SchoolOndersteuningsPlan

Transcriptie

1 SchoolOndersteuningsPlan Vastgesteld voorjaar 2014 / herzien november 2015

2 Inhoud 1. Inleiding Procedure toelating Arte College-algemeen... 6 Zorgplicht... 6 Aanmelding of inschrijving Procedure toelating Arte College-specifiek... 7 Uitgangspunt leerlingenaantal in relatie tot capaciteit schoolgebouw... 7 Toelatingscriteria voor leerjaar 1-algemeen... 7 Geschiktheidsprocedure KBL/TL... 7 Inschrijvingsbeleid leerjaar 1 voor KT-leerlingen... 8 Uitwerking procedure aanmelding en plaatsing leerjaar 1 KT... 9 Inschrijvingsbeleid leerjaar 1 voor HV-leerlingen Overdracht Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs Het aannamebeleid van eerstejaars met een extra ondersteuningsbehoefte Leerlingen met een lwoo- of PrO-indicatie Leerlingen met een zorgdossier Het aannamebeleid van tussentijdse instroom Tussentijdse instroom van zorgleerlingen Wanneer is de school vol?... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4. Organisatie van de zorg Nieuw vanuit de Wet Passend Onderwijs; De basisondersteuning Het onderwijs op het Arte College De basisondersteuning op het Arte College Een extra ondersteuningsbehoefte Lichte begeleiding Medium begeleiding Intensieve begeleiding Schooloverstijgende ondersteuningsbehoefte Het primaire ondersteuningsteam Mentor Leerlingcoördinator Afdelingsleider Orthopedagoog Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

3 Begeleider Onderwijs Dyslexie-coördinator ERWD-coördinator Aanvullende ondersteuning in school Vakdocent Anti-pestcoördinator Contactpersoon Vertrouwenszaken Faalangstreductie training Arte-uren Schematische weergave van de ondersteuningsstructuur Overlegvormen Leerling- en klassenbespreking Intern ZAT Extern ZAT Grenzen aan de basisondersteuning Alternatieve trajecten Almeerkans van Mind at Work Meiden met Pit! van Almeerkans Flevodrome van Eduvier Onderwijsgroep De stip op de horizon Over 2 jaar Waar streven wij naar? Met wie? Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

4 1. Inleiding Het Arte College staat voor eigenzinnig, creatief en uitdagend onderwijs, waar leerlingen zich in een school als theaterbedrijf ontplooien tot mensen die met een stevige basis het vervolgonderwijs en de maatschappij in gaan. Goed onderwijs start bij een goed pedagogisch klimaat. Bij het vormgeven van dat klimaat gaan we op het Arte College uit van 3 kernwaarden, namelijk gelijkwaardigheid, ruimte en samen. Gelijkwaardigheid staat voor de manier waarop je als mens in de maatschappij staat. Ieder mens is het waard om er te zijn en iedereen op school brengt zijn kwaliteiten in. Deze gedachten vormen de basis voor ons handelen. Vanuit ruimte en vertrouwen groeien mensen. Ruimte krijgen leidt tot ontplooiing van creativiteit. Die ruimte heeft ook grenzen, want je eigen ruimte houdt op waar die van een ander begint. Ruimte krijgen en er gebruik van maken moet je leren. We kiezen er bewust voor om daar aandacht aan te besteden. Alleen door samen met anderen te werken, kun je een volwaardig lid van de maatschappij zijn. Samenwerken leer je vooral door te ervaren dat je elkaar nodig hebt. Als dat een basisgegeven is, dan is het effect dat 1+1 werkelijk 3 kan zijn. Soms hebben leerlingen ondersteuning nodig om hun doelen te bereiken. Op school is extra ondersteuning voor leerlingen om die doelen na te streven dan ook onmisbaar. In dit ondersteuningsplan geeft het Arte College invulling aan de stelselwijziging van Passend Onderwijs. We beschrijven hierin de ondersteuning die we aan leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte kunnen bieden. Het moge duidelijk zijn dat de zorg op school ook zijn grenzen kent. Het ondersteuningsprofiel is mede richtinggevend aan onze professionele ontwikkeling en bepaalt onze grenzen en uitdagingen op het gebied van de extra ondersteuning die wij in school aan leerlingen willen en kunnen bieden. Daar waar de ondersteuningsbehoeften van een leerling de competenties van de school te buiten gaat, zal hulp van buiten ingeroepen worden of in overleg met ouders/verzorgers een andere route gekozen worden. De ondersteuning op het Arte College is een integraal onderdeel van het onderwijsproces. We laten dat zien door de mentor de spil van de begeleiding te laten zijn. De mentor kan steunen op de zorgstructuur binnen de school. De ontwikkelingen van Passend Onderwijs leggen een uitdaging bij scholen, maar ook bij het Samenwerkingsverband van Almere. De samenwerkingsverbanden krijgen een zorg/ondersteuningsbudget dat verdeeld moet worden over de verschillende scholen. Het samenwerkingsverband in Almere draagt zorg voor de verdeling van die extra ondersteuningsmiddelen. In het samenwerkingsverband zijn alle VO-scholen vertegenwoordigd (dus ook de niet-openbare scholen zoals Het Baken). Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

5 In dit SchoolOndersteuningsPlan (SOP) leggen we de stand van zaken op dit moment vast voor wat betreft het aanbod van extra ondersteuning op het Arte College. Tevens bevat dit SOP in het verlengde van het schoolplan de beleidsambities op het gebied van Passend Onderwijs voor de komende jaren. November 2015, Bert Schuller Conrector Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

6 2. Procedure toelating Arte College-algemeen Elke leerling heeft recht op goed onderwijs. Ook leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Met passend onderwijs is het nog beter mogelijk om ondersteuning op maat te bieden voor alle leerlingen die dit nodig hebben. Zo hebben zij de beste kansen op een vervolgopleiding en uiteindelijk een goede baan. Leerlingen die het echt nodig hebben kunnen, net als nu, naar het speciaal (basis)onderwijs. Het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Almere is verantwoordelijk voor een dekkend netwerk in Almere met als doel dat leerlingen niet thuis komen te zitten, maar dat er altijd een passend onderwijsaanbod beschikbaar is. Zorgplicht Scholen voor primair en voortgezet onderwijs krijgen door de Wet Passend Onderwijs zorgplicht. Dit betekent dat zij de plicht hebben elke leerling een passende onderwijsplek te bieden. Het liefst op een reguliere school en als dat niet kan in het speciaal (basis) onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs. De zorgplicht houdt dus in dat scholen (en schoolbesturen) verantwoordelijk zijn om een passend onderwijsaanbod te realiseren. Altijd in samenspraak met de ouder of verzorger. Aanmelding of inschrijving Wanneer een leerling extra ondersteuningsbehoeften heeft, geven ouders dat bij de aanmelding van hun zoon/dochter op school aan. Wanneer wij beoordelen dat een leerling het beste naar een andere school kan gaan, bijvoorbeeld omdat wij niet de juiste onderwijsondersteuning kunnen bieden, zijn wij verantwoordelijk voor het zorgen voor een goede en passende plek voor de leerling. In dat geval wordt na overleg met ouders een school gezocht waar de leerling wél passend onderwijs krijgt. Passend Onderwijs Almere kan daarbij ondersteunen. De ouders en leerling kiezen dus in eerste instantie voor hun school van voorkeur. Vanaf dat moment is deze voorkeursschool verantwoordelijk voor het proces van eventuele plaatsing op een andere school. Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

7 3. Procedure toelating Arte College-specifiek Uitgangspunt leerlingenaantal in relatie tot capaciteit schoolgebouw De school is gebouwd voor 850 leerlingen. Met het oog op de kwaliteit van het onderwijs, is onderdeel van het inschrijvingsbeleid een capaciteitsplafond per leerjaar en per afdeling/sector/leerweg/klas, opdat een evenwichtige verdeling over leerjaar 1 t/m 6 ontstaat. Om dit te realiseren laten we in leerjaar 1 een maximum aantal van 96 KBL/TLleerlingen toe. Indien zich meer leerlingen aanmelden, vindt een loting plaats volgens later in dit document beschreven voorwaarden. Voor havo/vwo aanmeldingen voor leerjaar 1 geldt op dit moment geen plafond, omdat voor deze groep voldoende ruimte is. Indien hier verandering in komt, wordt daarover gecorrespondeerd via onze website (ww.artecollege.nl). Bij tussentijdse instroom moet per leerling gekeken worden of er ruimte is in de betreffende afdeling/sector/leerweg/klas (zie blz. 14). Indien er geen ruimte is, kan de aanmelding niet in behandeling worden genomen. Een evenwichtige opbouw van de afdelingen vmbo en havo/vwo is van belang voor de kwaliteit van het schoolprofiel, de realisatie van het onderwijsaanbod en de bedrijfsvoering in de bovenbouw. Toelatingscriteria voor leerjaar 1-algemeen De leerlingen voldoen aan de volgende criteria: 1. een onderbouwd basisschool-advies op minimaal kbl-niveau. 2. Het Arte College kan voorzien in de eventuele extra ondersteuningsbehoefte van de leerling (zie bladzijde 10). Deze criteria passen binnen het aanname- en plaatsingsbeleid zoals dat door de Almeerse Scholengroep voor de scholen voor Voortgezet Onderwijs is geformuleerd. Geschiktheidsprocedure KBL/TL Het Arte College is een school met een uitgesproken Kunst- en Cultuurprofiel. De school werkt als een theaterbedrijf, het onderwijs wordt aangeboden op leerpleinen. Van leerlingen verwachten wij dat zij in staat zijn zelfstandig te werken en samen te werken op de leerpleinen en in de leerwerkplaatsen. Affiniteit met Kunst en Cultuur is van belang voor een goede aansluiting bij het schoolprogramma en -klimaat. KBL- en TL-leerlingen (kortweg KTleerlingen) kunnen voorafgaande aan de aanmelding deelnemen aan de Geschiktheidsprocedure. Dit is een inhoudelijke procedure, gericht op het vaststellen van aansluiting van een leerling bij bovenstaand profiel. Leerlingen melden zich met een deelnameformulier aan voor de Geschiktheidsprocedure. In januari en februari van het aanmeldingsjaar 1 werken de deelnemende leerlingen in groepen van ongeveer 25 op woensdagmiddag gedurende twee uur aan twee opdrachten op het leerplein o.l.v. een vaste docent van het Arte College. De inhoud van de opdrachten bestaat uit: 1 Aanmeldingsjaar: het jaar waarin de aanmelding plaatsvindt. Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

8 - Een groepsopdracht waarin de Arte-vaardigheden zelfstandig werken, samenwerken en ontwerpen aan bod komen. - Een dramales waarin de Artevaardigheden samenwerken, organiseren en presenteren aan bod komen. Een vast team van drie medewerkers vormt de beoordelingscommissie. De leden van de commissie zijn de artistiek leider, een leerlingencoördinator en een derde medewerker. Zij observeren de leerlingen op basis van de genoemde aspecten. De gehele commissie stelt de uitslag wel of niet geschikt vast. Eventuele belemmeringen voortkomend uit gediagnosticeerde stoornissen en/of andere gedrags- dan wel fysieke problematiek zullen, indien van tevoren aangegeven door de ouders/verzorgers, niet meewegen in de besluitvorming. De uitslag van deze procedure laat zich als volgt interpreteren: indien een leerling geschikt is gevonden, betekent dat dat deze leerling, indien hij of zij voldoet aan de toelatingscriteria, voorrang krijgt bij een eventuele loting. Indien een leerling niet geschikt wordt bevonden, betekent dat dat wij adviseren een andere school te zoeken. Overigens staat het ook deze leerling vrij zich vervolgens toch aan te melden. Bij een eventuele loting hebben deze leerlingen gelijke kansen met leerlingen die niet hebben deelgenomen aan de Geschiktheidsprocedure. Inschrijvingsbeleid leerjaar 1 voor KT-leerlingen KT-leerlingen kunnen zich aanmelden voor het Arte College door vóór 1 maart van het aanmeldingsjaar het aanmeldingsformulier in te vullen en aan de school aan te leveren. Deze aanmeldingsformulieren worden vanaf 1 februari in behandeling genomen. De eerder ingeleverde formulieren worden in bewaring genomen, en vanaf 1 februari behandeld. Leerlingen die hebben deelgenomen aan de Geschiktheidsprocedure en zich willen inschrijven voor het Arte College, moeten dit formulier ook invullen en aanleveren vóór 1 maart van het aanmeldingsjaar. Bij aanmelding is de leerling nooit zeker van een plaats, omdat de plaatsing afhangt van het totaal aantal aanmeldingen per niveau. Leerlingen die deel hebben genomen aan de Geschiktheidsprocedure en geschikt zijn bevonden, hebben voorrang bij plaatsing. Voor deze leerling geldt het volgende: - Als minder KT- leerlingen dan het maximum aantal van 96 geschikt zijn, worden al deze leerlingen die geschikt zijn, geplaatst 2, mits zij zich voor 1 maart hebben aangemeld middels het aanmeldingsformulier; - Als meer KT-leerlingen dan het maximum aantal van 96 geschikt zijn en zij zich voor 1 maart hebben aangemeld middels het aanmeldingsformulier, wordt reeds binnen deze groep geloot. 2 Een leerling kan alleen geplaatst worden als hij/zij voldoet aan de toelatingscriteria zoals die hierboven beschreven zijn. Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

9 De KT-leerling die zich aanmeldt voor 1 maart en niet heeft deelgenomen aan de geschiktheidsprocedure, krijgt te maken met drie mogelijke scenario s: - Er zijn minder aanmeldingen dan plaatsen, waardoor de leerling geplaatst 1 kan worden; - Er is sprake van over-aanmelding, nadat de geschikte leerlingen met voorrang geplaatst zijn, en er gaat loting plaatsvinden (risico op uitloten); - Er is geen plaats meer nadat de geschikte leerlingen met voorrang geplaatst zijn, als gevolg waarvan loting niet mogelijk is (afwijzing verzoek tot plaatsing). Bij loting hanteren we in volgorde de volgende criteria: - Het maximum aantal van 96; - Geschikt bevonden middels de Geschiktheidsprocedure; - Woonachtig in Almere Poort. Voorrang voor leerlingen uit Almere Poort past bij de bestuursfilosofie school nabij. Het criterium broertjes/zusjes speelt géén rol, want het gaat hier om de keuze voor het concept van de school. Uitwerking procedure aanmelding en plaatsing leerjaar 1 KT Indien de leerling deelneemt aan de Geschiktheidsprocedure: Stap 1: Ouders melden leerlingen vóór 1 januari aan voor de Geschiktheidsprocedure door middel van een deelnameformulier dat verkrijgbaar is bij de administratie of gedownload kan worden van onze website Stap 2: Selectie op basis van geschiktheid in januari/februari; Stap 3: In februari volgt de uitslag wel/niet geschikt; Stap 4: Ouders melden hun kind desgewenst vóór 1 maart aan. Stap 5: Begin maart komt op de website een mededeling over het totaal aantal aanmeldingen voor leerjaar 1; Stap 6: Arte College haalt basisschooladviezen en LVS binnen; Stap 7: Op de website komt de mededeling of er geloot gaat worden en binnen welke groep (alleen onder de geschikt bevonden leerlingen of ook onder de reguliere aanmeldingen); Stap 8: Zo nodig loten bij de notaris; Stap9: De uitslag van de loting wordt voor het einde van maart bekend gemaakt; Stap 10: Indien uitgeloot aanmelden bij school tweede keus tot 31 maart (de overige scholen van de Almeerse Scholen Groep garanderen plaatsing, mits de leerling voor plaatsing in aanmerking komt). Indien de leerling niet deelneemt aan de geschiktheidsprocedure: Stap 1: Ouders melden leerlingen vóór 1 maart aan middels het aanmeldingsformulier (ga door met stap 5 hierboven). Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

10 Inschrijvingsbeleid leerjaar 1 voor HV-leerlingen Voor de havo/vwo-leerlingen (kortweg HV-leerlingen) geldt geen inschrijvingsplafond omdat voor deze groep op dit moment voldoende ruimte is. De procedure voor aanmelding en plaatsing ziet er daarmee als volgt uit: Stap 1: Ouders melden leerlingen vóór 1 maart van het aanmeldingsjaar aan middels het aanmeldingsformulier. Deze aanmeldingsformulieren worden dat jaar vanaf 1 februari in behandeling genomen. De eerder ingeleverde formulieren worden in bewaring genomen, en vanaf 1 februari behandeld. Stap 2: Begin maart komt op de website een mededeling over het totaal aantal aanmeldingen voor leerjaar 1; Stap 3: Stap 4: Arte College haalt basisschooladviezen en LVS-scores binnen; Arte College plaatst leerlingen als zij voldoen aan de toelatingscriteria zoals die hierboven beschreven zijn (op bladzijde 2). Overdracht Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs Om de overgang tussen de basisschool (PO) en het voortgezet onderwijs (VO) zo goed mogelijk te laten verlopen, streven we naar een doorgaande ontwikkelingslijn van de basisschool tot eind voortgezet onderwijs en verder naar MBO, HBO of WO. Hiervoor is het noodzakelijk dat relevante informatie over de leerling wordt overgedragen van de basisschool naar het VO. Dit vereist een goede samenwerking over en weer, heldere communicatielijnen en vertrouwen in elkaars expertise. Bij leerlingen zonder extra ondersteuningsbehoeften kent dit proces de volgende fasen: De leerkrachten PO verstrekken, in Digidoor, aan de VO-school waar de leerling is aangemeld de volgende gegevens: een overdrachtsformulier (gedrag, een niveau-advies (schooladvies/klasplaatsingsvoorstel), leerlingvolgsysteemgegevens) en later in het jaar de scores van de cito eindtoets. De leerling wordt geplaatst op basis van het onderbouwde klasplaatsingsvoorstel van de PO-leerkracht. Hierna wordt er contact gelegd met alle basisscholen. Alle leerlingen die ingeschreven staan op het Arte College, worden hierbij afzonderlijk besproken. De overdrachtsformulieren komen in het digitale leerlingvolgsysteem. De mentoren zijn hiermee op de hoogte van alle beschikbare informatie. Vanaf dat moment zijn de mentoren de eerste en belangrijkste aanspreekpersonen voor de leerling en de ouders over het functioneren en de ontwikkeling van de leerling. De mentoren bespreken met de leerling-coördinator welke informatie over de leerling doorgegeven moet worden aan het team. Het team bestaat uit de vakdocenten van een leerling inclusief mentoren en leerling-coördinator. Het aannamebeleid van eerstejaars met een extra ondersteuningsbehoefte Indien een leerling een extra ondersteuningsbehoefte (of kortweg EOB) heeft, bijvoorbeeld ten gevolge van ADHD, ASS of andere sociaal-emotionele/gedragsproblematiek, door leerachterstanden of door een fysieke beperking, dienen ouders dit aan te geven op het aanmeldingsformulier. Door ondertekening van het aanmeldingsformulier geven de ouders het Arte College toestemming om de extra ondersteuningsbehoefte van de leerling te onderzoeken, zodat beoordeeld kan worden of het Arte College hierin kan voorzien. Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

11 Hiervoor wordt aanvullende informatie opgevraagd bij de eerdere scholen en bij eventuele externe hulpverleners. Wij streven ernaar om binnen 6 tot 10 weken te beoordelen of wij de leerling kunnen plaatsen. Wanneer wij beoordelen dat de leerling het beste naar een andere school kan gaan, bijvoorbeeld omdat wij niet de juiste onderwijsondersteuning kunnen bieden, dan zijn wij verantwoordelijk voor het zorgen voor een goede en passende plek voor de leerling. In dat geval wordt na overleg (op overeenstemming gericht overleg) met de ouders en de leerling een school gezocht waar de leerling wél passend onderwijs kan krijgen. Wanneer er geloot moet worden terwijl de extra ondersteuningsbehoefte van een leerling nog onderzocht wordt, loot de leerling gewoon mee. Indien de leerling ingeloot wordt en uit het onderzoek blijkt dat Arte College kan voorzien in de extra ondersteuningsbehoefte van de leerling, wordt de leerling geplaatst. Indien de leerling uitgeloot wordt, wordt het onderzoek alsnog afgerond door het Arte College en wordt de leerling op basis van de bevindingen verwezen naar een andere passende school. Bij de aanmelding van eerstejaarsleerlingen met extra ondersteuningsbehoeften zijn er twee mogelijkheden, afhankelijk van de soort ondersteuning die de leerling nodig heeft. Er zijn leerlingen met EOB die in aanmerking komen voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) of Praktijk Onderwijs (PrO). Daarnaast zijn er leerlingen met EOB die extra ondersteuning nodig hebben, maar niet binnen de criteria vallen van lwoo of PrO. Voor beide groepen leerlingen geldt op het Arte College een ander aannamebeleid. Leerlingen met een lwoo- of PrO-indicatie Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) is voor vmbo-leerlingen die genoeg capaciteiten hebben om een diploma te halen, maar extra ondersteuning nodig hebben. Leerlingen komen in aanmerking voor lwoo als ze een leerachterstand hebben van meer dan 1 jaar voor 2 of meer vakken. Daarbij is in ieder geval e e n van de leerachterstanden begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen. De basisschool meldt leerlingen met een dergelijke achterstand eind groep 7/begin groep 8 aan via Digidoor. Passend Onderwijs Almere onderzoekt vervolgens in samenspraak met een eerste deskundige of een leerling in aanmerking komt voor leerwegondersteunend onderwijs of Praktijk Onderwijs (PrO). Komt de leerling in aanmerking voor lwoo of PrO, dan kan de vo-school een beschikking aanvragen. Het Arte College heeft geen lwoo-licentie en ontvangt derhalve geen bekostiging voor de extra ondersteuning die leerlingen met een lwoo-indicatie nodig hebben. Dit betekent dat het Arte College de extra ondersteuning die lwoo-leerlingen nodig hebben, niet kan bieden. Lwoo-leerlingen kunnen derhalve niet toegelaten worden op het Arte College. Het Arte College biedt geen Praktijk Onderwijs, dus ook leerlingen met een PrO-indicatie kunnen niet worden toegelaten. Leerlingen die door de basisschool aangemeld zijn in Digidoor voor de lwoo/pro procedure, maar van wie ouders weigeren mee te werken aan het traject, worden tevens niet toegelaten op het Arte College. Bij dergelijke leerling is niet duidelijk of de leerling behoefte heeft aan de extra ondersteuning vanuit het lwoo of baat heeft bij plaatsing op het PrO. Aangezien het Arte deze ondersteuning niet kan bieden mocht het nodig blijken te zijn, worden deze leerlingen niet toegelaten. Leerlingen die door de basisschool niet aangemeld Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

12 zijn voor de lwoo-pro procedure, maar wel achterstanden hebben in het lwoo/pro gebied, worden eveneens niet toegelaten op het Arte College. Deze leerlingen hebben behoefte aan extra ondersteuning gericht op hun specifieke leerbehoeften en het Arte College is zoals hierboven beschreven niet in staat deze ondersteuning te bieden. Leerlingen met een zorgdossier Leerlingen die buiten de criteria van lwoo of PrO vallen, maar in andere zin extra ondersteuning behoeven, worden eind groep 7/begin groep 8 door de basisschool in Digidoor aangemeld als leerling met een zorgdossier. Voor deze leerlingen gelden 1 of meerdere van de volgende criteria: - De leerling heeft een leerachterstand van meer dan 1 jaar bij e e n vakgebied, in combinatie met sociaal emotionele en/of werkhoudingproblemen. - De leerling heeft geen leerachterstand, maar heeft extra ondersteuningsbehoeften op het gebied van gedrag, concentratie en/of de sociaal-emotionele ontwikkeling. - De leerling heeft een gediagnosticeerde gedragsstoornis. - De leerling heeft een fysieke beperking. - De leerling heeft een indicatie van een Regionaal Expertise Centrum (REC), deze optie is mogelijk tot 1 augustus De leerling krijgt ambulante begeleiding vanuit Passend Onderwijs Almere of een andere organisatie. - Er is geen sprake van leerachterstanden die vallen binnen de criteria van lwoo of PrO. Deze zorgdossiers worden behandeld door Passend Onderwijs Almere in samenspraak met een eerste deskundige. Er wordt in kaart gebracht wat de leerling aan extra ondersteuning nodig heeft en op welke school dit het beste geboden kan worden. Indien het Arte College niet kan aansluiten bij de gevonden ondersteuningsbehoefte van de leerling, zal de leerling niet geplaatst worden. Er wordt dan verwezen naar een school waar de leerling wel passend onderwijs kan krijgen. Dit kan een andere reguliere VO-school zijn, maar ook Voortgezet Speciaal Onderwijs. Indien de leerling behoefte heeft aan een lesplek op het Orthopedagogisch Didactisch Centrum (OPDC), zal de leerling ingeschreven worden op het Arte College en les volgen op het OPDC. Leerlingen die door de basisschool aangemeld zijn in Digidoor met een zorgdossier, maar waarvan ouders weigeren mee te werken aan het traject, worden niet toegelaten op het Arte College. Als het dossier niet behandeld is, is niet duidelijk wat de ondersteuningsbehoefte is van de leerling. Aangezien het Arte College dan eventueel de nodige ondersteuning niet kan bieden, worden deze leerlingen niet toegelaten. Wanneer een leerling door de basisschool niet aangemeld is als zorgdossier, maar wel voldoet aan 1 of meerdere van bovengenoemde criteria, moet de ondersteuningsbehoefte van de leerling door het Arte College onderzocht worden. Door ondertekening van het aanmeldformulier door de ouder(s) heeft het Arte College toestemming gekregen om de extra ondersteuningsbehoefte van de leerling te onderzoeken, zodat beoordeeld kan worden of het Arte College hierin kan voorzien. Hiervoor wordt aanvullende informatie opgevraagd bij de eerdere scholen en bij eventuele externe hulpverleners. Wij streven ernaar om binnen 6 tot 10 weken te beoordelen of wij de leerling kunnen plaatsen (zie p. 10). Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

13 Het aannamebeleid van tussentijdse instroom Wij gaan terughoudend om met tussentijdse instroom. Voor de tussentijdse instroom geldt dat leerlingen alleen kunnen worden toegelaten als er plaats is (zie p. 14) en zij voldoen aan de volgende criteria: - Aansluiting hebben bij het profiel van de school. - Functioneren op één van de niveaus die wij aanbieden (schoolwisselformulier). - Het Arte College kan voorzien in de eventuele extra ondersteuningsbehoeften van de leerling (zie hierboven). Naast het voorafgaande geldt voor het gehele leerjaar 2 en voor 3HV dat leerlingen een inhaalprogramma voor Spaans moeten doen. Daarbij geldt voor 3HV dat leerlingen bij de overgang van leerjaar 2 naar 3 voor de moderne vreemde talen tenminste gemiddeld het cijfer 7 moeten hebben behaald om de overstap van Frans naar Spaans succesvol te laten verlopen. Leerlingen uit 4TL kunnen doorstromen naar 4 havo. Voor de doorstroming hanteren wij de code die in Almere tussen de middelbare scholen is afgesproken. Dat betekent dat de leerling moet voldoen aan de volgende voorwaarden: - De leerling heeft een positief advies voor 7 vakken - de leerling heeft voor het eindexamen TL tenminste gemiddeld het cijfer 6,8 behaald; - de leerling kan een vakkenpakket samenstellen dat past binnen de organisatie van het Arte College. Leerlingen die zich voor 1 april hebben aangemeld worden, mits zij voldoen aan de voorwaarden en de toelatingscriteria (zie p.2), geplaatst. Voor leerlingen die door willen stromen vanuit 5 havo naar 5 vwo gelden (in aangepaste vorm) dezelfde criteria. Voordat we overgaan tot het plaatsen van een tussentijdse aanmelding, stuurt de administratie een overdrachtsformulier naar de afleverende school. Nadat het formulier terug is, heeft de leerling-coördinator een intakegesprek met leerling en ouders. We nemen het geadviseerde niveau van de afleverende school over. Zo nodig wordt er met leerlingcoördinator of afdelingsleider een vakkenpakket gemaakt. Een andere situatie doet zich voor als we het verzoek van een collega-school krijgen om een leerling te plaatsen. De afdelingsleider of leerling-coördinator neemt dan contact op met de school en vraagt naar de reden van de gewenste overplaatsing. Als we mee kunnen werken aan het verzoek heeft de afdelingsleider of leerling-coördinator een intakegesprek met ouders en leerling. Zo nodig worden de voorwaarden waaronder de leerling geplaatst wordt in een contract vastgelegd. We nemen het geadviseerde advies en eventueel vakkenpakket van de afleverende school over. Indien van toepassing wordt er met de afdelingsleider of leerling-coördinator een vakkenpakket samengesteld. Tussentijdse instroom van zorgleerlingen Voor de tussentijdse instroom van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, gelden ten eerste dezelfde instroomcriteria als hierboven omschreven. Daarnaast wordt de extra ondersteuningsbehoefte van de leerlingen onderzocht door de orthopedagoog van het Arte Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

14 College. Hiervoor wordt aanvullende informatie opgevraagd bij de eerdere scholen en bij eventuele externe hulpverleners. Wij streven ernaar om binnen 6 tot 10 weken te beoordelen of wij de leerling kunnen plaatsen (zie p. 10). Wanneer wij beoordelen dat de leerling het beste naar een andere school kan gaan, bijvoorbeeld omdat wij niet de juiste onderwijsondersteuning kunnen bieden, dan zijn wij verantwoordelijk voor het zorgen voor een goede en passende plek voor de leerling. In dat geval wordt na overleg (op overeenstemming gericht overleg) met ouders een school gezocht waar de leerling wél passend onderwijs krijgt. Wanneer is de plaatsingscapaciteit van de school bereikt? Het Arte College kan leerlingen plaatsen die voldoen aan de toelatingseisen: 1. Een onderbouwd basisschool-advies op minimaal kbl-niveau. 2. Het Arte College kan voorzien in de eventuele aanvullende onderwijsbehoefte van de leerling. Er is wel een grens aan de plaatsingscapaciteit van het Arte College. Die grens wordt bepaald door de door de school vastgestelde maximale klassengrootte. Dat betekent dat als u uw kind aanmeldt, wij naast de inhoudelijke toelatingscriteria ook naar de ruimte in het leerjaar kijken. Voor de verschillende leerjaren gelden de volgend maximale aantallen leerlingen voor de klassen: Leerjaar 1 vmbo: maximaal 24 leerlingen per groep Leerjaar 2 vmbo: maximaal 24 leerlingen per groep Leerjaar 3 vmbo KBL: maximaal 24 leerlingen per groep Leerjaar 3 vmbo GTL: maximaal 28 leerlingen per groep Leerjaar 3 vmbo KBL: maximaal 24 leerlingen per groep Leerjaar 4 vmbo GTL: maximaal 28 leerlingen per groep Leerjaar 1 havo/vwo: maximaal 28 leerlingen per groep Leerjaar 2 havo/vwo: maximaal 28 leerlingen per groep Leerjaar 3 havo/vwo: maximaal 28 leerlingen per groep Leerjaar 4 havo/vwo: maximaal 30 leerlingen per groep Leerjaar 5 havo/vwo: maximaal 30 leerlingen per groep Leerjaar 6 vwo: maximaal 30 leerlingen per groep Voor de bovenbouwgroepen (3,4 vmbo, 3,4,5,6 havo/vwo) geldt dat de maximering gerelateerd wordt aan mentorgroepen en/of clustergroepen. Bij het vaststellen van de ruimte in een groep wordt ook rekening gehouden met eventuele interne doorstroming. Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

15 4. Organisatie van de zorg Nieuw vanuit de Wet Passend Onderwijs; De basisondersteuning Met de invoering van de Wet Passend Onderwijs komt de Wet op de Leerlinggebonden Financiering te vervallen. Hiermee vervalt dus ook het rugzakje. Wanneer een leerling behoefte heeft aan extra ondersteuning binnen het reguliere onderwijs, moet deze ondersteuning geboden worden vanuit de eigen expertise en het eigen budget van school. Om voor ouders en leerlingen inzichtelijk te maken welke ondersteuning een school wel en niet kan bieden, moet iedere school in een ondersteuningsplan aangeven welke ondersteuningsmogelijkheden zij kunnen bieden. De beschikbare ondersteuningsmogelijkheden binnen een school noemt men de basisondersteuning (of het basisarrangement). De basisondersteuning legt vast welke bekwaamheidseisen aan het personeel worden gesteld en wat de mogelijkheden van de school zijn om ondersteuning in te zetten. Een verbreding van interventies in de onderwijsstructuur binnen de school heeft immers consequenties voor het handelen van leerkrachten. Het samenwerkingsverband geeft scholen ter vervanging van de voormalige rugzak de beschikking over ondersteuningsmiddelen, waarmee zij ondersteuning op maat kunnen inzetten. Een school kan deze middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise vanuit Passend Onderwijs Almere. De voor het Arte College beschikbare middelen en de inzet daarvan behoren ook tot de basisondersteuning. Het onderwijs op het Arte College De basisondersteuning die geboden wordt op het Arte College is sterk gekleurd door het uitgesproken karakter van de school. Het Arte College is een middelbare school voor leerlingen met capaciteiten op vwo, havo, theoretische leerweg of kaderberoepsgerichte leerweg, die een bijzondere interesse hebben voor kunst en cultuur en zich daarin willen ontwikkelen. Het theater vormt de leeromgeving en leerlingen doen in het havo/vwo en vmbo theater gerelateerde vakken binnen het curriculum. Het Arte College wil een uitdagende en inspirerende omgeving bieden waarin leerlingen: leren zoeken naar nieuwe mogelijkheden in hun eigen (creatieve) ontwikkeling; genieten van een gezamenlijke prestatie; op eigen wijze een bijdrage leveren aan het geheel; leren presteren onder druk en leren werken met een deadline; doelgericht communiceren met de buitenwereld; ondernemen en organiseren. De fundamenten van het onderwijs op het Arte College zijn in grote lijnen herkenbaar maar hebben inhoudelijk ook een eigen karakter passend bij de school: Cognitieve ontwikkeling: Leerlingen werken op hun eigen niveau (tenminste het advies van de basisschool) met de mogelijkheid tot opstroom. We stellen heldere eisen per niveau en gebruiken activerende werkvormen. Presenteren maakt bij alle vakken een wezenlijk deel uit van het programma. Creatieve ontwikkeling: Alle activiteiten zijn gericht op een brede persoonlijke ontwikkeling. We stimuleren leerlingen tot divergent en oplossingsgericht denken. Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

16 Naast persoonlijke prestatie neemt het presteren in teamverband een belangrijke plaats in. Discipline is een belangrijk onderdeel van het proces. Samenwerken: Leerlingen leren keuzes maken en verantwoordelijkheid dragen in en buiten de school. Ze nemen deel aan gemeenschappelijke prestaties en leren omgaan met feedback, beoordeling en coaching. Vanaf de eerste schooldag werken we samen met leerlingen en ouders, ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid, aan een succesvolle ontwikkeling. Het onderwijs op het Arte College wordt aangeboden op leerpleinen. Een leerplein is een grote open ruimte waar meerdere groepen tegelijk zelfstandig of docent-gestuurd aan het werk zijn. Samenwerken en afstemmen speelt hierbij een grote rol en in een school als theaterbedrijf is dit een wezenlijk onderdeel van het curriculum. Daarnaast is goed kunnen samenwerken een onmisbare vaardigheid voor een succesvolle toekomst in onze hedendaagse maatschappij. Daarom leren leerlingen in het Arte College vanaf de eerste schooldag op allerlei manieren samen te werken. We geven dit ondermeer vorm in het werken in leerdomeinen en op leerpleinen. Op de leerpleinen hebben de verschillende leerdomeinen een eigen plek. Zo is er een leerplein Vreemde Talen, een leerplein Nederlands, een leerplein Mens & Maatschappij, een leerplein economie en een leerplein Natuur & Techniek. Op deze pleinen worden de vakken die tot een leerdomein behoren gegeven. Leerlingen van verschillende niveaus en verschillende leerjaren maken gelijktijdig gebruik van een leerplein. Door het onderwijs op leerpleinen en het speciale karakter van het Arte College, zijn bepaalde vaardigheden bij de leerlingen van groot belang voor het behalen van een goed leerrendement: Leerlingen moeten gemotiveerd zijn voor school en een bijzondere interesse hebben in kunst en cultuur; Leerlingen moeten goed kunnen samenwerken of gemotiveerd zijn om dit te leren; Leerlingen moeten zelfstandig en geconcentreerd aan hun eigen taak kunnen werken, ook als er op het leerplein gelijktijdig andere dingen gebeuren (zoals een instructie); Leerlingen moeten in staat zijn tot zelfreflectie en om kunnen gaan met feedback; Leerlingen moeten kunnen plannen en organiseren of gemotiveerd zijn om dit te leren. De basisondersteuning op het Arte College Het kan zijn dat een leerling goed past bij het Arte College en beschikt over de nodige vaardigheden om tot een goed leerrendement te komen, maar (tijdelijk) extra ondersteuning behoeft. We spreken dan van een extra ondersteuningsbehoefte of EOB. Het Arte College biedt verschillende vormen van ondersteuning aan leerlingen met een EOB. In de volgende paragrafen staat omschreven hoe het Arte College omgaat met deze leerlingen, welke interne en externe ondersteuningsmogelijkheden er zijn en via welke weg de ondersteuning kan worden ingezet. Hiermee geven wij inzicht in de voorzieningen die ingezet worden voor een deskundige begeleiding van deze leerlingen. Het Arte College is een jonge school en de ondersteuningsstructuur is dan ook nog volop in ontwikkeling. De doelstelling is dat de ondersteuningsstructuur op het Arte College over 2 Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

17 jaar volgroeid is. Om dit doel te behalen zijn er meerdere projecten opgestart die al in meerdere of in mindere mate een rol spelen in de ondersteuning van de leerlingen op school. Het laatste hoofdstuk geeft meer inzicht in de geplande ontwikkelingen voor de komende jaren. De basis van de begeleiding wordt altijd gelegd in de afdeling. Een afdeling bestaat uit ongeveer 425 leerlingen. We kennen op het Arte College twee afdelingen: de afdeling vmbo en de afdeling havo/vwo. Iedere afdeling heeft een afdelingsleider die als een van zijn taken heeft de coördinatie van de begeleiding in de afdeling. Tevens hebben de afdelingen twee leerlingcoördinatoren die ondersteunen in de begeleiding van (in eerste instantie) mentoren en leerlingen. Tevens is er met ingang van het schooljaar voor anderhalve dag een orthopedagoog aanwezig. Zij zal de ondersteuningsstructuur voor het Arte College verder professionaliseren. Een extra ondersteuningsbehoefte Iedere leerling heeft een onderwijsbehoefte en iedere leerling heeft zijn eigen sterke en minder sterk ontwikkelde vaardigheden. Wanneer een leerling extra begeleiding nodig heeft om tot een goed leerrendement te komen, spreken we van een extra ondersteuningsbehoefte (EOB). Op het Arte College maken we onderscheid in de mate waarin de ondersteuningsstructuur begeleiding biedt aan de leerling met EOB, namelijk licht, medium en intensief. De ondersteuningsbehoefte van een leerling kan ook schooloverstijgend zijn, dan kan het Arte College de nodige begeleiding niet bieden. Hieronder een korte omschrijving van de verschillende ondersteuningsbehoeften van leerlingen en de mate van begeleiding die het Arte College biedt. Lichte begeleiding We spreken van lichte begeleiding wanneer de EOB van een leerling het gevolg is van enkelvoudige problematiek op leerling niveau, zoals weinig inzet/motivatie, faalangst of problemen met het goed plannen van huiswerk. Enkelvoudige problematiek voortkomend uit de thuissituatie kan tevens aanleiding zijn voor lichte begeleiding, zoals verdriet na het verlies van een dierbare of problemen met concentreren na een ruzie met ouders. Voor lichte begeleiding kan de mentor een aantal middelen inzetten: Een extra oudergesprek Een individueel gesprek met de leerling Inplannen Arte-Uren Een logboekje Een afsprakenkaart Faalangstreductie training Kanjertraining Deze lichte begeleiding is altijd kortdurend van aard (maximaal 10 weken) en kost niet meer dan 15 min individuele aandacht per week. De mentor kan zelfstandig de genoemde middelen inzetten, dit moet wel altijd gerapporteerd worden aan de betreffende leerlingcoördinator en bijgehouden worden in het Leerlingvolgsysteem (LVS). Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

18 Medium begeleiding We spreken van medium begeleiding wanneer de EOB van een leerling het gevolg is van meervoudige problematiek op leerling niveau, zoals concentratieproblemen en planningsproblemen. Ook milde psychologische problematiek, zoals problemen met de identiteitsontwikkeling of stagnerende rouwverwerking, kunnen aanleiding zijn voor medium begeleiding. Ook wanneer lichte begeleiding onvoldoende effect heeft of wanneer behoefte is aan meer langdurige begeleiding zal medium begeleiding ingezet worden. Wanneer de behoefte aan medium begeleiding wordt gesignaleerd, moet de leerling door de leerlingcoördinator ingebracht worden in het interne Zorg Advies Team (ZAT). De leerlingcoördinator inventariseert hiervoor zoveel mogelijk informatie met betrekking tot de leerling en de problematiek. Vervolgens kan vanuit het interne ZAT medium begeleiding ingezet worden, bijvoorbeeld door het vastleggen van afspraken in een handelingsplan en door het bieden van individuele begeleiding door de mentor of de leerlingcoördinator. Ook kan via de huisarts een verwijzing gedaan worden naar een eerstelijns psycholoog of kan gekozen worden voor verwijzing naar Oké op School of Coach 4 You. De medium begeleiding kan kortdurend of langdurend van aard zijn en omvat maximaal een half uur individuele begeleiding per week. Wanneer de ingezette middelen voldoende effect hebben, kan via de leerlingcoördinator gekozen worden voor het afbouwen van de begeleiding. Intensieve begeleiding We spreken van intensieve begeleiding wanneer de EOB van een leerling het gevolg is van meervoudige problematiek op verschillende niveaus, zoals leerproblemen i.c.m. gedragsproblemen en opvoedproblemen. Ook psychiatrische problematiek, zoals een persoonlijkheidsstoornis of een eetstoornis, kan aanleiding zijn voor intensieve begeleiding. Ook wanneer medium begeleiding onvoldoende effect heeft of wanneer er behoefte is aan meer individuele begeleiding, zal intensieve begeleiding ingezet worden. Wanneer de behoefte aan intensieve begeleiding wordt gesignaleerd, moet de leerling door de leerlingcoördinator ingebracht worden in het externe ZAT. De leerlingcoördinator inventariseert hiervoor zoveel mogelijk informatie met betrekking tot de leerling en de problematiek. Vervolgens kan vanuit het externe ZAT intensieve begeleiding ingezet worden, vaak betreft dit een samenwerking tussen school en externe partijen zoals Samen Veilig (voorheen Bureau Jeugdzorg). In school kan de intensieve begeleiding bijvoorbeeld bestaan uit individuele begeleiding door de Begeleider Onderwijs of de orthopedagoog. Ook wordt er vrijwel altijd een intensief handelingsplan opgesteld met hierin afspraken voor alle lessen en (indien nodig) de vrije momenten. Intensieve begeleiding bestaat uit minimaal 45 minuten en maximaal 75 minuten individuele begeleiding per week. De intensieve begeleiding duurt in principe niet langer dan een half jaar en moet dan afgebouwd kunnen worden naar medium begeleiding (of kan geheel afgebouwd worden, afhankelijk van de aard van de problematiek). Wanneer een leerling doorlopend behoefte heeft aan intensieve begeleiding, spreken we van een schooloverstijgende behoefte. Het Arte College is niet ingericht op het doorlopend bieden van intensieve begeleiding en zal leerlingen die hier behoefte aan hebben doorverwijzen naar een andere reguliere school of naar het speciaal (voortgezet) onderwijs. Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

19 Schooloverstijgende ondersteuningsbehoefte De ondersteuningsbehoefte van een leerling kan op twee manieren schooloverstijgend zijn. Er kan sprake zijn van een ondersteuningsbehoefte bij een leerling die voorbij gaat aan de mogelijkheden en de middelen in het basisarrangement van het Arte College. In dat geval kunnen wij in school niet de nodige begeleiding bieden en moet de leerling verwezen worden naar een andere VO-school of een stedelijke voorziening die dat wel kan. Een tweede mogelijkheid is dat de school vindplaats is van een probleem, dat verder geen directe invloed heeft op de leerling op school (bijvoorbeeld opvoedingsproblemen). Een dergelijke ondersteuningsvraag moet doorgezet worden naar de betreffende externe partijen, via het externe ZAT. Wanneer de ondersteuningsbehoefte van een leerling de begeleidingsmogelijkheden van het Arte College overstijgt, wordt er ingezet op de overstap naar een andere school. Dit kan een overstap zijn naar een andere reguliere school met een beter passend ondersteuningsprofiel. Deze overstap gaat in samenspraak met ouders en de betreffende nieuwe school. Wanneer het voor de ontwikkeling van een leerling beter is om naar het Speciaal Onderwijs te gaan, dan vraagt het Arte College in samenspraak met de ouders een toelaatbaarheidsverklaring aan. Dit doet de school bij de afdeling Toeleiding van Passend Onderwijs Almere ( Wanneer zij besluiten een toelaatbaarheidsverklaring toe te kennen, kan de leerling geplaatst worden in het voortgezet speciaal onderwijs. Er kunnen verschillende typen toelaatbaarheidsverklaringen afgegeven worden: Speciaal basisonderwijs (SBO) Categorie I ((V)SO cognitief zeer beperkt, langdurig ziek, psychiatrisch en gedrag) Categorie II ((V)SO lichamelijk gehandicapten) Categorie III ((V)SO meervoudig gehandicapten) Met een toelaatbaarheidsverklaring is de leerling in Almere toelaatbaar op: Het speciaal basisonderwijs (sbo): De Bombardon, De Klimop en De Watertuin Het speciaal onderwijs: De Bongerd, De Strengerd, SO Nautilus en Olivijn Het voortgezet speciaal onderwijs: Aventurijn, Aquarius en het Nautilus College Zodra er voor een leerling extra ondersteuning nodig is, wordt het regulier onderwijs geadviseerd een ontwikkelingsperspectief (OPP) op te stellen. Hierin staan de onderwijsdoelen en handelingsadviezen vermeld. Het primaire ondersteuningsteam De interne begeleiding bij een EOB wordt geboden door verschillende medewerkers binnen school, ieder met hun eigen takenpakket. Het ondersteuningsteam bestaat uit; de mentor, de leerlingcoördinatoren, de afdelingsbegeleiders, de orthopedagoog, de Begeleider Onderwijs en de dyslexie-expert. Op het Arte College is de mentor altijd de spil in de begeleiding. De mentor kan hierbij rekenen op ondersteuning van de andere leden van het ondersteuningsteam. Hieronder volgt een beschrijving van de taken van de verschillende leden van het ondersteuningsteam. Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

20 Mentor De mentor is op het Arte College de spil in de begeleiding, zowel bij een lichte, medium als intensieve begeleiding. De mentor signaleert ondersteuningsbehoeften bij zijn/haar mentorleerlingen en onderneemt hierin de eerste acties, zoals het spreken met de leerling en ouders, bespreken van de leerling met de leerlingcoördinator en het rapporteren van (het vermoeden van) een grotere ondersteuningsbehoefte. Alle docenten op het Arte College kunnen mentor zijn en iedere klas heeft minstens een eigen mentor. De opdracht van de mentor is de leerling te leren kennen en kennis te maken met de ouders. Dit betekent inzicht verwerven in schoolresultaten, evt. leerproblemen, de thuis- en/of opvoedingssituatie, de peergroup en vrijetijdsbesteding. Indien er in twee van deze gebieden wrijvingen of problemen voorkomen, is dat vaak een signaal voor risico op uitval. De mentor is degene die constateert of derden geïnformeerd moeten worden omtrent problemen tussen de leerling en medeleerlingen en/of collega s. Hij/ zij voert hier in eerste instantie met leerling en ouders de gesprekken over. De mentor signaleert aan de hand van: gegevens vanuit het PO absentie en te-laat-komen plek in de groep plotselinge gedragsverandering resultaten informatie van collega s Hiertoe: Voeren de mentoren minimaal een keer per rapportperiode een persoonlijk gesprek met de leerlingen waar de hierboven genoemde drie aspecten (resultaten, thuissituatie, vrije tijd) aan de orde komen. Voeren de mentoren minimaal twee keer per rapportperiode een gesprek met de leerlingcoördinator over de mentorklas (voortgangsoverleg). Worden in de rapportvergadering de resultaten en ontwikkeling van de leerling besproken. Nodigen de mentoren de ouders en leerling uit voor het mentorspreekuur om zaken te bespreken met leerling en ouders. Worden de ouders uitgenodigd voor een informatieavond met alle ouders van de klas en volgt er een kennismakingsgesprek met ouders en leerling tijdens het mentorenspreekuur. Onderhoudt de mentor contact met de leerlingcoördinator indien er sprake is van zorg om de leerling. Houdt de mentor het digitale leerlingvolgsysteem (LVS) bij. Alle handelingen omtrent een leerling worden bijgehouden. We werken hiervoor binnen de school met een LVS genaamd SOM en maken gebruik van het zorgvierkant. Binnen het zorgvierkant wordt dossierinformatie zichtbaar gemaakt en kunnen lopende zaken een plek krijgen (gesprekken, verslagen, handelingsplannen, etc). Mocht de lichte ondersteuning onvoldoende effect hebben of mocht de problematiek aanhouden, dan kan de Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

21 leerlingcoördinator ervoor kiezen om de leerling in te brengen in het intern ZAT. De informatie in SOM geeft dan een heldere weergave van de reeds gemaakte stappen. Leerlingcoördinator De leerlingcoördinator bewaakt het proces en de kwaliteit van de leerlingenzorg. Hiervoor is het noodzakelijk om per rapportperiode elke klas minstens tweemaal te bespreken met de desbetreffende mentor. De leerlingcoördinator moet erop toezien dat er voldoende tijd is om (zorg)leerlingen en/of een (zorg)klas op een efficiënte wijze te bespreken. Hierbij is het van belang dat alle vakdocenten op de hoogte zijn zodat er, indien nodig, afspraken gemaakt kunnen worden die men onderschrijft en uitvoert. De leerlingcoördinator treedt op als de problemen in een klas of met een individuele leerling het werk van de mentoren overstijgt. De mentoren dienen hierbij wel zoveel mogelijk betrokken te blijven. Daarom is overleg met de mentoren over de te nemen stappen noodzakelijk en dient de mentor zoveel mogelijk bij gesprekken aanwezig te zijn. De leerlingcoördinator is verantwoordelijk voor de uitvoering en de afhandeling van een aantal (disciplinaire) maatregelen: Schorsing (in overleg met afdelingsleider) Afhandeling van spijbelen Conflicthantering Klassenoverplaatsing e.d. De leerlingcoördinatoren zijn onderdeel van het intern ZAT waarin zij leerlingen aandragen voor bespreking meedenken in casuïstiek van de andere leerlingcoördinatoren De leerlingcoördinator houdt contact met externen: Leerplichtambtenaar GGD Oké op school Coach 4 You De leerlingcoördinator geeft tevens leerlingen op voor het externe ZAT De leerlingcoördinator houdt samen met de leerlingadministratie de afwezigheid en het te laat komen van leerlingen in de gaten. Bij spijbelen schakelt de leerlingcoördinator de mentor in, die dit verder afhandelt. De leerlingcoördinator stuurt de mentoren ook aan betreffende overmatige afwezigheid. De mentoren nemen contact op met de leerling en diens ouders bij (langdurige) afwezigheid. Bij grote mate van afwezigheid zonder aanwijsbare reden schakelt de leerlingcoördinator de leerplichtambtenaar of de GGD in. De leerlingcoördinator houdt daarnaast in het LVS de belangrijkste informatie over de (zorg)leerling up-to-date. Ten slotte is het de taak van de leerlingcoördinator om het papieren dossier van (zorg)leerlingen bij te houden. In dit dossier, dat te vinden is op de kamer van de leerlingcoördinator, kunnen de volgende onderdelen zitten: Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

22 Handelingsplan Diagnoses of andere verslagen van derden Correspondentie met ouders Verslagen besprekingen met ouders, leerlingen, mentoren Verslag leerlingbespreking Contract Op het Arte College zijn vier leerlingcoördinatoren aanwezig waarvan elk verantwoordelijk is voor een eigen afdeling: 1. Onderbouw VMBO (1 e en 2 e klas) 2. Onderbouw havo/vwo (1 e, 2 e en 3 e klas) 3. Bovenbouw VMBO (3 e en 4 e klas) 4. Bovenbouw havo/vwo (4 e, 5 e en 6 e klas) Afdelingsleider De afdelingsleider heeft als een van zijn taken de coördinatie van de begeleiding in de afdeling. De afdelingsleider overlegt regelmatig met de leerlingcoördinator over de gang van zaken. De afdelingsleider legt uiteindelijk weer verantwoording af aan het lid van de schoolleiding dat belast is met de portefeuille leerlingenzorg. De afdelingsleider is verder belast met het opleggen van schorsingen en (definitieve) verwijderingen, dit laatste in overleg met de schoolleiding. Op het Arte College zijn 2 afdelingsleiders aanwezig; een afdelingsleider voor de VMBO en een afdelingsleider voor de havo/vwo. Orthopedagoog De orthopedagoog heeft expertise ten aanzien van orthodidactische problemen, (psycho)sociale en emotionele problemen, ontwikkelings- en persoonlijkheidsstoornissen, leerproblemen en handelingsgericht werken. De orthopedagoog op het Arte College vervult tevens de rol van zorgcoördinator. Het is de taak van de orthopedagoog om de leerlingcoördinatoren inhoudelijk te ondersteunen. Ook biedt de orthopedagoog ondersteuning en scholing aan mentoren en vakdocenten. De orthopedagoog ondersteunt vanuit haar expertise alle facetten van de leerlingzorg op alle niveaus, zowel formeel als informeel. Vanuit de rol van zorgcoördinator is de orthopedagoog verantwoordelijk voor het structureren van de leerlingzorg op het Arte College en het waarborgen van de kwaliteit. Tot slot wordt de orthopedagoog ingezet als deskundige binnen het samenwerkingsverband van het voortgezet onderwijs in Almere. Begeleider Onderwijs Vanuit de Coöperatie Passend Onderwijs Almere krijgt iedere school een aantal uren onderwijsbegeleiding toegewezen. De Begeleider Onderwijs op het Arte College is 6 uur per week aanwezig en gebruikt deze tijd voor de medium en intensieve begeleiding van leerlingen. Dit kan onder andere in de vorm van individuele leerlingbegeleiding, psychoeducatie voor docenten en mentoren of het samenwerken met externe hulpverleners. Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

23 Dyslexie-coördinator De dyslexie-coördinator op het Arte College is verantwoordelijk voor de coördinatie van de ondersteuning van leerlingen met dyslexie. De dyslexie-coördinator screent nieuwe leerlingen bij wie een vermoeden van dyslexie bestaat. Leerlingen met een dyslexieverklaring kijken samen met de dyslexie-coördinator welke extra ondersteuning zij op school nodig hebben (bijvoorbeeld extra tijd, een uitvergrote tekst of de mogelijkheid om te werken op een laptop). De dyslexie-coördinator geeft de leerlingen een kaart met de voor hun passende ondersteuning en licht de mentor en vakdocenten hierover in. ERWD-coördinator De ERWD-coördinator op het Arte College is verantwoordelijk voor de coördinatie van de ondersteuning van leerlingen met Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie (ERWD). De ERWD-coördinator zorgt dat het protocol ERWD gevolgd wordt voor de leerlingen die daarvoor in aanmerking komen. Leerlingen met ERWD kijken samen met de ERWD-coördinator welke extra ondersteuning zij op school nodig hebben (bijvoorbeeld extra tijd, een rekenkaart of het gebruik van een rekenmachine). De ERWD-coördinator geeft de leerlingen een kaart met de voor hun passende ondersteuning en licht de mentor en vakdocenten hierover in. Aanvullende ondersteuning in school Naast het primaire ondersteuningsteam spelen andere medewerkers in school ook een belangrijke rol in de begeleiding van leerlingen. Vakdocent Naast de mentor nemen alle betrokken docenten van de leerling contact op met de mentor of leerlingcoördinator indien daar aanleiding toe is. Wanneer en bij een leerling sprake is van een EOB, zal dit ook invloed hebben op de vakdocenten en andere medewerkers. Er kunnen immers afspraken voortvloeien vanuit de gesprekken die de mentor met leerlingen en ouders voert. Vanuit die afspraken zal er in de vaklessen maatwerk geleverd moeten worden om de begeleiding te doen slagen. Verder signaleren vakdocenten en hebben vanuit die rol eventueel ook gesprekken met leerlingen en ouders. Vakdocenten evalueren de inzet van de lichte ondersteuning voor hun les en informeren daar waar nodig de mentor. Samenvattend zijn de taken van de vakdocent: Signaleren Informeren Implementeren Evalueren Anti-pestcoördinator De Anti-pestcoördinator is een docent die een aanvullende cursus heeft gedaan en daarmee expertise heeft verworven op het gebied van pestgedrag. De anti-pestcoördinator kan pestgedrag herkennen, actualiseert het pestprotocol en bewaakt de uitvoering ervan, vergroot de ouderbetrokkenheid en kan ondersteuning bieden aan het team op het gebied van de verschillende vormen van pestgedrag. Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

24 Contactpersoon Vertrouwenszaken Op het Arte College zijn er twee personeelsleden aangesteld als contactpersoon vertrouwenszaken; een man en een vrouw. Tot hun takepakket behoort het omgaan met ongewenst gedrag, zoals seksueel ongewenst gedrag, agressie en geweld. Dit vereist specialistische kennis, enerzijds waar het gaat om preventie (hoe kan de school veilig(er) worden), anderzijds waar het gaat om curatief handelen (wat moet er gebeuren wanneer er zich daadwerkelijk incidenten of problemen voordoen). Op het Arte College is die kennis aanwezig: de op school aanwezige contactpersonen vertrouwenszaken (hierna te noemen contactpersoon/contactpersonen) zijn erop getraind om bij ongewenst gedrag ondersteuning te verlenen en te adviseren. Voor advies over of melding van agressie en geweld of ongewenst gedrag op school kunnen zowel leerlingen, medewerkers als ouders bij de contactpersonen terecht. Leerlingen of personeelsleden die zich niet veilig voelen op school, kunnen altijd bij de contactpersonen aankloppen. De contactpersonen kennen de wegen die bewandeld kunnen of moeten worden. Het hoeft niet altijd om zware dingen te gaan. Bijvoorbeeld opmerkingen die niet als prettig worden ervaren, kunnen al aanleiding zijn om de contactpersoon eens aan te spreken en om raad te vragen. Soms zal de contactpersoon zelf een rol spelen bij de oplossing van het probleem of het traject dat wordt uitgezet. In het andere geval zal hij/zij verwijzen, bijvoorbeeld naar de externe vertrouwenspersoon. Bij ernstige problemen heeft de contactpersoon vooral een verwijzende rol. De rol van de contactpersoon in geval van seksueel ongewenst gedrag verdient specifieke aandacht. Ook hier geldt dat meldingen met een ernstig karakter zonder meer doorverwezen worden. Maar wanneer het om lichtere zaken gaat, wordt niet altijd doorverwezen. De volgende opties zijn mogelijk: - Interne behandeling op school door de contactpersoon; - Doorverwijzing naar en behandeling door de externe vertrouwenspersoon; - Rechtstreekse indiening van een klacht bij het schoolbestuur. Faalangstreductie training Op het Arte College heeft een docente de opleiding gedaan tot faalangstreductie-coach. Zij zal faalangstreductietraining (FRT) aanbieden aan leerlingen in de (pre-) eindexamenjaren die kampen met faalangstige verschijnselen. Leerlingen kunnen zich hiervoor zelf opgeven, maar de mentor kan de problematiek ook signaleren en in samenspraak met de leerling en ouders om een intake vragen. Arte-uren Tijdens de zevende uren, de zogenaamde Arte-uren, kunnen de leerlingen op de leerpleinen bij docenten terecht voor extra hulp en begeleiding. Leerlingen kunnen hier ook hun huiswerk maken of toetsen inhalen. Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

25 Schematische weergave van de ondersteuningsstructuur De koppeling tussen de extra ondersteuningsbehoefte, de intensiteit van de ingezette begeleiding (licht, medium of intensief) en de betrokken interne en externe partners staat op de volgende pagina schematisch weergegeven. Er zijn een aantal belangrijke kanttekeningen bij het schema: De genoemde ondersteuningsvormen zijn niet alles omvattend, er zijn zowel op klassikaal als individueel niveau andere vormen van ondersteuning die ingezet kunnen worden. Het schema richt zich op individuele zorgleerlingen, maar het kan ook zijn dat meerdere leerlingen in een klas of een klas als geheel een probleem ervaart. Ook dan wordt de nodige begeleiding via de ondersteuningsstructuur ingezet, alleen wordt er dan vaak gekozen voor andere werkvormen zoals een klassengesprek of het opstellen van een klassenplan. Het schema betreft leerlingen die reeds op het Arte ingeschreven staan. Bij tussentijdse aanmelding van een zorgleerling verloopt de aanname via de orthopedagoog. Bij (een vermoeden van) een ondersteuningsbehoefte die niet past binnen het basisarrangement van het Arte College, wordt in samenspraak met de orthopedagoog gezocht naar een andere passende school. Wanneer de zorgleerling geplaatst wordt op het Arte College, wordt via het intern ZAT (voor medium begeleiding) of het extern ZAT (voor intensieve begeleiding) de juiste begeleiding ingezet. Ondersteuningsplan Arte College, versie juli

26 Ondersteuningsplan Arte College, versie juli