Het bonte palet van rechtsbescherming in het onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het bonte palet van rechtsbescherming in het onderwijs"

Transcriptie

1 Mr. H.E. Mertens en mr. dr. J. Sperling 1 Het bonte palet van rechtsbescherming in het onderwijs 1. Introductie Het Nederlandse onderwijssysteem kent veel verschillende instanties waar onderwijsdeelnemers, ouders, personeel en het bevoegd gezag naar toe kunnen om hun onderlinge geschillen voor te leggen. Naast de gewone rechter zijn sinds jaar en dag talloze geschillencommissies actief op specifieke terreinen van het onderwijs. Sommige van deze commissies zijn vrijwillig ingesteld. Dat wil zeggen dat ze niet bij wet in het leven zijn geroepen, maar door vrijwillige regelingen, bijvoorbeeld een collectieve arbeidsovereenkomst of een branchecode. Andere commissies zijn daarentegen door de wetgever verplicht gesteld, soms in aanvulling op en soms in plaats van de overheidsrechter. Voorbeelden van geschillenbeslechting in aanvulling op de gewone rechter zijn de Commissies van Beroep voor personeelsgeschillen in het bijzonder onderwijs, het College voor de Rechten van de Mens voor geschillen over discriminatie in het onderwijs en de klachtencommissies voor klachten in het funderend onderwijs. Een voorbeeld van een commissie in plaats van de gewone rechter is de Landelijke Commissie voor Geschillen Wet medezeggenschap op scholen ( LCG WMS ). Ook recentelijk bleek weer dat de wetgever een voorkeur heeft voor onderwijsgeschillenbeslechting door instanties die geen onderdeel zijn van de rechterlijke macht. Met de aanname van het Wetsvoorstel passend onderwijs heeft de wetgever maar liefst drie nieuwe instanties gecreëerd. De eerste is een commissie voor geschillen tussen ouders en het bevoegd gezag, de Tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering. 2 De tweede is een commissie voor geschillen tussen een samenwerkingsverband ( SWV ) en de gemeente. 3 De derde is de Landelijke arbitragecommissie passend onderwijs voor geschillen binnen een SWV. 4 De eerste commissie is bedoeld ter aanvulling op de gewone rechter, de andere twee ter vervanging van de gewone rechter. Blijkbaar heeft de wetgever een voorkeur voor niet-rechterlijke beslechting in dit soort geschillen. Het 2012 symposium van de Nederlandse vereniging voor Onderwijsrecht (NVOR) had als thema geschillenbeslechting in het onderwijs. Gezien het toenemend aantal 44 ntor 1 april 2013

2 niet-rechterlijke geschillenbeslechtende instanties in het onderwijs, kwamen daar onder meer de volgende vragen aan de orde: a. Welke argumenten voert de onderwijswetgever aan voor geschillenbeslechting door andere instanties naast of in plaats van de gewone rechter? b. Wordt met en in deze vormen van geschillenbeslechting wel voldaan aan een ondergrens van proceswaarborgen? c. Zo nee, hoe kan deze vorm van geschillenbeslechting worden verbeterd of moet de wetgever ophouden met het creëren van aparte rechtsgangen? Hilde Mertens was een van de sprekers op dit symposium; zij ging op deze vragen in. Dit artikel is een uitwerking van haar lezing. De opzet is als volgt. In paragraaf 2 wordt besproken welke argumenten de onderwijswetgever aanvoert voor geschillenbeslechting door andere instanties dan de gewone rechter (vraag a). In paragraaf 3 komt de vraag aan de orde of met en in de onderscheiden procedures wel wordt voldaan aan een ondergrens van proceswaarborgen (vraag b). In paragraaf 4 sluiten wij af met een bespreking of en, zo ja, hoe geschillenbeslechting door niet-rechterlijke instanties in het onderwijs kan worden verbeterd dan wel of het creëren van aparte rechtsgangen beter kan worden stopgezet (vraag c). 2. Argumenten voor keuze voor niet-rechterlijke instanties Welke argumenten voert de onderwijswetgever aan voor het in het leven roepen van andere instanties voor geschillenbeslechting dan de gewone rechterlijke instanties? Uit de parlementaire geschiedenis van een aantal instanties kunnen de volgende redenen worden afgeleid: noodzaak, vrijheid van onderwijs, laagdrempeligheid, uniformiteit, specifieke expertise, snelle doorlooptijd, conflictbeheersing en gewoonte. Noodzaak In sommige gevallen wordt een niet-rechterlijke instantie gecreëerd omdat de gewone rechter niet bevoegd is in het specifieke geschil. Dit was bijvoorbeeld de reden om in 1905 de Commissies van Beroep in het leven te roepen. Er was op dat moment namelijk wel rechtsbescherming tegen ontslag voor werknemers in het openbaar onderwijs, maar niet voor werknemers in het bijzonder onderwijs. Het Burgerlijk Wetboek bevatte nog geen bepalingen over ontslagbescherming en werknemers in het bijzonder onderwijs konden een ontslagbesluit dus niet aanvechten bij de gewone rechter. De overheid wilde dat werknemers in beide sectoren een gelijkwaardige rechtsbescherming hadden en verplichtte het bevoegd gezag van bij- ntor 1 april

3 zondere scholen zich aan te sluiten bij een Commissie van Beroep. 5 Toen in 1907 de rechtsbescherming van werknemers tegen ontslag in het BW werd opgenomen en de kantonrechter daardoor bevoegd werd in arbeidsgeschillen, werden de Commissies van Beroep toch gehandhaafd, waarschijnlijk omdat ze naar tevredenheid functioneerden. Na de Tweede Wereldoorlog werd hun bestaan soms gerechtvaardigd met het argument dat ze compenseerden voor het niet van toepassing zijn van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 op onderwijzend personeel. 6 Bovendien bieden de Commissies van Beroep rechtsbescherming bij geschillen waarvoor een werknemer zich niet snel tot de kantonrechter zal wenden, zoals een geschil over een besluit van het bevoegd gezag tot berisping of schorsing van de werknemer. Vrijheid van onderwijs In ons onderwijsbestel berust de verantwoordelijkheid voor het functioneren van de school bij het bevoegd gezag. Deze verantwoordelijkheid is gebaseerd op de vrijheid van onderwijs. Daaronder moet worden verstaan de vrijheid van bijzondere schoolbesturen om het onderwijs naar eigen levensbeschouwelijke inzichten te geven en de vrijheid om de bestuurlijke, inhoudelijke en organisatorische aspecten van de schoolinrichting te bepalen. In sommige gevallen vindt de wetgever dat geschillen die direct of indirect samenhangen met de vrijheid van onderwijs door een niet-rechterlijke instantie beoordeeld moeten worden. Zo is de instelling van de Commissie van Beroep een compromis tussen enerzijds de verplichting van de overheid om alle onderwijzers een goede rechtsbescherming te garanderen en anderzijds de verplichting van de overheid om de vrijheid van het bijzonder onderwijs tot benoeming van onderwijzers te respecteren. Met deze rechtsbescherming kwam de regering tegemoet aan de wens van het bijzonder onderwijs om in eigen kring over ontslag van het onderwijzend personeel te oordelen. Met kring werd bedoeld de kring van bijzondere schoolbesturen en de kring van bijzondere onderwijzers. Het ging daarbij niet zozeer om een wantrouwen tegen de gewone rechter of om het respecteren van de religieuze vrijheid van de school. 7 De gedachte achter de regeling was dat deze het particuliere karakter of de vrijheid van onderwijs van het bijzonder onderwijs eerbiedigt bij het opleggen van bekostigingsvoorwaarden. Onder die vrijheid viel met name de vrijheid van het bijzonder onderwijs om eigen onderwijzers aan te stellen (artikel 23, lid 6, Grondwet). De beginselen van de vrijheid van onderwijs leiden er soms toe dat de wetgever schoolbesturen wel de zorgplicht van een geschilregeling oplegt, maar hen vrij laat 46 ntor 1 april 2013

