Deze tekst is afkomstig van de online bibliotheek op

Transcriptie

1 DE NIEUWE TONEELBIBLIOTHEEK Deze tekst is afkomstig van de online bibliotheek op De rechten, inclusief en met name de rechten voor uitvoering, liggen voor alle teksten bij de auteur en het is dan ook verplicht om voor elke vorm van uitvoering toestemming bij de betreffende schrijver aan te vragen. Voor elke schrijver is het van groot belang om te weten of zijn teksten worden uitgevoerd, dus neem alstublieft bij elke lezing, enscenering, bespreking in het onderwijs e.d. even contact op met de auteur! Het contact adres voor deze tekst is: Schrijver Titel Jaar Uitvoering Magne van den Berg De lange nasleep van een korte mededeling 2007 Toneelschuur Haarlem / Joeri Vos Copyright (C) 2007 by Magne van den Berg

2 de lange nasleep van een korte mededeling door magne van den berg vier personen s en in een openbare ruimte 0 spreekt aan is het fijn om hier zo met je te staan ja ja dat meen ik echt ja ja ik meen dat echt ja had jij al gedronken vandaag nee is er iets nee nee nee maar ach een eerlijk mens heeft altijd wel vind jijzelf een eerlijk mens ja ja heb je ik loop met het idee om hier weg te gaan is dat voor een idee een idee dat ik al langer heb je kunt toch niet zomaar weggaan nee nee het is maar een idee ik dacht misschien is het goed om eens ergens anders te gaan kijken 1

3 1 spreekt s aan s s loopt met het idee om hier weg te gaan s o ja s waarom dat zegt hij niet s wanneer dat zegt hij ook niet s spreekt aan s s ik net hoor van wie s van s is dat met het idee rondloopt om hier weg te gaan waarom s dat zegt ze niet wanneer s dat zegt ze ook niet spreekt aan is het waar dat van ja hoe komt hij aan dat idee dat weet ik niet komt dat van jou welnee van wie komt dat dan ik heb geen idee spreekt s aan s s van wie heeft dat idee s geen idee niet van jou s niet van mij probeer er eens achter te komen van wie hij dat heeft s spreekt aan s s kom eens 2

4 s s is het waar dat jij hier weggaat nee hoe kom ik daar dan bij dat weet ik niet s spreekt john aan s s zegt dat hij niet weggaat hoe komen wij daar dan bij dat weet ik niet spreekt aan hoe kom jij er bij dat weggaat hij gaat helemaal niet wie zegt dat s spreekt s aan s s zegt dat jij zegt dat niet weggaat s dat klopt hoe kom ik daar dan bij s dat weet ik niet het is dus niet waar s nee spreekt aan je gaat niet weg misschien wel misschien niet s zegt dat je niet weggaat o is dat zo ik loop met het idee maar dat betekent verder nog niets spreekt aan het betekent misschien niets maar hij loopt wel met het idee misschien betekent het niets 3

5 spreekt aan ik hoor dat jij rondloopt met het idee om hier weg te gaan dat klopt waarom zeg je dan tegen s dat je niet weggaat ik wou er nog niks over zeggen maar tegen zeg je het wel is anders dat is een vriendin en s dan dat is geen vriendin maar toch wel een vriend nou meer een bekende en ik jij bent een vriend spreekt s aan s s noem jij jouw vriend s ja natuurlijk hij heeft tegen je gelogen s o en hij zegt ook dat hij je vriend niet is s spreekt aan s s heb jij tegen mij gelogen waarover s over dat je mijn vriend bent dat heb ik nooit gezegd s s s s heb ik dat ooit tegen jou gezegd s nee maar ik dacht het ik dacht dat we vrienden waren je bent een hele goede bekende maar geen vriend s en het biljarten dan daar hoef je geen vrienden voor te zijn s spreekt aan s s ben jij nou aan het doen s heeft niet tegen mij gelogen o s hij heeft nooit gezegd dat hij mijn vriend is dat is waar 4

6 s s s maar dat bedoelde ik ook niet bedoelde je dan dat hij heeft gelogen over zijn weggaan zei hij dan hij zei tegen jou dat hij niet wegging maar tegen zei hij van wel heeft hij dan niet tegen gelogen nee want is een vriendin s spreekt aan s s jij bent een vriendin van hè ja denk je s denk je dat hij ooit tegen jou zou liegen ik denk van niet s spreekt aan s s je hebt wel tegen mij gelogen nou weer s dat je hebt gelogen tegen mij waarover s over dat je niet weg zou gaan heb ik dan gezegd s je hebt tegen mij gezegd dat je niet weg zou gaan dat heb ik nooit gezegd vraag het maar na s spreekt aan s s heeft nou precies gezegd tegen wie s tegen mij dat weet ik niet s je zei het net nog tegen me ja jeetje s als ik alles moet gaan onthouden mensen tegen jou zeggen waar heb jij dan je hersens voor s spreekt aan s s ik weet niet meer precies je tegen me zei maar het had te maken met dat weggaan van jou o s tegen mij zei je namelijk dat je niet weg zou gaan terwijl je tegen hebt gezegd dat je dat wel 5

7 spreekt aan heb ik tegen jou gezegd wanneer daarnet o vanalles over dat weggaan dat je met het idee rondloopt dat heb ik gezegd hè ja wil je dat even tegen s gaan zeggen spreekt s aan s s vraagt mij om tegen jou te zeggen dat hij alleen nog maar met het idee rondloopt om te vertrekken s heeft hij dat zo gezegd ja s dat hij met het idee rondloopt ja s oké s spreekt aan s s loopt alleen nog maar met het idee betekent dat s dat betekent dat hij kan gaan maar ook dat hij kan blijven we weten het niet s alleen dat hij met het idee loopt het zint me niets spreekt aan is dat voor een idee welk dat idee waarmee jij loopt gewoon een idee om te vertrekken een idee nog niets serieus waar komt dat idee vandaan nou weet je ik kom hier niet tot mezelf 6

8 2 spreekt aan ja komt hier niet tot zichzelf o wist jij dat ja hoe wist jij dat dan dat weet ik niet meer heeft hij dat tegen jou gezegd dat weet ik niet meer spreekt aan heb jij tegen gezegd dat je hier niet tot jezelf komt dat weet ik niet meer ze weet ervan dan zal het wel spreekt aan heb ik jou verteld dat ik hier niet tot mezelf kom dat weet ik niet meer hoe weet jij het dan dat weet ik niet meer wil je het alsjeblieft niet verder vertellen want dat iedereen nu al weet dat ik met het idee rondloop om hier weg te gaan is al erg genoeg we geven om jou en we willen niet dat je gaat nee nee snap je dat ja dus zet het alsjeblieft uit je hoofd en trouwens waar wil je dan naartoe dat weet ik nog niet zie je wel maar ja ik denk het bijna voortdurend ik moet hier godverdomme weg is dat je denkt ja jezus ja jezus ja spreekt aan 7

9 het is serieus van hoe weet je dat hij denkt de hele tijd ik moet hier godverdomme weg vloekt hij erbij ja weet je dat zeker ja spreekt s aan s je hebt toch gelijk s met met dat van hij wil echt weg hij barst hier uit z n voegen s s als hij weg wil dan laat hem toch gewoon ja s toch ja spreekt aan als je echt weg wil dan dan moet je gaan ja vind ik ja ja hoe ga je als ik ga ga ik denk ik met de auto met je eigen dat denk ik denk je dat je daar wel een eindje mee komt ik denk het wel spreekt aan hij gaat inderdaad en hij gaat met de auto met zijn eigen ja daar komt hij toch niet ver mee nee 8

10 s spreekt aan s s ik heb gehoord dat het je serieus is dat klopt s en dan moet je het ook doen klopt s hoe ga je eigenlijk dat weet ik nog niet s waarom ga je niet met de auto dat kan spreekt s aan s s waar stonden jullie over te praten s ik vroeg hoe hij ging als hij gaat hij gaat met de auto s hij zegt net dat hij dat nog niet weet hij gaat met de auto s welke die van hemzelf s dan komt hij niet ver dat zei ik ook s maar dat doet hij niet s met zijn eigen auto gaan zei hij dat s ik geloof van wel spreekt aan als ik jou was zou ik niet met je eigen auto gaan want dan kom je niet ver wie zegt dat ik ver wil niemand helemaal niemand spreekt aan gaat hij nou wel of niet met zijn eigen auto ik geloof het wel daar komt hij toch niet ver mee wie zegt dat hij ver wil spreekt aan dus je blijft in de buurt 9

11 hoezo omdat je met je eigen auto gaat ik denk dat ik van de week al ga 3 spreekt s aan s s gaat van de week al s waar gaat hij eigenlijk naartoe dat weet hij nog helemaal niet spreekt aan toch dat weet je toch nog niet waar je naartoe wil s waarom heeft hij zo n haast s vraagt waarom je zo n haast hebt s ja s heb jij toch hoe bedoel je s met dat weggaan en die haast opeens s zeg je mensen vinden zichzelf terug op reis s spreekt aan s s noem jij een vriend ja s die is zichzelf kwijt hoe weet je dat s dat zegt hij zegt hij dan s dat hij zichzelf terug moet vinden 4 spreekt aan 10

12 ben jij niet gelukkig geluk vind ik meer iets dat ik bij anderen zie spreekt aan is niet gelukkig ik weet het spreekt aan is er toch met je ben je niet gelukkig geluk is meer iets dat ik bij anderen zie s spreekt aan s s ik zou het graag ergens met je over willen hebben het gaat over en alsjeblieft s nu even niet spreekt aan ik ben ook niet gelukkig maar ik doe het ermee waarmee met dat ik heb heb je dan alles ik nodig heb is dat dan nou nou een huis en een man en een vriend zoals jij ja ja toch ja of vind je van niet ja en als jij gaat dan dan mis ik iets je bedoelt dan mis je je minnaar neem alsjeblieft een ander een ander wil ik niet wil je mee 11

13 denk je dat ik weg kan hier ja ach ik heb toch je hebt mij ook dat ligt anders ik zit vast maak je los ik wil niet los dan blijf je vast dat doe ik ook spreekt aan is er niets o ik dacht het even nee heb je gehuild nee ik dacht het even nee nee wil je naar huis nee maak je geen zorgen blijft gewoon in de buurt spreekt aan ja je kunt toch niet zomaar weggaan je hebt hier alles alles heb je hier heb je daar je hier niet hebt dat weet ik nog niet bij ons weet je precies je hebt want ons heb je je hebt ons toch is er met je ik ben moe ik ben ook moe we zijn het allemaal ja kan ik je om een gunst vragen dat ligt eraan kan ik spullen bij je kwijt voor spullen gewoon spullen zeg ik dan tegen 12

14 zeg maar dat het van mij is hij zal het niet leuk vinden dan zeg je het niet zeg ik dan dat het van je zus is je bent zo g en zo mooi ga alsjeblieft niet weg maak me niet gek geef me eens een kus je weet dat ik je graag mag maar ik ga wel ga dan maar maar ik kan niet mee je blijft bij ik denk het omdat je van hem houdt ik denk het je houdt ook van mij anders er zit geen ring aan vast nee ik bedoel ja er zit geen ring aan vast er zit eigenlijk helemaal niks aan vast heb jij me te bieden een vooruitzicht een vooruitzicht een vooruitzicht ja ik weet het niet ik heb al een vooruitzicht een vooruitzicht met maar ik zal je vreselijk missen blijf een beetje bij me in de buurt hou op ik hou niet op ik hou van jou nu heb je het gezegd dat je hebt gezegd dat zei ik niet je hebt het gezegd en ik heb het gehoord kus me kus me even snel nee 5 s spreekt aan s 13

15 s s s s s s s s je zult wel gaan missen dat zal ik ja ga je dan doen bedoel je op avonden zoals deze ik weet niet je bedoelt je weet dat ik ook van drinken hou ja ja dat weet ik s dat je het maar weet ja je hoeft je nooit alleen te voelen nee s dat bedoelde ik s ging jij maar weg in plaats van 6 spreekt aan het gaat over o hij moet spullen kwijt voor spullen gewoon spullen en die moet hij bij ons kwijt is in de war hij laat zijn vrienden in de steek die komt wel weer terug zou je denken ik weet het zeker die kan het niet alleen hoe weet jij dat ik ken hem ik ken hem ook ik ken hem beter dat is waar jij kent hem beter daarom is hij nog steeds verliefd op je ach welnee houdt het dan nooit eens op misschien jij voedt hem toch niet hè ik voed niks j'an dan is het goed 14

16 maar denk je die spullen zijn het voor spullen spreekt aan zijn het eigenlijk voor spullen dozen met met spul toch geen gestolen spul waar zie je me voor aan ik vraag het gewoon maar eerlijk gewoon dingetjes enzo voor dingetjes enzo boeken en schriften schriften van wie van jou het komt door mij hè dat je hier weg moet 7 s spreekt aan s s dus je gaat echt ja s is het om nee maar weet jij daarvan s iedereen weet ervan ook s ook zegt hij s niet veel ik kan er niks aan doen s dat weten we ik wist niet dat jullie het wisten s we wisten het allang en de anderen s o de anderen ook waar ga je eigenlijk naartoe dat weet ik nog niet s ligt het aan ons nee dat is het niet s is het dan ik wil hier weg en als ik nu niet ga 15

17 s s s s s s s s s nee nee nee nee dus daarom als je wil mag je mijn auto mee ik wil er even helemaal uit moet je doen man moet je doen zonder verplichtingen ik verplicht je nergens toe ik zeg alleen mijn auto mag je mee en jij dan och ik vind het mooi maar ik heb mijn eigen ik wil je helpen ik heb er ook wel eens aan gedacht ja ja maar jij bent nog g spreekt aan heb je tegen gezegd dat het oké is van die spullen nog niet spreekt aan dat van die spullen dat is oké dank je bij ons staat het veilig is het eigenlijk dozen met boeken en schriften schoolschriften ja s spreekt aan s ja s waar ga jij eigenlijk naar op zoek naar eenzaamheid en stilte s denk je dat dat gelukkig maakt ik weet het niet maar het lijkt me wel lekker s eenzaamheid is niet lekker en moet je ten koste van alles zien te vermijden 16

18 spreekt aan waarom zou zijn schoolschriften bewaren dat weet ik niet bewaart hij die ja spreekt aan die schriften van jou dat zijn toch geen schoolschriften nee natuurlijk niet heb je er eigenlijk in geschreven gewoon dingen mag ik het eens lezen je hebt geschreven in je schriften waarom om je bij me te hebben als je weg bent ik weet het niet of kom ik er in voor nee s spreekt aan s ja s ik begrijp niet nee s ik leende hem mijn auto o s maar hij wijst het af hij wijst iedereen af 8 spreekt s aan s s jij weet het van de band hè tussen mij en s ja wil je daar nooit met iemand over praten s nee want ik denk dat hij daarom gaat s ik heb 17

19 s s s s s s s s s s s s s s s s s s s ja dat weet je ja maar het doet me heel veel zeer hij laat een doos met schriften na hij gaat niet dood ik bedoel achter die krijg ik in beheer staat erin dat weet niemand ben je niet benieuwd ja natuurlijk maar ik denk dat ik het wel weet o ja ja ja dat ik jou ooit rozen gaf ja dat was niet zo bedoeld nee maar omdat we vrienden waren ja dacht ik dat het wel kon ja snapte dat ja maar ik dacht ik zeg het je nog maar eens s kijk eens naar ja vind jij dat hij er gelukkig uitziet best dat wil ik graag zo houden bedoel je daarmee ik zeg ik zie graag gelukkig ben jij zelf wel gelukkig ach hou nou toch eens op 9 spreekt aan moet ik je ergens naartoe brengen waar naartoe daar waar je graag wil zijn ik weet nog niet waar ik wil zijn 18

20 in welke richting denk je ik denk richting zee noordzee oostzee middellandse zee dat weet ik nog niet je weet nog niet veel hè dat klopt moet je daar eerst niet eens achter komen nee waar ga je eigenlijk van leven seizoensarbeid oké denk ik oké en hoe doe je dat met oud en nieuw hoe bedoel je kom je dan terug dat kan want dan moet je niet alleen zijn hoor nee dat wou ik maar even zeggen denk jij nu al aan oud en nieuw het zijn zo van die feestjes spreekt aan hebben wij het goed dat moet je jezelf vragen en hebben wij het goed o dat gaat toch niet zo snel s spreekt aan s laat me heel even met rust s s ik wil je iets vragen ik ben even bezig s iets heel kleins vind jij mij heel onaantrekkelijk nee s dat was het waarom vraag je zoiets s omdat je zo onaardig bent ik dacht daar zit iets achter 19

21 s s s toen dacht ik mijn karakter kan het niet zijn want dat is niet slecht dus moet het mijn uiterlijk wel wezen o s ja je bent zo n zeikerd soms als ik jou was zou ik iets zuiniger worden op mij spreekt aan en weet je het al s kwam er tussen met flauwekul moest hij aandacht die ziet zijn kans bedoel je nu weggaat ziet hij zijn kans kans op kans op jou niemand maakt hier kans op mij behalve jij en maakt hij een kans ik zeg toch niemand behalve jij moeten wij niet eens een heel groot feest geven s spreekt aan s s s mag jij mij ja s mag me niet natuurlijk mag ze je s ze mag me niet maar ik fantaseer soms over haar waar fantaseer je dan over s dat ze van me houdt ze houdt niet van je ze houdt van s en van jou ik fantaseer ook over jou 20

22 spreekt s aan s s wil je mij even alleen laten met s nee is er toch s ik fantaseer soms over jou o s en echt niet alleen maar zoete dingen probeer je me nu bang te maken s ja waarom doe je zo s ik probeer je bang te maken waarom s om je respect te winnen dat doe je niet zo s s hoe doe je dat dan door interessant te zwijgen zoals of groot en sterk te zijn zoals ben jij mij aan het uitdagen s dat is niet mijn bedoeling het is mijn bedoeling om je bang te maken s s ja wil je me nu even alleen laten met s nee spreekt aan kun jij s hier even weghalen is er dan hij valt me lastig spreekt s aan s s ja is dat s er is helemaal niks maar is zo onaardig waarom is ze zo onaardig s dat weet ik niet natuurlijk weet je dat wel s ach tuurlijk weet ik dat ook wel maar dan nog laat haar een beetje met rust wil je s maar laat zij dan een beetje aardig zijn spreekt aan ja 21

23 doe een beetje aardig dat staat je zo mooi spreekt s aan s s ja sorry s oké kan ik dan nu s tuurlijk spreekt aan zie nu weet ik niet meer ik tegen je wilde zeggen dat komt wel weer 10 s spreekt aan s er hangt kou in de lucht ja s ik denk dat dit het einde van de zomer is zou kunnen s ik heb het idee dat de zomer niet meer terugkomt het kan ook zo weer omslaan s ik denk niet dat dat het doet nee s ik denk dat het zo koud blijft zou kunnen s hebben jullie al hout nog niet s daar zou ik dan maar snel mee zijn spreekt aan wanneer denk je dat je gaat dat weet ik nog niet van de week al ik denk het ik denk het ook waarom omdat ik iets voel aan jou voel je dan ik voel zoiets als drang dat kan kloppen of haast dat kan ook stilte voor de storm 22

24 ik voel ik voel heel veel ik voel ook verdriet ja ja van jou of van mij van jou dat klopt niet ben je niet verdrietig nee raar want ik voel het wel ik voel het niet dan ben ik het waarschijnlijk zelf ik denk het ben je koud opeens nee hoor o dan ben ik dat waarschijnlijk weer zelf en nou als ik misschien toch met je mee wil dan gaat dat misschien niet meer want omdat het mischien beter is dat ik alleen ga waarom omdat ik mijzelf terug moet vinden ik kan je daarbij helpen och toch spreekt aan is er ik begrijp niet meer ik wil hem helpen ik heb wijsheid ik weet het ik heb aangeboden om met hem mee te gaan o denk je dat dat wel voor jou is wegrijden in een oude auto denk jij van niet ik denk het niet waarom eigenlijk niet ik ken je ja ja je kent me of niet soms ja ja 23

25 ik ben blij dat jij me kent je meende dat niet serieus hè van dat meegaan nee s spreekt aan s s het wordt koud hoor ja s de zomer is zo goed als voorbij ja s ik denk dat die niet meer terug komt hoelang is het geleden dat jij in je bikini in de tuin lag dat weet ik niet meer s kun je nagaan hoe lang dat al geleden is ja s ik zou naar het zuiden rijden als ik jou was dat kan s waarom zou je anders gaan als je er niet op vooruit gaat dan kun je beter blijven spreekt aan ik snap wel jij zoekt ja je wil je afzonderen even in een isolement zitten met jezelf dat klopt ik snap dat wel al ken ik zelf de behoefte niet snap ik hem wel mijn karakter is heel anders maar ik begrijp dat je zo kunt zijn zelf ben ik meer van de gezelligheid groepje vaste mensen om me heen biertje biljartje vind ik overzichtelijk snap ik maar wij snappen elkaar ja al zijn we heel anders ja 24

26 ik mag je ik mag jou ook ja wij mogen elkaar het is jammer dat je gaat s spreekt aan s s hebben jullie al hout nee nee nog niet s daar zou ik dan maar snel mee zijn ja ja ja dat zei je al 11 spreekt aan realiseer je je wel je achterlaat misschien niet kijk eens goed zie je ik zie jullie en zie je nog meer ik zie dat in gesprek is met s en nog meer ik zie jou en ik zie je voor me staan en en ik zie dat je dronken aan het worden bent dat zie je niet goed dan zie ik iets anders zie je dan een verloren een verloren dat is ik zie denk je dat zich verloren voelt ik weet niet of ze zich zo voelt maar het is ik zie ik voel me verraden dus dat verlorene dat zie je niet goed slaat jouw liefde snel om in haat nie toch ja je bent opeens hatelijk omdat ik van je hou en je zegt hele grote dingen vandaag zei ik eerder nooit zulke dingen nee eerder zei je eigenlijk nooit zo veel is dat zo ja dat is zo vond je dan van mij 25

27 ik vond je spannend omdat ik nooit zo veel zei misschien zelf zei je ook nooit je zei nooit dat je me liefhad ofzo ik had je niet lief ik begeerde je dat is heel anders jij hebt mij ook niet lief je begeert me dat is heel anders schrik je van ik zeg het is zo zeg maar dat het niet zo is het is niet zo dan is het niet zo volgens jou maar wel zo volgens jou neem het niet te persoonlijk hoe persoonlijk zal ik het nemen niet te je maakt iets stuk ja vind je dat gemakkelijker gemakkelijker dan gemakkelijker om weg te gaan ik ga niet om jou dat vroeg ik niet vroeg je dan of het gemakkelijker is om weg te gaan nadat je eerst iets stuk hebt gemaakt ik maak niets stuk ik ben alleen maar eerlijk ja ja ja je bent eerlijk ik vind je wel heel mooi maar daar heb ik nu even niks aan s spreekt aan s s ben jij wel eens in de hel geweest nee s nog nooit 26

28 spreekt aan ik wil naar huis ja ik wil graag nu ja ja we gaan toch geen ruzie maken waar iedereen bij is dat maakt mij niks uit toch spreekt s aan s s wij gaan s waarom omdat dat wil spreekt aan waarom wil je eigenlijk gaan ik moet naar de wc dat kun je ook hier doen ik moet heel erg lang naar de wc spreekt aan en ik gaan ik wilde graag nog met je staan ja maar ja ik zou graag nog een beetje met jullie staan o ja ja ja ik ga als jij gaat dan ga ik ook ik ga nu blijf toch nog even waarom anders zie ik je misschien niet meer ga je al zo snel het zou zomaar kunnen ik ga ja ja ja ik ga ook gaan jullie maar 27

29 s s s s s s s s is er nog ja tuurlijk s is er nog s wij gaan waarom wil weg waarom wil je weg ik heb het gehad s echt waar heb je dan gehad ga je mee ja ja even gedag zeggen misschien zien we niet meer en die doos dan die voor zou bewaren o ja die doos hoe moet dat met die doos die zet ik wel bij s s kan die doos bij jou nee ik zou die doos ja maar ja als jullie nu gaan dan dan wordt het lastig om die doos nog langs te brengen je gaat toch niet vanavond al rijden wie weet wie weet die doos die zou bij mij ja maar ja als jij nu weggaat dan blijf ik nog wel even dan zet ik die doos bij s neer ik zei dan blijf ik nog wel even oké oké oké spreekt aan we blijven oké nog heel even en het toilet o dat gaat al wel weer 28

30 12 s spreekt aan s s dus je gaat vanavond al rijden het kan zomaar s het wordt heel koud ja s de zomer is voorbij ja s dus s ik zei zei je ook al weer s ben jij wel eens in de hel geweest s jij bent niet meer echt hier hè s spreekt s s is al weg hoor o s die is niet meer hier nee s moet je maar eens naar hem kijken ja s is die nog hier of is die niet meer hier ik weet het niet ik zie dat niet s die is al weg het zou kunnen s ik zie het en ik hoor het ook zou kunnen s moet je maar eens goed naar hem kijken ja s dat bedoel ik waar staan jullie naar te kijken we kijken naar waarom we kijken of hij nog wel hier is denken jullie dat hij niet meer hier is wij denken dat hij in zijn hoofd al weg is kijk jij eens ik wil niet naar hem kijken s kijk toch naar hem ik vind het niet leuk wanneer wij met z n drieën naar hem gaan staan kijken wij zijn zijn vrienden wij mogen naar hem kijken 29

31 s s s s s s s s s trouwens ik heb het al gezien zag je dan dat hij weg is hoor je dat s zag het al ja ja dat zal wel ja is dat snel gegaan ja ik heb het niet gezien nee nee maar als ik er met terugwerkende kracht aan denk ja maar jij zag het dus al bij dat hij al weg is ja ben jij wel eens in de hel geweest als ik er geweest was dan had ik er jou ontmoet s spreekt aan s ja s ze deed alweer onaardig s s ja als je om haar geeft doe dan ook niet zo s hoe zo zoals je doet s hoe doe ik dan je provoceert dat wil geen mens s nee nee s voor ben ik een untermensch heb medelijden met haar s dat heb ik ook s spreekt aan s ga weg s jij kan me behandelen zoals je wil omdat je klasse hebt och rot toch op 30

32 spreekt aan j han er hangt iets in de lucht voel je dat ja de soort opwinding van sinterklaasavond alleen is er dan iemand die komt als ik nu blijf dan kom ik nooit meer ergens er gebeurt iets met spreekt aan gebeurt er zullen we zo toch maar gaan ik wilde nog iets vragen wilde je hem vragen ik wilde hem vragen of hij denkt dat hij nieuwe mensen ontmoeten zal hoe bedoel je nieuwe mensen andere mensen dan wij natuurlijk ontmoet hij andere mensen ik bedoel echt andere mensen hele andere mensen een vraag ik weet het maar ik wil hem die toch nog even stellen spreekt aan ja mag ik je nog een vraag stellen toemaar denk je dat je andere mensen gaat ontmoeten bedoel je daarmee zoals ik het zeg andere mensen jezus ja jezus ja ik weet het niet ja ik denk het wel denk je dat die andere mensen hele andere mensen zijn dan wij jezus zijn het andere mensen of niet ben je boos ik denk het waarom omdat je hier vandaan gaat omdat je op zoek gaat naar iets anders omdat je denkt dat andere mensen ontmoeten beter is dan hier blijven maar 31

33 dat hier iedereen iedereen kent dat is toch ook waard en bovendien denk je nou hoe bedoel je ik bedoel dat alle mensen eender zijn en dat het niet uitmaakt bij wie je bent omdat we allemaal hetzelfde willen en uit hetzelfde materiaal bestaan bedoel je daar precies mee dat alle mensen eender zijn dus dat het niet uitmaakt bij wie je bent omdat we allemaal hetzelfde willen en uit hetzelfde materiaal bestaan ik denk dat dat niet waar is van dat eender en datzelfde materiaal het enige dat jij wil is je van ons onderscheiden 13 spreekt aan gebeurt er toch niks je trilt ik tril niet heb je honger nee je trilt helemaal maar ik heb geen honger is er dan ik neem het zo kwalijk dat ik het liefst zag dat hij vanavond nog ging s spreekt aan s s gebeurt er raakt van streek s moet ze niet doen dat is het niet waard ze mag s ja ze mag hem graag s heet graag heel erg graag spreekt aan nee je neemt het te persoonlijk het is niet persoonlijk 32

34 het gaat niet om jou ging het maar om mij maar dat gaat het niet denk je nou ik denk niet je denkt niet ik voel zou het fijn voelen wanneer ik om jou weg zou gaan fijner fijner dan fijner dan dit is dit dit is niks om te voelen ja helemaal niks s spreekt aan s s ik zou het graag ergens met je over willen hebben ja straks s s ik denk dat verliefd is op wie s op ik denk dat ze verliefd is op mij s ik denk dat ze dat ze dat niet meer is sinds wanneer s sinds haar heeft gezoend heeft hij haar gezoend s hij heeft haar gezoend en jij stond daar bij s ik stond erbij en je keek ernaar s ja ik heb er wel even naar gekeken ja en waar was ik s jij was weg o s maar je wist dit al ja ik wist het al maar was het ook alweer vergeten s je wist het al heel lang en was het ook al heel lang weer vergeten ik dacht dat het over was ik vroeg nog is het over en zij zei ja dat is over s het is nooit over gegaan tot op de dag van vandaag s ben jij mijn vriend s denk je ik twijfel daar opeens aan s ik ben je vriend wie moet ik nog geloven s geloof wie je wil 33

35 s s dan geloof ik weet je zeker dat je nog nooit in de hel bent geweest 14 spreekt aan ik weet het van jou en van wie van s het spijt me het spijt mij ook we konden er niks aan doen ik dacht dat het over was het was ook over maar het kwam weer terug spreekt aan ja ja ik hoor je wel ik weet het van wie van jullie van wie van s moet je daarom weg nee waarom moet je weg dan omdat het er niet om gaat wie we zijn maar waar we zijn en je achterlaat ja ook je achterlaat ik sta niet toe dat omvalt nee ik zie haar wankelen wees gerust en ik dat stelde niet veel voor wie denk jij wel dat je bent 34

36 niemand helemaal niemand ik denk dat gelijk heeft en dat het beter is dat je vanavond nog gaat 15 s spreekt aan s s nu weet je alles en hoef je nergens meer bang voor te zijn ik was nergens bang voor s s des te beter maar nu ben ik het wel s ben je bang voor dan voor jou s voor mij ja s gek omdat je me niet gespaard hebt s ik ben je vriend dat is om het allerbangste voor te zijn een vriend die je niet spaart omdat hij je vriend is s maar ik ben je vriend ja ja dat ben je ook een vriend om bang voor te zijn spreekt s aan s s ja waarom deed je dat s ik ben geen vriend van wie niet s van niemand je bent zijn vriend s ik ben geen vriend heb je het daarom gezegd s omdat ik niemands vriend ben 16 spreekt aan ik ga maar dat is goed ik ga slapen dat is goed ik ga wel op de bank want ik neem aan dat je me niet meer naast je in bed wil spreekt aan ik ga oké ik wil je nooit meer zien 35

37 oké en als ik je weer zie verheug je niet het zal alleen maar tegenvallen dat doet het nu al je kunt me beter niet gaan missen nee want daar heeft echt niemand aan het is goed dat je dat nog even zegt moet ik nu je zei zei ik dan je zei ik blijf bij ja ja dat doe ik maar de vraag is blijft ook bij mij 17 spreekt aan ja moet ik je iets uitleggen nee van hoe het zat nee was alleen ik zei nee was veel te veel alleen nee zei ik toch en ik vond haar mooi zei ik nou toen heb ik haar gezoend en dat vond ze fijn en toen is ze gaan hechten en als iemand eenmaal gehecht is ik ga jou heel hard op je bek slaan luister nou even dan is er niks meer aan te doen en jij ben jij ook gaan hechten ik niet ik ben niet gehecht maar ik vond haar wel heel mooi ze is ook mooi godverdomme mooi denk je dat je bij haar kunt blijven ik denk het niet dan moet ze met mij mee ik ga jou zo hard slaan ze kan hier niet alleen blijven 36

38 waarom niet heeft liefde nodig en niet zo n heel klein beetje geef je haar wel genoeg ik geef haar alles ik heb dat zou genoeg moeten zijn maar misschien heb ik niet zoveel 18 spreekt aan ik kan ook naar mijn zus gaan doe dat maar meen je dat kijk ik erbij alsof ik het niet meen maar het allerliefste ga ik met jou naar huis ik heb dat liever niet dan kunnen we erover praten ik hoef niet te praten ik hou van je ja ja dat zei ik ook tegen ik zei maar ik hou van en toen heb je hem gezoend zo ging het niet waarom heb je hem gezoend hij zoende mij en jij liet dat toe ja zoen ik jou niet vaak genoeg dat is het niet is het dan het deed me goed dat iemand je zoende het deed me gewoon goed een beetje liefdoen het was niet slecht bedoeld hoe was het dan bedoeld als iets onschuldigs geef je om hem jawel ja of nee ja om wie geef je het meest het meest geef ik om jou denk ik met denk ik neem ik geen genoegen ik weet het zeker je bent verliefd misschien een heel klein beetje 37

39 hoe denk je dat het is voor een man om een vrouw te hebben die misschien een heel klein beetje verliefd is niet zo leuk niet zo leuk maar het zal wel weer over gaan nu weggaat en als hij niet weg zou gaan ja dat weet ik niet precies en als jij het niet weet dan weet ik het wel dan kan ik je niet meer vertrouwen maar alsjeblieft niet weggaan nu niet bij me weggaan ik ga naar huis ik ga mee nee nee nee je gaat niet mee laat me hier niet alleen s s ja neem jij die doos van 19 s spreekt aan s s ik neem die doos van jou ik neem hem zelf s het is geen moeite ik neem hem mee s voorzichtig rijden het wordt koud vannacht neem een hotelletje s heb je geld s ja s genoeg ja ja s hier moet ik daarmee s neem een hotelletje met een ontbijt bedankt s s en stuur een kaart 38

40 is goed s met meisjes voor meisjes s meisjes van daar daar waar je heen gaat als jij dat wil s wil je dat doen dat wil ik wel doen s heb je mijn adres ja natuurlijk s ja natuurlijk oké s s oké zet hem op jij ook s waarmee eigenlijk met je wil s je kan niks bedenken hè nee s ik kan zelf ook niks bedenken 20 spreekt aan nie blijf nog heel even laat me niet zo zitten of neem me mee maar laat me hier alsjeblieft niet zo zitten spreekt s aan s s ja waarom moest dat nou s ja nu is alles stuk s ik ga zo ook stuk stuk stuk alles heb je stuk gemaakt met je vuile karakter s ik moet morgen vroeg op s s blijf hier s ik moet morgen vroeg op 39

41 s ik ga hout halen hebben jullie al hout o nee jullie hadden nog geen hout maar ik zou er toch wel snel mee zijn want het wordt erg koud heel erg koud de zomer is voorbij en ik denk niet dat die nog terugkomt waarom moest ik had stuk omdat jezelf niks hebt ik moet nu echt gaan 40