20 Tips die elke turncoach moet weten. Door: Maarten Verkuijlen 13 oktober 2018

Transcriptie

1 20 Tips die elke turncoach moet weten Door: Maarten Verkuijlen 13 oktober 2018

2 Houdt het altijd veilig en leuk VSK Positief coaching Pedagogisch correct Je werkt met het goud van een ander! 1

3 Zorg dat de opdracht lukt Kies de juiste oefening! 75% moet lukken 3x fout = een andere opdracht Fouten mogen niet geautomatiseerd worden Herhalen wat lukt is leuk, geeft vertrouwen en zorgt voor stabiliteit 2

4 Gebruik leeftijdsspecifieke kenmerken 4-6 jaar 6-8 jaar 8-10 jaar Grondvormen van beweging Afwisseling in oefenstof Grenzen en structuur Duidelijke voorbeelden Falen mag Kleine opdrachten Fantasie wereld Imiteren doet leren Vragen en benoemen Veel bewegen Fouten analyserend werken Gedragsbeoordeling 3

5 Gebruik leeftijdsspecifieke kenmerken jaar jaar Ruimte voor gevoelens Focus op eigen kunnen Ben flexibel bij conflicten Luister & help Effectief zelfstandig leren Geef positieve feedback Meerdere taken = minder zelfreflexie Grote verschillen mentaal & fysiek 3

6 Het bewegingskwartet Het bewegingskwartet bevat de 4 meest belangrijke aandachtspunten per element! Besteed vaak aandacht aan het bewegingskwartet Zorg dat alle gymnasten deze aandachtspunten kennen Start altijd met de eerste fout in de beweging 4

7 Het bewegingskwartet Bewegingskwartet overslag: 1. Grote uitvalspas 2. Actieve opzwaai en snel de benen sluiten 3. Schouders uitgeduwd en boven de handen 4. Holle eindhouding met hoofd op 4

8 Trampoline springen Doelstellingen: Bewegingservaring & ruimtelijke oriëntatie Lage belasting Fun! 5

9 Trampoline springen 5 Trampolinebaan Flik-Flak & Flak-Flik Series a.w. & v.w. Punch sprongen Landingen Trampoline: Salto s (afzethoudingen) Schroeven v.w. & a.w. Dubbele salto v.w. & a.w. Punch sprongen Kodi Kaboem Landingen

10 Wat heeft een turn(st)er nodig? Van programma gestuurd naar behoefte centraal werken. 6

11 Boetseren Kneden Corrigeren Schaven Vormen 7 Verfijnen

12 Diverse rollen van de coach Ben je bewust van de rollen die je hebt Innovator Coördinator Organisator Inspirator 8 Mentor Motivator Mediator

13 Diverse rollen van de coach en hoe je die wil invullen Mentor of Coördinator Trainer of Coach Organisator of bemiddelaar Innovator of producent Enzovoorts 8

14 Wedstrijden en VSK 9

15 Wedstrijden en VSK Wanneer wel / wanneer niet? Waarom wel / waarom niet? Randvoorwaarden 9 Tegen elke prijs winnen of ontwikkelen tegen elke prijs?

16 Turnen 2.0 Vroeger 10

17 Turnen 2.0 Nu: Is het zo anders? 10

18 Turnen 2.0 Wat kunnen we leren van anderen? 10

19 Sportwensen & Stopmotieven Sportwensen: 1. Leuke coach 2. Omgang met vriendjes & vriendinnetjes 3. De sport leren 4. Ouderbetrokkenheid Stopmotieven: 1. Andere sport 2. Te weinig uitdaging 3. Dag komt niet uit 11 Ouders willen goede communicatie en een goede kwaliteit.

20 Omdenken Omdenken is denken in termen van kansen en niet van problemen. Je maakt van een probleem een feit en van een feit een mogelijkheid. - Berthold Gunster. Ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het kan 12 Turnster over de wedstrijd: Volgens mij is de wedstrijd voor de juf, zodat ze weet wat ze volgende keer beter uit moet leggen De beste coaches zijn degene die je laten zien waar te kijken, maar niet vertellen wat te zien Niet onze kinderen zijn lastig Wij maken het ons lastig

21 Methodiek 1: Targetmodel 13 Fysieke voorwaarden Basishoudingen & acties. Fundamentals Stabiliseren, verfijnen, uitbouwen, verbinden, combineren

22 Methodiek 2: Leerfases Proberen (5-4-3) Conditioneren Stabiliseren (3-4-5) 14 Perfectioneren (geheel-deelgeheel)

23 Motivatie Extrinsieke motivatie Intrinsieke motivatie Beloning/ Straf Trots/ Schuld/ Schaamte Hoger doel Zo ben ik Ik vind het leuk om te doen 15

24 Hulpmiddelen: Didactische Laten ervaren Vangen Tactiele tips geven Sicheren(erbij staan) Tactiel Verbaal Vragen stellen Aanwijzingen geven Cues gebruiken Ritme Visueel 16 Visuele richtpunten Elkaar observeren Mediakaarten Internet Jezelf terugkijken

25 Hulpmiddelen: Methodische Stimulerende oefeningen Begeleidende oefeningen Dwingende oefeningen 16

26 De entert(r)ainer Elk kind wil een leuke coach! 17 Toon passie voor de sport. Gebruik veel humor maar geen sarcasme. Doe leuke dingen of maak ze leuk. (Zorg voor uitdaging) Geef persoonlijke aandacht. Heb geduld en blijf rustig. (vooral bij pubers) Geef elk kind leuke herinneringen! Let op je lichaamstaal en gezichtsuitdrukking. Vier kleine successen groots!

27 Moeilijk opvoedbare ouders Waar lopen ouders tegenaan? (Ian Cowburn) Ontwikkelingsstress: Gezondheid van het kind School Uitblijven van andere kansen Competitiestress: Verwachtingen/resultaat Kijken naar lessen/wedstrijden Gebrek aan kennis over turnen Reizen 18 Organisatiestress: Planning/tijd Geld Sociale stress Meerdere rollen Meerdere familieleden

28 Moeilijk opvoedbare ouders Hoe manage je dit? Wat halen de kinderen uit de sport? Wat halen de ouders uit de sport? Wat kan je als ouders voor je kind doen? 18 Mogelijkheden en grenzen Duidelijke afspraken Welk gedrag wordt verwacht? Uitleg waarom!

29 Differentiatie: Coach als omgevingsarchitect De basis van differentiatie in je les is zelfregulatie van je turn(st)ers! Doel: De omgevingsarchitect: Evaluatie: Wat wil je ze leren? wat willen zij leren? Hoe leren ze dat? Situaties ontwerpen (UVZ) Uitleg geven Kaders aangeven Hebben ze het geleerd? Waarom wel/waarom niet? (Vragen stellen i.p.v. antwoorden geven) 19

30 Mijn belofte als coach: 1. Ik houd het leuk en veilig. Hiervoor heb ik een positieve omgeving nodig die gevoed wordt door zowel de turn(st)ers, ouders en coaches. 2. Het kind staat centraal. Het belang van het kind staat voorop. 3. Ik zie de turn(st)er als kind die turnt. Ik ontwikkel het kind en niet alleen de atleet. 4. Elk kind hoort erbij. Elk kind is even belangrijk maar heeft wel een eigen aanpak nodig. 5. De liefde voor turnen en sporten in het algemeen is belangrijker dan het leren van turnen. Maar een klein aantal atleten zal doorbreken naar een internationale turn carrière maar iedereen kan een gezonde volwassene worden met een passie voor sport. 20

31 Mijn belofte als coach: 6. In plaats van alles om te winnen doe ik alles om elk kind zich te laten ontwikkelen. Wedstrijden worden gebruikt voor de ontwikkeling van de sporter en als motivatie om verder te groeien. 7. Elk kind heeft een eigen programma en een eigen tijdslijn. Het is geen sprint maar een marathon. 8. Ouders zijn en worden positief betrokken in het proces. Samen zorgen we voor de best mogelijke omgeving voor het kind. 9. Kinderen in de (top)sport vallen maar staan ook op. Elke turn(st)er zal met tegenslagen te maken krijgen. We kunnen dit vaak niet voorkomen of de kinderen hiervoor beschermen. We zijn er wel altijd om ze te steunen. 10. Elk kind heeft de kans om kampioen te worden maar ook de mogelijkheid om dit niet te worden. 20

32 Vragen? Wil je ook een bijscholing op je eigen club? Maarten Verkuijlen Mail: Tel:

33