Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1. Inleiding Motivatie en achtergrond van de scriptie Wat is NLP? Probleemstelling...

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1. Inleiding...2 1.1 Motivatie en achtergrond van de scriptie...2 1.2 Wat is NLP?...2 1.3 Probleemstelling..."

Transcriptie

1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding Motivatie en achtergrond van de scriptie Wat is NLP? Probleemstelling...2 Hoofdstuk 2. Methode van onderzoek...4 Hoofdstuk 3. Resultaten Angst Hoe ontstaat angst? Wereldmodel Behandeling van angstige patiënten Achterhalen van een overtuiging: effectief communiceren Rapport: het opbouwen en behouden van een vertrouwensrelatie Rapporttechnieken Het metamodel Alles-of-niets-uitspraken (universele waarheden): generalisatie Modale ope ratoren: generalisatie Gedachtelezen: vervorming Eeuwige waarheid: vervorming Oorzaak-gevolg-uitspraak: vervorming Weglatingen Onbrekende referentie: weglating Het werkwoord is multi-interpretabel: weglating Nominalisatie: weglating Werken met het metamodel Veranderen van de overtuiging Betekenis-reframe Context-reframe Herdefinitie van het verschijnsel Kern-begrip toepassen op zichzelf (bij verschijnsel of bij betekenis) Criterium toepassen op zichzelf Hiërarchie van criteria gebruiken Wijzen op bedoeling en/of gevolgen Analogie Metakaders Hoofdstuk 4. Conclusie en Discussie Conclusie Discussie Aanbevelingen Literatuurlijst... 28

2 Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1 Motivatie en achtergrond van de scriptie Tijdens de behandelingen van patiënten in de kliniek en tijdens mijn stage heb ik regelmatig te maken gehad met angstige patiënten. Daardoor ben ik nieuwsgierig geworden hoe je het beste met zulke patiënten om kan gaan. Hier is tijdens de opleiding wel aandacht aan besteed, maar ik wil me daar in deze scriptie nog meer in gaan verdiepen. Door een goede vriend, die NLP -therapeut is, werd ik op het idee gebracht om het onderwerp angst vanuit het NLP-perspectief te benaderen. 1.2 Wat is NLP? Voordat ik de benadering van angstige patiënten verder ga uitwerken, lijkt het mij ve rstandig om uit te leggen wat NLP is. NLP is de afkorting voor Neuro Linguïstisch Programmeren. Met behulp van NLP kan men leren zich bewust te worden van waarnemingsfilters en van automatische denk- en gedragspatronen. Neuro (neuron = zenuwcel) 'Neuro' staat voor het uitgangspunt dat alles wat we doen, voelen en denken een product is van wat er in ons zenuwstelsel plaatsvindt. Het autonome zenuwstelsel verwerkt onze ervaringen zoals die worden geregistreerd door onze zintuigen. NLP gaat uit van een wisselwerking tussen ons centrale zenuwstelsel, onze zintuiglijke indrukken en onze subjectieve ervaring (onze gedachten, gevoelens en gedragingen). Linguïstisch (= taalkundig) We organiseren onze zintuiglijke indrukken (neurologische processen) met behulp van taal. Die taalkundige organisatie heeft als resultaat een wereldmodel: een systeem van ideeën, ervaringen, verwachtingen en ove rtuigingen dat ons in staat stelt binnenkomende informatie te verwerken. Programmering Dit staat in NLP voor het uitgangspunt dat we subjectieve ervaringen zo kunnen pr ogrammeren dat we een bepaald effect bere iken of juist niet. Een nieuwe organisatie van dezelfde zintuiglijke indrukken leidt tot een nieuwe beleving en nieuwe mentale gedragsmogelijkheden. (1, 5) 1.3 Probleemstelling De probleemstelling bestaat uit een doelstelling en een vraagstelling. De doelstelling van deze scriptie is: Inzicht krijgen in het ontstaan van angst bij volwassenen en onderzoeken hoe je die angst in een tandheelkundige omgeving kan beïnvloeden, zodat de behandeling effectief kan plaatsvinden. De hoofdvraagstelling van deze scriptie luidt: Hoe ontstaat angst bij volwassenen en hoe kan je deze in een tandheelkundige omgeving effectief beïnvloeden? Deelvragen - Hoe ontstaat angst? - Welke technieken kan je gebruiken om overtuigingen (als onderdeel van de emotie angst) te achterhalen? - Hoe zorg je ervoor dat een patiënt in een neutrale gevoelstoestand geraakt, zodat de behandeling effectief kan plaatsvinden? 2

3 Mijn probleemstelling heb ik ten opzichte van de oorspronkelijke probleemstelling iets aa n- gepast, omdat ik meer inga op het ontstaan van angst en in mindere mate op het herkennen van angst. Het is natuurlijk wel zo dat als je weet hoe angst ontstaat, je ook beter in staat bent om het te herkennen. In deze scriptie ga ik vooral in op het ps ychologische aspect van angst en de psychologische manier om angst aan te passen. Natuurlijk zijn er meestal meerdere en aanvullende oplossingen mogelijk. Zo kan het bijvoorbeeld als aanvulling op de psychologische aanpak van angst wel helpen om verdoving toe te passen om de behandeling dragelijker te maken voor de patiënt, maar dit is nooit een oplossing op zich. Verdoving en sedatie zorgen er namelijk niet voor dat het onderliggende probleem van de angst wordt aangepakt, zodat de angst in de meeste geva llen blijft bestaan. Verdoving en sedatie zijn korte termijn oplossingen. Deze scriptie gaat niet in op de behandeling van extreem angstige patiënten, omdat dit een geheel andere aanpak vergt. Deze patiënten moeten door verwezen worden naar de afdeling bijzondere tandheelkunde. 3

4 Hoofdstuk 2. Methode van onderzoek Om antwoord te krijgen op de probleemstelling: 'Hoe ontstaat angst bij volwassenen en hoe kan je deze in een tandheelkundige omgeving effectief beïnvloeden?' is literatuuronderzoek gedaan. Eerst is zoveel mogelijk informatie opgezocht en daarna is een selectie gemaakt. De eerste stap was om de boeken, die mijn vriend op het gebied van NLP had, te verzamelen. Deze boeken staan vermeld in de literatuurlijst. Vervolgens is in de medische bibliotheek gezocht in de bibliotheekcatalogi op de algemene trefwoorden: angst, tandartsangst en de combinatie angst en tandarts. Door de gevonden literatuur globaal door te kijken (o.a. in de inhoudsopgave) en door te bladeren kon bekeken worden of de literatuur bruikbaar was voor de scriptie. Ook is nog op internet gezocht met met als zoektermen: tandartsangst en NLP, tandarts, angst en NLP. Daarna heb ik alle geselecteerde literatuur doorgelezen, waardoor nog een nadere selectie gemaakt kon worden. Toen ik begon met het lezen van de artikelen, die ik gevonden had, kwam ik erachter dat de meeste artik elen niet geschikt waren om te gebruiken voor deze scriptie, omdat ze niet uitgebreid ingaan op het psychologische aspect van angst. In deze artikelen wordt voornamelijk de be ha ndeling centraal gesteld en niet zozeer de patiënt. Er worden meestal medische oplossingen (verdoving, etc.) gegeven voor de behandeling van angst i- ge patiënten en er wordt weinig ingegaan op een psychologische c.q. gedragsma tige benadering van angstige patiënten. Echter door een patiënt te gaan behandelen (bijvoorbeeld met sedatie en verdoving) zonder iets te doen aan de onderliggende oorzaak van de angst los je het pr obleem van de patiënt niet op. De mondhygiënist of tandarts heeft de patiënt wel kunnen behandelen, maar de angst blijft bestaan. Ik vind het echter belangrijker om eerst iets te doen aan de angst van de patiënt, voordat je begint met behandelen. In mijn ogen houdt dat in dat je de angst van de patiënt psychologisch moet benaderen met behulp van NLP. Omdat de meeste artikelen niet geschikt w aren, heb ik in deze scriptie voornamelijk gebruik gemaakt van de (hand)boeken over NLP (zie literatuurlijst). 4

5 Hoofdstuk 3. Resultaten 3.1 Angst 80% van de Nederlanders zegt in meer of mindere mate last van angst voor tandheelkundige behandelingen te hebben. Uit onderzoek blijkt dat het in 60% van de gevallen gaat om specifieke angst voor tandheelkundige situaties en objecten. Ook kan er sprake zijn van een combinatie van angst voor tandheelkundige beha ndelingen en andere psychische aandoeningen. In 10% van de geva llen betreft het extreme angst. (3) Hoe ontstaat angst? Angst is een emotie. Een emotie (of een gevoel) bestaat uit: A. de zintuiglijke waarneming van een feitelijke gebeurtenis B. een overtuiging over die gebeurtenis C. de emotionele reacties of gevoelens Een emotie of gevoel ontstaat op de volgende manier: iemand neemt iets zintuiglijk waar (ziet iets, hoort iets of voelt lichamelijk iets (bijv een klop op de schouder). Vervolgens denkt en gelooft diegene iets (overtuiging) over wat hij heeft waargenomen. Daarna ervaart diegene een gevoel dat veroorzaakt wordt door deze gedachten. (6) Een emotie heeft in wezen niets te maken met de feitelijke gebeurtenis, maar juist met hoe iemand tegen die gebeurtenis aankijkt. Een emotie wordt gecreëerd door de overtuiging die iemand heeft. Bijvoorbeeld: iemand zit in de wachtkamer van een tandartspraktijk en hoort het geluid van een boor (feitelijke gebeurtenis). Als diegene de overtuiging heeft dat een tandarts zijn patiënten altijd pijn doet, zal het geluid van de boor als gevolg van die overtuiging angstige gevoelens bij hem oproepen. Wanneer daarentegen diegene meer neutraal over de tandarts denkt, bijvoorbeeld dat hij zijn patiënten niet altijd pijn doet, zal hij ook neutraal reageren ten opzichte van het geluid van de boor. Feiten zijn waar, overtuigingen zijn niet (feitelijk) waar. Overtuigingen zoeken naar de bevestiging dat ze waar zijn; overtuigingen willen feiten worden. Een feit is namelijk niet veranderbaar. We blokkeren onszelf echter als we van een overtuiging een feit maken. 3.2 Wereldmodel Er zit een verschil tussen de wereld zelf (feitelijk) en hoe we de wereld beleven (ons model van de wereld). We zien, horen, voelen, ruiken en proeven dingen en organiseren deze zintuiglijke indrukken vervolgens door middel van de taal. Bij elke stap vindt een bewerking plaats, die de afstand tussen de wereld en het eigen wereldmodel vergroot (zie figuur 1). 5

6 De wereld gebied Model van de wereld Verbaal Verbaal Nonverbaal Nonverbaal Figuur 1 We maken generalisaties over de werkelijkheid, die we uitdrukken in woorden. Wanneer we deze generalisaties gemaakt hebben, beïnvloeden ze vervolgens onze verwachtingen en daardoor onze waarneming. We hebben de neiging zintuiglijke waarnemingen weg te laten als ze niet in ons wereldmodel passen of zo te vervormen dat ze er wel in passen. Enerzijds bepaalt wat we waarnemen dus hoe ons wereldmodel eruit ziet, anderzijds bepaalt ons wereldmodel wat we waarnemen: welke selectie we maken uit alle mogelijke indrukken. Ons wereldmodel levert ons dus waarnemingsfilters en die filters bepalen vervolgens weer de verdere ontwikkeling van ons wereldmodel, want wat we niet waarnemen kan onze visie op de wereld niet beinvloeden. Ons wereldmodel is vervolgens verantwoor delijk voor wat we doen: hoe we ons gedragen. Vanuit dit model uiten we ons op non-verbaal en verbaal niveau. 6

7 Kortom: een mens is dus zelf verantwoordelijk voor de werkelijkheid die hij of zij schept en ook voor het gedrag dat daaruit voortvloeit. Onze mogelijkheden en beperkingen zijn het resultaat van ons wereldmodel en niet van de werkelijkheid zelf. Verandering is daarom volgens NLP altijd verandering van het wereldmodel: verandering van onze generalisaties over de werkelijkheid. (1) Echter zonder generalisaties over de werkelijkheid zouden we niet kunnen overleven. De he r- senen werken als een generalisatiecomputer, waarmee we uit afzonderlijke zintuiglijke waarnemingen algemene conclusies trekken. Door deze algemene conclusies kunnen we ons in nieuwe situaties begeven, omdat ze op voor ons bekende situaties lijken, en ons effectief gedragen. We kunnen via onze generalisaties voorspellen hoe het er aan toe zal gaan. (4) Ook hebben we filters nodig om de enorme stroom informatie te kunnen verwerken die via onze zintuigen binnenkomt. We kunnen niet alles waarnemen. Dus maken we - grotendeels onbewust - een keuze op grond van ons wereldmodel. Generalisaties zijn dus van levensbelang, maar het zijn ook per definitie leugens. Vrijwel elke generalisatie is in een bepaalde situatie onjuist (bijvoorbeeld alle mondhygiënisten zijn rotzakken die je pijn willen doen). Een generalisatie heeft twee kanten: ze schept mogelijkheden om met de werkelijkheid om te gaan, maar sluit ook keuzemogelijkheden uit (bijvoorbeeld dat er ook aardige mondhygiënis - ten zijn). (1) Overtuigingen zijn generalisaties, die geen mogelijkheden tot andere interpre taties of reacties openlaten. Overtuigingen zijn de pilaren waar ons wereldbeeld op rust. Als je een overtuiging weghaalt, kan het wereldbeeld dreigen in te storten en dat laat men niet zomaar toe. Het is dus niet altijd gemakkelijk om een overtuiging weg te halen. Het is een mentaal programma zonder alternatieven. Wanneer we dat weghalen zonder er iets voor in de plaats te stellen kan een heel onzekere situatie ontstaan, omdat veel dingen die vroeger vaststonden nu gaan wankelen. (4) 3.3 Behandeling van angstige patiënten Angst is een emotie en een emotie bestaat uit de waarneming van een feite lijke gebeurtenis, een overtuiging en de emotionele reacties of gevoelens op basis van die overtuiging. Je kan een emotie (angst) alleen veranderen door de overtuiging, die eronder ligt, te veranderen. Als je de overtuiging verandert, wordt de emotie ook automatisch anders. Bij angstige patië nten moet je dus pr oberen te achterhalen wat de onderliggende overtuiging van die patiënt is en deze ve rvolgens proberen te veranderen Achterhalen van een overtuiging: e ffectief communiceren Om de overtuiging van de patiënt te kunnen achterhalen is het van belang om effectief te communiceren met de patiënt. Communic atie is pas effectief als je de informatie verkrijgt die je wilt hebben. Om dit te bereiken is het van groot belang om het model van de wereld van de ander (in dit geval de patiënt) te kennen en te begrijpen (zie paragraaf 2.3). De allereerste voorwaarde om effectief met iemand te kunnen communiceren is echter dat diegene met wie je communiceert ook bereid is met jou die communicatie aan te gaan. Is de ander daar niet of nauwelijks toe bereid dan zal de informatie-uitwisseling niet of slechts zeer beperkt kunnen zijn. Wanneer gesprekspartners wederzijds respect en vertrouwen ervaren, dan zal de informatie-uitwisseling des te opener, zuiverder en diepgaander kunnen plaatsvinden. Wanneer zijn individuen bereid zich open voor elkaar op te stellen? Het antwoord hierop ligt voor de hand: voelt het goed of niet goed om met die ander een gesprek aan te gaan en in gesprek te blijven! Geen enkel individu stelt zich open op en verschaft informatie wanneer de gesprekssituatie niet vertrouwd aanvoelt. 7

8 Om tot een effectieve uitwisseling van informatie te kunnen komen is het dus kennelijk van belang aandacht te besteden aan het opbouwen en behouden van een vertrouwensrelatie met die ander. Wat je kan doen om een dergelijke relatie op te bouwen en te behouden en op welke manieren je dat doet (de Hoe vraag) wordt het opbouwen en behouden van Rapport (een vertrouwensrelatie) genoemd Rapport: het opbouwen en behouden van een vertrouwensrelatie Rapportvaardigheden spelen zich voor het merendeel af op onbewust niveau. Zo verwonderlijk is dat op zich niet wanneer we bedenken dat communicatie wordt opgebouwd uit de elementen: Woorden 7 % Wat je zegt Tonaliteit 38 % Hoe je het zegt Fysiologie 55 % Lichaamstaal Het hebben van contact is in communicatie van groot belang. Wanneer het contact goed is, ben je veel sneller bereid iets voor die ander te doen als wanneer het contact niet goed is. Dit wil echter niet zeggen dat je elkaar aardig hoeft te vinden, het is veel meer een proces van open voor elkaar staan. Een goed contact hebben is dan ook de basisvaardigheid die aan alle veranderingsprocessen ten grondslag zou moeten liggen. Een van de vooronderstellingen van communicatie is dat jezelf verantwoordelijk bent voor het effect van je eigen communicatie. Een beoefenaar van effectieve communicatie is zelf verantwoordelijk voor het creëren van een goed contact, dat gekenmerkt wordt door vertrouwen, respect en openheid. De vraag is nu: hoe creëer je deze toestand van vertrouwen, harmonie en respect? Er zijn verschillende technieken die er toe bijdragen dat er een positieve relatie tot stand kan worden gebracht. Deze rapport -technieken zijn niet ontwikkeld maar geobserveerd. De ontdekkers observeerden personen die uitstekend waren in het creëren van een goede relatie met een gesprekspartner en legden vast wat ze zagen. Hierdoor werden deze technieken lee r- baar. Opgemerkt dient echter te worden dat indien deze technieken zomaar worden toegepast dit veelal tegenstrijdig gedrag veroorzaakt. Dit werkt dan natuurlijk averechts. Een gespreks - partner voelt dit snel aan en de kans is groot dat deze zich gemanipuleerd zal voelen. Het ve r- trouwen wordt daardoor ernstig geschaad. Een open communicatie is dan ook niet meer mogelijk. De kracht van de technieken zit hem met name daarin dat wanneer je ze je hebt eigen gemaakt, en ze zo een (a utomatisch) onderdeel zijn geworden van jouw eigen communicatie, ze op natuurlijke wijze gaan werken. Eigenlijk net zoals bij de personen bij wie ze in eerste instantie werden geobserveerd Rapporttechnieken. 1. Afstemmen en Spiegelen (Matchen en Mirroring). Stem (Spiegel) je gedrag zowel verbaal als non-verbaal af op dat van je gesprekspartner. Dit bereik je door overeenkomsten aan te brengen in jouw uitingen met die van de ander. Hierdoor ontstaat bij de ander op onbewust niveau het gevoel: die ander is net als ik! 8

