D A G V A A R D I N G

Transcriptie

1 Dossiernummer: D A G V A A R D I N G Vandaag, heb ik, tweeduizendenachttien Op verzoek van: 1. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING, gevestigd te Utrecht 2...., wonende te 3...., wonende te 4...., wonende te Eisers Voor wie in deze zaak als gemachtigde optreedt, met het recht van vervanging, mr. M.J. Klinkert, advocaat, kantoorhoudende aan de Varrolaan nr. 100 te Utrecht (postadres: postbus 9126, 3506 GC Utrecht) op welk kantoor woonplaats is gekozen, GEDAGVAARD De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NS REIZIGERS B.V., kantoorhoudende aan de Laan van Puntenburg 100 Utrecht (postadres: postbus 2812, 3500 GV Utrecht), aldaar mijn exploot doende, waarbij een afschrift van deze dagvaarding met de daarbij gevoegde producties is overhandigd aan:

2 OM op tweeduizendenachttien om uur in de ochtend/middag in persoon, desgewenst vergezeld van een gemachtigde, te verschijnen op de terechtzitting van Rechtbank Midden-Nederland, afdeling kantonzaken, locatie Utrecht. De terechtzitting zal gehouden worden in het Gerechtsgebouw van de Rechtbank Midden-Nederland aan het Vrouwe Justitiaplein 1, 3511 EX te Utrecht (correspondentie richten aan: postbus 16005, 3500 DA Utrecht). AANGEZEGD Gedaagde kan op deze terechtzitting mondeling antwoorden op de inhoud van deze dagvaarding. Gedaagde kan er ook voor zorgen dat een schriftelijke conclusie van antwoord (in tweevoud) tot de dag voor die terechtzitting bij de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling kantonzaken, locatie Utrecht wordt ingediend (correspondentie richten aan: postbus 16005, 3500 DA Utrecht) of op die terechtzitting aan de kantonrechter wordt overhandigd. De kantonrechter kan aan gedaagde op verzoek uitstel verlenen om een conclusie van antwoord in te dienen. De conclusie van antwoord vermeldt de bewijsmiddelen waarover gedaagde kan beschikken tot staving van de gronden van het verweer, alsmede de getuigen die zij daartoe kan doen horen. Tegelijk dient gedaagde een afschrift van het exploot van dagvaarding over te leggen. Indien gedaagde niet mondeling of schriftelijk antwoordt, noch om uitstel verzoekt, zal de kantonrechter de hierna omschreven vorderingen van de eisende partij bij verstek toewijzen, tenzij de rechter deze vordering onrechtmatig of ongegrond voorkomt, dan wel de voorgeschreven termijnen en formaliteiten niet in acht zijn genomen. Gedaagde is bij verschijning geen griffierecht verschuldigd. OMSCHRIJVING EN MOTIVERING VAN DE VORDERING 1. Partijen: 1.1 Eiseres sub 1, de Federatie Nederlandse Vakbeweging (verder FNV) is een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging van werknemers. Zij sluit cao s af en bevordert, krachtens haar statuten, de individuele en collectieve belangen van werknemers, waaronder de belangen van de werknemers die in dienst zijn (geweest) van NS Reizigers. (Verder NSR ). Zij is bevoegd om op grond van artikel 3:305a BW rechtsvorderingen in te stellen die strekken tot bescherming van gelijksoortige belangen van haar leden en werknemers in het algemeen, nu zij deze belangen krachtens haar statuten behartigt. 1.2 De FNV is partij bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst NS (verder de CAO ), laatstelijk afgesloten over de periode Eisers sub 2 tot en met 4 zijn allen in dienst geweest van de NSR. Zij zullen gezamenlijk worden aangeduid als eisers sub 2 tot en met 4, tezamen met de FNV als eisers en apart als,... en NSR houdt zich, blijkens het handelsregister, bezig met personenvervoer op het spoor en goederenvervoer over de weg en voorts het (doen) verrichten van vervoersdiensten, in het bijzonder met gebruikmaking van railtechniek, het deelnemen in en het exploiteren van zowel Pagina 2 van 13

