MOTIVERING IN HET KADER VAN EEN GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR. Opdracht: Van Genugten & Van Genugten

Transcriptie

1 MOTIVERING IN HET KADER VAN EEN GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR Opdracht: Van Genugten & Van Genugten Datum: 07 januari 2015 Gewijzigd: 18 maart 2015 Inhoudsopgave: 1. INLEIDING 1.1 Project omschrijving 1.2 Aanleiding en doel van het project 2. LIGGING EN BEGRENZING VAN HET PLANGEBIED 2.1 Stedebouwkundige effecten 3. BELEIDKADER 3.1 Rijksbeleid 3.2 Provinciaal beleid 3.3 Regionaal beleid 3.4 Gemeentelijk beleid 4. MILIEUASPECTEN 4.1 Archeologie, cultuurhistorie 4.2 Natuur en landschap 4.3 Infrastructuur en parkeren 4.4 Externe veiligheid 4.5 Bedrijven en milieuzonering 4.6 Wet geluidhinder 4.7 Luchtkwaliteit 4.8 Geurhinder 4.9 Waterhuishouding 5. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID 6. PROCEDURE 7. COMMUNICATIE 8. CONCLUSIE Bijlagen: Bijlage 1, Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0, 02 april Bijlage 2, SKIA-Stichting keurmerk Internationale Arbeidsbemiddeling Bijlage 3, Beleidsnotitie gemeente Best, Huisvesting arbeidsmigranten d.d Bijlage 4, Akoestisch rapport Exlan. Biilage 5, Tekeningen. Bijlage 6, Verslag informatie bijeenkomst. Bijlage 7, Verslag bezoek huisvestingslocaties Pollux. PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 1

2 1. INLEIDING: 1.1 Project omschrijving: Transformatie van het voormalig ABAB-kantoor, gelegen aan de Bosseweg 45 te Best. Het huidig vastgelegde gebruik betreft een kantoorfunctie het voornemen is deze te vervangen door een logiesfunctie voor de huisvesting van arbeidsmigranten. 1.2 Aanleiding en doel van het project: Het voornemen is het leegstaande kantoorpand aan de Bosseweg 45 te Best geschikt te maken voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Gezien de huidige kantorenmarkt, grote aanbod van leegstaande kantoorgebouwen en de huidige economische crises, is het zeer waarschijnlijk dat ook de komende tijd er geen mogelijkheden zijn het kantoorgebouw met de huidige bestemming te verhuren. Daartegen is er wel een behoefte aan deugdelijke huisvesting van arbeidsmigranten. In het vigerende bestemmingsplan is de bestemming kantoor opgenomen. Voor het beoogde gebruik, logiesfunctie, zal een afwijkend gebruik toegestaan moeten worden. De gemeente Best heeft aangegeven aan de initiatiefnemers in principe bereid te zijn hier haar medewerking aan te willen verlenen, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn terug te vinden in de door de gemeente Best opgestelde beleidsnotitie, regnr.:in d.d Dit beleid heeft o.a. betrekking op de huisvesting, waaronder de voorwaarde van certificering conform SNF, SKIA of gelijkwaardig en de 24-uurs beschikbaarheid van de beheerder. In de notitie wordt voor groepshuisvesting van arbeidmigranten de voorkeur uitgesproken voor locaties in de bebouwde kom waarbij leegstaande kantoren specifiek worden genoemd als geschikte locatie keuze. Het plan biedt ruimte voor de huisvesting van maximaal 78 arbeidsmigranten verdeelt over 39 logieskamers. Er is een differentiatie aangebracht in de beschikbaar te stellen logiesverblijven. Op de begane grond zijn alle kamers en op de overige verdiepingen nog 3 kamers voorzien van vanuit de logieskamer te bereiken sanitaire ruimten. De overige logiesverblijven maken gebruik van gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen. Op de bovenste verdieping is er gelegenheid voor het gezamenlijk nuttigen en bereiden van maaltijden, deze ruimte (als op tekening aangemerkt als kantine) bied plaats voor maximaal 99 personen. De huisvesting is van tijdelijke aard en richt zich conform de beleidsuitgangspunten van de gemeente Best op shortstay (korter dan 4 maanden) en midstay (4-12 maanden) verblijf. Vanwege deze tijdelijke aard van huisvesten en het gemeenschappelijke karakter van de voorzieningen is de het bouwbesluit gedefinieerde logiesfunctie het meest passend. Voor de brandveiligheid worden hiervoor dan ook de passende maatregelen getroffen en is naast de aanvraag voor de wijziging van de functie ook een vergunning aangevraagd voor het brandveilig gebruik. Gevel aan de Bosseweg, bron: Googlemaps PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 2

3 2. LIGGING EN BEGRENZING VAN HET PLANGEBIED: Het kantoorgebouw, plaatselijk bekend als het voormalige ABAB kantoor, is gelegen aan de Bosseweg 45 te Best, op de percelen kadastraal bekend als gemeente Best Sectie H nr. 6002/6003 en Met de rode cirkel is de ligging van het projectgebied aangegeven. Links bron: Googlemaps Rechts bron: Bestemmingsplankaart ruimtelijkeplannen.nl BP Salderes planstatus: onherroepelijk Situatietekening, in het plangebied in het groen aangegeven. PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 3

4 2.1 Stedebouwkundige effecten: Het gebied maakt onderdeel uit van bestaande stedelijke bebouwing en sluit aan op de aanwezige of als zodanig bestemde woongebieden, bedrijventerreinen en bijbehorende wegen. Het voorliggende plan ligt binnen, aan de rand, van de bebouwde kom en is kort gelegen nabij de op- en afrit Best-west aan de Rijksweg A2. Aangezien er slechts sprake is van een functiewijziging van een bestaand kantoorgebouw naar een logiesgebouw, waarbij de bouwkundige wijzigingen voornamelijk intern plaatsvinden, heeft het initiatief nauwelijks stedenbouwkundige effecten. Stedenbouwkundig gezien bestaan er dan ook geen belemmeringen voor de functiewijziging van kantoorgebouw naar logiesgebouw. PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 4

5 3. BELEIDSKADER: 3.1 Rijksbeleid: In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. In de SVIR schetst het kabinet hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. De Rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid. Tot 2028 heeft het kabinet in de SVIR 3 Rijksdoelen geformuleerd: - de concurrentiekracht vergroten door de ruimtelijk-economische structuur van Nederland te versterken. Dit betekent bijvoorbeeld een aantrekkelijk (internationaal) vestigingsklimaat; - de bereikbaarheid verbeteren; - zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden. Provincies en gemeenten hebben in het nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsbeleid meer bevoegdheden gekregen. Bijvoorbeeld op het gebied van landschappen, verstedelijking en het behoud van groene ruimte. Provincies en gemeenten weten beter wat er speelt in de regio. En wat bewoners, bedrijven en organisaties willen. Daardoor kunnen zij beter afwegen wat er in een gebied moet gebeuren. De functiewijzing voorziet in een herbestemming van een leegstaand kantoorgebouw en gaat voorzien in de behoefte aan goede huisvesting voor arbeidsmigranten. Hiermee past het plan in de doelstellingen van de SVIR. 3.2 Provinciaal beleid: In de Provinciale Verordening ruimte 2014, Provincie Noord-Brabant zijn regels vastgelegd waar gemeenten zich bij het maken van bestemmingsplannen aan moeten houden. Een belangrijk uitgangspunt van het beleid is zorgvuldig ruimtegebruik. Bij zorgvuldig ruimtegebruik gaat het om efficiënt, intensief, meervoudig en duurzaam gebruik van de ruimte. De functiewijziging komt tegemoet aan de dringende behoefte, aan huisvesting van arbeidsmigranten. Het huidige leegstaande kantoorgebouw wordt herbestemd als logiesgebouw voor huisvesting van arbeidsmigranten wat aansluit bij de uitgangspunten van het provinciaal beleid. 3.3 Regionaalbeleid: Het regionale beleid is er op gericht om aan een goede en duurzame oplossing te werken voor de huisvesting van arbeidsmigranten. SNF: Stichting Normering Flexwonen is tot stand gekomen door de initiatiefnemers - ABU, NBBU, VIA, PPE/PVV, LTO, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond, de Unie en de LBV- zij willen het aanbod en het gebruik van uitsluitend goede kwaliteit huisvesting voor werknemers uit het buitenland bevorderen. Op 28 maart 2012 is de Nationale verklaring tijdelijke huisvesting EU- arbeidsmigranten ondertekend. Door een groot aantal partijen, zoals de minister van Binnenlandse Zaken, de VNG, Aedes, ABU, NBBU, VIA, LTO Nederland, Productschap Vee en Vlees, CNV, FNV, Pools Overlegplatform in Nederland en diverse gemeenten. De ondertekenaars hebben zich ondermeer verplicht om een inspanning te leveren voor het vastleggen van normen voor PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 5

6 goede huisvesting in CAO s en in certificering, en voor een vertrouwenwekkend systeem van handhaving van die normen. Onderdeel van de verklaring is de oprichting van de Stichting Normering Flexwonen die de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten beheert en controleert alsmede het register onderhoudt van bedrijven die aan de norm voldoen. Als vermeld in de beleidsnotitie heeft ook de gemeente Best in december 2013, samen met diverse gemeenten, woningcorporaties en uitzendbureaus, de Regionale Verklaring Arbeidsmigranten 2.0 ondertekend. De meest recente norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0. gepubliceerd op 2 april 2014 is bijgevoegd als bijlage 1bij deze onderbouwing. KEURMERK SKIA: Stichting Keurmerk Internationale Arbeidsbemiddeling is een autonome en onafhankelijke stichting met een eigen verantwoordelijkheid. De stichting is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer Het doel omschreven in haar statuten is: Het erkennen van organisaties, die arbeidsmigranten bemiddelen, conform de normen en criteria zoals vastgelegd in het Keurmerk van de SKIA (European Legal Labour Certificate), door het controleren en toezicht houden op de kwaliteit en handelen van de organisaties en haar huisvestingslocaties, aan de hand van de normen en criteria van het Keurmerk. De huisvesting criteria zijn opgenomen in de uitgave van het keurmerk: European Legal Labour Certificate 2015 welke is bijgevoegd als bijlage 2 van deze onderbouwing. De initiatiefnemer zal zich conformeren aan de door de gemeente Best gestelde voorwaarde van certificering conform SNF, SKIA of gelijkwaardig en de 24-uurs beschikbaarheid van de beheerder. 3.4 Gemeentelijk beleid: Het gemeentelijke beleid heeft als doelstelling dat arbeidsmigranten in Best moeten kunnen beschikken over een goede en passende huisvesting. De uitgangspunten hiervoor zijn vastgelegd in de door de gemeente Best opgestelde beleidsnotitie, opsteldatum , registratie nr. IN (zie bijlage 3) Het initiatief richt zich op het huisvesten van shortstay en midstay arbeidsmigranten in een leegstaand kantoorgebouw, gelegen binnen, aan de rand van de bebouwde kom. De te realiseren huisvesting is geschikt en bestemd voor het huisvesten van meerdere personen anders dan dat een huishouden kent in een (normale) gezinssamenstelling waarbij tegemoet zal worden gekomen aan de lokale marktbehoefte. De huisvesting van arbeidsmigranten zal plaatsvinden onder certificering van SNF, SKIA of gelijkwaardig. Het initiatief zal onverkort voldaan worden aan de hierin gestelde normen. De gemeente Best heeft aangegeven hierbij extra aandacht uitgaat naar dat: - In het gebouw een nachtregistratie en aanwezigenregister aanwezig is. - Voor het gebouw 24 uur per dag een beheerder beschikbaar is. De contactgegevens van deze beheerder bekend zijn bij de gemeente Best. - De eigenaar, exploitant en beheerder stimuleren dat de arbeidsmigranten die in het gebouw verblijven zich inschrijven in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Best, en, bij een verblijf van korter dan 4 maanden, in de Registratie Niet- Ingezetenen (RNI) die de gemeente Eindhoven beheert. Het initiatiefnemer heeft aangegeven aan deze voorwaarden te willen voldoen, het initiatief is dan ook passend in de doelstelling en daarbij gestelde uitgangspunten als opgenomen in de beleidsnotitie van de gemeente Best. PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 6

7 4. RUIMTELIJK EN MILIEUKUNDIGE ASPECTEN: 4.1 Archeologie en cultuurhistorie: Voor de functiewijziging vinden geen grondverstorende werkzaamheden plaats. Er vinden geen veranderingen plaats aan het bestaande gebouw anders dan interne bouwkundige wijzigingen. Er is geen sprake van enig raakvlak vanuit het aspect archeologie. Op de cultuurhistorische waardenkaart zijn in de nabijheid geen beeldbepalende of monumentale panden of anderszins cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig, die een beschermende regeling behoeven en welke door de functiewijziging zouden kunnen worden beïnvloed. Het gebouw is beeldbepalend vanuit de omgeving, gelegen aan de ontsluitingwegen richting de A2, afrit Best west. Aan buitenzijde van het gebouw vinden geen aanpassingen plaats, de uitstraling naar de omgeving blijft onveranderd. Het gebouw heeft geen monumentale status. Vanuit het aspect cultuurhistorie en monumenten bestaan er geen belemmeringen voor de verdere planontwikkeling. Uitsnede cultuurhistorische-waardenkaart-best 4.2 Natuur en landschap In het kader van de flora- en faunawetgeving veranderd er niets aan de gegeven situatie. Er worden geen bomen gekapt of anderszins, er zijn geen raakvlakken in het kader van de flora- en faunawetgeving. Het plangebied zelf maakt geen deel uit van een Natura 2000-gebied of van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS). In de directe omgeving van het plangebied liggen bovendien geen Natura-2000 gebieden, EHS, Wetlands of beschermde- of Staatsnatuurmonumenten. Gezien de afstand tot deze gebieden en omdat het slechts een functiewijziging betreft heeft het initiatief geen invloed op de natuurgebieden. PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 7

8 4.3 Infrastructuur en parkeren: Verkeer: In het kader van de voorgenomen functiewijziging zal een het aantal verkeersbewegingen enigszins wijzigen. Voor logiesruimten dient te worden uitgegaan 1,8 2,4 verkeersbewegingen per etmaal per kamer, uitgaande van matig stedelijk gebied, buiten het centrum in de bebouwde kom (CROW norm). In totaal komt dit neer op verkeersbewegingen per etmaal op basis van 39 kamers. Voor de kantoorfunctie dient te worden uitgegaan 6,3 8,1 verkeersbewegingen per etmaal per 100m2 BVO, uitgaande van matig stedelijk gebied, buiten het centrum in de bebouwde kom (CROW norm). De verkeersgeneratie circa verkeersbewegingen per etmaal op basis van 1410 m2 Dit betekent dat naar verwachting sprake zal zijn van een kleine afname van het aantal verkeersbewegingen. Parkeren: Nota parkeernormen: In 2008 heeft de gemeenteraad van Best als onderdeel van het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan (GVVP) parkeernormen voor Best vastgesteld. Door onduidelijkheden in de praktijk omtrent toepassing en interpretatie van de parkeerkencijfers heeft de gemeente Best een nieuwe Nota parkeernormen opgesteld. Deze nota ( Parkeernormen, Evaluatie en aanscherping ) is op 31 oktober 2011 is door de gemeenteraad vastgesteld en op 1december 2011 in werking getreden. De nota heeft als doel om de toepassing van de parkeernormen inzichtelijker te maken. Bij burgers, bedrijven en ontwikkelaars mag zo min mogelijk onduidelijkheid bestaan over de invulling van de parkeernormen. Ook juridisch dient de invulling van de parkeernormen gewaarborgd te zijn. Bij het opstellen van de nieuwe parkeernormen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. de parkeernormen moeten een positieve invloed hebben op de leefbaarheid en bereikbaarheid van de gemeente Best; 2. elke initiatiefnemer van (bouw)plannen is verantwoordelijk voor het realiseren van de eigen parkeeroplossing; 3. een bouwinitiatief of wijziging van functie van een locatie mag geen parkeerproblemen in de openbare ruimte veroorzaken c.q. vergroten; 4. de Nota parkeernormen is van toepassing op toekomstige ruimtelijke plannen binnen de gemeente Best, daar waar het betreft nieuwbouw, verbouw, uitbreiding of wijziging van functie. Dus niet op bestaande situaties. Het initiatief betreft een functiewijziging derhalve is de parkeernorm aan de orde. Het plangebied is gelegen in het gebied rest bebouwde kom. De norm voor de kantoorfunctie is gesteld op 1,5 pp/100m2 bvo. Op basis van 1410 m2 bvo kantoor zouden 21,5 pp aanwezig moeten zijn. De norm voor de nieuwe logiesfunctie is 0,2 pp / verhuurde kamer. In totaal zijn er 39 kamers, hiervoor moeten 8 pp aanwezig zijn. Het gebouw is voorzien van een parkeerterrein met 77 parkeerplaatsen, conclusie is dat ruimschoots in de norm gestelde parkeerbehoefte wordt voldaan. Naast de gemeentelijke norm is de parkeerbehoefte getoetst aan de CROW-norm CROW is een onafhankelijke kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte en verkeer en vervoer. Voor logiesruimten dient te worden uitgegaan 0,6 0,8 parkeerplaatsen per kamer, uitgaande van matig stedelijk gebied, buiten het centrum in de bebouwde kom (CROW norm). PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 8

9 In totaal komt dit neer op parkeerplaatsen op basis van 39 kamers. Voor de kantoorfunctie dient te worden uitgegaan 1,8 2,3 parkeerplaatsen per 100m2 BVO, uitgaande van matig stedelijk gebied, buiten het centrum in de bebouwde kom (CROW norm). In totaal komt dit neer op parkeerplaatsen op basis van 1410 m2. Ook hier geldt dat aan de parkeerbehoefte op eigen terrein ruimschoots is voorzien. 4.4 Externe veiligheid: Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het voorkomen en beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en van risicovol transport (vervoer gevaarlijke stoffen in leidingen en weg/spoor en vaarweg). Dit betekent dat elke nieuwe ontwikkeling getoetst moet worden aan de normen voor plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). Indien verwacht wordt dat nabij een nieuwe ontwikkeling gevaarlijke stoffen worden opgeslagen, verwerkt, bewerkt, gebruikt of getransporteerd, dan is een onderzoek naar de risico s noodzakelijk. Voor het PR geldt een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. De grenswaarde mag in geen geval worden overschreden. In Nederland zijn weinig locaties waar conflicten zijn met het plaatsgebonden risico. Vooral rond LPG tankstations zijn knelpunten. Bij het GR zal, bij beoordeling van nieuwe ontwikkelingen, rekening moeten worden gehouden met een oriënterende waarde. Voor de oriënterende waarde geldt dat afwijken alleen mogelijk is met een degelijke motivering. Vooral in dichtbevolkte en intensief gebruikte gebieden zoals stadscentra kan er spanning zijn tussen de aanwezigheid van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten en het GR. Verder geldt de eis dat bij ontwikkelingen binnen de invloedsfeer van het GR aandacht moet zijn voor de zelfredzaamheid van de mensen en de bereikbaarheid van hulpdiensten bij een eventuele calamiteit met gevaarlijke stoffen. Wanneer een ruimtelijke ontwikkeling plaatsvindt binnen de invloedsfeer van een risicovolle activiteit, dan dient in het kader van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi, art. 12) de betreffende regionale brandweer de gelegenheid te krijgen om advies aan het gemeentebestuur te geven. In het kader van het vigerende bestemmingsplan Salderes 2010 is door Oranjewoud een onderzoek uitgevoerd naar externe veiligheid (rapportage augustus 2007). Uit een inventarisatie is gebleken dat drie risicobronnen een rol spelen voor het plangebied Salderes: 1 transport van gevaarlijke stoffen over de A2; 2 transport van gevaarlijke stoffen over de spoorlijn; 3 lpg-station aan de Oranjestraat (Bevi-inrichting). Aangezien het plangebied binnen verschillende invloedsgebieden ligt dient er bij het doorlopen van de verantwoordingsplicht aandacht te worden besteed aan de mogelijkheden van zelfredzaamheid en de mogelijkheden van hulpverlening. De functie verandering leidt niet tot een toename van personen dichtheden en/of de zelfredzaamheid van personen. Er vinden geen aanpassingen plaats anders dan een interne verbouwing, de bereikbaarheid voor hulpverlening blijft daarbij ongewijzigd. De functie wijziging is niet van invloed het plaatsgebonden risico en het groepsrisico zoals dat is geaccepteerd bij de vaststelling van het bestemmingsplan Salderes Bedrijven en milieuzonering: In het kader van een goed woon- en leefklimaat naar de omgeving is door Exlan een akoestisch onderzoek verricht. (Het volledige rapport is bijgevoegd, zie bijlage 4) Doel van het onderzoek is het middels een model bepalen van de geluidsbelasting ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen. De resultaten van deze berekeningen zijn vervolgens getoetst aan de eisen van de gestelde geluidsvoorschriften door het PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 9

10 bevoegd gezag. De meest dichtbijgelegen woningen van derden bevinden zich aan de Zomereik ten westen van de inrichting en aan de Bosseweg ten zuidoosten van de inrichting. De inrichting valt onder het zogenaamde lichte regime (type A inrichting) van het Activiteitenbesluit. Voor het opstellen van het akoestisch onderzoek is mede gebruik gemaakt van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening uitgegeven door het Ministerie van VROM (1999). De conclusie van het rapport is dat aan de gestelde normen inzake de bedrijven en milieuzonering wordt voldaan, er is geen hinderlijke bedrijvigheid aanwezig waarbij er sprake kan zijn van belemmeringen over en weer. 4.6 Wet geluidhinder: Een logiesfunctie wordt in de Wet geluidhinder niet aangemerkt als een geluidgevoelige bestemming. Er wordt hierbij uitgegaan van tijdelijk, kortdurend verblijf; dus die functie waar een logiesfunctie ook daadwerkelijk voor bedoeld is. Dit betekent dat een toets aan de Wet geluidhinder in deze situatie niet aan de orde is. Echter in het kader van het begrip goede ruimtelijke ordening moet een afweging gemaakt worden over het leefklimaat binnen. Het kantoorgebouw is vergund en gerealiseerd onder het bouwbesluit 1992, de eis voor het binnenniveau betrof destijds 40 db(a). Het huidige bouwbesluit stelt aan zowel voor de kantoorfunctie als de te realiseren logiesfunctie geen eisen aan het binnenniveau. De huidige maximale geluidsbelasting op de gevel onder invloed van de Rijksweg A2 is 59,59 db. (eindvariant 2022) De gevel van het kantoor gebouw is samengesteld uit een steenachtige buitengevel, deels voorzien van gevelbekleding, deels voorzien van een bakstenen buitenblad. De gevelopeningen bestaan uit aluminiumkozijnen met isolerende beglazing voorzien van buitenzonwering. Het gebouw is uitgerust met een luchtbehandelingsysteem, potentiële geluidslekken voor luchtverversing zijn daardoor niet aanwezig. Met deze uitgangspunten bedraagt de geluidwering van de gevel bij benadering 29 db(a). Het binnenniveau 59,59 db Ra gevel 29 db(a) = ong. 31 db(a). In vergelijk met een wel geluidsgevoelige bestemming, zoals bijvoorbeeld een woning waarbij conform het BB 2012 een geluideis voor het binnenniveau op maximaal 33 db(a) is gesteld, kan worden uitgegaan dat er in het kader van een goede ruimtelijke ordening sprake is van een goed leefklimaat binnen. 4.7 Luchtkwaliteit: Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden ter vervanging van het Besluit luchtkwaliteit De nieuwe Wet luchtkwaliteit ziet op een actualisatie van de luchtkwaliteitseisen, zoals opgenomen in hoofdstuk 5, titel 5.2, van de Wet milieubeheer. Het project zelf biedt geen mogelijkheden om overschrijdingen teniet te doen, noch staat het project het bereiken van de algemene doelstelling voor luchtkwaliteit in de weg. Voor projecten van geringe omvang geldt bovendien op grond van jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en op grond van het Besluit niet in betekenende mate (NIBM) dat hiervoor geen afzonderlijke luchtkwaliteitstoets nodig is. Dit is het geval als aannemelijk is dat een project een toename van de concentratie van fijn stof (PM 10) of stikstofdioxide (NO2) veroorzaakt die niet meer bedraagt dan 3% van de jaargemiddelde concentratie van die stof. In de ministeriële Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) van 31oktober 2007 worden enkele concrete projecten of activiteiten genoemd waarbij het voorgaande in ieder geval van toepassing is en waarvoor dus geen specifieke luchtkwaliteitstoets hoeft te worden uitgevoerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van minder dan m² of woningbouwprojecten van niet meer dan 1500 woningen. Het onderhavige project is van veel geringer omvang zodat het niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 10

