Adviesdienst Verkeer en Vervoer RWS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Adviesdienst Verkeer en Vervoer RWS"

Transcriptie

1 Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research Laan van Westenenk 51 Postbus AH Apeldoorn TNO-rapport 27-A-R389/B T F Onderzoek naar de effecten op de luchtkwaliteit van NO 2 en PM 1 op vier locaties (A dam, R dam, Utrecht en Den Haag) van de ringwegen met 8 km/u met strikte handhaving Datum juli 27 Auteur(s) Menno Keuken Koos Hollander Sander Jonkers Projectnummer Trefwoorden Bestemd voor Luchtkwaliteit 8 km/u NO 2 PM 1 Adviesdienst Verkeer en Vervoer RWS Aantal pagina's 64 (incl. bijlagen) Aantal bijlagen 9 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan. 27 TNO

2 TNO-rapport 27-A-R389/B 2 / 34 Samenvatting TNO heeft in opdracht van RWS onderzoek gedaan naar de effecten op de luchtkwaliteit van het instellen van 8 km/h met strikte handhaving op een gedeelte van de ringwegen bij Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Op de vier locaties zijn metingen uitgevoerd aan weerszijden van de ringwegen: 2- wekelijks gemiddelde NO 2 concentraties en uur-tot-uur PM 1 concentraties. De meetperiode voor is vanaf 1 april t/m 31 oktober 25 en de periode na is vanaf 1 november 25 t/m 31 oktober 26. Uur-tot-uur zijn de bijdragen van het wegverkeer aan de luchtkwaliteit van PM 1 en NO 2 op de meetlocaties in de meetperioden voor en na berekend. Door metingen en berekeningen te combineren, is de verandering in NO x en PM 1 emissies van het verkeer op de ringwegen door de maatregel vastgesteld. Vervolgens zijn de jaargemiddelde bijdragen aan NO 2 en PM 1 rondom de ringwegen voor en na invoering van de maatregel berekend. De resultaten zijn representatief voor de plek van de metingen in het midden van de 8 km/u trajecten. Uit de gemeten verkeersintensiteit en snelheid door RWS op de vier locaties gedurende een jaar voor en een jaar na invoering van de maatregel, wordt geconcludeerd, dat is voldaan aan de doelstelling om de snelheid en de dynamiek ( variatie in de gemiddelde rijsnelheid ) te verlagen. Uit data van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit wordt meteorologisch gezien bij gelijkblijvende NO x emissies in de periode na ten opzichte van de periode voor - een verhoogde NO 2 bijdrage verwacht. De verlaagde, gemeten bijdrage van NO 2 in dit onderzoek duiden daarom op verlaagde NO x emissies. Voor kwantificering van deze verlaging wordt een combinatie van metingen en modelberekeningen gebruikt. De resultaten van de reductie in NO x en PM 1 emissies op de vier locaties zijn samengevat in onderstaande tabel. PM 1 emissiereductie % NO x emissiereductie % Amsterdam Den Haag 8 2 Rotterdam 9 3 Utrecht Vanwege aanleg geluidsscherm in de periode na de maatregel kon alleen een maximale reductie in PM 1 emissies bij Amsterdam worden vastgesteld, in werkelijkheid zal de reductie in de orde zijn van 1% zoals bij Rotterdam; 2 Vanwege lokale activiteiten (o.a. aanleg weg) met PM emissies, zowel voor en na waren de data van PM 1 niet geschikt voor analyse in Utrecht. Reductie in PM 1 emissies is in de orde van 1%. Reductie in NO x emissies is in de orde van 2-3% voor Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. De relatieve lage waarde van 2% voor Den Haag is waarschijnlijk gekoppeld aan het relatief lage aandeel vrachtverkeer ten opzichte van de overige drie locaties.

3 TNO-rapport 27-A-R389/B 3 / 34 In de tussentijdse evaluatie in mei 26 werden voor NO x lagere emissies reducties gevonden (voor PM 1 waren er met uitzondering van Den haag te weinig data). Dit verschil in NO x emissies in beide rapportages is met name het gevolg van twee factoren: in de tussentijdse rapportage is gerekend met een lineair verband tussen NO x emissies en NO 2 concentraties in plaats van een niet-lineair verband. De reden was de gewenste datum van rapportage en de (onterechte) inschatting, dat de niet-lineaire relatie niet relevant was op de schaal van een weg. Zoals toegelicht in dit rapport heeft dit in de tussentijdse rapportage tot (te) lage NO x emissies geleid in vergelijking met de waarden in dit eindrapport; de tweede factor is de te korte meetperiode na met alleen wintermaanden voor de tussentijdse rapportage en dit werkt met name door voor de bijdrage van NO 2 (en dus de NO x emissies). De vastgestelde emissie reducties zijn gebruikt om de concentratiebijdrage aan NO 2 en PM 1 langs de vier ringwegen te berekenen als functie van afstand tot de ringwegen. Deze berekeningen zijn uitgevoerd een jaar voor en na de maatregel met dezelfde meteorologie (versie 1) en dezelfde verkeersintensiteit (versie 2). Het effect van de 8 km/u maatregel op de bijdrage aan concentraties op 5 m van de weg met een geluidsscherm is in de orde van minder dan.5 µg/m 3 PM 1 en 2 µg/m 3 NO 2. De vastgestelde emissies zijn voor NO x in de ordegrootte van de eerder vastgestelde emissie reducties bij Overschie (25%), maar voor PM 1 zijn ze lager: 1% in dit onderzoek ten opzichte van 35% in Overschie. Een verklaring voor het verschil in PM 1 emissies met Overschie is niet eenvoudig. Wellicht is de rol van niet-uitlaat emissies aan PM 1, zoals opgewerveld wegenstof van belang. Deze bijdrage is afhankelijk van het wegdek en meteorologie. Nader onderzoek naar het effect van de 8 km/u maatregel op deze bijdrage aan PM 1 emissies wordt uitgevoerd in het kader van het Innovatie Programma Lucht (IPL). Gezien de daling van NO x emissies wordt ook een positief effect op roetemissies verwacht door de 8 km/u maatregel maar helaas ontbraken zwarte rook metingen voor de periode voor om dit effect vast te stellen. Samenvattend wordt geconcludeerd, dat door invoering van de 8 km/u maatregel de gemiddeld PM 1 emissies met 1% dalen en NO x emissies met 2-3%. Tussen de vier locaties zijn verschillen in vastgestelde emissies maar gezien de onzekerheid in metingen en modelberekeningen is het lastig om betrouwbare uitspraken te doen over deze onderlinge verschillen.

4 TNO-rapport 27-A-R389/B 4 / 34 Inhoudsopgave Samenvatting Achtergrond Opzet onderzoek Samenvatting data-analyse Resultaten Meteorologische variatie voor en na Verkeersintensiteiten en snelheden voor en na Meetdata van NO 2 en PM Meetdata PM Combinatie van metingen en berekeningen Jaargemiddelde berekende bijdrage van PM 1 en NO Discussie en conclusies Referenties Verantwoording Bijlage(n) 1 De meetpunten op de locaties: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht 2 De afstanden van de meetlocaties tot de as van de ringwegen 3 Beschrijving meetmethoden en onderzoeksaanpak 4 De windrozen in 25 en 26 op het meetpunt Schiphol (KNMI) 5 De meetresultaten van NO 2 metingen op de locaties Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht 6 Scatterplots van gemeten en berekende bijdrage voor en na de maatregel voor PM 1 en NO 2 op de locaties Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht 7 Vergelijking van de tussentijdse rapportage mei 26 en eindresultaten 8 Zwarte rook metingen en resultaten 9 PM 2.5 metingen en resultaten

5 TNO-rapport 27-A-R389/B 5 / 34 1 Achtergrond Rijkswaterstaat heeft TNO opdracht verleend voor onderzoek naar de effecten van 8 km/u met strikte handhaving op de luchtkwaliteit van NO 2 en PM 1 langs de locaties van de ringwegen bij Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Bij Amsterdam, Den Haag en Rotterdam ging het om verlaging van 1 km/u naar 8 km/u (met strikte handhaving), terwijl in Utrecht de snelheid op de hoofdbanen werd verlaagd van 12 km/u naar 1 km/u en op de parallelbanen van 1 km/u naar 8 km/u met strikte handhaving. De maatregel is ingevoerd sinds 1 november 25. In mei 26 heeft TNO tussentijds gerapporteerd over de resultaten van het onderzoek t/m 31 maart 26 [1]. Als referentie voor vergelijking van de tussentijdse resultaten wordt verwezen naar het onderzoek van de effecten van 8 km/u met strikte handhaving op de luchtkwaliteit in Overschie [2]. In Overschie zijn gedurende een jaar uur-tot-uur metingen van NO x en PM 1 op drie meetlocaties in Overschie uitgevoerd. Uit het onderzoek werd geconcludeerd dat emissies van NO x en PM 1 van het wegverkeer op de A13 met respectievelijk 25% en 35% daalden. Deze relatief hoge daling in verkeersemissies werd indertijd toegeschreven aan de specifieke verkeersomstandigheden in Overschie voor en na de maatregel. Op de vier locaties bij Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht leken de verkeersomstandigheden minder gunstig ten opzichte van Overschie. Daarom werd a-priori verwacht dat de emissiereductie kleiner is dan gerealiseerd in Overschie met als gevolg, dat het niet eenvoudig is deze eventuele verandering in emissies vast te stellen. 1.1 Opzet onderzoek Het effect van 8 km/h met strikte handhaving op de luchtkwaliteit langs vier ringwegen is onderzocht. Deze bijdrage is voor en na de maatregel door een combinatie van metingen en berekeningen vastgesteld. Er zijn metingen uitgevoerd van PM 1, NO 2 en zwarte rook. Vanwege regelgeving wordt in het hoofdrapport alleen aandacht besteed aan PM 1 en NO 2, terwijl het onderzoek naar zwarte rook in Bijlage 8 is opgenomen. De meetperiode voor was vanaf 1 april t/m 31 oktober 25 en de periode na vanaf 1 november 25 t/m 31 oktober 26. In Bijlage 1 zijn de meetpunten bij de vier locaties weergegeven, terwijl in Bijlage 2 de afstanden van deze meetpunten tot de wegrand van de ringweg staan aangegeven. In Bijlage 3 zijn meetmethoden en data analyse uitgebreid toegelicht en onderstaand samengevat. In Bijlagen 3-9 zijn de meetresultaten en berekeningen weergegeven, terwijl de presentatie van de resultaten in het hoofdrapport zoveel mogelijk zijn beperkt tot samenvattende tabellen. 1.2 Samenvatting data-analyse In Bijlage 3 is de methode van data-analyse uitgebreid beschreven. Onderstaand volgt een stapsgewijze samenvatting: Meteorologie; Meteorologische omstandigheden (windrichting, windsnelheid en neerslag) zijn voor en na vergeleken om een inschatting te krijgen van het verschil in verspreidingscondities van de luchtvervuiling afkomstig van het wegverkeer;

6 TNO-rapport 27-A-R389/B 6 / 34 Verkeer; De verkeersintensiteiten en snelheden op de vier locaties zijn voor en na vergeleken om een inschatting te krijgen of verkeerskundig de verwachte condities zijn bereikt met als doel een lager gemiddelde snelheid en minder dynamiek van het wegverkeer, en (dus) minder emissies van luchtverontreiniging; Emissies (1); Vervolgens is de verandering in reguliere emissies van het wegverkeer van PM 1 en NO x vastgesteld voor en na de maatregel op basis van metingen en modelberekeningen. Hiervoor zijn eerst de gemeten bijdrage aan PM 1 en NO 2 langs de ringwegen vastgesteld: 1. PM 1 ; Voor de bijdrage van PM 1 zijn alleen bepaalde uren geselecteerd op basis van windrichting, windsnelheid en werkdagen: windrichting; De windrichting is zodanig gekozen, dat één van de meetstations belast werd door luchtvervuiling afkomstig van de ringweg, terwijl het andere station de achtergrondconcentratie meet; windsnelheid; Alleen uren met windsnelheden groter dan 1 m/s zijn geselecteerd omdat bij lagere windsnelheden teveel variatie van de windrichting optreedt. Bij lagere windsnelheden zou daarom niet meer worden voldaan aan bovengenoemd criterium van geselecteerde uren met het ene station bovenwinds en het andere station benedenwinds; werkdagen; Alleen werkdagen (en geen weekend dagen) zijn geselecteerd vanwege relatief gelijksoortige dagen qua verkeersintensiteit en -samenstelling. Het verschil tussen de meetstations levert een uurlijkse bijdrage van het verkeer aan PM 1 op het belaste meetstation. Deze gemeten uurlijkse bijdrage wordt vergeleken met de berekende uurlijkse bijdrage. Voor deze berekening wordt gebruik gemaakt van de uurlijks gemeten meteo, verkeersintensiteit en snelheid, reguliere emissiefactoren en het uur-tot-uur HEAVEN model [3]. Het HEAVEN model is een uur-tot-uur versie van Pluim Snelweg. Dit model is een zogenaamde klasse-model, waarbij de jaargemiddelde meteorologie wordt ingedeeld in klassen en vervolgens wordt de jaarlijkse verspreiding van luchtverontreiniging berekend. Op deze wijze kan sneller worden gerekend. In het voorliggende onderzoek is het echter nodig uur-tot-uur te rekenen en daarom is het HEAVEN toegepast. Bovenbeschreven metingen en berekeningen zijn zowel voor als na invoering van de maatregel uitgevoerd; 2. NO 2 ; Voor de bijdrage van NO 2 zijn 2-wekelijks gemiddelden berekend uit het verschil van de meetpunten aan de ringweg en de gemeten achtergrond verder van de ringweg. De reden voor het verschil in meetstrategie voor PM 1 en NO 2 wordt in hoofdstuk 2 verder toegelicht. De 2-wekelijkse bijdrage is aan weerszijden van de ringwegen vastgesteld. De gemeten bijdrages zijn vervolgens vergeleken met de berekende bijdrages aan weerszijden van de ringwegen. Voor deze berekening is (net als bij PM 1 ) gebruik gemaakt van uurlijks gemeten meteo, verkeersintensiteiten en snelheden, achtergrondconcentraties (NO, NO 2 en ozon), reguliere emissiefactoren en het uur-tot-uur HEAVEN model. De uurlijkse berekeningen zijn gemiddeld naar 2-wekelijkse bijdrages. Analoog aan PM 1 zijn ook deze metingen en berekeningen zowel voor als na invoering van de maatregel uitgevoerd; Emissies (2); In de volgende stap wordt de gemeten bijdrage geplot tegen de berekende bijdrage in een zogenaamde scatterplot. Dit gebeurt voor PM 1 en NO 2 en voor elke locatie afzonderlijk, zowel voor als na de maatregel. In het ideale geval zouden berekeningen en metingen in de scatterplots op de 1:1 lijn liggen: de gemeten waarden worden volledig verklaard door de berekeningen, inclusief de juiste verkeersemissies van PM 1 en NO x. Vanwege variatie in de metingen en de berekeningen (meteorologie, verkeersintensiteit, emissiefactoren e.d.) is dit niet het

7 TNO-rapport 27-A-R389/B 7 / 34 geval en wijken de waarden in het scatterplot af van de 1:1 lijn. In de gekozen methode worden de waarden in het scatterplot gefit naar de 1:1 lijn, zowel voor als na de maatregel. Vergelijking van de mate van afwijking van de 1:1 lijn voor en na de maatregel, is een indicatie voor de verandering in emissies. In de modelberekeningen zijn de emissies van PM 1 en NO x, de enige parameters die voor en na de maatregel gelijk zijn gehouden. De overige parameters in de modelberekeningen zijn door metingen vastgesteld: de meteorologie, de verkeersintensiteiten, de snelheden, de bijdrage aan PM 1 en NO 2 concentraties langs de ringwegen en de achtergrondconcentraties. Het verschil in de mate van afwijking van de 1:1 lijn voor en na wordt daarom toegeschreven aan de verandering in emissies. De mate van afwijking van de 1:1 relatie wordt in dit onderzoek de k-factor (kalibratie-factor) genoemd. Deze k-factor verschilt per locatie en is verschillend voor PM 1 en NO 2. Per locatie is een scatterplot voor en na van PM 1 en NO 2 opgesteld met berekende en gemeten bijdrage, zoals in de vorige stap beschreven. De Regressie Coëfficiënt (RC), de hellingshoek van de regressie analyse, die door de oorsprong is gefit, geeft de afwijking van de 1:1 lijn. De RC s worden voor alle locaties voor en na uit de scatterplots bepaald. De k-factoren zijn dan vervolgens 1/RC. De verhouding van de k-factor voor en de k-factor na is een maat voor de verandering in emissies. Voor PM 1 en NO x wordt de methode verschillend toegepast: 1. PM 1 ; Voor PM 1 is er een lineaire relatie tussen emissies en de gemeten bijdrage langs de ringweg. Dit betekent, dat een bijvoorbeeld tweemaal verlaagde emissie van PM 1 leidt tot tweemaal verlaagde bijdrage aan PM 1 langs de weg. Verandering in PM 1 emissies kan daarom direct worden afgeleid uit de verhouding in k-factoren voor en na 1 ; 2. NO x ; Voor de verandering in NO x emissies ligt het gecompliceerder, want er is een niet-lineair verband tussen de gemeten NO 2 bijdrage langs de weg en NO x emissies. Met andere woorden, een bijvoorbeeld tweemaal verlaagde NO 2 bijdrage is niet het gevolg van tweemaal verlaagde NO x emissies! De NO 2 bijdrage is namelijk afhankelijk van het NO/NO 2 /ozon evenwicht tijdens transport van de weg naar de omgeving. Daarom moeten NO x emissies met een hogere waarde dan 1/RC worden vermenigvuldigd om de NO 2 concentraties op de 1:1 lijn te fitten. Dit levert een k-factor voor en een k-factor na. De verhouding in k-factoren voor en na is een maat voor de verandering in NO x emissies. Concentratie bijdrage; Met voorgaande stappen zijn de veranderingen in emissies door de maatregel vastgesteld. Deze verandering is ten opzichte van de reguliere emissiefactoren, zoals gebruikt in berekeningen voor de maatregel. De laatste stap in de analyse is berekening van een dwarsprofiel voor zowel de bijdrage van PM 1 en NO 2 aan luchtconcentraties als functie van de afstand tot de ringwegen. Hierbij is eerst een jaargemiddeld dwarsprofiel berekend voor de maatregel met 1 Er zijn twee voorwaarden voor toepassing van deze methode: 1.) De meetopzet mag voor en na niet veranderen, want dan zou een extra onbekende in de vergelijking worden geïntroduceerd. Helaas was dit wel het geval in Amsterdam, waar tijdens de metingen in de na periode een geluidsscherm werd geplaatst tussen de A1 en de belaste meetlocatie van PM 1. Hierdoor is alleen het maximum effect van de maatregel voor PM 1 vast te stellen. In Rotterdam werd de methode gedeeltelijk beïnvloed door begroeiing (lente/zomer) en bladverlies (herfst/winter) van struikgewas tussen de A2 en de meetopzet. 2.) De meetpunten mogen niet worden verstoord door lokale activiteiten met lokale emissies van PM 1 of NO x. Helaas was dit wel het geval voor PM 1 in Utrecht door wegwerkzaamheden nabij de meetpunten.

8 TNO-rapport 27-A-R389/B 8 / 34 verkeersintensiteiten en snelheden, meteorologie en achtergrondconcentraties en reguliere emissiefactoren van 1 november 24 t/m 31 oktober 25. Vervolgens zijn twee dwarsprofielen berekend na de maatregel: 1.) met emissiefactoren geschaald met de verandering in de k-factor (zoals bovenbeschreven) en dezelfde meteorologie c.q. achtergrondconcentraties als voor maar met de werkelijke verkeersintensiteiten en snelheden van na voor de periode 1 november 25 t/m 31 oktober 26 en 2.) idem als voor 1.) maar dan met dezelfde verkeersintensiteiten als voor. Op deze laatste wijze worden de bijdrage gecorrigeerd voor de verandering in verkeersintensiteit en kan het effect voor en na beter worden vergeleken.

9 TNO-rapport 27-A-R389/B 9 / 34 2 Resultaten 2.1 Meteorologische variatie voor en na Verspreiding van luchtverontreiniging en de omzetting van NO in NO 2 onder invloed van ozon is sterk afhankelijk van meteorologische condities. Met name windrichting en snelheid is van belang maar ook neerslag, temperatuur en de mate van turbulentie (menging) in de atmosfeer 1. De data van het meetpunt Schiphol van het KNMI is gebruikt voor de locaties Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, terwijl voor Utrecht de data van het meetpunt Cabauw zijn toegepast. In Bijlage 4 zijn de windrozen op Schiphol voor 1 november 24 t/m 31 oktober 25 en 1 november 25 t/m 31 oktober 26 weergegeven. Volgens het KNMI was de gemiddelde neerslag in Nederland voor 25 en 26, respectievelijk 785 en 765 mm (normaal: 797 mm), het gemiddelde aantal zonuren, respectievelijk 182 en 1782 uren (normaal: 155 uren) en de gemiddelde temperatuur, respectievelijk 1.7 en 11.2 C (normaal: 9.8 C). De neerslag in beide jaren was normaal (met uitzondering van augustus 26 met drie maal meer neerslag dan normaal), beide jaren waren zeer zonnig en beide jaren waren zeer warm ten opzichte van het langjarig gemiddelde. Het jaar 26 was qua temperatuur het warmste jaar in tenminste drie eeuwen! Hoewel beide jaren uitzonderlijk warm en zonnig waren, wordt geconcludeerd dat beide jaren meteorologisch gezien redelijk vergelijkbaar zijn. De meteorologische vergelijkbaarheid van beide jaren ondersteunt het onderzoek naar de effecten van de 8 km/u maatregel op de luchtkwaliteit in 25 en 26. De invloed van meteorologie op de concentraties van NO 2 in beide jaren is onderzocht door de bijdrage aan NO 2 door NO x emissies van stadsverkeer in Amsterdam en Den Haag te vergelijken in de periode april t/m oktober. De periode van april t/m oktober is gekozen, omdat deze periode overeenkomt met de meetperiode voor de maatregel van april t/m oktober 25. Voor deze vergelijking is gebruik gemaakt van metingen van NO 2 concentraties op stad en straatstations in Amsterdam en Den Haag door het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (RIVM). Het verschil tussen de NO 2 concentraties gemeten op de straat- en stadsstations in beide steden geeft inzicht in de vergelijkbaarheid van parameters, die van belang zijn voor luchtverontreiniging (windrichting en -snelheid, neerslag, achtergrondconcentraties e.d.) in de zomer 25 en Variatie in achtergrondconcentraties is in dit onderzoek minder van belang omdat de bijdrage van de ringwegen op de luchtkwaliteit wordt onderzocht. Voor berekening van de omzetting van NO naar NO 2 wordt wel gebruik gemaakt van de gemeten achtergrondconcentraties van ozon, NO en NO 2 op een nabijgelegen station van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (RIVM) in de periode voor en na de maatregel.

10 TNO-rapport 27-A-R389/B 1 / 34 Bijdrage straatverkeer NO2 (ug/m3) A'dam Den Haag Figuur 1 Verschil in concentraties van straat- en stadsstations in Amsterdam en Den Haag in de periode april t/m oktober 25 en 26 zoals gemeten in het LML (RIVM). Figuur 1 illustreert, dat de bijdrage aan NO 2 in de zomer 25 en 26 door emissies van NO x door straatverkeer in Amsterdam en Den Haag licht verhoogd zijn. Aannemend, dat het verkeer in beide straten in Amsterdam en Den Haag in 25 en 26 niet ingrijpend is veranderd, wordt hieruit geconcludeerd, dat meteorologisch gezien de verspreiding en vorming van NO 2 in de zomer van 25 en 26 verhogend was in 26 (ten opzichte van 25) voor NO 2 concentraties. Met andere woorden, uit de data van het LML worden licht verhoogde concentraties van NO 2 verwacht in de zomer 26 in vergelijking tot de zomer 25 - bij gelijke emissies van NO x - als gevolg van de verschillen in meteorologie in de zomer van 25 en Verkeersintensiteiten en snelheden voor en na Verkeerscijfers in deze studie zijn afkomstig van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV). Verkeersintensiteiten en snelheden variëren gedurende een jaar door seizoensinvloeden, zoals weersomstandigheden en vakanties. Voor vergelijking van de verkeersintensiteiten en snelheden voor en na invoering van de maatregel zijn daarom volledige jaren gebruikt: 1 november 24 t/m 31 oktober 25 ( voor ) en 1 november 25 t/m 1 november 26 ( na ). In de Figuren 2A-B t/m 5A-B zijn de verkeersintensiteiten en snelheden bij de ringwegen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht weergegeven.

11 TNO-rapport 27-A-R389/B 11 / voor na 85 int [#/u] t [u] Figuur 2A Uurgemiddelde verkeersintensiteiten (aantal voertuigen per uur) per etmaal voor elk uur voor (1/11/24 31/1/25) en na (1/11/25 31/1/26): Amsterdam v [km/u] voor na t [u] Figuur 2B Uurgemiddelde snelheid per etmaal voor elk uur voor (1/11/24 31/1/25) en na (1/11/25 31/1/26: Amsterdam.

12 TNO-rapport 27-A-R389/B 12 / 34 int[#/u] 1 9 voor 8 na t[u] Figuur 3A Analoog aan Figuur 1A: Den Haag voor na 9 v[km/u] t[u] Figuur 3B Analoog aan Figuur 1B: Den Haag.

13 TNO-rapport 27-A-R389/B 13 / voor Na int [#/u] tijd [u] Figuur 4A Analoog aan Figuur 1A: Rotterdam. int [#/u] voor Na t [u] Figuur 4B Analoog aan Figuur 1B: Rotterdam.

14 TNO-rapport 27-A-R389/B 14 / 34 int[#/u] voor na t[u] Figuur 5A Analoog aan Figuur 1A: Utrecht voor na 1 v[km/u] t[u] Figuur 5B Analoog aan Figuur 1B: Utrecht. De data van Figuren 2-5 zijn samengevat in Tabel 1.

15 TNO-rapport 27-A-R389/B 15 / 34 Tabel 1 Etmaalgemiddelde verkeersintensiteiten en snelheden en standaard deviatie in de weekdag gemiddelde snelheid voor (1/11/24 31/1/25) en na (1/11/25-31/1/26) bij Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Verkeersintensiteit (aantal/24-u) Snelheid (km/u) Variatie in snelheid (%) Voor Na Voor Na Voor Na Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht De data weergegeven in Figuren 2-5 en samengevat in Tabel 1 laten zien dat de verkeersintensiteit voor en na invoering van de 8 km/u zones is gedaald met -5% afhankelijk van de locatie. Voor meer informatie over de afwikkeling van het verkeer op de ringwegen wordt verwezen naar rapportage van het verkeerskundig onderzoek naar de 8 km/u maatregel, dat in opdracht van AVV is uitgevoerd. Tabel 1 laat zien dat de gemiddelde snelheid van het verkeer bij de 8 km/u zones is gedaald met circa 2% op de locaties Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, en 1% in Utrecht. De beperkte daling in Utrecht was te verwachten, omdat in Utrecht alleen op de parallelwegen 8 km/u met trajectcontrole is ingevoerd, terwijl op de hoofdbanen de snelheid is verlaagd van 12 km/u naar 1 km/u (zonder strikte handhaving). Overigens is deze laatste snelheidsverlaging wel relevant voor reductie van NO x emissies: NO x stijgen fors bij hogere snelheden. Belangrijk is de constatering dat de variatie (standaard deviatie) in rijsnelheid op alle vier locaties is gedaald van gemiddeld 7% naar 5%. Verlaging van deze variatie bij een gemiddelde snelheid van circa 7-9 km/u geeft de relatief laagste emissies van wegverkeer. Uit bovenstaande verkeerscijfers wordt geconcludeerd, dat op alle vier de locaties - invoering van de 8 km/u maatregel heeft geleid tot de beoogde doelstelling van verlaagde snelheid en (nog belangrijker) verlaagde variatie in de gemiddelde snelheid. In het vervolg wordt beschreven wat de gevolgen zijn voor emissies van het wegverkeer van NO x en PM 1 en de luchtkwaliteit van NO 2 en PM 1 langs de ringwegen. 2.3 Meetdata van NO 2 en PM 1 Eerst wordt de kwaliteit van de meetdata van NO 2 en PM 1 onderzocht. Vervolgens wordt het effect van de maatregel met behulp van deze data in combinatie met modelberekeningen geanalyseerd Gemeten bijdrage NO 2 Aan weerszijden van de ringwegen zijn twee-wekelijks de NO 2 concentraties gemeten dicht bij de weg en verder van de weg als achtergrond (zie Bijlage 1 en 2). Het verschil in concentraties dicht bij de weg en de achtergrond geeft de bijdrage van het snelwegverkeer aan NO 2 concentraties langs de weg. In Bijlage 5 zijn per maand de bijdragen aan NO 2 langs de vier ringwegen voor en na weergegeven. De bijdrage aan de luchtkwaliteit variëren gedurende het jaar door variatie in verkeersintensiteiten,

16 TNO-rapport 27-A-R389/B 16 / 34 weersomstandigheden en achtergrondconcentraties van NO, NO 2 en ozon. Voor vergelijking van de gemeten, gemiddelde bijdragen aan NO 2 concentraties langs de vier ringwegen voor en na zijn daarom dezelfde perioden in een jaar gebruikt: 1 april t/m 31 oktober 25 ( voor ) en 1 april t/m 31 oktober 26 ( na ). Tevens is de gemiddelde bijdrage aan NO 2 over de gehele na periode 1 november 25 t/m 31 oktober 26 berekend. In Figuur 6 zijn deze data weergegeven. 6 Bijdrage NO2 (ug/m3) voor-apr/okt 25 na-apr/okt 26 na-totaal A'dam Den Haag R'dam Utrecht Figuur 6 De gemiddelde bijdrage aan NO 2 (µg/m 3 ) van het verkeer op de vier ringwegen bij Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht op circa 5-75 m van de wegrand: voor-apr/okt 25 (1 april t/m 31 oktober 25), na-apr/okt 26 (1 april t/m 31 oktober 26) en na-tot (1 november 25 t/m 31 oktober 26). Figuur 6 laat zien, dat de bijdrage bij Rotterdam is het hoogst in vergelijking met Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Dit is het gevolg van de meetlocaties direct aan de rand van de ringweg en het ontbreken van een geluidsscherm in Rotterdam, waardoor de luchtverontreiniging van het wegverkeer direct naar de meetlocaties waait. De bijdrage bij Utrecht is het laagst vanwege de relatief grote afstand van de meetpunten (25 75 m) tot de wegrand, terwijl in Rotterdam deze afstand minder dan 5 m was, in Amsterdam m en in Den Haag 15-2 m. Naast afstand zijn de emissies van NO x en (dus) de intensiteit van het wegverkeer van belang voor de hoogte van de bijdrage aan NO 2. Tenslotte, is de windrichting en sterkte en het gehalte aan ozon in de achtergrond (vanwege de omzetting van NO naar NO 2 onder invloed van ozon) van belang voor NO 2 concentraties op de meetlocaties. De resultaten weergegeven in Figuur 6 wijzen erop, dat de bijdrage op alle vier locaties in een vergelijkbare periode van het jaar van april t/m oktober en over de gehele na periode lager zijn dan in de april t/m oktober periode voor. De vraag is dan: Is deze verlaging het gevolg van lagere emissies (als gevolg van de 8 km/u maatregel) of het gevolg van meteorologie? In paragraaf 2.1 is het effect van meteorologie op de concentraties van NO 2 in april t/m oktober in 25 en 26 onderzocht met meetdata van het LML in Amsterdam en Den Haag. Hieruit werd geconcludeerd, dat op basis van de meteorologie in 25 en 26, licht verhoogde concentraties van NO 2 in de zomer van 26 ten opzichte van de zomer van 25 werden verwacht (bij gelijkblijvende

17 TNO-rapport 27-A-R389/B 17 / 34 NO x emissies). De meetdata voor NO 2 in Figuur 6 laat echter zien, dat de bijdrage aan NO 2 langs de ringwegen licht is gedaald. Uit bovenstaande wordt geconcludeerd, dat op basis van de gemeten gemiddeld verlaagde bijdrage aan NO 2 concentraties langs de vier ringwegen in de periode voor van april t/m oktober 25 in vergelijking tot de periode na van april t/m oktober 26, het gevolg is van verlaagde NO x emissies door invoering van de 8 km/u maatregel (en niet het gevolg van variatie in de meteorologie). Voor kwantificering van dit effect zijn de gemeten verschillen in bijdrage aan NO 2 voor en na de maatregel niet afdoende. Hiervoor is het noodzakelijk verkeersintensiteit en meteorologie te betrekken zoals wordt toegelicht in de analyse in paragraaf Onzekerheid in NO 2 metingen De jaargemiddelde stadsachtergrond van NO 2 in Nederland, zoals gemeten in het LML door het RIVM, is de afgelopen jaren in de orde van µg/m 3 NO 2, afhankelijk van locatie en meteorologie. De gemeten bijdrage bij de vier locaties is in de orde van 3-4 µg/m 3 NO 2 bij Rotterdam en in de orde van 5-1 µg/m 3 NO 2 bij de overige locaties. Deze gemeten NO 2 bijdrage langs de vier ringwegen geven een afdoende bijdrage/achtergrond verhouding voor onderzoek naar veranderingen in de verkeersbijdrage aan NO 2. De spreiding in de gemiddelde van de vier passieve monsternemers per locatie en per afstand was minder dan 5% en meer dan 95% van alle uren (tijdens de meetperiode) zijn gedekt door NO 2 metingen. De data zijn dan ook voldoende betrouwbaar om uitspraken te doen over het verschil in de jaarlijkse bijdrage van de snelweg aan NO 2 voor en na de maatregel. 2.4 Meetdata PM Gemeten bijdrage PM 1 Fijn stof metingen van PM 1 zijn uitgevoerd met twee meetstations aan weerszijde van de ringwegen, waarbij afhankelijk van de windrichting het verschil tussen de meetstations een maat is voor de bijdrage van PM 1. Voor fijn stof metingen is stroomvoorziening noodzakelijk en de meetapparatuur moet vandalismevrij worden opgesteld. Daarom is in dit onderzoek de fijn stof apparatuur geplaatst op daken van scholen, parkeergarages en bedrijven in de buurt van de ringwegen. Het gevolg is, dat beide meetlocaties aan weerszijden van de ringwegen, niet symmetrisch ten opzichte van elkaar langs de ringwegen staan, zoals wel het geval is met de NO 2 meetpunten. Vanwege lokale omstandigheden (e.g. bebouwing in de omgeving; hoogte van het dak waarop gemeten wordt; begroeiing in de omgeving) is een meetlocatie van PM 1 soms wel geschikt als bovenwinds station maar niet als belast station. Uit de meetset van PM 1 concentraties (op beide stations langs de ringwegen) zijn per ringweg metingen geselecteerd bij een bepaalde windhoek en een windsnelheid hoger dan 1 m/s. Hierbij is per ringweg een belast en bovenwinds station geselecteerd. Vervolgens zijn uit deze verschilmetingen, significante bijdrage van het verkeer aan de PM 1 concentraties op de belaste locatie op werkdagen bepaald. Verschillen kleiner dan 1 µg/m 3 PM 1 zijn als niet significant en verschillen groter dan 2 µg/m 3 PM 1 zijn als uitbijters uit de dataset verwijderd.

18 TNO-rapport 27-A-R389/B 18 / 34 Bovengenoemde randvoorwaarden van de PM 1 metingen en selectiecriteria voor het vaststellen van de bijdrage van wegverkeer leidt tot de volgende bruikbare dataset voor PM 1 langs de vier ringwegen: Amsterdam-oost; Het meetstation ten westen van de A1 op het dak van de parkeergarage is vanwege de hoogte alleen bruikbaar als bovenwindsstation. Het station ten oosten van de A1 is geschikt als belast station, maar vanwege de aanleg van een geluidsscherm tussen de A1 en dit meetpunt - twee maanden na invoering van de 8 km/u maatregel - zijn de metingen verstoord. Door deze ingreep is het alleen mogelijk het maximum van het effect van de maatregel op PM 1 langs de A1 vast te stellen; Den Haag-zuid; In Den Haag is de meetlocatie ten zuiden geschikt als belast station, terwijl het meetpunt ten noorden van de A12 alleen geschikt is als bovenwindse meetlocatie; Rotterdam-zuid; In Rotterdam is ook alleen het meetpunt ten zuiden van de A2 geschikt als belaste meetlocatie, terwijl het meetpunt ten noorden voldoet als bovenwindse meetlocatie; Utrecht; In Utrecht is in de periode voor het meetpunt ten noorden van de A12 verstoord door lokale activiteiten, terwijl in de periode na het meetpunt ten zuiden van de A12 is verstoord. In Utrecht is het daarom niet goed mogelijk een betrouwbare analyse te doen van de PM 1 metingen. Bovengenoemde aspecten hebben geleid tot een aantal geselecteerde uren voor de PM 1 analyse per locatie in de meetperiode: 1 april t/m 31 oktober 25 ( voor ) en 1 november 25 t/m 31 oktober 26 ( na ). In Tabel 2 zijn het aantal uren weergegeven. Tabel 2 Het aantal geselecteerde uren in de meetperiode 1 april t/m 31 oktober 25 ( voor ) en 1 november 25 t/m 31 oktober 26 ( na ) langs de vier ringwegen: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Aantal uren voor Aantal uren na Amsterdam (oost) Den Haag (zuid) Rotterdam (zuid) Utrecht (noord) Utrecht (zuid) De geselecteerde data van PM 1 metingen in Tabel 2 zijn gebruikt om relatieve emissies van PM 1 voor en na vast te stellen en vervolgens de jaargemiddelde bijdrage te berekenen. Hiervoor zijn bij Den Haag en Rotterdam voldoende data verzameld. Helaas waren de metingen van PM 1 in Utrecht door lokale verstoring niet bruikbaar en de metingen van PM 1 in Amsterdam vanwege de aanleg van een geluidsscherm beperkt bruikbaar. Om twee redenen is het niet goed mogelijk om - zoals bij NO 2 - de gemeten absolute bijdrage aan PM 1 concentraties langs de vier ringwegen voor en na te vergelijken:

19 TNO-rapport 27-A-R389/B 19 / Ten eerste is maar een beperkt aantal uren onder sterk wisselende omstandigheden geselecteerd zowel voor en na de maatregel. Voor NO 2 zijn de twee-wekelijks, gemiddelde bijdrage gemeten zonder selectie van bepaalde uren; 2. Ten tweede zijn de Osiris meetinstrumenten geschikt om verschillen van PM 1 te meten, zoals is gedaan in het voorliggende onderzoek met bovenwindse en belaste locaties. Echter, de Osiris is geen referentiemethode voor het vaststellen van de absolute bijdrage in µg/m 3 PM 1. Meting op acht locaties met gecertificeerde PM 1 methode was niet haalbaar vanwege de kosten (een dergelijke methode vereist een complete meetbehuizing) en tijd (vergunning voor meetbehuizing en aanleg stroomvoorziening) Onzekerheid in PM 1 metingen De reproduceerheid ( de onderlinge vergelijkbaarheid van de instrumenten ) van de acht Osiris instrumenten toegepast in het voorliggende onderzoek is aan het begin, halverwege en het eind van het onderzoek onderzocht. Vervolgens zijn meetdata zodanig gecorrigeerd, dat de Osiris instrumenten aan weerszijden van de weg gelijkwaardig PM 1 meten. Op deze wijze is de reproduceerbaarheid tussen twee instrumenten aan weerszijden van de ringwegen beter dan 3%. Ervaring in soortgelijk onderzoek langs snelwegen in Nederland leert dat de gemiddelde bijdrage van PM 1 op de acht locaties in de orde is van 5-1 µg/m 3 PM 1. Deze bijdrage is afhankelijk van de afstand tot de ringwegen, verkeersintensiteit, aanwezigheid van een geluidsscherm e.d.. De jaargemiddelde stadsachtergrond van PM 1 in Nederland, zoals gemeten in LML door het RIVM, is de afgelopen jaren in de orde van 2-3 µg/m 3 PM 1 afhankelijk van locatie en meteorologie. De verhouding van de verwachte bijdrage versus de achtergrond is in de orde van een factor 1/3 en de verwachte verandering nogmaals 1/3 [2]. Er wordt daarom een verandering voor en na verwacht van circa 1%. Gezien de reproduceerbaarheid van de Osiris is de methode voldoende adequaat om een verandering groter dan 1% in de verkeersbijdrage aan PM 1 met de Osiris vast te stellen. 2.5 Combinatie van metingen en berekeningen Gemeten en berekende bijdrage van PM 1 en NO 2 In 1.2 is beschreven op welke wijze meetresultaten met modelberekeningen worden gecombineerd, zodat de relatieve verandering in emissies in PM 1 en NO x worden vastgesteld. Als illustratie van de methode worden voorbeelden gegeven van PM 1 in Den Haag in Figuur 7A-B en van NO 2 in Amsterdam in Figuur 8A-B.

20 TNO-rapport 27-A-R389/B 2 / 34 2 Zuid voor 15 heaven 1 y =.45x osiris Figuur 7A Correlatie tussen berekeningen en metingen van PM 1 in de periode voor (1 april t/m 31 oktober 25) in Den Haag. 2 Zuid na 15 heaven 1 y =.49x osiris Figuur 7B Correlatie tussen berekeningen en metingen van PM 1 in de periode na (1 november 25 t/m 31 maart 26) in Den Haag.

21 TNO-rapport 27-A-R389/B 21 / 34 In Figuren 7A en 7B zijn de hellingen van de regressielijnen van berekeningen en metingen voor en na de maatregel, respectievelijk.45 en.49. Dit betekent dat de PM 1 emissies voor met een k-factor van 2.2 (1/.45) gefit moeten worden naar de 1:1 lijn, terwijl na de k-factor slechts 2. (1/.49) bedraagt. Dit verschil in k-factor betekent dat de PM1 emissies na lager zijn dan voor en wel een factor 2./2.2 of.92. In Den Haag heeft het HEAVEN model na de maatregel de PM 1 emissies met 8% overschat. Blijkbaar zijn de reguliere emissies van PM 1 relatief gedaald met 8% ten opzichte van voor. Op soortgelijke wijze zijn ook voor de andere locaties de verandering in PM 1 emissies voor en na bepaald. Als voorbeeld van de berekeningen voor NO 2 zijn de resultaten voor Amsterdam in Figuren 8A en 8B weergegeven. 25 beide zijden voor 2 y =.79x R 2 = heaven meting passief Figuur 8A Correlatie tussen berekeningen en metingen van NO 2 in de periode voor (1 april t/m 31 oktober 25) in Amsterdam.

22 TNO-rapport 27-A-R389/B 22 / beide zijden na 2 heaven 15 y = 1.2x R 2 = meting passief Figuur 8B Correlatie tussen berekeningen en metingen van NO 2 in de periode na (1 november 25 t/m 31 maart 26) in Amsterdam. De helling van de regressielijnen in Figuur 7A en B heeft een waarde van.79 ( voor ) en 1.2 ( na ). Vanwege de niet-lineaire omzetting van NO in NO 2 is de verandering van NO x emissies (om de NO 2 concentraties te fitten op de 1:1 lijn) niet rechtstreeks af te leiden uit de regressielijnen, zoals bovenbeschreven bij PM 1. Voor de scatterplots voor en na zijn k-factoren afgeleid, via de methode beschreven in Bijlage 3 B2.1. Uit de verhouding van deze k-factoren volgt dat de NO x emissies bij Amsterdam met 32% zijn gedaald als gevolg van de maatregel. De resultaten voor alle vier ringwegen zijn opgenomen in Bijlage 6 en een overzicht van de resultaten is weergegeven in Tabel 3.

23 TNO-rapport 27-A-R389/B 23 / 34 Tabel 3 De relatieve verandering in NO x en PM 1 emissies op de vier locaties in A dam, Den Haag, R dam en Utrecht. PM 1 NO x RC na RC voor RC na Reductie % RC voor Reductie % 3 Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Vanwege aanleg geluidsscherm in de periode na de maatregel kan alleen de maximale reductie in PM 1 emissies worden vastgesteld bij Amsterdam; 2 Vanwege lokale activiteiten (o.a. aanleg weg) met PM emissies, zowel voor en na waren de data van PM 1 niet geschikt voor analyse in Utrecht; 3 De reductie in NO x emissies kan niet direct worden afgeleid uit de verandering van regressie, zoals bij PM 1. Tabel 3 geeft een samenvatting van de relatieve reductie in emissies van PM 1 en NO x voor en na de maatregel op de vier ringwegen. Voor PM 1 kan de reductie direct uit de verhouding van RC voor en RC na worden afgeleid. Voor de reductie in NO x emissies is deze stap niet direct mogelijk, vanwege de niet-lineariteit van NO x emissie en NO 2 bijdrage. In Bijlage 3 B2.1. De methode resulteert in inzicht in de emissie veranderingen door introductie van de 8 km/u maatregel Robuustheid van de methode De robuustheid van de methode voor veranderingen in meteorologie is nader onderzocht. Hiervoor is de variatie in regressie van de metingen en de modelberekeningen bij verschillende seizoenen bepaald. Voor PM 1 en NO 2 is deze variatie vastgesteld door de regressie te berekenen voor de periode na-1, dat is de periode van 1 november 25 t/m 31 oktober 26 (de totale na periode) en de periode na-2, dat is de periode van 1 april t/m 31 oktober 26 (alleen de lente/zomer na periode). De resultaten voor de vier locaties zijn samengevat in Tabel 4. Tabel 4 Onzekerheid in de bepaling van de relatieve verandering in emissies van PM 1 en NO x in de periode na-1 ( t/m ) en na-2 (1-4 t/m ) op de vier locaties: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. PM 1 NO x Na-1 Na-2 (Na-1/Na-2) Na-1 Na-2 (Na-1/Na-2) Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht

24 TNO-rapport 27-A-R389/B 24 / 34 Tabel 4 laat zien dat voor PM 1 (met uitzondering van Amsterdam en Utrecht, waarvoor de data ontbreekt) en NO x, de methode binnen 5% dezelfde regressie coëfficiënt berekend voor de halve periode (april t/m oktober) en voor de gehele periode. Deze resultaten illustreren, dat het uitgangspunt van de methode ( het bepalen van de verandering van emissies onafhankelijk van de meteorologie e.d. ) robuust blijkt. De uitzondering is de PM 1 bepaling van Amsterdam met een verschil van 18% in de regressie voor de halve periode in vergelijking tot de gehele periode. Dit wordt verklaard uit de plaatsing van het geluidsscherm in de periode na. Het feit, dat deze verandering in de resultaten wordt teruggevonden, onderstreept de robuustheid van de methode. 2.6 Jaargemiddelde berekende bijdrage van PM 1 en NO 2 Een dwarsprofiel illustreert het effect van de 8 km/u maatregel op de luchtkwaliteit langs de vier ringwegen. Een dwarsprofiel geeft de bijdrage van het verkeer op de ringwegen aan de concentraties van PM 1 en NO 2 als functie van de afstand tot de ringweg. Per locatie zijn drie dwarsprofielen berekend: 1. voor ; Bij de situatie voor is gebruik gemaakt van de gemeten verkeersintensiteiten en snelheden op de ringwegen voor de periode 1 november 24 t/m 31 oktober 25. Als meteorologische dataset en achtergrondconcentraties zijn de gemeten uurlijkse data voor dezelfde periode van het KNMI en het MNP gebruikt. Als emissiefactoren zijn de formele data van het MNP voor 25 toegepast. Deze invoerdata zijn gebruikt voor berekeningen met het uur-tot-uur HEAVEN model. 2. na-1 ; Voor de situatie na-1 is dezelfde meteorologie en achtergrondconcentraties gebruikt als de situatie voor. Bij deze situatie na-1 zijn gemeten verkeersintensiteiten en snelheden op de ringwegen gebruikt voor de periode 1 november 25 t/m 31 oktober 26. Terwijl de emissiefactoren relatief zijn geschaald met waarden vastgesteld in Tabel 3 (zie 2.5.1). Vervolgens zijn deze invoerdata gebruikt voor berekening van een dwarsprofiel met het uur-tot-uur HEAVEN model. Op deze wijze wordt een dwarsprofiel gemaakt, waarmee het effect op de luchtkwaliteit kan worden vergeleken met de voor situatie: onafhankelijk is van de meteorologie en achtergrondconcentraties. 3. na-2 ; Voor de situatie na-2 is dezelfde meteorologie, achtergrondconcentraties en verkeersintensiteit gebruikt als de situatie voor. Bij deze situatie na-2 zijn alleen de gemeten verkeerssnelheden op de ringwegen gebruikt voor de periode 1 november 25 t/m 31 oktober 26 ( na-1 ) en de geschaalde emissiefactoren ( na-1 ). Vervolgens zijn deze invoerdata gebruikt voor berekening van een dwarsprofiel met het uur-tot-uur HEAVEN model. Op deze wijze wordt een dwarsprofiel gemaakt, waarmee het effect op de luchtkwaliteit kan worden vergeleken met de voor situatie: onafhankelijk is van de meteorologie, de achtergrondconcentraties en de verkeersintensiteit. In Figuur 9-12 zijn de dwarsprofielen voor PM 1 en NO 2 op de vier meetlocaties weergegeven.

25 TNO-rapport 27-A-R389/B 25 / 34 3 voor concentratie [ug/m3] Amsterdam PM na 1 na west d[m] oost Figuur 9A Dwarsprofiel van PM 1 : voor (1/11/24 31/1/25), na-1 (1/11/25 31/1/26 met gelijke meteorologie/achtergrondconcentraties als voor maar met geschaalde emissiefactoren) en na-2 (1/11/25 31/1/26 met gelijke meteorologie/achtergrondconcentraties/verkeersintensiteit als voor maar met geschaalde emissiefactoren): Amsterdam. Amsterdam NO voor na 1 14 na 2 concentratie [ug/m3] west d[m] oost Figuur 9B Dwarsprofiel van NO 2 : voor (1/11/24 31/1/25), na-1 (1/11/25 31/1/26 met gelijke meteorologie/achtergrondconcentraties als voor maar met geschaalde emissiefactoren) en na-2 (1/11/25 31/1/26 met gelijke meteorologie/achtergrondconcentraties/verkeersintensiteit als voor maar met geschaalde emissiefactoren): Amsterdam.

26 TNO-rapport 27-A-R389/B 26 / 34 concentratie bijdrage [ug/m3] Den Haag PM voor na 1 na zuid d [m] noord Figuur 1A Analoog aan Figuur 9A: Den Haag. concentratie bijdrage [ug/m3] Den Haag NO voor na 1 na, 2 gelijke int Zuid d [m] Noord Figuur 1B Analoog aan Figuur 9B: Den Haag.

27 TNO-rapport 27-A-R389/B 27 / 34 concentratie [ug/m3] Rotterdam PM voor na 1 na zuid d[m] noord Figuur 11A Analoog aan Figuur 9A: Rotterdam. concentratie [ug/m3] Rotterdam NO voor na 1 na d[m] Figuur 11B Analoog aan Figuur 9B: Rotterdam.

28 TNO-rapport 27-A-R389/B 28 / 34 voor 1 Utrecht PM 1 8 voor bijdrage [ug/m3] zuid d[m] noord Figuur 12A Analoog aan Figuur 9A: Utrecht. (N.B. Vanwege het ontbreken aan data is het niet mogelijk een dwarsprofiel van PM 1 voor de na periode in Utrecht op te stellen). bijdrage [ug/m3] Utrecht NO voor na 1 na Zuid d[m] Noord Figuur 12B Analoog aan Figuur 9B: Utrecht. Zoals eerder beschreven is het dwarsprofiel voor PM 1 in Amsterdam (Figuur 9A) een inschatting van het maximale effect op de bijdrage aan PM 1 door de 8 km/u maatregel (vanwege plaatsing van het geluidsscherm) en bij Utrecht (Figuur 12A) is vanwege het ontbreken van betrouwbare data, het niet mogelijk een dwarsprofiel na voor Utrecht op te stellen.

29 TNO-rapport 27-A-R389/B 29 / 34 De resultaten weergegeven in Figuren 9-12 laten zien, dat op alle locaties een verlaagde bijdrage aan PM 1 en NO 2 wordt bereikt door invoering van de 8 km/u maatregel. Figuren 9-12 illustreren, dat de berekende bijdrage niet hetzelfde is aan beide zijden van de ringwegen. Dit is het gevolg van de ongelijke verdeling over de windroos van windrichtingen en snelheden: hierdoor verwaait de luchtvervuiling van de weg bij voorkeur naar een bepaalde richting. Vergelijking van de blauwe lijn ( voor ) met de paarse lijn ( na-1 ) laat het effect van verlaagde emissies zien op de bijdrage aan de luchtkwaliteit, waarbij de invloed van de meteorologie en achtergrondconcentraties is uitgeschakeld. Vergelijking van de blauwe lijn met de gele lijn ( na-2 ) laat het effect zien wanneer de verkeersintensiteit voor en na de maatregel hetzelfde zou zijn gebleven. De resultaten van de verkeersintensiteit in hoofdstuk 2.2 lieten namelijk zien, dat een gedeelte van de gemeten verlaagde bijdrage het gevolg was van een dalende verkeersintensiteit met circa -5% op de vier locaties na de maatregel ten opzichte van voor de maatregel. De gele lijn ligt dan ook altijd iets hoger (met uitzondering van Utrecht, waar de verkeersintensiteit voor en na gelijk bleef) dan de paarse lijn in de dwarsprofielen. Ter controle van betrouwbaarheid van de berekende dwarsprofiel worden de resultaten vergeleken met de gemeten bijdrage in Figuur 6 ( na-tot ). Deze berekening is niet geheel correct want de meteorologie in het dwarsprofiel na was gelijk aan de voor periode en het geluidsscherm in Amsterdam, Utrecht en Den Haag is slechts schematisch verrekend in de berekening. Dit resulteert in de volgende vergelijking: Rotterdam op 5 m (berekening: meer dan 2 µg/m 3 en gemeten: 3 µg/m 3 ), Amsterdam en Den Haag op 15 m achter het geluidsscherm (berekening 15 µg/m 3 en gemeten: 8 µg/m 3 ) en Utrecht op 35 m achter het geluidsscherm (berekening: 12 µg/m 3 en gemeten: 5 µg/m 3 ). De gemeten waarden achter het geluidsscherm komen gezien de verdunnende werking van een geluidsscherm redelijk overeen met de berekende waarden. Dit ondersteunt de betrouwbaarheid van het onderzoek. Voor PM 1 is een dergelijke vergelijking niet mogelijk, zoals toegelicht in In Amsterdam, Den Haag en Rotterdam wordt, op een afstand van circa 5 m van de ringwegen, de bijdrage aan jaargemiddelde PM 1 en NO 2 concentraties door invoering van de 8 km/h maatregel, respectievelijk met minder dan.5 µg/m 3 PM 1 en 2 µg/m 3 NO 2 verlaagd (zie: verschil blauwe paarse lijn in Figuren 9-12). In het Meet- en Rekenvoorschrift wordt voorgeschreven om voor PM 1 en NO 2 op respectievelijk 5 en 1 m van de weg te rekenen. In dit rapport is echter op een afstand van 5 m gerekend om een beeld te geven van de effecten van de maatregel zonder exactheid te suggereren.

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011 TNO-rapport TNO-060-UT-12-01634 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 11 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11473 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl

Nadere informatie

Fijn stof in IJmond. TNO-rapport 2007-A-R0955/B. Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn. www.tno.nl T 055 549 34 93 F 055 549 98 37

Fijn stof in IJmond. TNO-rapport 2007-A-R0955/B. Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn. www.tno.nl T 055 549 34 93 F 055 549 98 37 Laan van Westenenk 1 Postbus 342 73 AH Apeldoorn TNO-rapport 27-A-R/B Fijn stof in IJmond www.tno.nl T 49 34 93 F 49 98 37 Datum september 27 Auteur(s) Menno Keuken Sander Jonkers Projectnummer 34.7434

Nadere informatie

Verhoging maximumsnelheid 80km zones naar 100 km/h

Verhoging maximumsnelheid 80km zones naar 100 km/h Verhoging maximumsnelheid 80km zones naar 100 km/h Effecten op luchtkwaliteit Datum November 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart Informatie DVS

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 2010 t/m maart 2011

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 2010 t/m maart 2011 TNO-rapport TNO-060-UT-12-00111 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 10 t/m maart 11 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015

Nadere informatie

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018 Onderzoek gezondheidsrisico s ultrafijn stof rond Schiphol Module 1 Resultaten meetcampagne taxiënde zhrhrwh45e vliegtuigen April 2018 Subtitle Campagne taxiënde vliegtuigen Doel: Onderzoek nut en noodzaak

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11472 Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012 Earth, Environmental and Life Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht

Nadere informatie

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015.

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Provincie Noord-Brabant Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Rapport no. 4257342, 8 maart 2016 Projectverantwoordelijke: J. van Loon Provincie Noord-Brabant Cluster

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2010

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2010 TNO-rapport TNO-0-UT-12-00175 Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 10 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150 2 150 150 150 fax:

Nadere informatie

GezondVerkeer. Een minimale afstand tot de weg voor nieuwe gevoelige bestemmingen. Verkenning van de effecten op de luchtkwaliteit

GezondVerkeer. Een minimale afstand tot de weg voor nieuwe gevoelige bestemmingen. Verkenning van de effecten op de luchtkwaliteit Een minimale afstand tot de weg voor nieuwe gevoelige bestemmingen Verkenning van de effecten op de luchtkwaliteit Den Haag November 2007 Opgesteld door ir. Diederik Metz Een minimale afstand tot de weg

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2011

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2011 TNO-rapport TNO--UT-12-1633 Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 11 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus

Nadere informatie

Luchtkwaliteit Nieuwegein 2009

Luchtkwaliteit Nieuwegein 2009 Luchtkwaliteit Nieuwegein 2009 datum 24 februari 2011 status definitief opdrachtgever Gemeente Nieuwegein Contactpersoon: de heer Willie van Dam uw referentie 2011/322 opdrachtnemer dbvision Groenmarktstraat

Nadere informatie

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

- 1 - april mei juni juli augustus september maand - 1 - ER Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september voor de stoffen O 3, PM, SO 2, en NO 2. In de zomerperiode van zijn er 7

Nadere informatie

Effecten maatregelen voor oplossen knelpunten luchtkwaliteit in Amsterdam

Effecten maatregelen voor oplossen knelpunten luchtkwaliteit in Amsterdam Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht TNO-rapport TNO-034-UT-2009-00998_RPT-ML Effecten maatregelen voor oplossen knelpunten luchtkwaliteit in Amsterdam www.tno.nl/milieu T 030 256 42 56 F 030

Nadere informatie

Emissie en luchtkwaliteit van NO 2 en fijn stof tengevolge van het scheepvaartverkeer bij Nijmegen

Emissie en luchtkwaliteit van NO 2 en fijn stof tengevolge van het scheepvaartverkeer bij Nijmegen Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn TNO-rapport R 2004/533

Nadere informatie

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling RIVM/DCMR, december 2013 Roet is een aanvullende maat om de gezondheidseffecten weer te geven van

Nadere informatie

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) analyse Henri de Ruiter, Ernie Weijers Februari 2018 Sinds juli 2017 meten burgers met behulp van goedkope sensoren de luchtkwaliteit in Schiedam.

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2013

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2013 TNO-rapport TNO 214 R11587 Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 213 Earth, Life and Social Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht

Nadere informatie

Ervaringen met EC / Roet. Sef van den Elshout

Ervaringen met EC / Roet. Sef van den Elshout Ervaringen met EC / Roet Sef van den Elshout Overzicht Overzicht Waarom roet/ec Stand van zaken instrumentarium Voorbeelden van de inzet van roet voor analyses van maatregelen Bestuurlijke bruikbaarheid

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11474 Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2012 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus

Nadere informatie

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer parkeren Spoorzone te Winterswijk Versie 2 december 2008 opdrachtnummer 08-159lucht datum 2 december 2008 opdrachtgever Gemeente Winterswijk Postbus 101 7100 AC Winterswijk

Nadere informatie

EFFECT VAN DE AUTOLOZE ZONDAG OP DE CONCENTRATIES STIKSTOFOXIDEN 2007, 2008 EN 2009

EFFECT VAN DE AUTOLOZE ZONDAG OP DE CONCENTRATIES STIKSTOFOXIDEN 2007, 2008 EN 2009 GGD/LO 9-1136 EFFECT VAN DE AUTOLOZE ZONDAG OP DE CONCENTRATIES STIKSTOFOXIDEN 27, 28 EN 29 Amsterdam, oktober 29 Auteur: H.J.P. Helmink GGD Amsterdam LO afdeling Luchtkwaliteit Postbus 22 1 CE AMSTERDAM

Nadere informatie

Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen

Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen Notitienummer Datum 3 juni 206 Onderwerp Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen. Inleiding Buro Blauw voert in opdracht van de gemeente Wageningen luchtkwaliteitsmetingen

Nadere informatie

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 MEMO Aan/To: Van/From: Datum/Date: RAI Vereniging Chris van Dijk 18 september Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 Ieder jaar publiceert het RIVM een jaaroverzicht van de meetresultaten

Nadere informatie

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam).

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). kenmerk: 653847/687260 Memo Aan Kopie aan Datum Van Telefoon E-mail Onderwerp: College van GS 4 juni 2015 Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). In deze

Nadere informatie

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit Notitie Vergelijking Plateau- en lagenfurt RWS Limburg juli 2007 1 1. Samenvatting en conclusies Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met TNO de effecten in en rond Venlo van Rijksweg 74 op luchtkwaliteit

Nadere informatie

Luchtkwaliteitsonderzoek parkeerplaats Boekhorstlaan Harderwijk

Luchtkwaliteitsonderzoek parkeerplaats Boekhorstlaan Harderwijk Luchtkwaliteitsonderzoek parkeerplaats Boekhorstlaan Harderwijk 3 april 2008 Luchtkwaliteitsonderzoek parkeerplaats Boekhorstlaan Harderwijk Verantwoording Titel Luchtkwaliteitsonderzoek parkeerplaats

Nadere informatie

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg aansluiting 2 rotondes Hamelandweg te Lichtenvoorde Versie opdrachtgever Gemeente Oost Gelre Postbus 17 7130 AA Lichtenvoorde auteur drs. A.D. Postma INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... I SAMENVATTING... 1

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 126 Uit talrijke studies blijkt dat blootstelling aan luchtverontreiniging veroorzaakt door verkeer leidt tot schade aan de gezondheid van hart, bloedvaten en luchtwegen. In de meeste van deze studies

Nadere informatie

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003.

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003. Bezoekadres Houtplein 33 Het Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer T.a.v. de Staatssecretaris P.L.B.A. van Geel Postbus 20951 2500 EX DEN HAAG Haarlem Postadres Postbus 3007

Nadere informatie

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4 Rapport Luchtkwaliteit 2012 Doetinchem Oktober 2013 INHOUD 1. Inleiding... 4 2. Algemeen... 5 2.1 Wet luchtkwaliteit... 5 2.2 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit... 5 2.3 Bronnen van luchtverontreiniging...

Nadere informatie

1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 4 CONCLUSIES 8

1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 4 CONCLUSIES 8 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 3.1 Verkeersgegevens 4 3.2 Verkeersgeneratie van het plan 4 3.3 Verdeling verkeersgeneratie

Nadere informatie

Briefrapport /2008 J. Wesseling B. Beijk. Een vuistregel voor de effecten van schermen in SRM2

Briefrapport /2008 J. Wesseling B. Beijk. Een vuistregel voor de effecten van schermen in SRM2 Briefrapport 680705005/2008 J. Wesseling B. Beijk Een vuistregel voor de effecten van schermen in SRM2 RIVM Rapport 680705005/2008 Een vuistregel voor de effecten van schermen in SRM2 Joost Wesseling,

Nadere informatie

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer NO, NO2 en NOx in de buitenlucht Michiel Roemer Inhoudsopgave Wat zijn NO, NO2 en NOx? Waar komt het vandaan? Welke bronnen dragen bij? Wat zijn de concentraties in de buitenlucht? Maatregelen Wat is NO2?

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij Notitie 20110073-02 Bouwplan Ringbaan West 15 te Weert Inventarisatie luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij 1 Inleiding

Nadere informatie

NOTITIE 1 INLEIDING 2 WETTELIJK KADER. Luchtkwaliteitsonderzoek. Rotonde N212 - N463 Woerden WD69-1 WD69-1/ R.

NOTITIE 1 INLEIDING 2 WETTELIJK KADER. Luchtkwaliteitsonderzoek. Rotonde N212 - N463 Woerden WD69-1 WD69-1/ R. NOTITIE Onderwerp Luchtkwaliteitsonderzoek Project Rotonde N212 - N463 Woerden Opdrachtgever Provincie Utrecht Projectcode WD69-1 Status Concept 01 Datum 27 maart 2017 Referentie WD69-1/17-004.444 Auteur(s)

Nadere informatie

drs. ing. Christiaan Tollenaar ir. Jan Hooghwerff M+P raadgevende ingenieurs ChristiaanTollenaar@mp.nl

drs. ing. Christiaan Tollenaar ir. Jan Hooghwerff M+P raadgevende ingenieurs ChristiaanTollenaar@mp.nl 1/7 drs. ing. Christiaan Tollenaar ir. Jan Hooghwerff M+P raadgevende ingenieurs ChristiaanTollenaar@mp.nl Samenvatting Het Innovatieprogramma Luchtkwaliteit (IPL) dat wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat,

Nadere informatie

Luchtkwaliteit ontwikkeling. spoorzone te Winterswijk

Luchtkwaliteit ontwikkeling. spoorzone te Winterswijk Luchtkwaliteit ontwikkeling spoorzone te Winterswijk Versie 23 juni 2016 opdrachtnummer 16-106 datum 23 juni 2016 opdrachtgever Gemeente Winterswijk Postbus 101 7100 AC WInterswijk auteur drs. A.D. Postma

Nadere informatie

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Wat doen gemeenten en GGD Amsterdam op het gebied van luchtkwaliteit? De GGD Amsterdam informeert en adviseert de inwoners en het bestuur van Amsterdam

Nadere informatie

Figuur 1: Meetpunt GGD (links) en rekenpunt (rechts) A10 West ter hoogte van de Witzanghlaan

Figuur 1: Meetpunt GGD (links) en rekenpunt (rechts) A10 West ter hoogte van de Witzanghlaan Notitie Dorstige Hartsteeg 5a 3512 NV Utrecht tel.: 030 2671870 e-mail: info@ewmilieu-advies.nl Aan: Milieudefensie t.a.v. Dhr. I. Stumpe Van: drs. E.M. Korevaar Datum: 29 september 2012 Betreft: Herberekening

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij Notitie 20120520-03 Ontwikkeling hotelzone Maastricht Aachen Airport Beoordeling luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april 2012 20120520-03 J. van Rooij 1 Inleiding

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Derde kwartaalverslag 2014

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Derde kwartaalverslag 2014 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Derde kwartaalverslag 2014 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025

Nadere informatie

Project uitgevoerd door:

Project uitgevoerd door: Luchtkwaliteit op postcode, kan dat? Marga Jacobs, voorzitter Leefmilieu Project uitgevoerd door: Wetenschapswinkel Biologie van de Universiteit van Utrecht Opdrachtgever: vereniging Leefmilieu Projectmedewerkster:

Nadere informatie

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1 Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en

Nadere informatie

Bijlage 4 - Onderzoek luchtkwaliteit

Bijlage 4 - Onderzoek luchtkwaliteit Bijlage 4 - Onderzoek luchtkwaliteit 1 Aanleiding In verband met het in procedure brengen van het bestemmingsplan Buitengebied, dient in het kader van de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, te worden gekeken

Nadere informatie

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013 Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013 Samenvatting De luchtverontreiniging door vuurwerk is op 1 januari 2013 beperkt gebleven. Alleen in het eerste uur na de jaarwisseling zijn hoge concentraties

Nadere informatie

MEMO DHV B.V. Logo. : De heer P.T. Westra : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn : Ceciel Overgoor

MEMO DHV B.V. Logo. : De heer P.T. Westra : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn : Ceciel Overgoor Logo MEMO Aan : De heer P.T. Westra Van : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn Kopie : Ceciel Overgoor Dossier : BA4962-100-100 Project : Milieuonderzoeken bedrijventerrein de Flier Nijkerk Betreft : Onderzoek

Nadere informatie

Emissieontwikkeling op onderliggend wegennet ten gevolge van realisatie Tweede Coentunnel en Westrandweg

Emissieontwikkeling op onderliggend wegennet ten gevolge van realisatie Tweede Coentunnel en Westrandweg Notitie Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn Aan RWS Noord Holland ir. E. Tenkink Van Ir. P.W.H.G. Coenen Kopie aan www.tno.nl T 055 549 34 93 F 055 541 98 37 Onderwerp Emissie ontwikkeling

Nadere informatie

Smog in zomer van 5

Smog in zomer van 5 Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september. Voor ozon zijn er in deze periode 6 smogdagen geweest. De dagen vielen voornamelijk

Nadere informatie

Monitoring luchtkwaliteit van de Vaillantlaan. Rapportage 2016/2017

Monitoring luchtkwaliteit van de Vaillantlaan. Rapportage 2016/2017 Monitoring luchtkwaliteit van de Vaillantlaan Rapportage 2016/2017 Colofon Raad van Accreditatie Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd (L520) voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

A28 Hoevelaken - Holkerveen

A28 Hoevelaken - Holkerveen Geluid en luchtkwaliteit A28 Hoevelaken - Holkerveen Twee problemen: Geluidhinder Grotere geluidsbelasting ineens sinds de komst van het Vathorst scherm en vrees voor een grotere geluidsbelasting bij Corlaer

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

Roetmemo Roetkaart december 2014

Roetmemo Roetkaart december 2014 Roetmemo Roetkaart december 2014 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, Ontwikkelorganisatie/ sector Milieu & Mobiliteit Afdeling Expertise Milieu Auteur Wiet Baggen Projectnaam Roetmemo - Roetkaart Datum 18

Nadere informatie

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm Notitie Aan : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam Van : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 Kopie : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm Betreft : Luchtkwaliteitsonderzoek Tiendhove

Nadere informatie

Ervaringen met de SDS011 stofsensor

Ervaringen met de SDS011 stofsensor Ervaringen met de SDS011 stofsensor RIVM, 12 juli 2018 De afgelopen maanden zijn er veel PM2.5 en PM10 metingen gedaan met de SDS011 stofsensoren. Zo vlak voor de vakanties willen we een korte terugkoppeling

Nadere informatie

Snelheidsverhoging A13. het effect op de luchtkwaliteit in Overschie

Snelheidsverhoging A13. het effect op de luchtkwaliteit in Overschie Snelheidsverhoging A13 het effect op de luchtkwaliteit in Overschie Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding 6 1.1 Achtergrond en aanleiding van het onderzoek 6 1.2 Onderzoeksvraag 7 2 Methode 8 2.1 Gebruikte

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014 Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014 Luchtkwaliteit Nieuwegein 2014 dbvision 2/37 Samenvatting Dit rapport doet verslag van de luchtkwaliteit van 2014 binnen de gemeente Nieuwegein. De concentraties zijn

Nadere informatie

CAIREBoxmetingen fijnstof en stikstofdioxide in Sliedrecht

CAIREBoxmetingen fijnstof en stikstofdioxide in Sliedrecht TNO-rapport TNO 2018 R11144 CAIREBoxmetingen fijnstof en stikstofdioxide in Sliedrecht Circular Economy & Environment Westerduinweg 3 1755 LE Petten Postbus 15 1755 ZG Petten www.tno.nl T +31 88 866 50

Nadere informatie

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt:

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt: Notitie Aan Ester Kardienaal (gemeente Alblasserdam) Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 18 maart 2013 21539712 13-058 ir. J.W.T. Voerman en ir. P.B. van Breugel Onderwerp Fijnstofmetingen in

Nadere informatie

Modellen luchtkwaliteit en Monitoring NSL. Ruben Beijk Joost Wesseling

Modellen luchtkwaliteit en Monitoring NSL. Ruben Beijk Joost Wesseling Modellen luchtkwaliteit en Monitoring NSL Ruben Beijk Joost Wesseling 1 Modellen luchtkwaliteit / Monitoring NSL 22 maart 2011 Inhoud 1. Modellen 2. Test/Validatie 3. Monitoring van het NSL 4. Kwaliteit

Nadere informatie

Rolweerstand van personenwagens op betonwegen

Rolweerstand van personenwagens op betonwegen Rolweerstand van personenwagens op betonwegen Wim Kramer Cement&BetonCentrum ir. Fred Reinink M+P Raadgevende ingenieurs bv ir. Jan Hooghwerff M+P Raadgevende ingenieurs bv Samenvatting In 2013 is een

Nadere informatie

Bepalen van de luchtkwaliteit

Bepalen van de luchtkwaliteit Bepalen van de luchtkwaliteit Luchtkwaliteit in het kort De kwaliteit van de lucht waarin we leven is van invloed op de volksgezondheid. Zo kan een slechte luchtkwaliteit leiden tot onder andere luchtwegklachten

Nadere informatie

Aanleg parallelweg N248

Aanleg parallelweg N248 Aanleg parallelweg N248 Onderzoek luchtkwaliteit Definitief Provincie Noord-Holland Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 14 juli 2014 Verantwoording Titel : Aanleg parallelweg N248 Subtitel : Onderzoek luchtkwaliteit

Nadere informatie

Rapportage relatieve effectbepaling SALTO 2

Rapportage relatieve effectbepaling SALTO 2 TNO-rapport TNO 2015 R10073 Rapportage relatieve effectbepaling SALTO 2 Earth, Life & Social Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl T +31 88 866 42 56 Datum 14

Nadere informatie

Windroosanalyses naar de invloed van het industrieterrein Antwerpen op de lucht kwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2014

Windroosanalyses naar de invloed van het industrieterrein Antwerpen op de lucht kwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2014 Windroosanalyses naar de invloed van het industrieterrein Antwerpen op de lucht kwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 214 Zaaknummer 15199B, 3 november 215 Projectverantwoordelijke: T.H. Visser Omgevingsdienst

Nadere informatie

Per 1 juli 2012 is de snelheid op de A13 verhoogd van 80 naar 100 km per uur. Het effect op de

Per 1 juli 2012 is de snelheid op de A13 verhoogd van 80 naar 100 km per uur. Het effect op de 23 Snelheidsverhoging A13 heeft effect op de luchtkwaliteit Per 1 juli 2012 is de snelheid op de A13 verhoogd van 80 naar 100 km per uur. Het effect op de luchtkwaliteit is gemeten en blijkt hoger dan

Nadere informatie

Windroosanalyses naar de invloed van het industrieterrein Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk, Zevenbergen en Klundert in 2014

Windroosanalyses naar de invloed van het industrieterrein Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk, Zevenbergen en Klundert in 2014 Windroosanalyses naar de invloed van het industrieterrein Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk, Zevenbergen en Klundert in 214 Zaaknummer 15199, 3 november 215 Projectverantwoordelijke: T.H. Visser

Nadere informatie

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011. Samenvatting Amsterdam

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011. Samenvatting Amsterdam Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011 Samenvatting Amsterdam 2 3 Stand van zaken luchtkwaliteit 2011 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) In 2015 moet Nederland

Nadere informatie

Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop. Luchtkwaliteitsonderzoek

Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop. Luchtkwaliteitsonderzoek Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop Luchtkwaliteitsonderzoek Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop Luchtkwaliteitsonderzoek Rapportnummer: 20165415.R02.V01 Document: 14209 Status: definitief

Nadere informatie

Rood omcirkeld toekomstige locatie van BSO, groene stippellijn geeft globaal complete plangebied.

Rood omcirkeld toekomstige locatie van BSO, groene stippellijn geeft globaal complete plangebied. sa p SCHOONDERBEEK EN PARTNERS A D V I E S B V MILIEU, GELUID, BOUWADVIES, BRANDVEILIGHEID, RUIMTELIJKE ORDENING, BELEIDSADVIES Datum : 4 mei 2010 Onze ref. : 10025A.B20100504 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

6 Projectinformatie: Rotterdam (Wassende Weg) nat reinigen

6 Projectinformatie: Rotterdam (Wassende Weg) nat reinigen 6 Projectinformatie: Rotterdam (Wassende Weg) nat reinigen 6.1 Inleiding Uit onderzoek van de gemeente Rotterdam is gebleken dat de stad, net zoals veel grote steden, last heeft van luchtvervuiling. Dit

Nadere informatie

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. van en naar uitbreiding. bedrijventerrein Moesdijk

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. van en naar uitbreiding. bedrijventerrein Moesdijk Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer van en naar uitbreiding bedrijventerrein Moesdijk te Weert Versie 24 maart 2011 opdrachtnummer 11-060 datum 24 maart 2011 opdrachtgever Econsultancy bv Rijksweg Noord 39

Nadere informatie

TB Verdubbeling N33. Luchtkwaliteitonderzoek. Rijkswaterstaat, Dienst Noord-Nederland. april 2012 D01

TB Verdubbeling N33. Luchtkwaliteitonderzoek. Rijkswaterstaat, Dienst Noord-Nederland. april 2012 D01 TB Verdubbeling N33 Luchtkwaliteitonderzoek Rijkswaterstaat, Dienst Noord-Nederland april 2012 D01 TB Verdubbeling N33 Luchtkwaliteitonderzoek dossier : BA5527 registratienummer : MD-AF20120789 versie

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen storing 12 november 2018 DATUM 20 november 2018 PROJECTNUMMER C05055.000169 ONZE REFERENTIE 083725337 A VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin Inleiding Op

Nadere informatie

RMD West-Brabant, 15 juni 2005 INVENTARISATIE LUCHTKWALITEIT 2004 GEMEENTE MOERDIJK

RMD West-Brabant, 15 juni 2005 INVENTARISATIE LUCHTKWALITEIT 2004 GEMEENTE MOERDIJK RMD West-Brabant, 15 juni 2005 INVENTARISATIE LUCHTKWALITEIT 2004 GEMEENTE MOERDIJK INVENTARISATIE LUCHTKWALITEIT 2004 GEMEENTE MOERDIJK Opdrachtgever: Gemeente Moerdijk Datum rapport: juni 2005 Projectnummer:

Nadere informatie

Zijn luchtmaatregelen objectief te beoordelen?

Zijn luchtmaatregelen objectief te beoordelen? M+P - raadgevende ingenieurs Müller-BBM groep geluid trillingen lucht bouwfysica Zijn luchtmaatregelen objectief te beoordelen? Ervaringen meten- en beoordelen in praktijk Jan Hooghwerff Christiaan Tollenaar

Nadere informatie

Auteur. Opdrachtgever Gemeente Zaanstad Postbus GA Zaandam. W. van der Zweep. projectnr revisie oktober 2008

Auteur. Opdrachtgever Gemeente Zaanstad Postbus GA Zaandam. W. van der Zweep. projectnr revisie oktober 2008 Luchtkwaliteitonderzoek Doortrekking A8-A9 Zaanstad Verkennend onderzoek naar de eventuele belemmering van bestemmingsplan Overhoeken op de doortrekking van de A8 projectnr. 172124 revisie 00 30 oktober

Nadere informatie

Notitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten

Notitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten Notitie Contactpersoon Sander Kamp Datum 7 februari 2017 Kenmerk N001-1233768KMS-evp-V03-NL Luchtkwaliteit Paleis het Loo 1 Inleiding Paleis het Loo is voornemens uit te breiden en een groei te realiseren

Nadere informatie

Solar Highways - A50 Uden. Effecten op de luchtkwaliteit

Solar Highways - A50 Uden. Effecten op de luchtkwaliteit definitief 26 oktober 2017 definitief revisie 01 26 oktober 2017 Auteurs D. Bouman Opdrachtgever Postbus 25 6200 MA Maastricht datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave 26--2017 definitief

Nadere informatie

Windroosanalyses naar de invloed van het industrieterrein Antwerpen op de lucht kwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2015

Windroosanalyses naar de invloed van het industrieterrein Antwerpen op de lucht kwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2015 Windroosanalyses naar de invloed van het industrieterrein Antwerpen op de lucht kwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 215 Zaaknummer 162925, 17 mei 216 Projectverantwoordelijke: E.S. van der Bij Omgevingsdienst

Nadere informatie

Harmonisatie onderzoek 130 km/uur. effecten op luchtkwaliteit

Harmonisatie onderzoek 130 km/uur. effecten op luchtkwaliteit Harmonisatie onderzoek 130 km/uur effecten op luchtkwaliteit 1 oktober 2014 Verantwoording Titel Harmonisatie onderzoek 130 km/uur Opdrachtgever RWS Projectleider Berend Hoekstra Auteur(s) Berend Hoekstra

Nadere informatie

TNO-rapport WATERSTOFDIFFUSIE IN EEN CONSTRUCTIEDETAIL VAN STAAL VOORZIEN VAN EEN ZINKLAAG

TNO-rapport WATERSTOFDIFFUSIE IN EEN CONSTRUCTIEDETAIL VAN STAAL VOORZIEN VAN EEN ZINKLAAG IT 00 * * FI _ NO 4 5 ilzm 1 W. - j r* * * * * * Ri.:istaaI Pctu' 20.)(iO 3'2 LA U'çhi TNO-rapport 99M1-00809ISCAJVIS WATERSTOFDIFFUSIE IN EEN CONSTRUCTIEDETAIL VAN STAAL VOORZIEN VAN EEN ZINKLAAG TNO

Nadere informatie

Onderzoek naar de luchtkwaliteit in Meppel

Onderzoek naar de luchtkwaliteit in Meppel Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn TNO-rapport 2007-A-R1134/B

Nadere informatie

Toegang tot de Lokale luchtkwaliteit getoetst

Toegang tot de Lokale luchtkwaliteit getoetst Toegang tot de Lokale luchtkwaliteit getoetst Deskundigendag: Dinsdag 31 oktober 2006 Tijd: 10.00 13.00 Agenda 9.30 10.00 Ontvangst, koffie/thee 10.00 10.10 Opening door voorzitter Manon Vaal 10.10 10.20

Nadere informatie

Luchtkwaliteit monitoring in Alblasserdam. Eerste kwartaal 2014

Luchtkwaliteit monitoring in Alblasserdam. Eerste kwartaal 2014 Luchtkwaliteit monitoring in Alblasserdam Eerste kwartaal 2014 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025

Nadere informatie

Betreft : Dijkversterking Werkendam aspect luchtkwaliteit

Betreft : Dijkversterking Werkendam aspect luchtkwaliteit A COMPANY OF Notitie Aan : Y. Muggen (Royal Haskoning) Van : M. Hallmann (Royal Haskoning) Datum : 4 oktober 2011 Kopie : P. van den Eijnden (Royal Haskoning) Onze referentie : 9S6258.H1/N0001/Nijm HASKONING

Nadere informatie

Fijnstof Beverwijk-west

Fijnstof Beverwijk-west GGD/LO 07-1106 Fijnstof Beverwijk-west Amsterdam, 19 juli 2007 Auteur: H.J.P. Helmink In opdracht van: Provincie Noord Holland Sector Milieu Postbus 3007 2001 DA HAARLEM Auteur : H..J.P. Helmink (PV) 19-07-2007

Nadere informatie

Onderzoek luchtkwaliteit bestemmingsplan De Maten winkelcentrum Eglantier

Onderzoek luchtkwaliteit bestemmingsplan De Maten winkelcentrum Eglantier Onderzoek luchtkwaliteit bestemmingsplan De Maten winkelcentrum Eglantier Gemeente Postbus 9033 7300 ES Contactpersoon: Dhr. G. den Besten Tel: 055 5802416 Uitvoerder: H. Veldman Inhoudsopgave 1 Inleiding...1

Nadere informatie

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting Overzicht gegevens Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 2 Algemeen 4 2.1 Gebruikte gegevens 4 2.2 Welke stoffen zijn betrokken? 4 2.3 Normen

Nadere informatie

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Wat kunt u verwachten? Hoe is úw kennis van luchtverontreiniging? Inzicht in normen en techniek Wat is de invloed van sjoemelsoftware? Casestudy A13 Overschie

Nadere informatie

N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten. Luchtkwaliteitsonderzoek

N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten. Luchtkwaliteitsonderzoek N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten Luchtkwaliteitsonderzoek N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten Luchtkwaliteitsonderzoek Rapportnummer: 20155031.R04.V01 Document: 14067 Status: definitief

Nadere informatie

Aanpassing GCN*) fijn stof in IJmond

Aanpassing GCN*) fijn stof in IJmond Aanpassing GCN*) fijn stof in IJmond Rinkje Molenaar, bureau Lucht *) Grootschalige Concentratiekaart(en) Nederland NEN Infomil Infodag, 20 november 2014 Hoe bepaal je de luchtkwaliteit? Meten Voordelen

Nadere informatie

Leidse Ring Noord. Informatieavond Verkeer / Lucht / Geluid

Leidse Ring Noord. Informatieavond Verkeer / Lucht / Geluid Leidse Ring Noord Informatieavond Verkeer / Lucht / Geluid 16 en 17 november 2015 Programma Welkom Harry Devilee / Projectleider Verkeer Thomas Dijker / Verkeersbeleid (Bastiaan Possel / Goudappel Coffeng)

Nadere informatie

NO2 meten met sensoren

NO2 meten met sensoren NO2 meten met sensoren Ijking en gedoe van/met de Alphasense B43F Joost / Peter / Derko / Lou / Sjoerd Inhoud RIVM Paddestoel Projecten IJking PrakEjk On the Fly bijsturing Conclusies / Outlook NO2 meten

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2015

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2015 Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2015 In opdracht van: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied M.M.M. van der Meij Adviseur Milieu Postbus 209, 1500 EE Zaandam Amsterdam, Auteur: D.

Nadere informatie