3 vervoersondernemingen als andere ondernemingen. Overgelegd wordt een uittreksel uit het handelsregister(prod. 1). 1.5 NSR maakt onderdeel uit van het NS concern en behoort tot de sociale eenheid NS. Zij is partij bij de CAO. 2. Essentie van het geschil 2.1 Eisers sub 2 tot en met 4 maken allen al geruime tijd gebruik van de zogeheten Overeenkomst Overgangsregeling Vut (verder te noemen OVUT ), overeengekomen met NSR. Op grond van deze regeling zijn eisers sub 2 tot en met 4 in aanmerking gebracht voor een uitkering krachtens de levensloopregeling en aansluitend pensioen. Om voor een OVUT-uitkering in aanmerking te komen was het noodzakelijk om de dienstverbanden met NSR te verbreken. 2.2 Zoals in de considerans van de met eisers sub 2 tot en met 4 gesloten OVUT-overeenkomsten is vermeld (zie o.a. prod. 3), zijn partijen de overeenkomst aangegaan als invulling van de afspraken in artikel van de cao NS (Een afschrift van deze CAO, deel Sociale Eenheid NS wordt hierbij overgelegd. (prod. 2) en worden de rechten genoemd in artikel van de cao Sociale Eenheid NS gerespecteerd. 2.3 Volgens, zowel artikel CAO als artikel CAO , hebben eisers sub 2 tot en met 4 recht op een OVUT-uitkering ter hoogte van 75% van het laatst genoten loon vanaf 61 jaar en van 70% van het laatst genoten loon vanaf 65 jaar. Eisers verwijzen naar productie 2 waarin de tekst CAO is opgenomen. 2.4 Inmiddels is de AOW-gerechtigde leeftijd voor eisers sub 2 tot en met 4 verhoogd. ontvangt, volgens de huidige wettelijke regeling AOW vanaf (datum),... vanaf (datum) en... vanaf (datum). NSR gaat er bij de berekening van de aanvulling als bedoeld in artikel 28 CAO, ten onrechte vanuit dat eisers sub 2 tot en met 4 vanaf 65-jarige leeftijd AOW ontvangen en zal pas tot aanvulling overgaan als dit inkomen inclusief (fictieve) AOW-uitkering onder 70% van het laatstgenoten inkomen uitkomt, dit terwijl de AOW-uitkeringen eerst veel later dan op de 65-jarige leeftijd zullen worden toegekend. 2.5 (NS) NSR stelt zich thans op het standpunt dat zij niet gehouden is om het gestelde in voornoemde cao-bepalingen (zoals thans terug te vinden in artikel 28 cao) na te leven omdat uit de OVUTovereenkomsten duidelijk zou blijken dat de financiële verplichtingen van NS niet verder gaan dan opgenomen in de OVUT-overeenkomst. NSR is niet bereid om de volledige inkomensgarantie na te leven omdat zij van mening is dat zij rekening mag houden met een fictieve AOW-uitkering van de betrokken werknemers en de (fictieve) AOW-uitkeringen van hun partners. 2.6 Eisers zijn van oordeel dat NSR het OVUT-artikel zoals dit sedert 2005 ongewijzigd in de CAO is opgenomen en op grond waarvan zij hun beslissing hebben genomen om van de OVUT gebruik te maken, dient na te leven en alsnog dient over te gaan tot uitvoering van het gestelde in (thans) artikel 28 CAO (Sociale Eenheid NS) (prod. 3), althans dient aan te geven dat zij bereid is om de CAO op dit punt na te leven, d.w.z. een uitkering te verstrekken van 70% van hun bruto inkomen in Pagina 3 van 13

4 actieve dienst en niet slechts een aanvulling op dit inkomen inclusief fictieve (niet toegekende) AOW-uitkeringen Tevens dient NSR het gestelde in de considerans van de OVUT-overeenkomsten gestand te doen, waarin o.a. staat dat de rechten van artikel CAO worden gerespecteerd. 2.7 NSR is voorts van mening dat bij de berekening van de garantie-uitkering, als bedoeld in artikel 28 CAO/het OVUT-artikel, (standaard) moet worden uitgegaan van tweemaal AOW, d.w.z. de AOWuitkering van de betrokken werknemer alsmede de AOW-uitkering van een mogelijke partner. (Overigens zonder rekening te houden met de vraag of de partner al voor AOW in aanmerking komt en zonder rekening te houden met de vraag of betrokken werknemer überhaupt een partner heeft). Eisers sub 2 tot en met 4 zullen hierdoor (in eerste instantie) dus een aanzienlijk lager garantieinkomen dan de in de CAO genoemde 70% van het laatstgenoten inkomen ontvangen Eisers zijn van oordeel dat de tekst van de CAO helder is: Vanaf 65-jarige leeftijd van de werknemer moet worden aangevuld tot 70% van het laatstgenoten inkomen van de betrokken werknemer. Er mag en kan op grond van de tekst van de CAO geen rekening worden gehouden met het inkomen van de partner of de AOW-uitkering van de partner van de werknemer bij de berekening van deze garantie-uitkering. NS behoeft door uit te gaan van een fictieve AOW-uitkering van zowel de betrokken werknemer als de mogelijke AOW-uitkering van een mogelijke partner, aanzienlijk minder aan te vullen dan ingeval alleen rekening wordt gehouden met het inkomen van de betrokken werknemer. NSR dient, gelet op de tekst van de CAO, ongeacht de vraag of een partner een AOW-uitkering heeft, een uitkering van 70% van het laatstgenoten inkomen van de betrokken werknemer te garanderen, waarbij, zoals gezegd, geen rekening mag worden gehouden met een fictieve AOW-uitkering. 3. Feiten 3.1 Algemeen Eisers sub 2 tot en met 4 hebben in de periode allen een OVUT-overeenkomst getekend waarin is aangegeven dat voor werknemers geboren na 1949 de fiscale wetgeving is gewijzigd, waardoor ongewijzigde voortzetting van de oude afspraken ter zake van de overgangsregeling VUT 40 niet mogelijk is en er een andere constructie moet worden gekozen om de groep werknemers geboren na 1949 voor een OVUT-uitkering in aanmerking te brengen Eisers sub 2 tot en met 4 dienden akkoord te gaan met beëindiging van hun dienstverband onder de in de considerans van deze overeenkomsten geschetste voorwaarden. Zij zijn slechts akkoord gegaan met beëindiging van hun dienstverband omdat dit nodig was om voor de OVUT in aanmerking te komen. 3.2 Individuele gegevens was vanaf 18 augustus 1969 als machinist in dienst van NSR. Op 17 november 2006 is hij met NSR als aanvulling van de afspraken in artikel van de cao NS overeengekomen dat hij met ingang van (datum) met zijn werkzaamheden zou stoppen en vanaf deze datum geen salaris meer zou ontvangen. Vanaf deze datum zou met levensloopverlof gaan en direct aansluitend met pensioen. Als prod. 4 wordt overgelegd de Overeenkomst Overgangsregeling VUT 40 zoals tot stand gekomen op 17 november Pagina 4 van 13

5 3.2.2 Het dienstverband van met NSR bleef in stand voor zover nodig voor een goede uitvoering van de Levensloopregeling. Voor het overige werd beschouwd als niet meer in actieve dienst. Bij het sluiten van de overeenkomst gingen beide partijen ervan uit dat de AOW-gerechtigde leeftijd 65 jaar zou zijn Op 7 december 2005 heeft NS Human Resources aan bericht: De OVUT-40 regeling wordt uitgevoerd door het Spoorwegpensioenfonds (SPF). Normaal gesproken koopt het Spoorwegpensioenfonds extra pensioen in op het moment dat u kiest voor de OVUT-40 regeling. Zo kan de toezegging, o.a. een uitkering van minimaal 75% van het laatstverdiende inkomen, gerealiseerd worden. Dit is echter per 2006 vanwege de gewijzigde fiscale wetgeving niet meer mogelijk Om u toch de mogelijkheid te bieden om op de geplande datum vervroegd uit te treden (voor u ), zal gebruik worden gemaakt van de Levensloopregeling. Hoe? Het geld dat anders aan uw pensioen zou worden toegevoegd wordt op een levensloopregeling gestort. Voorwaarde voor uitvoering van de OVUT 40 regeling op deze manier is dat u ermee instemt dat u op de geplande OVUT40 datum het dienstverband vrijwillig beëindigt. (prod. 5) In de aan gerichte offerte vervanging OVUT40 van SPF Beheer wordt uitgegaan van een pensioenuitkering tot 65 jaar van 75% van het laatstgenoten salaris en een pensioenuitkering na 65 jaar, welke uitkering, zoals met zoveel woorden in deze offerte is vermeld, 70% bedraagt. (prod. 6) Bij brief van 6 juli 2006 heeft NS het navolgende aan bericht: In december 2005 informeerden wij u over de gewijzigde fiscale wetgeving per 1 januari 2006 voor VUT en Prepensioen voor werknemers geboren in 1950 en later. Deze gewijzigde wetgeving maakt het onmogelijk de OVUT-regeling ongewijzigd uit te voeren. NS en bonden hebben bij de laatste cao afspraken gemaakt om aan u toch de mogelijkheid te bieden om op de geplande datum vervroegd uit te treden met nagenoeg- hetzelfde financiële resultaat. Hoe? Het geld dat in de oude OVUTregeling aan uw pensioen zou worden toegevoegd storten wij nu, voor het deel dat niet meer via pensioen kan worden ingekocht, in de levensloopregeling van Levensloop Plus BV; (prod Op 1 mei 2010 heeft NSR in de gelegenheid gesteld om parttime door te werken, daarna fulltime tot 31 augustus NSR heeft, nadat bleek dat de AOW-gerechtigde leeftijd zou worden verhoogd, niet meer in de gelegenheid gesteld om (in zijn eigen functie van machinist) langer door te werken op basis van zijn oude arbeidsvoorwaarden, NSR is, naar thans blijkt, evenmin bereid om het gestelde in artikel resp. 28 CAO en het gestelde in de considerans van de OVUT-overeenkomst gestand te doen en hem 75% resp. 70% van zijn salaris te betalen. ontvangt vanaf 65 jaar alleen pensioen en (bij lange na) niet de in de CAO genoemde 70% minimale hoogte van 70% van het laatst genoten bruto inkomen in actieve dienst. Pagina 5 van 13

6 was vanaf (datum) in dienst van (de rechtsvoorgangster van) NSR, laatstelijk in de functie van monitor/analist.... heeft op 15 november 2006 de Overeenkomst Overgangsregeling VUT 40 getekend. Ook... diende, net als, zijn werkzaamheden krachtens deze overeenkomst te staken en wel met ingang 1 april heeft, evenals, een brief van NS ontvangen inzake de gewijzigde fiscale wetgeving per 1 januari 2006, waarin staat dat de NS met de bonden afspraken heeft gemaakt om op de geplande datum vervroegd uit te treden mogelijk te maken onder nagenoeg dezelfde voorwaarden als van de OVUT-overeenkomst. Overgelegd wordt de OVUT-overeenkomst van 15 november (prod. 8) In de aan... gerichte offerte vervanging OVUT 40 van SPF Beheer is eveneens aangegeven dat de offerte is gebaseerd op de garantieregeling van artikel CAO. (prod. 9) NSR heeft... op een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van tot aangeboden. Hij heeft dit aanbod geaccepteerd en heeft gedurende deze periode gewerkt in de functie van monitor/analist op het regelcentrum (plaats) en wel op basis van 60 %, te weten 21,6 uur per week. De overige 40% van zijn inkomen heeft... gehaald uit het hem ter hand gestelde tegoed uit de levensloopregeling was als planner, in dienst van NSR. Zij heeft op 17 november 2006 de Overgangsregeling VUT 40 getekend. Zij diende op grond van deze overeenkomst haar werkzaamheden te staken op 1 augustus (prod. 10) NS heeft ook... bericht dat zij van de overgangsregeling gebruik kon maken onder nagenoeg dezelfde voorwaarden als de OVUT. In de aan haar gerichte offerte van SPF Beheer wordt vermeld dat de offerte vervanging OVUT 40 is gebaseerd op de in artikel CAO genoemde garantieregeling Ook... is door NSR in de gelegenheid gesteld om door te werken. Zij heeft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 6 maanden gesloten. Op 11 november 2012 heeft zij aangegeven dat zij haar OVUT-datum, gedurende de maximaal toegestane periode van een half jaar, uit wilde stellen en wel tot 1 februari 2012.(prod. 11). 3.3 De inhoud van de CAO sedert Zoals hiervoor aangegeven is de CAO sedert het afsluiten van de hiervoor genoemde OVUTovereenkomsten niet gewijzigd. Eisers sub 2 tot en met 4 hebben allen een OVUT-overeenkomst gesloten waarin NSR aangeeft de rechten genoemd in artikel CAO te respecteren en de overeenkomst te beschouwen als invulling van de afspraken in artikel CAO In de CAO stond sedert 2002 en staat aangaande de hoogte van de OVUT en de voorwaarden om voor deze regeling in aanmerking te komen, het navolgende: De uitkering tijdens zowel de overgangsregeling (tot 61 jaar) als in de overige pensioentijd (van 61 tot 65 jaar) heeft een minimale hoogte van 75% van het laatst genoten bruto inkomen in actieve dient. Pagina 6 van 13

7 De uitkering voor deelnemers aan deze overgangsregeling heeft vanaf 65 jaar een minimale hoogte van 70% van het laatst genoten bruto inkomen in actieve dienst In artikel CAO is vanaf het navolgende opgenomen: Per 1 januari 2006 is voor werknemers geboren na 1949 de fiscale wetgeving gewijzigd, waardoor een 1 op 1 voortzetting van de oude afspraken niet mogelijk is. De rechten genoemd in punten 1 tot en met 8 van dit lid worden gerespecteerd, zij het onder een andere constructie. Voorwaarde is dat werknemer, in tegenstelling tot punt 5 van dit lid, vooraf instemt met een einde van de arbeidsovereenkomst op de oorspronkelijke datum waarop van de overgangsregeling gebruik kan worden gemaakt. Aan betrokken werknemers wordt hiervoor in 2005 een individueel voorstel gedaan Ook in de meest recente CAO staat, zoals hiervoor aangegeven, nog steeds dezelfde garantieregeling: De werknemer die onder de overgangsregeling valt heeft recht op een uitkering met een minimale hoogte van 75% van het laatst genoten inkomen in actieve dienst tot 65 jaar en van 70% vanaf 65 jaar. Het hier besproken artikel dat jaar in jaar uit ongewijzigd in de CAO is opgenomen, zal verder worden aangeduid als OVUT-artikel In de overige artikelen van de CAO zijn, sedert de verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd, alle bepalingen waarin melding wordt gemaakt van 65 jaar als pensioengerechtigde leeftijd vervangen door pensioengerechtigde leeftijd of zijn anderszins wijzigingen aangebracht in verband met de verhoging van de AOW-leeftijd. De tekst van artikel 28 CAO is ongewijzigd gebleven. 3.4 Uitleg CAO De uitleg van de OVUT-bepaling in de cao dient te geschieden aan de hand van de zogeheten caonorm, d.w.z. dat aan een bepaling in een cao een uitleg naar objectieve maatstaven moet worden gegeven, waarbij in beginsel de bewoordingen van die bepaling, gelezen in het licht van de gehele tekst van de cao, van doorslaggevende betekenis zijn. Het komt niet aan op de bedoelingen van partijen die de cao tot stand hebben gebracht, voor zover deze niet uit de daarin opgenomen bepalingen kenbaar zijn, maar op de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de cao bepalingen en eventueel daarbij behorende schriftelijke toelichting, en dus voor de individuele werknemers en werkgevers die niet bij de totstandkoming van de overeenkomst betrokken zijn geweest, kenbaar is, kan daaraan bij de uitleg betekenis worden toegekend. (HR:ECLI:NL:HR:2002:AE4366) De tekst van de cao (naar objectieve maatstaven uitgelegd) is slechts voor één uitleg vatbaar: Degenen die op basis van het OVUT-artikel recht hebben op een OVUT-uitkering, wordt een inkomensgarantie gegeven op basis van thans artikel 28 lid 7 cao. Op grond van (thans) lid 10 kunnen ook degenen voor die na 1949 zijn geboren gebruik maken van de OVUT zij het onder een andere constructie. 3.5 Informatierondes NS(R) NS/NSR (NS mede namens NSR) heeft in de jaren 2005 en 2006 informatiebijeenkomsten in het hele land georganiseerd waarin uiteen is gezet dat degene die van de OVUT gebruik zou maken recht zou hebben op 75% van het door hem genoten inkomen bij het bereiken van de 61-jarige Pagina 7 van 13

8 leeftijd en 70% bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. Overgelegd wordt de power point presentatie van één van de bijeenkomsten, waaruit blijkt dat het stoppen met werken op de oorspronkelijke OVUT40-datum met behoud van minimaal 75% vóór 65 jaar en 70% vanaf 65 jaar, mogelijk was.(prod. 12) NS wijst er in deze presentatie nog eens nadrukkelijk op dat uitstel van de keuze voor OVUT weliswaar mogelijk was, maar dat het risico van dit uitstel voor rekening van de werknemer zou komen. Beslis nu. Werknemers die van de OVUT gebruik wensten te maken moesten dus snel beslissen en konden hun beslissing niet meer terugdraaien Ook anderszins is door NS/NSR toegezegd dat de werknemers die zich, op basis van de door NS(R) verstrekte informatie hadden aangemeld voor de OVUT, genoemde inkomensgarantie zouden behouden Huidig standpunt NSR NSR stelt zich sedert de verhoging van de AOW-leeftijd door de wetgever op het standpunt dat de hiervoor geciteerde CAO-teksten niet letterlijk moeten worden genomen, althans dat van NSR niet kan worden verwacht de inkomenshiaten die door verhoging van de AOW-leeftijd zijn ontstaan/dreigen te ontstaan, niet door NSR behoeven te worden gedicht Eisers hebben NS op 7 april 2017 bericht dat zij van oordeel zijn dan NS zich aan de garantieregeling van artikel 28 CAO dient te houden.(prod. 13). De advocaat van NS heeft namens NSR bij van 29 juni 2017 bericht van mening te zijn dat NS niet aan de CAO kan worden gehouden. Eisers hebben NSR en NedTrain bij brieven van 28 december 2017 gesommeerd om de CAO na te leven. Op 29 december 2017 heeft gemachtigde van eisers een aanvulling op deze brieven gestuurd. (prod. 14 en 15) Bij van 8 januari jl. heeft de advocaat van NS namens NSR en NedTrain laten weten dat NS(R) en NedTrain bij het standpunt dat zij niet gehouden zijn om het gestelde in artikel 28 CAO na te komen. Reden waarom eisers tot uiteindelijk geen andere oplossing zagen dan tot dagvaarding over te gaan Namens, in dienst geweest van NedTrain (prod. 16) wordt gelijktijdig een dagvaarding met dezelfde inhoud bij NedTrain uitgebracht. 4. Juridisch kader en grondslag van de vorderingen. 4.1 Eisers sub 2 tot en met 4 alsmede FNV Eisers sub 2 tot en met 4 zijn, evenals de FNV, van oordeel dat NSR het OVUT-artikel in de CAO, zoals dit luidde bij het aangaan van de OVUT-overeenkomsten en nadien, van toepassing is (gebleven) en dat NSR dit artikel ook thans nog onverkort dient na te leven Zoals hiervoor aangegeven kende de CAO vóór 2002 een OVUT-bepaling voor degenen die vóór 1950 geboren waren. Werknemers die van de OVUT gebruik maakten ontvingen van 61 tot 65 jaar 75% van het laatstgenoten inkomen, vanaf 65 jaar ontvingen zij 70% van het laatstgenoten inkomen. Pagina 8 van 13

9 4.1.3 Deze OVUT-bepaling in de CAO is in artikel CAO slechts aangepast aan de gewijzigde fiscale wetgeving. Aan het OVUT-artikel is toen toegevoegd dat de OVUT-rechten voor degenen die na 1949 zijn geboren, werden gerespecteerd, zij het onder de voorwaarde dat de betrokken werknemer vooraf instemde met een einde van de arbeidsovereenkomst Deze laatste aanvulling is, evenals de overige leden van artikel , ongewijzigd in de CAO overgenomen. Zij gold en is blijven gelden voor de groep die onder het OVUT-artikel van de CAO viel/valt: de werknemers die 40 dienstjaren bij NS hadden en vóór 1 januari 2016 gebruik hebben gemaakt van de OVUT Op de arbeidsovereenkomsten was (ten tijde van het sluiten van de OVUT-overeenkomsten en ten tijde van de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten van eisers sub 2 tot en met 4) middels incorporatie van de CAO in de arbeidsovereenkomsten van eisers sub 2 tot en met 4, de CAO van toepassing. Eisers sub 2 tot en met 4 waren en zijn bovendien lid van de (rechtsvoorgangster van) FNV, één van de partijen bij de cao en kunnen ook om deze reden een rechtstreeks beroep doen op naleving van de CAO Het OVUT-artikel was op het moment waarop eisers besloten om van de OVUT gebruik te maken van toepassing en is sedertdien, in ongewijzigde vorm, van toepassing gebleven op groep werknemers, waaronder eisers sub 2 tot en met 4, die onder de in de CAO genoemde voorwaarden gebruik hebben gemaakt van de OVUT Ook na beëindiging van de arbeidsovereenkomsten is OVUT-regeling zoals deze luidde ten tijde van het sluiten van de OVUT-overeenkomsten op eisers sub 2 tot en met 4 van toepassing gebleven. Eisers kunnen ook thans nog een beroep doen op het hierin gestelde Zoals hiervoor vermeld staat het OVUT-artikel ook nog in de meest recente CAO Inmiddels is de OVUT afgeschaft en kunnen werknemers geen gebruik meer maken van deze regeling. Dit laat onverlet dat eisers sub 2 tot en met 4 evenals de andere werknemers die gebruik hebben gemaakt van de OVUT, recht hadden en blijven houden op een garantie-inkomen van 70% van het laatstgenoten inkomen op grond van de OVUT-bepaling. De OVUT-bepaling was en blijft op deze groep werknemers van toepassing Eisers sub 2 tot en met 4 hebben allen een overeenkomst getekend waarin NSR met zoveel woorden heeft toegezegd dat de rechten zoals genoemd in het OVUT-artikel CAO worden gerespecteerd en waarin NSR voorts heeft overwogen de overeenkomst te zien als invulling van de afspraken in artikel CAO NS , in welk artikel klip en klaar is aangegeven dat eisers sub 2 tot en met 4 na 65 jaar een inkomensgarantie van 70% van het laatstgenoten inkomen hebben Eisers sub 2 tot en met 4 zijn de OVUT -overeenkomsten indertijd aangegaan omdat zij- gelet op het gestelde in artikel CAO , aanspraak konden maken op 75% resp. 70% van het door hen genoten inkomen. Zij hebben de overeenkomst alleen gesloten omdat zij zich ervan verzekerd wisten dat zij na 65 jaar aanspraak konden maken op 70% van hun laatstgenoten salaris Op basis van de OVUT-bepaling in de CAO (tekst artikel CAO en de tekst van de CAO ) zijn eisers sub 2 tot en met 4 akkoord gegaan met het einde van het Pagina 9 van 13

10 dienstverband, welk dienstverband slechts is geëindigd voor zover dat nodig voor een goede uitvoering van de levensloopregeling De OVUT-regeling is na 2005 altijd ongewijzigd overgenomen in de diverse NS-cao s. CAO-partijen hebben geen aanleiding gezien om de bewuste bepaling aan te passen, dit terwijl alle andere CAObepalingen, voor zover nodig, zijn aangepast aan de verhoging van de AOW-leeftijd NSR dient de OVUT-bepaling zoals laatstelijk terug te vinden in artikel 28 cao, na te leven en aan eisers sub 2 tot en met 4 alsnog met ingang van hun 65-jarige leeftijd een inkomen van 70% van hun laatstverdiende loon te betalen, althans schriftelijk toe te zeggen dit te zullen gaan doen vanaf de data dat eisers sub 2 tot en met 4 de 65-jarige leeftijd bereiken Eisers zijn derhalve van oordeel dat de cao s zoals deze van toepassing was ten tijde van het aangaan van de OVUT-overeenkomsten ten tijde van beëindiging dienstverband op hen van toepassing zijn (gebleven) en dienen te worden nageleefd De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 6 september 2013 (ECLI:NL:HR:2013:CAO566)bepaald dat, indien er sprake is van pensioenaanspraken, het einde van de arbeidsovereenkomst niet met zich meebrengt dat de rechtsverhouding tussen de betrokken partijen als uitgewerkt dient te worden beschouwd. Ook om deze reden zijn eisers van oordeel dat zij ook thans nog een beroep kunnen doen op de OVUT-bepaling in de CAO. 4.2 FNV FNV heeft er als CAO-partij belang bij dat de CAO wordt nageleefd De FNV is van oordeel dat NSR het OVUT-artikel zoals dit sedert 2002 in de CAO staat, laatstelijk onder artikel 28 CAO (Sociale Eenheid NS), dient na te leven t.a.v. alle werknemers die die met de NSR een OVUT-overeenkomst hebben gesloten op basis van het OVUT-artikel en aan deze werknemers na 65 jaar een uitkering te verstrekken gebaseerd op 70% van het laatstgenoten inkomen in actieve dienst, waarbij dient te worden uitgegaan van het laatstelijk genoten inkomen van de betrokken werknemers en niet tevens rekening dient te worden gehouden met een fictieve AOW-uitkering en met een mogelijk door de partner te ontvangen AOW-uitkering De FNV lijdt schade wegens verlies aan werfkracht en prestige als gevolg van het feit dat NSR weigert de CAO na te leven Het zou, ingeval NS/NSR daadwerkelijk iets had willen veranderen in de tekst van dit artikel, op haar weg hebben gelegen om hierover in overleg te treden met de vakorganisaties en andere afspraken te maken over de groep werknemers die onder artikel het OVUT-artikel valt. Nogmaals, het OVUT-artikel is nog steeds actueel omdat hierin de rechten van een specifieke groep (ex)werknemers worden geregeld die ook thans nog actueel zijn. Dat er thans geen OVUT-beëindigingsovereenkomsten meer worden afgesloten maakt dit niet anders. Pagina 10 van 13

11 4.2.5 NSR heeft haar werknemers de mogelijkheid geboden om tijdelijk op oproepbasis te werken. Dit verzacht de gevolgen van het AOW-gat enigszins, maar maakt deze gevolgen niet ongedaan. Bovendien staat dit onverlet het recht van eisers om naleving van de CAO te verzoeken. 5. Vorderingen Eisers sub 2 tot en met 4. Eisers sub 2 tot en met 4 en de FNV verzoeken de kantonrechter in de eerste plaats te verklaren voor recht dat zij op grond van het OVUT-artikel recht hebben op een inkomensgarantie als bedoeld in dit artikel art. 28 CAO (het OVUT-artikel) inhoudend dat zij vanaf hun 65 ste jaar recht hebben op 70% van het laatst in actieve dienst genoten bruto inkomen en niet op een aanvulling op dit inkomen inclusief een (nog) niet toegekende AOW-uitkering Voorts verzoeken eisers sub 2 tot en met 4 de kantonrechter te verklaren voor recht dat bij de vaststelling van de hoogte van de in het OVUT-artikel genoemde inkomstengarantie, alleen dient te worden uitgegaan van het door hen genoten inkomen en niet tevens een mogelijke AOW-uitkering van hun partners Tevens verzoeken eisers sub 2 tot en met 4 de kantonrechter om NSR te gebieden om binnen veertien dagen na dagtekening van het ten deze te wijzen vonnis, schriftelijk toe te zeggen dat zij op grond van artikel 28 genoemde inkomensgarantie/de in het OVUT-artikel genoemde inkomensgarantie, dat zij vanaf 65-jarige leeftijd recht hebben op 70% van hun laatstgenoten inkomen in actieve dienst, zulks op straffe van een dwangsom van 5000,-- per dag, voor elke dag dat NSR na ommekomst van voornoemde termijn van veertien dagen in gebreke blijft om aan het vonnis te voldoen De FNV De FNV verzoekt de kantonrechter om te verklaren voor recht dat de werknemers die sedert 2005 op basis van het gestelde in de CAO hebben besloten om van de OVUT gebruik te maken recht hebben op een inkomensgarantie als bedoeld in het OVUT-artikel (d.w.z. een inkomensgarantie tot 70% van het laatstgenoten bruto inkomen en niet slechts een aanvulling op het laatstgenoten inkomen inclusief een fictieve AOW-uitkering en voorts te verklaren voor recht dat de garantieuitkering voor deze groep dient te worden berekend op basis van de door de betrokken werknemers laatstelijk genoten inkomens en niet tevens op basis van het AOW-inkomen van een mogelijke partner De FNV verzoekt de kantonrechter tevens om aan haar te betalen een bedrag van 5.000,-- ter zake van schade door verlies aan prestige en werfkracht als gevolg van de weigering van NSR om de CAO na te leven. 6. Bewijs Eisers menen dat zij door overlegging van de stukken voldoende hebben bewezen dat sub 2 tot en met 4 en de overige werknemers die voor OVUT-uitkering hebben gekozen op grond van het gestelde in de cao, recht hebben op aanvulling van hun inkomen tot 70% van het door hen laatstelijk genoten inkomen. Pagina 11 van 13

12 Zij bieden aan om zo nodig getuigen voor te brengen die, voor zover dit van belang zou zijn in onderhavige kwestie, nader kunnen verklaren over de achtergronden van de OVUTovereenkomsten en de bedoelingen van cao-partijen. REDENEN WAAROM: Eisers sub 2 tot en met 4 de kantonrechter verzoeken om: 1. Te verklaren voor recht dat NSR het gestelde in het OVUT artikel, zoals dit sedert 2005 in de CAO als ( ) en laatstelijk in 28 CAO Sociale Eenheid NS is opgenomen, dient na te leven en dat eisers sub 2 tot en met 4 met ingang van de data waarop zij 65 jaar worden recht hebben op 70% van hun laatstgenoten bruto inkomen in actieve dienst, waarbij bij de berekening van de aanvulling geen rekening mag worden gehouden met de (nog ) niet toegekende AOW-uitkeringen; 2. Te verklaren voor recht dat NSR bij de berekening van de hoogte van de aanvulling op laatst genoten inkomen in actieve dienst als bedoeld in lid 7 van artikel 28 CAO, hoofdstuk Sociale Eenheid NS/artikel CAO (het OVUT-artikel) ten onrechte het AOWinkomen/het mogelijk te ontvangen AOW-inkomen van hun partners betrekt en slechts uit mag gaan van het door eisers 2 tot en met 4 laatstelijk in actieve dienst genoten inkomen; 3. NSR bij vonnis zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen om: aan eisers sub 2 tot en met 4 binnen 14 dagen na dagtekening van het ten deze te wijzen vonnis te berichten dat het gestelde in het OVUT-artikel, zoals laatstelijk neergelegd in artikel 28 CAO Sociale Eenheid NS zal worden nageleefd en dat op de data waarop eisers sub 2 tot en met 4 65 jaar worden, een uitkering van 70% van het laatst genoten bruto inkomen in actieve dienst zal worden uitbetaald, zulks op straffe van een dwangsom van 5.000,- per dag voor elke dag dat NSR hiermee in gebreke blijft. De FNV de kantonrechter verzoekt om: 1. Te verklaren voor recht dat NSR het OVUT-artikel zoals dit laatstelijk onder artikel 28 CAO is opgenomen, dient na te leven en voorts dat de groep werknemers die gebruik heeft gemaakt van de OVUT onder vigeur van deze OVUT-bepaling, vanaf het 65 ste levensjaar recht heeft op 70% van het door hen laatstgenoten bruto inkomen in actieve dienst en niet slecht recht heeft op een aanvulling op dit inkomen inclusief een fictieve/nog niet toegekende AOW-uitkering; 2. Te verklaren voor recht dat bij de berekening van de OVUT- uitkering, zoals laatstelijk neergelegd in artikel 28 CAO Sociale Eenheid NS , alleen dient te worden uitgegaan van het laatstelijk door werknemer in actieve dienst genoten inkomen en bij de berekening van deze garantie-uitkering geen rekening mag worden gehouden met een mogelijke AOWuitkering van de partner van deze werknemers. Pagina 12 van 13

13 NSR bij vonnis zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen: 3. Aan FNV binnen 14 dagen na dagtekening van het ten deze te wijzen vonnis schriftelijk toe te zeggen tot onverkorte naleving van het OVUT-artikel te zullen overgaan en aan de werknemers in dienst van NSR die hebben gebruik hebben gemaakt van de OVUT, vanaf hun 65 ste levensjaar een uitkering te doen gebaseerd op 70% van hun laatstgenoten inkomen, zulks op straffe van een dwangsom van 5.000,-- per dag voor elke dag dat NSR hiermee in gebreke blijft; 4. Aan FNV een bedrag van 5.000,-- ter zake van schade wegens prestigeverlies en verlies aan wervingskracht te betalen, alsmede de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag waarop vonnis wordt gewezen tot aan de dag der algehele voldoening. met veroordeling van NSR in de kosten van deze procedure. De kosten van deze dagvaarding zijn voor mij, deurwaarder, Deze zaak wordt behandeld door mr. M.J. Klinkert, werkzaam bij FNV Advocaten te Utrecht aan de Varrolaan 100 (Postbus 9126, 3506 GC Utrecht), T: , F: , E: Pagina 13 van 13