11 In juli 2014 is de handreiking luchtkwaliteit gevoelige bestemmingen Noord-Brabant in Best als beleidsregel vastgesteld en in werking getreden. Dit is een aanvulling op het Besluit gevoelige bestemmingen en geeft invulling aan het begrip goede ruimtelijke ordening voor het aspect luchtkwaliteit. Deze Handreiking beperkt nieuwe vestiging van lucht gevoelige objecten zijnde scholen, kinderdagverblijven, verzorging-, verpleeg- en bejaardentehuizen in de nabijheid van drukke (snel)wegen, namelijk binnen 300 meter van een snelweg en 50 meter van een drukke gemeentelijke/provinciale weg kunnen geen nieuwe lucht gevoelige objecten worden ontwikkeld. De handreiking heeft geen invloed op de wens om woningen te ontwikkelen binnen deze zones en ook niet op bestaande lucht gevoelige gevoelige objecten. De handreiking streeft voor de toekomst een betere leefomgeving na voor kwetsbare groepen. De ontwikkeling aan de Bosseweg 45 betreft een gebouw voor logies en wordt niet aangemerkt als lucht gevoelig object en is daarmee geen aandacht locatie op het gebied van luchtkwaliteit. 4.8 Geurhinder: Wet geurhinder en veehouderij De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt voor de beoordeling van aanvragen om omgevingsvergunningen milieu het toetsingskader voor de geurhinder vanuit veehouderijen. De Wgv stelt normen aan de geurbelasting van veehouderijen op geurgevoelige objecten en stelt minimale afstanden vast van veehouderijen tot geurgevoelige objecten. Om te beoordelen of sprake is van een goed woon- en verblijfklimaat en of veehouderijen in de bedrijfsvoering worden belemmerd wordt bij een ruimtelijke ordeningstoets voor de om gekeerde werking eveneens de Wgv toegepast. Bij gemeentelijke verordening kan een gemeente afwijkende geurnormen vaststellen. De gemeente Best heeft in haar Verordening geurhinder en veehouderij afwijkende normen vastgesteld voor de volgende gebieden: -Invloedsgebied kern Best -Invloedsgebied plangebied Aarle -Invloedsgebied plangebied Hokkelstraat -Invloedsgebied plangebied Dijkstraten -Invloedsgebied plangebied Overgang Bosseweg 45 is gelegen in het invloedsgebied kern Best waar de norm van 1oue van toepassing is. Toetsing Het pand Bosseweg 45 is gelegen binnen de geurcontour van de veehouderijbedrijven aan de Hokkelstraat 33 en de Broekdijk 2a. Oprichting van een geurgevoelig object is in principe niet toegestaan binnen een geurcontour. Het betreft hier echter een bestaand pand. Daarnaast wijzigt de geurgevoeligheid niet door de wijziging van kantoor naar huisvesting. Gelet hierop kan worden gesteld dat de betreffende veehouderijen niet aanvullend worden beperkt. Gezien de afstand ten opzichte van deze bedrijven (Broekdijk 2a circa 490 meter/ Hokkelstraat 33 circa 840 meter), kan worden gesteld dat er sprake is van een acceptabel woon- en leefklimaat ter plaatse. 4.9 Waterhuishouding: Het huidige waterhuishoudkundig systeem wordt door de functiewijziging niet beïnvloed Vanwege dat de aanpassingen beperkt blijven tot een inpandige verbouwing zullen er geen wijzigingen plaatsvinden aan de verharde oppervlakten. De waterhuishoudkundige situatie ter plaatse zal derhalve niet veranderen. PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 11

12 5. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID Bij het initiatief is sprake van een functiewijziging en een (interne) verbouwing van een bestaand pand. Alle voorzieningen zijn reeds aanwezig. Het opstellen van een exploitatieplan is niet nodig, het initiatief betreft geen bouwplan waarvoor op grond van de WRO een exploitatieplan verplicht is gesteld. De legeskosten voor de te volgen procedure zijn voor rekening van de aanvrager. Planschade: Deze tegemoetkoming in schade is het financiële nadeel dat een betrokkene heeft door het verschil tussen de nieuwe (onvoorziene) planologische situatie en de bestaande/oude situatie. In artikel 6.2 lid 1 van de Wro is voor de tegemoetkoming in schade bepaald dat binnen het normale maatschappelijke risico vallende schade voor rekening van de aanvrager blijft. Bij schades die worden veroorzaakt door een bestemmingswijziging van een ander perceel dan het eigen perceel (de indirecte planschade) geldt een forfait normaal maatschappelijk risico van 2%. Om de economische uitvoerbaarheid van het project te waarborgen wordt een verhaalscontract afgesloten met de initiatiefnemer, op basis hiervan komt eventuele planschade voor zijn rekening. De economische en financiële uitvoerbaarheid van het project is daarmee voldoende gegarandeerd. 6. PROCEDURE: De gewenste ontwikkeling is strijdig met het vigerende bestemmingsplan. Op grond van art 2.12, lid 1 onder a, sub 2 Wabo, kan voor gevallen die per Algemene maatregel van bestuur (AMvB) zijn aangewezen met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bestemmingsplan. De toestemming voor afwijken is alleen van toepassing op de aangewezen gevallen en de bijbehorende voorwaarden uit Bijlage II, artikel 4 Bor. De functiewijziging moet hier worden ondergebracht in de categorie vallend onder lid 9, inhoudende: het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers; Onder de Wabo geldt hiervoor de reguliere procedure. De beslistermijn is 8 weken. Bezwaar, beroep en hoger beroep zijn mogelijk. Er is geen terinzagelegging. Wel kunnen de artikelen 4:7 en 4:8 Awb worden toegepast binnen de 8 weken termijn (met eventuele verlenging van 6 weken). Normaal gesproken is, als het bevoegd gezag na 8 weken geen besluit heeft genomen, de vergunning van rechtswege verleend. Inmiddels is ingevolge artikel 4:15, lid 2 a van de Algemene wet bestuursrecht de beslistermijn op de ingediende aanvraag met 42 dagen opgeschort. 7. COMMUNICATIE: In juni/juli 2014 heeft de gemeente Best de initiatiefnemer verzocht de buurtbewoners te informeren alvorens een melding van de aanvraag geplaatst zou worden in Groeiend Best. De initiatiefnemer heeft daarop diverse omwonenden bezocht en mondeling geïnformeerd omtrent de plannen. Een aantal omwonenden is daarbij niet thuis aangetroffen. Aanvullend hierop heeft de initiatiefnemer op woensdag 17 december 2014 een informatieavond in het ABAB-gebouw georganiseerd, de avond is aangekondigd geweest in Groeiend Best. De presentatie van de avond heeft plaatsgevonden in samenwerking met de heer Van der Vlies (ChristenUnie) en Pollux (organisatie voor internationale arbeidsbemiddeling en de toekomstige exploitant), een verslag van deze avond is bijgevoegd. (zie bijlage 6) PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 12

13 Tijdens deze avond is de mogelijkheid aangeboden om een huisvestingcomplex van Pollux te bezoeken, samen met buurtbewoners, zodat dit enige onduidelijkheid kon verminderen/wegnemen. Op 24 februari 2015 zijn de huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten te Bergen op Zoom en Hoeven bezocht. Pollux heeft hiervoor de rondleidingen verzorgt. Een verslag van dit bezoek is bijgevoegd. (zie bijlage 7) 8. CONCLUSIE: Tegen de voorgenomen functiewijziging bestaan vanuit ruimtelijk en stedenbouwkundig oogpunt geen bezwaren. Landschappelijke- en natuurwaarden worden niet aangetast en ook vanuit milieutechnische aspecten bestaan er geen bezwaren tegen de beoogde functiewijziging. De functiewijziging is op basis van de huidige beleidsinzichten mogelijk. Aan de voorwaarden, die zowel het rijks, provinciaal als het gemeentelijk beleid stellen, wordt voldaan. Daarnaast wordt de ontwikkeling niet belemmerd door aanwezige, storende milieuaspecten en zijn benodigde voorzieningen, als riolering en overige kabels en leidingen, reeds aanwezig. Op basis van het voorgaande wordt dan ook geconcludeerd dat de realisatie van de voorgenomen ontwikkeling niet bezwaarlijk is. PROJECT: TRANSFORMATIE VOORMALIG ABAB-KANTOOR 13

14 BIJLAGE 1 NORM VOOR HUISVESTING VAMN ARBEIDSMIGRANTEN

15 Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten Normenset 1.Ruimte en Privacy Norm Kwalificatie Opmerkingen 1.1 Uit de administratie van de gegadigde blijkt een actueel overzicht van alle huisvestingslocaties met daarbij vermeld het aantal bewoners. Dit actueel overzicht huisvestingslocaties en personen per locatie is beschikbaar voor auditor op locatie Major 1.2 Toegestane verblijfsvormen: a. reguliere woning b. hotel/pension c. wooneenheden in gebouwencomplex d. woonunits e. huisvesting op recreatieterrein f. overig*/ ** Major * Andere vormen van huisvesting zijn mogelijk mits hier een vergunning van de gemeente voor bestaat, deze direct is verbonden aan de aard van de arbeid en deze uitzondering is gemeld bij het register. Deze categorie woonvormen dient bovendien verbonden te zijn aan werkzaamheden die gedurende een beperkte periode plaatsvinden, en deze niet plaatsvinden tussen 1 november en 1 april (seizoensarbeid). In deze situatie zal er vooraf aan de werknemers informatie zijn verstrekt over de betreffende huisvesting. Bij overtreding kan een boete worden opgelegd. Wanneer er sprake is van een boete dan wordt dit doorgegeven aan de relevante gemeente. ** Partijen aangesloten bij de ABU CAO voor Uitzendkrachten zullen de huisvestingsvorm overig uitsluiten in de ABU CAO voor Uitzendkrachten Bewoners hebben minimaal 10m2 omsloten leefruimte per persoon - Bewoners van een reguliere woning (a.) en woonheden (c.) hebben minimaal 12m2 Gebruiksoppervlak (GBO) Dit geldt ook voor woonunits (d.) wanneer er sprake is van een bestemming wonen 1.4 Tijdens de controle wordt gecontroleerd of de daadwerkelijke bezetting klopt bij wat er uit de administratie blijkt Major 12m2 GBO geldt voor verblijfsvormen met de bestemming wonen, a. c.en d. Major Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0, gepubliceerd op 2 april

16 2.Sanitair, Veiligheid en Hygiëne Norm Kwalificatie Opmerkingen 2.1 Er is minimaal 1 toilet per 8 personen Major 2.2 Er is minimaal 1 douche per 8 personen Major Veiligheid ter beoordeling auditor Minor of major Hygiene ter beoordeling auditor Minor of major Auditor bepaalt of er sprake is van een Minor of een Major overtreding. Hierbij houdt hij of zij in ieder geval rekening met: - Veiligheid dient gewaarborgd te zijn voor alle ruimtes van de woonlocatie. Zichtbare overbelasting van het elektriciteitsnet dient gecontroleerd te worden (o.a op dubbelstekkers en kookplaatjes) - -De verlichting en elektriciteit voorziening in natte ruimten (a.) voldoet optimaal aan de IP44 norm, (b.) spatwaterdicht is en (c.) geschikt is voor gebruik in natte ruimtes. - Omstandigheden die tot gevaar of verwondingen kunnen leiden dienen te worden voorkomen. Hygiëne in en om de woonlocatie dient duidelijk gewaarborgd te zijn Ook dient het de aanbeveling dat de natte ruimten deugdelijk verlucht kan worden. Dit kan middels natuurlijke ventilatie of een mechanische installatie. - Schimmelvorming in de badkamers en/of keukens 2.4 CV, gaskachel en geiser dienen tweejaarlijks aantoonbaar gecontroleerd te zijn. Major Controle moet worden gedaan door gecertificeerd bedrijf of persoon Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0, gepubliceerd op 2 april

17 3.Voorzieningen Norm Kwalificatie Opmerkingen 3.1 Koelkast(en), 30 liter koel-/vriesruimte per persoon Minor 3.2 Kookplaat/platen, minimaal 4 pitten, bij meer dan 8 personen 1 pit per 2 personen, bij meer dan 30 personen minimaal 16 pitten. Minor 4.Informatievoorziening en overige eisen Norm Kwalificatie Opmerkingen 4.1 Informatiekaart opgesteld in de landstaal bevat ten minste telefoonnummers van: - eigen hulpverlener - regiopolitie - brandweer (in levensbedreigende situaties) - verkorte huis- en leefregels in landstaal van de bewoners - Ontruimingsplan en Noodprocedure 4.2 Informatiekaart opgehangen op centrale plaats in woonlocatie Major Major 4.3 Als de auditor gesloten slaapkamers aantreft kan hij/zij besluiten een herkeuring van de locatie te gelasten 4.4 Er is 24 uur per dag iemand beschikbaar in het geval van calamiteiten. De contactgegevens van de (interne of externe) beheerder staan ook op de informatiekaart zodat deze ook aan eventuele gemeentelijke controleur kan worden getoond. Major De auditor moet zich een goed beeld kunnen vormen over de volledige huisvestingslocatie. Major 5.1 Bindende informatie- en aanbevelingsplicht Brandveiligheid De CI informeert de gecontroleerde onderneming over de verplichtingen die gelden met betrekking tot het Bouwbesluit 2012 en adviseert de huisvesting aan te sluiten bij dit besluit, voor zover dit nog niet is gebeurt. Daarvoor vermeld de CI de mogelijkheid om met de gemeente een Bed-voor-Bed regeling af te spreken. Bij de informatie- en advisering zal de CI het overzicht in Bijlage IV hanteren. Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0, gepubliceerd op 2 april

18 5.2 Brandveiligheid Norm Kwalificatie Opmerkingen Brandblusser - de brandblusser(s) zijn gekeurd en de keuring is nog geldig - Er is 6 liter blusvloeistof aanwezig - instructie gebruik op brandblusser - er is een brandblusser binnen 5 meter van iedere plaats waar gekookt wordt Blusdeken (bij iedere kookgelegenheid) Major Major Controle moet worden gedaan door gecertificeerd bedrijf of persoon Werkende rook- en CO-melders op voorgeschreven plaats gemonteerd. Major 5.3 Brandveiligheid - melding gemeente In de situatie dat er sprake is van een ernstige brandonveilige situatie dient de Certificerende Instelling een melding te doen over deze locatie bij de gemeente waarbinnen de huisvesting is gelegen, alsmede de onderneming te manen zo spoedig mogelijk de brandonveilige situatie ongedaan te maken. 6.Goed werkgeverschap Norm Kwalificatie Opmerkingen 6.1 Om goed werkgeverschap te verzekeren geldt voor uitzendondernemingen als voorwaarde dat zij staan ingeschreven in het basisregister van de SNA Major Het KvK nummer van de onderneming is leidend bij de controle.. Uitzendondernemingen die zijn gebonden aan de CAO Vleessector tonen goed werkgeverschap aan door middel van het NEN keurmerk zoals beschreven in Artikel 57 van de CAO Vleessector Aanbevelingen Gegadigden voor het keurmerk krijgen bovenop de geldende normen een set aanbevelingen waarbij de gegadigde vrij is hier invulling aan te geven. Deze aanbeveling betreffen de volgende onderwerpen: - Het opstellen van een rook-, drink- en drugsbeleid - Het opstellen van een beleid op het gebied van orde en netheid in en rond de huisvestingslocatie - De kookgelegenheid heeft een oven of een magnetron - In de huisvesting wordt rekening gehouden met de privacy van de bewoners en er is een privacy regelement opgesteld Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0, gepubliceerd op 2 april

19 Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten - Controlesystematiek Onderwerp Invulling Opmerkingen Reikwijdte Huisvestingsondernemingen, en werkgevers die tijdelijke arbeidsmigranten (willen) huisvesten kunnen in aanmerking komen voor het huisvestingskeurmerk. Om goed werkgeverschap te borgen zal een onderneming die tevens werkgever is, aantonen dat deze onderneming de van toepassing zijnde CAO toepast. Om goed werkgeverschap te verzekeren geldt voor uitzendondernemingen als voorwaarde dat zij ) staan ingeschreven in het basisregister van de SNA Uitzendondernemingen die zijn gebonden aan de CAO Vleessector tonen goed werkgeverschap aan door middel van het NEN keurmerk zoals beschreven in Artikel 57 van de CAO Vleessector Het KvK nummer van de onderneming is leidend bij de controle. Controlerende Instellingen De normen zullen gecontroleerd worden door een onafhankelijke Controlerende Instelling (CI). SNF contracteert meerdere CI s Hierdoor ontstaat een keuze voor gegadigden. Gegadigden kunnen zelf bepalen door welke CI zij gecontroleerd wensen te worden. Periodieke Controle Het uitgangspunt is om tenminste jaarlijks op de huisvestingsnormen en, waar van toepassing bij uitzendondernemingen, op de CAO te controleren. Er is een eisenpakket opgesteld waaraan de CI s moeten voldoen. Binnen dit pakket worden in ieder geval de volgende elementen meegenomen: - onafhankelijkheid van de CI - training en opleiding van de auditors - Audit van de CI s ter garantie van een uniforme toepassing en een daarbij behorend certificaat. SNF heeft een aantal partijen gecontracteerd voor een periode van 2 jaar. Daarna kan SNF besluiten een nieuwe offerteprocedure te starten. Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0, gepubliceerd op 2 april

20 Steekproef Er zal een steekproef worden getrokken door de CI uit de huisvestingslijst die blijkt uit de administratieve controle (norm 1.1). Afhankelijk van het aantal locaties dat uit de administratie blijkt, zal de grootte van de steekproef worden bepaald. Hierbij wordt de volgende staffel gehanteerd: locaties: 2 locaties, ternzij er maar één locatie is locaties: 30% locaties 25% locaties: 20% locaties: 10 locaties 6. > 100 locaties: 15% Timing De onderneming wordt 24 uur van te voren ingelicht over welke locaties uit de steekproef zijn gekomen en zodoende worden gecontroleerd Bonusmalus Goede resultaten in de keuring heeft gevolgen voor de volgende keuring. Als een onderneming positief uit een controle komt dan worden er in het daaropvolgende jaar minder locaties gecontroleerd. Dit geldt ook andersom, als een onderneming slecht presteert dan wordt in daaropvolgende controles een grotere steekproef getrokken. De Bonusmalus heeft geen gevolgen voor de periodiek, maar wel voor het percentage dat wordt gehanteerd voor de steekproef van de locaties in het daarop volgende jaar. Daarbij wordt de volgende methodiek gehanteerd: - Geen non-conformiteiten: het steekproefpercentage wordt verlaagd met 5%, met een minimum van 10% (bij de eerste staffel blijft er een minimumcontrole van 2 locaties) - Alleen Minor overtredingen: geen gevolgen voor de steekproef - 1/5 (20%) of minder van de locaties afgekeurd (Major afwijking): Geen gevolgen voor de steekproef - meer dan 1/5 (20%) van de locaties afgekeurd bij de eerste controle: verhoging van de steekproefpercentage met 5% voor de controle van de volgende periodiek met een maximum van 50% NB. Voor de herstelcontrole blijft het percentage gelijk aan het percentage dat gold voor de oorspronkelijke controle. Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0, gepubliceerd op 2 april

21 Spoedcontroles Bij twijfels over de locaties van een keurmerkhouder heeft Stichting Normering Flexwonen de mogelijkheid spoedcontroles te laten uitvoeren. Gemeentes kunnen in het geval van gegronde vermoedens Stichting Normering Flexwonen vragen een spoedcontrole uit te laten voeren. Controle per woonvorm Controle locaties in verhouding tot huisvestingsvorm Een huisvestingsvorm kan bestaan uit één of meerdere te controleren eenheden. - reguliere woning één eenheid - hotel/pension minimaal vier eenheden, ten minste tien procent - wooneenheden in gebouwencomplex minimaal vier eenheden, ten minste tien procent - chalets/woonunits1 minimaal vier eenheden, ten minste tien procent - huisvesting op recreatieterrein minimaal vier eenheden, ten minste tien procent Kwalificatie van de normen Binnen de normen wordt een onderscheid gemaakt tussen Major en Minor overtredingen en aanbevelingen. Minor overtredingen gelden als minder zwaar voor de beslissing het keurmerk toe te kennen. Major overtredingen gelden zwaarder en zijn meer bepalend voor de toekenning van het keurmerk. Gegadigden krijgen daarnaast een set aanbevelingen, maar zijn vrij hier invulling aan te geven. Beslisboom Stichting Normering Flexwonen zal een beslisboom hanteren die bepalend is voor de toekenning van het huisvestingskeurmerk. Binnen deze beslisboom ligt besloten hoe er wordt omgegaan met geconstateerde onvolkomenheden en hoe dit de toekenning/behoud van het keurmerk beïnvloedt. In het normenoverzicht staat per norm aangegeven welke kwalificatie de norm kent. De volgende beslisboom wordt gehanteerd: - Geen onvolkomenheden: Toekenning van het keurmerk - Alleen Minor onvolkomenheden: Toekenning van het Keurmerk - 1/5 of minder van de locaties met een of meer Major onvolkomenheden: herstelbrief - Meer dan 1/5 van de locaties met een of meer Major onvolkomenheden: herkeuring Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0, gepubliceerd op 2 april

22 Register Er zal één register worden bijgehouden waarin de keurmerkhouders zijn terug te vinden. Informatie- en aanbevelingsplicht Conform norm 5.1 zal, indien van toepassing de CI de onderneming informeren over de wettelijk verplichte gebruiksmelding of omgevingsvergunning brandveilig gebruiken en de onderneming aanbevelen: - Te waarborgen dat over de huisvesting een gebruiksmelding is gedaan en daar waar van toepassing een omgevingsvergunning brandveilig gebruiken aan te vragen. - De huisvesting onder te brengen binnen een Bedvoor-Bed regeling binnen de gemeente waar gehuisvest wordt. Meldingsplicht Wanneer de CI een ernstig brandonveilige huisvesting aantreft zal zij een melding doen bij de gemeente waar binnen de huisvesting is gelegen. Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0, gepubliceerd op 2 april

23 Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten - Beslisboom De Controlerende Instelling (CI) zal zes weken na de controle een rapportage opleveren bij Stichting Normering Flexwonen. In deze rapportage geeft de CI een advies over welke vervolg stap de CI passend acht. De Stichting Normering Flexwonen zal op basis van deze beslisboom besluiten tot de toekenning van het huisvestingskeurmerk en opname in het register. In de situatie dat er uit de rapportage onvolkomenheden blijken zal deze beslisboom worden gehanteerd voor de vaststelling van eventuele sancties. De gecontroleerde onderneming kan bij Stichting Normering Flexwonen in beroep tegen het besluit. Drie weken na de controle zal de CI een concept rapportage naar de gecontroleerde onderneming opsturen. Deze kan hier bij de CI tegen reclameren. Deze reclamatie wordt door de CI meegenomen in de definitieve rapportage en het bijbehorende advies dat zij drie weken later (na zes weken) stuurt naar Stichting Normering Flexwonen. Zodoende krijgt de CI drie weken de tijd om eventuele aanpassingen te doen alvorens de definitieve rapportage wordt vastgesteld. De volgende beslisboom wordt gehanteerd: - Geen onvolkomenheden: Toekenning van het keurmerk - Alleen Minor onvolkomenheden: Toekenning van het Keurmerk - 1/5 of minder van de locaties met een of meer Major onvolkomenheden: herstelbrief - Meer dan 1/5 locaties met een of meer Major onvolkomenheden: herkeuring Beschrijving sancties - Herstelbrief: De onderneming dient, aan de CI te bevestigen dat herstel heeft plaatsgevonden (deze bevestiging in voorkomende gevallen aantoonbaar maken middels fotomateriaal). Door de onderneming dient duidelijk gemaakt te worden dat herstel, daar waar van toepassing, op alle locaties heeft plaatsgevonden en niet alleen op de locaties die uit de steekproef naar voren zijn gekomen en fysiek zijn geïnspecteerd. De rapportage van de CI aan Stichting Normering Flexwonen inzake genomen maatregelen en het wel/niet voldoen aan de normen, dient binnen 4 weken na ontvangst van de herstelbrief door de onderneming, door Stichting Normering Flexwonen te zijn ontvangen. Indien geen bevestiging, danwel dat de bevestiging onvoldoende waarborgen in zich draagt dat herstel heeft plaatsgevonden, dient alsnog herkeuring(en) uitgevoerd te worden. - Herkeuring Indien een herkeuring wordt gesanctioneerd door Stichting Normering Flexwonen, dan wordt 50% van dezelfde locaties herkeurd en 50% nieuwe locaties. Het aantal zal gelijk zijn aan het oorspronkelijk aantal gecontroleerde locaties. Op basis van deze herkeuring zal er wederom een keuringsrapport worden overlegd aan Stichting Normering Flexwonen door de CI. Het definitieve herkeuringsrapport dient binnen 6 weken na ontvangst van opdracht tot uitvoering van een herkeuring door de onderneming door Stichting Normering Flexwonen te zijn ontvangen. Bij gesignaleerd (brand)gevaar zo spoedig mogelijk herstellen Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0, gepubliceerd op 2 april

24 Schorsing en verlies keurmerk In de situatie dat er na de herkeuring weer tot een nieuwe tweede herkeuring wordt gesanctioneerd dan wordt de gecontroleerde onderneming tijdelijk geschorst uit het register. Dit wordt ook zichtbaar gemaakt in het register. Ook als er een herstelbrief wordt gesanctioneerd en deze wordt niet wordt ontvangen of niet voldoende wordt bevonden, wordt de onderneming geschorst uit het register. Bij een schorsing krijgt de onderneming de mogelijkheid zich nog eenmaal te laten herkeuren. Hierbij wordt een volledig nieuwe steekproef getrokken op basis van het meest recente Bonusmalus percentage van de onderneming. Als de onderneming ook voor deze keuring zakt dan wordt de onderneming uitgeschreven uit het register. Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0, gepubliceerd op 2 april

25 Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten - Advies- en informatieplicht Gebruiksbesluit De eigenaar / verhuurder is in sommige situaties wettelijk verplicht een gebruiksmelding bij de gemeente te doen over het gebruik van de woning die hij of zij ter beschikking stelt voor kamergewijze verhuur en of een hotelfunctie, dan wel over een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruiken beschikt. Dit kan o.a. zijn ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten. In geval van een woonfunctie voor kamergewijze verhuur bij 5 of meer wooneenheden (zie definitie in het Bouwbesluit: niet-gemeenschappelijk deel van een woonfunctie waarin zich vijf of meer wooneenheden bevinden) is een gebruiksmelding verplicht. De Controlerende Instelling zal bij de gecontroleerde onderneming nagaan of deze gebruiksmelding is gedaan of de omgevingsvergunning brandveilig gebruiken is afgegeven. Op basis van het resultaat zal de controleur de onderneming informeren. Het volgende schema is daarbij leidend voor de controleur. Informatieplicht & aanbeveling De Controlerende Instelling stelt vast welke van de volgende situaties aan de orde is op een gecontroleerde locatie. # wooneenheden 5 wooneenheden > 5 wooneenheden Verblijfsvorm Verplichte Gebruiksmelding Nee Nee a,c & d (indien in gebruik voor de bestemming wonen) a, c & d (indien in gebruik voor de bestemming wonen) Ja Nee Verplichte Omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik (gebruiksvergunning) Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, versie 3.0, gepubliceerd op 2 april