Ochtenddienst 22 april Zondag 20

Transcriptie

1 Ochtenddienst 22 april 2018 Zondag 20 Voorganger Organist : Ds. C.D. van Alphen : Paul Rotscheid

2 Welkom Afkondigingen door Diaken Bas van der Burgh Voor verdere bijzonderheden verwijzen wij u naar de weekbrief.

3 Stil gebed De gemeente gaat (indien mogelijk) staan.

4 Gezang 479: 1 en 2 1 Aan U behoort, o Heer der heren, de aarde met haar wel en wee, de steile bergen, koele meren, het vaste land, d'onzeekre zee. Van U getuigen dag en nacht. Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.

5 Gezang 479: 1 en 2 2 Gij roept het jonge leven wakker, een tuin bloeit rond het open graf. Er ruisen halmen op de akker waar zich het zaad verloren gaf. En vele korrels vormen saam een kostbaar brood in uwe naam.

6 Votum en groet Na het votum en de groet gaat de gemeente weer zitten.

7 Psalm 139: 1, 7 en 8 1 HEER, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten diepste houdt bewogen, 't ligt alles open voor uw ogen.

8 Psalm 139: 1, 7 en 8 7 Gij hebt mij immers zelf gemaakt, mij met uw vingers aangeraakt, met toegewijde tederheid mijn nieren en mijn hart bereid, mij in de moederschoot geweven, mij met uw wonderen omgeven.

9 Psalm 139: 1, 7 en 8 8 Ik loof U die mijn schepper zijt, die met uw liefde mij geleidt, Gij hebt mijn oerbegin aanschouwd, in 't diepst der aarde opgebouwd. Niets blijft er voor uw oog verborgen. Ja, Gij omringt mij met uw zorgen.

10 Lezing van het gebod

11 Psalm 139: Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt toch open voor uw aangezicht. Toets mij of niet een weg in mij mij schaadt en leidt aan U voorbij. O God, houd mij geheel omgeven, en leid mij op den weg ten leven.

12 Gebed om de opening van het Woord

13 de kinderen mogen naar de kindernevendienst

14 1 e Schriftlezing Genesis 2:4-25 (HSV) De schepping van de mens 4 Dit is wat uit de hemel en de aarde voortkwam, toen zij geschapen werden. Op de dag dat de HEERE God aarde en hemel maakte 5 er was nog geen enkele veldstruik op de aarde en er was nog geen enkel veldgewas opgekomen, want de HEERE God had het niet laten regenen op de aarde; en er was geen mens om de aardbodem te bewerken, 6 maar een damp steeg uit de aarde op en bevochtigde heel de aardbodem

15 1 e Schriftlezing Genesis 2:4-25 (HSV) 7 toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen. 8 Ook plantte de HEERE God een hof in Eden, in het oosten, en Hij plaatste daar de mens, die Hij gevormd had. 9 En de HEERE God liet allerlei bomen uit de aardbodem opkomen, begerenswaardig om te zien en goed om van te eten; ook de boom des levens, in het midden van de hof, en de boom van de kennis van goed en kwaad.

16 1 e Schriftlezing Genesis 2:4-25 (HSV) 10 Een rivier kwam voort uit Eden om de hof te bevochtigen. En vandaar splitste hij zich en vormde vier hoofdstromen. 11 De naam van de eerste rivier is Pison; die is het die rond heel het land van Havila stroomt, waar het goud is. 12 En het goud van dit land is goed; ook is er balsemhars en de edelsteen onyx. 13 En de naam van de tweede rivier is Gihon; die is het die rond heel het land Cusj stroomt. 14 En de naam van de derde rivier is Tigris; die loopt ten oosten van Assur. En de vierde rivier is de Eufraat.

17 1 e Schriftlezing Genesis 2:4-25 (HSV) 15 De HEERE God nam de mens, en zette hem in de hof van Eden om die te bewerken en te onderhouden. 16 En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, 17 maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven. 18 Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem.

18 1 e Schriftlezing Genesis 2:4-25 (HSV) 19 De HEERE God vormde uit de aardbodem alle dieren van het veld en alle vogels in de lucht, en bracht die bij Adam om te zien hoe hij ze noemen zou; en zoals Adam elk levend wezen noemen zou, zo zou zijn naam zijn. 20 Zo gaf Adam namen aan al het vee en aan de vogels in de lucht en aan alle dieren van het veld; maar voor de mens vond hij geen hulp als iemand tegenover hem. 21 Toen liet de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, zodat hij in slaap viel; en Hij nam een van zijn ribben en sloot de plaats ervan toe met vlees.

19 1 e Schriftlezing Genesis 2:4-25 (HSV) 22 En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam. 23 Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees! Deze zal mannin genoemd worden, want uit de man is zij genomen.

20 1 e Schriftlezing Genesis 2:4-25 (HSV) 24 Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn. 25 En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw, maar zij schaamden zich niet.

