Reglement Raad van Toezicht Stichting Driezorg te Zwolle

Transcriptie

1 Reglement Raad van Toezicht Stichting Driezorg te Zwolle Versie 2.0 December 2017

2 Preambule Mensen die ouder worden willen een waardevol leven leiden en van betekenis zijn, ondanks toenemende beperkingen. Hierbij hoort het houden van eigen regie en het maken van eigen keuzes in wat waardevol en van betekenis is. Stichting Driezorg vindt het belangrijk dat mensen zich thuis voelen. Thuis betekent jezelf kunnen zijn en blijven in een veilige en vertrouwde omgeving, ongeacht leeftijd of gezondheid. Driezorg biedt hiertoe zorg en ondersteuning aan ca kwetsbare ouderen in Zwolle en omgeving. Dit, zowel bij de mensen thuis als in onze woonzorglocaties. Wij bieden huishoudelijke zorg en ondersteuning, wijkverpleegkundige zorg en verpleeghuiszorg, waaronder kleinschalig wonen. De Raad van Toezicht van de Stichting Driezorg, gevestigd te Zwolle, in aanmerking nemend de Zorgbrede Governancecode 2017 met daarin algemene opvattingen in de zorg voor goed bestuur, toezicht en adequate verantwoording in de Nederlandse gezondheidszorg, besluit, met inachtneming van de statuten van de stichting, het navolgende reglement voor de Raad van Toezicht vast te stellen. 2

3 1. Definities in dit reglement In dit Reglement wordt verstaan onder: het Jaarverslag: het jaarverslag van de Stichting vastgesteld door de Raad van Bestuur; de Jaarrekening: de jaarrekening van de Stichting vastgesteld door de Raad van Bestuur; de Ondernemingsraad: de ondernemingsraad van de Stichting; de Cliëntenraad: de centrale cliëntenraad van de Stichting; Driezorg: de Stichting Driezorg, Wonen, Welzijn en Zorg de Raad van Bestuur: de Raad van Bestuur van de Stichting; de Raad van Toezicht: de Raad van Toezicht van de Stichting; de Commissie Kwaliteit en Veiligheid: de Commissie Kwaliteit en Veiligheid van de Raad van Toezicht de Auditcommissie: de auditcommissie van de Raad van Toezicht; de Remuneratiecommissie: de remuneratiecommissie van de Raad van Toezicht; het Reglement: het reglement Raad van Toezicht; de statuten: de statuten van de Stichting. 2. Positionering Raad van Toezicht in de stichting De statuten van Driezorg voorzien in de Raad van Toezichtstructuur. De Raad van Bestuur bestuurt Driezorg en de Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op het beleid en besturing van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Driezorg. De Raad van Toezicht staat de Raad van Bestuur met advies terzijde. 3. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht 3.1 De Raad van Toezicht toetst of de Raad van Bestuur bij zijn beleidsvorming en de uitvoering van zijn bestuurstaken oog houdt op het belang van Driezorg in relatie tot de maatschappelijke functie van Driezorg en een zorgvuldige en evenwichtige afweging heeft gemaakt van de belangen van allen die bij Driezorg zijn. 3.2 De Raad van Toezicht rekent de volgende taken en bevoegdheden, met het oog op de Statuten, in ieder geval tot haar verantwoordelijkheid: a) het zorgdragen voor een goed functionerende Raad van Bestuur door benoeming, beoordeling en ontslag van de Raad van Bestuur; b) het besluiten tot een- of meerhoofdige Raad van Bestuur (met advies van de medezeggenschap); c) het zorgdragen voor een goed functionerend intern toezicht (door benoeming, beoordeling en ontslag van (leden van) de Raad van Toezicht); d) het functioneren als adviseur en klankbord voor de Raad van Bestuur; e) het vanuit een (duidelijke en vastgelegde) visie houden van integraal toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en de algemene gang van zaken binnen Driezorg; f) het goedkeuren van strategische beslissingen van de Raad van Bestuur; g) de naleving van de principes van de Governancecode zorg; h) het oplossen van zaken waarbij een belangenverstrengeling aan de orde kan zijn bij leden van de Raad van Toezicht, de Raad van Bestuur en bij de externe accountant in relatie tot Driezorg; i) het opereren in het regionale netwerk om daarmee van buiten naar binnen te kunnen kijken. 3

4 3.3 De Raad van Toezicht ziet er in het bijzonder op toe dat de uitvoering van het bestuursbeleid strookt met de vastgestelde en goedgekeurde beleidsplannen en beleidsuitgangspunten. De Raad van Toezicht en Raad van Bestuur maken daarbij afspraken over de ijkpunten die door de Raad van Toezicht gehanteerd worden. De nadere invulling van afspraken komen ook terug in het Raad van Bestuur reglement. 3.4 De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het besturen door de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Driezorg. In dit kader bewaakt de Raad van Toezicht c.q. houdt deze toezicht op tenminste: a) de realisatie van de doelstellingen van de zorgorganisatie; b) de strategie en de risico s verbonden aan de activiteiten van de zorgorganisatie; c) de opzet en werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen; d) de inhoud van de zorg; e) de wijze waarop de zorg wordt verleend; f) de financiële verslaglegging; g) de naleving van wet- en regelgeving; h) het als zorgorganisatie op passende wijze uitvoering geven aan het zijn van een zorgonderneming met een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid. 3.5 De Raad van Toezicht legt in het jaarverslag verantwoording af over zijn in het verslagjaar verrichte werkzaamheden. 3.6 In aanvulling op de Statuten heeft de Raad van Toezicht de bevoegdheid om te doen voorzien in een aansprakelijkheidsverzekering voor de leden RvT. 4. Informatievoorziening 4.1 De Raad van Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor een adequaat functioneren benodigde informatie. In de regel zal dit geschieden als voorbereiding van dan wel tijdens de vergaderingen van de Raad van Toezicht. Indien daarvoor aanleiding is zal de Raad van Bestuur de Raad van Toezicht tussentijds van relevante informatie voorzien. De Raad van Toezicht en toezichthouders afzonderlijk hebben vanuit hun haalplicht de mogelijkheid zelf informatie te verkrijgen over en uit Driezorg. Ze zijn daarbij niet alleen afhankelijk van wat de Raad van Bestuur ter beschikking stelt. 4.2 In ieder geval verwacht de Raad van Toezicht dat de Raad van Bestuur hem op de hoogte zal houden ten aanzien van onderwerpen die impact hebben op Driezorg zoals: a) ontwikkelingen op het gebied van de positionering en de strategie van Driezorg; b) de ontwikkeling van aangelegenheden, voor de formele besluitvorming waarvan hij de goedkeuring van de Raad van Toezicht behoeft; c) problemen en conflicten van enige betekenis binnen Driezorg; d) problemen en conflicten van enige betekenis in de relatie met derden, zoals overheid, zorgverzekeraars en samenwerkingspartners; e) calamiteiten, die gemeld zijn bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg dan wel Justitie; f) gerechtelijke procedures; kwesties, waarvan verwacht kan worden dat zij in de publiciteit komen. 4

5 4.3 De Raad van Toezicht ziet er op toe dat de Raad van Bestuur de Raad van Toezicht regelmatig rapporteert over: 1) de realisering van de maatschappelijke functie, de strategie inclusief de daaraan verbonden risico's en mechanismen tot beheersing ervan, de kwaliteit van de zorg en de omgang met morele dilemma s; 2) zijn beoordeling van de werking van de interne beheersystemen, zowel door financiële, procesmatige als door de bestuurlijke informatievoorziening, in relatie tot de doelstelling van Driezorg. Deze rapportage is te lezen in de voortgangsrapportages die voor iedere Raad van Toezicht vergadering worden verstrekt. De hoofdzaken van deze rapportage worden opgenomen in het jaarverslag. 4.4 Indien Driezorg op enigerlei wijze negatief in de publiciteit komt vanwege zwaarwegende kwesties, zal de Raad van Bestuur de leden van de Raad van Toezicht daarvan direct in kennis stellen. Publicaties zal hij in kopie aan de Raad van Toezicht doen toekomen. Bij calamiteiten waaruit ernstige schadelijke publiciteit kan voortvloeien en/of melding wordt gedaan bij de Inspectie voor de Volksgezondheid dan wel bij Justitie, zal de voorzitter van de Raad van Toezicht binnen 24 uur telefonisch en schriftelijk worden geïnformeerd door de Raad van Bestuur. 4.5 Ieder lid van de Raad van Toezicht zal alle informatie en documentatie die hij in het kader van de uitoefening van de toezichthoudende functie krijgt en die redelijkerwijs als vertrouwelijk zijn te beschouwen als strikt vertrouwelijk behandelen en niet buiten de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur openbaar maken, ook niet na zijn aftreden. 5. Samenstelling en profiel Raad van Toezicht 5.1 Algemeen profiel Raad van Toezicht De Raad van Toezicht stelt een algemeen profiel op en specificeert dit profiel bij elke nieuwe vacature in de Raad van Toezicht (zie Bijlage A) De profielschets is openbaar en is voor iedereen opvraagbaar Het profiel voor de Raad van Toezicht leidt ertoe dat de Raad van Toezicht zodanig is samengesteld dat: a) er tenminste één lid van de Raad van Toezicht is, die beschikt over voor Driezorg relevante kennis van en ervaring in de zorg; b) een brede maatschappelijke binding en een functioneel netwerk wordt bereikt; c) een spreiding van maatschappelijke achtergronden, deskundigheden en disciplines aanwezig is, waarbij o.m. gedacht wordt aan zorginhoudelijke, financieel-economische, juridische, politieke, sociale & bedrijfskundige achtergronden en vastgoed; d) de leden van de Raad van Toezicht ten opzichte van elkaar en de Raad van Bestuur onafhankelijk en kritisch opereren; e) adequaat wordt voorzien in de advies- en klankbordfunctie en de werkgeversrol. 5.2 Profiel lid van de Raad van Toezicht Het profiel voor een lid van de Raad van Toezicht bevat tenminste de volgende aspecten: 5

6 a) affiniteit met de doelstelling en zorgfunctie van de stichting; b) algemene bestuurlijke kwaliteiten en ervaring; c) een juist evenwicht in betrokkenheid en toezichthoudende afstand; d) het vermogen en de attitude om de raad van bestuur als klankbord terzijde te staan; e) het vermogen om het beleid van de stichting en het functioneren van de raad van bestuur te toetsen; f) het vermogen om goed in teamverband te kunnen samenwerken; g) integriteit, verantwoordelijkheidsgevoel en een onafhankelijke opstelling; h) inzicht in de eisen die kwaliteit, doelmatigheid en continuïteit aan Driezorg als stichting stellen; i) abstractievermogen; j) voldoende beschikbaarheid; k) relevant (regionaal) netwerk Van de leden van de Raad van Toezicht wordt verwacht dat zij zich verdiepen in de ontwikkelingen op het gebied van de gezondheidszorg, sociaal domein en welzijn en andere relevante sectoren in het algemeen en de zorgfunctie van de Stichting in het bijzonder. 5.3 Voorzitter De Voorzitter van de Raad van Toezicht wordt door de Raad van Toezicht benoemd uit zijn midden. De Raad van Toezicht kan - in aansluiting op de statuten - uit zijn midden een Vicevoorzitter benoemen, die de taken van de voorzitter bij diens afwezigheid kan overnemen Van de Voorzitter van de Raad van Toezicht worden, onverminderd de profielschets, specifieke eigenschappen en kwaliteiten verwacht, die door de Raad van Toezicht worden vastgesteld. In het bijzonder dient hij/zij: a) het vermogen te hebben om met natuurlijk gezag de voorzittersfunctie in de Raad van Toezicht te vervullen; b) over inzicht en overzicht te beschikken ten aanzien van de taken en functie van de Raad van Toezicht en Raad van Bestuur en de interactie die plaats dient te vinden tussen deze beide organen van de Stichting; c) over de persoonlijkheid en achtergrond te beschikken om de Raad van Toezicht als geheel goed te laten functioneren, de inbreng van elk der leden te verzekeren en aldus tot een doordachte besluitvorming van de Raad van Toezicht te komen; d) over zodanige eigenschappen en uitstraling te beschikken dat hij zo nodig extern een rol in het belang van de Stichting kan vervullen; e) voldoende beschikbaar te zijn De Voorzitter leidt de vergaderingen van de Raad van Toezicht en is voor de Raad van Bestuur en eventueel andere betrokkenen het eerst aanspreekbare lid van de Raad van Toezicht Indien de Raad van Toezicht naar buiten treedt, geschiedt dit in de regel bij monde van de Voorzitter. 6

7 5.4 Onverenigbaarheid In aansluiting op de statuten wordt het volgende vastgesteld: Het functioneren van een lid van de Raad van Toezicht wordt gekenmerkt door integriteit en onafhankelijke opstelling. Elke vorm en schijn van persoonlijke bevoordeling dan wel belangenverstrengeling tussen enig lid van de Raad van Toezicht en de Stichting moet worden vermeden Indien een lid van de Raad van Toezicht voorziet dat (een schijn van) onverenigbaarheid zou kunnen optreden of anderszins een tegenstrijdig belang met de Stichting kan ontstaan, zal het betreffende lid van de Raad van Toezicht de Voorzitter daarvan in kennis stellen. Indien de voorzitter van oordeel is dat er sprake is van incidentele onverenigbaarheid, waarvoor een tijdelijke oplossing mogelijk is, werkt het betreffende lid van de Raad van Toezicht mee aan deze tijdelijke oplossing. Indien de Voorzitter van oordeel is dat er sprake is van structurele onverenigbaarheid, zal het betreffende lid van de Raad van Toezicht ervoor zorgdragen dat de onverenigbaarheid wordt opgeheven dan wel zal het betreffende lid aftreden. De Voorzitter stelt de overige leden op de hoogte De Raad van Toezicht stelt zo nodig ter aanvulling op het bepaalde in de statuten vast met welke betrokkenheid, achtergrond of functie het lidmaatschap van de Raad van Toezicht onverenigbaar is. In ieder geval kunnen niet tot lid van de Raad van Toezicht worden benoemd personen, die lid zijn geweest van de Raad van Bestuur van de Stichting en personen, die als gevolg van een arbeids- en toelatingsovereenkomst aan de Stichting verbonden zijn of zijn geweest. Voorts kan een lid van de Raad van Toezicht niet tegelijkertijd de functie vervullen van een lid van de Raad van Bestuur of de Raad van Toezicht van een andere zorgorganisatie die binnen het verzorgingsgebied van Driezorg geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden als Driezorg verricht De leden van de Raad van Toezicht betrachten openheid over en doen schriftelijk opgave van hun eventuele nevenfuncties aan de Raad van Toezicht voor zover deze van belang zijn en mogelijk van invloed zijn op hun functioneren als lid van de Raad van Toezicht. 6. Intern en extern overleg en optreden van de Raad van Toezicht 6.1 Medezeggenschap van medewerkers, cliënten en hun verwanten is van belang voor de koersbepaling van de Driezorg, het bewaken van de maatschappelijke doelstellingen van de Driezorg en van de gedeelde waarden en normen in de Driezorg. De ontmoeting van deze medezeggenschapsorganen met de raad van toezicht is derhalve wezenlijk. De Raad van Toezicht zal daartoe minstens éénmaal per jaar aanwezig zijn bij een overlegvergadering van de Raad van Bestuur met de Ondernemingsraad en de Centrale Cliëntenraad. 6.2 De Raad van Toezicht kan zich in goed overleg met de Raad van Bestuur bedienen van contacten binnen en buiten Driezorg voor zover deze betrekking hebben op Driezorg of personen daarin werkzaam. Wanneer een Raad van Toezicht of individuele leden benaderd worden door externe relaties of door personen werkzaam bij Driezorg over aangelegenheden betrekking hebbend op Driezorg of personen daarin werkzaam, dan verwijst het lid van de Raad van Toezicht in de regel naar de Raad van Bestuur. 7

8 6.3 Bij ontstentenis van de Raad van Bestuur wordt de bestuurstaak niet waargenomen door een gedelegeerd toezichthouder, tenzij dit ter overbrugging is en dit dan voor hoogstens zeven dagen. 7. Benoeming leden Raad van Toezicht 7.1 De Raad van Toezicht stelt vast dat er een vacature is en stelt tevens de profielschets voor de betreffende zetel vast in overeenstemming met het bepaalde sub De Raad van Toezicht brengt de Raad van Bestuur op de hoogte van de vacature. Indien de Ondernemingsraad of de Centrale Cliëntenraad het recht van voordracht toekomen, wordt de vacature aan hen kenbaar gemaakt. 7.3 De Raad van Bestuur en de Ondernemingsraad c.q. de Centrale Cliëntenraad in geval van uitoefening van hun voordrachtsrechten, worden gevraagd een advies uit te brengen over de profielschets. 7.4 Bij elke nieuwe vacature wordt gekozen voor openbare werving. Dit houdt in bekendmaking op de website van Driezorg, eventueel ondersteund middels plaatsing van een advertentie in de media en/of het inhuren van een extern bureau. 7.5 Om het werving- en selectieproces intern professioneel vorm te geven, zal een selectie/advies commissie worden gevormd die altijd bestaat uit minimaal 2 leden van de Raad van Toezicht met een selecterende rol en de Raad van Bestuur met een adviserende rol. 7.6 In geval de Ondernemingsraad of de Centrale Cliëntenraad een voordracht recht hebben, nemen maximaal twee gemandateerde afgevaardigden uit deze respectievelijke gremia plaats in de selectie/adviescommissie met een adviserende rol. 7.7 De selectie/adviescommissie, al dan niet begeleid door een extern bureau, draagt zorg voor een transparant werving- en selectieproces. 7.8 Indien het werving- en selectieproces uitmondt in een benoembare kandidaat, neemt de Raad van Toezicht in de eerstvolgende vergadering het voorgenomen besluit om de betreffende persoon te benoemen. De Ondernemingsraad wordt in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen tot de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht. Hierbij wordt de procedure gevolgd zoals in artikel 30 van de Wet op de Ondernemingsraden is weergegeven. 7.9 De Raad van Toezicht benoemt de betreffende persoon In geval van herbenoeming consulteert de voorzitter van de Raad van Toezicht de overige leden Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur wat zij van een mogelijk herbenoeming van het desbetreffende lid vinden. In geval het een lid Raad van Toezicht betreft die er op 8

9 voordracht van de Ondernemingsraad of Centrale Cliëntenraad zit, wordt ook hun respectievelijke advies gevraagd. 8. Einde lidmaatschap 8.1 De Raad van Toezicht stelt een zodanig rooster van aftreden vast dat een lid van de Raad van Toezicht na benoeming als gevolg van de statuten zitting heeft voor een periode van vier jaar. De maximale termijn van zitting is twee maal vier jaar. 8.2 Het rooster van aftreden wordt zodanig ingericht dat de continuïteit in de samenstelling van de Raad van Toezicht gewaarborgd is. In ieder geval zullen de voorzitter en de vicevoorzitter niet gelijktijdig volgens rooster aftredend zijn. 8.3 Een volgens rooster aftredend lid is ingevolge de statuten eenmaal terstond herbenoembaar. Bij een voorgenomen besluit tot herbenoeming beraadt de Raad van Toezicht zich op het profiel voor de betreffende zetel. 8.4 Een lid van de Raad van Toezicht treedt af in geval van: a) een door de Raad van Toezicht bij herhaling geconstateerd onvoldoende functioneren van het betreffende lid; b) een structurele onenigheid van inzicht tussen het betreffende lid en de overige leden van de Raad van Toezicht; c) een door de Raad van Toezicht vastgestelde onverenigbaarheid van belangen van het betreffende lid en de belangen van de Stichting; d) een door de raad van toezicht vastgestelde onverenigbaarheid van functie(s) van het betreffende lid en het lidmaatschap van de Raad van Toezicht; e) enige andere objectiveerbare reden. 8.5 Alvorens de Raad van Toezicht het besluit neemt om een lid van de Raad van Toezicht te schorsen of te ontslaan, zal het betreffende lid tevoren in de gelegenheid worden gesteld kennis te nemen van de voornemens van de Raad van Toezicht en zijn zienswijze te dien aanzien kenbaar te maken. Het besluit tot ontslag wordt schriftelijk bevestigd. 8.6 Over een eventueel naar buiten treden over de schorsing of het ontslag wordt tevoren door de Raad van Toezicht, het betreffende lid van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur een gedragslijn overeengekomen. 9. Werkwijze 9.1 Aandachtsgebieden De Raad van Toezicht kan desgewenst een onderlinge verdeling van aandachtsgebieden afspreken. De aandachtsgebieden zullen in de regel worden bepaald door de achtergrond, discipline en deskundigheid van de leden van de Raad van Toezicht. Een eventuele verdeling laat echter de verantwoordelijkheid voor het integrale toezicht door de Raad van Toezicht en de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur op dat aandachtsgebied onverlet. De verdeling van aandachtsgebieden onder de toezichthouders wordt vorm gegeven door hen plaats te laten nemen in verschillende commissies, zijnde de Audit Commissie, de 9

10 Commissie Kwaliteit en Veiligheid en de Remuneratiecommissie. (Zie bijlagen B tot en met D voor de verschillende commissiereglementen). 9.2 Vergaderingen De besluitvorming van de Raad van Toezicht vindt behoudens in bijzondere gevallen plaats tijdens de vergaderingen van de Raad van Toezicht, die worden geconvoceerd in overeenstemming met het bepaalde in de statuten. Voor besluitvorming geldt een meerderheid van stemmen De Raad van Bestuur is in de regel aanwezig bij de vergaderingen van de Raad van Toezicht tenzij de Raad van Toezicht aangeeft zonder Raad van Bestuur te willen vergaderen. De voorzitter zal de Raad van Bestuur dan na afloop van de vergadering in grote lijnen op de hoogte stellen van het besprokene In de regel bereidt de Raad van Bestuur de vergaderingen van de Raad van Toezicht, in overleg met de voorzitter, voor. Besluiten van de Raad van Bestuur, die ingevolge de statuten of, de goedkeuring van de Raad van Toezicht behoeven, worden schriftelijk en met redenen omkleed geagendeerd Door of vanwege de Raad van Bestuur wordt zorggedragen voor de notulering van de vergaderingen van de Raad van Toezicht. Indien het een vergadering buiten aanwezigheid van de Raad van Bestuur betreft, bepaalt de voorzitter voorafgaand aan de vergadering op welke wijze de notulering daarvan zal plaatsvinden. Bij de notulen worden een aparte besluitenlijst en actielijst gevoegd, die weergeven welke genomen en goedgekeurde besluiten er zijn geweest De Raad van Toezicht vergadert minimaal vijf maal per jaar, waarvan tenminste één vergadering wordt gehouden ter bespreking van de jaarstukken in aanwezigheid van de accountant van de Stichting en één vergadering ter bespreking van het jaarplan en de daarbij behorende begroting voor het komend jaar In het secretariaat van de Raad van Toezicht wordt voorzien door de Raad van Bestuur, die tevens zorgdraagt voor een adequate archivering van de bescheiden van de Raad van Toezicht. Het archief van de Raad van Toezicht is te allen tijde toegankelijk voor de leden van de Raad van Toezicht. 10. Evaluatie 10.1 Eenmaal per jaar wordt een vergadering van de Raad van Toezicht gehouden, in welke vergadering het functioneren van de Raad van Toezicht wordt geëvalueerd. In de evaluatie wordt tevens de relatie tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur betrokken. Tenminste eenmaal per drie jaar wordt deze evaluatie door een onafhankelijke externe deskundige begeleid De Raad van Bestuur is bij deze vergadering in principe niet aanwezig. De voorzitter van de Raad van Toezicht verzoekt de Raad van Bestuur tevoren of er zijnerzijds aandachtspunten in 10

11 de evaluatie ten aanzien van het functioneren van de Raad van Toezicht zijn die in de evaluatie betrokken dienen te worden De (leden van de Remuneratiecommissie van de) Raad van Toezicht voert jaarlijks een functioneringsgesprek met de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht informeert zich ter voorbereiding op deze gesprekken op gestructureerde en transparante wijze bij interne gesprekspartners van de Raad van Bestuur (management, staf, medezeggenschap) over diens functioneren. De Raad van Toezicht bespreekt in het genoemde gesprek met de bestuurder ook diens persoonlijke ontwikkeling en de vraag of bestuurder en Driezorg nog bij elkaar passen. 11. Honorering en onkostenvergoeding 11.1 De Raad van Toezicht bepaalt zijn eigen honorering binnen de wettelijke kaders. De honorering wordt vermeld in de jaarrekening De Stichting zal de door de voorzitter en de leden van de Raad van Toezicht ten behoeve van de Stichting gemaakte onkosten aan hen vergoeden. 12. Permanente educatie toezichthouders De Raad van Toezicht werkt permanent aan zijn eigen ontwikkeling als team en aan de ontwikkeling van de afzonderlijke leden. Daartoe wordt jaarlijks een programma opgesteld om zowel collectief als afzonderlijk deel te nemen aan scholing en ontwikkeling, introductie van nieuwe leden en kennisoverdracht van vertrekkende leden. Dit programma wordt gefinancierd en gefaciliteerd door Driezorg en jaarlijks vastgesteld in het budget voor de Raad van Toezicht. 13. Samenspel Raad van Bestuur en Raad van Toezicht 13.1 Raad van Bestuur en Raad van Toezicht werken goed met elkaar samen, met inachtneming van elkaars verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Dat samenspel wordt regelmatig geëvalueerd. Raad van Toezicht en Raad van Bestuur evalueren tweejaarlijks gezamenlijk desgewenst onder leiding van een externe deskundige hun onderlinge samenspel en leggen de resultaten daarvan vast, zo nodig in een verbeterplan Conflictregeling Zodra de Raad van Bestuur of de Raad van Toezicht vaststelt dat er tussen hen sprake is van een conflict over beleidsmatige of bestuurlijke aangelegenheden, niet zijnde een arbeidsconflict, zullen zij zich inspannen om in goed overleg binnen twee maanden tot een oplossing te komen. De Raad van Bestuur of de Raad van Toezicht omschrijft de kern van het conflict alsmede de oplossingsrichtingen waarover de andere partij een oordeel geeft. a) Indien de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht onderling niet tot overeenstemming over de oplossing van het conflict komen, dan zal het conflict worden opgelost door middel van mediation. b) De Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht kunnen alleen gezamenlijk het besluit nemen om het onder A genoemde middel om het conflict op te lossen, in gang te zetten. 11

12 14. Verantwoording De Raad van Toezicht legt extern verantwoording af over zijn handelen door verslag te doen van zijn werkzaamheden en samenstelling in het jaarverslag van de Stichting. Hij verschaft daarbij inzicht op welke wijze de Stichting aan de Zorgbrede Governancecode 2017 vorm geeft. 15. Accountant 15.1 De Raad van Toezicht benoemt en ontslaat de externe accountant nadat de Raad van Bestuur in staat is gesteld daarover advies uit te brengen aan de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht evalueert het functioneren van de externe accountant, na daarover advies te hebben gevraagd van de Raad van Bestuur Driezorg wisselt bij voorkeur na zeven jaar van accountant, om de kritische blik en tegenkracht van de accountant op peil te houden en de onafhankelijkheid van de accountant te borgen. Die wisseling betreft de persoon en niet noodzakelijkerwijs het kantoor waar de persoon mee verbonden is. Het reglement is door de Raad van Toezicht vastgesteld op 19 december Ondertekening op 20 maart Dhr. A. Bonnema Voorzitter Raad van Toezicht. Mevr. J. Gorte Directeur-bestuurder. Dhr. J. Voskamp Vice voorzitter Raad van Toezicht Mevr. M. Roefs Lid Raad van Toezicht.. Mevr. C. Dubbelman Lid Raad van Toezicht.. Mevr. J. Brouwer Lid Raad van Toezicht... 12