FORMULIER PERSONEELSBEOORDELING

Transcriptie

1 FORMULIER PERSONEELSEOORELING eoordeelde ambtenaar Naam en voorletters: Geboortedatum: In dienst sedert: tijdelijk/vast fdeling: Functie: Functieschaal: Huidige schaal: Organieke functiebeschrijving is uitgangspunt voor de beoordeling: Ja/nee Ingeval van nee, toelichting op afwijking functiebeschrijving: anleiding voor de beoordeling: eoordelingsperiode van tot atum vorige beoordeling:

2 e conceptbeoordeling is op opgemaakt door de direct leidinggevende, zijnde de beoordelaar: Naam: ls informant(en) is/zijn geraadpleegd: Naam functie: Relatie met beoordeelde ambtenaar: Naam functie: Relatie met beoordeelde ambtenaar: eoordeling van de functievervulling. e functie-uitoefening van de ambtenaar wordt beoordeeld aan de hand van vier en van een leidinggevende aan de hand van vijf algemene gezichtspunten. Voor de beoordeling worden de voorbedrukte schaalankers als uitgangspunt gehanteerd. aarbij kan het voorkomen dat niet alle zinnen in een blok op het gedrag van de medewerker van toepassing zijn of juist dat de tekst van het schaalanker niet toereikend is. In de toelichting dient hierop te worden ingegaan. Ook kan een passage in het schaalanker worden doorgestreept. Per gezichtspunt moet worden aangegeven hoe de ambtenaar functioneert. it kan door middel van het omcirkelen of vet afdrukken van de letter van het van toepassing zijnde blok. keuze:. Functioneert beter dan mag worden verwacht. Functioneert volgens de gestelde functie-eisen. Functioneert nog niet helemaal volgens de gestelde functie-eisen. Functioneert niet volgens de gestelde functie-eisen

3 1. KWLITEIT e mate waarin de ambtenaar prestaties levert die aan de kwaliteitseisen voldoen. e standaard Voldoet nog niet Is bekwaam in het Levert prestaties af die werkzaamheden helemaal aan het eigen werkgebied. zich kenmerken door moeten regelmatig wor- vereiste niveau binnen Werkt standaard deskundigheid en zorg- den gecorrigeerd. de functie. Werkt werkzaamheden vuldige uitvoering. Ook Levert werk af met standaardwerkzaamhe- foutloos af. Lost in het bij gecompliceerde slordigheden en/of den nog niet altijd algemeen problemen taken wordt de nodige fouten door ontbreken foutloos af. Lost proble- zelf op. vakbekwaamheid gede- van deskundigheid. Is men nog niet allemaal ij meer gecompliceer- monstreerd. Heeft geen niet in staat eigen werk zelf op. Heeft nog de werkzaamheden is begeleiding nodig bij te controleren op regelmatig begeleiding er soms begeleiding uitvoering van fouten. Vraagt vaak om nodig bij uitvoering van nodig. werkzaamheden. ondersteuning. werkzaamheden. Is in staat eigen werk te esteedt veel zorg aan Heeft veelvuldig Herkent nog niet altijd controleren en besteedt de kwaliteit van de begeleiding nodig bij de wensen en belangen voldoende zorg aan de werkzaamheden uitvoering van van interne en externe werkzaamheden. (zorgvuldig/nauwgezet) werkzaamheden. klanten en handelt nog Herkent meestal de en controleert altijd Herkent niet de wensen niet altijd hiernaar. wensen en belangen zelfstandig zijn/haar en belangen van Formuleert van interne en externe werk. Herkent interne en externe doelstellingen nog niet klanten en handelt dan zondermeer de wensen klanten. altijd helder, concreet hiernaar. Formuleert en belangen van Formuleert en meetbaar. Maakt doelstellingen meestal interne en externe doelstellingen niet nog onvoldoende helder, concreet en klanten en handelt helder, concreet en duidelijke afspraken. meetbaar. Maakt in het hiernaar. Formuleert meetbaar. Maakt geen algemeen voldoende doelstellingen helder, duidelijke afspraken. duidelijke afspraken. concreet en meetbaar. Maakt duidelijke afspraken.

4 2. KWNTITEIT e mate waarin de ambtenaar de afgesproken werkzaamheden in voldoende hoeveelheden aflevert. Opdrachten en taken zijn vaak niet op tijd gereed. Werkt niet constant door en het tempo is laag. Haalt de gestelde planning en/of productie niet. Opdrachten en taken zijn nog niet altijd op tijd gereed ondermeer doordat nog niet de vereiste kennis en vaardigden aanwezig zijn. Werkt in een redelijk Levert de afgesproken werkzaamheden binnen het eigen werkgebied in een normaal tempo af. Haalt onder normale omstandigheden de gestelde planning en/of Levert in hoog tempo goed werk af zonder in te boeten op kwaliteit. Verricht naast overeengekomen werk ook andere taken. ehaalt ook onder constant tempo. productie. moeilijke Haalt de gestelde omstandigheden planning en/of zondermeer de productie nog niet altijd. gestelde planning en/of productie.