9 Verbaal Gebruik hetzelfde woordensysteem van de ander (Visueel, Auditief, Kinestetisch.) Overtuigingen Criteria (waarden die de ander belangrijk vindt) Gemeenschappelijke associaties Volume Non-verbaal Lichaamshouding Ademhaling Tonaliteit Tempo Gebaren Ritme Abstractieniveau Bijvoorbeeld als iemand in het gesprek laat merken dat vrijheid voor hem een belangrijke waarde (criterium) is, kan je daarop inhaken door even later in het gesprek het woord vrijheid letterlijk te herhalen en vervolgens te zwijgen. De ander zal dan nadere invulling geven aan zijn begrip van vrijheid en zal zich gekend en herkend voelen. Dat schept een vertrouwensband. 2. Terugsporen (Backtracking). Backtracking is het letterlijk teruggeven van de sleutelwoorden (kernwoorden) van de ander. Bijvoorbeeld als iemand zegt: Ik ben zo bang. Kan je dit kernwoord (bang) letterlijk maar met vrage nde intonatie herhalen en dan zwijgen: Bang? Je stuurt hierdoor de ander terug in zichzelf om het begrip bang nader onder de loep te nemen en daarover (en dit komt omdat je blijft zwijgen tot er reactie komt) meer informatie te geven. Je krijgt dan informatie van de ander waarom of waarvoor hij bang is. Hierdoor kom je te weten wat je in ieder geval niet moet doen of hoe je een noodzakelijke behandeling op een andere manier moet gaan inleiden. Dit werkt des te effectiever wanneer je daarbij zo sterk mogelijk non-verbaal op die ander afstemt. Het is essentieel daarbij de ander goed te observeren zodat je continu je gedrag kan bijsturen op basis van de reactie van de ander. Hierdoor ontstaat een wisselwerking, waarbij het gedrag van de ander jou beïnvloedt en omgekeerd. 3. Jezelf inzetten voor die ander (Sorting by other). Dit houdt in dat jij je vaardigheden en deskundigheid volledig inzet, zodat de ander de door hem of haar gestelde doelen kan bereiken. Het tegenovergestelde is jezelf inzetten voor jezelf, zodat jij zelf je doelen behaalt. Bij het sorting by other richt je je bewust en volledig op die ander, door je eigen gedrag aan te passen aan dat wat voor die ander op dat moment belangrijk is in het kader van de realisatie van zijn of haar doel. Je moet dus niet bedenken wat goed voor jou is. Dus niet zeggen: U hoeft niet bang te zijn, want ik ben het ook niet. Daar heeft de ander geen boodschap aan. Wel kan je vragen: Wat hebt u nodig om u op uw gemak te kunnen voelen? Je moet aan de ander vragen wat hij/zij nodig heeft en dan kijken of je dat kan geven. 4. Volgen en leiden (Pacing & Leading). Het volgen van die ander wil zeggen dat je bij het afstemmen op die ander gelijke tred houdt. Door dit te doen kom je de ander tegemoet en ben je in staat het contact te behouden. Wanneer je niet volgt, door te langzaam af te stemmen of vooruit te lopen met je eigen gedrag, raak je het contact kwijt. Wanneer het contact eenmaal stevig genoeg is, en dat is een kwestie van goed waarnemen, kan je overstappen op het leiden, de pe rsoon naar een door jou gewenste richting brengen. Het is immers niet zaak de 9

10 persoon te blijven volgen, het is de bedoeling om een gewenste verandering teweeg te brengen en daardoor zal het veelal wenselijk zijn die ander in een a ndere richting te leiden. Laat de ander dat niet gebeuren en stuit je op weerstand, die je in feite zelf hebt ve r- oorzaakt (een ieder is immers zelf verantwoordelijk voor wat hij aan gedrag bij die ander oproept) dan betekent dit dat het contact niet stevig genoeg was en zul je terug moeten om dit te verstevigen. Bijvoorbeeld als een patiënt binnenkomt en vertelt over het slechte weer of over iets dat hem is overkomen, moet je met een praatje daarop inhaken: Het is inderdaad slecht weer en daar dan een tijdje op doorgaan. Wanneer het contact stevig genoeg is kan je gaan leiden. Bijvoorbeeld door te zeggen: Ik ben blij dat u door het slechte weer bent gegaan en nu hier bent. (Je leidt iemand dan naar het hier en nu: naar de behandeling.) Als je als reactie op de opmerking van de patiënt alleen maar zegt: Gaat u maar in de stoel zitten en niet inhaakt op wat de patiënt zegt, ga je voorbij aan de patiënt en bouw je geen vertrouwensrelatie op. 5. Gekruist spiegelen. Bij het spiegelen maak je gebruik van de gedragscomponenten van die ander. Bijvoorbeeld wanneer de ander langzaam spreekt, dan spreek jezelf ook langzaam. Bij het gekruist spiegelen spiegel je het gedrag van de ander met ander gedrag van jezelf. Bijvoorbeeld iemand ademt heel langzaam. Door nu dit ademhalingstempo te spiegelen met bijvoorbeeld handbewegingen i.p.v. je eigen ademhaling aan te passen, is de kans veel kleiner dat je in dezelfde fysiologische toestand als die ander geraakt (ook langzaam gaan ademen). Je kan eventueel de handbew egingen langzaam opvoeren, zodat de ademhaling van de patiënt ook iets omhoog gaat. Het zou namelijk voor het vera n- derwerk dat je wilt doorvoeren uiterst ongewenst kunnen zijn dat je je fysiolo gische toestand aanpast aan de ander. Door gekruist te spiegelen (dus niet met de ademhaling spiegelen, maar met de handen) behoud je wel contact met die ander. Bij het opbouwen en in stand houden van het contact (Rapport) is het van groot belang steeds goed en specifiek waar te kunnen nemen (Kalibreren). Kalibreren wil zeggen dat je de innerlijke processen en interne toestanden van die ander kan waarnemen. Je kan hierbij vooral op de ademhaling letten. (Wanneer de ademhaling hoog in de borst zit en de patië nt verstijfd zit, kan je zo waarnemen dat de patiënt angstig is. Je moet pas gaan behandelen als de ade m- haling weer lager zit en de patiënt ontspannen is.) Kalibreren houdt in dat je let op wat de meest typerende non-verbale reacties van die ander in een bepaalde toestand zijn. Zo kan je zicht krijgen op welke minimale non-verbale veranderingen bij iemand wat betekenen. De grote voordelen van kalibreren (goed waarnemen) zijn: 1. Je kan je eigen gedrag bijsturen op wat je waarneemt. 2. Gekalibreerde (non-verbale) informatie is betrouwbaarder dan iemands woorden. (Je kan non-verbaal niet liegen.) 3. Het geeft informatie over de mate van congruentie van de persoon in die context. Bijvoorbeeld wanneer een patiënt trillend zegt: Ik ben niet bang hoor, weet je dat er sprake is van een tege nstrijdigheid. 4. Het zet je aan tot zintuiglijk specifiek waarnemen, waardoor je interpretaties, die tenslotte uit je eigen model van de wereld voortkomen, zoveel mogelijk kan minimaliseren. 10

11 Mis-Matchen is de tegenpool van matchen. Het kan een zeer nuttige functie hebben, bijvoorbeeld bij het verbreken van het contact. Tevens is het van belang te kunnen mis-matchen om contact te kunnen leggen met mensen die van nature mis-matchers zijn. Deze categorie mensen herken je aan zeer opvallende patronen. Ze maken veel gebruik van ontkenningen en het woordje niet. Een ander kenmerk is dat ze voortdurend de zaak van een andere kant willen bekijken of bezwaren uiten. Sommige mensen raken door mis-matchers snel geïrriteerd. Het is echter goed om te beseffen dat zij veelal niet zo reageren om je dwars te zitten, ze kunnen niet anders omdat ze zich er niet van bewust zijn. Het is hun manier om te comm uniceren, vanuit hun model van de wereld. Een voorbeeld: Je nodigt een mis-matcher uit om vanavond mee uit eten te gaan. De kans is groot dat je een reactie krijgt in de vorm van: Nou! Vanavond lijkt me niet zo n goed idee. Om deze mis-matcher toch mee uit eten te krijgen zou je zijn mis-match kunnen matchen door iets te zeggen in de trant van: Ik vraag het maar, maar vanavond heb je waarschijnlijk geen zin om mee uit eten te gaan, of toch?. Tien tegen een dat hij iets zal antwoorden als: Oh jawel hoor, leuk! Hij gebruikt hier gewoon zijn natuurlijke manier van mismatchen. (2, 5) Het metamodel We organiseren onze zintuiglijke indrukken door middel van de taal. Het is van belang steeds te bedenken dat taal een weergave is van het model van de wereld van de ander en niet van de werkelijkheid. Wanneer we dus in staat zijn inzicht te krijgen in het model van de wereld van die ander, krijgen we informatie over wat die ander generaliseert, vervormt en welke infor matie die ander weglaat. Door op de generalisaties, vervormingen en weglatingen in te spelen zijn we in staat de ander zijn/haar model van de wereld te laten veranderen. Als gevolg van die veranderingen, verandert tevens het gedrag van de ander. Het inspelen op deze patronen kan door middel van het zogenaamde metamodel van NLP. Het metamodel geeft inzicht in modellen van de wereld die mensen hebben. Het is een serie taalpa tronen die gebruikt kunnen worden om ervaringen specifieker te maken, om in feite tot de kern te komen waar het eigenlijk om gaat. Het metamodel van NLP stelt ons in staat om de gegeneraliseerde en vervormde informatie, die mensen meestal geven, weer te verbinden met de zintuiglijke ervaringen, die er achter liggen. In de taal kunnen we onderscheid maken tussen een oppervlaktestructuur (de uitspraak) en de dieptestructuur (de subjectieve betekenis die aan de uitspraak ten grondslag ligt). Toepassing van het metamodel houdt in dat je op uitspraken reageert met vragen, die de spreker terugleiden naar concrete ervaringen. Als iemand bijvoorbeeld zegt: Mensen worden zenuwachtig van mij, dan slaat mensen op bepaalde concrete personen. De spreker noemt ze niet met name in de uitspraak (oppervlaktestructuur), maar ze zijn wel aanwezig in de ervaringen van de spreker en op die ervaringen is de uitspraak gebaseerd. Door te vragen: Welke mensen bedoel je precies? kan de brede generalisatie mensen nauwkeuriger aan concrete personen verbonden worden. Zo kan: Mensen worden zenuwachtig van mij bijvoorbeeld veranderen in: Angstige collega s worden soms zenuwachtig van mij, als ze denken dat ik het beter doe. Daarmee heb je dan twee doelen bereikt: 1. De spreker heeft de gelegenheid gekregen een overtuiging bij te stellen. 2. De gebruiker van het metamodel weet nu beter waar de spreker het over heeft: hij heeft de zintuiglijke kwaliteit van de informatie verbeterd. Het gebruik van het metamodel dient dus twee doelen: 1. Het maakt verandering mogelijk: het metamodel stimuleert de patiënt om zijn wereldmodel bij te stellen, aan te passen of te verfijnen. We kunnen ook spreken van het verrijken van iemands wereldmodel, omdat er meer keuzemogelijkheden worden geboden. 11

12 2. Het metamodel levert zowel de gebruiker als de patiënt meer inzicht in het wereldmodel van de patiënt, dat wil zeggen het geheel van generalisaties dat zijn innerlijke ervaring stuurt. Het gebruik van het metamodel levert in de communicatie veel voordelen op: 1. Het kan voorkomen dat je de informatie vanuit je eigen model van de wereld interpreteert. 2. Het stelt je in staat de ander zijn model nader te laten toelichten: wat zeg je en wat bedoel je te zeggen. 3. Het stelt je in staat om de ander bewust te maken van de beperkingen van zijn/haar model van de wereld, wat vaak een opening kan bieden naar herbezinning op gedane uitspraken, overtuigingen over iets of iemand. Mensen ordenen en verzamelen van informatie aan hand van drie belangrijke processen: 1. We generaliseren informatie B.v.: Ik vind tandarts de Jong niet leuk, kan worden: Oh, houd je niet van tandartsen? 2. We vervormen informatie B.v.: Ik heb een prijs gewonnen in de lotto, kan worden: Hij heeft enorm veel geld gewonnen in de lotto. 3. We laten informatie weg (delete) B.v.: Het was een uitstekende wedstrijd, Jansen liet echt zien dat die kan voetballen. En de rest van de spelers? Bij elk proces kunnen we verschillende taalpatronen onderscheiden, die hieronder nader zullen worden toegelicht. In deze toelichting wordt het taalpatroon omschreven, worden voorbeelden gegeven en wordt aangegeven met wat voor soort vragen je daar, als gebruiker van het metamodel, op kan reageren. Deze vragen worden uitdagingen genoemd, omdat ze de spreker uitdagen om zijn uitspraken te specificeren.(1) Bij generalisaties kunnen we de volgende taalpatronen onderscheiden: alles-of-niets-uitspraken (universele waarheden) modale operatoren Bij vervormingen kunnen we de volgende taalpatronen onderscheiden: gedachtelezen (mindreading) eeuwige waarheid (mening wordt gepresenteerd als een feit) oorzaak-gevolg-uitspraken Bij deleties (weglatingen) kunnen we de volgende taalpatronen onderscheiden: weglatingen zoals een halve vergelijking of een impliciete vergelijking ontbrekende referentie werkwoord is multi-interpretabel (ongespecificeerde werkwoorden) nominalisatie (1) 12

13 Alles-of-niets -uitspraken (universele waarheden): generalisatie Hierbij worden door de spreker universele waarheden gedaan op grond van één of een aantal ervaringen. Kernwoorden hierbij zijn: alles of niets, overal of nergens, altijd of nooit, iedereen of niemand. Voorbeeld: Alles wat ik hier doe is zinloos. Bij een alles-of-niets-uitspraak vragen we naar een tegenvoorbeeld. Dat kan op twee manieren: uitdaging door overdrijving: op verbaasde/uitdagende toon vragen: Meen je dat nou echt? Echt alles wat je hier doet is zinloos? uitdaging met een rechtstreekse vraag om een tege nvoorbeeld: Kan je niet één moment bedenken dat je hier iets zinvols hebt gedaan? Modale operatoren: generalisatie In het metamodel onderscheiden we: modale operatoren van mogelijkheid, en modale operatoren van noodzakelijkheid We hebben talloze opvattingen in ons model van de wereld over dingen die moeten of juist niet moeten (noodzakelijkheden). Wat we wel kunnen en wat niet (mogelijkheden). Deze generalisaties kunnen zeer beperkend werken, omdat we onze keuzemogelijkheden hierdoor bepe rken. Soms lijkt het zelfs of we geen enkele keuze meer hebben en zijn overgeleverd aan de goden. Kernwoorden hierbij zijn o.a.: moeten (noodzakelijkheid) en kunnen (mogelijkheid) Voorbeeld van een modale operator van mogelijkheid: Ik kan hier niet zomaar weglopen. Als uitdaging kan je bij een dergelijke modale operator altijd de vraag stellen: Wat houdt je tegen? Voorbeeld van een modale operator van noodzakelijkheid: Dit moet vanavond af zijn. Bij een dergelijke modale operator kan je als uitdaging vragen we naar de gevolgen die volgens de spreker zullen optreden wanneer hij niet doet wat hij moet doen: Wat gebeurt er als het vanavond niet af komt? Gedachtelezen: vervorming De spreker denkt te weten wat er in het hoofd van de ander omgaat, en laat hierdoor zijn gedachten bepalen. In principe gaat een gedachtelezer er vanuit dat de ander net zo denkt en voelt als hij/zij zelf en dezelfde normen en waarden hanteert. Er zijn geen specifieke kernwoorden waaraan je de gedachtelezer kan herkennen. Er worden zaken geventileerd en gedacht over wat een ander denkt, zal doen als, etc. zonder dat daarover navraag is gedaan. Voorbeeld: Zij mag mij niet Uitdaging: Hoe weet je dat? Waar leid je dat uit af? Antwoord1: Zij heeft het zelf tegen mij gezegd (conclusie klopt) Antwoord2: Zij heeft laatst vergeten een brief in mijn postbak te leggen. Uitdaging: Als jij vergeet iets aan iemand te geven, betekent dat dan ook altijd dat jij die persoon niet mag? De bedoeling van deze uitdaging is de spreker uit te nodige n de feiten waarop hij zijn conclusie over de ander baseert nog eens te onderzoeken, om misschien tot andere conclusies te komen. 13

14 Eeuwige waarheid: vervorming In het geval van een eeuwige waarheid wordt een mening gepresenteerd als feit. Er wordt niet bij vermeld dat het een mening is en het is niet duidelijk van wie die mening afkomstig is. De bronvermelding of de handelende persoon wordt weggelaten. Voorbeeld: Vrouwen zijn geen goede tandartsen. Uitdaging: Wie vindt dat? Wie zegt dat? Volgens wie is dat zo? Oorzaak-gevolg -uitspraak: vervorming In oorzaak-gevolg-uitspraken wordt een externe stimulus aangewezen als oorzaak van een innerlijk proces, een gevoel of een gedachte. Voorbeeld: Zijn geklaag ondermijnt mijn motivatie. Uitdaging: Hoe precies leidt zijn geklaag tot vermindering van jouw motivatie? Antwoord: Zijn geklaag irriteert mij en daardoor ben ik niet gemotiveerd om te werken. Bij een oorzaak-gevolg-uitspraak vragen we naar de samenhang tussen oorzaak (X) en gevolg (Y). Dat kan op twee manieren: door te vragen: Hoe precies leidt X tot Y? Hoe precies wordt Y door X veroorzaakt? door te vragen naar een tegenvoorbeeld, waarbij de oorzaak wel aanwezig was, maar het gevolg niet optrad: Heb je ooit meegemaakt dat X niet tot Y leidde? Deze uitdagingen dienen om de spreker uit te nodigen de innerlijke processen te beschrijven die plaatsvinden tussen de oorzaak en het gevolg. De externe stimulus (het geklaag van de collega) valt namelijk vaak buiten de controle van de spreker, terwijl hij op zijn interne pr o- cessen veel meer invloed heeft Weglatingen Hierbij wordt in de uitspraak informatie weggelaten waarvan je aanvoelt dat die informatie wel in de dieptestructuur aanwezig moet zijn. Voorbeeld: Ik begrijp het niet. Ik ben erg nieuwsgierig. Uitdaging: Wat begrijp je niet? Waar ben nieuwsgierig naar? Bij een weglating vragen we om een specificatie: Wie? Wat? Waar? Waarmee? Halve vergelijkingen vormen een speciaal soort weglatingen: de ene helft van een tweezijdige vergelijking wordt niet genoemd, of bij een overtreffende trap wordt niet aangegeven wat er overtroffen wordt. Voorbeeld: Oma is beter af in een verzorgingstehuis. Uitdaging: Vergeleken met wat of wie is ze daar beter af? Bij een halve vergelijking vragen we naar de andere helft van de vergelijking: Beter dan wat/wie? Groter dan wat? Aardiger dan wie? Impliciete vergelijkingen zijn ook weglatingen. Bij een impliciete vergelijking wordt geen vergelijkingswoord zoals beter of een overtreffende trap gebruikt, maar wel een woord dat een vergelijking veronderstelt. Voorbeelden van zulke woorden zijn: echte, pure, zuivere, ware, wezenlijke, essentiële. Voorbeeld: Ik zoek echte betrokkenheid. Uitdaging: Wat moet er echter aan zijn dan aan andere vormen van betrokkenheid? Onbrekende referentie: weglating De referentie van een uitspraak ontbreekt als in de uitspraak de naam van het object, een plaats, een persoonsvorm of een eigennaam is vervangen door een aspecifieke aanduiding. Voorbeeld: Mensen zijn saai! Er wordt gepraat. 14

15 Uitdaging: Welke mensen bedoel je precies? Wie praat er met wie? Bij een groepsaanduiding vragen we om een specificatie: Wie precies? Wat precies? Wat bedoel je precies? Het werkwoord is multi-interpretabel (ongespecificeerde werkwoorden): weglating Geen enkel werkwoord is volledig specifiek. Toch zijn er meer of minder gespecificeerde werkwoorden. Bij het gebruik van ongespecificeerde werkwoorden wordt de luisteraar in feite gedwongen zelf betekenis te geven aan die werkwoorden om de zin ook te kunnen begrijpen. We spreken van een vaag of een ongespecificeerd werkwoord als het werkwoord niet aangeeft om welke handelingen het gaat. Dit lijkt op een ontbrekende referentie, alleen gaat het nu om een handeling. Voorbeeld: We gaan deze organisatie onder handen nemen. Uitdaging: Hoe met name? Welke handeling bedoel je daarmee? Wat ga je precies doen? Hoe precies? Nominalisatie: weglating Bij een nominalisatie wordt een levend, dynamisch, doorgaand proces als een ding (met een zelfstandig naamwoord) weergegeven. Informatie over de proceskant van de verschijnselen wordt daardoor weggelaten. Voorbeeld: De beslissing is gevallen. Mijn tolerantie is op. Ons beleid werkt stimulerend. Uitdaging: Hoe is dat beslist? Op wat voor manier ben je bezig om minder tolerant te worden? Wat voor stimulerends hebben jullie bedacht en gedaan? Een test of een zelfstandig naamwoord een nominalisatie is, is de vraag: Kan je het (zelfsta n- dig naamwoord) in een kruiwagen doen? Als dat niet het geval is heb je te maken met een nominalisatie. Een andere vraag kan zijn: Is het tastbaar? Bij een nominalisatie vragen we naar het proces dat is omgezet in een ding: Hoe heb je..? Hoe is dat gegaan? Wat gebeurt er als..? Wat gebeurde er toen..? Elke vraag die de spreker stimuleert om te denken aan een levend, dynamisch, in de tijd verlopend proces, is een goede vraag. (1) Werken met het metamodel Het stellen van veel metamodel-vragen kan op de patiënt overkomen als een kruisverhoor. Het metamodel is bedoeld om mensen te helpen veranderen. Bij mensen die daar niet om gevraagd hebben, kan dit echter irriterend werken. De oplossing daarvoor is het opbouwen van een goed rapport en het onderhouden van dat rapport. Als je bij het stellen van metamodelvragen merkt dat het rapport wordt verstoord, richt je dan eerst op het herstellen van het rapport voordat je verder gaat met het metamodel. Een andere moeilijkheid is dat er meerdere taalpatronen in één zin kunnen voorkomen: Ik moet nu echt dingen veranderen. Je kan dan de volgende metamodel-vragen stellen: Wat zou er gebeuren als je niet iets veranderde? (modale operator van noodzakelijkheid) Wat is er echter aan dit moeten dan aan andere moetens? (impliciete vergelijking) Welke dingen moet je met name veranderen? (ontbrekende referentie) Wat versta je precies onder veranderen, wat bedoel je daarmee? (ongespecificeerd werkwoord) De keuze wordt bepaald door de non-verbale onderstreping door de spreker en de informatieprioriteiten van de gebruiker van het metamodel. Als de spreker non-verbaal de nadruk legt op het woord echt dan ligt het voor de hand om de daarbij behorende metamodel-vraag te stel- 15

16 len. Het ene gegeven is ook belangrijker dan het andere. Als iemand zegt: Lekker weertje vandaag, dagen we meestal niets uit. Afhankelijk van de informatiebehoefte kunnen we zoveel mogelijk metamodel-vragen stellen als het rapport toelaat. (1) Veranderen van de overtuiging Een overtuiging bestaat uit een bepaalde structuur (zie figuur 2) te weten: 1. een betekenis (conclusies of (subjectief ervaren) gevolgen), die gebaseerd is op 2. een verschijnsel (oorzaken en feiten), en zijn belangrijkheid ontleent aan 3. een criterium (waarden en belangen) verschijnsel "feit" betekenis "conclusie" figuur 2 criterium "waarde" Stel dat iemand ervan overtuigd is dat 'je mondhygiënisten nooit helemaal kan vertrouwen'. Dat is een conclusie (een betekenis): een generalisatie. Op welke ervaring(en) is deze generalisatie (de betekenis) gebaseerd? Door de patiënt te vragen: 'Hoe weet je dat je mondhygiënisten nooit helemaal kan vertrouwen?' of: 'Hoe komt het dat dat zo is?' stuur je zijn denken in de richting van deze ervaringen (dieptestructuur): het verschijnsel waarop de betekenis geba seerd is (zie figuur 3). Wat betekent dat voor jou? Wat zegt dat over.? Wat concludeer je daaruit? feit conclusie figuur 3 Hoe weet je dat? Waarom vind je dat? Waar baseer je dat op? Misschien zegt hij: 'De eerste keer dat ik naar een mondhygiënist ging, verzekerde deze mij dat de behandeling geen pijn zou doen. Toch heb ik veel pijn gehad tijdens en na de behandeling. Daarna ben ik nooit meer naar een mondhygiënist gegaan.' Je weet dan op welke ervaring de conclusie gebaseerd is. In feite geeft de spreker hier het criterium al namelijk geen pijn willen hebben. (Dit is een away-from criterium waar men vanaf wil, dus wil voorkomen. 16

17 Dit in tegenstelling tot towards-criteria: deze wil men juist invullen; daar wil men juist naar toe.) Wanneer iemand dat niet doet dan kan je het criterium opvragen door naar het belang van de betekenis te vragen (zie figuur 4). Bijvoorbeeld waarom kan je mondhygiënisten nooit helemaal vertrouwen? Nou ze doen je pijn en ik wil geen pijn lijden. Daaruit kan je afleiden dat voor diegene 'geen pijn lijden' een belangrijk criterium is.(1) conclusie Hoe speelt dat in deze situatie? Hoe krijgt [criterium] hier [wel/niet] gestalte? Waarom is dat belangrijk? Nou en? Wat maakt dat uit? En dus figuur 4 criterium Mensen hebben de vrijheid van conclusie dat wil zeggen dat ze de vrijheid hebben om zelf te bepalen welke conclusie ze uit een bepaalde feitelijke situatie trekken; welke betekenis ze aan informatie toekennen. Het verstrekken van nieuwe informatie werkt meestal niet voldoende om een overtuiging te veranderen, omdat aan die nieuwe informatie een betekenis wordt gegeven die bij de oude overtuiging past. De rela tie tussen verschijnsel en betekenis ligt namelijk niet vast. We kunnen een verschijnsel iedere betekenis geven die we maar willen (vrijheid van conclusie). Wat moet veranderen, als we een overtuiging willen doorbreken, is niet de informatie zelf, maar de betekenis die we aan die informatie toekennen. (4) Er zijn 12 patronen om een overtuiging uit te dagen en een nieuw gezichtspunt aan te bieden: 1. Betekenis-reframe (herdefinitie van de betekenis) 2. Context-reframe (herdefinitie van de context) 3. Herdefinitie van het verschijnsel 4. Kern-begrip toepassen op zichzelf bij verschijnsel 5. Kern-begrip toepassen op zichzelf bij betekenis 6. Criterium toepassen op zichzelf 7. Hiërarchie van criteria gebruiken 8. Wijzen op bedoeling 9. Wijzen op gevolgen 10. Analogie met betekenis 11. Analogie met verschijnsel-betekenis relatie 12. Meta-kader 17

18 Reframing Reframing, ook wel herkaderen genoemd, houdt in dat je een nieuwe betekenis toekent aan zaken of situaties die gebeurd zijn of die nog in de toekomst liggen. In feite zet je om het verschijnsel een nieuw kader. De betekenis is namelijk afhankelijk van het kader dat rond het verschijnsel wordt geplaatst. Je kan onderscheid maken tussen betekenis-reframing, contextreframing en gedragsreframing (zie hieronder). Je kan deze soorten gebruiken voor dezelfde uitspraken, maar in het geval van een impliciete vergelijking (zie paragraaf 2.3.6) kan je beter een context-reframe gebruiken. Daarnaast bestaan er ook nog universele reframes, die in tal van situaties te gebruiken zijn. Een universele reframe is eigenlijk meer een attitude of vooronderstelling en komt indirect tot uiting in alles wat je zegt en doet. Voorbeelden van universele reframes: Dat je fouten hebt, maakt je menselijk, Ieder gedrag heeft een positieve bedoeling, Ieder gedrag was ooit de beste ke uze die iemand had. (4) Betekenis-reframe Bij een betekenis-reframe wordt de oorspronkelijke betekenis herkaderd. Aan het verschijnsel wordt een andere, minder belemmerende betekenis verbonden (zie figuur 5). Het oorspronkelijke criterium dient ge respecteerd te worden wil de herkadering effect hebben. Immers op grond van dat criterium is juist voor die betekenis gekozen. Ook het verschijnsel blijft intact. (4) Nieuwe betekenis Verschijnsel Oorspronkelijke betekenis figuur 5 criterium Stel iemand zegt: Mondhygiënisten zijn nare vervelende pe rsonen. Als je dan vraagt: Waar baseer je dat op?' vraag je naar het verschijnsel. Antwoord: De eerste keer dat ik naar de mondhygiënist ging, heb ik heel veel pijn gehad. Ook de keren daarop was mijn gebit na en tijdens de behandeling altijd heel gevoelig. De structuur van de overtuiging ziet er dan als volgt uit (zie ook figuur 6): Betekenis: Mondhygiënisten (Mhg) zijn nare vervelende mensen Verschijnsel: ze doen je pijn (slechte ervaring met mondhygiënist) Criterium: geen pijn willen hebben. 18

19 Mhg doen je pijn figuur 6 Geen pijn willen hebben Je kan de overtuiging uitdagen door bijvoorbeeld te zeggen: Geen pijn willen hebben is een logische zaak, dat wil toch niemand (het in stand laten van het away-from criterium), maar dat je pijn hebt gehad tijdens die eerste behandeling (verschijnsel blijft intact) hoeft nog niet te bete kenen dat mondhygiënisten nare vervelende mensen zijn. Het zou ook kunnen betekenen dat er zo veel moest worden gedaan aan achterstallige verzorging dat dit niet geheel pijnloos gedaan kon worden. Het zou een reden kunnen zijn de mondhygiëniste vaker te bezoeken, zodat de behandelingen minder ingrijpend hoeven te zijn Context-reframe Bij een context-reframe plaats je het verschijnsel (vaak een gedrag) in een andere context waarin het een positieve betekenis zou hebben (zie figuur 7). Als iemand aan een verschijnsel (gedrag) een betekenis toekent, doet hij dat impliciet in een bepaalde context. Bij context - reframing wordt die context vervangen op de volgende manier: 1. Vraag je af: In welke situatie heeft dit verschijnsel (gedrag) een andere waarde? En wat is dan die waarde? 2. Als je die context hebt gevonden, kan je de context of positief of negatief presenteren.(4) hetzelfde verschijnsel nieuwe betekenis nieuwe context hetzelfde criterium verschijnsel Mhg zijn nare vervelende mensen Betekenis criterium figuur 7 Oorspronkelijke context 19

20 Uitgaande van dezelfde overtuiging kan je pijn die de patiënt op de stoel gehad heeft verplaatsen naar een andere context. Bijvoorbeeld door tegen de patiënt te zeggen: 'Stelt u zich eens voor: U bent op vakantie en u voelt dezelfde pijn aan uw gebit als tijdens die eerste keer, terwijl er in de verste verte geen mondhygiënist of tandarts in de buurt is. Wat dan?' Je verplaatst de patiënt dan, met het verschijnsel in zijn gedachten, uit de stoel in een andere context (vakantie). Een voorbeeld van gedragsherkadering is: 'Dat u zo'n pijn heeft gehad, wil in ieder geval zeggen dat u uw eigen gebit nog heeft. Stel u had een kunstgebit dan had u de pijn niet gevoeld, maar dan had u ook niet zo n mooi gebit als dat u nu heeft.' Herdefinitie van het verschijnsel Bij een herdefinitie van het verschijnsel wordt de oorspronkelijke betekenis niet veranderd. Deze betekenis is echter met de andere definitie van het verschijnsel veel moeilijker te handhaven: de ander wordt uitgenodigd om zelf een nieuwe conclusie te trekken (zie figuur 8). Wanneer iemand je betekenis-reframe niet accepteert, kan je het proberen met een herdefinitie van het verschijnsel. Nadeel hiervan is wel dat over verschijnselen vaak meer te twisten valt dan over betekenissen.(4) herdefinitie verschijnsel Nieuwe betekenis Verschijnsel Oorspronkelijke betekenis figuur 8 criterium Een voorbeeld van herdefinitie van het verschijnsel: 'Mensen die andere mensen pijn doen zou je inderdaad nare vervelende mensen kunnen noemen, maar vertel eens: Heb jij een ander wel eens pijn gedaan omdat dat nu eenmaal noodzakelijk was? Ben jij daardoor een nare vervelende persoon?' Of: 'Heb je wel eens met een scherp voorwerp een splinter bij je dochter uit haar vingers gehaald? Dat deed vast pijn. Ben jij daarom een nare vervelende persoon? Kern-begrip toepassen op zichzelf (bij verschijnsel of bij betekenis) Het toepassen op zic hzelf van een verschijnsel of betekenis bestaat uit drie stappen: 1. Kijk naar het belangrijkste begrip in de zin (verschijnsel of betekenis). 2. Bedenk een algemene zin die de overtuiging uitdaagt of ondermijnt. 3. Gebruik het belangrijkste begrip uit stap 1 in de zin van stap 2. (4) 20

Dubbele identiteit. Anja Bekink! Samenwerking: het CJG van ons allen of ieder voor zich? Door:

Dubbele identiteit. Anja Bekink! Samenwerking: het CJG van ons allen of ieder voor zich? Door: Dubbele identiteit Samenwerking: het CJG van ons allen of ieder voor zich? Door: Programma Welke dubbele identiteit? Wil niet of kan niet? De casus & de cirkel The Matrix & de Verrassingen De professional

Nadere informatie

Het NLP communicatie model

Het NLP communicatie model Het NLP communicatie model Ontdek jouw communicatie waarnemingsfilters Leef je natuurlijk leiderschap 1 Inleiding Op het moment dat veranderingen in een organisatie plaatsvinden is communicatie één van

Nadere informatie

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf Ideeën presenteren aan sceptische mensen Inleiding Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat het moeilijk kan zijn om gehoor te vinden voor informatie of een voorstel. Sommige mensen lijken er uisluitend

Nadere informatie

Adviezen in een hulpverlenend gesprek: zegen of vloek? Door: Johan Clarysse, stafmedewerker Tele-Onthaal West-Vlaanderen

Adviezen in een hulpverlenend gesprek: zegen of vloek? Door: Johan Clarysse, stafmedewerker Tele-Onthaal West-Vlaanderen Adviezen in een hulpverlenend gesprek: zegen of vloek? Door: Johan Clarysse, stafmedewerker Tele-Onthaal West-Vlaanderen Adviezen in een hulpverlenend gesprek: zegen of vloek? 1 Advies is vaak iets anders

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Februari 2012 Workshop Eviont

Februari 2012 Workshop Eviont Het Brein heeft een doel nodig! Februari 2012 Workshop Eviont Het Brein heeft een doel nodig! Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE...2 LEESWIJZER...3 INLEIDING...4 STAP 1: HET KADER...5 STAP 2: STATE, GEDRAG EN

Nadere informatie

Daag jij je team wel voldoende uit? Workshop Thijs Boogert

Daag jij je team wel voldoende uit? Workshop Thijs Boogert Daag jij je team wel voldoende uit? Workshop Thijs Boogert Agenda Wat gaan we doen vandaag? Even voorstellen Het leerdoel Noodzaak van luisteren De vraagtechniek Taalpatronen en uitdagingen Ervaren Discussie

Nadere informatie

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.

Nadere informatie

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Mensen zoeken hulp omdat ze overhoop liggen met zichzelf of met anderen. Dit kan zich op verschillende manieren uiten. Sommige mensen worden

Nadere informatie

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als

Nadere informatie

Luisteren en samenvatten

Luisteren en samenvatten Luisteren en samenvatten Goede communicatie, het voeren van een goed gesprek valt of staat met luisteren. Vaak denk je: Dat doe ik van nature. Maar schijn bedriegt: luisteren is meer dan horen. Vaak luister

Nadere informatie

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen 14 In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen einde, alleen een voortdurende kringloop van materie

Nadere informatie

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost Beantwoord eerst de volgende vragen: 1. Welke inzichten heb je gekregen n.a.v. het vorige deel en de oefeningen die je hebt gedaan? 2. Wat heb je er in de praktijk mee gedaan? 3. Wat was het effect op

Nadere informatie

Oefenvragen Management Assistent A - Communicatie

Oefenvragen Management Assistent A - Communicatie Oefenvragen Management Assistent A - Communicatie 1. De meeste mensen zijn primair: A. visueel ingesteld. B. kinesthetisch ingesteld. C. socialistisch ingesteld. D. auditief ingesteld. 2. Wat is het belangrijkste

Nadere informatie

Het gedragmodel. 1. Inleiding

Het gedragmodel. 1. Inleiding Het gedragmodel 1. Inleiding Het gedragmodel is een NLP-techiek, ontwikkeld door Peter Dalmeijer (zie www.vidarte.nl) en Paul Lenferink. Het model leert ons feedback te geven waarbij we anderen op hun

Nadere informatie

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Stel dat dat (te grote wonder) gebeurt, ik betwijfel of dat zal gebeuren, maar stel je voor dat, wat zou je dan doen dat je nu niet doet? (p36)

Nadere informatie

Verbindingsactietraining

Verbindingsactietraining Verbindingsactietraining Vaardigheden Open vragen stellen Luisteren Samenvatten Doorvragen Herformuleren Lichaamstaal laten zien Afkoelen Stappen Werkafspraken Vertellen Voelen Willen Samen Oplossen Afspraken

Nadere informatie

NLP PRACTITIONER 2015

NLP PRACTITIONER 2015 2015 ERKEND, PRAKTIJKGERICHT EN VERBREDEND De erkende NLP Practitioner opleiding van the Sphere is praktijkgericht en verbredend. Het biedt een uitstekende structuur voor effectieve communicatie, persoonlijke

Nadere informatie

Kort testje: ik stel enkele vragen. Daarna vertelt ieder waar hij keek en dus welke persoonlijkheid hij waarschijnlijk heeft.

Kort testje: ik stel enkele vragen. Daarna vertelt ieder waar hij keek en dus welke persoonlijkheid hij waarschijnlijk heeft. Tekst bij PPt Workshop MatriXmethode, Congres Investeren in Verlies loont, 1 juni 2012, Huissen Dia 1 Wat kun je verwachten dit uur? *** Tekst van dia *** Dia 2 Welk representatie systeem heeft ieder.

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Vrienden kun je leren

Vrienden kun je leren Vrienden kun je leren Hallo! Wij zijn Reinder en Berber, en wij hebben de afgelopen maanden hard gewerkt om dit boekje te maken, speciaal voor jongeren met het syndroom van Asperger. Hieronder vind je

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

Wat het effect van een vraag is, hangt sterk af van het soort vraag. Hieronder volgen enkele soorten vragen, geïllustreerd met voorbeelden.

Wat het effect van een vraag is, hangt sterk af van het soort vraag. Hieronder volgen enkele soorten vragen, geïllustreerd met voorbeelden. Actief luisteren Om effectief te kunnen communiceren en de boodschap van een ander goed te begrijpen, is het belangrijk om de essentie te achterhalen. Je bent geneigd te denken dat je een ander wel begrijpt,

Nadere informatie

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven ecourse Moeiteloos leren leidinggeven Leer hoe je met minder moeite en tijd uitmuntende prestaties met je team bereikt 2012 Marjan Haselhoff Ik zou het waarderen als je niets van de inhoud overneemt zonder

Nadere informatie

Affirmaties, welke passen bij mij?

Affirmaties, welke passen bij mij? Affirmaties, welke passen bij mij? Veel mensen maken gebruik van affirmaties, om hun gevoel, zelfbeeld en gedachten positief te beïnvloeden. Regelmatig hoor ik van cliënten, dat hoe vaak ze ook affirmeren,

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL KINDEREN LEKKER IN HUN VEL 1. Welkom wij zijn Karin Hallegraeff en Noelle van Delden van Praktijk IKKE Karin stelt zich voor en er komt een foto van Karin in beeld. Noelle stelt zich voor en er komt een

Nadere informatie

Avondcursus kennismaken met NLP

Avondcursus kennismaken met NLP Avondcursus kennismaken met NLP Voor mensen die meer inzicht in zichzelf en anderen willen krijgen en zich verder willen ontwikkelen, is dit een prima inleiding in NLP! Waarnemingsstructuur: zintuiglijke

Nadere informatie

Kan dat? Ook als je het van huis uit niet zo hebt meegekregen?

Kan dat? Ook als je het van huis uit niet zo hebt meegekregen? Omdat je je kennis wilt delen, nieuwe klanten wilt werven, politiek of maatschappelijk gezien een boodschap wilt overbrengen, je onderneming wilt promoten. Redenen genoeg om een sterke spreker te willen

Nadere informatie

Zonder dieet lekkerder in je vel!

Zonder dieet lekkerder in je vel! Zonder dieet lekkerder in je vel! Vijf vragen en vijf stappen om te ontdekken hoe je jouw eetpatroon kunt veranderen en succesvol kunt afvallen. Overgewicht neemt ernstige vormen aan, veel volwassenen

Nadere informatie

Module 2. Afleren. Tekstboek een nieuwe geest in 28 dagen Doe het zelf mindset transformatie voor de moedige mens _ en wereldverbeteraar.

Module 2. Afleren. Tekstboek een nieuwe geest in 28 dagen Doe het zelf mindset transformatie voor de moedige mens _ en wereldverbeteraar. Module 2. Afleren. Dag 11. Het immuunsysteem van je geest. Vandaag leer je hoe je beperkende overtuigingen uit je systeem kunt opruimen door een lang vergeten vriend weer op te zoeken en te omarmen. Deze

Nadere informatie

Communicatie op de werkvloer

Communicatie op de werkvloer Communicatie op de werkvloer Voor een goede communicatie op de werkvloer is het noodzakelijk dat we letterlijk dezelfde taal spreken. Een goede kennis van het vakjargon is dan ook erg belangrijk. Net zo

Nadere informatie

5. Overtuigingen. Gelijk of geluk? Carola van Bemmelen Food & Lifestylecoaching. Jouw leven op dit moment weerspiegelt exact jouw overtuigingen

5. Overtuigingen. Gelijk of geluk? Carola van Bemmelen Food & Lifestylecoaching. Jouw leven op dit moment weerspiegelt exact jouw overtuigingen 5. Overtuigingen Jouw leven op dit moment weerspiegelt exact jouw overtuigingen Een overtuiging is een gedachte die je hebt aangenomen als waarheid doordat ie herhaaldelijk is bevestigd. Het is niet meer

Nadere informatie

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente Geloven kun je niet alleen! Stap 1 Jouw kijk op de wereld 15 min. Kijken in de spiegel naar jezelf Wat vind je van je eigen lichaam? Wat vind je mooi? Als je zou mogen kiezen, welk deel zou je dan weghalen?

Nadere informatie

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk?

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk? Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk? Zodra er twee of meer mensen in 1 ruimte zijn is er sprake van communicatie, ook al wordt er niet gesproken. Het is

Nadere informatie

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten Tot een geloofsgesprek komen I Ontmoeten Het geloofsgesprek vindt plaats in een ontmoeting. Allerlei soorten ontmoetingen. Soms kort en eenmalig, soms met mensen met wie je meer omgaat. Bij de ontmoeting

Nadere informatie

Waar gaan we het over hebben?

Waar gaan we het over hebben? Waar gaan we het over hebben? Onderwerp: Als je verliefd op iemand bent is dat vaak een fijn gevoel. Als de ander dan ook verliefd op jou is, wordt dit gevoel alleen maar sterker. Het is echter niet altijd

Nadere informatie

2010 Marco Honkoop NLP coaching & training

2010 Marco Honkoop NLP coaching & training 2010 Marco Honkoop NLP coaching & training Introductie Dit ebook is gemaakt voor mensen die meer geluk in hun leven kunnen gebruiken. We kennen allemaal wel van die momenten dat het even tegen zit. Voor

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt. -----

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt. ----- Test: Je persoonlijke afweerprofiel Met de volgende test kun je bepalen welk afweermechanisme je het meest gebruikt. Iedereen gebruikt alle afweervormen, maar er bestaan verschillen in de frequentie waarmee

Nadere informatie

Online Psychologische Hulp Angst & Paniek

Online Psychologische Hulp Angst & Paniek Online Psychologische Hulp Angst & Paniek 2 Therapieland Therapieland Online Psychologische Hulp In deze brochure maak je kennis met de online behandeling Angst & Paniek van Therapieland. Je krijgt uitleg

Nadere informatie

NLP PRACTITIONER 2016

NLP PRACTITIONER 2016 2016 ERKEND, PRAKTIJKGERICHT EN VERBREDEND De erkende NLP Practitioner opleiding van ISEMI is praktijkgericht en verbredend. Het biedt een uitstekende structuur voor effectieve communicatie, persoonlijke

Nadere informatie

Wil jij minderen met social media?

Wil jij minderen met social media? Wil jij minderen met social media? Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2016 Hulpboekje social media 1 Hoe sociaal zijn social media eigenlijk? Je vindt dat je teveel tijd doorbrengt op social media.

Nadere informatie

1.Inleiding: De Plug & Play Business Formule

1.Inleiding: De Plug & Play Business Formule Werkboek Inhoudsopgave: 1.Inleiding: De Plug & Play Business Formule 2. Het H.A.R.T. model 2.1. H.A.R.T. staat voor: 2.1.1. Mijn verhaal over oprechte communicatie 2.1.1: Hoofd Gebruik de rest van deze

Nadere informatie

COMMUNICATIE DE AXIOMATA

COMMUNICATIE DE AXIOMATA COMMUICATIE DE AXIOMATA Mireille Jacobs Gezins en relatietherapie Bemiddeling, in familiezaken www.familiekwesties.be CAW oost Vlaanderen Vormingscentrum VCOK lid Forum voor Bemiddeling. Jozef Plateaustraat,

Nadere informatie

Workshop overtuigingen

Workshop overtuigingen Workshop overtuigingen Inleiding Overtuigingen zijn vaak automatische gedachten, die de keuze- en handelingsvrijheid van mensen onnodig beperken. Het zijn vaak algemene, sterk emotioneel geladen ideeën

Nadere informatie

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman Compassie leven 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman Inhoudsopgave Voorwoord Wekelijkse inspiraties 01 Geweld in de taal? Wie, ik?

Nadere informatie

Feedback. Wat is feedback?

Feedback. Wat is feedback? Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen

Nadere informatie

Susanne Hühn. Het innerlijke kind. angst loslaten

Susanne Hühn. Het innerlijke kind. angst loslaten Susanne Hühn Het innerlijke kind angst loslaten Inhoud Inleiding 7 Hoe ontstaat angst? 11 Wegen uit de angst 19 Het bange innerlijke kind leren kennen 35 Meditatie Het bange innerlijke kind leren kennen

Nadere informatie

HOE JE IN 5 STAPPEN ECHT ZELFVERTROUWEN OPBOUWT

HOE JE IN 5 STAPPEN ECHT ZELFVERTROUWEN OPBOUWT HOE JE IN 5 STAPPEN ECHT ZELFVERTROUWEN OPBOUWT DOOR ANN VAN RIET WWW.ALTHEA-COACHING.BE Hallo! In dit e-book ga je leren hoe je echt zelfvertrouwen kan opbouwen. En daarmee bedoel ik dus niet gewoon denken

Nadere informatie

Transactionele Analyse. Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Transactionele Analyse. Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Transactionele analyse of TA is de term die gebruikt wordt voor de persoonlijkheidstheorie en tevens psychotherapeutische behandelmethode zoals

Nadere informatie

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als 4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.

Nadere informatie

Breng je onbewuste belemmeringen in beeld! Orang Malu Coaching

Breng je onbewuste belemmeringen in beeld! Orang Malu Coaching Breng je onbewuste belemmeringen in beeld! Orang Malu Coaching Ik zou die studie wel willen beginnen maar Ik weet niet waarom ik in deze baan blijf hangen Ik wil mijn leven drastisch omgooien maar ik kom

Nadere informatie

Stap 6: Wat is de kernovertuiging?

Stap 6: Wat is de kernovertuiging? E-Learning: Hoe krijgen ze me zo gek als leidinggevende? Module 7/9 Stap 6: Wat is de kernovertuiging? De relevante vraag is hier: wat is het ergste wat er kan gebeuren als hij zijn controledrang loslaat?

Nadere informatie

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur 1 Les twee Welkom bij les twee van deze e-cursus waarin we je willen laten zien hoe je groter kunt worden zodat je problemen

Nadere informatie

De eerste liefde van God

De eerste liefde van God De eerste liefde van God Trouwpreek over 1 Johannes 3:16 (ds. Jos Douma) gehouden in de trouwdienst van Jeroen en Marjoke Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is

Nadere informatie

Je doel behalen met NLP.

Je doel behalen met NLP. Je doel behalen met NLP. NLP werkt het beste als al je neurologische niveaus congruent zijn. Met andere woorden: congruent zijn betekent wanneer je acties en woorden op 1 lijn zijn met je doelen, overtuigingen,

Nadere informatie

19. NLP Business Practitioner Test

19. NLP Business Practitioner Test 19. NLP Business Practitioner Test Test je kennis... Inleiding Je bent zover dat je de test kunt maken. Het is de bedoeling dat je een 10 haalt en daarom mag je hem zo vaak inleveren als je wilt. Het boek

Nadere informatie

Doe Gelukkiger. Marco Honkoop NLP coaching & training

Doe Gelukkiger. Marco Honkoop NLP coaching & training 1 Inhoudsopgave 1. Introductie... 3 2. Je goed voelen om niets... 5 2.1 Gevoel trainen... 6 2.2 Strategie goed voelen... 7 3. Goede beslissingen nemen... 9 3.1 Strategie goede beslissingen nemen... 10

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

Kiezen voor coaching als managementstijl

Kiezen voor coaching als managementstijl Kiezen voor coaching als managementstijl Druk, druk druk! Bijna iedere manager kent wel dit gevoel. Beter leren delegeren dus! Om te kunnen delegeren heb je echter verantwoordelijke en zelfsturende medewerkers

Nadere informatie

Systemisch perspectief

Systemisch perspectief Systemisch perspectief Elk mens is deel van een systeem: gezin, familie, vrienden, werk, maatschappij. Ook de mensen die er niet meer zijn, hebben hierin hun plek. In ons thuisgezin vinden we de oorsprong

Nadere informatie

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers Praten over boeken in de klas Het vragenspel van idan hambers We weten pas wat we denken als we het onszelf horen zeggen. (idan hambers). Elk individu, kind en volwassene, beleeft een tekst op geheel eigen

Nadere informatie

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN De meeste mensen, en dus ook leerlingen, praten niet alleen met anderen, maar voeren ook gesprekken met en in zichzelf. De manier waarop leerlingen over, tegen en in zichzelf

Nadere informatie

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Ontdek je kracht voor de leerkracht Handleiding les 1 Ontdek je kracht voor de leerkracht Voor je ligt de handleiding voor de cursus Ontdek je kracht voor kinderen van groep 7/8. Waarom deze cursus? Om kinderen te leren beter in balans te

Nadere informatie

Sociale/pedagogische vragenlijst

Sociale/pedagogische vragenlijst Bijlage 1 Sociale/pedagogische vragenlijst voor ouders en begeleiders van mensen met een matige tot (zeer) ernstige verstandelijke beperking, al dan niet in combinatie met een lichamelijke beperking 1

Nadere informatie

Doel A bestaat uit vier inhoudelijke elementen waar we bij stil zullen staan in deze studie:

Doel A bestaat uit vier inhoudelijke elementen waar we bij stil zullen staan in deze studie: Doel A: Geboren in het Koninkrijk : studenten zowel kerkelijk als niet-kerkelijk komen tot persoonlijke geloofsovergave aan Jezus en leren dit proces voor zichzelf verwoorden. Doel A bestaat uit vier inhoudelijke

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: hoofdstuk 10 Hoe je je voelt Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: zenuwachtig wakker worden omdat je naar school moet, vrolijk

Nadere informatie

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN In deze huiswerkopdracht wordt uitgelegd wat leefregels en ik-ben-opvattingen zijn en het belang ervan bij het doorbreken van gewoontepatronen. Een voorbeeld van Marjolijn illustreert hoe leefregels en

Nadere informatie

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb hoofdstuk 8 Kernovertuigingen Kernovertuigingen zijn vaste gedachten en ideeën die we over onszelf hebben. Ze helpen ons te voorspellen wat er gaat gebeuren en te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit.

Nadere informatie

Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag.

Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag. Feedbackvragen Overtuigen en presenteren Vraag 1 Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag. Geef per doel aan of je die al beheerst, waarbij N = nee, O = om verder te ontwikkelen

Nadere informatie

Assertiviteit. BOL 1 e jaars AG studenten

Assertiviteit. BOL 1 e jaars AG studenten BOL 1 e jaars AG studenten In de beroepspraktijk verwacht men van je dat je kunt opkomen voor jezelf en voor je opvattingen over je stage, de hulpverlening etc. Men verwacht tegelijkertijd dat je dit op

Nadere informatie

communicatie vanuit systeemtheoretisch perspectief Je kunt niet niet communiceren, besef het! (er is geen nooduitgang)

communicatie vanuit systeemtheoretisch perspectief Je kunt niet niet communiceren, besef het! (er is geen nooduitgang) Workshop Taal, veel meer dan praten. Koolhof Coaching en Training Over de complexiteit van communicatie Onderwerp: Uitgangspunt: communicatie vanuit systeemtheoretisch perspectief Je kunt niet niet communiceren,

Nadere informatie

Als wij dit soort vragen stellen dan gaan wij uit van de talenten en mogelijkheden van cliënten.

Als wij dit soort vragen stellen dan gaan wij uit van de talenten en mogelijkheden van cliënten. Hand-out Workshop oplossingsgericht gesprekvoeren. Wat is oplossingsgericht werken? Volgens Mahlberg&Sjöblom (2011) wordt er over het algemeen uit gegaan van een probleem gerichte benadering. Een probleem

Nadere informatie

Effectief Communiceren NPZ-NRZ

Effectief Communiceren NPZ-NRZ Hand-out Workshop Effectief Communiceren NPZ-NRZ De kracht van aandacht 10 mei 2011 Nu vind ik mezelf wel aardig Als je eenmaal ziet dat het zelfbeeld van een kind positiever wordt, zul je al gauw zien

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Je gezicht en houding. spreken boekdelen!

Je gezicht en houding. spreken boekdelen! Ronald Dingerdis Je gezicht en houding 5 spreken boekdelen! Iedereen lekt non-verbale communicatie. Het is menselijk en het gebeurt gewoon. Het is ook logisch want communicatie bestaat voor het grootste

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

@ AB. Eigenaardig Mentorschap

@ AB. Eigenaardig Mentorschap @ AB Eigenaardig Mentorschap Als mentor moet je kunnen omgaan met al die eigenaardigheden van je leerlingen. Daarbij heb je ook je persoonlijke eigenaardigheden waarvan het prettig is als die een plek

Nadere informatie

www.rkdiaconie.nl/ er zijn/ specifieke activiteit uitvoeren

www.rkdiaconie.nl/ er zijn/ specifieke activiteit uitvoeren BEGRIJP JE WAT IK ZEG? Over communicatie, luisteren en vooroordelen Situering Om op een zinvolle manier met elkaar te communiceren, heb je veel vaardigheden nodig. De doelstellingen van deze trainingsachtige

Nadere informatie

Anneke Durlinger Tjoys training, coaching & consulting T 06 51516208 tjoys@xs4all.nl www.tjoys.nl

Anneke Durlinger Tjoys training, coaching & consulting T 06 51516208 tjoys@xs4all.nl www.tjoys.nl Groepsrapport In dit artikel ga ik met name in op groepsrapport in een trainingssituatie. Het laat zich echter ook makkelijk en zinvol relateren aan vergaderingen, teambijeenkomsten, projectgroepen etc.

Nadere informatie

Samenwerking tussen twee personen in het perspectief van metaprogramma s

Samenwerking tussen twee personen in het perspectief van metaprogramma s Samenwerking tussen twee personen in het perspectief van metaprogramma s Tijdens het e NLP congres gaf Wil Princen een inkijk in de wereld van de Metaprofiel Analyse. Hij deed dit op een boeiende manier

Nadere informatie

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1 1 Korintiërs 12 : 27 kerk in deze (21 e ) eeuw een lastige combinatie? want juist in deze tijd hoor je veel mensen zeggen: ik geloof wel in God maar niet in de kerk kerk zijn lijkt niet meer van deze tijd

Nadere informatie

De Inner Child meditatie

De Inner Child meditatie De Inner Child meditatie copyright Indra T. Preiss volgens Indra Torsten Preiss copyright Indra T. Preiss Het innerlijke kind Veel mensen zitten met onvervulde verlangens die hun oorsprong hebben in hun

Nadere informatie

Arrangement 1 De Luisterthermometer

Arrangement 1 De Luisterthermometer Arrangement 1 De Luisterthermometer DEEL 1 De manager Naam: Organisatie: Datum: Luisterprincipe 1 Luisteren begint met luisteren naar jezelf 1.1 Inventariseren van stemmen Vertel eens van een situatie

Nadere informatie

i.s.m. Start 2 Start...

i.s.m. Start 2 Start... i.s.m. Start 2 Start... i.s.m. Start 2 Start... Klanten werven JIJ MAAKT HET VERSCHIL! Wie vergeet zich voor te bereiden... bereidt zich voor vergeten te worden... Neem de juiste verkoopsattitude aan.

Nadere informatie

Als je nog steeds hoopt dat oplossingen buiten jezelf liggen dan kun je dit boekje nu beter weg leggen.

Als je nog steeds hoopt dat oplossingen buiten jezelf liggen dan kun je dit boekje nu beter weg leggen. Theoreasy de theorie is eenvoudig. Je gaat ontdekken dat het nemen van verantwoordelijkheid voor je eigen denken en doen dé sleutel is tot a beautiful way of life. Als je nog steeds hoopt dat oplossingen

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

IEP NLP MASTERS OPLEIDING 2004

IEP NLP MASTERS OPLEIDING 2004 `PRESENTEREN VANUIT EEN ENERGIEVELD VAN RUST` IEP NLP MASTERS OPLEIDING 2004 Waarom heb ik dit gemodelleerd? Ik ben nu ruim 6 jaar werkzaam als sporttrainer, tijdens dit werk sta ik veel voor groepen mensen

Nadere informatie

Zelfevaluatie aan de hand van gedragspatronen

Zelfevaluatie aan de hand van gedragspatronen Zelfevaluatie aan de hand van gedragspatronen Gedrag kun je onderscheiden in drie bewegingen, gedragspatronen ontwikkeld in de kindertijd. Ze gaven ooit houvast maar beperken nu onze groei en ontwikkeling.

Nadere informatie

Beter leven, meer plezier

Beter leven, meer plezier Rob van Ginkel Training en Coaching Beter leven, meer plezier NLP strategieën voor een leven met plezier Inhoudsopgave Wat is NLP...3 De logica van angst...3 Vrijkomen van angst...3 Negatieve gevoelens

Nadere informatie

Ik ga je wat vertellen, je hoeft alleen maar te volgen wat ik zeg, mijn stem is nu het enige wat voor jou belangrijk is om te volgen.

Ik ga je wat vertellen, je hoeft alleen maar te volgen wat ik zeg, mijn stem is nu het enige wat voor jou belangrijk is om te volgen. Oefening 1: Nodig: 2 personen en een boom of een huisdier: Zoek een plek op bij een boom of in de buurt bij je paard of ander huisdier waar je even niet gestoord wordt en veilig even je ogen dicht kunt

Nadere informatie

Piramide van (neuro)logische niveaus

Piramide van (neuro)logische niveaus Piramide van (neuro)logische niveaus De gedragspiramide geeft weer hoe wij als mensen zijn georganiseerd, hoe onze psyche is opgebouwd en geeft antwoord op vragen als: Hoe ontwikkel ik mijzelf effectief?

Nadere informatie

Doelen Bereiken. Van wens naar doel en van doel naar realiteit in 6 stappen. Greater Potentials Ltd. 2007 Koenraad Rau http://www.zensatie.

Doelen Bereiken. Van wens naar doel en van doel naar realiteit in 6 stappen. Greater Potentials Ltd. 2007 Koenraad Rau http://www.zensatie. Doelen Bereiken Van wens naar doel en van doel naar realiteit in 6 stappen Inleiding: - Doelen Bereiken Van Wens Naar Doel En Van Doel Naar Realiteit In 6 Stappen. In dit programma zal ik je verschillende

Nadere informatie

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST 2: vergaderen Als je lid bent van een studentenraad, vergader je vaak. Je hebt vergaderen met de studentenraad, maar ook vergaderingen met het College van Bestuur en de Ondernemingsraad (OR). Gemiddeld

Nadere informatie

3.1. Relatie tussen wereldmodel en zintuiglijke weergaven

3.1. Relatie tussen wereldmodel en zintuiglijke weergaven Inhoud Inleiding 3.1. Relatie tussen wereldmodel en zintuiglijke weergaven. 3.2. Schepper van de werkelijkheid. 3.3. Generalisatie. 3.4. Vervorming. 3.5. Het neuro-lingustische model van Korzybski. - Overtuigingen

Nadere informatie

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel. 4 communicatie Communicatie is het uitwisselen van informatie. Hierbij gaat het om alle informatie die je doorgeeft aan anderen en alle informatie die je van anderen krijgt. Als de informatie aankomt,

Nadere informatie