VRAGENLIJST. Gelieve de onderstaande contactgegevens te verschaffen: Coördinatiecentrum Staatssteun Nederlandse overheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VRAGENLIJST. Gelieve de onderstaande contactgegevens te verschaffen: Coördinatiecentrum Staatssteun Nederlandse overheid"

Transcriptie

1 VRAGENLIJST PERSOONLIJKE GEGEVENS De regels voor de bescherming van persoonsgegevens op de EUROPA-website vindt u via Specifieke privacyverklaring Ontvangen bijdragen en de identiteit van de auteur ervan worden bekendgemaakt op internet, tenzij de betrokkene bezwaar maakt tegen de bekendmaking van de persoonlijke gegevens omdat bekendmaking hiervan zijn gerechtvaardigde belangen kan schaden. In dat geval kan de bijdrage in anonieme vorm worden bekendgemaakt. Anders wordt de bijdrage niet bekendgemaakt en wordt de inhoud ervan in principe niet in aanmerking genomen. Gelieve de onderstaande contactgegevens te verschaffen: Naam: Vertegenwoordigde organisatie: Locatie (land): adres: Coördinatiecentrum Staatssteun Nederlandse overheid Nederland iso@minez.nl Gelieve de voornaamste activiteiten van uw onderneming/organisatie/vereniging te omschrijven. DEEL A: BEDRIJFSTAKKEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR STEUN TEN BEHOEVE VAN INDIRECTE- EMISSIEKOSTEN EN DEZE KOSTEN NIET KUNNEN DOORBEREKENEN A1 Bedrijfstakken die in aanmerking komen voor steun ten behoeve van indirecte-emissiekosten in ETS-3 Volgens de ETS-richtlijn zijn de begunstigden die in aanmerking komen voor steun ten behoeve van indirecte emissies die bedrijfstakken waar het CO 2 -weglekeffect een significante risicofactor vormt als gevolg van de stijging van de elektriciteitskosten (indirecte emissies). In het aan het Europees Parlement en de Raad gerichte non-paper deelde de Commissie mee dat zij op het niveau van de EU een lijst met sectoren zou opstellen die geacht worden risico op een "koolstoflek" te lopen door indirecte emissies. De Commissie verklaarde ook dat zij de methode zou gebruiken die in het kader van de directe emissies is ontwikkeld, maar deze zou aanpassen teneinde rekening te houden met kostenstijgingen in verband met indirecte emissies. Een "CO 2 -weglekeffect 1 " zou zich kunnen voordoen wanneer bij gebreke van een bindende internationale overeenkomst de totale emissies van broeikasgassen stijgen in derde landen waar de industrie niet onder vergelijkbare CO 2 -beperkingen zou vallen en zou tevens economische nadelen kunnen doen ontstaan voor bepaalde energie-intensieve bedrijfstakken en deeltakken in de Gemeenschap die aan internationale concurrentie onderhevig zijn. Financiële ondersteuning zou derhalve moeten worden beperkt tot de elektriciteitsintensieve bedrijfstakken die de door CO 2 ontstane stijging van 1 Zie overweging 24 van de ETS-richtlijn.

2 elektriciteitskosten aan hun klanten niet kunnen doorberekenen in de productprijzen zonder een aanzienlijk verlies van hun marktaandeel en die om die reden waarschijnlijk zullen verhuizen naar gebieden buiten de EU waar inzake CO 2 minder strenge normen gelden. 1. Gelieve de bedrijfstakken te specificeren (op NACE 4-niveau 2 ) waar volgens u en de criteria van de richtlijn het CO 2 -weglekeffect een significante risicofactor vormt vanwege in de elektriciteitsprijzen doorberekende kosten in verband met broeikasgasemissies die het gevolg zullen zijn van ETS-3. Bent u een onderneming of brancheorganisatie of antwoordt u namens deze en bent u van mening dat u tot een bedrijfstak behoort die niet in staat is eventuele stijgingen van de elektriciteitskosten in verband met CO 2 (indirecteemissiekosten) die het gevolg zijn van ETS-3, door te berekenen, dan wordt u verzocht de hierna volgende vragen voor elk van de betrokken bedrijfstakken te beantwoorden, teneinde uw standpunt te motiveren. Wanneer u antwoordt namens een overheidsinstantie of een non-gouvernementele organisatie wordt u verzocht om aan te geven welke economische sectoren naar uw mening (i) niet in staat of juist (ii) wel in staat zijn om in verband met CO 2 gestegen elektriciteitskosten (indirecte-emissiekosten) door te berekenen. U wordt verzocht om ter motivering van uw standpunt de hieronder staande vragen voor elk van de betrokken bedrijfstakken te beantwoorden. Op grond van de analyse van de Europese Commissie in 2009 op basis van een CO2 prijs van 30 en een GVA boven de 5% en een handelsintensiteit van boven de 10% zouden 4 sectoren last hebben van het indirecte effect: Mining of chemical and fertilizer minerals Manufacture of inorganic basic chemicals Aluminium production Lead, zink and tin production Bij deze berekening in 2009 ging de Commissie uit van een CO2 prijs van 30. Indien de actuele CO2 prijs van ca 15/17 zou worden gehanteerd gaan wij er van uit dat niet al deze sectoren nog over de 5% GVA drempel komen. Alleen sectoren die bij de werkelijke CO2 prijs over de gehanteerde drempel komen lopen gevaar voor carbon leakage. CE Delft heeft in juni 2010 voor het Nederlandse Ministerie van Financien en in april 2010 voor de European Climate Foundation studies verricht naar hoe de kosten van het EU ETS door bedrijven zijn doorgerekend. Daarbij is ex post onderzocht of en in welke mate de raffinage, ijzer, staal en petrochemie sector de kosten van CO2 in hun produkten kunnen doorrekenen. Uit het onderzoek blijkt dat voor bepaalde sectoren de prijzen voor een deel dan wel groot deel kunnen worden doorgerekend. (zie studies in bijlage). 2 Overeenkomstig NACE rev.1.1, beschikbaar onder: E_1_1&StrLanguageCode=NL&StrLayoutCode=HIERARCHIC 2

3 Er zijn ons geen studies bekend waar op basis van ex-ante onderzoek is onderzocht of bijvoorbeeld de aluminium of kunstmest industrie de elektriciteitsprijs hebben kunnen doorgereken in hun prijzen. In de bovengenoemde CE studie wordt op basis van exante analyse gesteld dat zij er van uitgaan dat doorrekening voor de aluminium en kunstmestsector moeilijk zal zijn gezien de sterke internationale handel. Europees onderzoek op dit terrein is wenselijk. Lastenverdeling / doeltreffendheid van ETS-3 2. Wat is uw reactie op het standpunt dat het bieden van compensatie aan sommige economische sectoren en deze te vrijwaren van de indirecte kosten in verband met het EU ETS ten laste zou komen van andere economische sectoren in de EU, die, gezien het algemene emissieplafond in de EU, grotere inspanningen inzake emissiereductie zouden moeten leveren of met hogere kosten te maken zouden krijgen? Indien sommige sectoren worden gevrijwaard van de indirecte kosten in verband met het EU ETS zal dat naar verwachting leiden tot een hogere elektriciteitsvraag en als gevolg daarvan tot een hogere elektriciteitsprijs en naar verwachting ook een hogere CO2 prijs. Zowel de hogere elektriciteitsprijs als de hogere CO2 prijs hebben een negatief effect op andere sectoren van de economie. Internationale context 3. In hoeverre worden producenten buiten de EU ook geconfronteerd met kosten voor indirecte emissies? Bent u op de hoogte van het bestaan of de op handen zijnde tenuitvoerlegging (vóór 2013) in andere delen van de wereld van regelingen voor de handel in emissierechten of mechanismen voor emissievermindering met een overeenkomstig gevolg voor de productiekosten als het EU ETS? Welke mechanismen voor emissievermindering hebben eventueel een overeenkomstig gevolg voor de productiekosten als het EU ETS? Andere landen zoals China (een van de belangrijkste Europese concurrenten) zijn van plan een emissiehandelssysteem op te zetten. Ook veel andere ontwikkelingslanden zijn bezig een Low carbon Development strategie op te zetten en hebben in het kader van de Cancun Agreement reductie verplichtingen op zich genomen. Het is te verwachten dat deze maatregelen leiden tot een verschuiving van grijze naar groene stroom en dus relatief hogere elektriciteitsprijzen in deze landen. A2 Onmogelijkheid om als gevolg van ETS-3 gestegen indirecte-emissiekosten door te berekenen Beantwoord de onderstaande vragen voor elk van de bedrijfstakken die u bij vraag 1 heeft genoemd. Maak in uw antwoord telkens een vergelijking tussen de actuele situatie (op grond van ETS-2) en de toekomstige situatie op grond van ETS-3. De informatie en gegevens betreffende bedrijfstakken dienen in beginsel te worden verstrekt op NACE-4- niveau. vragen A2 Hier heeft de Nederlandse overheid geen inzicht in. 3

4 Algemene kostenstructuur 4. Is de betrokken sector kapitaalintensief? Heeft de sector te maken met (niet recupereerbare) verzonken kosten en uitstapkosten? Om welke kosten gaat het dan en wat is het aandeel daarvan in de omzet en toegevoegde waarde van de bedrijfstak? Hoe hoog zijn de vaste exploitatiekosten? Welke investeringen moet een nieuwe marktdeelnemer doen en welk deel kunnen deze uitmaken van de omzet van de nieuwe marktdeelnemer? U wordt verzocht het aandeel aan te geven van de elektriciteitskosten in de algehele kosten en, indien van toepassing, het percentage van elk van de in uw bedrijfstak gebruikte elektriciteitsbronnen. Risico op CO 2 -weglekeffect als gevolg van indirecte emissies 5. Zet uiteen vanaf welk CO 2 -prijsniveau naar uw mening ondernemingen in uw sector tijdens ETS-3 te maken hebben met een reëel en significant risico op een CO 2 - weglekeffect als gevolg van een stijging van indirecte kosten. Licht uw antwoord toe. 6. Wat zijn, in de volgorde van belangrijkheid, de voornaamste factoren die een rol spelen bij beslissingen tot vestiging elders en/of de beslissing de productie te verplaatsen naar locaties buiten de EU en leg uit wat in dit opzicht het belang is van de impact van CO 2 -prijzen (met name voor de rentabiliteit). Licht uw antwoord toe. 7. Wanneer (sommige) ondernemingen in de betrokken bedrijfstak zich elders zouden vestigen of hun productielocatie naar buiten de EU zouden verplaatsen, welke locaties zouden daarvoor dan waarschijnlijk in aanmerking komen? Zou het dan om landen gaan waarbij CO 2 -emissies een geringe rol spelen of veeleer om landen waar er geen CO 2 -beprijzingsmechanisme is? Licht uw antwoord toe. 8. Geef uw standpunt over de mate waarin CO2-lekkage zich reeds heeft voorgedaan als gevolg van de introductie van ETS-1 of ETS-2. Licht uw antwoord met concrete gegevens toe. Stijging van de indirecte kosten ten gevolge van ETS-3 9. Hoe groot is de stijging van de kosten waarvoor ondernemingen zich gesteld zien wanneer zij elektriciteit tijdens ETS-3 opwekken. Maak in uw antwoord onderscheid tussen de gevolgen voor de vaste kosten en de gevolgen voor de variabele kosten. Vergelijk tevens de huidige situatie (op grond van ETS-2) met de toekomstige situatie op grond van ETS-3. Winstmarge 10. Geef de winstmarge van de bedrijfstak aan. Kwantificeer met name de geraamde impact van de stijging van de CO 2 -kosten in verband met de elektriciteitsprijzen (vergelijk daarbij ETS-3 met ETS-2) voor uw winst (door bijvoorbeeld in ETS-3 uit te gaan van prijzen van 15 respectievelijk 30 EUR/ton CO 2 ). Specificeer voor welke segmenten van de winsten van de bedrijfstak deze indirecte CO 2 -kosten gevolgen hebben en licht uw antwoord toe. Geef hetzelfde aan met betrekking tot de impact van CO 2 -kosten in verband met elektriciteitsprijzen voor de exploitatiekosten en marges van de bedrijfstak. 11. Kwantificeer met betrekking tot de directe CO 2 -kosten het totale geaccumuleerde overschot aan kosteloze emissierechten ten opzichte van de feitelijke emissies in de periode en, indien van toepassing het geraamde overschot voor de resterende fase van ETS-2. Vervoerskosten 4

5 12. Geef aan welke transportkosten de bedrijfstak heeft. Wat is het belang ervan ten opzichte van de omzet en de toegevoegde waarde van de bedrijfstak? Wordt een aanzienlijk deel van de productie vervoerd of worden de producten dicht bij de productielocatie verkocht? Hoeveel transportkosten zijn relevant voor het gebruik van intermediaire goederen? Licht uw antwoord toe. 13. Hoe relevant is het dat installaties fysiek dicht liggen bij de markten waar de intermediaire producten worden aangekocht en bij die waar de eindgoederen worden verkocht? 14. Zet uiteen wat de gevolgen van deze transportkosten zijn voor de mogelijkheid van vestiging elders of van verplaatsing naar productielocaties buiten de EU. Productdifferentiatie 15. Geef aan of de producten van de bedrijfstak homogeen zijn dan wel, gelet op kwaliteit, marketing en branding of inhoud, gedifferentieerd zijn. Differentiëring van diensten 16. Geef aan of diensten die door uw onderneming op lokaal niveau worden verricht van belang zijn voor uw klanten. 17. Geef het aandeel aan van uw verkopen aan klanten in dezelfde lidstaat, in andere EU-lidstaten, en in niet-eu-lidstaten. Substitueerbaarheid van eindproducten 18. Geef informatie over de onderlinge substitueerbaarheid van de goederen van de bedrijfstak vanuit het gezichtspunt van de klanten. Kunnen producten uit niet-eubronnen als eng substitueerbaar worden beschouwd? Licht uw antwoord toe. 19. Leg studies en rapporten over die het standpunt onderbouwen dat het niveau van de EU-productie zeer - of juist niet - prijselastisch is, dat wil zeggen dat een prijsstijging bij de EU-producenten tot een aanzienlijke vermindering van de EUproductie zou leiden. Licht uw standpunt ook toe met concrete waarnemingen uit het (recente) verleden. 20. Welke niet-eu-landen zouden de grootste productietoename zien wanneer de prijs van de EU-productie zou stijgen als gevolg van ETS-3? Licht uw antwoord toe. Elasticiteit van de totale vraag 21. Geef informatie over de elasticiteit van de totale vraag in het licht van prijsstijgingen in de betrokken bedrijfstak. Marktsegmentatie en structuur van de bedrijfstak 22. Geef informatie over de kenmerken van de markt die wordt getroffen door de mogelijke toename van CO 2 -kosten, met inbegrip van de marktomvang (binnen en buiten de EU), het marktaandeel van de voornaamste ondernemingen op de relevante markt, de mate van agglomeratie en verticale of horizontale integratie. Groei van de vraag 23. Geef informatie over het verwachte groeipercentage van de vraag naar het betrokken product in de komende tien jaar, zowel in zijn totaliteit als per geografisch macrogebied. Volume van invoer & uitvoer 24. Geef met betrekking tot de jaren , zowel op (i) mondiaal niveau als op (ii) EU-niveau aan: (a) de hoogte van de volledige jaarproductie (wat omvang en wat waarde betreft), (b) de totale marktomvang, (c) de hoogte van de totale 5

6 jaarlijkse invoer in de EU, (d) de hoogte van de totale jaarlijkse uitvoer vanuit de EU. Geef indien mogelijk ook de verdeling per lidstaat en, voor de uitvoer en invoer, de verdeling over de tien belangrijkste landen van respectievelijk bestemming en oorsprong. 25. Heeft de betrokken bedrijfstak te maken met invoerbeperkingen, bij voorbeeld in de vorm van in- of uitvoerrechten van de EU? Intensiteit van het handelsverkeer buiten de EU 26. Geef de verhouding aan tussen de totale waarde van de EU-uitvoer naar niet-eulanden en de waarde van invoer vanuit niet-eu-landen en de totale marktomvang voor de EU in de periode Geef aan binnen welke regio's de producten van de bedrijfstak worden verhandeld. Veranderende patronen van de wereldhandel 27. Geef eventuele veranderende patronen van de wereldhandel in de bedrijfstak aan. Substitueerbaarheid van input 28. Geef aan of de bedrijfstak de energie-intensiteit van de productieprocessen kan verminderen door andere productiefactoren aan te wenden. Mate van marktpenetratie van nieuwe technologieën 29. Geef aan in hoeverre een sector zich kan aanpassen aan nieuwe CO 2 -arme technologieën en productieprocessen. Licht uw antwoord toe op basis van de bestaande kapitaalinfrastructuur van de bedrijfstak, de volgroeidheid van de nieuwe technologie (en de kosten daarvan) en de aard van de nieuwe technologie (stapsgewijze of sprongsgewijze veranderingen). Wat is de graad van marktpenetratie van zulke technologieën? Licht uw antwoord toe. Mondiale mechanisme voor de prijsvorming 30. Geef aan in hoeverre EU-producenten in de bedrijfstak als prijsnemers moeten worden beschouwd. Zijn de producten van de bedrijfstak grondstoffen die op de internationale beurzen worden verhandeld? Welke percentage van de bedrijfstak (in volume en waarde) wordt op de internationale beurzen verhandeld? Hoe functioneert dit mondiale prijsmechanisme? Geef aan welke toeslagen er bovenop de eventuele prijzen op de internationale beurzen komen. Licht uw antwoord toe. DEEL B: STEUNNIVEAU Volgens de ETS-richtlijn, die de overgang van ETS-2 naar ETS-3 mogelijk heeft gemaakt, is compensatie mogelijk voor de stijging van de indirecte-emissiekosten die het gevolg is van de tenuitvoerlegging van ETS-3 (vanwege de verlaging van het plafond die naar verwachting hogere CO 2 -prijzen tot gevolg heeft). De richtlijn bepaalt dat financiële steun een stimulans moet handhaven om het elektriciteitsverbruik te verminderen en de overstap van "grijze" op "groene" elektriciteit moet bevorderen. Om een stimulans te blijven geven aan het verminderen van het elektriciteitsgebruik dient de compensatie niet 100% te zijn en dient de vergoeding gebaseerd zijn op een benchmark. Door als voorwaarde te stellen dat de gelden besteed dienen te worden aan 6

7 investeringen in energiebesparing of productie van duurzame energie kan ook een stimulans worden gegeven om het elektriciteitsgebruik te verminderen en de overstap van grijze naar groene stroom te bevorderen. 31. Hoe moet een dergelijke stimulans worden gehandhaafd? Licht uw antwoord toe. 32. Hoe hoog moet de steunintensiteit zijn om ertoe bij te dragen dat een passende stimulans om het elektriciteitsverbruik te verminderen, wordt gehandhaafd? Licht uw antwoord toe. 33. Bent u van mening dat het vragen van een eigen bijdrage energiegebruikers een extra stimulans zou geven om nog efficiënter met energie om te gaan (naast de efficiëntiebenchmarks) en dat dit het voortbestaan van stimulansen zou waarborgen wanneer benchmarks in de loop der tijd relatief gezien minder ambitieus worden. Licht uw antwoord toe. 34. Bent u van mening dat het vragen van een eigen bijdrage elektriciteitsproducenten een indirecte stimulans zou bieden om te investeren in milieuvriendelijkere opwekkingstechnologieën? Licht uw antwoord toe. 35. Hoe zou u ervoor zorgen dat steun niet leidt tot afhankelijkheid daarvan? Zou een degressieve afname van het steunniveau bijdragen tot een voorbereiding op een geleidelijke afbouw van de steun, in overeenstemming met het tijdelijke karakter van de steun? Licht uw antwoord toe. DEEL C: BENCHMARKS De ETS-richtlijn 3 bepaalt dat steunmaatregelen voor indirecte emissies gebaseerd zijn op ex ante benchmarks voor de indirecte CO 2 -emissie per geproduceerde eenheid. Deze ex ante benchmarks worden voor een gegeven bedrijfstak of deeltak berekend als het product van het elektriciteitsverbruik per geproduceerde eenheid overeenkomend met de meest efficiënte beschikbare technologieën en de CO2-emissies van de Europese elektriciteitsproductiemix in kwestie. In de aan het Europees Parlement en de Raad gerichte non-paper heeft de Commissie verklaard dat om het maximaal toegestane steunbedrag te berekenen, benchmarks zouden worden ingevoerd, gekoppeld aan de best presterende techniek. De Commissie zal een studie uitvoeren om de efficiencybenchmarks voor de relevante bedrijfstakken te bepalen. Wij zijn van mening dat dit antwoord het best gegeven kan worden door de betreffende sector. 36. Welke factoren zijn naar uw mening relevant om een benchmark voor uw sector te bepalen teneinde investeringen in energie-efficiëntie door begunstigden te stimuleren? 37. Geef aan wat de het elektriciteitsverbruik per geproduceerde eenheid is dat met de meest efficiënte beschikbare technologieën voor een bepaalde bedrijfstak moet overeenkomen. Licht uw antwoord toe aan de hand van gegevens en bronnen. 38. Wat is het niveau van de elektriciteitsefficiëncy van uw onderneming? Vergelijk in uw antwoord uw onderneming met andere ondernemingen in uw bedrijfstak, met name in landen buiten de EU. 3 Artikel 10 bis, lid 6, van de ETS-richtlijn. 7

8 DEEL D: CO 2 -EMISSIEFACTOR De CO 2 -emissiefactor komt overeen met de CO 2 -emissie per MWh opgewekte elektriciteit. Het is de vraag welke CO 2 -factor moet worden gebruikt als grondslag voor de berekening van de compensatie. In de aan het Europees Parlement en de Raad gerichte non-paper verklaarde de Commissie dat de huidige CO 2 -factor in beginsel kan worden vastgesteld aan de hand van eigen productie en overeenkomsten voor elektriciteitslevering die uitdrukkelijk aangeven in hoeverre de prijs van EUAemissierechten per MWH kan worden doorberekend. Wanneer elektriciteit op het net wordt gekocht (op beurzen of op de termijnmarkt) zou de gemiddelde CO 2 -intensiteit binnen de totale EU-elektriciteitsproductie kunnen worden gebruikt 4. Hieronder worden vier methoden gegeven. Met de eerste drie methoden wordt voorgesteld om de huidige CO 2 -factor op basis van eigen productie en overeenkomsten voor elektriciteitslevering te gebruiken en worden verschillende mogelijkheden gegeven voor het geval waarin elektriciteit op het net wordt gekocht. De vierde methode houdt het voorstel in om in alle gevallen een uniforme CO 2 -factor te gebruiken. Wij geven voorkeur aan methode 4 gecombineerd met methode 3. Methode 4 heeft het grote voordeel van eenvoud. De eigen opgewekte energie en de ingekochte elektriciteit krijgen een vaste CO2 compensatie. Het voordeel van optie 3 is dat de CO2 factor wordt bepaald op basis van de geografische tariefzone. Dat sluit het best aan bij de huidige situatie op de elektriciteitsmarkt. Die methode voorkomt overcompensatie. Deze methode sluit aan bij de richtlijn die spreekt over de relevante European Electricity production mix. Indien voor de eigen productie en ingekochte productie beiden de relevante Co2 inhoud van de geografische tariefzone wordt gebruikt is de uitvoering simpel en blijft er stimulans voor groene elektriciteitsproductie. 39. Bent u van mening dat een van de hieronder gegeven methoden in alle gevallen zou moeten worden gebruikt, ook in geval van eigen productie en in geval van een overeenkomst tot elektriciteitslevering waarin het niveau van doorberekening expliciet wordt aangegeven? Licht uw antwoord toe. Methode 1: Wanneer elektriciteit op het net wordt gekocht, wordt de CO 2 -factor gebruikt van de marginale centrale die de elektriciteitsprijs voor de betrokken installatie vaststelt. 40. Bent u van mening dat het gebruik van het gewogen jaargemiddelde van de CO 2 - factor van de marginale stroomproductie op de relevante elektriciteitsmarkt, die aan de begunstigde levert, de juiste methode is? Licht uw antwoord toe. 41. Zijn nationale toezichthouders altijd in staat om vast te stellen wat de marginale centrale in de relevante tariefzone is? Bent u van mening dat zij wellicht vanwege kwesties van vertrouwelijkheid of een gebrek aan transparantie van de markt of van gegevens niet in staat kunnen zijn om deze vast te stellen? Licht uw antwoord toe. 42. Zouden nationale toezichthouders in staat zijn om de marginale centrale vast te stellen wanneer de tariefzones niet samenvallen met de grenzen van elke lidstaat 4 De gemiddelde CO2-intensiteit binnen de totale EU-elektriciteitsproductie wordt ook genoemd in de formule in de non-paper voor het maximale steunbedrag dat een lidstaat voor een installatie zou kunnen verlenen. 8

9 omdat sommige supra- en andere subnationaal zijn? Hoe zouden nationale toezichthouders moeten omgaan met de noodzaak om de tariefzones periodiek opnieuw vast te stellen naarmate de interconnectie- en opwekkingsstructuur zich ontwikkelen? 43. Bent u van mening dat deze methode over- dan wel ondercompensatie tot gevolg kan hebben? Zo ja, onder welke voorwaarden? Houdt in uw antwoord rekening met de volgende scenario's: a. De invoering van de CO 2 -beprijzing zal in sommige gevallen resulteren in een omkering van de meritorder, bijvoorbeeld wanneer een gascentrale de marginale centrale is wanneer CO 2 niet wordt aangerekend, maar een steenkoolcentrale de marginale centrale wordt zodra met de CO 2 kosten rekening wordt gehouden. b. Wanneer in tariefzones die niet samenvallen met de grenzen van een lidstaat, de CO 2 -factor wordt gebaseerd op de marginale centrale die zich in een andere lidstaat bevindt en niet op de tariefzone waar zich de installatie van het betrokken land bevindt, kunnen ondernemingen in de ene tariefzone te maken hebben met voorwaarden die tot overcompensatie leiden terwijl ondernemingen in een andere tariefzone juist onvoldoende compensatie krijgen. c. Een steenkool-/gasgestookte krachtcentrale wordt gebruikt als alternatieve reservecapaciteit voor de opwekking van hernieuwbare energie. 44. Bent u van mening dat deze methode het gebruik van grijze elektriciteit zou stimuleren? Bij gebreke van volmaakt concurrerende markten kan deze methode met name elektriciteitsproducenten ertoe aanzetten te bewerkstelligen dat de centrale die de hoogste CO 2 -factor heeft (en dus het meest vervuilend is) als marginale centrale wordt gekozen en derhalve compensatie op grond van kunstmatig hogere CO 2 -kosten rechtvaardigen. Licht uw antwoord toe. 45. Bent u van mening dat deze methode een buitensporige administratieve last met zich brengt, gelet op het feit dat nationale toezichthoudende autoriteiten de noodzakelijke gegevens moeten verstrekken? Zo ja, welk alternatief acht u dan geschikter? Methode 2: Wanneer elektriciteit op het net wordt gekocht, wordt de gemiddelde CO 2 - emissiefactor voor de EU gebruikt 46. Bent u van mening dat het gebruik van de gemiddelde CO 2 -factor op EU-niveau de geëigende methode is? Licht uw antwoord toe. Geef aan of u van mening bent dat een andere, voor de hele EU geldende factor zou moeten worden gebruikt en licht toe waarom u meent dat deze geschikter zou zijn. 47. Bent u van mening dat deze methode overcompensatie in sommige lidstaten met groenere elektriciteit met zich kan brengen en ondercompensatie in lidstaten met grijze elektriciteit? Licht uw antwoord toe. 48. Bent u van mening dat deze methode het voordeel van de eenvoud heeft, in vergelijking met methode 1? Methode 3: Wanneer elektriciteit op het net wordt gekocht, wordt de CO 2 - emissiefactor voor de gemiddelde centrale in een betrokken geografische tariefzone gebruikt. 9

10 49. Bent u het ermee eens dat een methode die is gebaseerd op de gemiddelde CO 2 - intensiteit van een centrale in de geografische tariefzone van de ondernemingen die steun ontvangen, waarbij zo mogelijk de verbruikspatronen van deze ondernemingen worden weerspiegeld (aandeel van basislast en piekverbruik) geëigend zou zijn? Zou een dergelijke methode beter rekening houden met de behoeften van de ondernemingen dan methode 2? Licht uw antwoord toe. Methode 4: De gemiddelde CO 2 -emissiefactor voor de EU wordt gebruikt, ongeacht de actuele voorwaarden voor de elektriciteitslevering voor de betrokken installatie. 50. Geef uw reactie op het standpunt dat een gemiddelde CO 2 -emissiefactor voor de EU, ongeacht de actuele voorwaarden voor de elektriciteitslevering voor de betrokken installatie, het best de stimulansen voor de kopers van elektriciteit zou handhaven om over te stappen op groene elektriciteit en gebruik te maken van de mogelijkheden die de eengemaakte EU-markt voor energie biedt. DEEL E: OVERIGE Heeft u nog aanvullende opmerkingen met betrekking tot de bovenstaande punten? U wordt verzocht om kopieën te overleggen van documenten of studies die voor de onderbouwing van uw standpunten relevant kunnen zijn. Geef aan of de diensten van de Commissie zo nodig contact met u mogen opnemen voor nadere gegevens over de verstrekte informatie. HARTELIJK DANK VOOR DE BEANTWOORDNIG VAN DEZE VRAGENLIJST. 10

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2013 C(2013) 7725 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.37017 (2013/N)

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA.37084 (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA.37084 (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.10.2013 C(2013) 6636 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Excellentie, Steunmaatregel

Nadere informatie

Nieuwe staatssteunrichtsnoeren in het kader van. de gewijzigde EU-regeling voor de handel in emissierechten. Raadplegingsdocument

Nieuwe staatssteunrichtsnoeren in het kader van. de gewijzigde EU-regeling voor de handel in emissierechten. Raadplegingsdocument Nieuwe staatssteunrichtsnoeren in het kader van de gewijzigde EU-regeling voor de handel in emissierechten Raadplegingsdocument 1. INLEIDING In 2005 werd het European Union Greenhouse Gas Emission Trading

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29895 31 oktober 2013 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 17 oktober 2013, nr. WJZ / 13047307, tot wijziging

Nadere informatie

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80)

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80) MEMO/08/31 Brussel, 23 januari 2008 Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80) Waarom worden richtsnoeren milieusteun vastgesteld? Staatssteun moet aan bepaalde criteria

Nadere informatie

Emissiehandel in Europa

Emissiehandel in Europa Emissiehandel in Europa Emissiehandel (EU ETS) is een marktinstrument waarmee de EU uitstoot van broeikasgassen wil verminderen en zo haar klimaatdoelstelling wil behalen. Er zijn twee emissiehandelssystemen:

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014405/02.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014405/02. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 juli 2011 (25.07) (OR. en) 13113/11 E V 627 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 15 juli 2011 aan: de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van

Nadere informatie

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN 1.8.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 205/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN BESLUIT VAN DE RAAD van 24 juli 2012 betreffende het door de Europese Unie in het Gemengd

Nadere informatie

Emissiehandel in Europa

Emissiehandel in Europa Emissiehandel in Europa Emissiehandel (EU ETS) is een marktinstrument waarmee de EU uitstoot van broeikasgassen wil verminderen en zo haar klimaatdoelstelling wil behalen. Er zijn twee emissiehandelssystemen:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36114 29 december 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 december 2014, nr. WJZ/14011574, tot

Nadere informatie

FACTSHEET EMISSIEHANDEL

FACTSHEET EMISSIEHANDEL FACTSHEET EMISSIEHANDEL feiten en standpunten I. FACTS OMTRENT EMISSIEHANDEL Het EU emissiehandelssysteem bestaat uit 12000 installaties uit de volgende sectoren: elektriciteitssector, cement, papier,

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0288(COD) 10.4.2013. van de Commissie vervoer en toerisme

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0288(COD) 10.4.2013. van de Commissie vervoer en toerisme EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie vervoer en toerisme 10.4.2013 2012/0288(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie vervoer en toerisme aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Nadere informatie

Herziening van de mededeling betreffende kortlopende exportkredietverzekering. Raadplegingsdocument

Herziening van de mededeling betreffende kortlopende exportkredietverzekering. Raadplegingsdocument 1. Inleiding Herziening van de mededeling betreffende kortlopende exportkredietverzekering Raadplegingsdocument In sommige lidstaten verzekeren openbare exportkredietmaatschappijen voor rekening of met

Nadere informatie

BIJLAGE III. Gegevens betreffende op de voorwaarden van deze verordening vrijgestelde staatssteun

BIJLAGE III. Gegevens betreffende op de voorwaarden van deze verordening vrijgestelde staatssteun NL BIJLAGE III Gegevens betreffende op de voorwaarden van deze verordening vrijgestelde staatssteun DEEL I overeenkomstig artikel 12 te verschaffen via de geëigende IT-toepassing van de Commissie Referentie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

L 309/38 Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/38 Publicatieblad van de Europese Unie L 309/38 Publicatieblad van de Europese Unie 8.11.2012 BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 152/2012 van 26 juli 2012 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst HET GEMENGD

Nadere informatie

Leeswijzer bij de bedrijfsspecifieke bijlage 2 van het Nationaal Toewijzingsbesluit.

Leeswijzer bij de bedrijfsspecifieke bijlage 2 van het Nationaal Toewijzingsbesluit. Leeswijzer bij de bedrijfsspecifieke bijlage 2 van het Nationaal Toewijzingsbesluit. Voor elke inrichting of broeikasgasinstallatie waarvoor in het nationaal toewijzingbesluit emissierechten zijn toegewezen,

Nadere informatie

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector R. Mortier Opwarming is een natuurlijk verschijnsel Probleem : evenwicht is verstoord

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 9.11.2007 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend Document. bij het Voorstel voor een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend Document. bij het Voorstel voor een COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.10.2008 SEC(2008) 2616 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend Document bij het Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 4 februari 2010 Betreft: Voorstel

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 23 februari 2012 (02.03) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 6788/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0092 (C S) LIMITE

PUBLIC. Brussel, 23 februari 2012 (02.03) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 6788/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0092 (C S) LIMITE eil UE PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 23 februari 2012 (02.03) (OR. en) 6788/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0092 (C S) LIMITE FISC 25 E ER 65 E V 134 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

2 Producenten grijze stroom laten betalen voor transport?

2 Producenten grijze stroom laten betalen voor transport? ECN Beleidsstudies ECN-BS-10-016 29 april 2010 Producenten van grijze stroom laten betalen voor transport? Notitie aan : Werkgroep Heroverweging Energie en Klimaat Kopie aan : A.W.N. van Dril Van : F.D.J.

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43 18.12.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43 VERORDENING (EU) Nr. 1218/2010 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, xxx C(20..) yyy definitief Ontwerp VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ] betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.5.2017 C(2017) 3217 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.46960 (2017/N)

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.11.2016 COM(2016) 721 final 2016/0351 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1036 betreffende beschermende

Nadere informatie

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016 Notitie Amsterdam, 8 december 2016 Afdeling Policy Studies Van Aan Koen Smekens, Paul Koutstaal Gijs Zeestraten (Ministerie van Economische Zaken) Kopie Onderwerp Gevolgen van scenario s uitfasering kolencentrales

Nadere informatie

Directie Toezicht Energie (DTe)

Directie Toezicht Energie (DTe) Directie Toezicht Energie (DTe) Aan Ministerie van Economische Zaken T.a.v. de heer mr. L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC Den Haag Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 102238/1.B999 Rapport Frontier

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun / Nederland SA (2016/N) Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SVNL)

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun / Nederland SA (2016/N) Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SVNL) EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.09.2016 C(2016) 5506 final Betreft: Staatssteun / Nederland SA.45811 (2016/N) Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SVNL) Excellentie, De Europese Commissie (hierna

Nadere informatie

Toelichting EU ETS herziening

Toelichting EU ETS herziening Toelichting EU ETS herziening Maandag 24 oktober 2016 CCIM stakeholder meeting Inhoud Context van huidige ETS herziening Stand van zaken Bespreking in Raad (en BE positie) Stand van zaken Bespreking in

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.3.2014 COM(2014) 117 final 2014/0064 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Portugal wordt gemachtigd tot een verlaging van de accijns in de autonome regio Madeira

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 11-VII-2006 C(2006) 3259. Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 "Eneco duurzame energie " Excellentie,

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 11-VII-2006 C(2006) 3259. Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 Eneco duurzame energie  Excellentie, EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11-VII-2006 C(2006) 3259 Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 "Eneco duurzame energie " Excellentie, De Commissie wenst Nederland ervan in kennis te stellen dat zij, na onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 54 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

De Vlaamse autoriteiten hebben op 10 juli 2003 een decreet goedgekeurd teneinde een systeem van warmtekrachtcertificaten in te voeren.

De Vlaamse autoriteiten hebben op 10 juli 2003 een decreet goedgekeurd teneinde een systeem van warmtekrachtcertificaten in te voeren. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 03.V.2005 C(2005)1318 fin Betreft: Steunmaatregel nr. N 608/2004 - België Warmtekrachtcertificaten Excellentie, 1. PROCEDURE Bij brief van 7 september 2004, die op 9 september

Nadere informatie

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol?

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol? Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol? Dr. Jos Delbeke, DG Klimaat Actie, Europese Commissie, Universiteit Hasselt, 25/2/2014 Overzicht 1. Klimaat en energie: waar

Nadere informatie

Emissiehandel in Europa

Emissiehandel in Europa Emissiehandel in Europa De energie-intensieve Europese industrie is verplicht deel te nemen aan het Europese systeem van emissiehandel, ofwel EU Emissions Trading System (EU-ETS). De Nederlandse Emissieautoriteit

Nadere informatie

Afdeling 2.1 van de Regeling monitoring handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd:

Afdeling 2.1 van de Regeling monitoring handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd: Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van., nr. DGM/K&L2010016258 tot wijziging van de Regeling monitoring handel in emissierechten in verband met het verstrekken

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 2.9, vijfde lid, van het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 2.9, vijfde lid, van het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2001 10 februari 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 25 januari 2012, nr. IenM/BSK-2012/6584

Nadere informatie

DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND

DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND NL NL I. RECHTSGRONDSLAG 1. In artikel 2, lid 7, van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.11 Fax : 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ALGEMENE

Nadere informatie

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Elektriciteit. Versie maart 2017

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Elektriciteit. Versie maart 2017 Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Elektriciteit 1. Scope/afbakening De productgroep Elektriciteit omvat alle elektriciteit die van het openbare net betrokken wordt door een

Nadere informatie

Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION

Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION Overzicht 1. Klimaat en energie: waar zijn we? 2. Waarom een nieuw raamwerk voor 2030? 3. Belangrijkste elementen 2030

Nadere informatie

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018 Milieu-actualiteit NON-ETS 3 mei 2018 Europees beleid NON-ETS sectoren (effort sharing regulation) Welke doelstellingen 2021-2030? Europese doelstellingen 2030 (tov 2005) - 40 % BKG emissies - 30 % voor

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en Producent

Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel

Nadere informatie

EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

EBA/GL/2015/ Richtsnoeren EBA/GL/2015/04 07.08.2015 Richtsnoeren inzake de feitelijke omstandigheden die een wezenlijke bedreiging vormen voor de financiële stabiliteit en inzake de elementen die verband houden met de doeltreffendheid

Nadere informatie

Emissielekken in België

Emissielekken in België Milieu-economische analyses voor België, de Gewesten en Europa 13 september 2012 Emissielekken in België Guy Vandille Federaal Planbureau Wat is een emissielek? Emissielek = verschil tussen : emissies

Nadere informatie

De herziening van het EU ETS: de 4e handelsperiode

De herziening van het EU ETS: de 4e handelsperiode De herziening van het EU ETS: de 4e handelsperiode Tamarah Andriessen De vierde handelsperiode komt eraan! 1. 2005 2007 2. 2008 2012 3. 2013 2020 4. 2021 2030 Even terug... Voorstel van de Europese Commissie:

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid IP/04/235 Brussel, 18 februari 2004 Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid Na het Altmark-arrest van het Hof van Justitie is de

Nadere informatie

30 oktober Achtergrondrapport doorrekening regeerakkoord Rutte III: elektriciteitsvoorziening

30 oktober Achtergrondrapport doorrekening regeerakkoord Rutte III: elektriciteitsvoorziening 30 oktober 2017 Achtergrondrapport doorrekening regeerakkoord Rutte III: elektriciteitsvoorziening Gewijzigd op 30 oktober 2017 Auteur(s) Marit van Hout Paul Koutstaal Pagina 2 van 16 Inhoudsopgave Verantwoording

Nadere informatie

Rapportage van broeikasgasemissies veroorzaakt door gekochte elektriciteit

Rapportage van broeikasgasemissies veroorzaakt door gekochte elektriciteit Rapportage van broeikasgasemissies veroorzaakt door gekochte elektriciteit Een samenvatting van de "Greenhouse Gas Protocol Scope 2 Guidance" Samengevat en vertaald door het EKOenergie-secretariaat, januari

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0170 Bijlage I TOELICHTING 17 Bijlage I : WKK ALS ALTERNATIEVE MAATREGEL 1. Inleiding Het plaatsen van een WKK-installatie is een energiebesparingsoptie die zowel

Nadere informatie

Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit

Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit Notitie Delft, april 2010 Opgesteld door: G.J. (Gerdien) van de Vreede M.I. (Margret) Groot 1 April 2010 3.150.1 Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit 1 Inleiding

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2016 September 2016

Periodieke rapportage 2016 September 2016 Periodieke rapportage 2016 September 2016 Periodieke rapportage 2016 Pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar

Nadere informatie

Europese CO 2 -emissiehandel Op zoek naar Synergie

Europese CO 2 -emissiehandel Op zoek naar Synergie Europese CO 2 -emissiehandel Op zoek naar Synergie Bert Daniëls, Remko Ybema www.ecn.nl (On)zin? Een nieuwe kerncentrale leidt niet tot een daling van de Nederlandse CO 2 -emissies meer windenergie ook

Nadere informatie

Gegevens stroometikettering 2004

Gegevens stroometikettering 2004 CE CE Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie milieu, economie en technologie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: fax: 015 015 2 150 150 151 151

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.4.2015 COM(2015) 155 final 2015/0080 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot uitvoering van het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet

Nadere informatie

Notitie Amsterdam, 20 november Samenvatting. 1 Langetermijnenergieprijs

Notitie Amsterdam, 20 november Samenvatting. 1 Langetermijnenergieprijs Notitie Amsterdam, 20 november 2017 ECN-N--17-026 Kenmerk Afdeling Van Voor Beleidsstudies Sander Lensink, Adriaan van der Welle Ministerie van Economische Zaken Onderwerp Basisprijzen en basisprijspremies

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/163 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/163 VAN DE COMMISSIE L 30/12 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/163 VAN DE COMMISSIE van 1 februari 2018 tot onderwerping van de invoer van nieuwe en van een nieuw loopvlak voorziene banden voor autobussen of voor vrachtwagens,

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (2012/C 158/04) INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 6 STAATSSTEUNBELEID EN DE ETS-RICHTLIJN... 6

(Voor de EER relevante tekst) (2012/C 158/04) INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 6 STAATSSTEUNBELEID EN DE ETS-RICHTLIJN... 6 C 158/4 Publicatieblad van de Europese Unie 5.6.2012 MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Richtsnoeren betreffende bepaalde staatssteunmaatregelen in het kader van de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.6.2018 C(2018) 3316 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.6.2018 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/892 tot vaststelling van voorschriften

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20151016-212) Betreffende het voorontwerp van besluit tot wijziging van het besluit van de Regering van het

Nadere informatie

CO2-voetafdruk van beleggingen

CO2-voetafdruk van beleggingen CO2-voetafdruk van beleggingen Waarom meet ACTIAM de CO 2 -voetafdruk van haar beleggingen? Klimaatverandering is één van de grootste uitdagingen van de komende decennia. Daarom steunt ACTIAM het klimaatakkoord

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) vwo 4

Domein D: markt (module 3) vwo 4 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod. 1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe

Nadere informatie

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies Grootschalige introductie van micro wkk systemen Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies jeeninga@ecn.nl Micro wkk een controversieel onderwerp? De discussie rondom het nut van micro wkk wordt niet altijd niet

Nadere informatie

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juli 2003 (14.07) (OR. en) 10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) CODEC 891 JUR 273 ENV 362 MI 157 IND 96 ENER 204 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Herziening van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu Vragenlijst

Herziening van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu Vragenlijst Herziening van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu Vragenlijst De huidige kaderregeling loopt eind 2007 af. Om de herziening van de kaderregeling voor te bereiden,

Nadere informatie

CONCEPT 30 januari 2008

CONCEPT 30 januari 2008 CONCEPT 30 januari 2008 Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ, houdende vaststelling van correcties ten behoeve van de voorschotverlening voor de stimulering van duurzame energieproductie

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement 11.1.2018 A8-0392/296 296 Kathleen Van Brempt, Jo Leinen namens de S&D-Fractie Artikel 26 lid 5 inleidende formule 5. De biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen uit bosbiomassa die

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. over de "octroi de mer"-belastingregeling in de Franse overzeese departementen. SEC(2010) 1558 def.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. over de octroi de mer-belastingregeling in de Franse overzeese departementen. SEC(2010) 1558 def. NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2010 COM(2010) 742 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD over de "octroi de mer"-belastingregeling in de Franse overzeese departementen SEC(2010) 1558

Nadere informatie

Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU.

Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU. Europese Commissie Brussel, 30.06.2004 C (2004)2042 fin Betreft: Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 15.2.2008 WERKDOCUMENT betreffende het initiatiefverslag over bepaalde kwesties in verband met motorrijtuigenverzekering Commissie

Nadere informatie

Emissies, emissierechten, hernieuwbare bronnen en vermeden emissies

Emissies, emissierechten, hernieuwbare bronnen en vermeden emissies Emissies, emissierechten, hernieuwbare bronnen en vermeden emissies Door Harry Kloosterman en Joop Boesjes (Stichting E.I.C.) Deel 1 (Basis informatie) Emissies: Nederland heeft als lidstaat van de Europese

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 juni 2012 (27.06) (OR. en) 11695/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0161 ( LE) EEE 83 E V 567

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 juni 2012 (27.06) (OR. en) 11695/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0161 ( LE) EEE 83 E V 567 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 juni 2012 (27.06) (OR. en) 11695/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0161 ( LE) EEE 83 E V 567 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 20 juni 2012 Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006 Handelend na overleg met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 72p, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998; Besluit:

Nadere informatie

Sectorstudies aardolie, chemie, staal en cement Samenvatting

Sectorstudies aardolie, chemie, staal en cement Samenvatting Sectorstudies aardolie, chemie, staal en cement Samenvatting Contract gegevens Aangeboden door Triple E Consulting Energy, Environment & Economics B.V. Westersingel 32A 3014 GS, Rotterdam Nederland Contactpersoon

Nadere informatie

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0075(CNS)

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0075(CNS) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie regionale ontwikkeling 2009/0075(CNS) 9.9.2009 * ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een beschikking van de Raad waarbij Portugal wordt gemachtigd tot een verlaging

Nadere informatie

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu Beleggen in de toekomst de kansen van beleggen in klimaat en milieu Angst voor de gevolgen? Stijging van de zeespiegel Hollandse Delta, 6 miljoen Randstedelingen op de vlucht. Bedreiging van het Eco-systeem

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S) RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S) POSEIDOM 11 POSEICA 11 POSEIMA 10 REGIO 55 I ST 351 UD 181 OTA van: aan: Betreft: het

Nadere informatie

PROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit

PROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit PROTOCOL 3 Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI Besluit De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR), gezien het belang dat zij

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2103(INI) Ontwerpadvies Lena Kolarska-Bobińska (PE496.

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2103(INI) Ontwerpadvies Lena Kolarska-Bobińska (PE496. EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie regionale ontwikkeling 17.10.2012 2012/2103(INI) AMENDEMENTEN 1-21 Lena Kolarska-Bobińska (PE496.464v01-00) inzake het Stappenplan Energie 2050 - een toekomst met

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 16 juli 2015 (OR. en) 2014/0011 (COD) PE-CONS 32/15 CLIMA 55 ENV 316 MI 328 IND 82 ENER 178 ECOFIN 368 TRANS 168 COMPET 235 CODEC 742 WETGEVINGSBESLUITEN

Nadere informatie

Kaarten module 4 derde klas

Kaarten module 4 derde klas 1. Uit welke twee onderdelen bestaan de totale kosten? 2. Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 3. Geef 2 voorbeelden van vaste (of constante) kosten. 4. Waar is de totale winst gelijk aan? 5. Geef

Nadere informatie

Financiële baten van windenergie

Financiële baten van windenergie Financiële baten van windenergie Grootschalige toepassing van 500 MW in 2010 en 2020 Opdrachtgever Ministerie van VROM i.s.m. Islant Auteurs Drs. Ruud van Rijn Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ing. Jeroen

Nadere informatie

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning 1. IEIDING

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

Artikel 2 Toepassingsgebied van de privacyverklaring

Artikel 2 Toepassingsgebied van de privacyverklaring Privacyverklaring ITLB Juli 2016 versie nl 1.0 Artikel 1 Algemene beginselen De bescherming van uw persoonlijke levenssfeer is voor het ITLB van het hoogste belang. Deze privacyverklaring beschrijft welke

Nadere informatie

Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN

Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN Referentiescenario De WETO-studie (World Energy, Technology and climate policy Outlook 2030) bevat een referentiescenario

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.4.2013 COM(2013) 186 final 2013/0098 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief-

Nadere informatie

Auteurs:E. Benz, C. Hewicker, N. Moldovan, G. Stienstra, W. van der Veen

Auteurs:E. Benz, C. Hewicker, N. Moldovan, G. Stienstra, W. van der Veen 30920572-Consulting 10-0198 Integratie van windenergie in het Nederlandse elektriciteitsysteem in de context van de Noordwest Europese elektriciteitmarkt Eindrapport Arnhem, 12 april 2010 Auteurs:E. Benz,

Nadere informatie

Ja (de activiteiten richten zich hoofdzakelijk op het leveren van goederen)

Ja (de activiteiten richten zich hoofdzakelijk op het leveren van goederen) o Is er sprake van een onderneming die een economische activiteit uitoefent? Mw niet van toepassing Rnr. 12 Is sprake van een afspraak tussen ondernemingen? Mw niet van toepassing Rnr. 13-17 3.1 a) Zijn

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA. 36315 (2013/N) Nederland Botlek Zuid - stoompijpleiding

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA. 36315 (2013/N) Nederland Botlek Zuid - stoompijpleiding EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.10.2013 C(2013) 6627 final In de openbare versie van dit besluit zijn, overeenkomstig de artikelen 24 en 25 van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999

Nadere informatie

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor 22 Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie Overzicht Lange termijn visie en doelstellingen 22 Het EU pakket voor 22 Gevolgen van het pakket Lange

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Energieverzorging Nederland

Energieverzorging Nederland Energieverzorging Nederland Naar een Duurzame Samenleving (VROM) Vanuit een internationaal geaccordeerde basis voor 2050 Standpunt Nederlandse overheid : 100% CO2 -reductie Standpunt van de G8: 80 % CO2

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie