1 Inleiding. Aan: Johan Matser Projectontwikkeling B.V. T.a.v. de heer J. Ros Postbus AH Hilversum. Geachte heer Ros,

Transcriptie

1 1 + Afdeling Handhaving Aan: Johan Matser Projectontwikkeling B.V. T.a.v. de heer J. Ros Postbus AH Hilversum Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht Tel Fax Datum 25 oktober 2007 Team Bodem, Water en Natuur Nummer 2007INT Referentie A. Schouten Uw brief van - Doorkiesnummer Uw nummer - Faxnummer Bijlage 1 (verzendlijst beschikking) adres bodemloket@provincie-utrecht.nl Onderwerp Beschikking evaluatieverslag grond Blikkenburg/Daniel Marotplein 1-20 te Zeist, code UT0355/00069 Geachte heer Ros, 1 Inleiding Wij, Gedeputeerde Staten van Utrecht, hebben op 24 oktober 2006 het evaluatieverslag, bedoeld in artikel 39c van de Wet bodembescherming (Wbb) ontvangen van de deelsanering die in uw opdracht is uitgevoerd. Dit verslag, evaluatierapport bodemsanering Daniël Marotpark te Zeist (gevalsnummer UT0355/00069), door Infrasoil, referentie , 16 oktober 2006, heeft betrekking op de sanering van de locatie Blikkenburg. Deze bodemsanering is uitgevoerd op de locatie kadastraal bekend als: Kadastrale gemeente Sectie Nummers Zeist L 1351 t/m 1371 Dit betreft het voormalige kadastrale perceel gemeente Zeist, sectie L nr In opdracht van de provincie Utrecht is medio 2007 een verificatieonderzoek uitgevoerd om de kwaliteit en dikte van de deklaag vast te stellen. Dit rapport is op 29 augustus 2007 met begeleidende brief (ons kenmerk 2007INT205624) ter informatie opgestuurd naar de bewoners van de percelen Daniël Marotplein 1-20 te Zeist. De saneringslocatie is aangegeven op de kadastrale kaart in hoofdstuk 8.

2 2 2 Deelsaneringsplan Bij beschikking van 17 juli 1997 (kenmerk ) hebben wij voor de gehele stortplaats Blikkenburg vastgesteld dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging en dat urgentie aanwezig is om de verontreiniging te saneren. Met de sanering dient uiterlijk 17 juli 2003 te zijn gestart. Op 27 juli 1998 hebben wij bij beschikking (kenmerk 98/ MBE) ingestemd met het deelsaneringsplan voor de hierboven genoemde locatie. De deelsanering heeft betrekking op het kadastrale perceel L Op dit perceel was de Zinzendorf school gevestigd en is woningbouw gepland. Doelstelling van de deelsanering is actuele risico s van de bodemverontreiniging weg te nemen door het isoleren van de (immobiele) verontreiniging. De immobiele verontreiniging wordt geïsoleerd door het aanbrengen van een leeflaag met een dikte van 1 meter. Onder de nieuw te bouwen woningen wordt de (verontreinigde) grond tot 2 m-mv ontgraven. Op het overige gedeelte van het terrein wordt een isolatielaag aangebracht van 1 meter dikte. Ter plaatse van de groenstrook aan de zuidoostzijde kan vanwege de aanwezigheid van bodem geen leeflaag met een dikte van 1 meter worden aangebracht. Hier wordt de stortplaats geïsoleerd door middel van Schwabengitter en bodembedekkers waardoor een afdichtende scheidende laag ontstaat. De bodem wordt hierdoor geschikt te worden voor de functie BGW-I (wonen met intensief gebruikt (openbaar) groen). De aanwezige olieverontreiniging nabij de HBO-tanks wordt volledig verwijderd. 3 Wijzigingen van het deelsaneringsplan Met toepassing van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Wbb hebben wij per brief van 31 januari 2002 (ons kenmerk 2002WEM000334i) en per brief van 23 mei 2002 (ons kenmerk 2002WEM001863i) ingestemd met de volgende wijzigingen op het saneringsplan: De uiterste startdatum van de deelsanering is uitgesteld met 2 jaar tot 17 juli 2003; Ter plaatse van de toekomstige bebouwing worden geen aanvullende ontgravingen uitgevoerd; Ter plaatse van de wegen en verhardingen wordt een leeflaag van 0,5 meter dikte aangebracht; Ter plaatse van de bomenstrook tussen de sloot evenwijdig aan de Blikkenburgerlaan en de toekomstige grens van de aan te leggen tuinen wordt Schwabengitter als isolatiemateriaal voor de ondergelegen verontreiniging aangebracht; Vrijkomende grond uit tracés van kabels, leidingen, rioleringen en tuinen (en eventueel sloten) zal op de locatie worden hergebruikt onder de leeflaag. 4 Evaluatieverslag Het evaluatieverslag van de grondsanering hebben wij beoordeeld aan de eisen die daaraan in artikel 39c van de Wbb zijn vastgelegd. In artikel 39 van de Wbb en artikel 6.3 van de Provinciale Milieuverordening Utrecht (PMV) is voorgeschreven waaraan een evaluatieverslag moet voldoen. In juli 2003 en in maart 2004 zijn ter plaatse van 3 tanks bodemsaneringen uitgevoerd. Ter plaatse van de tankputten 1 en 3 is in totaal 172 ton grond ontgraven en afgevoerd naar Theo Pouw te Utrecht en

3 3 Smink Afvalverwerking B.V. te Amersfoort. Bij tankput 2 is geen ondergrondse tank en geen bodemverontreiniging aangetroffen. Waarschijnlijk is de tank in een eerder stadium reeds verwijderd. De uitvoering van de bodemsanering van de immobiele verontreinigingen heeft plaatsgevonden in de periode september 2004 t/m juli In eerste instantie is grond ontgraven ten behoeve van het aanleggen van rioleringssleuven (748 m 3 ) en de aanleg van een duiker (238 m 3 ). Deze grond is hergebruikt binnen het project. De kwaliteit van de toegepaste grond is niet bekend en evenmin is bekend of de grond in of onder de leeflaag is toegepast. Vervolgens is ter plaatse van de toekomstige wegen granulaat toegepast. Na het aanbrengen van geotextiel in de achtertuinen, de voortuinen en het middenterrein is 0,5 meter schoon zand aangebracht. Vervolgens is de bouwkundig aannemer begonnen met het heiwerk en de bouw van de woningen. Uiteindelijk is 0,5 meter teelaarde opgebracht en heeft de leeflaag een totale dikte van circa 1 meter. In totaal is m 3 schoon zand aangevoerd voor het ophogen van het terrein en het aanvullen van de rioleringssleuven en m 3 teelaarde om toe te passen in de tuinen en op het middenterrein. Bij de groenstrook aan de zijde van de Blikkenburgerlaan is geen leeflaag aanwezig, maar is Schwabengitter toegepast op de verontreinigde grond en is de groenstrook ingepland met gras en beplanting. In totaal is 269 ton grond afgevoerd naar een reiniger omdat het niet kon worden toegepast binnen het project. 5 Verificatieonderzoek Naar aanleiding van de gegevens uit het evaluatierapport is in onze opdracht een verificatieonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is uitgevoerd omdat mogelijk grond is toegepast in de leeflaag waarvan de kwaliteit niet bekend is. Bovendien is in het verificatieonderzoek de dikte van de leeflaag gecontroleerd en is nagegaan of de signaleringslaag is aangebracht. Uit de rapportage van het verificatieonderzoek 1 van Acorius blijkt het volgende: de dikte van de deklaag voldoet op de meeste plaatsen aan de minimale dikte van 1 meter. Uitzondering hierop zijn boring 11 (Daniël Marotplein 7) en boring 28 (Daniël Marotplein 14), waarin de leeflaag 65 à 75 cm dik is. Het is uit het onderzoek niet duidelijk geworden of een dunnere leeflaag is aangebracht danwel dat na het aanbrengen van de leeflaag werkzaamheden zijn verricht, waarbij een deel van de leeflaag is verwijderd; de kwaliteit van de leeflaag voldoet aan de kwaliteitseis (bodemgebruikswaarde voor wonen met intensief gebruikt (openbaar) groen) die wij in onze beschikking ter goedkeuring op het saneringsplan hebben gesteld; niet bij alle boringen is een signaleringslaag (worteldoek) aangetroffen. Onduidelijk is of deze laag bij de boringen niet opgemerkt is of dat de laag plaatselijk ontbreekt; er is geen olieverontreiniging meer aangetoond ter plaatse van de gesaneerde tankputten. De resultaten van het bodemonderzoek van Acorius komen in het algemeen goed overeen met de resultaten van het bodemonderzoek dat in opdracht van de bewoner van het Daniël Marotplein eind 1 Verificatie bodemonderzoek Blikkenburg, Daniël Marotplein 1-20 te Zeist, Acorius Advies, rapportnummer /kk, 17 juli 2007

4 door DHV is uitgevoerd. Uitzondering op de bovenstaande conclusie vormt het perceel Daniël Marotplein 12. Nabij de bomen aan de oostzijde van het perceel is geen leeflaag aanwezig. Als wel een leeflaag wordt aangebracht, heeft dit mogelijk fatale gevolgen voor de aanwezige bomen. 6 Conclusie Het evaluatieverslag voldoet, met uitzondering van het perceel Daniël Marotplein 12, aan de eisen die in artikel 39c van de Wbb zijn gesteld. De getroffen saneringsmaatregelen voldoen voor de percelen Daniël Marotplein 1-11 en en voor het middenterrein aan het saneringsplan waarmee wij bij beschikking van 27 juli 1998 (kenmerk 98/ MBE) en aan de wijzigingen op het saneringsplan waarmeer wij op 23 mei 2002 (kenmerk 2002WEM001863i) hebben ingestemd. De bodem van de gesaneerde percelen is geschikt voor de functie wonen met tuin. De olieverontreinigingen zijn in voldoende mate verwijderd. Voor het perceel Daniël Marotplein 12 (kadastraal perceel L 1354) geldt dat niet is voldaan aan de saneringsdoelstelling. Voor dat perceel stemmen wij niet in met de thans genomen saneringsmaatregel. Hier dienen nog aanvullende saneringsmaatregelen te worden getroffen. 7 Nazorg en gebruiksbeperkingen Uit het evaluatieverslag blijkt dat na sanering ernstig verontreinigde grond onder de aangebrachte leeflaag is achtergebleven. Deze restverontreiniging noodzaakt tot het opleggen van een nazorgverplichting als bedoeld in artikel 39c, eerste lid, onder f, van de Wbb): Het voornemen tot het verrichten van graafwerkzaamheden dieper dan 1 meter minus maaiveld ter plaatse van de onverharde terreindelen dient op grond van artikel 28 van de Wet bodembescherming aan ons gemeld te worden. Aan deze werkzaamheden kunnen door ons college aanvullende eisen worden gesteld; De verharding ter plaatse van de wegen dient te worden gehandhaafd. Het voornemen om deze te verwijderen dient schriftelijk aan ons gemeld te worden. Aan deze werkzaamheden kunnen door ons college aanvullende eisen worden gesteld; De leeflaag dient in stand te worden gehouden. 8 Kadastrale registratie en publicatie Een afschrift van deze beschikking met bijbehorende kadastrale kaart waarop het gesaneerde perceel is aangegeven, zenden wij op grond van artikel 55 van de Wbb aan het Kadaster. De publiekrechtelijke beperking die volgde uit de beschikking van 17 juli 1997 wordt op grond van het onderhavige besluit gehandhaafd. Dit besluit is van toepassing op de volgende kadastrale percelen: Kadastrale gemeente Sectie Nummer Gesaneerde oppervlakte m 2 Zeist L

5 5 Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L Zeist L UT0355/00016 UT0355/00069 Gesaneerde percelen NB: UT 0355/00016 betreft het project Van Kempen en Begeer te Zeist

6 6 Van ons besluit doen wij op grond van artikel 39 van de Wbb een publicatie in een huis-aan-huisblad in de gemeente Zeist. Aangezien er vanwege de aanwezigheid van ernstig verontreinigde grond onder de leeflaag sprake is van een nazorgverplichting, wrodt de kadastrale registratie niet doorgehaald. 9 Bezwaar Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking tegen dit besluit schriftelijk bezwaar maken. Zij dienen dan een bezwaarschrift in te dienen bij Gedeputeerde Staten van Utrecht, ter attentie van de secretaris van de Awb-adviescommissie, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Na indiening van een bezwaar kan een verzoek om voorlopige voorziening (inclusief schorsing) worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 ED Den Haag. Aan een verzoek om voorlopige voorziening, zijn kosten verbonden, het griffierecht. Deze bedragen 143,- voor een natuurlijk persoon en 285,- voor een rechtspersoon. Onder vermelding van de code UT kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij de heer A. Schouten, bereikbaar onder doorkiesnummer Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, ing. G.C.M. Nortier teamleider Handhaving Bijlagen: 1 Verzendlijst beschikking

7 7 Bijlage 1: Verzendlijst beschikking Een kopie van deze brief is verzonden naar: Gemeente Zeist, t.a.v. D. Van Vulpen, Postbus 513, 3700 AM Zeist Gemeente Zeist p/a milieudienst Zuidoost Utrecht, t.a.v. R. Kockelkoren, Postbus 461, 3700 AL Zeist Vrom Inspectie regio noord-west, t.a.v. H. Scholten, Postbus 1006, 2001 BA Haarlem Kadaster en Openbare Registers, Postbus 85001, 3508 AA Utrecht Infrasoil B.V., t.a.v. R.J. Kwakkel, Postbus 409, 3900 AK Veenendaal Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs voor Z-O, Lindelaan 23, 3707 EP Zeist J. Kooijman, Daniël Marotplein 7, 3703 DC ZEIST A.B.J. Menzing, Daniël Marotplein 19, 3703 DC ZEIST M.H.J. Lensvelt en E.M.van Cann, Daniël Marotplein 12, 3703 DC ZEIST J.M. Wells, Daniël Marotplein 20, 3703 DC ZEIST C.M. Baars, Daniël Marotplein 4, 3703 DC ZEIST H.A. van der Meulen Wolf, Daniël Marotplein 6, 3703 DC ZEIST Romijn, Daniël Marotplein 1, 3703 DC ZEIST R.E.R. Lobry en J.A.M.van der Steen, Daniël Marotplein 11, 3703 DC ZEIST Gaastra, Daniël Marotplein 13, 3703 DC ZEIST R.C. De Fluiter Balledux, Daniël Marotplein 10, 3703 DC ZEIST G. Hofstra, Daniël Marotplein 14, 3703 DC ZEIST R.N.A.M. Laane, Daniël Marotplein 15, 3703 DC ZEIST D.L. Six, Daniël Marotplein 16, 3703 DC ZEIST M. de Haan, Daniël Marotplein 3, 3703 DC ZEIST C.J. de Koning, Daniël Marotplein 17, 3703 DC ZEIST M. Slootweg, Daniël Marotplein 18, 3703 DC ZEIST K. van der Gugten, Daniël Marotplein 2, 3703 DC ZEIST W.P. Mohr, Daniël Marotplein 5, 3703 DC ZEIST G. Dokter, Daniël Marotplein 8, 3703 DC ZEIST N. van Ments, Daniël Marotplein 9, 3703 DC ZEIST

8 8 Verklaring van eensluidendheid Ondergetekende, Gerardus Cornelus Maria Nortier, afdelingsmanager van de afdeling Handhaving van de provincie Utrecht, Pythagoraslaan 101, 3584 BB Utrecht, verklaart dat dit afschrift eensluidend is met het ter inschrijving aangeboden stuk. Utrecht, 25 oktober 2007 ing. G.C.M. Nortier teamleider Handhaving De beschikking 2007INT met datum 25 oktober 2007 is verstuurd op: