26. Wet Medezeggenschap Onderwijs. een introductie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "26. Wet Medezeggenschap Onderwijs. een introductie"

Transcriptie

1 26. Wet Medezeggenschap Onderwijs een introductie

2 Inhoud Inleiding 1. De Wet Medezeggenschap Onderwijs in het kort 1.1 De Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO) 1.2 Verplichte instelling van een MR (artikel 2 en artikel 3 lid 1 WMO) 1.3 Maximum aantal leden (artikel 3 lid 2 WMO) 1.4 Paritaire samenstelling MR (artikel 3 lid 4 en 5 WMO) 1.5 Openheid en openbaarheid (artikel 5 lid 3 WMO) 1.6 Bescherming tegen ontslag en benadeling (art. 5 lid 8 en 9 WMO) 1.7 Bevoegdheden van de MR (artikel 5 t/m 13 WMO) 1.8 Het medezeggenschapsreglement (artikel 14 t/m 17 WMO) 1.9 Geschillen en procesbevoegdheid MR (artikel 18 t/m 25 WMO) 1.10 Instelling deelraden, gemeenschappelijke MR en geledingenraden (artikel 26 t/m 29 WMO) 1.11 Ontheffing en afwijking van de wet (artikel 30 en 31 WMO) 2. Het medezeggenschapsreglement 2.1 Ken uw medezeggenschapsreglement! 2.2 De totstandkoming van het reglement 2.3 De inhoud van het reglement 2.4 Samenstelling MR 2.5 Waarborg nakomen plichten MR 2.6 Geheimhouding 2.7 Verkiezingen 2.8 Afwijking bijzondere bevoegdheden (artikel 15 lid 2 WMO) 2.9 Termijnen voor advies en instemming 2.10 Andere geschillen 2.11 De bijlagen van het reglement 3. De algemene bevoegdheden van de MR 3.1 Het informatierecht 3.2 Het initiatiefrecht 3.3 Het besprekingsrecht 3.4 Het overlegrecht (artikel 5 lid 1 WMO) 4. De bijzondere bevoegdheden van de MR 4.1 Het adviesrecht 4.2 Het instemmingsrecht 4.3 'Licht' adviesrecht van de minder betrokken geleding 4.4 Principebesluit en regelingen van de gevolgen 4.5 Welke aangelegenheid is van toepassing? 4.6 Regels wijze besluitvorming 4.7 Grenzen van de WMO-bevoegdheden

3 5. De geschillenregeling en procesbevoegdheid MR 5.1 De geschillenregeling 5.2 De geschillencommissie 5.3 Instemmingsgeschil 5.4 Adviesgeschil 5.5 Interpretatiegeschil 5.6 Reglementsgeschil 5.7 Andere geschillen 5.8 Naar de rechter? 6. De positie van de MR 6.1 De positie van de MR binnen de school 6.2 Verantwoording van de MR naar de achterban 6.3 De relatie met het bestuur en de schoolleiding 6.4 Het contact tussen MR'en, GMR of deelraden 6.5 De relatie tussen MR en geledingenraad 6.6 Relatie (G)MR en vakbond 7. Instelling Gemeenschappelijke MR en deelraden 7.1 De medezeggenschap volgt de zeggenschap 7.2 Overdracht van bevoegdheden 7.3 De Gemeenschappelijke MR (artikel 28 WMO) 7.4 De instelling van deelraden 8. Faciliteiten voor MR-leden 8.1 MR-faciliteiten in de WMO 8.2 Voorzieningen 8.3 Scholing 8.4 Verdeling van middelen voor de MR, ouderraad en deelraad 9. Gebruikte afkortingen 10. Meer informatie

4 Inleiding Medezeggenschap in het onderwijs verschilt op essentiële punten van de medezeggenschap in andere bedrijfssectoren. Allereerst is er sprake van een andere wettelijke grondslag: niet de Wet op de ondernemingsraden is voor het onderwijs van toepassing, maar de Wet Medezeggenschap Onderwijs. Ook de participanten in een medezeggenschapsraad (MR) zijn anders dan bij een ondernemingsraad. Naast personeel hebben ook de 'afnemers' van het onderwijs, de ouders en/of leerlingen zitting in een MR. Verder zijn veel regels voor het functioneren van een MR niet in de wet vastgelegd maar moeten deze regels gevonden worden in het door de school zelf vastgestelde medezeggenschapsreglement. Anders dan voor een ondernemingsraad is dit medezeggenschapsreglement een wettelijk verplichte overeenkomst tussen de MR en het schoolbestuur. Tot zover, op de meest bondige wijze samengevat, de belangrijkste verschillen tussen een ondernemingsraad en een medezeggenschapsraad. Maar er is natuurlijk meer. Daarom is dit boekje geschreven. De inhoud van dit boekje is met name gericht op diegenen die voor het eerst met medezeggenschap in het onderwijs te maken krijgen. Getracht wordt de lezer enig inzicht te geven in de regels van medezeggenschap in het onderwijs. Uitgangspunt hierbij is de Wet Medezeggenschap Onderwijs. Daarmee is echter ook meteen de beperkte reikwijdte van dit boekje aangegeven, want er is natuurlijk nog méér. Immers, naast de formele regels van de medezeggenschap zal elk MR-lid óók bekend moeten zijn met verdere regelgeving, zoals bijvoorbeeld de inhoud van de geldende CAO, vergaderprocedures en onderhandelingstechnieken. Dit alles valt echter buiten het bestek van deze uitgave. Daarom volgt hier alvast een - en misschien wel belangrijkste - advies: zorg ervoor dat uw MR voor zijn leden regelmatig en voldoende scholing inplant! 1. De Wet Medezeggenschap Onderwijs in het kort 1.1 De Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO) De huidige Wet Medezeggenschap Onderwijs stamt uit 1992 en is in de plaats gekomen van de WMO De wet geldt voor alle van overheids-wege bekostigde scholen, met uitzondering van het hoger onderwijs. De betrokkenheid van ouders en leerlingen bij de school èn de grondwettelijke vrijheid van onderwijs zijn de reden geweest van een aparte regeling voor de medezeggenschap in het onderwijs. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste onder-delen van de Wet Medezeggenschap Onderwijs, hierna afgekort als 'WM-O'. In de volgende paragrafen worden enkele van deze onderdelen nader belicht. 1.2 Verplichte instelling van een MR (artikel 2 en artikel 3 lid 1 WMO) De instelling van een MR is als een wettelijke verplichting in de WMO vastgelegd. Voor het bijzonder onderwijs is naleving van de regels van de WMO een voorwaarde voor de bekostiging van de school door het ministerie. Dit betekent dat een bijzondere school weliswaar formeel niet verplicht is uitvoering te geven aan de regels van de WMO, maar dan wel intrekking van de overheidsbekostiging riskeert. Voor het openbaar onderwijs geldt de WMO echter als een dwingend voorschrift. Naleving van de WMO veronderstelt in elk geval een inspanning van de kant van het bestuur om een MR te laten functioneren binnen de school.

5 Stel, een school heeft nog geen MR. Noch het personeel en de ouders, noch het bestuur doen enige moeite. Krijgt de school dan geen geld? Jawel, maar zodra er een ouder of personeelslid is dat wel moeite doet voor een MR en bij tegenwerking van het bestuur de onderwijsinspectie inlicht, zal de in-pectie het bestuur wijzen op zijn verantwoordelijkheid om een MR in te stellen. Maar als er helemaal niemand in de MR zitting wil nemen, wat dan? Dan houdt het op. Het bestuur kan de oprichting van een MR regelmatig stimuleren maar meer ook niet. Het personeel en de ouders laten dan de gelegenheid voorbij gaan om het beleid van de school te beïnvloeden. 1.3 Maximum aantal leden (artikel 3 lid 2 WMO) Het aantal leden van de MR is afhankelijk van het aantal leerlingen op school. De WMO geeft afhankelijk van het aantal leerlingen slechts aan, hoeveel leden maximaal in de MR mogen zitten. Op een kleine school met minder dan 250 leerlingen bestaat de MR maximaal uit zes leden. Op een grote school met 1250 of meer leerlingen is het maximale aantal 18 leden. Het feitelijk, voor de MR geldende aantal zetels, moet in het medezeggenschapsreglement van de school zelf worden bepaald. 1.4 Paritaire samenstelling MR (artikel 3 lid 4 en 5 WMO) De WMO schrijft voor dat de MR paritair is samengesteld. Dit betekent dat er binnen het totale aantal zetels van de MR net zoveel zetels zijn voor de ouders en/of leerlingen samen als voor de personeelsleden. De vertegenwoordigers van deze geledingen worden in de MR gekozen door hun eigen achterban: onderwijspersoneel door en vanuit onderwijspersoneel, ouders en leerlingen door en vanuit ouders en leerlingen. Afhankelijk van de schoolsoort is er in de WMO ook vastgelegd of de laatstgenoemde geleding alleen uit en door ouders gekozen wordt dat er ook leerlingen in de MR zitting kunnen hebben. Op een basisschool kunnen uitsluitend ouders in de MR gekozen worden. Op een school voor voortgezet onderwijs zitten er personeelsleden, ouders én leerlingen in de raad. De MR van een BVE-instelling kan naast personeel echter geheel uit leerlingen bestaan. 1.5 Openheid en openbaarheid (artikel 5 lid 3 WMO) De MR heeft tot taak de openheid en openbaarheid en het onderling overleg in de school zo veel mogelijk te bevorderen. Weliswaar is het aan de MR zelf om hier op een eigen wijze invulling aan te geven. Vanwege deze opdracht zal elke MR wel extra voorzichtig moeten zijn waar het gaat om het accepteren van vertrouwelijkheid of geheimhouding. Ook betekent het dat de vergaderingen van de MR in principe openbaar zijn. Wel is het zinvol om in het medezeggenschapsreglement of in het huishoudelijk reglement van de MR vast te leggen dat de MR, indien nodig, af kan wijken van dit algemene principe van openbaarheid van vergadering. Artikel 5 lid 6 van de WMO belicht een tegengesteld aspect van de openbaarheid. Hier gaat het om de wettelijke mogelijkheid een MR-lid uit te sluiten van (een onderdeel van) de raadsvergadering indien een persoonlijk belang van het betrokken lid in het geding is. De MR besluit dan tevens dat de behandeling van dat onderwerp in een besloten vergadering plaatsvindt. 1.6 Bescherming tegen ontslag en benadeling (art 5 lid 8 en 9 WMO)

6 Gekozen MR-leden, kandidaat MR-leden en ex-mr-leden zijn wettelijk beschermd tegen ontslag. Dit wil niet zeggen dat een personeelslid dat in de MR zit niet ontslagen kan worden. Maar iemand mag niet ontslagen worden vanwege een huidig of voormalig lidmaatschap van de MR. Dit geldt eveneens voor kandidaat-mr-leden. Ook mag het MR-lid niet benadeeld worden in zijn carrière vanwege het MR-lidmaatschap. Een personeelslid dat vanwege zijn lidmaatschap benadeeld wordt, kan het beste contact opnemen met de AOb. Benadeling vanwege het MR-lidmaatschap betekent echter ook een essentiële aantasting van het functioneren van de gehele MR. Het is dan ook zaak dat de MR benadeling als collectief aanpakt en bestrijdt. 1.7 Bevoegdheden van de MR (artikel 5 t/m 13 WMO) De bevoegdheden van een MR zijn te onderscheiden in algemene en bijzondere bevoegdheden. Onder algemene bevoegdheden wordt verstaan: het informatierecht, het overlegrecht, het besprekingsrecht en het initiatiefrecht. Deze rechten zijn opgenomen in artikel 5 WMO. Hiernaast beschikt de MR, of een geleding van de MR, over bijzondere bevoegdheden: de advies- en instemmingsrechten. Alle onderwerpen waarbij een advies- of instemmingsrecht van toepassing is staan, als standaardregeling, in de artikelen 6 t/m 10 WMO. In de paragrafen 3 en 4 wordt meer uitgebreid ingegaan op de betekenis van de algemene en bijzondere bevoegdheden van de MR. 1.8 Het medezeggenschapsreglement (artikel 14 t/m 17 WMO) In de WMO is voorgeschreven dat het bestuur, na instemming van de MR, voor elke school een medezeggenschapsreglement vaststelt. Dit medezeggenschapsreglement kan gezien worden als een overeenkomst tussen het schoolbestuur en de MR over de wijze waarop de medezeggenschap aan de school gestalte krijgt. Zolang men binnen de kaders van de wet blijft zijn het schoolbestuur en de MR vrij om in het reglement nadere afspraken vast te leggen. De WMO geeft slechts aan welke onderwerpen hierin minimaal moeten worden vastgelegd, en welke hierin facultatief kunnen worden opgenomen. Onderwerpen als bijvoorbeeld de wijze van verkiezing, het aantal zetels binnen de MR, de termijnen voor het uitbrengen van advies of instemming, en uitsluiting van MR-leden moeten in het medezeggenschapsreglement worden vastgelegd. Over deze zaken dient men dus niet de WMO, maar altijd het eigen reglement te raadplegen. Daarom wordt hier alvast nadrukkelijk gewezen op het belang kennis te hebben van de inhoud van het eigen reglement. In hoofdstuk 2 wordt meer uitgebreid aandacht besteed aan de inhoud van het medezeggenschapsreglement. 1.9 Geschillen en procesbevoegdheid MR (artikel 18 t/m 25 WMO) Waar partijen, MR en bestuur of directie, met elkaar moeten overleggen, kunnen meningsverschillen ontstaan. Wanneer er sprake is van een geschil kan de geschillenregeling in de WMO mogelijk een oplossing bieden. In artikel 18 WMO is vastgelegd dat elke school moet zijn aangesloten bij een geschillencommissie. Volgens, eveneens in de WMO (artikelen 20 t/m 23) vastgelegde procedures, kunnen afhankelijk van het onderwerp van geschil, bestuur en/of MR een geschil bij deze commissie aanmelden. De uitspraak van de commissie is bindend. In paragraaf 5 wordt nader ingegaan op de verschillende aspecten van de geschillenprocedure.

7 1.10 Instelling deelraden, gemeenschappelijke MR en geledingenraden (artikel 26 t/m 29 WMO) Naast een MR kunnen aan scholen in het voortgezet onderwijs of aan een ROC ook deelraden worden ingesteld. De voorwaarden voor instelling van deelraden zijn vastgelegd in artikel 27 WMO. Naast deelraden schept artikel 28 WMO voor alle schoolsoorten de mogelijkheid om voor meerdere scholen onder hetzelfde bestuur een Gemeenschappelijke MR (GMR) op te richten. In paragraaf 7 wordt nader ingegaan op de regels m.b.t. de instelling van een GMR of deelraden. Artikel 26 WMO maakt het mogelijk om aan elke school een leerlingen- of ouderraad en een personeelsraad in te stellen. De WMO gebruikt hiervoor het begrip 'geledingenraad'. Dergelijke raden kunnen gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de MR over onderwerpen die specifiek betrekking hebben op de geleding. Hiernaast schept artikel 29 WMO tevens de mogelijkheid om voor meerdere scholen gezamenlijk een gemeenschappelijke geledingenraad in te stellen. Voor de duidelijkheid: een geledingenraad is een apart orgaan en is dus niet hetzelfde als bijvoorbeeld de oudergeleding van de MR! 1.11 Ontheffing en afwijking van de wet (artikel 30 en 31 WMO) De WMO geeft het bestuur de mogelijkheid om, na toestemming van de minister, af te wijken van een of meer bepalingen uit de wet. Voorafgaand aan zo'n verzoek moet het bestuur hierover de instemming van de MR vragen (artikel 6g WMO). Voordat de minister over het verzoek beslist vraagt hij hierover advies aan de Onderwijsraad. De Onderwijsraad beoordeelt of de verzochte afwijking, voor alle betrokkenen, een verbetering voor de medezeggenschap betekent. In de afgelopen jaren zijn reeds tientallen verzoeken tot afwijking gehonoreerd. Naast afwijking is het ook mogelijk ontheffing van de verplichting tot instellen van een MR aan te vragen bij de minister (WMO, artikel 31). Een aantal scholen op gereformeerde grondslag en Vrije Scholen bijvoorbeeld, hebben een dergelijke ontheffing gekregen omdat de instelling van een MR niet strookt met hun doelstellingen. Ook kunnen scholen die vanwege hun godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging geen leerlingen in de MR willen, ontheffing van deelname van leerlingen vragen aan de minister. Verleent de minister toestemming, dan wordt de ouder- en leerlingengeleding uitsluitend gekozen door en uit ouders (WMO, artikel 31). Een ontheffingsverzoek vereist de instemming van een meerderheid van tweederde van zowel het personeel van de school als van de ouders of leerlingen. 2. Het medezeggenschapsreglement 2.1 Ken uw medezeggenschapsreglement! Veel regels voor het functioneren van een MR staan niet in de wet, maar moeten door de school zelf worden vastgelegd in het medezeggenschapsreglement. Die regels kunnen daarom per school verschillen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om zaken zoals de zetelverdeling, de verkiezingsprocedure, regels voor uitsluiting van MR-leden, maar ook de bevoegdheden en de termijnen. Het is daarom belangrijk dat elk MR-lid op de hoogte is van de inhoud van het geldende reglement. In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op de totstandkoming en de belangrijkste onderdelen van het medezeggenschapsreglement.

8 2.2 De totstandkoming van het reglement De wijze waarop het medezeggenschapsreglement tot stand komt is in artikel 14, lid 1 en 2 van de WMO geregeld. Uitgangspunt is dat het bestuur een voorstel voor (een wijziging van) het reglement aan de MR ter instemming voorlegt. En de MR moet met een gekwalificeerde meerderheid van tweederde instemmen met het voorstel. Pas daarna kan het reglement door het bestuur formeel worden vastgesteld. Meestal maakt het bestuur bij zijn voorstel gebruik van een modelreglement. Aan zo'n modelreglement hebben verschillende onderwijsorganisaties meegewerkt. Elke denominatie kent zijn eigen modelreglement. Zo zijn er modelreglementen voor het katholiek, protestants christelijk, algemeen bijzonder, openbaar en islamitisch onderwijs. Bij onenigheid tussen bestuur en MR over een bestuursvoorstel tot vaststelling of wijziging van het medezeggenschapsreglement kunnen zowel het bestuur als de MR naar de geschillencommissie toegaan. Er is echter een uitzondering. Een geschil over een andere dan de wettelijke bevoegdheidsverdeling kan niet voorgelegd worden aan de geschillencommissie (zie hierover hoofdstuk 5). 2.3 De inhoud van het reglement De WMO geeft in artikel 15 een overzicht van de onderwerpen die in het medezeggenschapsreglement moeten, of kunnen, worden geregeld. Dit artikel bestaat uit drie delen: een verplicht deel en twee facultatieve delen. In het verplichte deel staat onder andere: - het aantal leden; - de zittingsduur; - de verkiezingsprocedure; hoe wordt gewaarborgd dat de MR-leden hun verplichtingen nakomen; wanneer het bestuur, op verzoek van de MR, zelf met de MR overlegt indien het overleg opgedragen is aan de schoolleiding; - de termijnen waarbinnen instemming en advies moet worden gegeven; - de wijze van informatieverstrekking van het bestuur aan de MR (zie paragraaf 3); - procedure voor het beslechten van geschillen tussen bestuur en MR waarvoor deze wet niet in een geschillenregeling voorziet (bijvoorbeeld schriftelijk voorleggen aan een interne commissie). Genoemde onderdelen behoren tot de verplichte inhoud van het medezeggenschapsreglement. Dat ze er in moeten staan is dus duidelijk, maar hoe precies is een zaak van overleg tussen bestuur en MR. In de facultatieve delen van het medezeggenschapsreglement kan bijvoorbeeld staan; - een regeling indien voor een afwijkende bevoegdheidsverdeling is gekozen; - de toekenning aan de MR van de bevoegdheid het personeel te vertegenwoordigen in het kader van de arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet) en bij de commissie gelijke behandeling; - welke geschillen tussen bestuur en MR, waarvoor de wet geen geschillenregeling biedt, voorgelegd worden aan de geschillencommissie waar de school bij is aangesloten. In het hierna volgende deel van deze paragraaf wordt nader ingegaan op enkele onderdelen van zowel het verplichte als het facultatieve deel van het medezeggenschapsreglement. 2.4 Samenstelling MR In artikel 3 WMO wordt slechts, in relatie tot het aantal leerlingen van de school, een maximum gesteld aan het aantal leden van de MR. In het medezeggenschapsreglement moet daarom de keuze voor een feitelijk aantal zetels in de MR worden vastgelegd. Dit kan

9 gelijk zijn aan het maximum aantal leden conform de WMO, maar dit aantal mag natuurlijk ook lager zijn. 2.5 Waarborg nakomen plichten MR In het medezeggenschapsreglement dienen bestuur en MR de wijze vast te leggen waarop gewaarborgd wordt dat de leden van de raad hun verplichtingen nakomen (WMO, artikel 15 lid 1e WMO). Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het schenden van een geheimhoudingsplicht door een MR-lid, of het in ernstig mate belemmeren van de werkzaamheden van de MR. In alle modelreglementen is een artikel opgenomen dat het mogelijk maakt om een MR-lid dat zich niet aan zijn verplichtingen houdt, hierop te wijzen. De reglementen verschillen in de gevolgen en procedure. De gevolgen voor een MR-lid variëren: - de MR wijst het lid schriftelijk op zijn plichten; - de MR beëindigt het lidmaatschap van het MR-lid; - het bestuur sluit (op verzoek van de MR) het MR-lid uit van de MR-werkzaamheden voor ten hoogste de resterende zittingsperiode. 2.6 Geheimhouding In de WMO staan, sinds een kleine wetswijziging in 1996, geen voorschriften meer over het opleggen van geheimhouding door het bestuur of de MR. De meeste scholen hebben in hun medezeggenschapsreglement echter wèl regels staan voor het opleggen van geheimhouding. Meestal is daarin aangegeven dat tegelijk met het opleggen van geheimhouding duidelijkheid zal moeten zijn: - om welke schriftelijke of mondelinge gegevens het gaat; - hoe lang de geheimhoudingsplicht duurt; - ten opzichte van wie de geheimhouding niet geldt. Echter, ook wanneer het reglement geen regels over geheimhouding bevat zullen MR-leden zorgvuldig om moeten gaan met gegevens waarvan men kan weten dat het handhaven van vertrouwelijkheid gewenst is. Dit zal vooral het geval zijn bij persoonsgebonden gegevens, en bij informatie waarbij het (voortijdig) naar buiten brengen daarvan schadelijk kan zijn voor de school. Geheimhouding kan echter botsen met de wettelijke taak van de MR om openheid, openbaarheid en onderling overleg te bevorderen (artikel 5 lid 3 WMO). Daarom kan het bestuur ook meestal niet in redelijkheid eisen dat een MR, als vertegenwoordigend overlegorgaan, zonder enige raadpleging van de achterban onder geheimhouding een definitief besluit neemt. 2.7 Verkiezingen Een MR wordt uit en door het personeel, en uit en door de ouders/leerlingen gekozen. Alleen de leden van het schoolbestuur en de door het bestuur gemandateerde directieleden zijn, wat betreft de kandidaatstelling, van dit kiesrecht uitgesloten. Binnen deze grenzen dient in het medezeggenschapsreglement een eigen verkiezingsprocedure te worden vastgelegd. Kern van elke verkiezingsprocedure is altijd een combinatie van twee procedures: een procedure die bepaalt voor welke zetels kandidaten worden gesteld en een andere procedure die bepaalt op welke manier de stemmen worden uitgebracht. Zo gaat het bij het integraal stelsel en het kiesgroepenstelsel om de toedeling van zetels binnen de MR-geledingen. Het personenstelsel en het lijstenstelsel heeft daarentegen betrekking op de manier waarop bij verkiezing gestemd wordt.

10 De verdeling van zetels in de MR Integraal stelsel Er is sprake van een integrale MR-verkiezing wanneer een personeelslid of een lid van de ouder- of leerling-geleding voor alle MR-zetels van eigen geleding verkiesbaar kan zijn of een stem kan uitbrengen. Bij het integraal verkiezingsstelsel wordt er geen onderscheid gemaakt tussen categorieën personeel of tussen de verschillende locaties of afdelingen binnen een instelling. Alle stemgerechtigden binnen een MR-geleding krijgen eenzelfde stemformulier. Op de meeste scholen wordt de MR op deze wijze gekozen. Een nadeel van dit verkiezingsstelsel is echter het risico dat delen van de school of categorieën personeel, vanwege de stemverhouding of onvoldoende kandidaten, met een onevenredig groot aantal leden in de raad vertegenwoordigd wordt. Kiesgroepenstelsel Doel van het kiesgroepenstelsel is een evenredige vertegenwoordiging binnen de MRgeledingen te bereiken van de verschillende categorieën personeel/ouders/leerlingen. Door kiesgroepen in te stellen worden er schotten tussen deze categorieën geplaatst. Eigenlijk is de scheiding tussen de geleding personeel èn de geleding ouders/leerlingen ook een vorm van een kiesgroepenstelsel. Hierbij gaat het echter om de pariteit van de MR-geledingen, niet om evenredigheid. Bij kiesgroepen kan gedacht worden aan onderwijsgevend- en onderwijsondersteunend personeel. Daarnaast schept artikel 3 lid 6 WMO, m.u.v. het basisonderwijs, de mogelijkheid om ook voor afdelingen, sectoren of locaties aparte kiesgroepen in te stellen. In het medezeggenschapsreglement wordt dan het recht van elke kiesgroep op een vastgesteld aantal kwaliteitszetels in de MR vastgelegd. Alleen kandidaten uit de betreffende kiesgroep kunnen zich voor deze 'eigen' zetels kandidaat stellen en de kiezer kiest uitsluitend uit de kandidaten van de eigen kiesgroep. Ook bij tussentijdse vacatures blijft deze regel bestaan. Het kiesgroepenstelsel, ook wel districtenstelsel genoemd, kan voor grote instellingen een goede keus zijn. De wijze van kiezen Het personenstelsel Bij het personenstelsel brengt de kiezer op net zoveel kandidaten een stem uit als er voor de geleding zetels te vervullen zijn. Op de meeste scholen vinden verkiezingen volgens het personenstelsel plaats. Voorwaarde voor zo'n stelsel is dat men de kandidaten kent, anders wordt het voor de kiezer vrijwel onmogelijk om een goede keuze te maken. Wel is het mogelijk dat kandidaten zichzelf profileren op basis van een 'kandidatenlijst' die is ingediend door een bepaalde groep of een organisatie. Als de school het personenstelsel toepast heeft kandidaatstelling door een vakbond weinig praktische betekenis. Hoewel er achter de naam van de kandidaat vermeld kan worden of en door welke organisatie men kandidaat is gesteld, gaat het bij het personenstelsel toch om de personen. Lijstenstelsel Artikel 3 lid 9 WMO geeft de mogelijkheid voor vakbonden en ouder- of leerlingenorganisaties om kandidaten te stellen. Bij een lijstenstelsel is elke kandidaat verbonden aan een lijst waaraan vaak ook een programma verbonden is, vergelijkbaar met de verkiezing van de Tweede Kamer. Anders dan bij het personenstelsel stemt de kiezer slechts op één van de kandidaten en brengt dus slechts één stem uit op de lijst. Naast lijsten die worden ingediend door organisaties kunnen groepen personeel, ouders of leerlingen ook een 'vrije' lijst indienen. Elke lijst kan zich profileren met een eigen

11 programma dat wordt onderschreven door de kandidaten van de lijst. De indieners van de lijst, bijvoorbeeld de vakbondsleden binnen een school, leggen dan vooraf actiepunten vast. Een lijstenstelsel is vooral zinvol bij grote instellingen waar men niet iedereen persoonlijk kent. In dat geval is het voor de kiezer eenvoudiger om, al dan niet door het uitbrengen van een voorkeurstem, een keuze te maken uit een van de verschillende (programma) lijsten. Het lijstenstelsel kan tevens in combinatie met het kiesgroepenstelsel worden toegepast. 2.8 Afwijking bijzondere bevoegdheden (artikel 15 lid 2 WMO) Een standaardverdeling van onderwerpen waarover een advies- of een instemmingsbevoegdheid geldt is in de artikelen 6 t/m 10 van de WMO vastgelegd. Het staat bestuur en MR hebben echter de mogelijkheid om een andere dan deze wettelijke verdeling van bevoegdheden af te spreken, en dit in het medezeggenschapsreglement vast te leggen. Hiervoor kan gekozen worden uit twee mogelijkheden. De eerste mogelijkheid is het omzetten van de bevoegdheden. Instemmingsbevoegdheden kunnen bijvoorbeeld omgezet worden in adviesbevoegdheden en omgekeerd, instemmingsrechten van ouders kunnen adviesrechten van het personeel worden (artikel 15 lid 2 onder a t/m d). Alle variaties zijn mogelijk. Wel is er voor elke omzetting de instemming van het bestuur en van tweederde deel van de MR nodig. Worden bestuur en MR het over zo'n omzetting niet eens, dan blijft de wettelijke verdeling gelden. Een meningsverschil over de verdeling van bevoegdheden kan daarom ook niet aan de geschillencommissie worden voor-gelegd. Elke omzetting van advies- en instemmingsbevoegdheden die bestuur en MR overeengekomen zijn, en is vastgelegd in het reglement, geldt telkens voor een termijn van maximaal 2 jaar (artikel 17 in de WMO). Wordt deze termijn niet vóór afloop daarvan verlengd, dan gelden nadien weer de wettelijke advies- en instemmingsbevoegdheden. Een tweede mogelijkheid is het toevoegen van extra 'aangelegenheden' die niet in de WMO zijn genoemd, dat wil zeggen: onderwerpen waarop een advies- of instemmingsrecht van toepassing wordt verklaard (artikel 15 lid 2 onder e). Hierbij kan gedacht worden aan het, conform de geldende CAO, toekennen van een instemmingsrecht over arbeidsvoorwaardelijke zaken aan de personeelsgeleding van de MR (zie paragraaf 6 over de relatie (MR en vakbond). Anders dan bij omzetting, geldt voor nieuwe aangelegenheden (die dus niet reeds in de WMO staan) niet de beperkte geldigheidsduur van 2 jaar. 2.9 Termijnen voor advies en instemming In het medezeggenschapsreglement moet worden vastgelegd binnen welke termijn de MR advies en instemming uitbrengt. Op dit punt bestaan er belangrijke verschillen tussen de modelreglementen onderling. De volgende procedures komen hierin voor: - of het bestuur stelt de MR een redelijke termijn waarbinnen advies of instemming uitgebracht moet worden (de invulling van het begrip 'redelijke' zal dan in samenspraak tussen MR en bestuur per keer een nadere invulling moeten krijgen). - of er is een termijn van een of twee maanden in het medezeggenschapsreglement opgenomen. In dit laatste geval kan op verzoek van de MR of betrokken geleding de termijn verlengd worden. - Bij het verstrijken van de termijn wordt er, bij het uitblijven van een reactie van de MR, vanuit gegaan dat de MR het eens is met het voorgenomen besluit. - Indien het bestuur in geval van een adviesaanvrage het advies van de MR niet (geheel) volgt, deelt het dat zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen twee weken (of 10 dagen) mee.

12 2.10 Andere geschillen Het is niet ondenkbaar dat er op enig moment tussen bestuur en de MR een geschil ontstaat waarop geen van de geschillenregelingen uit de WMO toepasbaar zijn. Voor zo'n situatie zullen MR en bestuur zelf invulling moeten geven aan een aanvullende geschillenprocedure. In artikel 15 lid 1j WMO is daarom bepaald dat in het medezeggenschapsreglement in elk geval dient te worden vastgelegd welke procedure dan zal worden gevolgd: is er een interne arbitragecommissie of welke andere vorm van geschillenbeslechting is er dan beschikbaar? Artikel 15 lid 3d WMO biedt de aanvullende mogelijkheid in het medezeggenschapsreglement aan te geven welke geschillen, waarvoor de WMO niet reeds in een procedure voorziet, voor een uitspraak aan de geschillencommissie kunnen worden voorgelegd. Voorwaarde hiervoor is dat de geschillencommissie in het eigen reglement de ontvankelijkheid voor dergelijke 'andere geschillen' heeft vastgelegd. Dit is echter bij vrijwel alle commissies het geval. In het medezeggenschapsreglement van de school zal echter duidelijk omschreven moeten worden om welke specifieke geschillen het gaat. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan afwijzende reactie van het bestuur op een initiatiefvoorstel van de MR, of geschil over (de kosten van) het inhuren van een externe adviseur door de MR. Een algemene formulering die alle onvoorziene geschillen dekt, een soort vangnet dus, wordt door geschillencommissies niet geaccepteerd De bijlagen van het reglement Bij het medezeggenschapsreglement horen twee bijlagen, die geen deel uitmaken van het reglement zelf, maar die wel verplicht zijn (WMO, artikel 16). De ene bijlage wordt door de MR zelf vastgesteld. Hierin komen zaken van huishoudelijke aard (het huishoudelijk reglement) te staan, en de interne verdeling van de financiële middelen. De andere bijlage wordt door het bestuur vastgesteld, en regelt o.a. wie het bestuur bij het overleg met de MR vertegenwoordigt. Bij onenigheid over de inhoud van de bijlagen kunnen MR of bestuur niet naar de geschillencommissie. Huishoudelijk reglement MR In een bijlage bij het medezeggenschapsreglement legt de MR zaken van huishoudelijke aard vast (WMO, artikel 16). Over huishoudelijke afspraken beslist de MR geheel zelfstandig, dus zonder bemoeienis van het bestuur. Het huishoudelijk reglement wordt telkens bij meerderheid van stemmen door de MR zelf vastgesteld of gewijzigd. Op huishoudelijk gebied kunnen de volgende zaken geregeld worden: - wanneer, hoe, en hoe vaak komt de raad bijeen; - quorum: aantal aanwezigen noodzakelijk voor een besluitvormende vergadering; - taken van de voorzitter en secretaris; - agenda: totstandkoming en bekendmaking; - stemprocedures: wanneer bij meerderheid, stakende stemmen, wanneer schriftelijk; - vergaderverslag: altijd, wie, verspreiding, bezwaren; - jaarverslag: wanneer, wie, hoe verspreiden. - wanneer besluit de MR tot vergadering achter gesloten deuren? Met de huishoudelijke bepalingen spreekt de MR dus af op een bepaalde wijze te werken. Heldere afspraken over bijvoorbeeld de wijze van stemmen, de agenda en notulen, komen het onderling vertrouwen en een goede communicatie ten goede. Ieder weet waar hij zich aan dient te houden. Bij de diverse modelmedezeggenschapsreglementen zit ook een model voor het huishoudelijk reglement. In een huishoudelijk reglement kunnen vanzelfsprekend geen bepalingen opgenomen worden die in strijd zijn met de wet of het medezeggenschapsreglement.

13 In de eigen bijlage moet de MR ook bepalen hoe de raad de middelen die het bestuur beschikbaar heeft gesteld, verdeelt. Welke middelen, hoeveel geld, gaan er naar de eventuele geledingenraden (personeelsraad, ouderraad, leerlingenraad)? Bijlage bestuur In de bijlage van het bestuur moet door het bestuur zelf worden vastgelegd: - bij welke geschillencommissie het bestuur is aangesloten; - wie het bestuur vertegenwoordigt in besprekingen met de raad; - of een lid van de schoolleiding namens het bestuur DGO voert; - of een lid van de schoolleiding op zijn verzoek kan worden ontheven van de taak het bestuur te vertegenwoordigen in het MR-overleg; - een regeling voor het vervallen van het lidmaatschap van een MR-lid dat tevens lid van de schoolleiding is en de opdracht heeft gekregen het overleg met de MR te voeren. 3. De algemene bevoegdheden van de MR De bevoegdheden van de MR zijn onder te verdelen in algemene bevoegdheden en bijzondere bevoegdheden. De bijzondere bevoegdheden betreffen het adviesrecht en het instemmingsrecht van de MR die zijn vastgelegd in de artikelen 6, 7, 8 en 9 van de WMO. In paragraaf 4 worden deze bijzondere bevoegdheden nader belicht. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de algemene bevoegdheden van de MR. Deze rechten zijn allemaal vastgelegd in artikel 5 WMO. Het gaat hierbij om het informatierecht, het initiatiefrecht, het overlegrecht en het besprekingsrecht. Deze rechten zijn het fundament voor het functioneren van elke MR. 3.1 Het informatierecht Het informatierecht is misschien wel het belangrijkste recht van de MR. Zonder voldoende informatie kan geen enkele MR een echte inbreng hebben. Het tijdig ontvangen van voldoende informatie via het bestuur is ondermeer van groot belang voor de MR om tot een weloverwogen oordeel te kunnen komen over bijvoorbeeld een advies- of instemmingsaanvraag. Het informatierecht van de MR is te vinden in artikel 5 lid 5 WMO. Dit recht is te onderscheiden in een algemeen informatierecht, een periodieke informatieplicht voor het bestuur, en een plicht voor het bestuur om bij een aantal voornemens onverwijld de MR te informeren. Het algemene informatierecht van de MR Het algemene informatierecht houdt in dat het bestuur of zijn vertegenwoordiger de MR gevraagd of ongevraagd tijdig alle inlichtingen moet verschaffen die de raad redelijkerwijze nodig heeft voor de vervulling van zijn taak. Dit recht kent twee aspecten: er is een 'actief' informatierecht en een 'passief' informatierecht. Het passieve informatierecht van de MR betekent voor het bestuur de plicht om de MR uit zichzelf goed te informeren. Het actieve informatierecht van de MR houdt in dat de MR zelf ook het bestuur om informatie kan vragen die hij nodig heeft om zijn werk te doen. Twee begrippen vallen op in de wettelijke omschrijving van het informatierecht: tijdig en redelijkerwijs. Over de praktische invulling van deze twee termen zullen bestuur en MR het eens moeten worden. Strategisch gezien kan de MR het bestuur het beste om informatie vragen in het kader van een bijzondere bevoegdheid. Bijvoorbeeld: vanwege het adviesrecht van de MR op de

14 verbouwing van de school vraagt de MR het onderzoeksrapport op van de beheersmaatschappij. Als de MR informatie aanvraagt in het kader van het advies- of instemmingsrecht staat de raad bij een eventueel verschil van mening over de interpretatie van het begrip 'redelijkerwijs' al een stuk sterker. Periodieke informatieplicht bestuur Naast het algemene informatierecht van de MR legt artikel 5 lid 5 WMO aan het bestuur ook de verplichting op om periodiek een aantal schriftelijke basisgegevens aan de MR te verstrekken. Het gaat daarbij om gegevens die de MR nodig heeft om te kunnen functioneren. Voorgeschreven is dat het bestuur de MR aan het begin van het schooljaar schriftelijk informatie verschaft over: - de samenstelling van het bestuur; - de organisatie binnen de school (organogram); - de taakverdeling tussen bestuur en schoolleiding; - de hoofdpunten van het al vastgestelde beleid. Hiernaast moet het bestuur tenminste eenmaal per jaar schriftelijk informatie geven over: - het gevoerde beleid in het afgelopen jaar, - de beleidsplannen voor het komende schooljaar op financieel, organisatorisch en onderwijskundig gebied. Onverwijlde informatieplich t bestuur Soms is het nodig dat de MR, zonder dat er al sprake is van een uitgewerkt conceptbesluit, direct van een voornemen door het bestuur in kennis wordt gesteld. Dit zal vooral het geval zijn wanneer het bestuur een beslissing wil gaan nemen die verband houdt met het voortbestaan van de school. Daarom bepaalt artikel 5 lid 5 WMO tevens dat het bestuur de MR onverwijld in kennis moet stellen van de volgende voornemens: - verandering van de onderwijskundige doelstellingen, - verandering van de grondslag, - veranderingen in (het beleid in verband met) de werkzaamheden van de school of een onderdeel van de school, - (beleidsverandering in verband met) overdracht, omzetting, of fusie van de school of een onderdeel van de school. Afspraken over informatieverstrekking In het medezeggenschapsreglement moet de wijze waarop het bestuur informatie verstrekt worden vermeld (artikel 15 lid 1g WMO). Hier kan bijvoorbeeld worden vastgelegd binnen welke termijn een verzoek tot informatie gehonoreerd wordt, en of de informatieverstrekking schriftelijk of ook mondeling kan geschieden. Verder kunnen bestuur en MR afspreken op welk tijdstip de MR bepaalde steeds terugkerende informatie ontvangt. Naleving informatieplicht Weigert het bestuur informatie te verstrekken, dan heeft de MR de mogelijkheid om hierover een interpretatiegeschil (zie paragraaf 5) bij de geschillencommissie te starten. Daarnaast kan de MR van een openbare school tevens een beroep doen op de Wet Openbaarheid van Bestuur. De wet bepaalt immers dat een overheidsorgaan, waaronder het bevoegd gezag van een openbare school, een verzoek tot informatie in principe dient te honoreren. 3.2 Het initiatiefrecht Het initiatiefrecht van de MR betekent dat de MR over alle aangelegenheden die de school betreffen, voorstellen mag doen en standpunten kan kenbaar maken (WMO, artikel 5 lid 2).

15 De MR kan naar het bestuur toegaan met een meer of minder uitgewerkt initiatiefvoorstel. Het bestuur zal binnen 3 maanden schriftelijk en gemotiveerd moeten reageren op het voorstel. Vóór het bestuur een voorstel van de MR gemotiveerd afwijst, moeten bestuur en MR hierover tenminste eenmaal overlegd hebben. De nieuwe WMO stimuleert het bestuur initiatieven van de MR serieus te nemen. Wijst het bestuur een voorstel van de MR af, dan kan de MR niet naar de geschillencommissie. Het initiatiefrecht blijft de zwakste bevoegdheid van de MR. Houdt het bestuur zich echter niet aan de door de wet voorgeschreven procedure rond het initiatiefrecht, dan kan de MR natuurlijk wel naar de rechter of de geschillencommissie Het besprekingsrecht Samenhangend met het initiatiefrecht heeft de MR ook het recht om alle aangelegenheden die op de school betrekking hebben aan de orde te stellen (WMO, artikel 5 lid 2). Voorzover het over de school of de scholen gaat mag de MR dus alles bespreken, met of zonder het bestuur of de schoolleiding.- Het is niet nodig dat de MR alleen praat over aangelegenheden waarop het advies- of instemmingsrecht van toepassing is. 3.4 Het overlegrecht (artikel 5 lid 1 WMO) Naast de eigen MR-vergaderingen zal elke MR ook regelmatig overleg moeten voeren met het bestuur of met een door het bestuur gemandateerd directielid. De MR heeft hiervoor een 'recht op overleg'. Zowel het bestuur als de MR kunnen elkaar, onder opgave van redenen, uitnodigen voor zo'n 'overlegvergadering'. Aan elk verzoek tot overleg moet binnen een redelijke termijn gevolg worden gegeven. Hiernaast heeft het bestuur ook een overlegplicht. Het bestuur zal de MR tenminste twee maal per jaar in de gelegenheid stellen de algemene gang van zaken te bespreken (WMO, artikel 5 lid 1). Tijdens dit halfjaarlijkse overleg zullen vooral de hoofdlijnen van het te voeren en gevoerde beleid aan de orde komen. Dit sluit ook aan op de periodieke informatieplicht van het bestuur (zie deze paragraaf onder 'informatierecht MR'). Natuurlijk is het aantal van twee overlegvergaderingen per jaar veel te weinig. Zelfs een MR van een kleine school zal zeker 8 à 10 overlegmomenten per jaar met (een vertegenwoordiger van) het bestuur nodig hebben. Het is daarbij een goed gebruik dat bestuur en MR beurtelings een voorzitter voor de overlegvergadering leveren. Als al het overleg met de MR opgedragen is aan de schoolleiding kan de MR zo af en toe een bijeenkomst organiseren met het schoolbestuur om de contacten te onderhouden en meer of minder formeel met elkaar van gedachten te wisselen. Bij die contacten zullen vooral de grote beleidslijnen aan de orde kunnen komen. 4. De bijzondere bevoegdheden van de MR De bijzondere bevoegdheden van de gehele MR, en van de afzonderlijke geledingen van de MR, zijn standaard vastgelegd in de artikelen 6 t/m 10 WMO. In de artikelen 6 t/m 9 staat telkens een reeks 'aangelegenheden' beschreven waarover het bestuur, bij elk voorgenomen besluit, advies dan wel instemming van de hele MR of een geleding van de MR dient te vragen. Het is echter mogelijk om in het medezeggenschapsreglement een andere dan de wettelijke bevoegdheidsverdeling op te nemen (zie paragraaf 2).

16 4.1 Het adviesrecht Het adviesrecht is de bevoegdheid van de MR het bestuur te adviseren over een voorgenomen besluit. Artikel 7 WMO bevat een opsomming van alle 'aangelegenheden' waarover de MR adviesrecht heeft. Onderwerpen die de wettelijke verantwoordelijkheid van het bestuur betreffen, bijvoorbeeld financiën en personeelsaanstelling of belangrijke besluiten van de school over haar voortbestaan, zoals samenwerking of fusie, zijn onderworpen aan het adviesrecht van de hele MR. De adviesaanvraag In artikel 12 WMO staan de voorwaarden geformuleerd waaraan de adviesaanvraag door het bestuur moet voldoen. Zo moet het advies op een zodanig tijdstip worden gevraagd dat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming. Dit houdt in dat de MR in de gelegenheid moet zijn het voorgenomen besluit daadwerkelijk te beïnvloeden of bij te sturen. Voordat er bindende afspraken gemaakt kunnen worden, moet de MR advies uitgebracht hebben. Wanneer het bestuur verschillende alternatieve voorstellen overweegt (bijvoorbeeld de keuze tussen meerdere mogelijke fusiepartners) moet het de MR raadplegen vóór het zijn keuze definitief bepaalt. Ten tweede dient de MR, voordat het advies wordt uitgebracht, in de gelegenheid zijn gesteld overleg te voeren met het bestuur of diens vertegenwoordiger. Tijdens de overlegvergadering kan dan over het bestuursvoorstel met het bestuur van gedachten worden gewisseld. Ook kunnen hier nieuwe argumenten of randvoorwaarden aan de orde komen. De adviesprocedure is dus absoluut geen procedurekwestie. Veel meer gaat het om een inhoudelijk gesprek tussen MR en bestuur, gericht op een inhoudelijk onderbouwd advies van de MR. De derde voorwaarde houdt in dat de raad zo snel mogelijk schriftelijk in kennis wordt gesteld van de consequenties die het bestuur aan het uitgebrachte advies verbindt. Dit wil zeggen dat het bestuur verplicht is tot een spoedige, schriftelijke en gemotiveerde reactie op het advies van de MR. Tot slot schrijft artikel 12 voor dat de MR in de gelegenheid wordt gesteld nader overleg te voeren met het bestuur als deze het advies van de raad niet (geheel) overneemt. Dit overleg moet plaatsvinden voordat een definitieve besluit genomen wordt. 4.2 Het instemmingsrecht Het instemmingsrecht is de sterkste bevoegdheid van de MR. In principe kan de MR door het niet verlenen van zijn instemming voorgenomen beleidsbesluiten tegenhouden. De aangelegenheden waarop de totale MR instemmingsrecht heeft, zijn vastgelegd in artikel 6 WMO. Hierbij gaat het vooral om onderwerpen van onderwijsinhoudelijke aard: onderwijskundige doelstellingen, schoolplan of schoolgids. Maar ook het schoolreglement, het beleid met betrekking tot de ondersteunende werkzaamheden van ouders, en regels op het gebied van veiligheid en gezondheid vallen onder het instemmingsrecht voor de hele MR. Naast het instemmingsrecht voor de voltallige MR regelt de WMO ook een instemmingsrecht voor de afzonderlijke geledingen (artikel 8 en 9 WMO). Hierbij gaat het om onderwerpen die vooral belangrijk zijn voor één van beide geledingen. De personeelsgeleding heeft bijvoorbeeld instemmingsrecht op de personele gevolgen bij een fusie, verlofregelingen, taakverdeling- en taakbelastingbeleid, en de inzet en samenstelling van de formatie (artikel 8 WMO). De oudergeleding heeft een eigen instemmingsrecht op de hoogte en de bestemming van de vrijwillige ouderbijdrage en op het voorzieningenbeleid voor de leerlingen (WMO, artikel 9).

17 De instemmingaanvraag In de wet is geen artikel opgenomen dat vergelijkbaar is met artikel 12 waarin een aantal voorwaarden genoemd staat waaraan een adviesaanvraag en procedure moeten voldoen. Eenzelfde zorgvuldige procedure is echter ook bij het instemmingsrecht noodzakelijk. 4.3 'Licht' adviesrecht van de minder betrokken geleding Als één geleding instemmingsrecht heeft op de regeling van de gevolgen van een principebesluit vanwege haar uitgesproken betrokkenheid, dan heeft de andere geleding als het ware een 'licht' adviesrecht (WMO, artikel 10). De minder betrokken geleding kan vanuit haar eigen invalshoek een advies geven aan het bestuur. Dit advies zal het bestuur bij zijn beslissing moeten meewegen. Misschien vindt het bestuur een oplossing voor het knelpunt dat die geleding signaleert. We spreken hier van 'licht' adviesrecht voor de andere geleding omdat zij niet naar de geschillencommissie toe kan als het bestuur haar advies niet overneemt. 4.4 Principebesluit en regelingen van de gevolgen Bij een aantal belangrijke besluiten is er sprake van zowel een adviesrecht voor de hele MR als een instemmingsrecht voor een of beide geledingen van de MR. Daarbij gaat het enerzijds om het principebesluit en anderzijds het besluit over de regeling van de gevolgen daarvan. Dit zijn besluiten waarnaar wordt verwezen in de artikelen 8a en 9a WMO. Het gaat dan om besluiten (genoemd in artikel 7, de leden a, d, e, f, g en o) die diep kunnen ingrijpen in de organisatie van de school en allerlei gevolgen hebben: - verandering van grondslag; - beëindiging, inkrimping of uitbreiding van de werkzaamheden van (een onderdeel van) de school; - overdracht, omzetting of fusie; - aangaan, verbreken, of belangrijk wijzigen van een duurzame samenwerking met een andere instelling; - deelneming of beëindiging van deelneming aan een onderwijskundig project of experiment; - oprichten van een centrale dienst. Bij bovengenoemde besluiten moet dus onderscheid gemaakt worden tussen het principebesluit en de maatregelen in verband met de gevolgen voor de afzonderlijke geledingen. Over het principebesluit adviseert de totale raad. De maatregelen in verband met de gevolgen voor het personeel van het principebesluit hebben de instemming nodig van de personeelsgeleding. En de maatregelen in verband met de gevolgen voor de ouders en leerlingen hebben de instemming nodig van de ouder- en/of leerlingengeleding. Bij de adviesaanvrage over het principebesluit zal de MR alert moeten zijn op de vele gevolgen die dergelijke besluiten kunnen hebben. In de adviesaanvraag, hetzelfde geldt trouwens voor een instemmingaanvraag, zal het volgende genoemd moeten worden: - het principebesluit zelf; - de argumentatie voor het voorgenomen besluit (bijvoorbeeld de externe en interne omstandigheden, de aanleiding); - de gevolgen voor ouders, leerlingen en personeel; - de maatregelen die het bestuur denkt te nemen in verband met de gevolgen. Pas als de MR een voldoende beeld heeft van de voorgenomen beleidsbeslissing en de gevolgen, kan de raad adviseren. Een positief advies van de MR over het principebesluit betekent niet dat een geleding van de MR daarna ook automatisch moet instemmen met de

18 maatregelen in verband met de gevolgen. De MR kan immers best de noodzaak voor het principebesluit onderkennen maar faliekant tegen de voorgestelde uitwerking van bepaalde gevolgen zijn. Vanwege de directe samenhang tussen het principebesluit en de gevolgen dient voorkomen te worden dat de MR voor voldongen feiten wordt geplaatst. Daarom bepaalt artikel 11 lid 4 WMO) dat het principebesluit niet ten uitvoer mag worden gebracht, zolang er nog geen besluit is genomen over de regeling van de gevolgen. Het verdient zelfs de voorkeur het principebesluit gelijktijdig met de regeling van de gevolgen aan de MR voor te leggen. De uitvoering van het principebesluit hoeft niet te worden opgeschort wanneer dringende redenen in het belang van de school een eerdere ten uitvoerlegging noodzakelijk maken. (WMO, artikel 11 lid 4). Bij een dringende reden kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een besluit dat voor een bepaalde tijd genomen moet worden, zoals de intentieverklaring bij een fusie. Bij uitstel loopt het voortbestaan van de school gevaar, bijvoorbeeld als gevolg van een te laag leerlingenaantal. 4.5 Welke aangelegenheid is van toepassing? Niet altijd zal direct duidelijk zijn onder welke aangelegenheid een voorstel van het bestuur valt. Betrokkenen, waaronder MR en bestuur, kunnen hierover van mening verschillen. Dit zal vooral het geval zijn wanneer bij de ene aangelegenheid een adviesrecht van toepassing is en bij de andere een instemmingsrecht. Wanneer er echter meerdere aangelegenheden van toepassing lijken te zijn dient gekozen te worden voor de meest specifieke. Een voorbeeld: de basisschool die samen met andere scholen een project start voor het inzetten van computers in het kader van didactische werkvormen. Bij het nalopen van de advies- en instemmingaangelegenheden lijken in eerste instantie drie aangelegenheden in aanmerking te komen: wijziging schoolplan (art. 6b WMO: instemmingsrecht MR); bestemming middelen (art. 7 c WMO: adviesrecht MR), en deelneming aan een onderwijskundig project (art. 7g WMO: adviesrecht MR). Kern van het besluit is echter het deelnemen aan een onderwijskundig project. Weliswaar heeft dit besluit consequenties voor het schoolplan en de financiën, maar de regel dat de meest specifieke aangelegenheid geldt, betekent dat nu alleen artikel 7g WMO van toepassing is. Een adviesrecht dus. Als er tussen het bestuur en de MR een verschil van mening blijft bestaan over de van toepassing zijnde aangelegenheid, dan is het mogelijk hierover een interpretatiegeschil bij de geschillencommissie aan te melden (zie paragraaf 5). 4.6 Regels wijze besluitvorming Soms heeft een besluit tevens gevolgen voor onderdelen van reeds vastgesteld beleid. Het is dan belangrijk dat bestuur en MR bij te nemen besluiten de samenhang tussen de verschillende onderdelen van het schoolbeleid goed in het oog houden. Hiervoor zijn in artikel 11 lid 1 t/m 3 WMO enkele regels opgenomen. Het eerste lid bepaalt dat een besluit over de hoofdlijnen van de middelen van de school afweging vereist van de onderwijskundige, personele en materiële belangen. In lid 2 is voorgeschreven dan bij een aantal besluiten waarbij de personeelsgeleding instemmingsrecht heeft (artikel 8 WMO: besluiten over formatie, taakverdeling en functiedifferentiatie) genomen moeten worden met inachtneming van de besluitvorming rond het schoolplan, hoofdlijnen van de bestemming van de middelen en het organisatiebeleid. En tenslotte wordt in lid 3 bepaald dat bij besluiten over het nascholingsbeleid, de onderwijskundige doelstellingen en de vormgeving van de school die in het schoolplan zijn vastgelegd, in acht genomen moeten worden. Artikel 11 WMO benadrukt niet alleen het belang van een geïntegreerd schoolbeleid. Het artikel voorkomt ook dat het bijzondere belang dat een bepaalde geleding bij een

19 beleidsaangelegenheid heeft, ten koste gaat van beleid met betrekking tot andere, meer algemene aangelegenheden. 4.7 Grenzen van de WMO-bevoegdheden In artikel 13 WMO wordt de competentie van de MR beperkt. Hierin staat dat aangelegenheden die reeds in andere wetten, Algemene Maatregelen van Bestuur (AMVB), circulaires en CAO's inhoudelijk zijn geregeld, geen zaak meer zijn voor de MR. In de sectorgebonden CAO s zijn tevens een aantal aangelegenheden voorbehouden aan het overleg tussen werkgever en vakbonden. In dit geval vervalt eveneens de bevoegdheid van de MR. 5. De geschillenregeling en procesbevoegdheid MR 5.1 De geschillenregeling Bestuur en MR kunnen bij een geschil een uitspraak vragen van de geschillencommissie. In de artikelen 19 tot en met 24 van de WMO zijn de geschillenprocedure en toetsingscriteria nader ingevuld. De wet onderscheidt een aantal geschillen: instemmingsgeschil, adviesgeschil, interpretatiegeschil, reglementgeschil en 'andere geschillen'. In deze paragraaf worden deze geschillen nader belicht. 5.2 De geschillencommissie Een geschillencommissie bestaat uit 3 leden en 3 plaatsvervangende leden. Eén lid en één plaatsvervangend lid worden gekozen door de aangesloten medezeggenschapsraden. Het andere lid en zijn plaatsvervanger worden gekozen door de bestuursorganen. Gezamenlijk kiezen zij een onafhankelijke voorzitter en plaatsvervangend voorzitter. Meestal is dit een jurist met verstand van en affiniteit met onderwijs. Iedere religieuze of levensbeschouwelijke richting beschikt over een eigen geschillencommissie. Zo zijn er geschillencommissies voor openbaar onderwijs, voor katholiek onderwijs, voor protestants-christelijk onderwijs, voor het algemeen bijzonder onderwijs en voor islamitische scholen. Daarnaast hebben enkele sectoren binnen het onderwijs een eigen geschillencommissie. In de bestuursbijlage (WMO, artikel 16 lid 2a) bij het medezeggenschapsreglement dient het bestuur vast te leggen bij welke geschillencommissie de school aangesloten is. Bij de keuze voor een geschillencommissie moet het bestuur wel eerst advies van de MR vragen (WMO, artikel 7 lid r). De geschillencommissie kan bemiddelen, een bindende uitspraak doen, of beide. Bemiddeling van de geschillencommissie kan op verschillende manieren plaatsvinden. Als de commissie vindt dat er nog niet voldoende overleg heeft plaatsgevonden, kan zij de partijen opleggen dat alsnog te doen. De partijen kunnen dan toch nog tot overeenstemming komen en een bindende uitspraak van de geschillencommissie is niet meer nodig. Bij een geschil is het van belang wie het geschil aanhangig kan maken. Zo kan bij het onthouden van instemming aan een voorstel door de MR alleen het bestuur een instemminggeschil bij de commissie aanmelden. Andersom kan bij het niet volgen van het MR-advies, alleen de MR een adviesgeschil aangaan. Interpretatiegeschillen kunnen echter door beide partijen worden aangemeld.

20 5.3 Instemminggeschil Als de MR zijn instemming onthoudt aan een voorgenomen besluit, kan het bestuur zijn voorstel intrekken of de zaak voorleggen aan de geschillencommissie (WMO, artikel 20). Net als bij het adviesrecht speelt bij het instemmingsrecht een bepaalde termijn een rol. Het bestuur dient binnen drie maanden de MR mee te delen of hij het voorgenomen besluit intrekt dan wel voorlegt aan de geschillencommissie. Doet het bestuur deze mededeling niet binnen drie maanden, dan vervalt het voorstel volgens de wet. Procedure bij een instemminggeschil Bij de indiening van het verzoekschrift bij de commissie moet het bestuur zijn belangenafweging kenbaar maken. De MR wordt op zijn beurt in de gelegenheid gesteld om met een verweerschrift zijn standpunt met argumenten te onderbouwen. Het bestuur zal schriftelijk duidelijk moeten maken hoe het de eigen belangen enerzijds, en de belangen van de (geleding van de) MR anderzijds, heeft gewogen in zijn oordeel. En de geschillencommissie wil natuurlijk van de MR weten wat zijn argumenten zijn voor het niet verlenen van instemming. De commissie doet vervolgens een bemiddelingsvoorstel of bindende uitspraak. Voor de uitspraak past de geschillencommissie een marginale toetsing toe. Dit houdt in dat de geschillencommissie beoordeelt of het bestuur in redelijkheid tot het voorgenomen besluit heeft kunnen komen. 5.4 Adviesgeschil Tussen bestuur en MR kan ook een geschil ontstaan over een adviesaangelegenheid. Besluit het bestuur uiteinde-lijk, na het wettelijk verplichte overleg, een advies van de MR niet (geheel) over te nemen, dan is er sprake van een adviesgeschil (WMO, artikel 22). De MR heeft dan 6 weken de tijd om het geschil bij de geschillencommissie aanhangig te maken. De periode van 6 weken, opschortingtermijn genoemd, gaat in op de datum waarop het bestuur zijn definitieve besluit neemt, bij voorkeur schriftelijk en gemotiveerd. In het medezeggenschapsreglement kan zijn opgenomen dat ook het definitieve besluit van het bestuur schriftelijk en gemotiveerd naar de MR gaat en dat de dagtekening van de definitieve reactie van het bestuur op het advies tevens de opschortingstermijn inluidt. Gedurende de opschortingtermijn mag het bestuur zijn voorgenomen besluit niet uitvoeren, tenzij de MR geen bezwaar heeft tegen de uitvoering. Na afloop van de opschortingtermijn mag het bestuur zijn voorgenomen besluit wel uitvoeren, ook al is er nog geen uitspraak van de geschillencommissie. Het bestuur loopt bij uitvoering van zijn besluit echter het risico dat het besluit teruggedraaid moet worden na een uitspraak van de geschillencommissie. Procedure bij een adviesgeschil De MR kan een geschil aanhangig maken als de raad van mening is dat door het niet (geheel) opvolgen van het advies de belangen van de school of MR ernstig worden geschaad. De MR moet dus aan de geschillencommissie duidelijk maken waarom het niet opvolgen van het advies de belangen van de school of raad ernstig zal schaden. Ook zal de MR in zijn verzoekschrift de geschillencommissie in kennis moeten stellen van de argumenten van de raad voor het uitgebrachte advies. Vervolgens dient het bestuur in een verweerschrift zijn zienswijze te beargumenteren. De geschillencommissie doet een bemiddelingsvoorstel, een bindende uitspraak, of beide. Voorafgaand aan de uitspraak beoordeelt de commissie of het bestuur: - in strijd met de wet of het reglement heeft gehandeld; - onvoldoende gemotiveerd heeft waarom het is afgeweken van het advies van de MR;

WMO: bijzondere bevoegdheden

WMO: bijzondere bevoegdheden WMO: bijzondere bevoegdheden Hieronder zijn opgenomen de letterlijke teksten van de belangrijkste artikelen uit de WMO. Het betreft: samenstelling raad (3), bevoegdheden raad (4 t/m 10), besluitvorming

Nadere informatie

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de in de bijlage van deze wet opgenomen hogescholen.

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de in de bijlage van deze wet opgenomen hogescholen. Hoofdstuk 10. Het bestuur en de inrichting van de hogescholen Artikel 10.1. Reikwijdte Dit hoofdstuk heeft betrekking op de in de bijlage van deze wet opgenomen hogescholen. Titel 1. Het bestuur en de

Nadere informatie

Reglement Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Het Stedelijk Lyceum Enschede 2015

Reglement Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Het Stedelijk Lyceum Enschede 2015 Reglement Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Het Stedelijk Lyceum Enschede 2015 Dit is het reglement van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van de onder het bevoegd gezag staande scholen:

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad Stichting Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Hoeksche Waard Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 21 januari 2014 na instemming

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT Medezeggenschapsreglement van Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Rotterdam ( het samenwerkingsverband ). Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Reglement Ondersteuningsplanraad Plein 013

Reglement Ondersteuningsplanraad Plein 013 Reglement Ondersteuningsplanraad Plein 013 Preambule: Dit reglement is, op voordracht van de werkgroep Inrichting OPR, opgesteld door het bestuur van het samenwerkingsverband Plein 013. In deze Ondersteuningsplanraad

Nadere informatie

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs Bijlage 1, bestuursvergadering 28 januari 2008. Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs Medezeggenschapsstatuut van de stichting Sint Christoffel te Boxtel. Preambule

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO te Groningen ( het samenwerkingsverband ).

Medezeggenschapsreglement van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO te Groningen ( het samenwerkingsverband ). MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD VO Medezeggenschapsreglement van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 te Groningen ( het samenwerkingsverband ). Hoofdstuk 1 Algemene

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD Stichting Leerlingzorg Almere voortgezet onderwijs

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD Stichting Leerlingzorg Almere voortgezet onderwijs MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD Stichting Leerlingzorg Almere voortgezet onderwijs Toelichting vooraf Bij de in het reglement genoemde termijnen gaat het steeds om werkbare of lesweken,

Nadere informatie

Medezeggenschapsraad Informatie

Medezeggenschapsraad Informatie Medezeggenschapsraad Informatie INHOUDSOPGAVE Wat doet de MR?... 3 Overleg... 3 rechten... 3 wet... 3 budget... 3 scholing... 3 Statuut... 4 organogram... 4 Verplichtingen... 4 Instemmen... 4 Reglement...

Nadere informatie

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement Ondersteuningsplanraad. Samenwerkingsverband Nieuwe Waterweg Noord

Medezeggenschapsreglement Ondersteuningsplanraad. Samenwerkingsverband Nieuwe Waterweg Noord Medezeggenschapsreglement Ondersteuningsplanraad Samenwerkingsverband Nieuwe Waterweg Noord Voor voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. 1 Inhoudsopgave Preambule... 3 Reglement... 3 I.

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (VO)

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (VO) MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (VO) Bij de in het reglement genoemde termijnen gaat het steeds om werkbare of lesweken, -dagen of maanden. Vakanties tellen dus niet mee. Medezeggenschapsreglement

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement. (Voortgezet) Speciaal Onderwijs. Openbaar Onderwijs Zwolle

Medezeggenschapsreglement. (Voortgezet) Speciaal Onderwijs. Openbaar Onderwijs Zwolle Medezeggenschapsreglement (Voortgezet) Speciaal Onderwijs Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio Inhoudsopgave Paragraaf 1 ALGEMEEN... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 Paragraaf 2 DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD...

Nadere informatie

Reglement Deelnemersraad

Reglement Deelnemersraad Reglement Deelnemersraad Deelnemersraad versie 1 maart 2011 Pagina 1 van 8 Reglement Deelnemersraad 1. Begrippen en hun betekenis Artikel 1 Dit reglement verstaat onder: a. College van Bestuur: Zo noemt

Nadere informatie

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs Medezeggenschapsstatuut van De Vereniging tot het verstrekken van Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te Scherpenzeel.

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07 Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD Stichting VO Lelystad

REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD Stichting VO Lelystad REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD Stichting 24-03 VO Lelystad Toelichting vooraf Bij de in het reglement genoemde termijnen gaat het steeds om werkbare of lesweken, -dagen of maanden. Hoofdstuk 1 Algemene

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van RSV Breda e.o. te Breda ( het samenwerkingsverband )

Medezeggenschapsreglement van RSV Breda e.o. te Breda ( het samenwerkingsverband ) Medezeggenschapsreglement van RSV Breda e.o. te Breda ( het samenwerkingsverband ) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb. 2006, 658);

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO)

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) Medezeggenschapsreglement van Stichting samenwerkingsverband de Liemers po te Zevenaar (samenwerkingsverband 25-04). Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Nadere informatie

Reglement deelraden Het Stedelijk Lyceum te Enschede 2015

Reglement deelraden Het Stedelijk Lyceum te Enschede 2015 Reglement deelraden Het Stedelijk Lyceum te Enschede 2015 Paragraaf 1. Algemeen Artikel 1. Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder: a. de wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb. 2006, 658); b.

Nadere informatie

Reglement ondersteuningsplanraad SWV Utrecht PO

Reglement ondersteuningsplanraad SWV Utrecht PO Reglement ondersteuningsplanraad SWV Utrecht PO Preambule: Dit OPR-reglement is opgesteld door het bestuur van het samenwerkingsverband Utrecht PO. Er vindt een formeel evaluatiemoment plaats binnen een

Nadere informatie

Samenwerkingsverband passend primair onderwijs Aan den IJssel. Medezeggenschapsreglement ondersteuningsplanraad

Samenwerkingsverband passend primair onderwijs Aan den IJssel. Medezeggenschapsreglement ondersteuningsplanraad Samenwerkingsverband passend primair onderwijs Aan den IJssel Wijzigingen bestuurlijk geaccordeerd op 21 januari 2015 Wijzigingen doorgevoerd op 19 februari 2015 Reglement wordt vastgesteld d.d. 17 maart

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement voor medezeggenschapsraden van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs (SPO) Utrecht.

Medezeggenschapsreglement voor medezeggenschapsraden van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs (SPO) Utrecht. Medezeggenschapsreglement voor medezeggenschapsraden van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs (SPO) Utrecht. Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Dit reglement verstaat onder:

Nadere informatie

Reglement voor de ondersteuningsplanraad. van SWV Helmond-Peelland VO. (vastgesteld )

Reglement voor de ondersteuningsplanraad. van SWV Helmond-Peelland VO. (vastgesteld ) Reglement voor de ondersteuningsplanraad van SWV Helmond-Peelland VO (vastgesteld 15-05-2017) 1 Reglement voor de ondersteuningsplanraad SWV Helmond-Peelland VO 3 Paragraaf 1 Algemeen 3 Paragraaf 2 De

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD MIDDEN- HOLLAND (PO2814)

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD MIDDEN- HOLLAND (PO2814) MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD MIDDEN- HOLLAND (PO2814) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb. 2006, 658); b. bestuur:

Nadere informatie

REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD STROMENLAND. Toelichting vooraf

REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD STROMENLAND. Toelichting vooraf REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD STROMENLAND Versie 0.5 juni 2018 Toelichting vooraf Dit reglement is gebaseerd op het door de PO-Raad, VO-raad en het steunpunt medezeggenschap passend onderwijs gepubliceerde

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO te Apeldoorn

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO te Apeldoorn Versie 4 december 2014 MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs 25.05 PO te Apeldoorn Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel Openbaar Onderwijs aan de Amstel Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van de Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel 1 van de Stichting openbaar basisonderwijs

Nadere informatie

MR-reglement PCB De Schakel te Leimuiden

MR-reglement PCB De Schakel te Leimuiden Inhoud Hoofdstuk 1 Algemeen... 2 Begripsbepaling... 2 Artikel 1 Samenwerking tussen Medezeggenschapsraad en Schoolraad... 2 Artikel 1a Positie MR binnen Stichting De Woudse Venen... 2 Hoofdstuk 2 De medezeggenschapsraad...

Nadere informatie

Jaarplan MR Verburchhof Schooljaar 2014-2015

Jaarplan MR Verburchhof Schooljaar 2014-2015 Jaarplan MR Verburchhof Schooljaar 2014-2015 1. Inleiding In dit jaarplan wil de medezeggenschapsraad (MR) van rk basisschool Verburchhof haar uitgangspunten, werkwijze, planning en taakverdeling voor

Nadere informatie

REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (Primair Onderwijs) Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noord Limburg Vastgesteld

REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (Primair Onderwijs) Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noord Limburg Vastgesteld REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (Primair Onderwijs) Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noord Limburg Vastgesteld 25092013 Toelichting vooraf Bij de in het reglement genoemde termijnen gaat het steeds

Nadere informatie

minder dan of meer

minder dan of meer REGLEMENT VOOR DE MEDEZEGGENSCHAPSRADEN VAN STICHTING PPO DE LINK. Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder a. de wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb.2006, 658);

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT van samenwerkingsverband passend primair onderwijs Oosterschelderegio te Goes ( het samenwerkingsverband ).

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT van samenwerkingsverband passend primair onderwijs Oosterschelderegio te Goes ( het samenwerkingsverband ). MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT van samenwerkingsverband passend primair onderwijs Oosterschelderegio te Goes ( het samenwerkingsverband ). Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet:

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement. Brinnummer 27 YZ De Groote Wielen Kindcentrum De Sprong concept 2

Medezeggenschapsreglement. Brinnummer 27 YZ De Groote Wielen Kindcentrum De Sprong concept 2 Medezeggenschapsreglement Brinnummer 27 YZ De Groote Wielen Kindcentrum De Sprong 2011 03 30 concept 2 Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder: a. de wet De Wet medezeggenschap

Nadere informatie

Reglement voor de locatieraden van ISW. Paragraaf 1 Algemeen

Reglement voor de locatieraden van ISW. Paragraaf 1 Algemeen Reglement voor de locatieraden van ISW Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder: a. de wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb.2006, 658); b. bevoegd gezag: Algemene

Nadere informatie

Samenwerkingsverband passend onderwijs PO Helmond-Peelland

Samenwerkingsverband passend onderwijs PO Helmond-Peelland Samenwerkingsverband passend onderwijs PO Helmond-Peelland MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) Gewijzigde versie: vastgesteld door bestuur op 3 september 2015 Toelichting vooraf Bij de

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO)

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) juni 2018 Medezeggenschapsreglement van de OPR van het Samenwerkingsverband Waterland te Purmerend. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

VOORWOORD BEGRIPPEN. 1. WOR Wet op de ondernemingsraden.

VOORWOORD BEGRIPPEN. 1. WOR Wet op de ondernemingsraden. VOORWOORD Om het functioneren van een ondernemingsraad mogelijk te maken, zullen de ondernemer en de werknemers de nodige voorbereidende werkzaamheden moeten verrichten. Om overzichtelijk te maken hoe

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van de MR van OBS De Pionier en De Mei

Medezeggenschapsreglement van de MR van OBS De Pionier en De Mei Medezeggenschapsreglement van de MR van OBS De Pionier en De Mei Na instemming van de GMR d.d. 15 februari 2016 vastgesteld door de voorzitter college van bestuur op 10 maart 2016 MR Reglement Zaan Primair,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 2. Hoofdstuk 2 Inrichting van de OPR 3. Hoofdstuk 3 Afvaardiging leden OPR 4

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 2. Hoofdstuk 2 Inrichting van de OPR 3. Hoofdstuk 3 Afvaardiging leden OPR 4 Medezeggenschapsreglement van STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/SVO 2805 GOEREE-OVERFLAKKEE in COÖPERATIE REGIONAAL SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS VO GOEREE-OVERFLAKKEE U.A. Toelichting vooraf

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND SWV PO 20.01

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND SWV PO 20.01 MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND SWV PO 20.01 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van de medezeggenschapsraad van openbare basisschool Het Bolwerk te Sassenheim

Medezeggenschapsreglement van de medezeggenschapsraad van openbare basisschool Het Bolwerk te Sassenheim Medezeggenschapsreglement van de medezeggenschapsraad van openbare basisschool Het Bolwerk te Sassenheim Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder: a. de wet: de Wet medezeggenschap

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD SAMENWERKINGSVERBAND PO 2502 OOST-ACHTERHOEK WINTERSWIJK

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD SAMENWERKINGSVERBAND PO 2502 OOST-ACHTERHOEK WINTERSWIJK MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD SAMENWERKINGSVERBAND PO 2502 OOST-ACHTERHOEK WINTERSWIJK Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen

Nadere informatie

1. Begripsbepaling. Blz 2 Artikel Medezeggenschapsraad Blz 3 Artikel 2 t/m artikel De Verkiezingen.. Blz 4 Artikel 6 t/m artikel 14

1. Begripsbepaling. Blz 2 Artikel Medezeggenschapsraad Blz 3 Artikel 2 t/m artikel De Verkiezingen.. Blz 4 Artikel 6 t/m artikel 14 Inhoudsopgave 1. Begripsbepaling. Blz 2 Artikel 1 2. Medezeggenschapsraad Blz 3 Artikel 2 t/m artikel 5 3. De Verkiezingen.. Blz 4 Artikel 6 t/m artikel 14 4. Algemene taken en bevoegdheden en medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Vastgesteld Oktober 2017 MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD. Samenwerkingsverband passend onderwijs PO

Vastgesteld Oktober 2017 MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD. Samenwerkingsverband passend onderwijs PO Vastgesteld Oktober 2017 MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD Samenwerkingsverband passend onderwijs 22.01 PO Toelichting vooraf Bij de in het reglement genoemde termijnen gaat het steeds om

Nadere informatie

Reglement studentenraad

Reglement studentenraad Reglement studentenraad Inhoudsopgave Begrippen... 3 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 4 Artikel 1 Studentenraad... 4 Artikel 2 - Samenstelling studentenraad... 4 Artikel 3 - Reglement en bijlagen...

Nadere informatie

Statuut Medezeggenschap. van. Stichting Gewoon Speciaal te Maarssen

Statuut Medezeggenschap. van. Stichting Gewoon Speciaal te Maarssen van Stichting Gewoon Speciaal te Maarssen waaronder begrepen: De Brug (brinnummer 02GQ) De Driehoek (09OE) Het Klaverblad (brinnummer 01JW) De Stuifheuvel (brinnummer 19RT) De Vijverhof (brinnummer 02WE)

Nadere informatie

Jaarplan 2014-2015 Medezeggenschapsraad Daltonbasisschool de Edelsteen

Jaarplan 2014-2015 Medezeggenschapsraad Daltonbasisschool de Edelsteen Jaarplan 2014-2015 Medezeggenschapsraad Daltonbasisschool de Edelsteen Inhoud Inleiding... 3 1. Taken MR... 4 1.1. MR... 4 1.2. Gemeenschappelijke MR (GMR)... 4 2. Samenstelling en taakverdeling... 5 3.

Nadere informatie

Pre-ambule. Werkingsduur en wijzigingen reglement

Pre-ambule. Werkingsduur en wijzigingen reglement Reglement Ondersteuningsplanraad (OPR) van de Vereniging Reformatorisch Passend Onderwijs voor primair en speciaal onderwijs, h.o. Berséba, statutair gevestigd te Utrecht, opnieuw vastgesteld door de raad

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut

Medezeggenschapsstatuut Medezeggenschapsstatuut Ingangsdatum op 1 augustus 2007 Instemming MR op 22 mei 2007 Vastgesteld in bestuur op 29 mei 2007 A. medezeggenschaps- en overlegstructuur In onderstaande schema s is de medezeggenschaps-

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van de medezeggenschapsraad van de Stichting Protestants- Christelijk Basisonderwijs (PCBO) te Leiderdorp.

Medezeggenschapsreglement van de medezeggenschapsraad van de Stichting Protestants- Christelijk Basisonderwijs (PCBO) te Leiderdorp. Medezeggenschapsreglement van de medezeggenschapsraad van de Stichting Protestants- Christelijk Basisonderwijs (PCBO) te Leiderdorp. Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepaling Dit reglement verstaat

Nadere informatie

IKC de triviant heeft een medezeggenschapsraad (hierna te noemen: "MR").

IKC de triviant heeft een medezeggenschapsraad (hierna te noemen: MR). Medezeggenschapsreglement van IKC de triviant te Stein. Medezeggenschapsraad. IKC de triviant heeft een medezeggenschapsraad (hierna te noemen: "MR"). Op grond van de voorgeschreven wet, is de MR aangewezen

Nadere informatie

Reglement medezeggenschapsraad. School : Brin nummer : Plaats :

Reglement medezeggenschapsraad. School : Brin nummer : Plaats : Reglement medezeggenschapsraad School : Brin nummer : Plaats : Stichting samenwerkingsbestuur primair onderwijs Gearhing Gearhing Versie 3.0 01-01-2013 Inhoudsopgave Paragraaf 1 Algemeen... 3 Paragraaf

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011

Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011 1 Diro Besproken 2010-2011 MR Instemming 20-06-2011 Bestuur Vastgesteld 21-06-2011 Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011 2 Inhoud Preambule 3

Nadere informatie

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M. S AMENV ATTING 08.023 / 104010 Interpretatiegeschil VO - artikel 4 lid 3, artikel 21 lid 2 en artikel 2 jo 11 onder h WMS m.b.t. de medezeggenschapsstructuur, de procedure van vaststelling van medezeggenschapsdocumenten,

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van Stichting voor Voortgezet Onderwijs Kennemerland te Beverwijk

Medezeggenschapsstatuut van Stichting voor Voortgezet Onderwijs Kennemerland te Beverwijk Medezeggenschapsstatuut van Stichting voor Voortgezet Onderwijs Kennemerland te Beverwijk versie september 2015 Preambule Het bestuur van de Stichting voor Voortgezet Onderwijs Kennemerland en de gemeenschappelijke

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement Winkler Prins 2017

Medezeggenschapsreglement Winkler Prins 2017 Medezeggenschapsreglement Winkler Prins 2017 Versie d.d. 26 september 2017 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemeen... 3 Hoofdstuk 2 De medezeggenschapsraad... 3 Hoofdstuk 3 Verkiezingen... 4 Hoofdstuk 4 Algemene taken

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van de Onderwijsstichting Zelfstandige Gymnasia te Haarlem 2018

Medezeggenschapsstatuut van de Onderwijsstichting Zelfstandige Gymnasia te Haarlem 2018 Medezeggenschapsstatuut van de Onderwijsstichting Zelfstandige Gymnasia te Haarlem 2018 Preambule Het bestuur van de Onderwijsstichting Zelfstandige Gymnasia en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad,

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 2 december 2005

No.W /III 's-gravenhage, 2 december 2005 ................................................................................... No.W05.05.0449/III 's-gravenhage, 2 december 2005 Bij Kabinetsmissive van 11 oktober 2005, no.05.003859, heeft Uwe Majesteit,

Nadere informatie

Voorstel reglement ondersteuningsplanraad SWV PO Friesland

Voorstel reglement ondersteuningsplanraad SWV PO Friesland Voorstel reglement ondersteuningsplanraad SWV PO 21.01 Friesland Preambule: Dit OPR-reglement is opgesteld door het bestuur van het samenwerkingsverband PO 21.01 Friesland. Er vindt een formeel evaluatiemoment

Nadere informatie

Reglement Locatieraad Openbare Scholen Groep Sevenwolden

Reglement Locatieraad Openbare Scholen Groep Sevenwolden GMR/100901c Heerenveen, 1 september 2010 Reglement Locatieraad Openbare Scholen Groep Sevenwolden Dit is het reglement dat van toepassing is op de locatieraden van de stichting Openbare Scholen Groep Sevenwolden.

Nadere informatie

Overeenkomst Cliëntenraad en de Zevenster

Overeenkomst Cliëntenraad en de Zevenster Paragraaf 1 Begripsbepalingen Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: 1. zorgaanbieder: Stichting De Zevenster te Zevenhuizen 2. instelling: De Zevenster, te Zevenhuizen 3. cliënten: de natuurlijke

Nadere informatie

Reglement voor de medezeggenschapsraden (MZR) van de Gemeentelijke Scholengemeenschap Schagen

Reglement voor de medezeggenschapsraden (MZR) van de Gemeentelijke Scholengemeenschap Schagen Reglement voor de medezeggenschapsraden (MZR) van de Gemeentelijke Scholengemeenschap Schagen Instemming door GMR d.d. 15 december 2009 Paragraaf 1 Algemeen 4 Artikel 1 Begripsbepaling 4 Paragraaf 2 De

Nadere informatie

SCHOLENGEMEENSCHAP HET RHEDENS R E G L E M E N T MEDEZEGGENSCHAPSRAAD HET RHEDENS / DE TENDER

SCHOLENGEMEENSCHAP HET RHEDENS R E G L E M E N T MEDEZEGGENSCHAPSRAAD HET RHEDENS / DE TENDER SCHOLENGEMEENSCHAP HET RHEDENS R E G L E M E N T MEDEZEGGENSCHAPSRAAD HET RHEDENS / DE TENDER Van de Stichting Regionale Scholengemeenschap Het Rhedens voor de scholen Het Rhedens (02VN) en voor de Tender

Nadere informatie

REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD SWV VO WEST-FRIESLAND

REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD SWV VO WEST-FRIESLAND Vereniging Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs West-Friesland (27.02) Secretariaat Postbus 3057 1620 GB HOORN Tel/fax: 0229 210 666 Mobiel: 06 519 36 727 e-mail: secretariaat@praktijkschoolwf.nl

Nadere informatie

Paragraaf 1 Algemeen. Paragraaf 2 De medezeggenschapsraad

Paragraaf 1 Algemeen. Paragraaf 2 De medezeggenschapsraad februari 2008 Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder: a. de wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb.2006, 658); b. medezeggenschapsraad: de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (VO)

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (VO) MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (VO) Toelichting vooraf Bij de in het reglement genoemde termijnen gaat het steeds om werkbare of lesweken, -dagen of maanden. Vakanties tellen dus niet

Nadere informatie

Senioren Zorg Plan Dé thuiszorg die zich om ú bekommert! Overeenkomst Cliëntenraad. Senioren Zorg Plan

Senioren Zorg Plan Dé thuiszorg die zich om ú bekommert! Overeenkomst Cliëntenraad. Senioren Zorg Plan Dé thuiszorg die zich om ú bekommert! en Senioren Zorg Plan Begrippen Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: 1. zorgaanbieder - Senioren Zorg Plan, Achillestraat 108- bg, 1076 RJ te Amsterdam 2.

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden 1. Preambule Het bestuur van de stichting confessioneel onderwijs Leiden en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, GMR, van

Nadere informatie

STATUUT MEDEZEGGENSCHAP LEERRIJK!

STATUUT MEDEZEGGENSCHAP LEERRIJK! STATUUT MEDEZEGGENSCHAP LEERRIJK! Versie 1-1-2014 In werking 1-3-2014 Geldig tot 1-1-2016 PREAMBULE Het bestuur van Leerrijk! en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de volgende scholen: Het

Nadere informatie

REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD SWV VO DELFLANDEN, Vastgesteld in de OPR vergadering dd.18 februari 2014

REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD SWV VO DELFLANDEN, Vastgesteld in de OPR vergadering dd.18 februari 2014 REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD SWV VO DELFLANDEN, 28.09 Vastgesteld in de OPR vergadering dd.18 februari 2014 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801 Bijlage 3 Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801 Preambule Dit reglement is in september 2013 opgesteld door het bestuur van het

Nadere informatie

Model Samenwerkingsovereenkomst organisatie en de vrijwilligersraad!

Model Samenwerkingsovereenkomst organisatie en de vrijwilligersraad! organisatie en de vrijwilligersraad Artikel 1. Begripsbepaling 1.1 De organisatie (Naam van de organisatie of instelling waarbinnen de vrijwilligersraad functioneert als zelfstandig orgaan). 1.2 De directie

Nadere informatie

REGLEMENT STUDENTENRAAD

REGLEMENT STUDENTENRAAD REGLEMENT STUDENTENRAAD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet, de WHW: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut Ons Middelbaar Onderwijs

Medezeggenschapsstatuut Ons Middelbaar Onderwijs Medezeggenschapsstatuut Ons Middelbaar Onderwijs DocOMO 23377 versie 2 MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS 2010. Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, Tilburg Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

GMR statuut Resonans

GMR statuut Resonans GMR statuut Resonans Auteur: Samenvatting: Het GMR statuut is vastgesteld ovv instemming GMR door het bestuur op 07-01- 2019. De GMR heeft met tenminste tweederde meerderheid ingestemd met het GMR statuut

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van de deelraad van de schoollocaties van het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA).

Medezeggenschapsreglement van de deelraad van de schoollocaties van het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA). Medezeggenschapsreglement van de deelraad van de schoollocaties van het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA). Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder: a. de wet:

Nadere informatie

Jaarplan MR Verburchhof Schooljaar

Jaarplan MR Verburchhof Schooljaar Jaarplan MR Verburchhof Schooljaar 2015-2016 1. Inleiding In dit jaarplan wil de medezeggenschapsraad (MR) van rk basisschool Verburchhof haar uitgangspunten, werkwijze, planning en taakverdeling voor

Nadere informatie

Jaarplan MR

Jaarplan MR Jaarplan MR 2016-2017 Inleiding Namens de ouders en het personeel is de medezeggenschapsraad (MR) het orgaan met als voornaamste taak het toetsen van het schoolbeleid. In de MR zitten ouders, gekozen door

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT OndersteuningsplanraadSamenwerkingsverband V(S)O Eemland

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT OndersteuningsplanraadSamenwerkingsverband V(S)O Eemland MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT OndersteuningsplanraadSamenwerkingsverband V(S)O Eemland Versie 1.1 d.d. 6 nov. 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap

Nadere informatie

Jaarplan MR OBS Gieten Inhoud

Jaarplan MR OBS Gieten Inhoud Jaarplan MR OBS Gieten 2014-2015 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Visie... 2 3. Missie... 2 4. Verkiezingen... 4 5. Overleg... 4 6. Taakverdeling... 5 7. Communicatie... 5 8. Activiteitenplanning 2014-2015...

Nadere informatie

Medezeggenschapstatuut van het Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld

Medezeggenschapstatuut van het Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld Medezeggenschapstatuut van het Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld Preambule Het bestuur van het Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) van de volgende

Nadere informatie

Reglement Ondersteuningsplanraad van SWV passend onderwijs VO te Gorinchem e.o. ( het samenwerkingsverband ). Versie 0.2.

Reglement Ondersteuningsplanraad van SWV passend onderwijs VO te Gorinchem e.o. ( het samenwerkingsverband ). Versie 0.2. Reglement Ondersteuningsplanraad van SWV passend onderwijs VO te Gorinchem e.o. ( het samenwerkingsverband ). Versie 0.2., 5 november 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a.

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement. Medezeggenschapsraad. RKBS Het Baken

Huishoudelijk reglement. Medezeggenschapsraad. RKBS Het Baken Huishoudelijk reglement Medezeggenschapsraad RKBS Het Baken Datum: 1 Oktober 2015 Versie: 1.0 Status: definitief PAGINA 1 VAN 8 1. Strekking Dit Huishoudelijk Reglement van de Medezeggenschapsraad van

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013)

Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013) Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013) Inhoudsopgave Preambule Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen 1. Begripsbepalingen 2. Aard en werkingsduur

Nadere informatie

Medezeggenschaps Reglement

Medezeggenschaps Reglement Medezeggenschaps Reglement Paragraaf 1 Algemeen Medezeggenschapsreglement voor het primair onderwijs OBS Burghtschool Artikel 1 Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder: a. de wet: de Wet medezeggenschap

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement

Medezeggenschapsreglement Medezeggenschapsreglement Inhoudsopgave Blz. Hoofdstuk 1. Algemeen 03 Artikel 1 Begripsbepaling Hoofdstuk 2. De medezeggenschapsraad 03 Artikel 2 MR Artikel 3 Omvang en samenstelling MR Artikel 4 Onverenigbaarheden

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement voor Invullen naam school

Medezeggenschapsreglement voor Invullen naam school Medezeggenschapsreglement voor Invullen naam school Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder: a. de wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb.2006,658); b. bevoegd

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPS- STATUUT. 1 januari 2015 1 januari 2017

MEDEZEGGENSCHAPS- STATUUT. 1 januari 2015 1 januari 2017 MEDEZEGGENSCHAPS- STATUUT 1 januari 2015 1 januari 2017 05.10.33 16 maart 2015 Preambule Het doel van een medezeggenschapsstatuut is om voor elke betrokkene inzichtelijk te maken hoe medezeggenschap is

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (OPR) Samenwerkingsverband Roosendaal- Moerdijk e.o. (PO 30.02)

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (OPR) Samenwerkingsverband Roosendaal- Moerdijk e.o. (PO 30.02) MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (OPR) Samenwerkingsverband Roosendaal- Moerdijk e.o. (PO 30.02) Medezeggenschapsreglement van Vereniging Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Roosendaal

Nadere informatie

Overzicht van rechten en plichten (centrale) studentenraad ROC Midden Nederland

Overzicht van rechten en plichten (centrale) studentenraad ROC Midden Nederland Overzicht van rechten en plichten (centrale) studentenraad ROC Midden Nederland Inleiding ROC Midden Nederland heeft ervoor gekozen om de medezeggenschap van de deelnemers te borgen middels een systeem

Nadere informatie

DEF Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Openbare Scholen Groep Sevenwolden

DEF Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Openbare Scholen Groep Sevenwolden 150217 DEF Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Openbare Scholen Groep Sevenwolden voorwoord: Gezien de discussie binnen Sevenwolden over de opleidingen die Sevenwolden verzorgt en de plaatsen, locaties

Nadere informatie

Medezeggenschapsraad t Ruimteschip

Medezeggenschapsraad t Ruimteschip Medezeggenschapsreglement t Ruimteschip Paragraaf 1: Algemeen Artikel 1. Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder: a. De wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb.2006,658); b. De Stichting: Stichting

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut. van CSG Liudger te Drachten

Medezeggenschapsstatuut. van CSG Liudger te Drachten Medezeggenschapsstatuut van CSG Liudger te Drachten Versie: 15 september 2014 Inhoudsopgave 1 Preambule 2 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 2 Artikel 1 Begripsbepalingen 2 Hoofdstuk 2 Inrichting van de medezeggenschap

Nadere informatie

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs mei 2013 Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Cambium te Heerde Preambule Het bestuur van Stichting Cambium en de gemeenschappelijke

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van stichting Onderwijsgroep Galilei te Spijkenisse.

Medezeggenschapsstatuut van stichting Onderwijsgroep Galilei te Spijkenisse. Medezeggenschapsstatuut van stichting Onderwijsgroep Galilei te Spijkenisse. Dit statuut betreft de volgende scholen die onder hetzelfde bevoegd gezag staan: OSG de Eilanden te Spijkenisse, OSG de Ring

Nadere informatie

Reglement voor de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad voor de Stichting voor Voortgezet Onderwijs Kennemerland te Beverwijk.

Reglement voor de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad voor de Stichting voor Voortgezet Onderwijs Kennemerland te Beverwijk. Reglement voor de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad voor de Stichting voor Voortgezet Onderwijs Kennemerland te Beverwijk. versie september 2015 Dit is het reglement van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad

Nadere informatie