Ruim baan voor de burger

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ruim baan voor de burger"

Transcriptie

1 Ruim baan voor de burger datum 15 november 2007 auteur Adviescommissie verbreding kantonrechtspraak en differentiatie werkstromen

2 pagina 2 van 27 Managementsamenvatting Eind juni 2007 heeft de minister van Justitie aangekondigd te streven naar een verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter in civiele zaken. Hij denkt daarbij aan de zaken met een financieel belang tot (thans: 5.000) en aan alle zaken betreffende de consumentenkoop, ongeacht het daarmee gemoeide financiële belang. De Raad voor de rechtspraak had kort tevoren aan de Adviescommissie opdracht gegeven advies uit te brengen over twee hoofdonderwerpen: de mogelijkheid tot differentiatie van de zaakstromen voor de kantonrechter en de civiele rechter en de organisatorische gevolgen van een verbreding van het werkterrein van de kantonrechter. Het perspectief van de burger dient daarbij centraal te staan. De minister heeft aan de Tweede Kamer meegedeeld dat hij de aanbevelingen van de Adviescommissie zal betrekken bij de uitwerking van zijn voornemens. De Adviescommissie heeft gesproken met vertegenwoordigers van de belangrijkste beroeps- en belangenorganisaties op dit terrein en met enkele externe deskundigen. Zij heeft in een later stadium over haar conceptrapportage advies gevraagd aan de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en aan de landelijke vergaderingen van sectorvoorzitters kanton en civiel. De Adviescommissie stelt vast dat de behandeling van civiele zaken thans over twee sectoren van de rechtbanken is verdeeld: de sector kanton en de sector civiel. In de wet is vastgelegd dat in elke rechtbank een afzonderlijke sector kanton moet bestaan (artikel 47 van de Wet op de rechterlijke organisatie). De kantonrechter behandelt geldvorderingen met een financieel belang van of minder en daarnaast enkele belangrijke categorieën zaken ongeacht het financiële belang (waaronder arbeidszaken en huurzaken). Alle andere civiele zaken worden behandeld door de civiele rechter. Voor de zaken bij de civiele rechter is in de regel de inschakeling van een advocaat verplicht, in kantonzaken kunnen de partijen zonder advocaat procederen. Vanuit het perspectief van de burger komt de Adviescommissie tot twee hoofdlijnen. Zij adviseert tot vergroting van het aantal en de soorten zaken waarin zonder verplichte advocatenbijstand kan worden geprocedeerd. In de tweede plaats stelt zij vast dat er in toenemende mate behoefte is aan differentiatie: zaken met een klein financieel belang of een geringe mate van complexiteit moeten snel en op eenvoudige wijze kunnen worden afgehandeld, zaken die ingewikkeld zijn of waarin grote belangen op het spel staan vereisen diepgang en soms ook gespecialiseerde kennis. Concentratie en differentiatie waar nodig zijn moeilijk te verenigen met strikte handhaving van het onderscheid tussen de beide sectoren. Overigens is het verschil tussen de werkwijzen van de kantonrechter en de civiele rechter in zoverre kleiner geworden dat de civiele rechter sinds 2002 in veel meer gevallen (en relatief ook vaker dan de kantonrechter) in een vroeg stadium van de procedure een mondelinge behandeling houdt, waarin het in bijzondere mate ook aankomt op zittingsvaardigheden. De huidige bovengrens van voor de kantonzaken is naar het oordeel van de Adviescommissie veel te laag. De verplichte inschakeling van een advocaat is ook bij zaken met een groter belang niet altijd nodig en belemmert de toegang tot de rechter. Het is niet goed te bepalen waar het omslagpunt precies ligt, maar de Adviescommissie heeft voorkeur voor een grens van Daarnaast beveelt zij aan dat de kantonrechter bevoegd wordt voor de behandeling van enkele categorieën zaken ongeacht het financiële belang: de zaken betreffende de consumentenkoop, geldleningen waarop de Wet consumptief geldkrediet van toepassing is en arbeidsovereenkomsten van directeuren van naamloze en besloten vennootschappen. Burengeschillen zouden hiervoor ook geschikt zijn, maar die zijn niet eenvoudig te omgrenzen.

3 pagina 3 van 27 De wetgever zou niet moeten volstaan met de hier voorgestelde verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter. In de eerste plaats is er behoefte aan zaaksdifferentiatie. Hieronder is te verstaan: een wijze van behandeling die optimaal rekening houdt met de eisen qua snelheid van afdoening, vakinhoudelijke deskundigheid of bijzondere vaardigheden van de rechter die daarin voor bepaalde (soorten) zaken gelden. Aan deze eisen kan binnen het huidige wettelijke stelsel, ook na de verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter, vaak niet worden voldaan. Dit komt vooral door de combinatie van twee elementen van dit stelsel: de samenval van de grens tussen de zaken met of zonder verplichte advocatenbijstand met de grens tussen de sectoren kanton en civiel, en: de wettelijke eis dat er een afzonderlijke sector kanton (naast de sector civiel) bestaat. In de tweede plaats leidt de overheveling van een substantieel aantal zaken van de sectoren civiel naar de sectoren kanton in diverse opzichten tot organisatorische gevolgen van betekenis: De sectoren civiel moeten krimpen (bij een verhoging van de bevoegdheidsgrens voor de kantonrechter tot met ruim 25 procent van het aantal rechters (exclusief opleidingstaken) en ongeveer 50 procent van het aantal gerechtsambtenaren dat civiele bodemzaken behandelt). Een substantieel deel van de zaken die bij uitstek geschikt zijn voor het opleiden van rechters verdwijnt uit de sectoren civiel, zodat opleidingstaken mede en bij vrijwel alle rechtbanken voor het eerst bij de sectoren kanton moeten worden ondergebracht, hetgeen tot een uitstroom van ervaren opleiders uit de sectoren civiel zal leiden. Met deze opleidingstaak is ongeveer 10 à 15 procent van de inzet van (senior) rechters gemoeid. Dit betekent dat bij de voorgestelde competentiegrensverhoging 35 à 40 procent van de rechters die bij de sector civiel handelszaken behandelen naar de sector kanton moeten worden overgeplaatst. Het grote voordeel van de kantonrechtspraak (een vlotte behandeling door ervaren rechters) komt onder druk te staan door de instroom van een segment zwaardere zaken én door de opleidingstaken. Dit brengt de Adviescommissie tot het voorstel enigermate buiten haar opdracht om artikel 47 RO te schrappen. Daardoor krijgen de rechtbankbesturen meer mogelijkheden om, niet gehinderd door wettelijk voorgeschreven sectorgrenzen, onderscheid te maken tussen zaakstroomsoorten, met inachtneming van de bijzondere eisen die voor de diverse categorieën zaken gelden. De besturen blijven overigens ten volle de mogelijkheid houden een afzonderlijke sector kanton in stand te laten, zoals er nu ook rechtbanken zijn met een sector familie- en jeugdrecht. De schrapping van artikel 47 RO doet uiteraard geen afbreuk aan de wettelijk vastgelegde taakgarantie voor de kantonrechters die vóór 1 januari 2002 al in deze functie werkzaam waren. Voor het geval dat deze voorkeursvariant (bevoegdheid van de kantonrechter in civiele zaken met een financieel belang van of minder, met gelijktijdige schrapping van artikel 47 RO) niet binnen een termijn van twee of drie jaar verwezenlijkt kan worden, beveelt de Adviescommissie voor de korte termijn een beperkte verhoging van de bevoegdheidsgrens aan, namelijk tot De organisatorische gevolgen daarvan zijn beperkter. Ook dan echter bepleit de Adviescommissie dat tegelijkertijd de voorbereiding van de uitvoering van de voorkeursvariant ter hand wordt genomen. Bij deze beperkte maatregel zijn de voorwaarden voor zaakstroomdifferentiatie onvoldoende, terwijl een verdere vergroting van de categorie zaken zonder verplichte inschakeling van een advocaat juist gewenst is. Een nadeel is wel dat dan binnen vrij korte tijd tweemaal een wetswijziging nodig is. Overigens zullen in beide varianten voorwaarden moeten worden geformuleerd om te waarborgen dat de huidige doelmatige werkwijze van de sectoren kanton behouden blijft. De Adviescommissie doet daarvoor enkele suggesties en adviseert de instelling van een vervolgcommissie die deze randvoorwaarden nader definieert, zo nodig afgestemd op schaalgrootte (kleine, middelgrote en grote rechtbank).

4 pagina 4 van 27 De Adviescommissie komt verder tot de aanbeveling om ook in de kantonrechtspraak meervoudige behandeling mogelijk te maken. Hiervan kan gebruikgemaakt worden in een klein aantal zeer complexe of principiële gevallen.

5 pagina 5 van 27 Inhoudsopgave 1 Inleiding Voorgeschiedenis Opdracht Uitgangspunten van de Adviescommissie Werkwijze Leeswijzer 8 2 Enkele kenmerken van het huidige stelsel Kantonrechter Civiele rechter Schematische weergave 12 3 Perspectief burger 13 4 Relevante ontwikkelingen 15 5 Organisatie Huidige situatie Werklastgevolgen Overige organisatorische consequenties 18 6 Conclusies en aanbevelingen 20 BIJLAGE 1: Opdracht aan de Adviescommissie van 16 mei BIJLAGE 2: Samenstelling Adviescommissie 25 BIJLAGE 3: Deelnemende organisaties klankbordbijeenkomst 26 BIJLAGE 4: Literatuurlijst 27

6 De rechtspraak pagina 6 van 27 1 Inleiding 1.1 Voorgeschiedenis Op 1 januari 2002 heeft een ingrijpende herziening van de rechterlijke organisatie en van het civiele procesrecht plaatsgevonden. Sinds deze datum vormen de vroegere kantongerechten binnen een arrondissement één sector, die deel uitmaakt van de rechtbank. Vooruitlopend op deze wijzigingen hebben de rechtbankpresidenten en vertegenwoordigers van de toenmalige kantongerechten het zogeheten Convenant van Zeist opgesteld. 1 Dit convenant heeft de weg geëffend tot een consensus binnen de rechterlijke macht die nodig was voor een effectieve invoering van de nieuwe organisatorische structuur. Het convenant bevat afspraken over de positionering van de sectoren kanton binnen de rechtbanken, en daarmee over hun werkwijze, het schaalniveau van de kantonrechter, enzovoorts. Ook is op 1 januari 2002 een vereenvoudigd procesrecht voor dagvaardingsprocedures bij de kantonrechter en de civiele rechter in werking getreden. 2 In de uniforme procesregelingen voor de sectoren kanton en civiel is nadere uitwerking gegeven aan het procesrecht. De commissie Evaluatie modernisering rechterlijke organisatie, beter bekend als de commissie Deetman, heeft de nieuwe organisatiestructuur vijf jaar na de inwerkingtreding geëvalueerd. 3 In haar rapport Rechtspraak is kwaliteit heeft de commissie Deetman ook uitvoerig aandacht besteed aan de integratie van de kantongerechten in de rechtbanken. De commissie oordeelt dat de essentie van de kantonrechtspraak is dat deze snel, op hoog niveau en enkelvoudig plaatsvindt. De commissie Deetman is voorstander van een uitbreiding van de kantonrechtspraak en heeft de aanbeveling gedaan dat alle zaken op het terrein van de consumentenkoop worden afgehandeld door de kantonrechter en dat de competentiegrens van de kantonrechter in dit verband wordt verhoogd tot Complexe zaken die veel rechterlijke aandacht en tijd vereisen zijn echter minder geschikt om via de werkwijze van de kantonrechter af te doen. Deze zaken dienen volgens de commissie Deetman door de civiele rechter te worden afgehandeld. Door de verruiming van zijn competentie zal de kantonrechter echter vaker met complexe zaken worden geconfronteerd waarvoor de civiele rechter beter is toegerust. De verruiming van de competentie moet dan ook in samenhang worden gezien met de differentiatie van zaakstromen tussen de kantonrechter en de civiele rechter. De aanbevelingen van de commissie Deetman staan niet op zichzelf. In het (recente) verleden hebben onder andere de commissie Herijking omvang verplichte procesvertegenwoordiging 4, de commissie Verbetervoorstellen Civiel 5, de werkgroep Bestuurlijke Onderbrenging Kanton 6 en de commissie Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht 7 voorstellen over de differentiatie van zaakstromen en/of de verruiming van de competentie van de kantonrechter gedaan. Ook binnen het ministerie van Justitie leeft al langere tijd de gedachte de competentiegrens van de kantonrechtspraak te verhogen. Op verzoek van het ministerie van Justitie heeft de Raad voor de rechtspraak in samenspraak 1 Gepubliceerd in Trema 1999, pp. 239 e.v. 2 In dit rapport wordt onder de kantonrechter verstaan de rechter in de sector kanton en onder de civiele rechter de rechter in de sector civiel. 3 Commissie Evaluatie modernisering rechterlijke organisatie, 2006: pp. 30 e.v. 4 Commissie herijking omvang verplichte procesvertegenwoordiging, 1997: p Commissie verbetervoorstellen civiel, 2004: p Werkgroep bestuurlijke onderbrenging kanton, 2006: pp. 11 e.v. Een verkorte versie van dit rapport is gepubliceerd in Trema 2006, pp. 141 e.v. 7 Commissie fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht, 2006: pp. 95 e.v.

7 pagina 7 van 27 met de gerechten in zijn advies van 27 april 2005 de gevolgen van een verhoging van de competentiegrens tot respectievelijk in kaart gebracht. 1.2 Opdracht De Raad voor de rechtspraak heeft de adviescommissie Verbreding kantonrechtspraak en differentiatie werkstromen (de Adviescommissie ) opdracht gegeven een advies op te stellen over de differentiatie van zaakstromen, de verbreding van het werkterrein van de kantonrechtspraak en de praktische uitwerking daarvan voor de kantonrechtspraak en de civiele rechtspraak. 8 Dit advies moet voorstellen bevatten over (i) de wijze waarop invulling gegeven kan worden aan de differentiatie van zaakstromen, (ii) de invulling van de competenties van de kantonrechter en de civiele rechter (waarbij zowel aandacht wordt besteed aan de hoogte van de competentiegrens als de verdeling van aardzaken), en (iii) de wijze waarop de Rechtspraak organisatorische uitwerking kan geven aan een verbreding van de kantonrechtspraak. De volledige tekst van de opdracht is als bijlage 1 bij dit rapport opgenomen. Kort nadat de Raad voor de rechtspraak deze opdracht had gegeven, heeft de minister van Justitie in zijn brief van 27 juni 2007 aan de Tweede Kamer 9 uiteengezet welke maatregelen het kabinet wil nemen na kennisneming van het rapport van de commissie Deetman. Voor het onderwerp van de opdracht aan de Adviescommissie zijn twee voornemens van de minister van belang: voor geldvorderingen wil hij een verhoging tot een bedrag van tot stand brengen en hij heeft daarnaast het voornemen om alle zaken met betrekking tot de consumentenkoop (dus van roerende zaken) onder de bevoegdheid van de kantonrechter te brengen. Bij de verdere uitwerking van dit voornemen in een conceptwetsvoorstel zullen, zo heeft de minister aangekondigd, de aanbevelingen van de Adviescommissie betrokken worden. 1.3 Uitgangspunten van de Adviescommissie Bij het uitvoeren van deze opdracht neemt de Adviescommissie de volgende uitgangspunten in acht: Het perspectief en de belangen van rechtzoekenden dienen centraal te staan bij de uitvoering van de opdracht. De organisatie van de rechtspraak moet zo zijn ingericht dat deze belangen optimaal gediend kunnen worden. De Adviescommissie neemt het geldende procesrecht tot uitgangspunt. Met voorgenomen wijzigingen zoals de uniformering van de procesinleiding, de mogelijke introductie van een betalingsbevelprocedure en een eenvoudige procedure voor kleine geldvorderingen is geen rekening gehouden. De opdracht van de Adviescommissie heeft geen betrekking op de vraag of artikel 47 van de Wet op de rechterlijke organisatie ( RO ) al of niet behouden moet blijven. 8 Zie bijlage 2 voor de samenstelling van de Adviescommissie. 9 Kamerstukken II 2006/07, , nr. 55.

8 pagina 8 van 27 De Adviescommissie treedt niet in de vraag of het procesmonopolie van de advocatuur behouden moet blijven. Uit de opdracht kan uiteraard wel voortvloeien dat het domein van dit monopolie feitelijk kleiner wordt. Het rapport is beperkt tot het civiele, zogenoemde handelsrecht. Het gaat hier dus niet om strafzaken of zaken op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (de Wet Mulder ). Buiten beschouwing blijft ook het civiele kort geding, dat zowel in de sector civiel als in de sector kanton een plaats heeft. Het civiele familierecht en het insolventierecht zijn eveneens buiten de analyse en de aanbevelingen gelaten, hoewel het advies hier geringe gevolgen kan hebben. Er geldt geen financiële taakstelling. Anders gezegd: de voor te stellen veranderingen kunnen afgezien mogelijk van eenmalige kosten van de eventuele reorganisatie zelf budgettair neutraal uitwerken. Dit betekent onder meer dat bij een verschuiving van zaken van de sector civiel naar de sector kanton de productgroepprijzen in beide sectoren moeten worden aangepast. De Adviescommissie heeft de opdracht gekregen voorstellen te doen die in beginsel binnen een termijn van drie jaar na totstandkoming van het advies gerealiseerd kunnen worden. 1.4 Werkwijze De Adviescommissie is op 6 juni 2007 met haar werkzaamheden begonnen. Zij heeft op 19 september 2007 de hoofdonderwerpen van haar opdracht besproken in een klankbordbijeenkomst waarin de belangrijkste beroeps- en belangenorganisaties vertegenwoordigd waren. De organisaties waarvan een afvaardiging deze klankbordbijeenkomst heeft bijgewoond, zijn opgenomen in bijlage 3. Uit deze klankbordbijeenkomst rees het beeld dat een verhoging van de competentiegrens naar op weinig praktische bezwaren bij de betrokken organisaties stuit en dat in veel zaken de rechtsbijstand van niet-advocaten zoals juristen van rechtsbijstandverzekeraars en vakbonden van een hoog niveau is. De Adviescommissie heeft op 21 september 2007 een conceptversie van het rapport besproken met twee externe adviseurs, prof. mr. J.M. Barendrecht en mr. A.F.M. Brenninkmeijer. Ook het hoofdbestuur van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (de NVvR ), het Landelijk Overleg Kantonsectorvoorzitters (het LOK ) en het Landelijk Overleg Voorzitters Sectoren Civiel (het LOVC ) zijn op 16 oktober 2007 geconsulteerd over de hoofdlijnen van het rapport. Het LOK wijst in zijn reactie op het karakter en de kracht van de kantonrechtspraak en bepleit het behoud daarvan. In aansluiting hierop heeft de NVvR de suggestie gedaan randvoorwaarden te formuleren. Het LOVC heeft zijn zorgen geuit over de organisatorische omvang van de sectoren civiel na een verhoging van de competentiegrens en beklemtoont dat gerechten meer ruimte moeten krijgen om de organisatie aan te passen dan de huidige wetgeving hun nu biedt. Al deze aanbevelingen heeft de Adviescommissie in haar rapport verwerkt. 1.5 Leeswijzer Dit rapport kent de volgende opbouw. Hoofdstuk 2 bevat een korte schets van het huidige wettelijke stelsel. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de betekenis van het perspectief van de rechtzoekende voor de zaakstroomdifferentiatie en de competentieverdeling tussen de civiele rechter en de kantonrechter.

9 pagina 9 van 27 Recente ontwikkelingen die van invloed zijn op de zaakstroomdifferentiatie en de competentieverdeling komen aan de orde in hoofdstuk 4. De organisatorische consequenties van de competentieverruiming worden in hoofdstuk 5. Dit rapport sluit af met conclusies en aanbevelingen van de Adviescommissie (hoofdstuk 6).

10 pagina 10 van 27 2 Enkele kenmerken van het huidige stelsel In het thans geldende wettelijke stelsel dient binnen elke rechtbank een sector kanton te bestaan (artikel 47 RO). Deze sector is de enige sector die de wet met name noemt. 10 Alle rechtbanken hebben ook, binnen de ruimte die de wet op dit punt biedt, een sector civiel (ook wel handel genoemd), waarin in veel gevallen ook de civiele familie- en jeugdzaken worden behandeld; sommige rechtbanken kennen een afzonderlijke sector familie- en jeugdrecht. In de meeste rechtbanken bestaat in de praktijk een strikte scheiding tussen de sectoren kanton en civiel. Zo zijn rechters en gerechtsambtenaren in de ene of in de andere sector werkzaam en hebben deze sectoren in de regel eigen taakstellingen en vaak ook een eigen (deel)budget. 2.1 Kantonrechter De competentie van de kantonrechter is geregeld in artikel 93 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ( Rv ). Hij is bevoegd in de volgende zaakscategorieën: vorderingen met een beloop van ten hoogste 5.000; zaken met een onbepaalde waarde, indien er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan 5.000; arbeidsovereenkomst; collectieve arbeidsovereenkomst; VUT-overeenkomst; agentuurovereenkomst; huurovereenkomst; huurkoopovereenkomst; en andere zaken ten aanzien waarvan de wet dit bepaalt (waaronder zaken op het gebied van het erfrecht, het appartementenrecht en pacht- en Handelsnaamwetzaken). 11 Dit betreft soms dagvaardingszaken en soms zaken die met een verzoekschrift worden ingeleid. Tevens kunnen partijen in alle zaken die slechts rechtsgevolgen betreffen die ter vrije bepaling van hen staan, zich samen tot een kantonrechter van hun keuze wenden en zijn beslissing inroepen (de zogenaamde kantonrechtersarbitrage) (artikel 96 Rv). Bij de kantonrechter kan in persoon (artikel 79 lid 1 Rv) of met een procesvertegenwoordiger (artikel 80 lid 1 Rv) worden geprocedeerd. Uit een recent onderzoek van Van Velthoven blijkt dat eisers zich in bijna alle dagvaardingszaken laten vertegenwoordigen, veelal door gerechtsdeurwaarders, terwijl 10 Achtergrond hiervan was de wens om de werkwijze van de vroegere kantongerechten na de onderbrenging in de (veel grotere) rechtbanken niet verloren te laten gaan. Het betrof dus een waarborg voor het behoud van de snelle werkstroom bij kantonzaken. 11 Daarnaast is de kantonrechter ook nog bevoegd op het terrein van bepaalde familierechtelijke zaken, strafrechtelijke overtredingen en Mulderzaken. Deze zaken worden gezien de in paragraaf 1.3 gestelde beperking buiten beschouwing gelaten.

11 pagina 11 van 27 gedaagden in een vijfde deel van de zaken worden bijgestaan. Arbeids- en huurzaken zijn uitzonderingen hierop, omdat in het grootste deel van deze zaken de verweerders respectievelijk gedaagden gebruikmaken van rechtshulpverlening. 12 Kantonzaken worden enkelvoudig afgedaan. Op grond van artikel 98 Rv kan de kantonrechter in een zeer beperkt aantal gevallen de zaak doorverwijzen naar een meervoudige kamer bij de sector civiel als hij van oordeel is dat de zaak zich niet leent voor unusrechtspraak. In de praktijk wordt zelden gebruikgemaakt van deze verwijzingsmogelijkheid. In de sectoren kanton wordt gemiddeld in 22 procent van de contradictoire handelszaken gecompareerd. 13 In handelszaken verloopt de procedure veelal schriftelijk. De kantonrechter houdt wel rolzittingen waarop procespartijen in persoon kunnen verschijnen, maar die worden in de praktijk veelal niet gebruikt voor de inhoudelijke behandeling van de zaak. In 2006 duurde de gemiddelde doorlooptijd van een handelszaak of arbeidszaak op tegenspraak bij de sector kanton 80 dagen en bedroeg de mediaan 28 dagen. Over handelszaken zonder verweer werd in dat jaar gemiddeld 8 dagen gedaan Civiele rechter Uit het systeem van de wet volgt dat de civiele rechter bevoegd is in alle civiele zaken die niet tot de competentie van de kantonrechter behoren. In beginsel worden zaken door een enkelvoudige kamer behandeld (artikel 15 lid 1 Rv). Indien een zaak ongeschikt is voor de behandeling door één rechterwordt zij verwezen naar een meervoudige kamer van drie rechters (artikel 15 lid 2 Rv). Voor civiele zaken geldt een verplichte procesvertegenwoordiging door een procureur. De Eerste Kamer heeft een wetsvoorstel in behandeling dat de afschaffing van het verplichte procuraat regelt. Dit wetsvoorstel zal vermoedelijk op 1 september 2008 in werking treden. Daarna is nog alleen vertegenwoordiging door een advocaat vereist. Het verloop van de gewone civiele procedure is in het laatste decennium sterk van karakter veranderd. De hoofdstroom in meer dan 80 procent van de zaken op tegenspraak, met inbegrip van feitelijk of juridisch complexe zaken volgt het model dagvaarding conclusie van antwoord mondelinge behandeling door een alleensprekende rechter, en dit alles binnen relatief korte perioden. In het verleden lag de nadruk in de procedure bij de civiele rechter daarentegen op de stukkenwisseling, die daardoor in de praktijk veel langer duurde. Gemiddeld duurde een civiele handelszaak met verweer in dagen en de mediaan bedroeg 280 dagen. Over een verstekzaak werd gemiddeld 35 dagen gedaan Van Velthoven, 2006: p Zie voor een nadere uitwerking Raad voor de rechtspraak, 2007: p De Rechtspraak, 2007: p De Rechtspraak, 2007: p. 88.

12 pagina 12 van Schematische weergave De huidige competentieverdeling is in onderstaande tabel schematisch en zonder nuancering weergegeven, waarin de competenties van de kantonrechter versus de civiele rechter en enkele bepalende kenmerken van de respectieve procedures met elkaar vergeleken worden. Kantonrechter Competentie - alle arbeid (exclusief statutair directeur) - alle huur - alle huurkoop - alle pacht - diverse andere categorieën - alle geldvorderingen = Kenmerken procedure - geen verplichte procesvertegenwoordiging - deels eigen procesrecht en eigen procesreglement 16 - altijd unusrechtspraak door ervaren vice-president Civiele rechter A B C D - alle geldvorderingen > verplichte procesvertegenwoordiging - alle vorderingen van onbepaalde waarde (behoudens enkele uitzonderingen) (buiten aardzaken) - deels eigen procesrecht en eigen - alle andere vorderingen die niet bij de procesreglement kantonrechter thuishoren - meestal enkelvoudige behandeling, soms meervoudige behandeling (met relatief veel (onervaren) rechters) Tabel 1: overzicht huidige competentieverdeling kantonrechter / civiele rechter De opdracht van de Adviescommissie betreft in het bijzonder (de heroverweging van) de grens tussen de kwadranten A en C in deze tabel. 16 Op grond van artikel 101 Rv is de kantonrechter van de woonplaats van de consument relatief bevoegd.

13 pagina 13 van 27 3 Perspectief burger Bij de uitvoering van de opdracht dienen het perspectief en de belangen van rechtzoekenden centraal te staan. Dit leidende perspectief stelt vier eisen aan de rechtspleging: In de eerste plaats moeten de totale kosten voor het voeren van een procedure niet te hoog zijn. Onderzoek wijst uit dat de kosten voor rechtshulp een belangrijke factor zijn voor de toegang tot de rechter. De kosten voor (verplichte) rechtshulp in zaken met een beperkte complexiteit of een klein belang wegen relatief zwaar en vormen daarmee een grote barrière in de toegang tot de rechter. Zaken met een (in dit opzicht) relatief klein belang moeten daarom zonder advocaat kunnen worden gevoerd. In zaken waarin grote belangen spelen en gecompliceerde rechtsvragen (en/of processuele complicaties) aan de orde zijn, kan verplichte inschakeling van een advocaat juist wel nodig zijn voor een kwalitatief hoogwaardige rechtspleging. Het is niet goed te bepalen waar het omslagpunt ligt, maar de huidige grens ( voor geldvorderingen) is zeker veel te laag. Dit is de Adviescommissie ook gebleken in een gesprek met externe organisaties, onder wie enkele vertegenwoordigers van de advocatuur. Ten tweede moet een procedure binnen een korte termijn tot een einde komen. Dit geldt in het bijzonder voor zaken met een relatief klein belang of beperkte complexiteit. De rechter moet voldoende deskundigheid hebben voor de afdoening van zaken. De deskundigheid dient betrekking te hebben zowel op juridische aspecten als op de vaardigheden die nodig zijn voor een effectieve behandeling van de zaken (onder meer betreffende de bejegening van de procespartijen, met juiste aandacht voor hun posities en belangen). De procespartijen moeten vóór het aanspannen van een procedure aan de hand van ondubbelzinnige criteria kunnen vaststellen welke rechter bevoegd is. De competentieverdeling tussen de sectoren moet geen grensgeschillen opleveren. Deze perspectieven brengen de Adviescommissie tot twee hoofdlijnen: a. vergroting van het domein zaken waarin zonder verplichte advocatenbijstand kan worden geprocedeerd Dit betekent dat rechtzoekenden in meer zaken dan nu het geval is afhankelijk van onder meer het belang en de complexiteit van de zaak en van hun eigen expertise zelf kunnen bepalen of zij kiezen voor rechtshulp, en zo ja, voor welke vorm. Aan de zojuist beschreven eisen voldoen in elk geval, om onderling nog enigszins uiteenlopende redenen, de consumentenkoopzaken (met betrekking tot roerende zaken), zaken op grond van de Wet consumptief krediet 17 en arbeidszaken betreffende statutaire directeuren van naamloze en besloten vennootschappen. Er zijn goede argumenten om ook burengeschillen onder deze categorie te laten vallen, maar de Adviescommissie kiest hiervoor uiteindelijk niet. In dergelijke geschillen spelen vaak verschillende kwesties van verschillende aard en juridische complexiteit. In het bestek van dit advies ziet de commissie geen mogelijkheid een helder criterium te formuleren. Nader onderzoek naar de mogelijkheden om (onderdelen van) het burenrecht onder het bereik van de kantonrechtspraak te brengen is gewenst. 17 Zonder verdere uitbreidingen inzake financiële dienstverlening of leaseachtige constructies.

14 pagina 14 van 27 Aan de hand van het criterium dat in feitelijk en juridisch complexe en bewerkelijke zaken bijstand door een advocaat verplicht zou moeten zijn, bestaan er redenen deze eis in agentuurzaken te stellen. In het perspectief dat de Adviescommissie in dit rapport ontwikkelt én omdat het om een relatief gering aantal zaken gaat, is er voor dit moment onvoldoende reden om voor deze categorie een ander regime voor te stellen. b. behoefte aan differentiatie, in twee opzichten Bij zaken met een gering belang of beperkte complexiteit ligt het zwaartepunt bij de behoefte aan snelle afhandeling. Bij zaken die ingewikkeld zijn en waarin grote belangen op het spel staan, ligt de nadruk juist op behoefte aan diepgang bij de behandeling en afdoening. Dit betekent dat binnen een rechtbank concentratie is vereist van bepaalde zaken waarvoor afhankelijk van de wijze van afdoening in meerdere of mindere mate gespecialiseerde kennis is vereist. In de huidige constellatie bepaalt slechts de hoogte van de vordering of: in een beperkt aantal zaken, de aard daarvan in belangrijke mate de wijze waarop behandeling en afdoening zullen plaatsvinden. Concentratie en differentiatie, waar nodig, zijn moeilijk te verenigen met strikte handhaving van het onderscheid tussen de twee sectoren. De in beide opzichten gewenste differentiatie kan daar immers dwars doorheen lopen.

15 pagina 15 van 27 4 Relevante ontwikkelingen De volgende ontwikkelingen zijn van invloed op de uitvoering van de opdracht van de Adviescommissie: In de civiele rechtspraak zijn de laatste jaren veranderingen opgetreden. De belangrijkste daarvan is, zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht, de verschuiving van een schriftelijke behandeling naar een mondelinge behandeling. Zoals vermeld, wordt tegenwoordig in de overgrote meerderheid van de zaken voor de civiele rechter in overeenstemming met het systeem van de wet en van de landelijk geldende procesreglementen, kort na de dagvaarding en de conclusie van antwoord een zitting voor een mondelinge behandeling gehouden. Alle civiele rechters moeten dus beschikken over de vaardigheid om, in allerlei soorten zaken, effectief te communiceren met de raadslieden én met de procespartijen zelf. Uit diverse onderzoeken blijkt dat procesdeelnemers in het algemeen behoefte hebben aan een actieve dus niet lijdelijk afwachtende rechter. 18 Voor zover van kantonrechters al bijzondere communicatieve vaardigheden werden verlangd die verder gaan dan die waarover civiele rechters moeten beschikken, zijn de verschillen zeker kleiner geworden. De laatste jaren is het aanbod van rechtshulpverleners buiten de traditionele advocatuur aanzienlijk vergroot. Zo is het aantal particuliere rechtsbijstandverzekeringen sterk gegroeid en is het pakket rechtshulp bij bijvoorbeeld vakbonden verbreed. Verzekeraars en vakorganisaties hebben in toenemende mate ook advocaten in (loon)dienst. Zij hebben te kennen gegeven hun aanbod te zullen aanpassen aan de mogelijkheden die nieuwe wetgeving hun biedt. Bij verschillende rechtbanken is de scheiding tussen de sectoren civiel en kanton minder scherp geworden. Zo zal de rechtbank Roermond de administraties van de beide sectoren samenvoegen. Bij de sector civiel van de rechtbank Rotterdam loopt een experiment waarin kantonrechters met hun eigen werkwijze zaken uit de sector civiel (met een belang van maximaal ) behandelen met inachtneming van het daarvoor geldende procesrecht en de procesreglementen. Ook komt het bij verschillende rechtbanken voor dat kantonrechters zaken bij de sector civiel behandelen of vice versa, omdat de expertise van een bepaald rechtsgebied (bijvoorbeeld arbeids- of IE-recht) onvoldoende aanwezig is binnen de sector waarin de zaken (moeten) worden aangebracht. In de rechtbank Amsterdam werken rechters uit beide sectoren samen in een team dat is belast met de afdoening van effectenleasezaken. En bij diverse kleinere rechtbanken is het sectorvoorzitterschap van de sectoren kanton en civiel in één persoon verenigd of staat dit te gebeuren. Na de herziening van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in 2002 staan enkele vereenvoudigingen van het procesrecht op stapel. In dit verband kunnen worden genoemd de eenvoudige procedure voor kleine geldvorderingen zaken, de uniformering en deformalisering van de procesinleiding en de afschaffing van het verplichte procuraat. De afgelopen jaren zijn de procespraktijk van de kantonrechter en die van de civiele rechter dus naar elkaar toegegroeid. Daarnaast is de organisatorische grens tussen de sectoren kanton en civiel vervaagd. Beide ontwikkelingen lijken de komende jaren door te zetten. Zij leiden tot een verdere integratie. 18 Zie o.a. Ippel en Heeger-Hertter (2006).

16 pagina 16 van 27 5 Organisatie 5.1 Huidige situatie In 2006 telden de sectoren kanton samen gemiddeld 230 fte kantonrechters en 920 fte juridische en administratieve medewerkers. 19 Zoals is vastgelegd in het Convenant van Zeist, hebben alle kantonrechters de rang van vice-president. Het gebruikelijke roulatiebeleid bij de rechtbanken geldt niet voor kantonrechters die vóór 1 januari 2002 al in functie waren. De sectoren kanton fungeren niet als opleidingssector voor raio s en rio s. Bijna alle kantonrechters hebben, binnen of buiten de rechtspraak, als rechter of advocaat ruime ervaring met de civiele procespraktijk. De meeste rechtbanken betrekken hun kantonrechters voornamelijk onder ervaren rechters en vice-presidenten. De drie grote rechtbanken werven nieuwe kantonrechters in belangrijke mate onder ervaren advocaten. De sectoren civiel hadden in 2006 in totaal een gemiddelde bezetting van 461 fte rechters en fte juridische en administratieve medewerkers. 20 Deze cijfers brengen de personeelsinzet voor alle civiele zaken, dus ook familie- en insolventiezaken, tot uitdrukking. Het is niet mogelijk op basis van het beschikbare materiaal een betrouwbaar onderscheid te maken tussen de inzet voor handelsrechtzaken en die op de andere deelterreinen van het civiele recht. Binnen de sectoren civiel heeft minder dan de helft van de rechters de rang van vice-president. Afgezien van de gevolgen van een eventuele verhoging van de competentiegrens voor de personeelsopbouw, zal het aandeel vice-presidenten ( senior rechters ) bij de sectoren civiel in de komende jaren naar verwachting toenemen als gevolg van het beleid om meer vakinhoudelijke promotiefuncties beschikbaar te stellen. Een groei tot meer dan de helft is echter niet te verwachten, terwijl ook van belang is op te merken dat in de sectoren civiel altijd (ook) een ruim aantal onervaren rechters werkzaam is. De sector civiel heeft een belangrijke functie als opleidingssector. De Adviescommissie acht het realistisch om uit te gaan van de vuistregel dat een opleider van raio s en bezoldigde rio s samen met deze op te leiden personen gemiddeld een even grote productie realiseert als een ervaren rechter zonder opleidingstaken. Bij deze veronderstelling zijn de nettolasten van de opleiding dus gelijk aan de salariskosten van de op te leiden personen. 5.2 Werklastgevolgen De Adviescommissie heeft de opdracht gekregen de organisatorische gevolgen van de verruiming van de competentie van de kantonrechter in kaart te brengen. Om enig beeld te krijgen van de effecten, en de vereiste maatregelen, heeft de Adviescommissie de werklastgevolgen van een competentiegrensverhoging naar becijferd. Zij heeft slechts in zeer beperkte mate gebruik kunnen maken van centraal of lokaal beschikbaar hard cijfermateriaal. De Adviescommissie heeft allereerst een berekening gemaakt van het zaaksvolume dat gemoeid is met deze overgang. Vervolgens schat zij het gewicht van de zaken in deze categorie. Bij deze voorgestelde verruiming van de competentie van de kantonrechter verschuiven zowel verstekzaken als zaken op tegenspraak van de civiele rechter naar de kantonrechter. Dit betreft 19 De Rechtspraak, 2007: p De Rechtspraak, 2007: p. 32.

17 pagina 17 van 27 bodemzaken die met een dagvaarding worden ingeleid. Ook de korte gedingen kunnen verschuiven, zij het dat daarvoor bij de huidige wetgeving, die de Adviescommissie als een gegeven beschouwt over de hele linie de bevoegdheid van de voorzieningenrechter in de sector civiel zal blijven bestaan. Pure geldvorderingen in kort geding met een belang tussen en zijn niet erg talrijk. Bovendien blijft de weg naar de voorzieningenrechter in de sector civiel open. Onderstaande tabel geeft de instroom van het aantal handelszaken 21 in de civiele sectoren uit 2006 weer en laat in het bijzonder zien hoeveel van deze zaken een belang hebben tussen en Van het totale pakket zaken dat overgaat, wordt ongeveer 58 procent bij verstek afgedaan, 32 procent op tegenspraak en 10 procent op andere wijze. Alle dagvaardingszaken handel civiele rechter Verstek (77 %) 22 Tegenspraak (37 %) Royementen, intrekkingen en (37 %) doorhalingen Totaal (53 %) Tabel 2: aantal dagvaardingszaken handel sector civiel 2006 De gemiddelde tijd die gemoeid is met de behandeling van zaken van een belang tussen en laat zich op basis van de beschikbare gegevens niet goed berekenen. De Adviescommissie zal daarom moeten volstaan met een schatting, waarbij zij van de volgende veronderstellingen uitgaat: in geldvorderingen met een kleiner belang wordt vaker dan bij andere zaken bij de civiele rechter een comparitie na antwoord gehouden; daarin zal vaker dan gemiddeld een (snelle) schikking kunnen worden bereikt, zodat de rechterstijd nodig voor deze categorie lager ligt dan het gemiddelde voor alle zaken bij de civiele rechter; naarmate het financiële belang toeneemt, wordt het lonender om zwaar in te zetten, zowel voor de eiser als voor de gedaagde, hetgeen de afhandeling bewerkelijker maakt; echt bewerkelijke zaken hebben vaak een gemengd karakter (ge- of verboden, verklaringen voor recht, verwijzingen naar een schadestaat enz.) en zullen daardoor, ongeacht het werkelijke financiële belang, niet verschuiven; en in zaken met een kleiner financieel belang zal veel minder vaak worden gepleit dan in zaken met een grote belang. Daarnaast is het nog de vraag of de afschaffing van de verplichte advocatenbijstand in zaken met een financieel belang tussen en voor de desbetreffende zaken een werklastvermindering of -vermeerdering meebrengt. Hier zijn twee effecten mogelijk. Werklastvermindering kan op treden als zaken minder juridisch worden gepresenteerd en daardoor eenvoudiger en sneller vatbaar worden voor een schikking of eindvonnis. Werklastvermeerdering kan het gevolg zijn als zaken onvoldoende juridisch of juist omslachtiger worden gepresenteerd en daardoor meer rechterlijke tijd vragen. Naar de taxatie van de Adviescommissie wegen deze veranderingen in algemene zin tegen elkaar op. 21 Lamiciecategorieën 102, 103, 105 en Percentage van het totale aantal dagvaardingszaken, handel.

18 pagina 18 van 27 Op basis van bovenstaande veronderstellingen schat de Adviescommissie dat zaken met een financieel belang tussen en gemiddeld de helft van de gemiddelde rechterstijd voor álle civiele zaken zullen vragen, en zaken met een financieel belang tussen en gemiddeld 75 procent van die gemiddelde rechterstijd. Omdat ongeveer 2/3 van deze zaken in dit lagere segment valt en 1/3 in het hogere segment, kan worden aangenomen dat de werklast van de gemiddelde zaak die verschuift, ongeveer 60 procent is van de algemene gemiddelde werklast van de sector civiel. Dit zou een verschuiving voor de contradictoire bodemzaken van (0,37 (aandeel contradictoire civiele zaken tussen ) x 0,6 (geschat gewicht van deze categorie zaken =) 22 procent van de totale werklast betekenen, ofwel ruim een vijfde deel van de rechterlijke bezetting. Dit percentage drukt alleen de werkelijke productietijd uit. De tijd die gemoeid is met de opleiding van raio s en rio s blijft hierbij buiten beschouwing. Als naast de verhoging van de competentiegrens ook extra aardvorderingen aan de kantonrechter worden toegewezen (consumentenkoop, cons umptief krediet en arbeidszaken statutaire directeuren), is de werkelijke verschuiving van (werklast en dus van rechters) nog wat groter. Naar verwachting zal dan ruim een kwart van de huidige bezetting civiele rechters (exclusief degenen die zich bezighouden met familiezaken, insolventies en korte gedingen) naar de sector kanton moeten overgaan. Daarnaast heeft de verhoging ook gevolgen voor de capaciteit die gemoeid is met het opleiden van raio s en rio s. In de sector civiel wordt ongeveer 10 à 15 procent van de formatie ingezet voor het opleiden van raio s en rio s. Inclusief de opleidingscomponent valt 35 à 40 procent van de formatie rechters bij de handelskamers van de sectoren civiel binnen het bereik van de zaken die overgaan bij een competentieverruiming naar Uiteraard heeft de verruiming van de competentie van de kantonrechter ook gevolgen voor de administratieve en juridische medewerkers. Aangenomen wordt dat deze werkbelasting voor de administratie in de categorie gelijk is aan die van de gemiddelde handelszaak. Dit betekent dat met deze overgang ruim de helft van de tijd die administratieve medewerkers aan deze zaken besteden gemoeid is. De berekening van de inzet van de juridische medewerkers is moeilijker te schatten omdat deze per rechtbank varieert, afhankelijk van bijvoorbeeld lokale delegatiepatronen. De Adviescommissie neemt aan dat deze inzet lager is dan 50 procent, maar kan deze niet goed kwantificeren. Het is mogelijk dat de competentiegrensverhoging een aanzuigende werking heeft. Dit houdt in dat partijen de hoogte van hun vordering naar beneden bijstellen (bijvoorbeeld van naar ) om zo de kantonrechter bevoegd te maken, waarmee advocaatkosten kunnen worden bespaard. De Adviescommissie verwacht dat dit effect beperkt is, waarbij zij zich baseert op ervaringen uit het verleden. Zo is bij de competentiegrensverhoging van f naar f geen aanzuigende werking vastgesteld Overige organisatorische consequenties De hier voorgestelde verschuiving leidt enerzijds tot een pakket met relatief veel complexe, tijdintensieve zaken voor een geringer aantal civiele rechters inclusief hun juridische en andere medewerkers, met mogelijk negatieve gevolgen voor de afwisseling die nodig kan zijn voor een evenwichtig werkpakket. 24 Voor veel rechters maakt juist de afwisseling in het zaaksaanbod het werk 23 Eshuis en Paulides, Er zijn taken van de sectoren civiel die onveranderd kunnen blijven. Dit betreft in het bijzonder de insolventie- en de kortgedingrechtspraak. Mede omdat daarvoor bijzondere kennis of ervaring nodig kan zijn,

19 pagina 19 van 27 interessant en uitdagend. Anderzijds kan deze verschuiving van de werklast leiden tot een verstoring van de geoliede machine die veel sectoren kanton zijn, omdat de kantonrechter veel meer zware zaken krijgt toebedeeld, waarop zijn werkwijze minder is afgestemd. In dat type zaken zal immers veel vaker dan nu bij de kantonrechter het geval is, een comparitie, een getuigenverhoor of een deskundigenonderzoek moeten plaatsvinden, voordat een beslissing kan worden genomen. Hoewel de Adviescommissie, in overeenstemming met haar opdracht, het belang van de intern-organisatorische gevolgen ondergeschikt acht aan het belang van de rechtzoekenden, zijn moeilijk oplosbare interne problemen niet in het belang van de procespartijen. Gezien de omvang van de herschikking van zaken tussen de sectoren kanton en civiel zijn dergelijke problemen wel te verwachten. De verschuiving van de zaken van de sector civiel naar de sector kanton heeft ook gevolgen voor de opleidingstaken, in het bijzonder voor raio s en rio s. Deze taken zullen, op zijn minst genomen voor een substantieel deel, moeten worden overgeheveld van civiel naar kanton. Veel van de huidige kantonzaken lenen zich ook goed voor opleidingsdoeleinden. De overheveling vraagt bijzondere aandacht om te voorkomen dat daardoor de efficiënte en doortastende werkwijze van kantonrechters wordt verstoord. Er treedt een complicatie op als opleidingstaken in het rechtsgebied civiel, met inbegrip van de daarvoor vereiste onderlinge afstemming, over twee sectoren worden verdeeld. hebben veel rechtbanken dergelijke taken ondergebracht in min of meer afzonderlijke eenheden, met een eigen, afgescheiden bezetting.

20 pagina 20 van 27 6 Conclusies en aanbevelingen De Adviescommissie onderschrijft de maatschappelijke wens om de competentie van de kantonrechter (anders gezegd: de grens voor de zaken waarin niet de verplichting bestaat een advocaat in te schakelen) structureel te verruimen. Hiermee zal de toegang tot de rechter verbeterd worden. Om deze wens te kunnen realiseren doet de Adviescommissie de volgende aanbevelingen. Aanbeveling 1: competentiegrens naar en schrappen 47 RO De huidige bovengrens van voor de kantonzaken is naar het oordeel van de Adviescommissie veel te laag. De verplichte inschakeling van een advocaat is ook bij zaken met een groter belang niet altijd nodig en belemmert de toegang tot de rechter. Het is niet goed te bepalen waar het omslagpunt precies ligt, maar de Adviescommissie heeft voorkeur voor een grens van De wetgever zou niet moeten volstaan met deze verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter. In de eerste plaats is er behoefte aan zaaksdifferentiatie. Hieronder is te verstaan: een wijze van behandeling die optimaal rekening houdt met de eisen qua snelheid van afdoening, vakinhoudelijke deskundigheid of bijzondere vaardigheden van de rechter die daarin voor bepaalde (soorten) zaken gelden. Aan deze eisen kan binnen het huidige wettelijke stelsel, ook na de verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter, vaak niet worden voldaan. Dit komt vooral door de combinatie van twee elementen van dit stelsel: de samenval van de grens tussen de zaken met of zonder verplichte advocatenbijstand met de grens tussen de sectoren kanton en civiel, en: de wettelijke eis dat er een afzonderlijke sector kanton (naast de sector civiel) bestaat. In de tweede plaats leidt de overheveling van een substantieel aantal zaken van de sectoren civiel naar de sectoren kanton in diverse opzichten tot organisatorische gevolgen van betekenis: De sectoren civiel moeten krimpen (bij een verhoging van de bevoegdheidsgrens voor de kantonrechter tot met ruim 25 procent van het aantal rechters dat civiele bodemzaken behandelt en ongeveer 50 procent van de gerechtsambtenaren). Een substantieel deel van de zaken die bij uitstek geschikt zijn voor het opleiden van rechters verdwijnt uit de sectoren civiel, zodat opleidingstaken mede en bij vrijwel alle rechtbanken voor het eerst bij de sectoren kanton moeten worden ondergebracht, hetgeen tot een uitstroom van opleiders, en dus ervaren rechters, uit de sectoren civiel zal leiden. Met deze opleidingstaak is ongeveer 10 à 15 procent van de inzet van (senior-) rechters gemoeid. Dit betekent dat bij de voorgestelde competentiegrensverhoging 35 à 40 procent van de rechters die bij de sector civiel handelszaken behandelen naar de sector kanton moeten worden overgeplaatst. Het grote voordeel van de kantonrechtspraak (een vlotte behandeling door ervaren rechters) komt onder druk te staan door de instroom van een segment zwaardere zaken én door de opleidingstaken. Dit brengt de Adviescommissie tot het voorstel enigermate buiten haar opdracht om artikel 47 RO te schrappen. Daardoor krijgen de rechtbankbesturen meer mogelijkheden om onderscheid te maken tussen soorten zaakstromen, met inachtneming van de bijzondere eisen die voor de diverse categorieën zaken gelden. De besturen blijven overigens ten volle de mogelijkheid houden een afzonderlijke sector kanton in stand te laten, zoals er nu ook rechtbanken zijn met een sector familie- en jeugdrecht. De schrapping van artikel 47 RO doet uiteraard geen afbreuk aan de wettelijk vastgelegde taakgarantie voor de kantonrechters die vóór 1 januari 2002 al in deze functie werkzaam waren Zie artikel IX lid 1 van de Wet organisatie en bestuur gerechten (Stb. 2001, 582).

21 pagina 21 van 27 Aanbeveling 1a: stapsgewijze verhoging competentiegrens naar en schrappen 47 RO Voor het geval dat deze voorkeursvariant (bevoegdheid van de kantonrechter in civiele zaken met een financieel belang van of minder, met gelijktijdige schrapping van artikel 47 RO) niet binnen een termijn van twee jaar kan worden verwezenlijkt, beveelt de Adviescommissie voor de korte termijn een beperkte verhoging van de bevoegdheidsgrens aan, namelijk tot De organisatorische gevolgen daarvan zijn beperkter. Ook dan echter bepleit de Adviescommissie dat de voorbereiding van de uitvoering van de voorkeursvariant ter hand wordt genomen. Naar haar oordeel heeft deze variant belangrijke nadelen. Zo zijn de voorwaarden voor zaakstroomdifferentiatie onvoldoende en blijft een verdere verhoging gewenst van de categorie zaken waarin verplichte inschakeling van een advocaat niet nodig is. Ook zal dan binnen een korte tijd tweemaal een wetswijziging nodig zijn. Aanbeveling 2: Consumentenkoop, consumptief krediet en arbeidsovereenkomsten statutaire directeuren naar kanton In beide gevallen, dus zowel in de voorkeursvariant 1 als in variant 1a, adviseert de Adviescommissie de competentie van de kantonrechter in aardzaken uit te breiden met de categorieën consumentenkoopzaken, zaken met betrekking tot consumptief krediet en arbeidszaken betreffende statutaire directeuren van naamloze en besloten vennootschappen. Ook burengeschillen zouden hiervoor geschikt zijn, maar deze zijn niet eenvoudig te omgrenzen. Aanbeveling 3: Meervoudige (kanton)rechtspraak De Adviescommissie beveelt voorts aan om over de hele linie en dus niet alleen in de in artikel 98 Rv genoemde gevallen een verwijzing door de kantonrechter (als alleensprekende rechter) naar een meervoudige kamer van kantonrechters mogelijk te maken. Dit vraagt om schrapping van de wettelijke bepaling die erop neerkomt dat kantonzaken behalve in enkele specifieke gevallen enkelvoudig worden afgedaan. Deze aanbevelingen leiden tot de volgende schematisch weergegeven competentieverdeling tussen de kantonrechter en de civiele rechter.

Raad Competentiegrensverhoging Advies

Raad Competentiegrensverhoging Advies De Directeur-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand d.t.v. mr. drs. Th. J. van Laar Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 27 april 2005 contactpersoon R.C. Hartendorp doorkiesnummer 070 361

Nadere informatie

Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling van het hoger beroep in kantonzaken

Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling van het hoger beroep in kantonzaken Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling van het hoger beroep in kantonzaken MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding In de bijlage bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 36 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling van het hoger beroep in kantonzaken Nr.

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. Algemeen

Memorie van Toelichting. Algemeen Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 3 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1793/RO Uw kenmerk: 5645121/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

Verschuiving in tal en last?

Verschuiving in tal en last? Verschuiving in tal en last? Over mogelijke verschuivingen in werklast ten gevolge van wijziging van de competentiegrens Ten behoeve van de Commissie Herijking omvang verplichte procesvertegenwoordiging

Nadere informatie

COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013

COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013 COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013 9 MEI 2013 Herengracht 551 Contactpersoon: 1017 BW Amsterdam Ellen Soerjatin T 020 530 5200 E ellen.soerjatin@steklaw.com

Nadere informatie

Invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Wet griffierechten burgerlijke zaken)

Invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Wet griffierechten burgerlijke zaken) 31 758 Invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Wet griffierechten burgerlijke zaken) Nota van wijziging Het stel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 4, tweede lid,

Nadere informatie

Toegankelijkheid van de rechtspraak of recht als privilege?

Toegankelijkheid van de rechtspraak of recht als privilege? Toegankelijkheid van de rechtspraak of recht als privilege? De verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter versus de kostendekkende griffierechten Michelle Vrolijk Haarlem, juni 2011 Toegankelijkheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 021 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet op de rechterlijke indeling, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en

Nadere informatie

Samenvatting. Het doel van de maatregel

Samenvatting. Het doel van de maatregel Samenvatting In dit onderzoeksrapport wordt verslag gedaan van de evaluatie van de competentiegrensverschuiving, in 1999, voor civiele handelszaken. Vóór 1999 werden dergelijke geschillen, indien ze een

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13959 10 juli 2012 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling

Nadere informatie

Cijfers civielrechtelijke procedures en rechtsbijstand

Cijfers civielrechtelijke procedures en rechtsbijstand Factsheet 214-2 Cijfers civielrechtelijke procedures en rechtsbijstand Instroom (buiten)gerechtelijke procedures en afgegeven toevoegingen Auteur: M. ter Voert Mei 214 Dit factsheet geeft ontwikkelingen

Nadere informatie

Uitgangspunten KEI-wetgeving

Uitgangspunten KEI-wetgeving KEI : een procesrechtelijke plons in het diepe? prof. mr. Margreet J.A.M. Ahsmann senior rechter A rechtbank Den Haag Curaçao 28 januari 2016 Uitgangspunten KEI-wetgeving Eenvoudige, uniformere basisprocedure

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

Minister van Justitie D.t.v. mr. drs. Th.J. van Laar Postbus EH Den Haag. Geachte heer Donner,

Minister van Justitie D.t.v. mr. drs. Th.J. van Laar Postbus EH Den Haag. Geachte heer Donner, Minister van Justitie D.t.v. mr. drs. Th.J. van Laar Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 7 juni 2004 contactpersoon R.C. Hartendorp doorkiesnummer 070 361 9788 e-mail R.Hartendorp@rvdr.drp.minjus.nl ons

Nadere informatie

H3 De rechtsprekende taak van de overheid

H3 De rechtsprekende taak van de overheid Inleiding recht Samenvatting Sharon Hastings 05-11-16 Samengevat uit 24Boost.nl H3 De rechtsprekende taak van de overheid 3.1 Onafhankelijkheid van rechters Een rechter wordt voor het leven benoemd(tot

Nadere informatie

.p

.p NEDERLANDSE VERENIGING V R R_ECHTSPRAAK...,.p.1111111 111111111111 1111 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Ci;) Datum juli 2014 Uw kenmerk 510914 Contactpersoon

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Op 1 juli 2011 werd de competentiegrens van de kantonrechter verhoogd van 5.000 naar 25.000. De competentiegrens is een financiële grens, die bepaalt of een civiele handelszaak wordt behandeld

Nadere informatie

Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen

Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen Memorie van Toelichting Algemeen deel 1. Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 824 Aanpassing van de wetgeving aan de herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste

Nadere informatie

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Directie Strategie en Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509

Nadere informatie

Stand van zaken wetgeving. Uitgangspunten KEI wetgeving. Wat is nodig? 4 wetten en 1 AMvB: Modernisering van de rechtspraak

Stand van zaken wetgeving. Uitgangspunten KEI wetgeving. Wat is nodig? 4 wetten en 1 AMvB: Modernisering van de rechtspraak Modernisering van de rechtspraak Programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) Prof. mr. Margreet Ahsmann Uitgangspunten KEI wetgeving Eenvoudige, uniformere basisprocedure voor zowel vorderingen als verzoeken

Nadere informatie

Reglement vorming en bezetting van kamers

Reglement vorming en bezetting van kamers Reglement vorming en bezetting van kamers Het bestuur van de rechtbank Midden-Nederland stelt ter uitvoering van artikel 4 van het Bestuursreglement van de rechtbank Midden-Nederland en in verband met

Nadere informatie

Concentratie van zaken Landelijk Parket en Functioneel Parket

Concentratie van zaken Landelijk Parket en Functioneel Parket Concentratie van zaken Landelijk Parket en Functioneel Parket Afspraken tussen het College van procureurs-generaal en Raad voor de rechtspraak over de verdeling van zaken van het Landelijk Parket en het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 316 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling van het hoger beroep in kantonzaken

Nadere informatie

De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement

De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement Advies 8 juni 2007 De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming draagt er door middel van rechtspraak en advies toe bij dat overheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 824 Aanpassing van de wetgeving aan de herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste

Nadere informatie

Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie. 31 januari /10.083/SD/Mge

Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie. 31 januari /10.083/SD/Mge mr. J.M. Lammers directeur economische zaken Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie A d r e s / A d d r e s s 'Malietoren' Bezuidenhoutseweg 12 Den Haag P o s t a d r e

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 576 Wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking

Nadere informatie

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8.

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8. Als mensen en bedrijven een conflict krijgen dat zij zelf niet kunnen oplossen, volgt soms een rechtszaak. In deze brochure leest u hoe de behandeling van de zaak verloopt. Inhoud Wat is civiel recht?

Nadere informatie

REGLEMENT 3.683.BD/BJZ PROTOCOL PROCESBESLUIT EN VERTEGENWOORDIGING IN RECHTE

REGLEMENT 3.683.BD/BJZ PROTOCOL PROCESBESLUIT EN VERTEGENWOORDIGING IN RECHTE 3.683.BD/BJZ PROTOCOL PROCESBESLUIT EN VERTEGENWOORDIGING IN RECHTE Vastgesteld bij collegebesluit van 19 juni 2007, nr. 6a. Datum bekendmaking: 27 juni 2007. Datum inwerkingtreding: 28 juni 2007. Gemeenteblad

Nadere informatie

Jaarverslag Klachtbehandeling 2017

Jaarverslag Klachtbehandeling 2017 Jaarverslag Klachtbehandeling 2017 Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. Inhoud 1. Inleiding...

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Monitor Mediation

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Monitor Mediation Samenvatting Aanleiding Mediation is een vorm van geschilbeslechting waarbij een onafhankelijke neutrale derde, de mediator, partijen begeleidt om tot een oplossing te komen van hun onderlinge conflict.

Nadere informatie

1. Afbakening van en aanvulling op GRECO rapport

1. Afbakening van en aanvulling op GRECO rapport Minister van Justitie D.t.v. Mw. Mr. E.E. Weeda Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 2 februari 2004 contactpersoon R.C. Hartendorp doorkiesnummer 070-361 9788 e-mail R.Hartendorp@rvdr.drp.minjus.nl ons

Nadere informatie

Maatregelen toekomstbestendig stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand

Maatregelen toekomstbestendig stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand en toekomstbestendig stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand Deze tabel geeft een overzicht van de maatregelen die in de brief zijn aangekondigd. Hierbij is per maatregel een realisatiedatum opgenomen, alsmede

Nadere informatie

Betreft: conceptwetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht in hoger beroep en cassatie

Betreft: conceptwetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht in hoger beroep en cassatie (7) ' 000 111111111111111111111111111111 (.0 1-.^1 21:a. Aan de Minister van Veiligheid en Justitie De heer mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Cr) LA) Den Haag, 27 juni 2014 Dossiernummer:

Nadere informatie

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris!

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Prof. mr. A.J.M. Nuytinck Published in Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 980 Uitvoering van het op 19 oktober 1996 te s-gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning,

Nadere informatie

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8.

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8. Als mensen en bedrijven een conflict krijgen dat zij zelf niet kunnen oplossen, volgt soms een rechtszaak. In deze brochure leest u hoe de behandeling van de zaak verloopt. Inhoud Wat is civiel recht?

Nadere informatie

bronnen Brochure 'Civiele procedure', Raad voor de rechtspraak, juli 2011,

bronnen Brochure 'Civiele procedure', Raad voor de rechtspraak, juli 2011, Regelingen en voorzieningen CODE 6.4.2.35 Civiele procedure brochure bronnen Brochure 'Civiele procedure', Raad voor de rechtspraak, juli 2011, www.rijksoverheid.nl In deze publicatie vindt u informatie

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van... houdende aanpassing van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria en enkele andere besluiten terzake van een aantal onderwerpen van diverse aard (Verzamelbesluit rechtsbijstand 2009)

Nadere informatie

Incassokosten volgens de WIK

Incassokosten volgens de WIK Incassokosten volgens de WIK Aanleiding WIK: In de periode tot de invoering van de WIK op 1 juli 2012 - was er ten aanzien van de hoogte en verschuldigdheid van incassokosten veel onduidelijkheid. In de

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Lagere drempels voor rechtzoekenden

Lagere drempels voor rechtzoekenden Cahier 2016-14 Lagere drempels voor rechtzoekenden Evaluatie van de Verhoging van de Competentiegrens in 2011 R.J.J. Eshuis T. Geurts Cahier De reeks Cahier omvat de rapporten van onderzoek dat door en

Nadere informatie

Aanpassing van wetten in verband met de invoering van de. van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke

Aanpassing van wetten in verband met de invoering van de. van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke 34 212 Aanpassing van wetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering

Nadere informatie

VAAN Onder professoren

VAAN Onder professoren VAAN Onder professoren Prof. mr. A.I.M. (Toon) van Mierlo 5 oktober 2017 Agenda Tweeluik 1. Kwaliteit en Innovatie (KEI) in theorie en (naaste) praktijk 2. Capita bijzonder procesrecht ontslagzaken 1.

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 Aan de minister van Justitie dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 21 januari 2010 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp Vermulderen Wet aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Jaarverslag klachtenbehandeling

Jaarverslag klachtenbehandeling Jaarverslag klachtenbehandeling datum 19 maart 2019 versie Definitief auteur I.A. de Vries Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Cijfermateriaal... 3 3 Klachtonderwerpen... 5 4 Informele afdoening... 6 5 Klachtadviescommissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 695 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ter invoering van de elektronische indiening van een dagvaarding (Wet elektronische

Nadere informatie

van gedaagde bij verschijning in de procedure geen griffierecht zal worden geheven;

van gedaagde bij verschijning in de procedure geen griffierecht zal worden geheven; Model A1, Rechtbank, kantonzaak, 1 gedaagde Naast alles wat de wet en met name het tweede lid van artikel 111 Rv overigens voorschrijft, in het bijzonder ook de waarschuwing voor verstek bij niet verschijnen

Nadere informatie

Procederen voor de Kantonrechter

Procederen voor de Kantonrechter Procederen voor de Kantonrechter Versie.1 november 01 Inhoudsopgave 1 Inleiding Waarom een rechtszaak Dagvaarding Betekening 5 Rolzitting 6 Conclusies 7 Bijzondere zittingen 8 Vonnis 9 Betekening en Bevel

Nadere informatie

Begrote besparing per 2018 (x 1 mln.)

Begrote besparing per 2018 (x 1 mln.) BIJLAGE bij brief aan de Eerste Kamer briefnr. 536442 Overzicht maatregelen stelselvernieuwing De leden van de SP-fractie, van de D66-fractie en van de CDA-fractie hebben verzocht om een overzicht met

Nadere informatie

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON INFO@CREDITASSIST.NL WWW.CIST.NL MODELAANZEGGINGEN DAGVAARDINGEN OF VERZOEKSCHRIFTEN VERSIE 01 APRIL 13 MR. RAMONA BATTA C.S. AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON 1 GEDAAGDE gedaagde op die terechtzitting kan

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 12 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1796/RO Uw kenmerk: 5644863/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

De minister van Justitie Postbus EH DEN HAAG. Onderzoek en bevindingen

De minister van Justitie Postbus EH DEN HAAG. Onderzoek en bevindingen De minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Onderzoek en bevindingen In de periode vanaf 1 januari 2007 tot 30 september 2008 ontving de Nationale ombudsman diverse klachten van burgers over

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 562 Wijziging van de Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie en de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met de behandeling

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus 20401 2500 EK Den Haag datum 11 mei 2017 doorkiesnummer 088-361 33 17 e-mail wetgeving.rvdr@rechtspraak.nl uw kenmerk WJZ/17038352 cc De Minister

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

Bundel procesrecht. Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L

Bundel procesrecht. Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L Bundel procesrecht Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L Bundel Procesrecht Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman Samengesteld

Nadere informatie

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire vergadering van het Landelijk overleg

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 293 Besluit van 13 juli 2016, houdende aanpassing van algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van

Nadere informatie

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase 1 Een juridische procedure: is voor rekening en risico opdrachtgever kan een langdurig proces zijn wordt actieve inbreng van u verwacht De gerechtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 815 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Advocatenwet en andere wetten in verband met het afschaffen van het procuraat

Nadere informatie

Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz

Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz Aanbevelingen ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 71078 12 december 2017 Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 4 december 2017, nr. 2164326 tot indexering

Nadere informatie

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Een dagvaarding is een inleidend processtuk. Hierin staat wat de eisende partij van de gedaagde partij verlangd. Een dagvaarding wordt doorgaans

Nadere informatie

Griffierecht. Inhoud

Griffierecht. Inhoud Inhoud Wat is griffierecht? 3 Strafrecht 3 Civiel of burgelijk recht 3 Griffierecht bij de sector kanton van de rechtbank 4 Griffierecht bij andere sectoren van de rechtbank 5 Griffierecht bij kort geding

Nadere informatie

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan.

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan. Nr. WJZ/877024(6633) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en

Nadere informatie

Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. P.M.M. van der Grinten Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Geachte heer Donner,

Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. P.M.M. van der Grinten Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Geachte heer Donner, Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. P.M.M. van der Grinten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 6 september 2004 contactpersoon R.C. Hartendorp doorkiesnummer 070-361 9788 e-mail R.Hartendorp@rvdr.drp.minjus.nl

Nadere informatie

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

samenvatting van de voor de dagvaarding relevante wijzigingen

samenvatting van de voor de dagvaarding relevante wijzigingen Gevolgen Wet Herindeling Gerechtelijke kaart Door mr. J.H. Rutten I. Inleiding De Wet Herindeling Gerechtelijke Kaart (Wet HGK) heeft niet uitsluitend een nieuwe indeling van de arrondissementen en ressorten

Nadere informatie

Netherlands Commercial Court

Netherlands Commercial Court Netherlands Commercial Court Wat is de NCC? NCC internationale handelskamer van de Rechtbank Amsterdam (incl. voorzieningenrechter) + NCCA internationale handelskamer van het Gerechtshof Amsterdam Waarom

Nadere informatie

Mr. drs. M.Y.H.G. Erkens. Rechtspleging in arbeidszaken

Mr. drs. M.Y.H.G. Erkens. Rechtspleging in arbeidszaken Mr. drs. M.Y.H.G. Erkens Rechtspleging in arbeidszaken Woord vooraf / V Lijst van afkortingen / XIII 1 Rechtspleging in arbeidszaken: inleiding en probleemstelling 1.1 Inleiding / 1 1.2 Probleemstelling

Nadere informatie

Procesreglement Project De Wijkrechter

Procesreglement Project De Wijkrechter Procesreglement Project De Wijkrechter Considerans Bijgaand treft u aan het Procesreglement dat geldt tijdens de pilot die de Rechtbank Den Haag (RDH) houdt met een procedure onder de naam 'De Wijkrechter'.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming

Nadere informatie

Arbeidsconflicten onder de WWZ: geen ontslag maar los het probleem op!

Arbeidsconflicten onder de WWZ: geen ontslag maar los het probleem op! Arbeidsconflicten onder de WWZ: geen ontslag maar los het probleem op! Pascal Willems In TBV 3 uit maart 2015 is een bijdrage verschenen van mijn hand en die van Frans van den Nieuwenhof over de STECR

Nadere informatie

Benoeming deskundige in merken- en reclamezaken

Benoeming deskundige in merken- en reclamezaken 3. Een andere mogelijkheid is dat in het kader van een kort geding een deskundige wordt benoemd, die aan de hand van een bureaustudie vóór de zitting de door partijen in het geding gebrachte partijmarktonderzoeken

Nadere informatie

Advies inzake het concept wetsvoorstel tot Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten

Advies inzake het concept wetsvoorstel tot Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten Advies inzake het concept wetsvoorstel tot Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten In verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht Dit document

Nadere informatie

Procesreglement de Spreekuurrechter

Procesreglement de Spreekuurrechter Procesreglement de Spreekuurrechter Considerans Bijgaand treft u aan het Procesreglement dat geldt tijdens het experiment dat de Rechtbank Noord Nederland (RNN) houdt met een procedure onder de naam 'De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 757 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet griffierechten burgerlijke zaken en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

Jaarverslag Klachtenbehandeling Rechtbank Gelderland 2018

Jaarverslag Klachtenbehandeling Rechtbank Gelderland 2018 Jaarverslag Klachtenbehandeling Rechtbank Gelderland 2018 Jaarverslag klachtenbehandeling 2018 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Aantallen klachten / klachtbrieven en gemiddelde... 3 Doorlooptijden... 3 3.

Nadere informatie

Netherlands Commercial Court

Netherlands Commercial Court Netherlands Commercial Court 1 Wat is de NCC? NCC internationale handelskamer van de Rechtbank Amsterdam (incl. voorzieningenrechter) + NCCA internationale handelskamer van het Gerechtshof Amsterdam Paleis

Nadere informatie

JAARVERSLAG KLACHTBEHANDELING 2013 RECHTBANK DEN HAAG

JAARVERSLAG KLACHTBEHANDELING 2013 RECHTBANK DEN HAAG JAARVERSLAG KLACHTBEHANDELING 2013 RECHTBANK DEN HAAG 2/5 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Cijfermateriaal... 4 3. Klachtonderwerpen... 5 4. Informele afdoening... 5 5. Klachtadviescommissie... 5 6. Verbetermaatregelen...

Nadere informatie

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2960/ 24 Betreft zaak: Abegg - CZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn

Nadere informatie

College van Beroep voor het bedrijfsleven Jaarverslag 2016

College van Beroep voor het bedrijfsleven Jaarverslag 2016 College van Beroep voor het bedrijfsleven Jaarverslag 2016 s-gravenhage Vastgesteld door het bestuur van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 februari 2017 Namens het bestuur, Mr. H. Bolt

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 65542 22 november 2018 Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 14 november 2018, nr. 2406921, tot indexering

Nadere informatie

Jaarverslag klachtbehandeling 2016 Rechtbank Midden Nederland. Vastgesteld: 25 januari 2017

Jaarverslag klachtbehandeling 2016 Rechtbank Midden Nederland. Vastgesteld: 25 januari 2017 Jaarverslag klachtbehandeling 2016 Rechtbank Midden Nederland Vastgesteld: 25 januari 2017 Inhoud Jaarverslag klachtbehandeling 2016 Rechtbank Midden Nederland... 1 1. Inleiding... 3 2. Klachtonderwerpen...

Nadere informatie

Overzicht studiestof Burgerlijk Procesrecht A. Inleiding

Overzicht studiestof Burgerlijk Procesrecht A. Inleiding A. Inleiding Dit hoofdstuk is een inleiding op het burgerlijk procesrecht. In dit hoofdstuk wordt vooral verteld waar het burgerlijk procesrecht toe dient, welke beginselen van belang zijn in het burgerlijk

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Bij brief van 24 oktober 2013, met kenmerk , heeft u de Nederlandse Vereniging voor

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Bij brief van 24 oktober 2013, met kenmerk , heeft u de Nederlandse Vereniging voor NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veihgheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 14januari2014 Uw kenmerk 441280 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Samenvatting. Doelstelling en opzet van het onderzoek

Samenvatting. Doelstelling en opzet van het onderzoek Samenvatting Wanneer een partij het niet eens is met het oordeel van de rechter in eerste aanleg, is het in veel gevallen mogelijk daar tegen in hoger beroep te gaan bij het gerechtshof. Hoger beroep is

Nadere informatie

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159) De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dr. K.H.D.M. Dijkhoff Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 19 oktober 2015 contactpersoon Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46

Nadere informatie

KEI GOED.. Wat verandert er door KEI?

KEI GOED.. Wat verandert er door KEI? KEI GOED.. U heeft vast al gehoord van KEI. KEI staat voor: Kwaliteit En Innovatie Rechtspraak en heeft betrekking op het digitaal procederen. Digitaal procederen zal verplicht worden in civiele en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Indicatietarieven in IE-zaken Hoge Raad

Indicatietarieven in IE-zaken Hoge Raad Indicatietarieven in IE-zaken Hoge Raad Versie 1 april 2017 Voorwoord Artikel 14 van Richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectueleeigendomsrechten (PbEU 2004, L 157/45; hierna: de Handhavingsrichtlijn)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21979 2 mei 2016 Zaaksverdelingsreglement Rechtbank Noord-Nederland zoals na wijziging vastgesteld op 19 februari 2016

Nadere informatie