4 in de wijze waarop zij voldoen aan die plicht. Zo werd bij de invoering van de Wet medezeggenschap onderwijs 1981 ( WMO ), en later de Wet medezeggenschap op scholen ( WMS ), gekozen voor geschillenbeslechting via commissies. Volgens de wetgever hield die opzet rekening met de positie van het bevoegd gezag, bij wie de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van de school blijft berusten. 8 Laagdrempeligheid Partijen in onderwijsgeschillen zijn niet altijd gelijkwaardig. In een procedure tussen het schoolbestuur en de leerling en/of zijn ouders zijn deze laatste twee meestal de zwakkere partij. Ouders zijn verplicht hun kind naar school te sturen en zijn dus van scholen afhankelijk. Soms is er in een bepaalde regio zelfs maar één school beschikbaar. Schoolbesturen hebben bovendien meer financiële middelen dan ouders en daardoor betere toegang tot rechtsbijstand. Een geschillencommissie kan een ongelijkwaardige positie vaak beter compenseren dan de gewone rechter. De procedure is meestal informeler, er zijn voor ouders geen griffiegelden en andere proceskosten aan de procedure verbonden, procesvertegenwoordiging is onnodig en de meeste commissies zijn vrij in het vergaren en beoordelen van bewijs. Deze redenen werden bijvoorbeeld aangevoerd bij de invoering van de Tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering, 9 de klachtencommissies in het onderwijs en de Commissies van Beroep. Bij het College voor de Rechten van de Mens wordt de bewijslast zelfs omgedraaid ten gunste van de verzoeker als er een vermoeden van discriminatie is. 10 Deze maatregelen hebben tot gevolg dat geschillencommissies toegankelijker zijn voor zwakke partijen dan de gewone rechter. Uniformiteit Met de keuze voor een geschillencommissie kan meer uniformiteit worden bereikt op het te regelen terrein, met name als wordt verwacht dat zich niet veel geschillen zullen voordoen. De laatste tijd wordt daarom steeds vaker gekozen voor één geschilleninstantie met als argument dat dit zal leiden tot uniformiteit van de procedure en de jurisprudentie. De verwachting is dat uniformiteit tot grotere rechtszekerheid met betrekking tot de wettelijke regeling in kwestie zal leiden, vooral waar het een nieuwe wettelijke regeling betreft. Dit was het geval bij het Wetsvoorstel passend onderwijs, waarin werd gekozen voor één landelijke geschillencommissie, de Tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering. De bedoeling is dat deze commissie richting kan geven aan de toepassing van de nieuwe wettelijke bepalingen. 11 Ook voor geschillen binnen het SWV is gekozen voor één uniforme arbitrage-instantie, de Landelijke arbitragecommissie passend onderwijs. ntor 1 april

5 Dat was ook het geval bij de instelling van de LCG WMS die diende ter vervanging van de verschillende, naar richting georganiseerde, geschillencommissies onder de WMO. De rechtspraak onder deze wet was daardoor zeer versnipperd en soms zelfs tegenstrijdig. Dit kwam ook doordat de competentie met betrekking tot de nalevingsvordering in de WMO 1992 was neergelegd bij de kantonrechter en de bestuursrechter. Met de keuze voor de LCG WMS met hoger beroep en de nalevingsvordering bij de Ondernemingskamer ( OK ) moest aan de versnippering een einde worden gemaakt. 12 Dat doel is ook bereikt. 13 Specifieke expertise Het onderwerp van een geschil in het onderwijs is niet altijd juridisch van aard, maar is soms didactisch of pedagogisch. Daarvoor is specifieke deskundigheid nodig, die rechters in de regel niet zullen hebben. Rechters moeten dan experts raadplegen, wat de procedure zal vertragen en duurder zal maken. In geschillencommissies kunnen wel specifieke (niet-juridische) experts plaatsnemen en deelnemen aan de uitspraak. Een duidelijk voorbeeld daarvan is de multidisciplinaire samenstelling van de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs ( LKC ). Naast de voorzitter (een jurist met het oog op de procesbewaking), bestaat de LKC uit leden met voor het geschil relevante professionele expertise, zoals onderwijskundigen, (school)artsen, psychologen, orthopedagogen, logopedisten en leden met bestuurservaring. De behoefte aan specifieke expertise was ook een van de redenen voor het creëren van de Tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering. De verwachting is dat deze commissie zodanig wordt samengesteld dat zij beschikt over (ortho)pedagogische, psychologische, onderwijskundige, maatschappelijke, bestuurlijke, juridische en medische deskundigheid. 14 De aanwezigheid van specifieke expertise was een belangrijk argument om de OK in de WMS de bevoegdheid te geven in nalevingsgeschillen in plaats van de kantonrechter en de bestuursrechter. Met name de omstandigheid dat de OK veel kennis van en ervaring met fusies had, werd belangrijk gevonden. 15 Blijkbaar was de verwachting dat de toenmalige fusiegolf in het onderwijs tot medezeggenschapsgeschillen zou leiden. Die verwachting is overigens niet uitgekomen. Er zijn tot op heden maar weinig zaken bij de OK geweest, vermoedelijk vanwege de verplichte rechtsbijstand, en geen enkele daarvan ging over fusies. Snelle doorlooptijd Een geschillencommissie kan in beginsel sneller uitspraak doen dan de rechter, zeker als bij de rechter een bodemprocedure moet worden gevoerd. Dat was bij- 48 ntor 1 april 2013

6 voorbeeld een argument voor de instelling van de Tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering bij passend onderwijs. 16 Het onderwerp van het conflict zal bij deze commissie in de regel gaan over de noodzaak van extra ondersteuning aan een kind, en dus over de inhoud van het onderwijs en de wijze waarop dit zal worden gegeven. Om te voorkomen dat een kind tijdens dit conflict van passend onderwijs blijft verstoken, is het van belang dat snel duidelijk wordt welke ondersteuning het kind dient te krijgen. Conflictbeheersing In sommige geschillen in het onderwijs bestaat een duurrelatie tussen partijen: het kind moet naar school en daarmee is het voortduren van de relatie ouders bevoegd gezag/directie een feit. Ook een bevoegd gezag en een medezeggenschapsorgaan moeten na de uitspraak met elkaar verder. Daarom is het belangrijk dat de geschillenbeslechting niet leidt tot escalatie van het conflict en er juist voor zorgt dat partijen weer nader tot elkaar komen. De veronderstelling is dat de gang naar een geschillencommissie een lichtere escalatiegraad heeft dan die naar de overheidsrechter. Conflictbeheersing was bijvoorbeeld (onder meer) een reden voor de invoering van de Commissie voor Gelijke Behandeling ( CGB ), de voorloper van het College voor de Rechten van de Mens. De verwachting destijds was dat de CGB, als niet-rechterlijke instantie en door het geven van een gezaghebbend en deskundig advies, partijen nader tot elkaar kan brengen en de gang naar de rechter kan worden voorkomen. 17 Conflictbeheersing speelde ook een rol bij de instelling van de Commissies van Beroep en de LCG WMS. Hoewel de Commissies van Beroep niet specifiek voor dit doel in het leven zijn geroepen, wordt dit argument tegenwoordig wel aangevoerd om hun voortbestaan te rechtvaardigen. 18 Met betrekking tot de LCG WMS zei de minister van OCW tijdens het debat over de evaluatie van de WMS vorig jaar dat [a]ls de bevoegdheid van de geschillencommissie wordt uitgebreid in de richting van de naleving zou deze een rechterlijke instantie worden, en daar hebben we de rechter voor. [ ] De geschillencommissie moet juist een lage drempel hebben, om er naartoe te gaan om er op een goede manier uit te komen. 19 De WMS noemt bovendien uitdrukkelijk dat de LCG WMS de bevoegdheid heeft om te bemiddelen en de wetgever heeft aangegeven dat hij graag ziet dat de LCG WMS actief gebruikmaakt van die bevoegdheid. 20 Gewoonte Onderwijsgeschillenbeslechting door niet-rechterlijke instanties is inmiddels zo gemeengoed geworden dat de wetgever bij een nieuwe wettelijke regeling soms ntor 1 april

7 direct kiest voor een niet-rechterlijke instantie. Zo drongen Kamerleden bij de parlementaire behandeling van het Wetsvoorstel passend onderwijs aan op een arbitrageregeling voor geschillen tussen het SWV en een of meer daarbij aangesloten scholen. 21 De achterliggende gedachte was dat de vrijheid van een SWV om een eigen geschilregeling op te zetten ertoe zou kunnen leiden dat kleine schoolbesturen onvoldoende waarborg hadden dat hun belangen zouden worden meegewogen bij de totstandkoming van het SWV en beslissingen daarbinnen. Waarom de geschillenbeslechting niet via de gewone rechter zou kunnen, kwam in het geheel niet aan de orde in het debat; er werd direct voor deze geschillenregeling gekozen. 3. Ondergrens proceswaarborgen 3.1 Wettelijke bepalingen: artikel 6 EVRM Wordt met en in de onderscheiden procedures wel voldaan aan een ondergrens van proceswaarborgen? Voor de beantwoording van die vraag moet eerst worden vastgesteld wat onder ondergrens van proceswaarborgen dient te worden verstaan. De nationale wetgeving bevat daarover geen uitdrukkelijke bepalingen. 22 Daarentegen noemt artikel 6, lid 1, Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ( EVRM ) wel een aantal beginselen die het recht op een behoorlijke procesgang waarborgen. Dit artikel luidt: bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen [ ] heeft een ieder recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld. Volgens het Europese Hof voor de Rechten van de Mens ( EHRM ) houdt dit artikel drie waarborgen in, namelijk een recht op: (1) toegang tot een gerecht in de zin van artikel 6, lid 1, EVRM, (2) inachtneming van een aantal procedurele waarborgen door dit gerecht, en (3) tenuitvoerlegging van de uitspraak van het gerecht. Deze rechten gelden als de ondergrens van proceswaarborgen. 23 Als het gerecht in kwestie niet alle waarborgen van artikel 6, lid 1, EVRM biedt, is de rechtsgang alleen in overeenstemming met dit artikel als uiteindelijk ten minste één volwaardig (ander) rechtscollege de rechten en verplichtingen volledig kan beoordelen. In dat geval moet wel worden voldaan aan de voorwaarde dat de zaak binnen een redelijke termijn wordt behandeld ntor 1 april 2013

8 3.2 Toepasselijkheid artikel 6 EVRM Het Europese Hof van de Rechten van de Mens ( EHRM ) heeft artikel 6, lid 1, EVRM ruim uitgelegd. Een gerecht is niet beperkt tot een orgaan van de rechterlijke macht. Het kan ook een bijzondere raad of een commissie zijn waaraan rechtsprekende bevoegdheid is toevertrouwd. Deze instantie moet wel de volle rechtsmacht hebben om over alle feitelijke en juridische punten van het geschil te oordelen en diens uitspraak moet bepalend zijn voor de burgerlijke rechten en verplichtingen in ruime zin. Deze laatste term, burgerlijke rechten en verplichtingen, wordt eveneens ruim uitgelegd door het EHRM. Daaronder vallen rechten die een basis hebben in het nationale recht. Die basis is niet beperkt tot het privaatrecht; het kan ook gaan om rechten die voortvloeien uit het publiekrecht, bijvoorbeeld sociale verzekeringen. 25 Het is niet van belang of de kwestie speelt tussen burgers onderling of tussen een burger en de overheid. Evenmin is de aard van de procedure doorslaggevend. Niet alleen vallen onder artikel 6 EVRM procedures met een privaatrechtelijk karakter, maar ook bepaalde administratiefrechtelijke procedures. 26 De rechthebbende is bovendien een heel ruim begrip: iedereen. Het gaat niet alleen om natuurlijke personen of rechtspersonen, maar ook om organisaties en groepen, bijvoorbeeld een medezeggenschapsraad. 27 Op grond van deze ruime uitleg door het EHRM kan worden aangenomen dat artikel 6, lid 1, EVRM ook van toepassing is op sommige van de hiervoor genoemde niet-rechterlijke geschilinstanties. Veel van de geschillen bij deze instanties houden verband met rechten die een basis hebben in het burgerlijk recht, bijvoorbeeld het opvoedingsrecht van ouders in artikel 1:247 BW, een zorgplicht van de school jegens de leerling gebaseerd op onrechtmatige daad of overeenkomst of de statuten van de rechtspersoon van het SWV. Door de ruime uitleg van het EHRM zullen onder artikel 6, lid 1, EVRM waarschijnlijk ook vorderingen gebaseerd op de WMS vallen, gezien de bedoeling van deze wet: verbetering van het overleg van personeel, ouders en leerlingen met het schoolbestuur in het belang van het goed functioneren van de school. Het moet gaan om het vaststellen van rechten en verplichtingen. Daarvan is bijvoorbeeld sprake bij de LCG WMS, die op grond van artikel 31 WMS uitspraken doet over de rechten en verplichtingen op grond van de WMS, of bij de Landelijke arbitragecommissie passend onderwijs bij geschillen tussen een of meer scholen van het SWV. Zo ook het College voor de Rechten van de Mens dat vaststelt of een schoolbestuur een verboden onderscheid heeft gemaakt bij het verlenen van toegang tot, het aanbieden van, het afnemen van toetsen tijdens en het afsluiten van onderwijs. 28 Maar in andere gevallen stelt de geschilbeslechtende instantie geen ntor 1 april

9 rechten en verplichtingen vast. Zo zijn de klachtencommissies slechts bedoeld voor handhaving en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op een school. 29 De klachtencommissies zijn dus geen gerecht in de zin van artikel 6, lid 1, EVRM en deze bepaling is daarop niet van toepassing. 3.3 Toegang tot gerecht Zoals in paragraaf 3.1 is genoemd, betreft de eerste waarborg van artikel 6, lid 1, EVRM een recht op toegang tot een gerecht. Dit recht staat weliswaar niet uitdrukkelijk in de tekst, maar het EHRM heeft bepaald dat dit recht inherent is aan artikel 6 EVRM, omdat deze bepaling anders geen enkele betekenis zou hebben. Er moet dus voor de beslechting van elke vordering die onder artikel 6, lid 1, EVRM valt, (uiteindelijk) een rechter zijn die voldoet aan dit artikel. Dit artikel wordt geschonden als er voor een bepaalde vordering geen rechterlijk college is of dit college niet voldoet aan de voorwaarden van dit artikel en er geen andere mogelijkheid van toegang tot geschillenbeslechting is. Het recht op toegang houdt verder in dat er voor het aanhangig maken van een procedure geen onnodige drempels mogen zijn, zoals excessieve formaliteiten en ontvankelijkheidsvoorwaarden die geen legitiem doel dienen. Als toegang tot het gerecht alleen mogelijk is met rechtsbijstand, moet er een systeem van gefinancierde rechtshulp zijn. Volgens het EHRM hoeft de staat echter niet voor elk geschil rechtsbijstand beschikbaar te maken. Een alternatief is dat de procedure zo wordt georganiseerd dat partijen deze zonder rechtsbijstand kunnen voeren. Het recht op toegang houdt tevens in dat de toegang tot de rechter duidelijk en concreet is. De toegang tot de geschillenbeslechting mag niet onnodig ingewikkeld en onoverzichtelijk zijn voor burgers. Uit het overzicht van argumenten voor de keuze voor niet-rechterlijke instanties hiervoor kan worden afgeleid dat sommige van deze instanties juist zijn ingesteld om de toegang tot de geschillenbeslechting te verbeteren. Zo zijn de Commissies van Beroep destijds in het leven geroepen omdat er anders geen toegang tot geschillenbeslechting was voor bepaalde rechtsvorderingen van onderwijzers in het bijzonder onderwijs. De Tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering is ingesteld, onder meer, om een snelle beslissing te krijgen en de toegang tot geschillenbeslechting laagdrempelig te maken. Dit laatste aspect speelde eveneens een rol bij de creatie van de LCG WMS. Daarentegen kan men zich afvragen of de gang naar de OK in medezeggenschapsgeschillen in overeenstemming is met artikel 6 EVRM, omdat rechtsbijstand daar verplicht is en een medezeggenschapsorgaan geen recht op gefinancierde rechtshulp heeft. De OK heeft in een arrest vorig jaar 52 ntor 1 april 2013

10 echter bepaald dat het bevoegd gezag verplicht is de kosten voor redelijkerwijs noodzakelijke rechtsbijstand van een medezeggenschapsorgaan te betalen. 30 Een ander probleem bij sommige geschillencommissies is dat deze maar een beperkte bevoegdheid of een beperkt instrumentarium hebben om het geschil te beoordelen. De Commissies van Beroep zijn bijvoorbeeld slechts bevoegd in een aantal, limitatief in de wet opgesomde, geschillen. Veel arbeidsrechtelijke geschillen kunnen daardoor niet aan de Commissies worden voorgelegd, bijvoorbeeld een geschil over achterstallig loon, schadevergoeding na ontslag of een geschil over het nakomen van arbeidsvoorwaarden door de werkgever. In dat geval zal de werknemer naast of in plaats van de procedure bij de Commissie van Beroep een procedure bij de kantonrechter dienen te starten, waaraan dan hogere kosten zijn verbonden. Dit kan tot ingewikkelde situaties leiden. 31 Daar staat tegenover dat de Commissie van Beroep bevoegd is in geschillen waarvoor een werknemer zich niet snel tot een kantonrechter zal wenden, bijvoorbeeld een geschil over berisping, schorsing of plaatsing van een personeelslid in het risicodragend deel van de formatie. Vaak zijn deze besluiten voorlopers van een toekomstig ontslag. Ook de bevoegdheid van de LCG WMS is beperkt tot een bepaald soort vorderingen. 32 Dat heeft tot gevolg dat er conflictsituaties zijn waarvoor de WMS geen geschilregeling kent. 33 Te denken valt aan de situatie dat een medezeggenschapsorgaan zijn verplichtingen niet nakomt jegens het bevoegd gezag, bijvoorbeeld door te weigeren verkiezingen te organiseren. Evenmin kent de WMS een geschillenregeling voor de situatie waarin het bevoegd gezag weigert de (G)MR in de gelegenheid te stellen een bindende voordracht te doen voor een lid van de raad van toezicht of weigert een overeenkomst met een medezeggenschapsorgaan na te komen. Of de gewone rechter of de OK in dat geval bevoegd is, is niet duidelijk. Een medezeggenschapsorgaan is immers geen natuurlijk persoon of rechtspersoon en kan zich daarom in beginsel niet tot de gewone rechter wenden. 34 En de bevoegdheid van de OK is beperkt tot nalevingsvorderingen van een medezeggenschapsorgaan tegen het bevoegd gezag, en niet andersom. Daarbij komt dat het instrumentarium van de LCG WMS beperkt is, waardoor deze niet altijd in staat is om de rechten en verplichtingen van partijen duidelijk vast te stellen. 35 Dat leidt ertoe dat de uitspraak soms voor meerdere uitleg vatbaar is en partijen niet weten hoe zij na de uitspraak moeten handelen. 36 Men kan zich bovendien afvragen of met de grote hoeveelheid geschillencommissies in plaats van of in aanvulling op de overheidsrechter, de toegang tot de rechtsbescherming voor rechtzoekenden onnodig ingewikkeld en onoverzichtelijk is ntor 1 april

11 geworden. In een artikel over de positie van werknemers in het onderwijs voert Dikker aan dat de rechtsbescherming een woud van onderwijsrecht is, waar men eenvoudigweg verdwaald kan raken. 37 Hetzelfde kan worden aangevoerd met betrekking tot de rechtsbescherming van ouders na invoering van het Wetsvoorstel passend onderwijs. Zij kunnen dan kiezen uit de gewone rechter, de Tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering voor sommige geschillen over passend onderwijs, het College voor de Rechten van de Mens voor geschillen over discriminatie en de klachtencommissies voor klachten over het (niet-)handelen van het bevoegd gezag. Het is voor een leek moeilijk te beoordelen welke rechtsgang het meest geschikt is voor zijn specifieke geschil. 3.4 Procedurele waarborgen Een tweede waarborg van artikel 6, lid 1, EVRM is dat, nadat een procedure eenmaal is aangevangen, deze aan procedurele voorwaarden moet voldoen: de behandeling moet eerlijk en openbaar zijn en binnen een redelijke termijn geschieden, het gerecht moet onafhankelijk en onpartijdig zijn en bij de wet ingesteld. Veel van de besproken geschillencommissies voldoen aan deze voorwaarden. Voor de Commissies van Beroep heeft de wetgever een aantal van deze voorwaarden uitdrukkelijk in de wet opgenomen. 38 Ook in artikel 31 WMS staat een aantal van deze voorwaarden met betrekking tot de LCG WMS. Deze voorwaarden zijn verder uitgewerkt en aangevuld in het reglement van de Commissie, bijvoorbeeld bepalingen over hoor en wederhoor en procedurele termijnen. Hetzelfde geldt met betrekking tot de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs en het College voor de Rechten van de Mens. De uitspraken van deze commissies zijn bovendien algemeen toegankelijk via Internet. Een aantal commissies voldoet niet aan het vereiste van openbaarheid: hun adviezen en uitspraken worden niet gepubliceerd. Zo zijn de uitspraken van de Commissies van Beroep van het gereformeerd en het reformatorisch onderwijs, van de katholieke Commissie van Beroep (gcbo.nl) en van de Vereniging Bijzondere Scholen VBS niet openbaar. 39 Dat wil niet zeggen dat de procedures bij deze commissies niet in overeenstemming zijn met de procedurele voorwaarden van artikel 6, lid 1, EVRM. Maar door het gebrek aan openbaarheid kan niet worden vastgesteld of zij voldoen aan die voorwaarden. 3.5 Tenuitvoerlegging De derde waarborg van artikel 6, lid 1, EVRM is dat het mogelijk moet zijn om de uitspraak van het gerecht in kwestie ten uitvoer te leggen. Deze waarborg staat wel- 54 ntor 1 april 2013

12 iswaar niet in artikel 6, lid 1, EVRM, maar het EHRM heeft bepaald dat deze waarborg wel onder de reikwijdte van dit artikel valt. Zonder de mogelijkheid van een effectieve tenuitvoerlegging van een uitspraak zou de bescherming van artikel 6 EVRM immers illusoir zijn. 40 Uitvoering van de uitspraak behoort tot de ondergrens van procedurele waarborgen. Voor vrijwel alle geschillencommissies in het onderwijs geldt dat hun uitspraken geen executoriale titel zijn en in die zin geen rechtsgevolg hebben. Met betrekking tot de Commissies van Beroep heeft de Hoge Raad uitdrukkelijk bepaald dat de uitspraken niet bindend zijn, ook niet als bindend advies. 41 De uitspraken van de geschillencommissies zijn in de praktijk daarom moeilijk afdwingbaar als de in het ongelijk gestelde partij zich daaraan niet gebonden acht. Dat is op zichzelf geen probleem indien partijen alsnog toegang hebben tot een gerecht wiens uitspraken wel afdwingbaar zijn, zoals de kantonrechter in het geval van de Commissies van Beroep. Die toegang heeft tot gevolg dat de voorafgaande procedure bij de geschillencommissie in kwestie niet in strijd is met artikel 6, lid 1, EVRM. Problematischer is het echter als zo n gerecht niet bestaat. Zo is nog niet duidelijk of een partij na een uitspraak van de Landelijke arbitragecommissie passend onderwijs alsnog naar de gewone rechter kan of dat een uitspraak van deze commissie aangemerkt kan worden als een arbitraal eindvonnis in de zin van artikel 1062 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Ook de WMS bevat geen uitdrukkelijke bepalingen die een medezeggenschapsorgaan de bevoegdheid geven om de beslissingen van LCG WMS af te dwingen. Mogelijk kan dat dit door middel van een nalevingsvordering bij de OK. 42 Maar omdat daarover nog geen procedure bij de OK is gevoerd, is het vooralsnog de vraag of executie van de uitspraak van de LCG WMS mogelijk is via een nalevingsvordering bij de OK. Als de OK zich niet bevoegd zou verklaren, dan zou de procedure bij de LCG WMS niet in overeenstemming zijn met de derde voorwaarde van artikel 6, lid 1, EVRM. 4. Conclusie Het feit dat de geschillencommissies organiek of procedureel niet in overeenstemming zijn met de ondergrens van proceswaarborgen betekent volgens ons niet dat de wetgever moet ophouden met het creëren van niet-rechterlijke instanties in het onderwijs. Met deze vorm van geschillenbeslechting wordt in veel gevallen juist de toegang tot rechtsbescherming verbeterd, bijvoorbeeld omdat bij de geschillencommissie meer specifieke expertise over onderwijs(recht) is dan bij de gewone rechter, ntor 1 april

13 de commissie sneller beslist of de procedure bij de geschillencommissie laagdrempeliger is. Wel kan worden aangevoerd dat de veelheid aan commissies tot gevolg kan hebben dat de toegang tot rechtsbescherming onoverzichtelijk wordt. Daar kan tegenover worden gesteld dat in sommige gevallen de rechtsbescherming door commissies juist in het leven is geroepen om de toegang tot geschillenbeslechting uniformer te maken, bijvoorbeeld in het geval van de LCG WMS. De oplossing ligt dan ook veel meer in het wegnemen van de tekortkomingen van de geschillencommissies. Zo kan worden overwogen om één loket in te stellen voor geschillen in het onderwijs. Dat ene loket kan bereikt worden door de commissies die nu op diverse plekken verspreid zitten, samen te voegen en één gezamenlijk secretariaat in te richten. Zo n loket biedt de mogelijkheid tot beter overheidstoezicht op de procedurele aspecten van de geschillenregelingen, meer uniformiteit in uitspraken, betere bundeling van expertise, meer efficiency, lagere kosten en betere waarborgen dat partijen de uitspraken zullen nakomen. Volgens ons ligt hier een taak voor de overheid, de sociale partners en de onderwijsorganisaties. Verder moeten er meer mogelijkheden voor mediation of bemiddeling worden gecreëerd om ervoor te zorgen dat partijen na het conflict weer met elkaar kunnen doorgaan. De gang naar de rechter of een geschillencommissie is niet wenselijk of geschikt voor geschillen in het onderwijs als aan die geschillen vaak verstoorde duurverhoudingen ten grondslag liggen. In veel gevallen zal het opleggen van een uitspraak waarbij een van de partijen in het ongelijk is gesteld en deze partij dat ook zo ervaart, problematisch zijn. Terecht gaven de pre-adviseurs van het symposium dan ook aan dat traditionele geschillenbeslechting in dat geval niet volstaat. 43 Waar partijen na het geschil nog met elkaar verder moeten, zal een andere vorm van geschillenbeslechting waarbij beide partijen meer zeggenschap over de uitkomst van het geschil hebben, effectiever zijn. De Stichting Onderwijsgeschillen start daarom per april 2013 een pilot mediation bij de LCG WMS en de LKC. De pilot wordt met hulp van een extern gespecialiseerd bureau projectmatig ingevoerd en secretarissen zijn/worden opgeleid tot geregistreerd mediator. Last, but not least achten wij het wenselijk dat de ondergrens van proceswaarborgen van artikel 6, lid 1, EVRM beter in acht worden genomen bij het opstellen van wetsteksten en cao-teksten. Het gaat tenslotte om een fundamenteel mensenrecht. Soms is de voorgestelde regeling voor geschillenbeslechting slechts een nagedachte, waarbij niet principieel bij de voorwaarden van artikel 6, lid 1, EVRM is stilgestaan. 44 Indien een niet-rechterlijke geschillenregeling wordt voorgesteld, is het goed deze keuze te motiveren en aan te geven waarom rechtsbescherming bij alleen de over- 56 ntor 1 april 2013

14 heidsrechter in dat geval niet volstaat. Daarmee zal de wetgever ook moeten aangeven wat het doel van het voorgestelde alternatief is en wat de verwachting met betrekking tot dit alternatief is. Die motivering zal de werking van de geschilregeling in de praktijk ten goede komen. Indien de wetgever na afweging van alle belangen kiest voor een niet-rechterlijke geschilregeling, dient tevens te worden nagegaan of deze regeling in overeenstemming is met artikel 6, lid 1, EVRM, zeker als de gang naar de gewone rechter wordt afgesneden. 45 Daarbij moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan de mogelijkheid van tenuitvoerlegging van de uitspraken. Noten 1 Hilde Mertens is directeur/bestuurder van Stichting Onderwijsgeschillen. Joke Sperling is juridisch adviseur en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Onderwijsrecht. 2 Artikel 43 WPO, artikel 44 WEC en artikel 27c WVO. 3 Artikel 18a, lid 9, WPO en artikel 17a, lid 9, WVO. 4 Kamerstukken I 2012/13, 32812, L. Op het moment van schrijven van dit artikel bestond er nog geen wettelijke verplichting om van deze voorziening gebruik te maken. De staatssecretaris van OCW schreef echter dat als in de praktijk zou blijken dat samenwerkingsverbanden daarvan geen gebruikmaken, hij alsnog de voorbereiding van een wettelijke verplichting in gang zal zetten. Brief staatssecretaris van OCW 16 november 2012, Bijlage bij Kamerstukken I 2012/13, 33106, M, p. 3. Zie ook Kamerstukken I 2012/13, 33106, N. 5 Kamerstukken II 1904/05, nr. 39.2, p W.G.A.M. Veugelers, De Commissies van beroep, een goed alternatief, in: Snel en rechtvaardig, Liber Amicorum L.H. van den Heuvel, uitgave nr. 3 van Expertisecentrum Onderwijsgeschillen, Utrecht 2011, p B.J. van der Net, Kringenrechtspraak voor leerkrachten bij het bijzonder onderwijs, diss. Leiden, Zwolle: Tjeenk Willink 1977, p Kamerstukken II 1980/81, 16606, nrs. 3-4, p Zie bijv. Handelingen II 6 maart 2012, Artikel 10 Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. 11 Zie bijv. Handelingen II 6 maart 2012, Kamerstukken II 2005/06, 30414, nr. 8, p Zie 14 Artikel G van het Concept-Besluit tot wijziging van diverse besluiten in verband met een herziening van de organisatie en financiering van de ondersteuning van leerlingen in het basisonderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, ntor 1 april

15 voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. (geraadpleegd 28 februari 2013). 15 Kamerstukken II 2005/06, 30414, nr. 8, p Zie bijv. Handelingen II 6 maart 2012, Kamerstukken II 1990/91, 22014, nr. 3, p F. Brekelmans et al., De rechtsbescherming van werknemers in het bijzonder onderwijs: Toekomst van de Commissies van Beroep, Uitgave nr. 6 van Expertisecentrum Onderwijsgeschillen, Utrecht 2012, p Kamerstukken II 2011/12, 33223, nr. 3, p Artikel 32, lid 3, WMS, artikel 33, lid 3, WMS en artikel 34, lid 3, WMS. Zie ook Kamerstukken II 2004/05, 29768, nr. 4, p. 10, Kamerstukken II 2005/06, 30414, nr. 7, p. 10 en Handelingen I 31 mei 2006, 30414, p Handelingen I 2012/13, 2 oktober 2012, 2-10, p Wel bepaalt artikel 17 Grondwet dat niemand tegen zijn wil kan worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent. Of dit echter betekent dat er voor elk geschil een bevoegde, onafhankelijke rechter moet zijn, is onduidelijk. Zie: Van der Pot, Handboek van het Nederlandse staatsrecht, 15e dr., Kluwer Deventer 2006, p Zie ook: T. Barkhuysen, L. van Emmerik, en J. Gerards, De toegang tot de rechter en een eerlijk proces in de Grondwet? Behoeft de Nederlandse Grondwet aan vulling met een recht op toegang tot de rechter en een eerlijk proces?, Alphen aan den Rijn 2009, Kluwer. 23 Zie ook artikel 10 Universele verklaring van de rechten van de men en artikel 14 Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. 24 J. Vande Lanotte, Handboek EVRM, Artikelsgewijs commentaar, deel 2, volume I, Antwerpen: Intersentia 2004, p Idem, p P. Smits, Artikel 6 EVRM en de civiele procedure, Serie Burgerlijk Procesrecht & Praktijk, nr. 10, Kluwer Deventer 2008, p B.P. Vermeulen en R.J.G.M. Widdershoven, De geschillenregeling in de Wet medezeggenschap onderwijs: preadviezen voor een op 28 september 1990 gehouden studiedag, georganiseerd door het Overleg secretarissen geschillencommissies WMO en de Vereniging voor Onderwijsrecht, Tjeenk Willink Zwolle 1992, p. 26. Zie ook (impliciet) HR 3 december 1993, NJ 1994, Artikel 5b Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. 29 Kamerstukken II 1996/97, 25459, nr. 3, p Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam 17 juli 2012, LJN: BX ntor 1 april 2013

16 31 H.J.A. Jansen en M.L.M. van de Laar, Ontslagprocedures in het bijzonder onderwijs: De kantonrechter en de Commissie van Beroep, School en Wet juni 2010, p Artikel 31 WMS. 33 Zij het dat artikel 24, lid 1, aanhef en onder k, WMS (juncto artikel 23 WMS) het bevoegd gezag verplicht in het medezeggenschapsreglement een procedure voor de beslechting van die geschillen tussen het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad waarvoor deze wet niet in een geschillenregeling voorziet op te nemen. 34 Zie HR 3 december 1993, NJ 1994, 37: de regel dat, afgezien van bijzondere wettelijke regelingen, in beginsel alleen natuurlijke personen en rechtspersonen als partij in een burgerlijk geding kunnen optreden, laat ruimte voor uitzonderingen. Een dergelijke uitzondering moet worden aanvaard voor gevallen waarin het in een geschillenregeling ontbreken van de mogelijkheid voor een medezeggenschapsraad om zelf een geschil bij de geschillencommissie aanhangig te maken, een niet aanvaardbaar gebrek aan rechtsbescherming betekenen. 35 F. Brekelmans en J. Sperling, Doeltreffender en meer effect, juridische evaluatie van drie knelpunten in de Wet medezeggenschap op scholen uit de praktijk van de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS (LCG WMS), uitgave nr. 4 van Expertisecentrum Onderwijsgeschillen, Utrecht 2011, p R. van Schoonhoven en M. Keijzer, Een geschil is geen ruzie, onderzoek naar de doorwerking van medezeggenschapsgeschillen in het primair en voortgezet onderwijs, Rotterdam 27 juni 2010, p J.P. Dikker, Het woud van het onderwijsrecht, Tijdschrift voor Arbeidsrecht, TRA 2012, p Zie bijvoorbeeld artikel 4.1.6, lid 6, WEB en artikel 4.7, lid 6, WHW. 39 F. Brekelmans et al., De rechtsbescherming van werknemers in het bijzonder onderwijs: Toekomst van de Commissies van Beroep, Uitgave nr. 6 van Expertisecentrum Onderwijsgeschillen, Utrecht 2012, p T. Barkhuysen, L. van Emmerik, en J. Gerards, De toegang tot de rechter en een eerlijk proces in de Grondwet? Behoeft de Nederlandse Grondwet aan vulling met een recht op toegang tot de rechter en een eerlijk proces?, Alphen aan den Rijn 2009 Kluwer, p HR 31 mei 1996, NJ 1996, nr Die mening leek de voormalige minister van OCW toegedaan. Kamerstukken II, 2012/13, 33223, nr. 3, p A.G. Castermans e.a. in: M. Laemers (red.), Geschillenbeslechting in het onderwijs, Symposiumbundel Nederlandse Vereniging voor onderwijsrecht 2012, Sdu Uitgevers, Den Haag 2012, p. 51 en ntor 1 april

17 44 Zie bijvoorbeeld de totstandkoming van de geschillenregeling in de WMS (F. Brekelmans en J. Sperling, Doeltreffender en meer effect, juridische evaluatie van drie knelpunten in de Wet medezeggenschap op scholen uit de praktijk van de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS (LCG WMS), uitgave nr. 4 van Expertisecentrum Onderwijsgeschillen, Utrecht 2011, p ). Of de totstandkoming van het landelijk arbitrageorgaan voor geschillen tussen een schoolbestuur en het samenwerkingsverband. (zie voetnoot 4 hiervoor). 45 Zie Aanwijzing 18 van de Aanwijzingen voor de regelgeving: Bij het ontwerpen van regelingen wordt onderzocht welke hogere regels de vrijheid van regeling ten aanzien van het betrokken onderwerp hebben ingeperkt. 60 ntor 1 april 2013

Onderwijsgeschillen in Nederland

Onderwijsgeschillen in Nederland mr. H.E. Mertens en mr. dr. J. Sperling 1 Onderwijsgeschillen in Nederland 1. Inleiding Er zijn in Nederland verschillende manieren en instanties om geschillen in het onderwijs op een bevredigende manier

Nadere informatie

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures 1. Schoolbestuur heeft een geschil met ouders rond toelating en verwijdering. 2. Schoolbestuur of ouder heeft geschil met samenwerkingsverband over toelaatbaarheid

Nadere informatie

Stichting Onderwijsgeschillen. mr. Hilde Mertens directeur/bestuurder. NVOR, 30 november 2012

Stichting Onderwijsgeschillen. mr. Hilde Mertens directeur/bestuurder. NVOR, 30 november 2012 Stichting Onderwijsgeschillen mr. Hilde Mertens directeur/bestuurder NVOR, 30 november 2012 Kerntaken Stichting Onderwijsgeschillen Vormgeving geschillenregeling in het onderwijs: geschillencommissies

Nadere informatie

Een voorstel tot verbetering van de procedure tot naleving van de Wms 1

Een voorstel tot verbetering van de procedure tot naleving van de Wms 1 Een voorstel tot verbetering van de procedure tot naleving van de Wms 1 In de Wet medezeggenschap op scholen ( Wms ) staat dat de Landelijke geschillencommissie Wms bevoegd is in, onder meer, geschillen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22041 31 juli 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 juli 2013, nr. JOZ/524032,

Nadere informatie

Regeling klachten en geschillen

Regeling klachten en geschillen Regeling klachten en geschillen Inleiding Als een leerling extra ondersteuning nodig heeft, wordt dat georganiseerd volgens de regels van het samenwerkingsverband (SWV). Meestal gaat dat in goed overleg,

Nadere informatie

Mediation bij Onderwijsgeschillen

Mediation bij Onderwijsgeschillen Mediation bij Onderwijsgeschillen In goed overleg tot een oplossing komen Onderwijsgeschillen biedt mediation aan bij alle soorten conflicten in het onderwijs. Alle scholen die bij Onderwijsgeschillen

Nadere informatie

VOORZITTER LANDELIJKE COMMISSIE

VOORZITTER LANDELIJKE COMMISSIE PROFIELSCHETS VOORZITTER LANDELIJKE COMMISSIE VOOR GESCHILLEN WMS STICHTING ONDERWIJSGESCHILLEN UTRECHT 1. Stichting Onderwijsgeschillen 3 De organisatie 3 2. De Landelijke Commissie voor Geschillen WMS

Nadere informatie

Hierbij treft u aan het jaarverslag 2014 van de Commissie van beroep Islamitische Scholen 2014.

Hierbij treft u aan het jaarverslag 2014 van de Commissie van beroep Islamitische Scholen 2014. Commissie van beroep Islamitische Scholen Voorwoord Hierbij treft u aan het jaarverslag 2014 van de Commissie van beroep Islamitische Scholen 2014. Over de toekomst van de Commissies van Beroep is het

Nadere informatie

COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013

COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013 COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013 9 MEI 2013 Herengracht 551 Contactpersoon: 1017 BW Amsterdam Ellen Soerjatin T 020 530 5200 E ellen.soerjatin@steklaw.com

Nadere informatie

Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte

Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte Passend Onderwijs is van start gegaan in augustus 2014. Sindsdien heeft de Geschillencommissie Passend Onderwijs (GPO) nogal wat klachten

Nadere informatie

De evaluatie van de WMS: niet de wetgever, maar de ondernemingskamer maakt de WMS doeltreffender en effectiever

De evaluatie van de WMS: niet de wetgever, maar de ondernemingskamer maakt de WMS doeltreffender en effectiever Joke Sperling De evaluatie van de WMS: niet de wetgever, maar de ondernemingskamer maakt de WMS doeltreffender en effectiever 1 Inleiding Afgelopen jaar vond de evaluatie van de Wet medezeggenschap op

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 2 december 2005

No.W /III 's-gravenhage, 2 december 2005 ................................................................................... No.W05.05.0449/III 's-gravenhage, 2 december 2005 Bij Kabinetsmissive van 11 oktober 2005, no.05.003859, heeft Uwe Majesteit,

Nadere informatie

Hare Excellentie J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus BJ DEN HAAG

Hare Excellentie J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus BJ DEN HAAG Hare Excellentie J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Onderwerp Internetconsultatie passend onderwijs CGB-advies 2011/02 Datum

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H. 107862 18.01 Instemmingsgeschil en nalevingsgeschil. De OPR heeft geen instemmingsrecht op een wijziging van de rechtsvorm van het samenwerkingsverband. Het verzoek tot naleving is afgewezen. in het geding

Nadere informatie

Mediation bij Onderwijsgeschillen. In goed overleg tot een oplossing komen. Meer informatie op

Mediation bij Onderwijsgeschillen. In goed overleg tot een oplossing komen. Meer informatie op Mediation bij Onderwijsgeschillen In goed overleg tot een oplossing komen Onderwijsgeschillen biedt mediation aan bij alle soorten conflicten in het onderwijs. Alle scholen die bij Onderwijsgeschillen

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

PROCEDURE KLACHTEN EN GESCHILLEN

PROCEDURE KLACHTEN EN GESCHILLEN PROCEDURE KLACHTEN EN GESCHILLEN INLEIDING Als een leerling extra ondersteuning nodig heeft, wordt dat georganiseerd volgens de regels van het samenwerkingsverband (SWV). Meestal gaat dat in goed overleg,

Nadere informatie

Wettelijke borging De wettelijke borging van de zorgplicht zit in twee artikelen van de wet op het primair onderwijs; artikel 40, lid 3 en 4:

Wettelijke borging De wettelijke borging van de zorgplicht zit in twee artikelen van de wet op het primair onderwijs; artikel 40, lid 3 en 4: Zorgplicht Met de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 is tevens het begrip zorgplicht geïntroduceerd. Opvallend daarbij is overigens dat in de tekst van de wet het woord zorgplicht niet

Nadere informatie

MEMO Rol Medezeggenschapsraad (MR) bij ontslag schoolleiding R.P.J. Hendrikx. 21 juli 2016

MEMO Rol Medezeggenschapsraad (MR) bij ontslag schoolleiding R.P.J. Hendrikx. 21 juli 2016 MEMO Rol Medezeggenschapsraad (MR) bij ontslag schoolleiding R.P.J. Hendrikx 21 juli 2016 Inleiding 1. De MR op scholen bestaat uit personeel van de betreffende school en uit ouders van de kinderen op

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van scholen

Aansprakelijkheid van scholen 18 april 2013 NVOR Brechtje Paijmans Doelen Advocatuur & Universiteit Utrecht paijmans@doelenadvocatuur.nl Programma van vandaag Kwaliteit van het onderwijs Aansprakelijkheid (en) Twee verschillende rechtsverhoudingen

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 232 Wijziging van de Wet luchtvaart en de Luchtvaartwet ter implementatie van verordening (EG) nr. 2111/2005 inzake de vaststelling van een

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

Vereniging Openbaar Onderwijs T.a.v. de heer R. van Dijk Postbus AE ALMERE..

Vereniging Openbaar Onderwijs T.a.v. de heer R. van Dijk Postbus AE ALMERE.. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Vereniging Openbaar Onderwijs T.a.v. de heer R. van Dijk Postbus 60182 1320 AE ALMERE.. Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht Bijlage 2 Uitwerking zorgplicht Inleiding Het streven is om met ingang van 1 augustus 2012 een zorgplicht voor schoolbesturen in te voeren. Het begrip zorgplicht en de betekenis daarvan, roept de nodige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 467 Oprichting van het College voor de rechten van de mens (Wet College voor de rechten van de mens) Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN Ontvangen

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

PROFIELSCHETS VOORZITTER LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ONDERWIJS. STICHTING ONDERWIJSGESCHILLEN, Utrecht

PROFIELSCHETS VOORZITTER LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ONDERWIJS. STICHTING ONDERWIJSGESCHILLEN, Utrecht PROFIELSCHETS VOORZITTER LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ONDERWIJS STICHTING ONDERWIJSGESCHILLEN, Utrecht 1. Stichting Onderwijsgeschillen 3 De organisatie 3 2. De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC)

Nadere informatie

Datum 21 april 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de kwaliteit van dienstverlening door rechtsbijstandsverzekeraars

Datum 21 april 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de kwaliteit van dienstverlening door rechtsbijstandsverzekeraars 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de in de bijlage van deze wet opgenomen hogescholen.

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de in de bijlage van deze wet opgenomen hogescholen. Hoofdstuk 10. Het bestuur en de inrichting van de hogescholen Artikel 10.1. Reikwijdte Dit hoofdstuk heeft betrekking op de in de bijlage van deze wet opgenomen hogescholen. Titel 1. Het bestuur en de

Nadere informatie

Reactie internetconsultatie integrale geschillenbeslechting sociaal domein

Reactie internetconsultatie integrale geschillenbeslechting sociaal domein Reactie internetconsultatie integrale geschillenbeslechting sociaal domein 31-10-2017 Via Overheid.nl wordt gevraagd naar de mening over het voorstel van Prof. mr. M. Scheltema over integrale geschilbeslechting

Nadere informatie

Handreiking aan de MR voor het voorstellen van alternatieven bij fusie of sluiting van een school

Handreiking aan de MR voor het voorstellen van alternatieven bij fusie of sluiting van een school Expertisecentrum Onderwijsgeschillen Handreiking aan de MR voor het voorstellen van alternatieven bij fusie of sluiting van een school Ter inleiding In een brief van 4 mei 2015 aan de Tweede Kamer schrijft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR 108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd

Nadere informatie

Gevolgen van de Wet goed onderwijs Goed onderwijsbestuur voor de verhouding tussen gemeenten en verzelfstandigd openbaar onderwijs.

Gevolgen van de Wet goed onderwijs Goed onderwijsbestuur voor de verhouding tussen gemeenten en verzelfstandigd openbaar onderwijs. Gevolgen van de Wet goed onderwijs Goed onderwijsbestuur voor de verhouding tussen gemeenten en verzelfstandigd openbaar onderwijs. Per 1 augustus 2010 is de Wet Goed onderwijs Goed onderwijsbestuur in

Nadere informatie

Inleiding Universiteiten Hogescholen Beroep bij de Ondernemingskamer

Inleiding Universiteiten Hogescholen Beroep bij de Ondernemingskamer Landelijke commissie voor geschillen medezeggenschap Hoger Onderwijs Jaarverslag 2013 Inleiding Ingevolge de Wet Versterking Besturing van 4 februari 2010, geldt met ingang van 1 september 2010 voor de

Nadere informatie

Kostenregeling in de WMS kan beter

Kostenregeling in de WMS kan beter Mr. dr. J. Sperling en mr. W.H. Hogerzeil 1 Kostenregeling in de WMS kan beter I Inleiding Met de toegenomen autonomie van scholen en het teruggebrachte toezicht van de onderwijsinspectie is de medezeggenschap

Nadere informatie

Wetsvoorstel Wkkgz, klachten en geschillen

Wetsvoorstel Wkkgz, klachten en geschillen Wetsvoorstel Wkkgz, klachten en geschillen Studiemiddag 13 mei 2014 Mr. M. (Menno) Mostert Opbouw 1. Vooraf 2. Het wetsvoorstel; klachten 3. Het wetsvoorstel; geschillen 4. Het wetsvoorstel; geheimhouding

Nadere informatie

Jaarverslag 2011/2012 1

Jaarverslag 2011/2012 1 Landelijke commissie voor geschillen medezeggenschap Hoger Onderwijs Jaarverslag 2011/2012 Inleiding Ingevolge de Wet Versterking Besturing van 4 februari 2010, geldt met ingang van 1 september 2010 voor

Nadere informatie

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M. S AMENV ATTING 08.023 / 104010 Interpretatiegeschil VO - artikel 4 lid 3, artikel 21 lid 2 en artikel 2 jo 11 onder h WMS m.b.t. de medezeggenschapsstructuur, de procedure van vaststelling van medezeggenschapsdocumenten,

Nadere informatie

Model conflictregeling Brancheorganisaties Zorg

Model conflictregeling Brancheorganisaties Zorg Model conflictregeling Brancheorganisaties Zorg Preambule Conflicten tussen de raad van bestuur en de raad van toezicht kunnen verlammend werken op de governance van een zorgorganisatie. De kwaliteit van

Nadere informatie

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 945 Vaststelling van regels voor overgangs- en invoeringsrecht voor de totstandkoming van de Wet medezeggenschap werknemers (Invoeringswet Wet

Nadere informatie

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel Artikel 1 Definities Arbeidsgeschillen; geschillen omtrent de interpretatie en uitvoering van hetgeen tussen

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT E.I. Bouma 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat de werkgever de kantonrechter verzoekt

Nadere informatie

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Directie Strategie en Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 31 832 Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling, het Burgerlijk Wetboek, de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd

Nadere informatie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren De minister van Justitie en Veiligheid mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling HRM&OO bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag

Nadere informatie

Workshop Geschillen op school

Workshop Geschillen op school Workshop Geschillen op school Oplossen of voorkomen? En hoe? Vrijdag 2 oktober 2015, Schildkamp Asperen Workshopleiders: mr. Jan Macdaniel MA mr. Tineke Mulder 1 Introductie Vooraf: Kent u de geschillencommissies

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

Datum 26 mei 2014 Kamervragen van het lid Ypma (PvdA) over de positie van cluster 1 en 2 leerlingen (25-4-2014)

Datum 26 mei 2014 Kamervragen van het lid Ypma (PvdA) over de positie van cluster 1 en 2 leerlingen (25-4-2014) >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Themadirectie Jeugd, Onderwijs en Zorg IPC 2450 Rijnstraat 50 Den Haag

Nadere informatie

omgaan met klachten en bezwaren

omgaan met klachten en bezwaren omgaan met klachten en bezwaren Inleiding Deze brochure over het omgaan met klachten en bezwaren is bedoeld voor ouders, leerlingen, werknemers of bezoekers. De klachtenregeling in het onderwijs is in

Nadere informatie

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier; het verweerschrift van Verzekeraar; de repliek van Consument.

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier; het verweerschrift van Verzekeraar; de repliek van Consument. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-440 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. dr. drs. H.M.B. Brouwer, secretaris) Klacht ontvangen op : 21 december 2017 Ingediend

Nadere informatie

Als u een klacht heeft.

Als u een klacht heeft. DEVENTER LEERSCHOOL 89 Als u een klacht heeft. Klachten op school, hoe los je dat op? Erna de Gelder 2011 B r i n k p o o r t s t r a a t 7 D e v e n t e r Als u een klacht heeft... Alle medewerkers en

Nadere informatie

Lezing symposium 13 december mr. dr. F. H.J.G. Brekelmans

Lezing symposium 13 december mr. dr. F. H.J.G. Brekelmans Lezing symposium 13 december 2013 mr. dr. F. H.J.G. Brekelmans Plaats van arbitrage in ons rechtsbestel Verbetering van buitengerechtelijke procedures. Innovatieagenda MvT wetsvoorstel modernisering arbitragerecht

Nadere informatie

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten versie 1.0 K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd Jos Janssen, Mei 2014 1 Bezwaar en Beroep Jeugdwet Van recht op zorg naar jeugdhulpplicht In het wetsvoorstel

Nadere informatie

Voorstel van Wet houdende wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen

Voorstel van Wet houdende wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen Voorstel van Wet houdende wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen CONCEPT llen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut!

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 140 d.d. 30 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Conflictregeling RvT-RvB Gemiva-SVG Groep

Conflictregeling RvT-RvB Gemiva-SVG Groep Conflictregeling RvT-RvB Gemiva-SVG Groep Preambule Conflicten tussen de raad van bestuur en de raad van toezicht kunnen verlammend werken op de governance van een zorgorganisatie. De kwaliteit van de

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

Toekomst Commissies van Beroep

Toekomst Commissies van Beroep De rechtsbescherming van werknemers in het bijzonder onderwijs Toekomst Commissies van Beroep commissies van Beroep toekomst onafhankelijkheid bevoegdheid bindendheid uniformering bemiddeling Eerder uitgegeven

Nadere informatie

Conflictregeling Raad van Toezicht en directeur Stichting Allegoeds

Conflictregeling Raad van Toezicht en directeur Stichting Allegoeds Bijlage 2 artikel 4.2 Governance Code Allegoeds Conflictregeling Raad van Toezicht en directeur Stichting Allegoeds Preambule Conflicten tussen de directeur-bestuurder en de raad van toezicht kunnen verlammend

Nadere informatie

Schets over de Wet Werk en Zekerheid en de. gevolgen daarvoor voor de Commissies van Beroep van de VGS

Schets over de Wet Werk en Zekerheid en de. gevolgen daarvoor voor de Commissies van Beroep van de VGS Schets over de Wet Werk en Zekerheid en de gevolgen daarvoor voor de Commissies van Beroep van de VGS In deze notitie worden in het kort de procedure, de aanleiding, de ontwikkelingen rond de nieuwe Wet

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

omgaan met klachten en bezwaren

omgaan met klachten en bezwaren omgaan met klachten en bezwaren Inleiding Deze brochure over het omgaan met klachten en bezwaren is bedoeld voor ouders en/of verzorgers, leerlingen, directieleden, medewerkers, vrijwilligers, kortom al

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen Landelijke Commissie voor Geschillen Wms 107855 - Het bevoegd gezag heeft ten onrechte besluiten tot vaststelling van de lessentabel en invoering van een mavo/havo brugklas niet ter instemming aan de DMR

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Dr. R.H.A. Plasterk Postbus 20011 2500 EA Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure

JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure Aflevering 2011 afl. 5 College Kantonrechter Amsterdam

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Scholen zijn zeer welwillend, maar ze weten soms niet wat ze moeten doen

Scholen zijn zeer welwillend, maar ze weten soms niet wat ze moeten doen Onderwijsgeschillen Scholen zijn zeer welwillend, maar ze weten soms niet wat ze moeten doen Leon t Hart Het eerste jaar zal het nog wel druk worden. Maar als na verloop van tijd de lijnen wat duidelijker

Nadere informatie

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO 106770-15.06 Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van de rooms-katholieke basisschool A te

Nadere informatie

Hoofdlijnen onderwijsrecht. Mr. H.L.C. Hermans Mr. H.A.M. Backx Mr. W.E. Pors

Hoofdlijnen onderwijsrecht. Mr. H.L.C. Hermans Mr. H.A.M. Backx Mr. W.E. Pors Hoofdlijnen onderwijsrecht Mr. H.L.C. Hermans Mr. H.A.M. Backx Mr. W.E. Pors Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1993 Inhoud 1 Inleiding 1.1 Een vakgebied in ontwikkeling 9 1.2 Doelstellingen

Nadere informatie

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel Chemie en Coatings

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel Chemie en Coatings Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel Chemie en Coatings Artikel 1 Definities Arbeidsgeschillen; geschillen omtrent de interpretatie en uitvoering van hetgeen

Nadere informatie

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 3 mei 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag 106912 UITSPRAAK in het geding tussen: het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag en de deelmedezeggenschapsraad van C te B, verweerder, hierna te noemen de DMR 1.

Nadere informatie

PROFIELSCHETS VOORZITTER EN VICEVOORZITTER LANDELIJKE COMMISSIE VAN BEROEP FUNDEREND ONDERWIJS. STICHTING ONDERWIJSGESCHILLEN, Utrecht

PROFIELSCHETS VOORZITTER EN VICEVOORZITTER LANDELIJKE COMMISSIE VAN BEROEP FUNDEREND ONDERWIJS. STICHTING ONDERWIJSGESCHILLEN, Utrecht PROFIELSCHETS VOORZITTER EN VICEVOORZITTER LANDELIJKE COMMISSIE VAN BEROEP FUNDEREND ONDERWIJS STICHTING ONDERWIJSGESCHILLEN, Utrecht 1 Stichting Onderwijsgeschillen 3 De organisatie 3 2 De Landelijke

Nadere informatie

Inleiding Samenstelling van de Commissie Aangesloten scholen en instellingen

Inleiding Samenstelling van de Commissie Aangesloten scholen en instellingen Landelijke commissie voor geschillen medezeggenschap onderwijs BVE en HBO Jaarverslag 2010 Inleiding De Commissie was bevoegd voor de behandeling van medezeggenschapgeschillen in de sectoren BVE en HBO.

Nadere informatie

Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ

Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ Vereniging voor Arbeidsrecht Bijeenkomst 22 mei 2014 René Hampsink & Marloes Diepenbach 1 Prak:jk behoe;e aan meer flexibiliteit Wijziging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

Ombudsman Verzekeringen. Raad van Toezicht Verzekeringen. Klachteninstituut Verzekeringen

Ombudsman Verzekeringen. Raad van Toezicht Verzekeringen. Klachteninstituut Verzekeringen Ombudsman Verzekeringen Raad van Toezicht Verzekeringen Klachteninstituut Verzekeringen Postbus 93560 2509 AN Den Haag Telefoon: (070) 333 8 999 Fax: (070) 333 8 900 Internet: www.klachteninstituut.nl

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE DEFENSIE GENEESKUNDIGE ZORG Per 1 januari 2016

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE DEFENSIE GENEESKUNDIGE ZORG Per 1 januari 2016 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE DEFENSIE GENEESKUNDIGE ZORG Per 1 januari 2016 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;

Nadere informatie

Geschillencommissies in het Nederlandse onderwijs en het gelijk van een goed gesprek

Geschillencommissies in het Nederlandse onderwijs en het gelijk van een goed gesprek Geschillencommissies in het Nederlandse onderwijs en het gelijk van een goed gesprek Hilde Mertens Inleiding Nederland heeft een lange traditie van geschillencommissies die een oordeel geven over allerlei

Nadere informatie

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft. De behandeling van klachten en geschillen

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft. De behandeling van klachten en geschillen Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft De behandeling van klachten en geschillen Wet op het financieel toezicht (Wft) In werking getreden 1 januari 2007 Opbouw: Wet + diverse amvb s Doelstelling:

Nadere informatie

Model Procedure op overeenstemming gericht overleg zoals bedoeld in artikel 18a lid 9 WPO en 17a lid 9 WVO 1

Model Procedure op overeenstemming gericht overleg zoals bedoeld in artikel 18a lid 9 WPO en 17a lid 9 WVO 1 Model Procedure op overeenstemming gericht overleg zoals bedoeld in artikel 18a lid 9 WPO en 17a lid 9 WVO 1 Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van deze Procedure 2 wordt verstaan onder

Nadere informatie

Amendementen op de Ontwerpverordening op de Raad voor Geschillen. Pagina: 2 3 4 5 6 7-8 9

Amendementen op de Ontwerpverordening op de Raad voor Geschillen. Pagina: 2 3 4 5 6 7-8 9 Amendementen op de Ontwerpverordening op de Raad voor Geschillen 17. Artikel 5, eerste lid 18. Artikel 5, zesde lid 19. Artikelen 8, 24 en 25 20. Artikel 9, tweede lid (nieuw) 21. Artikel 9, vierde lid

Nadere informatie

Protocol: Time-out, schorsing en verwijdering van leerlingen

Protocol: Time-out, schorsing en verwijdering van leerlingen Protocol: Time-out, schorsing en verwijdering van leerlingen Besluitvorming en communicatie Bespreken MO 29 januari 2015 Instemming GMR 4 februari 2015 Vaststellen definitieve versie bestuur 4 februari

Nadere informatie

Geschillenregeling Arbeidsverhoudingen (GRA) 2012

Geschillenregeling Arbeidsverhoudingen (GRA) 2012 Geschillenregeling Arbeidsverhoudingen (GRA) 2012 De Rabobank heeft een regeling getroffen voor de behandeling van geschillen tussen een medewerker en de bank omtrent de arbeid, de arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

INHOUD VII. Intersentia

INHOUD VII. Intersentia INHOUD Overzicht rechtspraak sociale verkiezingen 2004 1 1. Inleiding 1 2. Rechtsbronnen 2 2.1. Overzicht 2 2.2. De onwettigheid van het KB Sociale Verkiezingen 2004 3 2.3. Aard van de reglementering 4

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Pre-ambule. Werkingsduur en wijzigingen reglement

Pre-ambule. Werkingsduur en wijzigingen reglement Reglement Ondersteuningsplanraad (OPR) van de Vereniging Reformatorisch Passend Onderwijs voor primair en speciaal onderwijs, h.o. Berséba, statutair gevestigd te Utrecht, opnieuw vastgesteld door de raad

Nadere informatie

Landelijke Bezwarencommissie Schoolbestuursbeslissingen Jaarverslag 2014

Landelijke Bezwarencommissie Schoolbestuursbeslissingen Jaarverslag 2014 Landelijke Bezwarencommissie Schoolbestuursbeslissingen Inleiding Hierbij treft u aan het jaarverslag 2014 van de Landelijke Commissie Schoolbestuursbeslissingen. De LBS is de commissie als bedoeld in

Nadere informatie

Inleiding Samenstelling van de Commissie

Inleiding Samenstelling van de Commissie Bezwarencommissie CAO VO Jaarverslag 2009 Inleiding De Commissie is ingesteld door de Cao-partijen en strekt haar werkzaamheden uit over scholen voor voortgezet onderwijs die onder het gezag staan van

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK mr. J.A.M. van Angeren Tweede druk Kluwer - Deventer - 2008 DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 De Grondwet 3 1. Waarborg 3 2. Exclusiviteit 4 3. Doorbreking bij de wet

Nadere informatie

SOCIAAL PLAN. enerzijds en. namens. de Vereniging ABVAKABO / FNV, de heer P. Weijland. CNV Publieke Zaak, de heer F. Doedens.

SOCIAAL PLAN. enerzijds en. namens. de Vereniging ABVAKABO / FNV, de heer P. Weijland. CNV Publieke Zaak, de heer F. Doedens. SOCIAAL PLAN In het kader van de overdracht van de activiteiten van Rijn-Side, onderdeel van de Stichting Passade te Arnhem naar de Stichting Pactum jeugdzorg & educatie te Arnhem per........ De ondergetekenden,

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie