Gebruikershandleiding. Nederlandse Versie 1.2

Transcriptie

1 Gebruikershandleiding Nederlandse Versie 1.2

2 Inhoudsopgave 1. Programma introductie Voorbereidingen voor bediening Minimale systeemeisen evideoclient16 installeren Netwerk apparaat IP toewijzing IP instelling Onderhoud Gebruikersinterface Netwerk apparaat management Registreren van netwerk apparaat Groep registratie Netwerk apparatuur registratie Netwerk apparaat verbinden Favorieten verbinden Map Real-time observatie Netwerk apparaat bedienen Login Freeze Verbreken Splitscreen Sequentie modus Bedieningspaneel Camera list Favorite PTZ control Search list System Log Camera status Programma informatie Programma sluiten Opname Handmatig opnemen Beweging gebeurtenis opnemen Alarm gebeurtenis opnemen Instellingen Netwerk apparaat instellen Video instellingen Audio instellingen Beweging instellingen Alarm instellingen Gebeurtenis instellingen Datum & tijd instellingen Netwerk instellingen Onderhoud instellingen Opname instellingen PTZ instellingen Programma instellen Camera list instellingen Authorization / Sequence View Display / Record

3 7.2.4 Popup Window / Draw Mode instellingen Favorite instellingen Archive instellingen Bijlage MAP Editor Achtergrondplaatje instelling Apparaat instellingen Alarm in sensor instellingen Alarm out sensor Archive backup

4 1. Programma introductie Het PC programma wordt gebruikt voor het bedienen van meerdere netwerk apparaten. Dit programma kan geïnstalleerd worden vanaf de bijgeleverde CD-ROM schijf. U kunt maximaal 16 netwerk apparaten in real-time bekijken, opnemen en afspelen, en er is geen limiet voor het aantal netwerk apparaten om te beheren. Geregistreerde netwerk apparaten worden beheerd volgens hun groep zodat een aantal netwerk apparaten efficiënt bediend kunnen worden. Het ondersteunt tevens verschillende protocollen voor het bedienen van PTZ camera s en het apparaat kan via het netwerk ingesteld worden. U kunt ook de geplande opname functie gebruiken met datum, tijd, alarm gebeurtenis en beweging gebeurtenis, en opgenomen video bekijken op een snelle en gemakkelijke manier met zoeken op datum, tijd of gebeurtenis. Het programma heeft ook verbeterde bediening condities door gebruik te maken van intuïtieve en praktische gebruikersinterface configuraties. 2. Voorbereidingen voor bediening 2.1 Minimale systeemeisen Minimale systeemeisen Controleer uw PC systeem volgens de aanbevolen systeemeisen om evideoclient 16 uit te voeren. Wanneer het systeem minder is dan de minimale eisen, dan kan de PC langzaam worden tijdens het uitvoeren van het programma. 2.2 evideoclient16 installeren 1. Open het Setup_eVC16_v-xxx.exe bestand in de evideoclient16 map op de bijgeleverde CD om de installatie te starten. 2. Klik op de Next knop om door te gaan naar de volgende stap. 3. Klik op de Install knop om de installatie te starten. De installatie kan enkele minuten of meer duren, afhankelijk van de systeemprestaties. Klik na de installatie op de Finish knop om de installatie af te sluiten. 2.3 Netwerk apparaat IP toewijzing Het netwerk apparaat dat als eerste is verbonden met het netwerk krijgt een IP adres van de DHCP server. Wanneer het netwerk apparaat geen IP adres krijgt van DHCP, dan wordt het netwerk apparaat ingesteld op het standaard IP adres. Het is dus nodig om het IP adres van het netwerk apparaat toe te wijzen met een IP toewijzingsprogramma. Het standaard IP adres is

5 Start het SmartManager programma (Alle programma s>evideoclient16>smartmanager) op uw PC, het hoofdscherm wordt getoond. Na een tijdje worden alle netwerk apparaten die met het netwerk verbonden zijn automatisch weergegeven in de lijst IP instelling Selecteer een netwerk apparaat in de apparatenlijst scherm met de linker muisknop en klik op de rechter muisknop om het popup menu weer te geven. Door Assign IP in het popup menu te selecteren, verschijnt het volgende scherm. Voer een geschikt IP adres in en klik op de OK knop. 5

6 2.3.2 Onderhoud Selecteer Maintenance in het popup menu. Selecteer één van de 4 items in het popup menu voor Maintenance. Restart: Herstart het netwerk apparaat. Userset: Initialiseer een gebruikersinstelling van audio/video, alarm, etc. Restore : Herstel alle waardes behalve een netwerk gerelateerde instelling naar de standaard waarde. Factory Default: Herstel alle instelling waardes naar de standaard waarde. Opmerking: 1. Zie de SmartManager gebruikershandleiding voor meer informatie. 2. IP Setting Utility: Het IP adres kan toegewezen worden met behulp van het MAC adres van het product. 3. SmartSetup programma: Vorige versie van de SmartManager. 6

7 3. Gebruikersinterface Start het evideoclient16 programma (Alle programma s>evideoclient16>evideoclient16) op uw PC, het hoofdscherm wordt getoond zoals hieronder. De beschrijving van elk gebied in het evideoclient16 scherm is als volgt. 1. Splits: Is het splitscreen scherm. Hier kunnen 1 tot 16 beelden gelijktijdig getoond worden. 2. Scherm: Is het beeld dat de video van het verbonden netwerk apparaat toont. 3. Uitvouwmenu: Bevat alle menu functies die benodigd zijn voor het bedienen. 4. Werkbalk: Bevat de favoriete menu functies die benodigd zijn voor het bedienen. 5. Camera list: Wanneer gebruikers dubbelklikken op een groep in het Camera list scherm, dan wordt een lijst met geregistreerde netwerk apparaten weergegeven. Favorite: De Favorite is een door de gebruiker gedefinieerde verbindingslijst die meerdere externe locaties combineert. Hierdoor kunnen meerdere locaties tegelijkertijd bekeken worden met één verbinding. Map: Met het Map paneel kunt u de externe locaties efficiënt bekijken door een map te tonen van de geselecteerde locatie. Wanneer het apparaat een gebeurtenis detecteert of het apparaat niet goed werkt, dan verschijnen status iconen en een Popup scherm. 6. Alarm Out: U kunt de Alarm Out van een netwerk camera bedienen. 7. PTZ control: U kunt PTZ camera s bedienen en instellen met deze functie. 8. Search list: Gebruikers kunnen zoeken op tijdverloop en het opgenomen beeld manueel afspelen (Optie beweging opname, alarm opname). 9. Camera status: De alarm, beweging en opname iconen gaan aan en uit wanneer er een gebeurtenis plaatsvindt. Toont de microfoon en speaker die gebruikt worden. 10. Log: Toont belangrijke gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens het uitvoeren van het programma in real-time. 11. Event: Gebruikers kunnen gebeurtenissen zoeken en het beeld afspelen dat opgenomen is (beweging gebeurtenis, alarm gebeurtenis). 12. Minimaliseren / Maximaliseren / Sluiten icoon: Minimaliseert, maximaliseert het scherm. Sluit het programma af. 7

8 4. Netwerk apparaat management 4.1 Registreren van netwerk apparaat Groep registratie Voordat u netwerk apparaten registreerd, moet u eerst de groep registreren. Linker muisknop klik. Rechter muisknop klik. 1. Om een groep toe te voegen, klikt u met de linker muisknop op het Add Group icoon. Of, klik met de rechter muisknop op het camera list scherm om op de Add Group knop te klikken. Voer een groepsnaam in. 2. Voer een groepsnaam in Netwerk apparatuur registratie Linker muisknop klik. Rechter muisknop klik. 1. Om een camera toe te voegen, klikt u met de linker muisknop op het Add Camera icoon. Of, klik met de rechter muisknop op het camera list scherm om op de Add Camera knop te klikken. 8

9 2. Voer een naam voor het netwerk apparaat in om te gebruiken, het IP adres (of domeinadres), RTSP poort, HTTP poort, etc. in het invoerscherm. Druk op de Add knop om een netwerk apparaat te registreren in een groep. A. Device Search List: Is een zoeklijst van netwerk apparaten op het bestaand lokaal netwerk. Klik op het apparaat dat u wilt verbinden in de Device Search List en de Camera Setup wordt automatisch ingevuld. B. Het icoon in de Device Search List geeft de status van de verbinding weer. I. : Bereikbaar II. III. : Gebruiker autorisatie is vereist om toegang te krijgen. Voer de gebruikersnaam en wachtwoord in die ingesteld zijn bij de Login instellingen. : Ontoegankelijk vanwege een verschillend IP segment of een andere onduidelijke oorzaak. Het kan opgelost worden door een IP adres te veranderen. IV. Klik met de rechter muisknop op het Device Search List en het menu hieronder wordt getoond. Vervolgens kan de functie uitgevoerd worden. * Wanneer IP adres (of domeinadres), RTSP poort en HTTP poort waardes verkeerd zijn ingevoerd, dan kan er geen verbinding worden gemaakt met het desbetreffende netwerk apparaat. * Zie de 2.3 Netwerk apparaat IP toewijzing sectie voor gedetailleerde informatie. * Het standaard RTSP poortnummer is * Het standaard PTZ poortnummer is * Het standaard HTTP poortnummer is 80. (HTTPS poortnummer is 554 ) 9

10 4.2 Netwerk apparaat verbinden Sleep een netwerk apparaat om te verbinden en laat het los op het scherm. Gebruikers kunnen het real-time scherm zien door elk netwerk apparaat te slepen naar het gewenste scherm. Vink het vakje van het netwerk apparaat aan om te verbinden. Sleep de map om verschillende aangevinkte netwerk apparaten in één keer te verbinden. 4.3 Favorieten verbinden Het Favorite Sites paneel toont een lijst met favoriete locaties die geregistreerd zijn tijdens het instellen van het evideoclient16 systeem. Klik op en voer een naam in. 10

11 Selecteer de favoriete locatie waarmee u wilt verbinden in de lijst en sleep het naar de gewenste positie op het scherm. Alle externe locaties die geregistreerd staan in de favoriete locatie worden automatisch verbonden. * Zie de 2.3 Netwerk apparaat IP toewijzing sectie voor gedetailleerde informatie. 4.4 Map Openen van map bestand Sluiten van map bestand * Zie de 8.1 MAP Editor sectie voor meer informatie. 11

12 5. Real-time observatie 5.1 Netwerk apparaat bedienen Wanneer het netwerk apparaat correct is verbonden, dan wordt de video getoond op het scherm Login Vink dit item aan om het login scherm weer te laten geven. Hoe werkt de functie. Uitvouwmenu Login scherm Bij gebruik van het gebruikers account, moet u inloggen voor elke toegang. * Zie Authorization / Sequence View Freeze Wanneer de Freeze knop ingedrukt wordt, wordt het real-time toezichtscherm gepauzeerd. Om verder te gaan met het toezicht, druk dan nogmaals op de Freeze knop. Hoe werkt de functie. Op het scherm Werkbalk 12

13 Uitvouwmenu Verbreken Verbreek de verbinding met het netwerk apparaat onder real-time toezicht en het real-time toezicht wordt gestopt. Hoe werkt de functie. Werkbalk Op het scherm Uitvouwmenu 5.2 Splitscreen Met de splitscreen functie kunt u efficiënt observeren. Er zijn 6 modes voor de splitscreen, namelijk de 1, 4, 8, 13, 16-beeld en volledig scherm configuraties. De mode kan geselecteerd worden volgens de observatie methode van de gebruiker. Door op de splitscreen knop te klikken linksboven op het scherm, wordt de configuratie van het observatie scherm veranderd. Wanneer u alleen het observatiescherm wilt zien, dan kunt u de volledig scherm modus selecteren. Door op de Esc toets op het toetsenbord te drukken gaat u terug naar de basis toezicht modus. 13

14 Hoe werkt de functie. Werkbalk Uitvouwmenu 5.3 Sequentie modus In de 1-beeld modus, kunt u de observatie beelden in sequentie bekijken. De sequentie modus kan ook geselecteerd worden in de volledig scherm modus. Deze functie wordt geactiveerd door op de sequentie modus knop te klikken linksboven op het scherm. Om het automatisch wisselen van de beelden te stoppen, kunt u nogmaals op de sequentie modus knop klikken. U kunt een looptijd instellen voor elk beeld in de sequentie modus, en een beeld overslaan die u niet wilt bekijken. Voor gedetailleerdere instellingen, zie Authorization / Sequence View. Hoe werkt de functie. Werkbalk 14

15 5.4 Bedieningspaneel Het bedieningspaneel met vaststaande schermen wordt hieronder getoond. Het bedieningspaneel met vrijstaande schermen wordt hieronder getoond. 15

16 Load Layout Een opgeslagen layout wordt toegepast. Save Layout De door de gebruiker ingestelde layout wordt opgeslagen. (Maximaal 15) 16

17 5.4.1 Camera list : Add Group icoon : Add Camera icoon * Zie de 4.1 Registreren van netwerk apparaat sectie voor gedetailleerde informatie. * Zie de 2.3 Netwerk apparaat IP toewijzing sectie voor gedetailleerde informatie Favorite : Add Favorite icoon * Zie de Favorite instellingen sectie voor gedetailleerde informatie PTZ control Control tab. U kunt PTZ camera s bedienen en instellen met deze functie. 17

18 Pan/Tilt bediening Dit is een knop om de PTZ camera te draaien in de vier richtingen. Focus bediening Iris bediening Zoom bediening : Deze knop is voor het bedienen van de focus. : Deze knop is voor het bedienen van de iris. : Deze knop is voor het bedienen van de zoom. Pan/Tilt Speed bediening Dit stelt de snelheid in waarmee de PTZ camera draait. Hoe hoger de waarde, des te hoger de snelheid. Preset Voer een waarde in en druk op de Go knop om meteen naar de opgeslagen coördinaten te gaan. Auto Scan Voer de coördinaten in van de start- en eindpunten, en stel de zoom waardes in van de start- en eindpunten bij het uitvoeren van de Auto Scan. 18

19 Tour Voer een automatische toezichtmodus uit met de combinatie van Preset en Auto Scan waardes. Pattern Deze functie kan de routes van de Pan/Tilt/Zoom bedieningen tijdens een bepaalde tijd onthouden, en kan de opgeslagen patronen opnieuw op het scherm weergeven. Menu tab (OSD [On Screen Display]). Gebruikers kunnen de instellingen uitvoeren terwijl ze het PTZ camera menu zien op het CRT scherm. Richting bediening Deze knop wordt gebruikt tijdens het navigeren in het menu. Waarde bediening : Deze knop wordt gebruikt om diverse instellingwaardes te verhogen en te verlagen. Menu bedieningsknoppen Voert de Menu, Esc, Home en CTRL knoppen uit van de PTZ camera keyboard. Gaat meteen naar het instellingen scherm voor bepaalde functies. 19

20 5.4.4 Search list Tijdverloop zoekactie. Gebruikers kunnen opgenomen beelden zoeken en afspelen, handmatig of op gebeurtenissen met datum, tijd en opname condities (beweging gebeurtenis, alarm gebeurtenis). Wanneer gebruikers een datum selecteren en het opgenomen netwerk apparaat slepen naar het scherm, dan zal het de opgenomen beelden vanaf het begin van de dag afspelen. * De rode kleur geeft aan dat er overlappende video data is. Bij het afspelen van opgenomen video kunt u overlappende video data selecteren. Een afspeel bestand selecteren. U kunt een bestand om af te spelen selecteren door op de of knop te klikken. is voor Opname bestand en is voor Archief bestand. Voor meer informatie over Archive Backup, zie 8.2 Archive backup. Gebeurtenis zoekactie. 1. Zoeken naar beweging gebeurtenis opname Vink het oranje vakje aan om naar beweging gebeurtenis opnames te zoeken. Dan worden alleen de video s die opgenomen zijn in de beweging gebeurtenis modus getoond in het opname informatie scherm. 2. Zoeken naar alarm gebeurtenis opname Vink het blauwe vakje aan om naar alarm gebeurtenis opnames te zoeken. Dan worden alleen de video s die opgenomen zijn in de alarm gebeurtenis modus getoond in het opname informatie scherm. 20

21 Afspeelbediening. De 1, 4, 8, 13, 16-beeld en volledig scherm modes worden ondersteund tijdens het afspelen. De opname datum en tijd van het huidige plaatje worden linksonder in het scherm getoond, terwijl de handmatige opname (groen), beweging gebeurtenis opname (oranje) en alarm gebeurtenis opname (blauw) linksonder in het scherm worden weergegeven. Gebruikers kunnen een gewenste tijdzone selecteren van 00 tot 23. Een specifieke tijd kan doorgezocht worden door op de opname informatie balk te klikken, en gemakkelijk en snel te bewegen naar een gewenste tijdzone om af te spelen. Terugspoelen Hierdoor speelt u de beelden versneld achteruit af. Wanneer u op de knop drukt, wisselt de afspeelsnelheid tussen 1, 2, 4 en 8x. Wanneer op de vooruitspoelen knop wordt gedrukt tijdens het versneld terugspoelen, dan verlaagt de afspeelsnelheid. Afspelen Hierdoor speelt u de beelden normaal af. Wanneer u op deze knop drukt in de vooruitspoelen, terugspoelen of pauze modus, dan verandert de video naar de 1x afspeelmodus. Stop Hierdoor stopt de afspelende video en wordt het afspelend netwerk apparaat van het scherm verwijderd. Om de opgenomen video weer af te spelen, moet u opnieuw gaan zoeken. Pauze Hierdoor pauzeert de afspelende video. Om de video weer af te spelen, moet u nogmaals op de pauze knop drukken of op de afspelen knop. Vooruitspoelen Hierdoor speelt u de beelden versneld vooruit af. Wanneer u op de knop drukt, wisselt de afspeelsnelheid tussen 1, 2, 4 en 8x. Wanneer op de terugspoelen knop wordt gedrukt tijdens het versneld vooruitspoelen, dan verlaagt de afspeelsnelheid. Maximaal vier video s kunnen tegelijkertijd afgespeeld worden en de video s kunnen geobserveerd worden in de 1, 4, 8, 13, 16-beeld modus, of in de volledig scherm modus. U kunt gemakkelijk naar de gewenste tijd gaan met behulp van de opname informatie balk. Clip File maken. Volg de stappen. 1. Klik op de knop. 2. Selecteer Start, End. 3. Selecteer Channel. 4. Klik op de Save knop. 21

22 5. Voer de bestandsnaam in. 6. Klik op de Save knop. 7. Klik op de Estimation knop, de evideoclient16 toont de grootte van het video clip bestand. Clip Player. U kunt een clip bestand afspelen in de evideoclient16. Open schermen van ClipViewer. : Eerste plaatje, Laatste plaatje. : Terugspoelen, Vooruitspoelen. : Achteruit afspelen, Vooruit afspelen. : 1 plaatje terug, 1 plaatje vooruit. (Alleen in 1 beeld modus). : Pauze, Afspelen. : Afdrukken (Alleen in 1 beeld modus). : 1 beeld modus. : 4 beeld modus. : 16 beeld modus. 22

23 Afdruk functie. Original: Originele beeldgrootte. Print: Huidig beeld afdrukken. Save: Huidig beeld opslaan als beeldbestand System Log Dit toont belangrijke gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens het uitvoeren van het programma in realtime. Maximaal 1000 systeem meldingen kunnen opgeslagen worden, de oudste meldingen worden automatisch verwijderd. 23

24 5.4.6 Camera status Alarm gebeurtenis : Alarm gebeurtenis status icoon Wanneer een alarm input gebeurtenis plaatsvindt, dan knippert het alarm icoon (rechtsonder in het scherm) gedurende de ingestelde tijd bij de netwerk apparaat instellingen. * Zie Alarm instellingen en Gebeurtenis instellingen voor details over de alarm en gebeurtenis instellingen. Beweging gebeurtenis : Beweging gebeurtenis status icoon Wanneer een beweging gebeurtenis plaatsvindt, dan knippert het beweging icoon (rechtsonder in het scherm) gedurende de ingestelde tijd bij de netwerk apparaat instellingen. * Zie Beweging instellingen voor details over de beweging instellingen. Opname : Opname aan/uit status icoon Om de real-time observatie video op te slaan op de PC, druk op de opname knop. De real-time observatie video die op het moment getoond wordt, wordt opgenomen en opgeslagen op de PC. Voor opname methodes, zie 6. Opname. Audio bediening : Microfoon aan/uit status icoon : Speaker aan/uit status Wanneer gebruikers het volume van een microfoon of speaker dat verbonden is aan een gebruikers PC willen regelen, dan moeten ze de gebruikers PC volume aanpassen ongeacht de instelling van de microfoon en speaker volume in Network Devices. Bedieningspaneel verbergen en weergeven. Uitvouwmenu Vink dit item aan wanneer u het bedieningspaneel wilt weergeven. Vink het vakje uit wanneer u het bedieningspaneel wilt verbergen. 24

25 5.5 Programma informatie Klik op dit item om de programma informatie te zien. Hoe werkt de functie. Werkbalk Uitvouwmenu 5.6 Programma sluiten Selecteer Exit in het File menu van de werkbalk of klik op de Sluiten knop van het programma scherm om het evideoclient16 programma af te sluiten. 25

26 6. Opname Opslaan van een beeld tijdens real-time toezicht op de HDD van een gebruikers PC. 6.1 Handmatig opnemen Wanneer u op de opname knop drukt tijdens de real-time observatie, verandert de kleur naar rood en de opname begint. Wanneer u nogmaals op de opname knop drukt, zal dit opname proces stoppen. Hoe werkt de functie. Werkbalk Uitvouwmenu Op het scherm 6.2 Beweging gebeurtenis opnemen Wanneer een beweging gebeurtenis plaatsvindt, kan het automatisch opgenomen worden door dit instellingen proces. Voor beweging gebeurtenis opname, voer het beweging gebeurtenis instelling uit (Zie Beweging instellingen ), en stel de opname instelling in (Zie Opname instellingen ). 6.3 Alarm gebeurtenis opnemen Wanneer een alarm gebeurtenis plaatsvindt, kan het automatisch opgenomen worden door dit instellingen proces. Voor alarm gebeurtenis opname, voer het alarm gebeurtenis instelling uit (Zie Alarm instellingen ), en stel de opname instelling in (Zie Opname instellingen ). 26

27 Opname modus Overschrijf opname modus Eenmalig opname modus Controleer de resterende ruimte, de opname instellingen en de overschrijf status van de harde schijf, voordat u begint met opnemen. * Zie Opname instellingen 7. Instellingen 7.1 Netwerk apparaat instellen Het instellingen scherm dat overeenkomt met het netwerk apparaat dat is verbonden verschijnt. Hoe werkt de functie. Op het scherm Instellingen scherm (pop up) 27

28 7.1.1 Video instellingen Image Appearance. Resolution Hiermee kunnen gebruikers een basis schermgrootte instellen wanneer ze verbinding hebben via de web browser of PC programma. De schermgrootte heeft vier verschillende opties, namelijk D1, 640x480, 320x240 en 160x128. Gebruikers kunnen de geselecteerde schermgrootte op ieder moment veranderen terwijl het scherm bekeken wordt op real-time basis. Compression Wanneer het nodig is om de verbindingstatus te vergemakkelijken vanwege netwerk situaties, dan kunnen gebruikers de compressie verhogen om zo een stabielere netwerk transmissie te krijgen. Aan de andere kant, wanneer het nodig is om een gedetaileerd toezichtscherm te hebben door de beeldkwaliteit te verbeteren, dan kunnen gebruikers dat doen door de compressie te verlagen. Pas deze functie in elk geval aan volgens de netwerk status en toezicht doeleinden. Standaard is 2000 (Kbps). Image Filter Met de beeld filter functie kunnen gebruikers de beeldkwaliteit verbeteren op een sterke (strong) of zwakke (weak) manier. Standaard is disabled (uitgeschakeld). Brightness De beeld helderheid kan aangepast worden van 0 tot 255, standaard is 128. De helderheid kan verschillen afhankelijk van de apparatuur en PC monitor status. 28

29 MPEG4 Video Stream. Frame rate In het real-time afspelen moeten gebruikers een frame refresh rate per seconde selecteren. Wanneer de ratio hoog is, dan wordt het beeld beter. Aan de andere kant, wanneer de ratio laag is, dan wordt het beeld onnatuurlijk maar het kan de netwerkbelasting verlagen. Profile SP (Simple Profile) is beschikbaar tot de CIF resolutie en 384 kbit/s. ASP (Advanced Simple Profile) is beschikbaar tot de 4CIF resolutie en 8000 kbit/s. Bit-rate control Variable bit rate (VBR): Dit verwijst naar het gebruik van een variabele bit rate (VBR). De bit rate wordt verhoogt voor beeld met veel beweging en de bit rate wordt verlaagd voor beeld met weinig beweging. De basis instelling is de VBR type. Constant bit rate (CBR): Het gebruik van een constante bit rate (CBR) kan stabiel afspelen garanderen. Echter wanneer een grote hoeveelheid aan data niet vereist is, dan kan dat een verspilling van de transmissie ratio zijn. Wanneer een grote hoeveelheid aan data vereist is, dan kan de beeldkwaliteit verminderd worden. GOV size Voer de GOV (groep van VOP) grootte in. Wanneer gebruikers een hoge kwaliteit van snelle beelden één voor één willen hebben, verminder dan de waarde. Voor het doeleinde van algemene bewaking, verander de standaard waarde dan niet. Hierdoor kan een probleem worden veroorzaakt bij de systeemprestaties. Voor details over de GOV instelling kunt u contact opnemen met het service center Audio instellingen 29

30 Audio Setting. Enable Vink het vakje aan wanneer u audio gebruikt. Compression type Gebruikers kunnen de transmissie ration verhogen of de geluidskwaliteit verbeteren door een audio compressie modus te selecteren. De PCM 16-bit geeft de beste geluidskwaliteit, terwijl de PCM 8-bit overeenkomt met dat van radio geluid. Sample rate Wanneer de sample rate laag is, dan gaat de geluidskwaliteit omlaag maar de transmissie ratio gaat omhoog. Wanneer de sample rate hoog is, dan wordt de geluidskwaliteit beter maar de transmissie ratio gaat omlaag. Pas de ratio aan volgens de netwerk status en doeleinden. Audio Input / Output. Source Gebruikers kunnen MIC input of LINE input selecteren, maar kunnen beide niet tegelijkertijd gebruiken. Input Volume Gebruikers kunnen het ingangsvolume regelen door de microfoon volume aan te passen. Output Volume Gebruikers kunnen het uitgangsvolume van de speaker regelen die verbonden is met de netwerk dome camera Beweging instellingen 30

31 Motion Detection Setting. Beweging informatie wordt verwerkt door het beeld in 64 gebieden te verdelen. Elk gebied kan geselecteerd worden door er met de muis op te klikken, en een groene punt verschijnt in het geselecteerde gebied. Het gebied dat de beweging informatie gebruikt als een gebeurtenis wordt weergegeven met een groene punt, terwijl het gebied dat de informatie niet gebruikt als leeg weergegeven wordt. Enable Vink dit vakje aan wanneer u de beweging informatie gebruikt. Sensitivity Dit stelt de gevoeligheid in voor de beweging detectie. Motion dwelling time Dit stelt de gebeurtenis looptijd in wanneer een beweging plaatsvindt. Dit kan ingesteld worden van 0 tot 6 seconden. Wanneer een gebeurtenis plaatsvindt, gaat het beweging icoon rechtsonder rood knipperen gedurende de ingestelde tijd. Zodra er een andere beweging plaatsvindt tijdens de beweging gebeurtenis, wordt de looptijd verlengt op basis van het tijdstip waarop de tweede gebeurtenis plaatsvindt. Enable down FPS Deze functie vermindert de frame rate naar ongeveer 1 FPS wanneer er geen beweging gebeurtenis is. Wanneer er wel een beweging gebeurtenis is, werkt het met de ingestelde frame rate Alarm instellingen Met deze functie kunnen gebruikers de alarm input/output instellingen en gebeurtenis instellingen uitvoeren. 31

32 Alarm In instellingen Alarm IN Port 1 en 2 Setting. Enable Vink dit vakje aan wanneer u de Alarm IN Port 1 gebruikt. Type Selecteer de bedrijfswijze van de Alarm Input 1. Selecteer N.O. (normaal open) of N.C. (normaal gesloten). Alarm dwelling time Stel de looptijd in voor alarm gebeurtenissen, van 0 tot 180 seconden Alarm Out instellingen Bij een alarm gebeurtenis zorgt deze functie ervoor dat er een mailing of ftp service gestuurd wordt naar de door de gebruiker toegewezen adressen. 32

33 SMTP ( ) Settings. Enable Vink dit vakje aan wanneer u SMTP ( ) gebruikt. Sender Voer een adres in waarvandaan de gestuurd wordt. Receiver list Voer maximaal 10 adressen in die de moeten ontvangen. Use authentication Wanneer uw server authenticatie vereist, moet het vakje voor Use authentication aangevinkt worden en de benodigde informatie ingevoerd worden. SMTP server De naam van de SMTP server of het IP adres. Port SMTP server poortnummer. User name De gebruikersnaam van de SMTP gebruiker. Password Het wachtwoord van de SMTP gebruiker. Login method De methode voor SMTP server authenticatie. 33

34 FTP & JPEG instellingen FTP Settings. Enable Vink het vakje aan om de FTP functie te activeren. Passive mode Vink het vakje aan voor een passieve FTP verbinding. Server name or IP Voer het IP adres of host naam in van de FTP om te ontvangen. Port Voer het poortnummer in van de FTP om te ontvangen. Remote Directory Voer de locatie in om het bestand op te slaan van de FTP om te ontvangen. Username Voer het account van de gebruiker in voor de verbinding met FTP. Password Voer het wachtwoord van de gebruiker in voor de verbinding met FTP. Anonymous login Omvat elk gebruikersaccount dat het programma niet kan authenticeren. 34

35 JPEG Settings. Stel de condities, schermgrootte, kleur en naam van het JPEG bestand in om naar de FTP te sturen. Pre event Voeg 1 tot 5 seconden met 1 tot 2 FPS toe van voordat de gebeurtenis gegenereerd is. Post event Voeg 1 tot 5 seconden met 1 tot 2 FPS toe nadat de gebeurtenis gegenereerd is. Image size Kies de grootte van het JPEG bestand om te maken uit 160x120 en 320x240. Color Selecteer of het JPEG bestand om te maken in kleur of zwart/wit moet zijn. Base name Noteer de basis naam van het bestand om te maken. Naast de basis naam is het ook mogelijk om een aanvullende naam toe te voegen om meerdere bestanden te onderscheiden. Additional suffix Kies één optie uit datum, tijd en het volgnummer. None: Voeg geen aanvullende naam toe. Date Time: Voeg de datum en tijd toe van wanneer het bestand gemaakt is achter de basis naam. Sequence: Voeg het volgnummer toe van de gemaakte bestanden achter de basis naam Preset instellingen 35

36 Preset Settings. Enable: Vink het vakje aan om de Preset functie te activeren. Alarm Input port 1: Selecteer het Preset nummer voor alarm input 1. Alarm Input port 2: Selecteer het Preset nummer voor alarm input Gebeurtenis instellingen IN-OUT mapping. Door alarm OUT opties te koppelen aan de gebeurtenissen van alarm IN, kunnen gebruikers een of FTP bericht sturen. Alarm IN Alarm IN bestaat uit Motion, Alarm in port 1 en Alarm in port 2. Alarm OUT - Alarm: Bedien de apparatuur verbonden met de alarm OUT poort aan de hand van gebeurtenissen van de Alarm IN. - Stuur een aan de hand van gebeurtenissen van de Alarm IN. - FTP: Stuur het opgeslagen plaatje naar FTP aan de hand van de gebeurtenis van de Alarm input. - Preset: Bedien de preset aan de hand van de gebeurtenissen van de Alarm IN. Enable mandatory alarm out Schakel de alarm bediening in om het contact te openen / sluiten. 36