Reglement Individuele Rechtsbijstand BNMO

Transcriptie

1 Reglement Individuele Rechtsbijstand BNMO Artikel 1. Strekking Dit reglement betreft een nadere uitwerking van het bepaalde in artikel 2. van de statuten van de BNMO voor zover het de individuele rechtsbijstand betreft. Artikel 2. Rechten, plichten en werkwijze De wederzijdse rechten en plichten alsmede de werkwijze zijn opgenomen in de Algemene Voorwaarden Individuele Rechtsbijstand BNMO. Dit document maakt integraal deel uit van dit Reglement en is bijgevoegd als bijlage 1. Artikel 3. Uitvoering De uitvoering van dit reglement geschiedt onder verantwoordelijkheid van het hoofdbestuur van de BNMO. Met toepassing van artikel 1.3 van de Algemene Voorwaarden gelden tot 1 januari 2019 de volgende beperkingen: vanaf 1 januari 2017 wordt geen rechtsbijstand meer verleend in een geschil waarbij het lid in beroep wil gaan tegen een uitspraak van de rechtbank; vanaf 1 juli 2017 wordt geen rechtsbijstand meer aan het lid verleend bij een aanvraag tot schadevergoeding; vanaf 1 januari 2018 wordt geen rechtsbijstand meer aan het lid verleend bij het maken van bezwaar tegen een besluit van het bevoegd gezag; Vanaf 1 januari 2018 wordt in principe geen rechtsbijstand meer verleend bij een geschil waarbij het lid in beroep wil gaan tegen een besluit van het bevoegd gezag. Artikel 4. Slotbepaling a) In die gevallen waarin het reglement niet voorziet besluit het Hoofdbestuur. b) Wijzigingen op het reglement treden direct in werking tenzij de bondsraad anders beslist. c) Dit reglement is voor het eerst in werking getreden op 1 oktober 2014 en komt te vervallen op 1 januari 2019.

2 Algemene Voorwaarden Individuele Rechtsbijstand BNMO Artikel 1. Rechtsbijstand 1.1 De BNMO biedt leden individuele rechtsbijstand op het gebied van erkenning van fysieke en of psychische aandoening met dienstverband, toekenning en hoogte invaliditeitspensioen, toekenning en hoogte inkomensvoorziening, toekenning en hoogte volledige schadevergoeding en voor de aandoening beschikbare voorzieningen. 1.2 Onder rechtsbijstand wordt verstaan: het geven van informatie en advies, begeleiding en doorverwijzing en, ter beoordeling van de BNMO, het bijstaan in procedures. 1.3 De rechtsbijstand van de BNMO behelst een inspanningsverplichting en geen afdwingbaar recht. Deze inspanningsverplichting voert de BNMO uit zolang zij zich kan permitteren op basis van beschikbare middelen. Artikel 2. Voorwaarden voor het in aanmerking komen voor Rechtsbijstand 2.1 Rechtsbijstand wordt uitsluitend verleend aan natuurlijke personen die lid zijn van de BNMO. Gezinsleden van het lid, die geen lid zijn, hebben geen recht op dienstverlening door de BNMO. Leden die een rechtsbijstandverzekering hebben dienen eerst hun rechtsbijstandverzekering aan te spreken. Pas na een formele afwijzing van de rechtsbijstandsverzekeraar zal rechtsbijstand vanuit de BNMO worden verleend. 2.2 Rechtsbijstand wordt verleend aan leden in zaken waarin het Nederlandse recht of het in Nederland geldende internationale of supranationale recht van toepassing is. 2.3 Een geschil wordt geacht te zijn ontstaan op de datum waarop het voor het lid duidelijk is of redelijkerwijs duidelijk kan zijn dat zich een vraag voordoet of een probleem ontstaat en/of bestaat waarvoor rechtsbijstand nodig is of zou kunnen zijn. 2.4 Rechtsbijstand wordt verleend als de aan het geschil ten grondslag liggende feiten niet langer dan één jaar geleden zijn geconstateerd voordat het geschil ter behandeling aan de BNMO wordt aangeboden. 2.5 Tijdens de eerste zes maanden van het lidmaatschap heeft een lid slechts recht op telefonische informatie en telefonisch advies. In dergelijke gevallen wordt geen dossier aangelegd. De BNMO verleent tijdens de eerste zes maanden van het lidmaatschap van een lid de overige vormen van rechtsbijstand uitsluitend tegen betaling. De BNMO kent hiervoor een voordelig/gereduceerd uurtarief waarbij separaat ook de kosten zoals genoemd in artikel t/m in rekening wordt gebracht. De hoogte van het uurtarief wordt per jaar vastgesteld door het Hoofdbestuur. Een geschil wordt niet eerder in behandeling genomen dan na ontvangst van betaling van een voorschot ter grootte van vier uur. 2

3 2.6 Als de aan een geschil ten grondslag liggende feiten zich hebben voorgedaan in de eerste zes maanden van het lidmaatschap dan wel niet langer dan een jaar geleden geldt het bepaalde onder artikel In beginsel wordt geen rechtsbijstand verleend indien voor het geschil eerder andere rechtsbijstand was verleend of gevraagd. Artikel 3. Kosten Rechtsbijstand 3.1 De kosten van de rechtsbijstandverlening omvatten: de kosten van een jurist van de BNMO of advocaat ingeschakeld door de BNMO; de kosten van deskundigen na toestemming van de BNMO en alleen als het belang van de zaak inschakeling van een deskundige nodig maakt; de kosten verbonden aan het inwinnen van inlichtingen of het verzamelen van feiten; de kosten verbonden aan het inschakelen van een deurwaarder; het griffierecht; de proceskosten van de tegenpartij voor zover verschuldigd krachtens een onherroepelijke rechterlijke uitspraak; de kosten verbonden aan het betekenen van een rechterlijke uitspraak; de kosten van eventueel verdere noodzakelijke incassomaatregelen. 3.2 Het lid is verplicht de kosten van rechtsbijstand aan de BNMO of door haar ingeschakelde rechtsbijstandverleners te vergoeden als het lid deze kosten kan (laten) verhalen op de tegenpartij of op een derde. Als een wederpartij wordt veroordeeld in de proceskosten, zullen deze geheel toekomen aan de BNMO. 3.3 De kosten van de (externe) rechtsbijstandverlening zijn gemaximeerd op een totaal bedrag van ,- Artikel 4. Eigen bijdrage en provisiebedrag 4.1 In geval dat door of vanwege de BNMO rechtsbijstand wordt verleend bij het vaststellen van de omvang van de schadevergoeding zoals genoemd in artikel 5. van de Uitvoeringsregeling volledige schadevergoeding bedraagt de eigen bijdrage van het lid 50,- 4.2 In geval dat door of vanwege de BNMO rechtsbijstand wordt verleend in een bezwaarprocedure bedraagt de eigen bijdrage van het lid 50,- 4.3 In geval dat door of vanwege de BNMO rechtsbijstand wordt verleend in een geschil dat wordt voorgelegd aan de rechtbank bedraagt de eigen bijdrage van het lid 100,- 3

4 4.4 In geval dat door of vanwege de BNMO rechtsbijstand wordt verleend in een geschil waarbij hoger beroep is aangetekend bedraagt de eigen bijdrage van het lid 100,- alsmede de kosten verbonden aan griffierechten. 4.5 Met uitzondering van artikel en zijn alle kosten zoals genoemd in artikel 3. voor rekening van het lid. 4.6 Bij een gewonnen letselschadezaak waarbij de BNMO of een door haar ingeschakelde derde het lid heeft bijgestaan, bedraagt de bijdrage van het lid 10% van de uitgekeerde schadevergoeding. Voor specifieke letselschade als gevolg van een beroepsziekte is de bijdrage 15%. 4.7 De vergoeding van buitengerechtelijke kosten die door Defensie wordt verleend op basis van artikel 5. van de Uitvoeringsregeling volledige schadevergoeding dient onder verrekening van de eigen bijdrage genoemd onder artikel 4.1 te worden afgedragen aan de BNMO. Artikel 5. Uitsluitingen en beperkingen 5.1. Het Hoofdbestuur is bevoegd het recht van een lid op rechtsbijstand te beperken als een lid - aanzienlijk vaker dan redelijkerwijs verwacht mag worden - een beroep doet op rechtsbijstand door de BNMO. Dit zal in elk geval zo zijn indien het lid meer dan vier zaken per jaar aanbiedt, dan wel blijkt dat deze zaken in een periode van 12 maanden of korter zijn ontstaan Rechtsbijstand wordt niet of niet langer verleend als: het lid zijn zaak niet tijdig aanmeldt, waardoor de BNMO de zaak niet zorgvuldig en goed kan behandelen; het lid niet alle van belang zijnde informatie aan de BNMO verstrekt, van belang zijnde informatie achterhoudt en/of onjuiste informatie wordt verstrekt; het lid de tegenpartij zonder voorafgaande toestemming van de BNMO benadert over een zaak die al in behandeling is genomen door de BNMO; het lid zonder voorafgaande toestemming van de BNMO een andere rechtens bevoegde deskundige of expert inschakelt; het lid de met behandeling belaste medewerker zozeer onheus bejegent, dat van de BNMO niet verwacht kan worden de behandeling voort te zetten; het geschil het beoogde of zekere gevolg is van het handelen of nalaten van het lid of als hij/zij het ontstaan daarvan of van de behoefte aan rechtsbijstand willens en wetens heeft geaccepteerd om enig voordeel te behouden of te behalen. 4

5 5.3 Bovendien wordt geen rechtsbijstand verleend als de zaak ongegrond is, de kans op succes vrijwel uitgesloten moet wordt geacht, de rechtmatigheid niet valt in te zien of als het belang onevenredig is ten opzichte van de inspanning die geleverd moet worden. De behandeling van dergelijke zaken wordt beperkt tot het geven van adviezen en het doen van pogingen tot het treffen van een regeling. Een en ander ter beoordeling van de BNMO. Het lid in geschil wordt van deze beoordeling, met redenen omkleed, op de hoogte gesteld. 5.4 Mocht achteraf blijken dat in strijd met de wet of de statuten is gehandeld door het lid of ten onrechte door het lid van de BNMO rechtsbijstand is gevraagd en door de BNMO verleend op grond van het opzettelijk geven van onjuiste informatie, of het achterhouden van van belang zijnde informatie, dan zullen de kosten van de rechtsbijstand op het lid worden verhaald. 5.5 Voor een zaak met een financieel belang van minder dan 500,- wordt niet geprocedeerd. 5.6 De aansprakelijkheid voor schade door of in verband met de verlening van rechtsbijstand door deskundigen in loondienst van de Basis is beperkt tot het bedrag waarop de afgesloten beroepsaansprakelijkheidsverzekering aanspraak geeft, vermeerderd met het eigen risico onder die verzekering. De BNMO is niet aansprakelijk voor schade door of in verband met de werkzaamheden van een ingeschakelde externe deskundige. Artikel 6. Nadere bepalingen 6.1 De BNMO bepaalt de aard, omvang en afhandeling van de te verlenen rechtsbijstand op basis van een inhoudelijke beoordeling van de zaak door de behandelende medewerker. 6.2 Als tijdens of voor de behandeling van een zaak blijkt dat een lid de contributie of het voor hem/haar geldende uurtarief niet of niet volledig betaalt, wordt de rechtsbijstand stopgezet. 6.3 Bij overlijden van een lid voor wie een zaak wordt behandeld, kan de levenspartner de zaak van de overledene voortzetten, als daartoe een redelijk belang bestaat en als de partner de contributie gedurende de looptijd van de zaak betaald. De BNMO beoordeelt de redelijkheid van het belang. Artikel 7. Betaling en incasso 7.1 Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, dienen betalingen te geschieden binnen 14 dagen na factuurdatum op een door de BNMO aan te wijzen rekening. 7.2 Leden zijn niet gerechtigd tot aftrek, verrekening of opschorting van een betaling. 7.3 De BNMO is te allen tijde gerechtigd nadere voorschotten te vragen in verband met te verrichten werkzaamheden. Indien betaling van een voorschot wordt geweigerd of wordt nagelaten, is de BNMO gerechtigd de rechtsbijstand te beëindigen, zonder dat een lid hierdoor een recht op schadevergoeding verkrijgt. 5

6 7.4 Indien niet binnen de overeengekomen termijn wordt betaald, wordt een lid geacht van rechtswege in verzuim te zijn. De BNMO heeft in dat geval, zonder dat daarvoor enige ingebrekestelling is vereist, recht op vergoeding van een vertragingsrente over het openstaande bedrag vanaf de vervaldag daarvan. Deze vertragingsrente bedraagt 1,5% per maand. De genoemde vertragingsrente is een minimumrente. In het geval dat deze rente op jaarbasis berekend, op enig moment minder dan 5% hoger is dan de wettelijke rente, wordt de vertragingsrente automatisch verhoogd, zodanig dat zij, op jaarbasis berekend, 5% hoger is dan de wettelijke rente. 7.5 Alle gemaakte kosten, vallende onder de inning van de vordering, zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke, zijn voor rekening van het lid. De buitengerechtelijke incassokosten bedragen 15% van het door het lid verschuldigde bedrag met een minimum van 125,- onverminderd het recht van de BNMO om vergoeding van de werkelijk gemaakte incassokosten te vorderen, als deze meer mochten bedragen dan genoemde 15%. Artikel 8. Klachtenregeling Het Reglement Individuele Rechtsbijstand BNMO wordt uitgevoerd door Stichting de Basis. Bij klachten is het klachtenreglement van de Stichting de Basis van toepassing. Daarnaast kan een lid zich wenden tot het Hoofdbestuur van de BNMO. Postbus 125, 3940 AC DOORN. Artikel 9. Hardheidsclausule Het Hoofdbestuur van de BNMO is bevoegd om in bijzondere gevallen ten gunste van het lid af te wijken van de Algemene Voorwaarden. Artikel 10. Publicatie Deze algemene voorwaarden zijn te allen tijde in hun meest recente vorm terug te vinden op de website van de BNMO. Op verzoek worden zij per gewone post of in digitale vorm toegezonden. 6