KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 LOOFDODEN. TEELTTECHNISCHE ASPECTEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 LOOFDODEN. www.dlvplant.nl TEELTTECHNISCHE ASPECTEN"

Transcriptie

1 KENNISBUNDEL Biologische aardappelen Mei 2013 TEELTTECHNISCHE ASPECTEN ZIEKTEN EN PLAGEN / INSECTEN ZIEKTEN EN PLAGEN / VIRUSZIEKTEN ZIEKTEN EN PLAGEN / PHYTOPHTHORA INFESTANS ZIEKTEN EN PLAGEN / RHIZOCTONIA SOLANI DE SMAAK VAN BIOLOGISCHE AARDAPPELEN KOSTPRIJZEN AARDAPPELEN DE CO2-VOETAFDRUK

2 Moment van loofdoden Het moment van loofdoden van biologische consumptiemaatregelen wordt voornamelijk bepaald door de mate van Phytophthora aantasting (zie hoofdstuk ziekten en plagen) en daarnaast door de knolgrootte. De mate van gevoeligheid voor aantasting van Phytophthora infestans in de knol en de omstandigheden (neerslag/grondsoort) kunnen een beslissing om het gewas te vernietigen bepalen. Wanneer veel neerslag voorspeld wordt en het gevaar voor inspoeling van sporen naar de knol groot is, bv door scheuren in de aardappelrug, zal het loof eerder vernietigd worden. Wijze van loofdoden De loofdoding in een biologische teelt gebeurt volledig mechanisch en/of thermisch. Voor het goed slagen van deze bewerkingen is het belangrijk dat ze onder de juiste weersomstandigheden worden uitgevoerd. De doding van het loof moet volledig zijn, dat wil zeggen dat alle bovengrondse groene delen van de plant worden gedood middels loofklappen, looftrekken of afbranden en geen hergroei (nieuwe uitloop) optreedt. Het afharden van de knollen (schilvorming) verloopt bovendien beter als het loof volledig dood is. Een volledige loofdoding is gemakkelijker te bereiken als op het moment van loofdoding niet te veel loof aanwezig is en als het gewas al enigszins aan het afrijpen is. In een zwaar, nog sterk groeiend, groen gewas is loofdoding moeilijker dan in een schraler, afgerijpt, vergelend gewas. Met de bemesting en andere teeltmaatregelen (voorkiemen, e.a.) moet er naar worden gestreefd, dat het gewas rond het te verwachten moment van loofdoden zo veel mogelijk is afgerijpt. Bij loofklappen worden de bladeren en een groot deel van de stengels kapot geslagen; er blijven alleen stengelstompen achter. Als de grond berijdbaar is kan het loof onder vrijwel alle weersomstandigheden worden geklapt. In het algemeen is het noodzakelijk om na loofklappen de loofdoding door een aanvullende bewerking, zoals looftrekken of branden te voltooien. Bij looftrekken worden stengelstompen (15 à 20 cm lang) tussen riemen of banden geklemd en uit de grond getrokken. De stengels moeten daarvoor midden op de rug staan en voldoende stevigheid hebben. Er moet voldoende grond (minimaal 4 cm) op de knollen liggen om te voorkomen dat ze worden blootgetrokken. Hiermee moet al bij het poten en de rugopbouw rekening worden gehouden. Als het trekken goed slaagt, is de doding volledig en is geen nabewerking meer nodig; anders moet de doding door branden worden afgemaakt. Nadeel van looftrekken is de relatief lage capaciteit (ten opzichte van loofklappen) en de grotere weersafhankelijkheid. Onder natte omstandigheden is looftrekken niet goed mogelijk doordat het rugoppervlak te veel versmeert en doordat de riemen of banden minder grip op natte stengels hebben. looftrekken Volgens de bestaande inzichten en ervaringen wordt door looftrekken niet alleen het loof gedood, maar wordt ook de ontwikkeling van Rhizoctonia solani sclerotiën (lakschurft) op de jonge knollen vertraagd of verminderd. Voor de pootgoedteelt is dit een

3 belangrijker aspect dan voor de consumptieteelt. Echter in het recente onderzoek ten behoeve van de biologische pootgoedteelt is dit echter in tien proeven in drie teeltseizoenen niet gevonden. Het voordeel van looftrekken ten opzichte van loofklappen lijkt voor biologische telers dan ook geringer te zijn dan voor gangbare telers. Ook groenrooien geeft in een keer een volledige loofdoding (nog beter dan looftrekken). Bij groenrooien worden de knollen na zeer kort loofklappen ( scheren ) of eventueel looftrekken met een voorraadrooier voorzichtig gerooid en meteen in een nieuwe rug ondergedekt. Meestal worden twee ruggen tot een nieuwe samengevoegd. Er moeten zo min mogelijk loof- en stengelresten in de nieuwe rug terecht komen. Daarom moet het vooraf geklapte of getrokken loof zijwaarts worden afgevoerd. Groenrooien in gewassen met een Phytophthora-aantasting in het loof is riskant in verband met een aantasting van de knollen door Phytophthora. Op zandgronden is groenrooien in de praktijk een zeer effectieve methode van loofdoding gebleken. Bovendien lijkt op deze gronden na groenrooien, evenals na looftrekken, minder lakschurft (sclerotiën van Rhizoctonia) op de knollen te worden gevormd dan na loofklappen. Op kleigronden is de methode nog in ontwikkeling. Als teveel loof in de nieuwe rug zit kan het groenrooien hier zelfs averechts werken met betrekking tot Rhizoctonia. Ook zijn in een aantal gevallen na groenrooien meer problemen met rotte knollen (melkzuurbacteriën, roodrot) opgetreden, met name als er werd groengerooid onder (zeer) warme omstandigheden op voor rot gevoelige gronden. Wel biedt de methode goede mogelijkheden om de aardappelen, die immers even opgerooid worden, te behandelen met antagonisten tegen Rhizoctonia of bacterieziekten. Deze zijn echter nog niet toegelaten in Nederland. De weersafhankelijkheid is bij groenrooien groter dan bij loofklappen of -trekken, omdat de grond niet te nat mag zijn. Tabel 1: Mate van loofdoding na wortelsnijden in Weergegeven is het aantal stengels met nieuwe uitloop op 10 m rug, ca. een week na de loofdoding (Hospers, 1996). Loofdoding snijden bedr. A bedr. B bedr. C Trekken niet Trekken wel Klappen niet Klappen wel Een laatste mechanische techniek is het wortelsnijden. Dit wordt toegepast in aanvulling op een andere bewerking, zoals branden, klappen of trekken. Met een vlak of gebogen mes worden vlak onder de aardappelen de wortels doorgesneden. In droge jaren en op lichtere gronden (tot 30 % afslibbaar) blijkt het aanvullend doorsnijden van de wortels de loofdoding te verbeteren (zie tabel 1). Met een gebogen mes dat achter ieder element van een looftrekker is gemonteerd wordt in één werkgang het loof getrokken en worden de wortels vlak onder de rug afgesneden.

4 wortelsnijder, bron machinefabriek Steketee Tenslotte is het loofbranden in de biologische aardappelteelt een belangrijke maatregel. Het branden wordt voornamelijk toegepast als Phytophthora in het loof aanwezig is. Bij actieve, sporulerende Phytophthora en vochtige omstandigheden wordt volvelds gebrand. Eventueel wordt daarna de loofdoding voltooid door nogmaals branden of door een van de hierboven besproken maatregelen. De rijsnelheid waarbij zo intensief gebrand wordt dat alle blad afsterft is afhankelijk van de hoeveelheid blad en de mate van afrijping daarvan. Met name in een zwaar, nog groen gewas is meestal een tweede bewerking noodzakelijk voor een goede loofdoding. Daarnaast spelen de weersomstandigheden een belangrijke rol. Blad zal afsterven als direct na het branden een donkerder groene verkleuring te zien is op blaadjes die tussen twee vingers geknepen worden. loofbranden

5 effect loofbranden na 15 minuten Tabel 2: Capaciteit en gasverbruik van een loofbrander van 3 m breed bij verschillende rijsnelheden. Snelheid (km/uur) Capaciteit (ha/uur) Gasverbruik (liters LPG/ha) Volgens opgave van HOAF: 3 meter machine bij 5 km/uur: 117 kg/uur voor 2,25 ha (52 kg/ha) dat staat gelijk aan 102,4 liter per ha. Nadeel van het branden is de grote hoeveelheid energie die ervoor nodig is, en de lage capaciteit van de branders. De rijsnelheid van een loofbrander is in de praktijk tussen de 3 en 5 km/uur. Dit is afhankelijk van de afrijping en stand van het gewas. In een droog gewas kan harder gereden worden dan in een nat of vochtig gewas. Er wordt soms ook gekozen voor het opsplitsen van het branden in twee keer, waarbij de eerste keer met hogere snelheid wordt gereden dan de tweede keer branden (eerste keer 3 tot 4 km/uur, tweede keer 5 tot 6 km/uur). De meeste loofbranders hebben een werkbreedte van 3 meter (4 ruggen). In tabel 2 is voor verschillende rijsnelheden een schatting gegeven van de capaciteit van een dergelijke brander (aantal bewerkte hectares per uur) en van de hoeveelheid gas die per hectare verstookt wordt. Het gasverbruik (LPG) is ca. 108 liter (of 54 kg) per uur. Indien hergroei optreedt, is de brander voor een biologische teler de enige mogelijkheid om deze te bestrijden. Met rijenbranders kunnen de energiekosten voor het branden aanzienlijk teruggebracht worden. Deze branders hebben als nadeel dat het loof tussen de ruggen onvoldoende verhit wordt met het gevaar van onvoldoende doding van schimmelsporen en een grotere kans op hergroei van het loof. Strategie in de praktijk Wanneer het gewas vrij is van actief sporulerende Phytophthora is een goede werkwijze bij het loofdoden als volgt: Zware gronden (meer dan 40 % afslibbaar): Het loof wordt geklapt en de overgebleven stengelstampen worden dezelfde of de volgende dag gebrand. Lichtere gronden (Rhizoctonia -gevoelig): Het loof wordt getrokken, eventueel gevolgd door wortelsnijden. Een alternatief is loofklappen gevolgd door wortelsnijden. In een afgerijpt gewas is dit vaak voldoende; in een groen gewas moeten de stompen,

6 evenals op zware gronden, dezelfde of de volgende dag gebrand worden. In een gewas waarin wel Phytophthora voorkomt wordt volvelds gebrand. Indien hergroei optreedt wordt nogmaals gebrand. Dit blijkt op ongeveer de helft van de percelen nodig te zijn. Oogstmoment Na de loofdoding volgt een afhardingsperiode in de grond. In deze periode stopt de knolgroei. De schil van de jonge aardappelknollen verkurkt en wordt daardoor steeds steviger. Pas als deze schil zo stevig is dat het moeite kost om de schil met de duim er af te wrijven kunnen de aardappelen gerooid zonder beschadigingen (ontvellingen) gerooid worden. Deze beschadigingen zijn een invalspoort voor ziekten (Fusarium, bacterieziekten), en er is in de bewaarperiode een groter vochtverlies (=gewichtsverlies). Rhizoctonia-aantasting Na de loofdoding neemt in de grond echter ook de hoeveelheid sclerotiën van Rhizoctonia (lakschurft) op de knollen toe. Vooral vanaf 10 à 20 dagen na loofdoding breidt Rhizoctonia zich veelal sterk uit. Er moet bij de keuze van het oogstmoment daarom een afweging gemaakt worden tussen het vermijden van een Rhizoctonia-aantasting ( snel rooien) en het vermijden van beschadigingen ( later rooien). Ook weersomstandigheden en technische mogelijkheden om zonder beschadigingen te rooien spelen in deze afweging mee. Bij de biologische teelt wordt in het algemeen ca. 10 dagen na de loofdoding gerooid. Ter controle op mogelijke afwijkingen is het raadzaam om een aantal knollen op te rooien. Afwijkingen in het veld kunnen later in de bewaring voor problemen zorgen. Vooral aantasting door Phytophthora in de knol is een groot risico. Ook natte plekken in het perceel moeten omzichtig behandeld worden. Controle op natrot of opgezwollen lenticellen is nodig. Deze aardappelen kunnen het beste niet bewaard of in ieder geval apart bewaard worden.

7 Behalve goed afgeharde knollen is voorzichtig werken bij het rooien belangrijk om beschadigingen te voorkomen. De grond moet bij het rooien bij voorkeur iets vochtig zijn, zodat aardappelen en machines bekleed zijn met een beetje grond. Eventueel wordt hiertoe vooraf beregend. Verder is het belangrijk om valhoogtes te beperken (niet meer dan 40 cm) en om zo min mogelijk handelingen met de aardappelen te verrichten. Onder andere om deze reden wordt er door een aantal telers voor gekozen om direct in kisten te rooien. Er kan dan eerder zonder veel beschadigingen gerooid worden, doordat het omstorten (van kiepwagen in stortbak in bewaarplaats) wordt vermeden. Sommigen rooien met dit systeem al 1 of 2 dagen na de loofdoding. Moederknollen moeten zo veel mogelijk al op de rooimachine worden verwijderd, vanwege eventuele versmering van met name bacterieziekten. De aardappelen moeten met zo min mogelijk grond in de schuur worden gebracht. Een partij met veel grond kan minder goed worden gedroogd; bovendien kan Rhizoctonia zich ook in de schuur nog vanuit de grond op de knollen afzetten. Grondbewerkingen na de oogst Biologische aardappelen worden in het algemeen vroeg gerooid doordat het gewas al op tijd doodgemaakt moeten worden vanwege Phytophthora aantasting. In de maanden daarna komt er nog een aanzienlijke hoeveelheid stikstof vrij door mineralisatie. Deze kan door inzaai van een groenbemester of grasklaver vastgelegd worden. Voor grasklaver in het bouwplan is dit een goede plek om in te zaaien. Er is geen intensieve zaaibedbereiding nodig behalve het lostrekken van rijsporen. De grasklaver krijgt nog voldoende tijd om de bodem te bedekking. Soms is het mogelijk om er een snede af te halen. In ieder geval moet in het najaar een keer met een weilandbloter gemaaid worden tegen onkruid. Het is belangrijk dat aardappelopslag in het volgende jaar wordt vermeden. In de eerste plaats moet daarom worden gerooid met zo min mogelijk verlies van ondermaatse knollen. Verder kan het perceel beter niet worden geploegd; achtergebleven knollen kunnen dan in de komende winter kapot vriezen. Tenslotte is een na-gewas waarin opslag goed kan worden bestreden, bijvoorbeeld grasklaver (maaien!) of bieten (schoffelen), gunstig. Bewaarplaats De meeste biologische aardappelen wordt los gestort bewaard, al dan niet in een mechanisch gekoelde bewaarplaats. Het voordeel van mechanische koeling is dat de aardappelen direct worden gekoeld ook als ze midden in de zomer geoogst worden. Bij lage temperatuur is de kiemlustigheid tot ver in het voorjaar in toom te houden. Korte bewaring is mogelijk in luchtgekoelde bewaarplaatsen. Steeds meer bedrijven gaan er echter toe over om te bewaren in kisten, ondanks de hoge investeringen. Redenen zijn dat de bewaaromstandigheden beter zijn te regelen (betere droging) en dat flexibeler kan worden gewerkt. Het is bijvoorbeeld gemakkelijker om een deel van de partij apart te sorteren. Ook belangrijk is dat dit de mogelijkheid opent om direct in kisten te rooien, waardoor minder beschadigingen ontstaan. Daardoor kan eerder worden gerooid (Rhizoctonia!). Drogen Na het inschuren worden de aardappelen direct gedroogd tot de knollen op 30 à 40 cm onder de bovenkant van de hoop winddroog zijn. Dit drogen is belangrijk om zilverschurft en rotontwikkeling (droog- en natrot) tegen te gaan en om achtergebleven moederknollen in te drogen. Bij het drogen van aardappelen gelden de volgende principes: Lucht die kouder is dan de aardappelen is altijd drogend, ook als de lucht verzadigd is met waterdamp. De ingeblazen lucht wordt namelijk door de aardappelen opgewarmd. Aangezien warme lucht meer vocht kan bevatten dan koude lucht zal droging optreden. De drogende werking is sterker als het temperatuurverschil tussen lucht en aardappelen groter is.

8 Voorbeeld van drogen van aardappelen met lucht die kouder is dan het product. De producttemperatuur is 12 C. De lucht is 10 C en heeft een relatieve vochtigheid van 100 %. De lucht van 10 C bevat 7,6 gram waterdamp per m3. De lucht wordt opgewarmd door de aardappelen tot 12 C. De lucht kan dan maximaal8,8 gram waterdamp per m3 bevatten. Per m3 lucht wordt nog 8,8-7,6 = 1,2 gram vocht afgevoerd. Lucht die warmer is dan de aardappelen is drogend als de dauwpunttemperatuur van de lucht lager is dan de temperatuur van de aardappelen. Als de dauwpunttemperatuur van de lucht hóger is dan de temperatuur van de aardappelen zal het product natter worden in plaats van droger! De dauwpunttemperatuur is die temperatuur waarbij, na afkoeling, waterdamp uit de lucht begint te condenseren. De dauwpunttemperatuur is afhankelijk van de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid van de lucht. Voorbeeld van drogen van aardappelen met lucht die warmer is dan het product. De producttemperatuur is 15 C. De lucht is 18 C. Bij een relatieve vochtigheid van 82 % of lager is deze lucht drogend. Bij een relatieve vochtigheid die hoger is dan 82 % is de lucht niet drogend. Als wordt gedroogd met lucht die kouder is dan het product, bijvoorbeeld in koude nachten, daalt ook de producttemperatuur. Dat kan betekenen dat het op andere momenten, bijvoorbeeld overdag, moeilijker wordt om te drogen omdat de lucht dan warmer is dan de aardappelen. Zolang nog moet worden gedroogd, moet de producttemperatuur dan ook niet te sterk dalen. Eventueel kan de lucht voor het drogen enkele graden worden opgewarmd. Wondheling Bij het rooien en inschuren zullen altijd enige beschadigingen ontstaan. Deze vormen invalspoorten voor ziekten (Phoma, Fusarium, bacterieziekten) en veroorzaken een groter gewichtsverlies. Daarom volgt na de eerste droging een wondhelingsperiode. In deze periode treedt op beschadigde plekken verkurking op waardoor een nieuwe schil wordt gevormd. De wondheling verloopt sneller naarmate de temperatuur en luchtvochtigheid hoger zijn. De relatieve luchtvochtigheid dient tussen de 80 en 95% te liggen. Dit kan bereikt worden door heel weinig te ventileren, alleen enkele minuten per dag voor de luchtverversing. De wondheling duurt ongeveer een week bij een temperatuur van 15 C, ongeveer 2 weken bij 10 C. In de praktijk wordt er een heelperiode van 7-10 dagen aangehouden. Daarna pas worden de aardappelen geleidelijk in temperatuur teruggebracht. Daarbij moeten grote temperatuurschommelingen worden vermeden. Daarom is het beter om vroeg in de herfst de temperatuur in een koudere periode niet te sterk terug te brengen. Als een warmere periode volgt zullen de aardappelen namelijk weer opwarmen. De gemiddelde minimumtemperatuur van de buitenlucht voor een bepaald tijdvak is een goede richtlijn. Voor medio september, oktober en november is dat resp. 10.5, 7 en 5 C. De uiteindelijk gewenste bewaartemperatuur voor pootgoed is 3 4 C, voor rassen met een lange kiemrust zoals Agria is 5 C beter. Schrijvers Romke Wustman, Derk van Balen, WUR-PPO Bronnen Biologische teelt van pootaardappelen door Monique Hospers Zeven teelten in de praktijk

KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 ZIEKTEN EN PLAGEN / VIRUSZIEKTEN. www.dlvplant.nl

KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 ZIEKTEN EN PLAGEN / VIRUSZIEKTEN. www.dlvplant.nl KENNISBUNDEL Biologische aardappelen Mei 2013 TEELTTECHNISCHE ASPECTEN LOOFDODEN ZIEKTEN EN PLAGEN / INSECTEN ZIEKTEN EN PLAGEN / PHYTOPHTHORA INFESTANS ZIEKTEN EN PLAGEN / RHIZOCTONIA SOLANI DE SMAAK

Nadere informatie

KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 ZIEKTEN EN PLAGEN / INSECTEN. www.dlvplant.nl TEELTTECHNISCHE ASPECTEN LOOFDODEN

KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 ZIEKTEN EN PLAGEN / INSECTEN. www.dlvplant.nl TEELTTECHNISCHE ASPECTEN LOOFDODEN KENNISBUNDEL Biologische aardappelen Mei 2013 TEELTTECHNISCHE ASPECTEN LOOFDODEN ZIEKTEN EN PLAGEN / VIRUSZIEKTEN ZIEKTEN EN PLAGEN / PHYTOPHTHORA INFESTANS ZIEKTEN EN PLAGEN / RHIZOCTONIA SOLANI DE SMAAK

Nadere informatie

KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 KOSTPRIJZEN AARDAPPELEN. www.dlvplant.nl

KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 KOSTPRIJZEN AARDAPPELEN. www.dlvplant.nl KENNISBUNDEL Biologische aardappelen Mei 2013 TEELTTECHNISCHE ASPECTEN LOOFDODEN ZIEKTEN EN PLAGEN / INSECTEN ZIEKTEN EN PLAGEN / VIRUSZIEKTEN ZIEKTEN EN PLAGEN / PHYTOPHTHORA INFESTANS ZIEKTEN EN PLAGEN

Nadere informatie

Thuis bestuderen Aardappelen signalen blz. 52 t/m 85

Thuis bestuderen Aardappelen signalen blz. 52 t/m 85 Aardappelteelt Programma voor vandaag: De belangrijke aardappelziekten PowerPoint presentaties Thuis bestuderen Aardappelen signalen blz. 52 t/m 85 Planning Toets deel 2 Woe, 9. november (ziekten, plagen,

Nadere informatie

Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman

Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman Inleiding In opdracht van VBU (Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal) werd in

Nadere informatie

De fysiologische ontwikkeling van de poter. Invloed van de bewaring op de groei van de plant :631.53:58

De fysiologische ontwikkeling van de poter. Invloed van de bewaring op de groei van de plant :631.53:58 633.491:631.53:58 De fysiologische ontwikkeling van de poter Invloed van de bewaring op de groei van de plant Dr. ir. D. E. VAN DER ZAAG Rijkslandbouwconsulent voor Aardappelen OVERDRUK UIT LANDBOUWVOORLICHTING

Nadere informatie

Programma voor vandaag:

Programma voor vandaag: Aardappelteelt Programma voor vandaag: Standdichtheid en benodigde hoeveelheid pootgoed Bemesting van aardappelen Opdrachten no.2 Pauze 10:30 10:45 PowerPoint presentatie / werk in groepen Opdrachten no.

Nadere informatie

QUICKDOWN Tijd voor een nieuw hoofdstuk in loofdoding

QUICKDOWN Tijd voor een nieuw hoofdstuk in loofdoding R: LEES MEE G.NL N I D O D F LOO ULP S KEUZEH VIE INCL. AD QUICKDOWN Tijd voor een nieuw hoofdstuk in loofdoding certiseurope.nl Diquat en glufosinaat-ammonium vormen de basis van het huidige loofdood

Nadere informatie

Bewaarseizoen Doorwas, natrot en phytophthora

Bewaarseizoen Doorwas, natrot en phytophthora Bewaarseizoen 2010 Doorwas, natrot en phytophthora Temperatuurafwijking t.o.v. gem. Neerslagtekort Van neerslagtekort naar wateroverlast Foto: Sytze Bakker Regen na warme periode: doorwas Hoge temperaturen

Nadere informatie

Aanaarden in één of twee werkgangen

Aanaarden in één of twee werkgangen 9.1 Aanaarden in één of twee werkgangen V. De Blauwer (Inagro) Samenvatting Bij een definitieve rugopbouw direct na het planten wordt de opkomst vertraagd. Dit vergroot de kans op aantasting van de kiemen

Nadere informatie

Aardappelteelt. Docent: Muhtezan Brkić

Aardappelteelt. Docent: Muhtezan Brkić Aardappelteelt Docent: Muhtezan Brkić Programma voor vandaag: Belangrijke plagen en knolgebreken. Oogst / rooien van aardappelen. Opdrachten aardappelteelt Thuis zelf bestuderen en leren Aardappelen signalen

Nadere informatie

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen KW 0112 Door: ing. H.W.G. Floot Inleiding In de teelt van biologische aardappelen gelden specifieke regels van

Nadere informatie

Hét kiemremmingsmiddelen voor aardappelen en uien

Hét kiemremmingsmiddelen voor aardappelen en uien GROEIREGULATOREN Hét kiemremmingsmiddelen voor aardappelen en uien - Zorgeloze start van kiemremming Behoud van uitwendige kwaliteit Beperking van inwendige kieming Uitstekende korrelformulering met een

Nadere informatie

Pootgoed informat ie

Pootgoed informat ie Pootgoed informatie Beste teler, Vitaal en gezond pootgoed is de basis voor een goede aardappelteelt. Dit is de reden dat we deze brochure voor u hebben gemaakt. Als Farm Frites Agro team hebben we de

Nadere informatie

C. Meijer BV Lady Anna. Willem in t Anker

C. Meijer BV Lady Anna. Willem in t Anker C. Meijer BV Lady Anna Willem in t Anker Historie CMK 2001-022-033 Doel: goed bewaarbaar frietras met goede verwerkingseigenschappen Oogst 2009 eerste pootgoed productie buiten kweekbedrijf Oogst 2014

Nadere informatie

Aardappelen verdienen een goede coach

Aardappelen verdienen een goede coach Aardappelen verdienen een goede coach Lezing HZPC telers Bewaaradvies Harry Goos Bewaren is niet moeilijk Aardappel leeft en ademt Aardappel bestaat uit 80% water Hoeveel water in de schuur Hoeveel water

Nadere informatie

Beheersmaatregelen voor de reductie van zilverschurft. Patroonanalyse bij 15 biologische aardappeltelers.

Beheersmaatregelen voor de reductie van zilverschurft. Patroonanalyse bij 15 biologische aardappeltelers. Beheersmaatregelen voor de reductie van zilverschurft. Patroonanalyse bij 15 biologische aardappeltelers. 1. Inleiding Het onderdeel patroonanalyse in het project beheersmaatregelen voor de reductie van

Nadere informatie

Het Erwinia Team heet u van harte welkom!

Het Erwinia Team heet u van harte welkom! Het Erwinia Team heet u van harte welkom! Doretta Boomsma Kees Kristelijn Tom van Tent Becking Henk Velvis Opening Het spoorboekje 20:00 Opening 20:05 Het Deltaplan 20:10 Detectie & Epidemiologie 20:20

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR LANDBOUWTECHNIEK EN RATIONALISATIE. BULLETIN No. 34 BEPROEVING GRIMME REKORD TRE KKE RZ E E FRAD RO O I E R

INSTITUUT VOOR LANDBOUWTECHNIEK EN RATIONALISATIE. BULLETIN No. 34 BEPROEVING GRIMME REKORD TRE KKE RZ E E FRAD RO O I E R INSTITUUT VOOR LANDBOUWTECHNIEK EN RATIONALISATIE DR. S. L. MANSHOLTLAAN 12, WAGENINGEN BULLETIN No. 34 BEPROEVING GRIMME REKORD TRE KKE RZ E E FRAD RO O I E R Fabrikant: Landmaschinenfabrik Franz Grimme,

Nadere informatie

Aanaarden in één of twee werkgangen

Aanaarden in één of twee werkgangen 9.1 Aanaarden in één of twee werkgangen V. De Blauwer (Inagro) Samenvatting Bij een definitieve rugopbouw direct na het planten wordt de opkomst vertraagd. Dit vergroot de kans op aantasting van de kiemen

Nadere informatie

Workshop Beheersing Erwinia bij de afsluitende bijeenkomst van de Pootaardappelacademie op 14 november 2011.

Workshop Beheersing Erwinia bij de afsluitende bijeenkomst van de Pootaardappelacademie op 14 november 2011. Workshop Beheersing Erwinia bij de afsluitende bijeenkomst van de Pootaardappelacademie op 14 november 2011. Tijdens de afsluitende bijeenkomst van de Pootaardappelacademie zijn twee workshops gehouden

Nadere informatie

pca Bewaarproblemen oogst 2014

pca Bewaarproblemen oogst 2014 pca Bewaarproblemen oogst 2014 Seizoen 2014 Prachtig voorjaar Zomer: groeizaam weer (plaag ) Natte augustus Hoge temperaturen bij oogst Hoge temperaturen eerste weken bewaring Grote productie Grove knollen,

Nadere informatie

Basis principes bewaring

Basis principes bewaring Basis principes bewaring Informatieavond Akkerbouw Ten Brinke 12 januari 2016 Huub Maerman Tolsma-Grisnich Basisprincipes Aardappelen bewaren Kwaliteit door kennis! Tolsma Grisnich Group Improving your

Nadere informatie

Programma voor vandaag:

Programma voor vandaag: Aardappelteelt Programma voor vandaag: Padlet Aardappelteelt Rassenkeuze en pootgoedkwaliteit Opdrachten PowerPoint presentatie / werk in groepen Pauze 10:30 10:45 Werkgroepen No. Roepnaam Tv Achternaam

Nadere informatie

Proefresultaten zoete aardappel 2016

Proefresultaten zoete aardappel 2016 Proefresultaten zoete aardappel 2016 Zoete aardappel, een veelbelovend gewas In het najaar van 2016 werden in Proefcentrum Herent de eerste zoete aardappelen geoogst. Ondanks zijn naam is de zoete aardappel

Nadere informatie

Optimale bewaring. Ilse Eeckhout, PCA Sectoravond Groene Kring, VIVES Roeselare 1/03/2016

Optimale bewaring. Ilse Eeckhout, PCA Sectoravond Groene Kring, VIVES Roeselare 1/03/2016 Optimale bewaring Ilse Eeckhout, PCA Sectoravond Groene Kring, VIVES Roeselare 1/03/2016 Optimale bewaring Kwaliteit product Infrastructuur Kennis bewaarproces Optimale bewaring Kwaliteit product Infrastructuur

Nadere informatie

Bewerken. Bewerken en inwerken van groenbemesters. Groenbemesters Wageningen University & Research

Bewerken. Bewerken en inwerken van groenbemesters. Groenbemesters Wageningen University & Research Bewerken Bewerken en inwerken van groenbemesters Gewasbescherming Robuust Optimaal Economisch Natuurlijk Groenbemesters 2019 1 10 Bewerken van groenbemesters Groenbemesters kunnen op veel verschillende

Nadere informatie

Rhizoctoniabestrijding in de teelt van biologische pootaardappelen KW0721 Door: Ing. W.S. Veldman

Rhizoctoniabestrijding in de teelt van biologische pootaardappelen KW0721 Door: Ing. W.S. Veldman Rhizoctoniabestrijding in de teelt van biologische pootaardappelen KW0721 Door: Ing. W.S. Veldman Inleiding In 2007 werd door SPNA op de locatie Proefboerderij Kollumerwaard, Munnekezijl, een proef uitgevoerd

Nadere informatie

Benut de rooicapaciteit en

Benut de rooicapaciteit en F.G.J. Tijink Voorkom verdichting van de ondergrond Benut de rooicapaciteit en Tijdens de bietenoogst is er een verhoogde kans op verdichting van de ondergrond. Problemen zijn te voorkomen door zuinig

Nadere informatie

5.2.4 Rhizoctonia. 5.2.4.3 De ziekte. In deze paragraaf wordt verwezen naar foto s. Deze kunt u vinden op de website als bijlage bij 5.2.4.

5.2.4 Rhizoctonia. 5.2.4.3 De ziekte. In deze paragraaf wordt verwezen naar foto s. Deze kunt u vinden op de website als bijlage bij 5.2.4. 5.2.4 Rhizoctonia AUTEUR EN CONTACTPERSOON: HANS SCHNEIDER De bodemschimmel Rhizoctonia solani veroorzaakt wortelbrand en wortelrot in suikerbieten. Bij zware aantasting gaan hele percelen verloren. Rotte

Nadere informatie

Doel van het onderzoek

Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek Compost is een veel gebruikte bodemverbeteraar in meerdere teelten. Diverse soorten zijn verkrijgbaar, waarbij aan sommige soorten middels extra doorgroeien met micro-organismen,

Nadere informatie

Ziekten en plagen ERWINIA. Veroorzaakt door: Bacterie.

Ziekten en plagen ERWINIA. Veroorzaakt door: Bacterie. Ziekten en plagen ERWINIA Veroorzaakt door: Bacterie. Erwinia Carotovora: bovengrondse delen of knollen verslijmen en vertonen rotte plekken (stinkend zachtrot). De knollen rotten geheel weg en verspreiden

Nadere informatie

Programma Programma /02/2010

Programma Programma /02/2010 Programma 2009-2010 4 oktober: asperge 24 januari: sla en ajuin 14 februari: kruiden, kiemplanten en groenbemesters 7 maart: meloen, pompoen en courgettes 30 mei: selder en wortelen Witloof Kolen Aardappelen

Nadere informatie

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? Ronald Euben Wat vraagt de biet? 2 Bij de zaai Enkele (kleine) kluiten bovenaan (dichtslaan, erosie) Verkruimelde, aangedrukte laag (contact zaad bodem) Vaste,

Nadere informatie

Kansen voor NKG op zand

Kansen voor NKG op zand Kansen voor NKG op zand Sander Bernaerts DLV plant 14 juni Vessem NKG Niet Kerende Grondbewerking betekent het systematisch vermijden van intensief kerende of mengende grondbewerking en het zoveel mogelijk

Nadere informatie

Kiemproeven na 5 dagen : 70 %(attest bijgevoegd) Kiemproeven na 14 dagen : 94 %(attest bijgevoegd) Praktijkperceel : 93% Afvalpercentage 8,4 %

Kiemproeven na 5 dagen : 70 %(attest bijgevoegd) Kiemproeven na 14 dagen : 94 %(attest bijgevoegd) Praktijkperceel : 93% Afvalpercentage 8,4 % Drogen van graszaad in een aardappel bewaarcel. Inleiding: Uit oogst 2009 is van het ras Montreux grasveldtype engelsraaigras een hoeveelheid van ca. 600 kg gedroogd in resp.: 1. Aardappel bewaring waarin

Nadere informatie

Rijpaden, een systeem voor duurzaam bodembeheer

Rijpaden, een systeem voor duurzaam bodembeheer Inhoud Rijpaden, een systeem voor duurzaam bodembeheer Bert Vermeulen Ervaringen met rijpadenteelt op kleigrond Bodemvriendelijk oogsten in rijpadenteelt Actueel: minder grondbewerken in rijpadenteelt

Nadere informatie

Inventarisatie knelpunten en kennishiaten bij de teelt van pootgoed voor zetmeelaardappelen. A. Wolfs (HLB), H. de Boer (DLV) & C.B.

Inventarisatie knelpunten en kennishiaten bij de teelt van pootgoed voor zetmeelaardappelen. A. Wolfs (HLB), H. de Boer (DLV) & C.B. Inventarisatie knelpunten en kennishiaten bij de teelt van pootgoed voor zetmeelaardappelen A. Wolfs (HLB), H. de Boer (DLV) & C.B. Bus (PPO) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV. Projectrapport nr. 510324

Nadere informatie

Betere maïs met drijfmest in de rij

Betere maïs met drijfmest in de rij Betere maïs met drijfmest in de rij Mogelijkheden en beperkingen van drijfmest in de rij op snijmaïs Albert-Jan Bos DLV Rundveeadvies 12 febr. 2015 Inhoud Hoe werkt het? Wat zijn de effecten op de opbrengst?

Nadere informatie

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Ing. D. Bos en Dr. Ir. A. Veerman Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO 5154708 2003 Wageningen,

Nadere informatie

Van akker tot export: voorkomen en bestrijden van bewaarziekten. HLB HZPC - Certis

Van akker tot export: voorkomen en bestrijden van bewaarziekten. HLB HZPC - Certis Van akker tot export: voorkomen en bestrijden van bewaarziekten HLB HZPC - Certis Voorkomen en bestrijden van bewaarziekten Albert Wolfs (HLB) Harm Steenhuis (HZPC) Fokke Smit (Certis) Bewaarziekten Optimale

Nadere informatie

Verslag waarnemingen loofdoding. consumptieaardappelen. in Zeeland in 2006.

Verslag waarnemingen loofdoding. consumptieaardappelen. in Zeeland in 2006. Verslag waarnemingen loofdoding consumptieaardappelen in Zeeland in 2006. 1 Verslag waarnemingen loofdoding consumptie aardappelen in Zeeland in 2006. Dik Uenk en Corné kempenaar Plant Research International

Nadere informatie

sumptieaardappelen KW 406, KW 407 Door: ing H.W.G.Floot

sumptieaardappelen KW 406, KW 407 Door: ing H.W.G.Floot opbrengst en sortering van con- Invloed van bladbemesters ( vooral Mg en Mn) op de sumptieaardappelen KW 406, KW 407 Door: ing H.W.G.Floot Inleiding Vele mineralen, anorganische stoffen en sporenelementen

Nadere informatie

Overzicht van de waarschuwingsdienst van Carah (2015)

Overzicht van de waarschuwingsdienst van Carah (2015) Overzicht van de waarschuwingsdienst van Carah (2015) A. Degavre (CARAH) Samenvatting Vanaf half april kon er in goede omstandigheden geplant worden en tegen 15 mei was al het grootste deel van het planten

Nadere informatie

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok Penicillium in lelie Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit April 2010

Nadere informatie

Correct omgaan met pootgoed. Aanbevelingen

Correct omgaan met pootgoed. Aanbevelingen Correct omgaan met pootgoed Aanbevelingen Opkomstproblematiek 2016 Oorzaken? het weer infectie contaminatie fysiologie bodem Oorzaken? het weer infectie contaminatie fysiologie bodem Oorzaken? het weer

Nadere informatie

Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen

Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen KW 362 Door: ing. H.W.G. Floot Inleiding Ammoniumpolyfosfaat (APP) is een vloeibare meststof die zowel stikstof als fosfaat

Nadere informatie

Groeikracht nieuwe zetmeelaardappelrassen. Kees Bus

Groeikracht nieuwe zetmeelaardappelrassen. Kees Bus Groeikracht nieuwe zetmeelaardappelrassen Kees Bus Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene ruimte en Vollegrondsgroente PPO nr 510269 februari 2006 2006 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Knolbeschadiging reduceren met de elektronische aardappel. Ilse Eeckhout

Knolbeschadiging reduceren met de elektronische aardappel. Ilse Eeckhout Knolbeschadiging reduceren met de elektronische aardappel Ilse Eeckhout Rot in de bewaring ziekteverwekker Schimmel, bacterie, Gezonde teelt! (aardappel)knol Schade = ingangspoort Mechanisatie! klimaat

Nadere informatie

Reken af met duist in stappen

Reken af met duist in stappen Reken af met duist in stappen Zo blijft resistente duist beheersbaar Duist is een lastig onkruid in wintertarwe. Dat komt met name doordat het een directe concurrent is voor het gewas. Het ontneemt voedsel

Nadere informatie

Bodemmonster Bodemmonster

Bodemmonster Bodemmonster Evenwicht in de volkstuin? Evenwichtige bemesting Bodemmonster Bodemmonster Belangrijk om te weten: Fosfaat laag: voldoende bemesten Kali laag: voldoende bemesten of bijsturen Magnesium laag: bijsturen

Nadere informatie

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine Nieuwsbrief nr.1 maart 2015 Technieken en wetgeving veranderen continu. Middels de nieuwsbrief gaan we proberen u een aantal keer per jaar op de hoogte te houden van de actualiteiten en nieuwe ontwikkelingen

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR LANDBOUWTECHNIEK EN RATIONALISATIE. BULLETIN No.33 BEPROEVING BAV VERZAMELROOIER TYPE VIII A

INSTITUUT VOOR LANDBOUWTECHNIEK EN RATIONALISATIE. BULLETIN No.33 BEPROEVING BAV VERZAMELROOIER TYPE VIII A INSTITUUT VOOR LANDBOUWTECHNIEK EN RATIONALISATIE S. L MANSHOLTLAAN 12, WAGENINGEN BULLETIN No.33 BEPROEVING BAV VERZAMELROOIER TYPE VIII A Fabrikant: Machinefabriek Erven P. Brouwer N.V., Oudenbosch Prijs

Nadere informatie

Enkele bodemgebonden schimmelziekten op aardappelen. 13 maart 2014, Jan Lamers

Enkele bodemgebonden schimmelziekten op aardappelen. 13 maart 2014, Jan Lamers Enkele bodemgebonden schimmelziekten op aardappelen 13 maart 2014, Jan Lamers Presentatie Vruchtwisselings gebonden ziekten. Oorzaken lagere opbrengsten nauwe bouwplannen Wat is er bekend over de oorzaken?

Nadere informatie

CONSERVERENDE AKKERBOUW. Saalland. Mts Klein Swormink - Stegeman BIOBEURS

CONSERVERENDE AKKERBOUW. Saalland. Mts Klein Swormink - Stegeman BIOBEURS CONSERVERENDE AKKERBOUW Saalland Mts Klein Swormink - Stegeman WIE BEN IK? Wim Stegeman Tot 2009 werkzaam bij R&D DuPont Vanaf 2005 boer samen met Marga Klein Swormink Vanaf 2009 eigen adviesburo Saalland

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Grond bewerken 9 1.1 Grond bewerken is noodzakelijk 9 1.2 Grondbewerkingswerktuigen 10 1.3 Bodem en grondbewerking 17 1.4 De invloed van grondbewerkingsmachines op de structuur

Nadere informatie

Rassencatalogus 2013

Rassencatalogus 2013 Rassencatalogus 2013 Uw aantekeningen: Chips rassen Frites rassen Tafel rassen Chips rassen Lady Amarilla Flexibel in te zetten ras met jaarrond kwaliteit. Lady Claire Fundament voor de chipsindustrie

Nadere informatie

Boerenexperiment No 4 aanvulling

Boerenexperiment No 4 aanvulling Boerenexperiment No 4 aanvulling Aardappels op zware grond, aanvulling op rapport Aanvulling en Resultaten en ervaringen van de groenbemestervelden op zware klei, najaar 2012 Achtergrond De toepassing

Nadere informatie

Groene tomaten rijp maken

Groene tomaten rijp maken Groene tomaten rijp maken Is het het einde van het seizoen en heb je nog wat onrijpe, groene tomaten aan je plant zitten? Hier zijn wat simpele suggesties om ze rijp te maken, waarbij je gebruik maakt

Nadere informatie

RAPPORT. Gevoeligheid van aardappelrassen voor schade door stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci) Ing. Egbert Schepel

RAPPORT. Gevoeligheid van aardappelrassen voor schade door stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci) Ing. Egbert Schepel RAPPORT Gevoeligheid van aardappelrassen voor schade door stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci) Ing. Egbert Schepel rapport 711 project 9071 december 2010 RAPPORT titel Gevoeligheid van aardappelrassen voor

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef

Nadere informatie

Teelthandleiding. 8.2 oogsttechniek

Teelthandleiding. 8.2 oogsttechniek Teelthandleiding 8.2 oogsttechniek 8.2 Oogsttechniek... 1 2 8.2 Oogsttechniek Versie: augustus 2015 8.2.1 Inleiding In Nederland worden de suikerbieten machinaal geoogst. Op 90 tot 95% van het areaal doen

Nadere informatie

Bescherm uw kostbare gewas en oogst: Kwaliteit begint. De Opbrengst Promotor

Bescherm uw kostbare gewas en oogst: Kwaliteit begint. De Opbrengst Promotor Bescherm uw kostbare gewas en oogst: Kwaliteit begint bij de start... De Opbrengst Promotor EMESTO is de nieuwe familie van pootgoedbescherming gebaseerd op het nieuwe carboxamide fungicide Penflufen.

Nadere informatie

blauw gevoeligheid van aardappelen

blauw gevoeligheid van aardappelen Enkele aspecten van de blauw gevoeligheid van aardappelen DOOR C. P. MEIJERS Instituut voor Bewaring en Verwerking van Landbouwprodukten te Wageningen Inleiding. Bij de teelt en bewaring van aardappelen

Nadere informatie

Onderzoek naar de fysiologische leeftijd aardappel en wat kan dat voor ons betekenen?

Onderzoek naar de fysiologische leeftijd aardappel en wat kan dat voor ons betekenen? Onderzoek naar de fysiologische leeftijd aardappel en wat kan dat voor ons betekenen? P.C. Struik The Potato Valley bijeenkomst, 26 november 2018 Fasen van ontwikkeling van een poter de groeiperiode, de

Nadere informatie

Planten stekken Benodigdheden Algemene regels Kweekkasje Koude bak

Planten stekken Benodigdheden Algemene regels Kweekkasje Koude bak Planten stekken Planten kunnen op veel manieren vermeerderd worden. Er zijn verschillende bomen, heesters, vaste- en eenjarige planten die door zaad vermeerderd kunnen worden. Planten die door zaad vermeerderd

Nadere informatie

AGRITON INHOUDSOPGAVE:

AGRITON INHOUDSOPGAVE: ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ INHOUDSOPGAVE: 1. Doel proef... 2 2. Proefgegevens.... 2 3. Objecten en spuitdatums.... 3 4. Resultaten... 3 4.1 Algemeen...

Nadere informatie

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen Eiwitgewassen Eiwitrijke gewassen Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja Voordelen luzerne Nadelen luzerne Positief effect op bodemstructuur Droogteresistent door diepe beworteling Nalevering N: 60

Nadere informatie

Seizoen Droogte, hitte, lage opbrengsten, doorwas,

Seizoen Droogte, hitte, lage opbrengsten, doorwas, Seizoen 2018 Droogte, hitte, lage opbrengsten, doorwas, Het weer in 2018 uiterst warm zeer zonnig droog Gem. temperatuur: 11,9 C = evenaring jaarrecord 2014 (normaal 10,5 C) 6 de zonnigste jaar ooit sinds

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten betreffende oorsprong en overleving van Erwinia. voor Expertisegroep Erwinia Friesland 13 december 2010.

Onderzoeksresultaten betreffende oorsprong en overleving van Erwinia. voor Expertisegroep Erwinia Friesland 13 december 2010. Onderzoeksresultaten betreffende oorsprong en overleving van Erwinia voor Expertisegroep Erwinia Friesland 13 december 2010 Henk Velvis Aandachtspunten Ziektebeelden Invalspoorten voor Erwinia Overleving

Nadere informatie

klaver melkveebedrijf Groene van motor De groene motor van het melkveebedrijf

klaver melkveebedrijf Groene van motor De groene motor van het melkveebedrijf De groene motor van het melkveebedrijf Door Minas neemt het gebruik van kunstmeststikstof af en komt het gebruik van klaver als groene motor achter de Gras & graslandproductie steeds meer in beeld. Deze

Nadere informatie

Teelthandleiding. 3.1 vroeg of laat zaaien

Teelthandleiding. 3.1 vroeg of laat zaaien Teelthandleiding 3.1 Vroeg of laat zaaien?... 1 2 3.1 Vroeg of laat zaaien? versie: maart 2018 Het IRS adviseert suikerbieten te zaaien zodra de grond bekwaam is, maar niet vóór 1 maart. Vroeg zaaien levert

Nadere informatie

Evenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant

Evenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant Evenwicht in de volkstuin? Evenwichtige bemesting Bodemmonster Belangrijk om te weten: Algemeen: Fosfaat, kali, magnesium Op zand: ph en o.s. Op klei: % slib Bodemmonster Fosfaat laag: voldoende bemesten

Nadere informatie

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1 Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Bram Vervisch, Annelies Beeckman, Johan Rapol, Lieven Delanote, Victoria Nelissen, Koen Willekens Inleiding Proeven de voorbije jaren hebben aangetoond

Nadere informatie

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie Bodemkwaliteit op zandgrond Inhoud presentatie Resultaten en ervaringen NKG eerste jaar 2011 Borkel & Schaft, 14 december 2011, Janjo de Haan 1. Aanleiding project en visie op bodembeheer 2. Opzet project

Nadere informatie

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...

Nadere informatie

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink Voortgezet diagnostisch onderzoek naar een betere beheersing van een aantasting door de schimmel Colletotrichum acutatum bij de bollenteelt van tulpen cv. Giuseppe Verdi Voortgezet diagnostisch onderzoek

Nadere informatie

versie: maart 2012 9. Diagnostiek CONTACTPERSONEN: ELMA RAAIJMAKERS EN BRAM HANSE

versie: maart 2012 9. Diagnostiek CONTACTPERSONEN: ELMA RAAIJMAKERS EN BRAM HANSE 9. Diagnostiek CONTACTPERSONEN: ELMA RAAIJMAKERS EN BRAM HANSE Het verricht diagnostisch onderzoek naar ziekten, plagen en gebreksverschijnselen in suikerbieten. Telers kunnen via de medewerkers van de

Nadere informatie

Jonge planten lijken op paardebloem.

Jonge planten lijken op paardebloem. witlof De witlofteelt is minder ingewikkeld dan je geneigd bent te denken. In het kort komt het er op neer dat je eerst een dikke wortel gaat telen, net zoals je zou doen met winterpeen of pastinaak. Dan

Nadere informatie

Teelthandleiding bataat (Ipomoea batatas)

Teelthandleiding bataat (Ipomoea batatas) Teelthandleiding bataat (Ipomoea batatas) Algemeen Bataat of zoete aardappel behoort tot de familie van de Convolvulaceae. Tot deze familie behoren ook onder andere onkruiden zoals haagwinde en akkerwinde.

Nadere informatie

Pioenennieuwsbrief: september

Pioenennieuwsbrief: september Pioenennieuwsbrief: september Beste pioenenkweker, In deze nieuwsbrief vindt u alle informatie die op dit moment relevant is voor de pioenenteelt. Wij vertrouwen erop dat deze informatie u helpt bij een

Nadere informatie

AARDAPPELEN. nr variëteit maat zaadhuis. 1 Agria Bioselect Agrico/Binst. 2 Biogold Van Rijn. 3 Charlotte Bio Terra (Binst)

AARDAPPELEN. nr variëteit maat zaadhuis. 1 Agria Bioselect Agrico/Binst. 2 Biogold Van Rijn. 3 Charlotte Bio Terra (Binst) AARDAPPELEN 1 Proefopzet Variëteitenproef in samenwerking met het PCBT te Beitem. Doel is om samen met het PCBT op zoek te gaan naar variëteiten die geschikt zijn voor de biologische teeltwijze. Hiertoe

Nadere informatie

Pootgoedvermeerdering zetmeelaardappelen

Pootgoedvermeerdering zetmeelaardappelen Pootgoedvermeerdering zetmeelaardappelen Project in opdracht van HPA Ing. K.H. Wijnholds en Ir. J.A. Booij Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Akkerbouw, Groene

Nadere informatie

Groene Detailhandel. Bol- en knolgewassen

Groene Detailhandel. Bol- en knolgewassen kennen we vooral uit het voorjaar. Het zijn verdikte plantendelen die zich onder de grond bevinden. Veel bol- en knolbloemen worden als snijbloem gebruikt. Sommige bollen en knollen worden tot de groenten

Nadere informatie

Teelthandleiding. 9 diagnostiek

Teelthandleiding. 9 diagnostiek Teelthandleiding 9 diagnostiek 9 Diagnostiek... 1 2 9 Diagnostiek Versie: december 2015 Het IRS verricht diagnostisch onderzoek naar ziekten, plagen en gebreksverschijnselen in suikerbieten. Medewerkers

Nadere informatie

De basis van het bewaren van aardappelen

De basis van het bewaren van aardappelen van aardappelen Hartelijk welkom! Mede namens Omnivent en Tolsma 1 Even voorstellen Matthijs Meijer Manager agronomie Agronomie: bijdragen aan hogere opbrengsten & betere kwaliteit Vandaag Thema bijeenkomst

Nadere informatie

Aardappelseizoen Ilse Eeckhout, PCA

Aardappelseizoen Ilse Eeckhout, PCA Aardappelseizoen 2010 Ilse Eeckhout, PCA Temperatuur ( C) Neerslag (mm) 35 30 HEURNE 2010 80 70 25 20 60 15 50 10 40 5 30 0-5 20-10 10-15 0 Temperatuur ( C) Neerslag (mm) 35 80 30 70 25 60 20 15 50 10

Nadere informatie

Oogsttijdstip en kwaliteit bij plaagresistente biologische aardappel 2015

Oogsttijdstip en kwaliteit bij plaagresistente biologische aardappel 2015 Oogsttijdstip en kwaliteit bij plaagresistente biologische aardappel 2015 Karel Dewaele, Lieven Delanote, Johan Rapol, Inagro Doel In de rassenproeven biologische aardappel van Inagro halen verschillende

Nadere informatie

Maïsoogst 2015 28/09/2015

Maïsoogst 2015 28/09/2015 Maïsoogst 2015 28/09/2015 De maïsoogst komt eraan. De natte maand augustus heeft het te verwachte oogsttijdstip wat achteruit geschoven. Ondanks de eerdere droogte lijkt de schimmeldruk vaak mee te vallen.

Nadere informatie

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van voorkiemen op Erwinia, Fusarium en Phoma

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van voorkiemen op Erwinia, Fusarium en Phoma Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw Het effect van voorkiemen op Erwinia, Fusarium en Phoma Het effect van voorkiemen op Erwinia, Fusarium en Phoma Opdrachtgever: Auteur: Cor Joppe Douwe Werkman

Nadere informatie

Begin van het moestuinseizoen

Begin van het moestuinseizoen Begin van het moestuinseizoen 1. Buiten Zaaien in volle grond Algemene regel : de hoeveelheid aarde waarmee je het zaadje bedekt, mag maximaal drie maal de breedte van het zaad zijn. Zaai periode : is

Nadere informatie

Phytophthora-beheersing in de biologische aardappelteelt

Phytophthora-beheersing in de biologische aardappelteelt Phytophthora-beheersing in de biologische aardappelteelt Monique Hospers-Brands Marjolein Tiemens-Hulscher Esther Bremer Louis Bolk Instituut, 2007 Phytophthora-beheersing in de biologische aardappelteelt

Nadere informatie

Condens bewaring in de pootgoedsector

Condens bewaring in de pootgoedsector Condens bewaring in de pootgoedsector Naam student: Ruud Enthoven Opleiding: Bachelor tuin en akkerbouw agrarisch ondernemerschap Module: HPON Leertaak: leertaak 8 Datum: 4-12-2015 Naam coach: Kees Westerdijk

Nadere informatie

Use what you produce.

Use what you produce. Lady Anna Use what you produce. Lady Anna de nieuwe generatie Retail, foodservice, fastfood en tafelmarkt/ thuisfriet. Zeer goede drogestof verdeling in de knol en onder de plant Dunne schil, perfecte

Nadere informatie

VOORBEELDEN REKENEN IN DE BEROEPSGERICHTE VAKKEN GROENHORST COLLEGE

VOORBEELDEN REKENEN IN DE BEROEPSGERICHTE VAKKEN GROENHORST COLLEGE VOORBEELDEN REKENEN IN DE BEROEPSGERICHTE VAKKEN GROENHORST COLLEGE 1.1 Rekenopgave Dier Het begrip verhoudingen met de breuken en procenten is lastig voor de niveau 2 deelnemers dier. Wanneer leerlingen

Nadere informatie

Bespaar op kosten Phytophthora- en Alternariabestrijding op zand- en dalgrond.

Bespaar op kosten Phytophthora- en Alternariabestrijding op zand- en dalgrond. Bespaar op kosten hytophthora- en Alternariabestrijding op zand- en dalgrond. Bespaar op de kosten van de bestrijding van Alternaria en hytophthora op zanden dalgronden en profiteer van een betere en langere

Nadere informatie

Het effect van fungiciden tijdens de knolgroei op knolphytophthora (2006).

Het effect van fungiciden tijdens de knolgroei op knolphytophthora (2006). Het effect van fungiciden tijdens de knolgroei op knolphytophthora (2006). Auteur(s): Ing J.R. Kalkdijk, Dr. Ir. A. Evenhuis en Dr. Ir. H.T.A.M. Schepers Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector

Nadere informatie

Onderwerpen. Veranderingen en uitdagingen. Proefopzet BASIS (1) 1/12/2011. Proefopzet BASIS Resultaten 2009-2010 Eerste bevindingen

Onderwerpen. Veranderingen en uitdagingen. Proefopzet BASIS (1) 1/12/2011. Proefopzet BASIS Resultaten 2009-2010 Eerste bevindingen 1/12/211 Onderwerpen Masterclass NKG 13 januari 211 Derk van Balen (derk.vanbalen@wur.nl) Proefopzet BASIS Resultaten 2921 Eerste bevindingen Veranderingen en uitdagingen Meer bodembedekking, gbm overwinteren,

Nadere informatie

Opbrengstmeting op rooiers en combines. Succesvol data oogsten voor een hogere opbrengst

Opbrengstmeting op rooiers en combines. Succesvol data oogsten voor een hogere opbrengst Opbrengstmeting op rooiers en combines Succesvol data oogsten voor een hogere opbrengst Meten is weten Het eeuwenoude gezegde meten is weten kent iedereen. Door te meten kunt u controleren, vergelijken,

Nadere informatie

bemesten wintergroenten slakkenjacht prei maand van het voorzaaien maand van het voorzaaien

bemesten wintergroenten slakkenjacht prei maand van het voorzaaien maand van het voorzaaien maand van het voorzaaien maand van het voorzaaien WEEK 1 bemesten Je hebt nu de tijd om alles in orde te maken. Heb je in huis wat je de komende maanden nodig gaat hebben? Mest, zaden, gereedschap? En

Nadere informatie