oor hun uurzaamhei en hoogwaarige kwaliteit. CuSn8 lagers zijn meestal voorzien van ruitvormige smeerkamers maar er zijn ook anere uitvoeringen
Nadere informatieHertentamen Optica,11 april 2016 : uitwerkingen
Hertentamen Optica, april 206 : uitwerkingen. Vis in rechthoekig aquarium (a) De linker figuur toont de stralengang van water naar lucht. ( punt) (b) De breking van licht aan de grenslaag tussen medium
Nadere informatie1 Functies die aan verandering onderhevig zijn
Veraneringsprocessen in e tij (eerste ore) upate april 2009 copyright WISNET-NHL Lees eerst aanachtig e inleiing 0 Inleiing In eze les, ie niet beslist van begin tot ein oorgewerkt hoeft te woren, vin
Nadere informatie