21 2 e Schriftlezing Efeziërs 5:28-33 (NBV) 28 Zo moeten mannen hun vrouw liefhebben, als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. 29 Niemand haat ooit zijn eigen lichaam, integendeel: men voedt en verzorgt het, zoals Christus de kerk, 30 want dat is zijn lichaam en wij zijn de ledematen. 31 Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn. 32 Dit mysterie is groot en ik betrek het op Christus en de kerk. 33 Maar ook voor elk van u geldt dat ieder zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf, en dat een vrouw ontzag moet hebben voor haar man.

22

23 Allen Psalm 8: 1 6 (Beurtzang) 1 Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven - machtige God, Gij die uw majesteit ten hemel over ons hebt uitgebreid. Vrouwen 2 Wel doet de hemel hoog uw glorie blinken, maar in de mond van kindren doet Gij klinken uw machtig heil, zo maakt G'uw vijand stil en doet uw haters buigen voor uw wil.

24 Psalm 8: 1 6 (Beurtzang) Mannen 3 Aanschouw ik 's nachts het kunstwerk van uw handen, de maan, de duizend sterren die daar branden, wat is de mens, dat Gij aan hem gedenkt, het mensenkind, dat Gij hem aandacht schenkt? Vrouwen 4 Gij hebt hem bijna goddelijk verheven, een kroon van eer en heerlijkheid gegeven, Gij doet hem heersen over zee en land, ja, al uw werken gaaft Gij in zijn hand.

25 Mannen Psalm 8: 1 6 (Beurtzang) 5 Al wat er land of water heeft tot woning, het moet de mens erkennen als zijn koning: vogels en wild en al 't geduldig vee en wat er wemelt in de wijde zee. Allen 6 Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven. Heer, onze God, hoe vol van majesteit hebt Gij uw naam op aarde uitgebreid.

26 Verkondiging

27 Kindernevendienst De kinderen komen terug in de dienst.

28 ELB 422: Als je geen liefde hebt voor elkaar, vallen de dromen in duigen. Dromen van vrede worden niet waar, kwaad is niet om te buigen. Refrein: Als je geen liefde hebt voor elkaar leef je buiten Gods gloria. Als je geen liefde hebt voor elkaar leef je buiten Gods gloria.

29 ELB 422: Als je geen liefde hebt voor elkaar, is er geen hoop meer op zegen. Kinderen, maak de liefde toch waar; schrijf het op alle wegen: Refrein: Als je geen liefde hebt voor elkaar leef je buiten Gods gloria. Als je geen liefde hebt voor elkaar leef je buiten Gods gloria.

30

31 ELB 166: Vader, U loven wij, Gij hebt ons lot in uw handen, laat dan uw Geest als een laaiend vuur in ons branden - stralende zon, van onze liefde de bron, de toekomst ligt in uw handen!

32 ELB 166: Kome wat komt, in uw licht zijn wij veilig geborgen, uw zegen draagt ons door dagen van ziekte en zorgen, Gij houdt de wacht, en ook al dreigt soms de nacht, reeds glanst het licht van de morgen.

33 ELB 166: Heer, houd ons vast als wij toch uw geboden vergeten en van vergeving en vrede niet meer willen weten; kom dan met vuur - uw liefde, louter en puur, kent lengte, hoogte noch breedte.

34 ELB 166: Vader, U loven wij - draag ons door schade en schande, dooft onze lamp, laat uw waakvlam dan nog blijven branden; Christus, ons licht, op wie ons hart is gericht, ons leven ligt in uw handen.

35 Dankgebed en Voorbede

36 Inzameling van de gaven De collecte in deze dienst is bestemd voor het College van kerkrentmeesters Eredienst en Kerkmuziek De collecte bij de uitgang is bestemd voor de Diaconie, Tijdens de collecte komen de kinderen van de oppas in de kerk. Direct na deze dienst zijn 2 leden van het nazorgteam beschikbaar voor een luisterend oor en/of gebed voor u.

37 Gezang 479: 3 en 4 (indien mogelijk staande) 3 Gij hebt de bloemen op de velden met koninklijke pracht bekleed. De zorgeloze vogels melden dat Gij uw schepping niet vergeet. 't Is alles een gelijkenis van meer dan aards geheimenis.

38 Gezang 479: 3 en 4 (indien mogelijk staande) 4 Laat dan mijn hart U toebehoren en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren om al uw tekens te verstaan. Dan is het aardse leven goed, omdat de hemel mij begroet.

39 Zegen met gezongen Amen

40 Gezegende Zondag In de Kerk voor Jou-dienst, welke begint om uur gaat voor: Ds C.D. van Alphen U bent nu van harte uitgenodigd om met elkaar een kopje koffie, thee of limonade te drinken in de Voorhof Er zijn 2 leden van het nazorgteam beschikbaar in de kerkzaal voor u; voor een luisterend oor en/of een gebed. Deze dienst is na te beluisteren op