5 3. HOUING ETROUWRHEI e mate waarin men zich op de ambtenaar kan verlaten, zijn/haar inlichtingen correct zijn, afspraken nakomt en informatie - desgewenst - vertrouwelijk behandelt. Geeft informatie vaak Geeft nog niet altijd in- Geeft in het algemeen Geeft altijd correcte in- niet correct weer. f- formatie correct weer. correcte informatie. formatie, op gemaakte spraken worden vaak Informatie is soms fspraken worden afspraken wordt niet niet nagekomen en/of onvolledig en/of niet op slechts incidenteel teruggekomen. Men dikwijls gewijzigd. Wijze tijd. Houdt zich nog niet gewijzigd en wijziging kan volledig vertrouwen van beheer over gelden altijd aan afspraken. van afspraken wordt tij- op de ambtenaar. Legt en middelen is niet Legt zoveel mogelijk dig doorgegeven. op eigen initiatief reken- duidelijk voor derden. rekenschap af van ehandelt vertrouwe- schap af ook over gelden en middelen. lijke informatie altijd als beheer van gelden en zodanig. Voert een in- middelen. zichtelijk beheer over gelden en middelen.

6 FLEXIILITEIT e mate waarin de ambtenaar zich in werkzaamheden, stijl van werken, plaats en tijd aan wisselende omstandigheden aanpast. Houdt strak vast aan Houdt zich nog te veel Werkt mee aan alterna- Schakelt zeer soepel en bestaande werkzaam- vast aan bestaande re- tieve wegen om een effectief over van heden, werkwijze, tijd gelingen. Is nog niet taak te volbrengen. werkzaamheden, werk- en plaats in veranderde voldoende wendbaar. Past zich in de regel wijze, plaats en tijd als situaties. Verschuilt zich Heeft soms overreding goed aan nieuwe situa- het werk dat vraagt. achter oude afspraken nodig om concessies te ties aan. edenkt vaak zelf aan- of regelingen, ook als doen. Weet meestal op Heeft meestal geen passingen. Handhaaft uitvoering hiervan het een juiste manier om te overreding nodig om zich zondermeer goed werk schaadt. Heeft gaan met nieuwe concessies te doen. in nieuwe situaties. sterke overreding nodig situaties. Is in de regel niet Is bereid om dingen te om te veranderen. Is soms nog te snel uit gemakkelijk uit het veld doen die niet tot Weet niet op een soe- het veld geslagen. geslagen. zijn/haar werk behoren. pele manier om te gaan Kan nog niet voldoende ccepteert in eschouwt kritiek als met nieuwe situaties. improviseren bij voldoende mate dat mogelijkheid voor Staat niet open voor onverwachte situaties. anderen invloed verbetering. suggesties en ideeën Staat nog niet altijd hebben op het eigen Staat zondermeer open van anderen. voldoende open voor werk. voor suggesties en suggesties en ideeën Staat in het algemeen ideeën van anderen. van anderen. open voor suggesties en ideeën van anderen.

7 OLLEGILITEIT e mate waarin een ambtenaar ertoe bijdraagt dat zijn/haar collega's hun werk optimaal kunnen verrichten en een positieve bijdrage levert aan de werksfeer. Heeft een negatieve invloed op de sfeer. Roept door zijn/haar houding weerstanden op. ekritiseert collega's. Moet er op geattendeerd worden anderen te helpen. Eigen belang heeft grote prioriteit. eelt nauwelijks kennis en ervaring met collega s. Ondersteunt niet de directe collega s. Is redelijk tactvol en vriendelijk. Eigen takenpakket staat nog te vaak centraal. eelt nog te weinig kennis en ervaring met collega s. Gaat discussies uit de weg. Probeert directe collega s wel te helpen maar geeft nog te weinig feitelijke ondersteuning. Is vriendelijk en correct, helpt collega's praktisch altijd. Veroorzaakt geen onderlinge conflicten. eelt zo veel mogelijk kennis en ervaring met collega s. Kwetst tijdens discussies collega s niet. Ondersteunt de directe collega s in voldoende mate en neemt op verzoek ook waar. Is tegenover alle collega's voorkomend. iedt zondermeer een helpende hand op eigen initiatief. Treedt bemiddelend op waar onderlinge conflicten dreigen. eelt voortdurend kennis en ervaring met collega s. lijft ook tijdens discussies tactvol en vriendelijk. Ondersteunt zondermeer de directe collega s en neemt op eigen initiatief ook waar. Eindscore gezichtspunt HOUING:

8 4. TKOPVTTING INITITIEF e mate waarin de ambtenaar uit eigen beweging - vaak als eerste - in actie komt. Zet geen nieuwe dingen op de rails. Wacht op aansporing voor hij/zij iets onderneemt. Heeft afwachtende houding. Vraagt niet om hulp als hij/zij dat nodig heeft. Is niet in staat problemen te herkennen. Zoekt niet naar informatie om problemen aan te kunnen pakken. Komt nog te weinig met voorstellen en ideeën. Is soms nog afwachtend (enigszins passief). Vraagt nog te weinig om hulp als deze nodig is. Stelt zich nog terughoudend op. Is welwillend informatie te verzamelen om problemen aan te pakken. Zoekt in het algemeen eerst zelf naar oplossingen en verbeteringen als er zich problemen voordoen. Wacht meestal niet tot hem/haar iets opgedragen wordt. Gaat binnen de organisatie op zoek naar juiste persoon ter ondersteuning. Zoekt naar informatie Geeft dikwijls als eerste een aanzet tot verbeteringen in de vorm van acties, ideeën of voorstellen. Komt met alternatieven. Is actief, ondernemend en neemt graag het voortouw. Legt direct contact met (interne) deskundigen op het juiste niveau. om problemen aan te pakken. INZET e ambtenaar verricht vanuit eigen motivatie en inzet alle activiteiten om een optimale invulling aan zijn/haar functie te geven. Moet nogal eens aan- Onder normale Zet zich in om ook Ziet uit zichzelf wat er gespoord worden. omstandigheden onder moeilijke omstan- gedaan moet worden. Maakt het werk worden de standaard digheden zijn/haar werk Neemt uit eigen bewe- waaraan begonnen is werkzaamheden tot een tot een goed einde te ging taken op zich. niet af. Is in het goed einde gebracht. brengen. ereikt ook onder algemeen niet bereid Moet soms nog worden Voltooit werkzaam moeilijke omstandighe- iets extra's te doen. aangespoord tot extra heden in meeste den zijn/haar doel. Laat zaken versloffen. inspanning bij moeilijke gevallen binnen de Toont zich altijd bereid omstandigheden. afgesproken tijdslimiet, tot extra inspanningen. ook als daarvoor extra inspanning geleverd moet worden.

9 VERNTWOORELIJKHEISGEVOEL e mate waarin de ambtenaar verantwoordelijkheid toont door verplichtingen aan te gaan en deze na te komen. Gaat verantwoordelijk- Komt zijn/haar verplich- Legt rekenschap af Levert zo nodig extra heden uit de weg. tingen in het algemeen wanneer hij iets niet inspanning als het Schuift verantwoorde- na. Moet soms nog wel kan nakomen. eroept nakomen van lijkheid van zich af. op verantwoordelijkheid zich een enkele maal verplichtingen dat oet vaak een beroep worden gewezen. op overmacht bij niet vereist. Men kan altijd op overmacht. Is nog in beperkte mate nakomen van verplich- op de ambtenaar Is niet bereid naar bereid naar eigen tingen. Is bereid naar rekenen. Schuift eigen gedrag te kijken. gedrag te kijken. ekt eigen gedrag te kijken. verantwoordelijkheden Neemt niet de zich vooraf in voor Zoekt samen met niet af. Kijkt naar eigen verantwoordelijkheid eventuele wijziging van anderen naar een gedrag. Houdt rekening voor persoonlijke gemaakte afspraken. oplossing van het met de impact van toezeggingen of Neemt nog niet probleem. Neemt zijn/haar besluiten. gezamenlijk resultaat. voldoende verantwoor- meestal verantwoorde- Neemt zondermeer de Herkent niet directe en delijkheid voor persoon- lijkheid voor persoon- verantwoordelijkheid indirecte gevolgen van lijke toezeggingen of lijke toezeggingen of voor toezeggingen of eigen handelen. gezamenlijk resultaat. gezamenlijk resultaat. gezamenlijk resultaat. Herkent nog niet altijd Herkent in het Herkent directe en directe en indirecte algemeen directe en indirecte gevolgen van gevolgen van eigen indirecte gevolgen van eigen handelen en handelen. eigen handelen. reageert hierop. Eindscore gezichtspunt TKOPVTTING:

10 5. LEIINGGEVEN (indien van toepassing) e mate waarin de leidinggevende een groep mensen zodanig kan aansturen dat de beoogde resultaten behaald worden terwijl zijn/haar mensen hoog gemotiveerd zijn. ehaalt doorgaans de beoogde resultaten niet. elegeert nauwelijks, verstrekt weinig informatie naar boven en/of naar beneden. raagt niet actief bij tot teamgeest of prettige werksfeer. Toont voorkeur voor sommige medewerkers. Geniet niet het vertrouwen van de meeste medewerkers. Nodigt medewerkers onvoldoende uit om inbreng te hebben. oacht te weinig zijn/haar medewerkers. Is niet in staat om te schakelen tussen verschillende stijlen van leiderschap. Spreekt medewerkers te weinig aan op gedrag en functioneren. ehaalt nog niet altijd de beoogde resultaten. Valt bij probleemsituaties nog wel terug op zijn/haar leidinggevende. Lost problemen in de werksfeer nog niet altijd tijdig op. Wordt door de meeste medewerkers geaccepteerd. Nodigt medewerkers niet voldoende uit om inbreng te hebben. oacht nog niet voldoende zijn/haar medewerkers. Heeft nog moeite om te schakelen tussen verschillende stijlen van leiderschap. Spreekt nog niet alle medewerkers in voldoende mate aan op gedrag en functioneren. ehaalt in het algemeen de beoogde resultaten. Zorgt voor een prettige werksfeer. raagt informatie in voldoende mate over naar boven en naar beneden. Komt bij probleemsituaties veelal zelf met oplossingen. elegeert in voldoende mate en houdt daarbij zelf de controle. Informeert medewerkers over hetgeen van hen verwacht wordt. Nodigt medewerkers in voldoende mate uit om inbreng te hebben. oacht in het algemeen voldoende zijn/haar medewerkers. Kan schakelen tussen verschillende stijlen van leiderschap. ehaalt zondermeer de beoogde resultaten. Zorgt voor een juiste informatiedoorstroming. reëert een goede teamgeest. Heeft het vertrouwen van de medewerkers. Lost zelfstandig probleemsituaties op. Stimuleert de ontwikkeling van zijn/haar medewerkers en weet hen te motiveren. Nodigt medewerkers uit om inbreng te hebben. oacht medewerkers, ook in complexe situaties. Past verschillende leiderschapsstijlen in verschillende situaties toe. Toont voorbeeldgedrag. Geeft voortdurend feedback op gedrag en Spreekt medewerkers functioneren en komt in voldoende mate aan (zo nodig) met verbeterop gedrag en functione- voorstellen. ren.

11 EINOOREEL it gedeelte van het beoordelingsformulier dient om een eindoordeel te geven over het functioneren van de beoordeelde ambtenaar. it is een weergave van de algemene indruk over het functioneren en de prestaties van de werknemer. ij dit eindoordeel moeten vooral die gezichtspunten gewicht in de schaal leggen, die voor de betreffende functie van doorslaggevend belang zijn. In de toelichting kan de beoordelaar tevens aangeven of het functioneren van de ambtenaar nog kan leiden tot het toekennen van extra beloning. Er dient een keuze te worden gemaakt uit de volgende kwalificaties:. Functioneert beter dan mag worden verwacht. Functioneert volgens de gestelde functie-eisen. Functioneert nog niet helemaal volgens de gestelde functie-eisen. Functioneert niet volgens de gestelde functie-eisen Toelichting: Persoonlijke of werkomstandigheden, die de functievervulling hebben beïnvloed:

12 Loopbaanperspectieven. - e beoordelaar geeft hier zijn zienswijze over de toekomstmogelijkheden van de beoordeelde ambtenaar. - eze zienswijze vindt in de regel slechts plaats bij de tweejaarlijkse beoordeling. - Er dient dan een keuze gemaakt te worden uit de hieronder vermelde kwalificaties. I. de beoordeelde ambtenaar zou op termijn in aanmerking kunnen komen voor een zwaardere functie, welke hogere eisen stelt dan de huidige functie. II. horizontale overplaatsing van de ambtenaar kan zinvol is. III. gewoon doorgaan IV. de ambtenaar zou zijn loopbaan elders moeten voortzetten. toelichting: Eventueel door de beoordeelde ambtenaar gegeven zienswijze over de beoordeling:

13 Handtekening: e beoordelaar, datum: Voor gezien, e naast hogere leidinggevende, datum: Voor gezien, e beoordeelde ambtenaar, datum: Ingeval van een beoordelingsgesprek: e conceptbeoordeling is op besproken met de ambtenaar. ij dit beoordelingsgesprek waren aanwezig: l. de beoordelaar: 2. de naast hogere leidinggevende van de beoordelaar: 3. de beoordelingsadviseur: e beoordeling is ongewijzigd/gewijzigd vastgesteld door de directeur. datum: e directeur, Ingeval gewijzigde vaststelling. Overzicht van de wijzigingen: