Engagementsverbintenis. Gezondheidszorg in eerste lijn en thuisvervangende milieus Het Leven Helpen vzw Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-Oost-Vlaanderen

Transcriptie

1 Engagementsverbintenis Gezondheidszorg in eerste lijn en thuisvervangende milieus Het Leven Helpen vzw Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-Oost-Vlaanderen Deze overeenkomst bepaalt de samenwerking tussen: enerzijds de gezondheidszorg in de eerste lijn, te weten: artsen, thuisverpleging, gezinshulp en alle andere disciplines die aan huis zorg verlenen aan palliatieve patiënten, alsook alle thu isvervangend e om gevingen zoals RVT/ROB, instellingen voor gehand icap ten, en anderzijds de palliatief deskundigen van de multidisciplinaire begeleidingsequipe (MBE) van Het Leven Helpen vzw Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-Oost-Vlaanderen. De samenwerking verloopt volgens een aantal basisprincipes: - Elke gezondheidswerker kan steeds vragen stellen naar informatie, advies of ondersteuning rond palliatieve zorg in brede zin, los van concrete begeleidingen. - Degene die de vraag naar een begeleiding door de MBE kan stellen, is eender wie uit de omgeving van de palliatieve patiënt, te weten: o patiënt, familie of anderen uit de directe omgeving van de patiënt, o huisarts, thuisverpleegkundige, verpleegkundige of andere medewerker uit thuisvervangende omgeving of anderen uit de direct verplegende en verzorgende omgeving van de patiënt, o behandelend specialist of elke andere ziekenhuismedewerker die dit belangrijk vindt in het kader van een ontslag vanuit het ziekenhuis naar huis of naar een thuisvervangende omgeving. - De MBE zal slechts concreet tussenkomen met akkoord van de huisarts. - De MBE zal nooit de plaats innemen van de reguliere zorg in eerste lijn, maar zal daarentegen steeds een rol in tweede lijn opnemen.de MBE werkt steeds in overleg met en adviserend t.a.v. de andere hulpverleners: o de huisarts blijft in alle situaties de eindverantwoordelijke voor de patiëntbegeleiding, o de verpleegkundige blijft de eindverantwoordelijke voor de uitgevoerde verpleegkundige verzorging. o de palliatief deskundige is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het advies en de ondersteuning die zij levert op vraag van de andere betrokken partijen.

2 - Alle partijen erkennen elkaars expertise en unieke rol binnen het hulpverleningsproces. Zij geven elkaar de ruimte om hun unieke toegevoegde waarde te realiseren. - Alle p artijen verbind en er zich toe elkaar op d e hoogte te hou d en van belangrijke veranderingen. De communicatie verloopt naargelang de situatie via overlegvergaderingen, telefonische contacten en/of schriftelijk. Bij voorkeur wordt voor dit laatste het thuiszorgdossier van OVOSIT gebruikt. - De MBE ondersteunt niet alleen de patiënt en zijn omgeving maar ook daar waar wenselijk- de hulpverleners in de eerste lijn. - De hulpverleners tonen zich solidair tegenover de patiënt en zijn familie: zij zullen te allen tijde het vertrouwen in de andere hulpverleners ondersteunen. Bij twijfel of bij problemen engageert eenieder zich dit rechtstreeks te bespreken met de betrokken hulpverlener of met zijn overkoepelende organisatie. - Het verdient aanbeveling dat de hulpverlenende partijen in een sfeer van openheid en collegialiteit onderling feedback kunnen geven aan elkaar tijdens en na afloop van een begeleiding. De begeleiding door de MBE is gericht op comfortzorg in brede zin: Naargelang de ondersteuning die de omgeving vraagt, kan de activiteit van de palliatief deskundige ondermeer het volgende inhouden: - Advies inzake pijn- en symptoomcontrole: vanuit de expertise, opgebouwd door het dagdagelijks werken met en voortdurend bijscholen van technieken van pijn- en symptoomcontrole, kan de palliatief deskundige o advies uitbrengen over medicatie en medicatiecocktails o advies uitbrengen over aangepast materiaal om het comfort te vergroten o concrete tips en trucks aanreiken voor het behandelen van ongemakken Het uitlenen en indien nodig aanbrengen van de medicatiepomp voor pijnbestrijding. - Tijd nemen om te luisteren naar en om te gaan met psychische, sociale of spirituele pijn van de patiënt. - Tijd nemen om de familie en mantelzorgers van de patiënt te ondersteunen door te luisteren naar en om te gaan met de pijn die de palliatieve situatie ook bij hen teweeg brengt, zodat de draagkracht voldoende groot blijft. - Begeleiden van moeilijke processen rond omgaan met medische en/of ethische vragen en beslissingen bij het levenseinde. - Tijd nemen om te luisteren naar en om te gaan met emotionele en andere vragen en/of moeilijkheden die de begeleiding mogelijks ook voor de hulpverlener met zich meebrengt (vb. door eigen confrontatie met verlies, onmacht, ethische vraagstukken). - Het contacteren van een palliatief opgeleide vrijwilliger uit de equipe, die de draagkracht in de thuissituatie mee kan ondersteunen. - Zorg voor anticipatorische rouw en rouwprocessen, door dood en verlies vooraf bespreekbaar te maken, zowel naar volwassenen als naar kinderen.

3 Indien nodig kan ook de equipearts een bijdrage leveren (advies, maar vb. ook ascitespunctie). De equipearts schrijft in principe geen medicatie voor, tenzij eventueel bij hoogdringendheid, en komt enkel tussen in opdracht van de behandelende huisarts, niet in de plaats van. De palliatief deskundige is dus niet: - de eindverantwoordelijke voor de begeleiding. De arts neemt alle beslissingen inzake medicatie en andere de palliatief deskundige is verantwoordelijk voor een kwaliteitsvolle ondersteuning en adviesverlening indien gewenst. - degene die technische verzorgingsprestaties levert. De reguliere thuisverpleegkundige blijft verantwoordelijk voor de toe te dienen verpleegkundige zorg de palliatief deskundige komt enkel in noodgevallen tussenbeide. - de psychotherapeut, relatiebemiddelaar of rouwconsulent van de patiënt of zijn omgeving. De palliatief deskundige zal vooral als luisterend oor aanwezig zijn en de patiënt of zijn omgeving emotioneel bijstaan; indien nodig kan worden doorverwezen naar gespecialiseerde hulpverlening. De procedure volgens welke de begeleiding verloopt is de volgende: - Wanneer de aanmelding binnenkomt, wordt nota genomen van de diagnose en andere basisgegevens en van de hulpvraag. - Indien de melding niet door de huisarts gebeurt, wordt eerst met de huisarts contact opgenomen om de hulpvraag te bespreken. De begeleiding wordt pas opgestart mits akkoord van de huisarts die m.b.t. de patiënt een attest zal opmaken, inclusief klevertje van de mutualiteit. - In de mate van het mogelijke (en bij voorkeur) wordt bij opstart van een begeleiding een team samengeroepen met alle betrokken hulpverleners. Dit team omvat minstens de huisarts, de verpleegkundige en de palliatief deskundige en wordt -waar nuttig of nodig- uitgebreid met andere betrokken disciplines. In het kader van het interdisciplinair overleg kan dit team worden begeleid door de coördinator van het regionaal dienstencentrum. Deze start is de beste garantie voor een degelijke begeleiding, met een duidelijke afstemming rond doelstelling, verwachtingen, concrete afspraken en opvolging. - Indien een team om één of andere reden niet haalbaar is, wordt minstens telefonisch afgestemd met diverse hulpverleners (minimaal met de huisarts en de verpleegkundige, waar nodig of nuttig met andere betrokken disciplines). - Pas na overleg zal de MBE thuis (of in thuisvervangend milieu) langsgaan. - Alle partijen verbinden er zich toe elkaar op de hoogte te houden, minstens via het zorgenplan, of anders ook via telefoon of overlegvergaderingen.

4 In deze geest wensen wij samen te werken. Deze openheid wordt geconsolideerd in een toegetreden lidmaatschap van onze partners van de Algemene Vergadering. Datum: De partner in eerste lijn H et Leven H elp en vzw

5 This document was created with Win2PDF available at The unregistered version of Win2PDF is for evaluation or non-commercial use only.