Gebruik de formules uit hoofdstuk 3 voor de zwaartekracht en die uit hoofdstuk 4 voor de cirkelbeweging
|
|
- Monique Dijkstra
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1
2
3 Opgaven bij deel 2 1 Kracht en massa Opgave: Aanwijzing: (a) Met welke zwaartekracht trekken de aarde en de maan aan elkaar? De massa van de aarde is ongeveer kg en is daarmee ongeveer 81 maal zo groot zoals die van de maan. De twee planeten zijn ongeveer 3,8 105 km van elkaar verwijderd. (b) Met welke snelheid beschrijft de maan zijn baan om de aarde en hoeveel tijd heeft hij nodig voor een omloop? Gebruik de formules uit hoofdstuk 3 voor de zwaartekracht en die uit hoofdstuk 4 voor de cirkelbeweging Oplossingen: (a) F N (b) v 1 km/s; t 27 dagen Uitwerking: (a) Eerst substitueren we de hierboven genoemde getalwaarden in de formule voor de zwaartekracht van pagina 55, maar let op: vergeet niet de afstand r in meters om te rekenen! Let er bovendien op dat tussenresultaten weliswaar afgerond worden weergegeven, maar dat we tot het eind verder rekenen met de in de rekenmachine opgeslagen nauwkeurige waarden. F= ftotaal (maarde mmaan)/r2 = 6, m3/kg s kg kg : 81/ (3,8 108 m)2 = 2, kg m/s N Met deze kracht trekt de aarde aan de maan en de maan aan de aarde. (b) De omtrek van de cirkelvormige baan die de maan om de aarde beschrijft is: Omtrek = 2 π r = 2 π 3,8 108 m 2,4 109 m De in a) berekende kracht trekt de maan altijd naar het middelpunt van de aarde. Deze kracht veroorzaakt dus ook een versnelling van de maan in de richting van het middelpunt van de aarde, die afhankelijk is van de omloopsnelheid volgens de formule op pagina 57: F = m a = m v2/r Als we deze vergelijking oplossen voor v, levert dat de snelheid van de man op zijn baan om de aarde. v = F r/m = kg m/s2 3,8 108 m//( kg : 81) m/s Met deze snelheid doet de maan over een omwenteling: t = U/v = 2,4 109 m//1.029 m/s 2,3 106 s Omgerekend in dagen is dat t 3,9 104 minuten 6,4 102 uren 27 dagen. (De nauwkeurige waarde wordt in tabellen aangegeven als 27,322 dagen; dat is bijna 28 dagen, dus vier weken.)
4 2 Krachtenparallellogram Opgave: Aanwijzing: Twee krachten F1 = 5 N en F2 = 500 N werken op hetzelfde punt aan en maken een hoek φ met elkaar van 50. Bereken de resulterende kracht F en de hoek ε, tussen F en F2. (Opmerking: om verwisselingen met de benamingen bij de gebruikelijke schrijfwijze van de wiskundige cosinusregel te voorkomen zijn de hoekbenamingen in de opgave hier ten opzichte van die in het boek veranderd!) Je kunt de opgave grafisch oplossen met behulp van een krachtenparallellogram of rekenkundig met behulp van de cosinusregel voor niet-rechthoekige driehoeken. Oplossing: F 12N; ε 19 Uitwerking: (a) Grafisch (b) Met de cosinusregel. De algemene cosinusregel voor niet-rechthoekige driehoeken is: a2 = b2 + c2-2bc cos α We passen deze regel toe op de gearceerde driehoek: F2 =F12 + F22-2F1F2 cos (180 -φ) Omdat we hier maar te maken hebben met één grootheid, laten we in de rest van de berekening voor het gemak de eenheid N weg. F = (5)2 + (8) cos ( ) 11,85 Nu kunnen we ook de andere hoek ε berekenen; daarvoor moeten we de cosinusregel als volgt schrijven: F12 = F2 + F22-2FF2 cos ε Dit levert cos ε: cos ε = F12 - F22 - F2 / -2 FF2 = (11,85)2/-2 11,85 8 = 0,9463 -> ε 19º
5 3 Impuls Opgave: Aanwijzing: Oplossing: Uitwerking: Een auto met massa m1 = kg wordt in een keer achteruit ingeparkeerd met een snelheid v = 5 m/s. De chauffeur ziet echter een koffer op wieltjes over het hoofd, die een massa m2 heeft van 10 kg en door de botsing wegrijdt. Welke snelheid hebben de auto en de koffer na de botsing? Maak met behulp van de som van de impulsen voor en na de botsing en de som van de kinetische energie een systeem met twee vergelijkingen voor de beide snelheden na de botsing. De auto rijdt met dezelfde snelheid verder, de koffer wordt met de dubbele snelheid weggeslingerd. (De snelheden naar de stoot wordt over het algemeen aangeduid met de letter u.) I som van de impulsen voor de stoot = som van de impulsen na de stoot m1 v1+m2 0 = m1 u1 + m2 u2 II som van de energieën voor de stoot = som van de energieën na de stoot ½ m1v12 + ½ m2 02 = ½ m1u12 + ½ m2u22 Door de vergelijking te vermenigvuldigen met 2 wordt deze eenvoudiger: m1v12 + m2 02 = m1u12 + m2u22 Nu substitueren we de gegeven waarden (en laten ook nu weer de eenheden weg!): = 1000 u u = 1000 u u22 Vergelijking I kunnen we oplossen voor u2: I u2 = u1 en substitueren in II: II' = 1000 u ( u1)2 Vervolgens berekenen we wat tussen de haakjes staat: II = 1000 u ( u u12) = 1000 u u u12 delen door 1000: 25 = u u u12 samenvatten en netjes herschikken: 101u u1 = delen door 101: u /101 u1 = -2475/101 vierkantsvergelijking opstellen:
6 u u1/101 + (500/101)2 = -2475/101 + (500/101)2 samenvatten: (u1-500/101)2 = 25/1012 worteltrekken: u1 = ± 5/ /101 Er zijn dus twee oplossingen voor u1, namelijk u1 = 505/101 = 5 u1 = 495/101 4,9 Oplossing (a) betekent echter dat de auto na de stoot met exact dezelfde snelheid als de beginsnelheid verder rijdt. De aangereden koffer zou dan, volgens vergelijking I bewegen met een snelheid: u2 = = 0, dus helemaal niet bewegen: de auto zou gewoon over de koffer heen moeten rijden. Dat is echter niet wat er in de opgave werd gesteld. Bij oplossing (b) krijgt de koffer de snelheid u2 = ,9 = 10 dus 10 m/s en dat is precies het dubbele van de oorspronkelijke snelheid waarmee de auto aan komt rijden. Daarmee zijn we er echter nog niet: we moeten nog controleren of de oplossing voldoet aan de randvoorwaarden. Dat is altijd belangrijk om te doen wanneer je te maken hebt met vierkantsvergelijkingen, omdat die positieve en negatieve waarden 'gelijkmaken' en je een onzinnig resultaat kunt vinden dat voor de kwadratering helemaal niet bestond.
7 4 Remweg en wrijvingskracht Opgave: Aanwijzing: Oplossing: Een automobilist in een auto die voorzien is van ABS, moet een noodstop maken en komt met blokkerende remmen net voor het obstakel tot stilstand. Zijn remspoor wordt door de politie gemeten en vastgesteld op 50 meter. Hij beweert hoogstens een paar kilometer sneller gereden te hebben dan de ter plaatse toegestane maximale snelheid van 50 km/u. Kan de politie het tegendeel bewijzen? De wrijvingskracht bij geblokkeerde remmen is ongeveer 30% van de gewichtskracht van een auto. Met dit gegeven kun je met behulp van de wet van Newton de remvertraging bepalen. Substitueer vervolgens alle bekende waarden in de formules voor de rembeweging uit hoofdstuk 4 een en bereken daarmee de beginsnelheid. De chauffeur reed met een snelheid van ongeveer 62 km/u toch wat sneller dan hij beweerde. Uitwerking: De gewichtskracht is (zie pagina 26) G = m g, waarbij we voor g de afgeronde waarde 10 m/s2 kunnen nemen. De 30% daarvan vinden we door G te vermenigvuldigen met 0,3. De wet van Newton F = m a kun je in het boek vinden op pagina 54. Dat levert Fwrijving = 0,3 m g = m a a = 0,3 g 3 m/s2 Dit is de remvertraging waarmee de auto werd afgeremd. De vergelijkingen voor de rembeweging kun je vinden op pagina 70: I II v = v0 a t srem = v0 t ½ a t2 Wanneer de auto tot stand gekomen is, is v gelijk aan 0 en dus wordt vergelijking I: I t = v0/a Als we dit resultaat substitueren in vergelijking II levert dat: II srem = v02/a - ½ a v02/a = ½v02/a Als we nu de remweg gelijkstellen aan 50 m, levert de hierboven berekende remvertraging a een beginsnelheid van: v0 = 2 srem a 2 50 m 3 m/s2 =17,3 m/s = 62,4 km/u
8 5 Druk Opgave: Aanwijzing: Oplossing: Een luchtbel met een volume van 6 cm stijgt bij constante temperatuur in water vanaf een diepte van 5 m naar de oppervlakte. Hoe groot is het volume van de luchtbel net onder het wateroppervlak, net voordat de bel uit elkaar spat? Gebruik de formule voor de vloeistofdruk uit het hoofdstuk 'Druk' en vergeet de luchtdruk niet. Het volume is dan 9 cm3. Uitwerking: De vloeistofdruk op een diepte van 5 m onder water is volgens de formule op pagina 75: p(5 m) = ρ h g = 1000 kg/m3 5m 10 N/kg = Pa Daarbij komt nog de uitwendige luchtdruk van ca Pa, dus totaal Pa. Aan de oppervlakte is h = 0 m, zodat daar alleen de luchtdruk van Pa heerst. De drukverhoudingen zijn dus: p(0 m) : p(5 m) = : = 2 : 3 Volgens de toestandsvergelijking van pagina 88: p V/T = constant moet bij constante temperatuur T ook de teller constant blijven; de volumes V moeten zich dus omgekeerd verhouden met de drukken: V(0 m) : V(5 m) = 3 : 2 = 1,5 : 1 Dus is: V(0 m) = 1,5 6 cm = 9 cm3
9
10 Opgaven bij deel 3 6 Waterkoker Opgave: Aanwijzing: Met een waterkoker met een elektrisch vermogen van 1 kw wordt 1 liter water met een temperatuur van 20 C aan de kook gebracht. Hoe lang duurt dat minimaal? Hoe lang duurt het tot de heft van het water verdampt is? De waarde voor de soortelijke warmte en de verdampingswarmte van water kun je vinden in het hoofdstuk 'Warmte'. Oplossing: Het water aan de kook brengen duurt ongeveer 5½ minuut, het verdampen duurt bijna 19 minuten. Uitwerking: De soortelijke warmte van water kun je vinden in de tabel op pagina 76: cw = 4,18 kj/kg K De temperatuurverhoging T = 100 C - 20 C = 80 C is gelijk aan 80K in de temperatuureenheid Kelvin. De energie die nodig is om de watertemperatuur te verhogen van 20 C naar 100 C kunnen we vinden met behulp van de formule op pagina 76: Q = 4,18 kj / kg K 1 kg 80K = 334,4 kj Omdat 1 kj = 1 kw s is, heeft de waterkoker van 1 kw 334,4 seconden nodig voor 334,4 kj. Dat is dus ongeveer 5½ minuten om het water aan de kook te brengen. Natuurlijk doet de waterkoker er wat langer over, omdat een deel van de energie zal worden gebruikt om de omgeving en het apparaat zelf te verwarmen! De benodigde energie om de halve hoeveelheid water (dus 0,5 kg) te verdampen kun je vinden met behulp van de formule op pagina 50 Q = 2256 kj/kg 0,5 kg = 1128 kj = 1128 kw s De waterkoker van 1 kw doet daar dus seconden over. Dat is 18,8 minuten, minstens (zie boven).
11
12 Opgaven bij deel 4 7 Potentiaal Opgave: Aanwijzing: Bereken de veldsterkte en potentiaal van een veld om een positieve lading Q van C op 5 cm van de lading. Hoe groot is de spanning tussen deze positie en een 6 cm van de lading verwijderde positie? Je hebt de formules voor veldsterkte, potentiaal en potentiaalverschil uit hoofdstuk 7 nodig. Oplossingen: E = N/C φ(5cm) = 540 V U = 3,3 V 27 = 90 V Uitwerking: (a) Om de veldsterkte te berekenen hebben we vanwege de relatie E = F/q eerst de kracht nodig die de lading Q op een puntlading q uitoefent; voor q nemen we voor het gemak de eenheidslading 1 C. In de formule van pagina 97 substitueren we bovendien: r = 0,05 m en k = N m2/c2 wat leidt tot: F = N m2/c C 1 C/(0,05 m) N De veldsterkte kunnen we vinden door F te delen door q = 1 C. Daarbij verandert niet de getalwaarde, maar wel de eenheid: E = N m2/c C //(0,05 m) N/C De getalwaarde wordt enorm, maar heeft dan ook betrekking op een puntlading van 1 C; Als de lading bijvoorbeeld maar C was, dan zou die een kracht ondervinden van slechts: Fel = E q = N 10-8 N (b) Om de potentiaal van het veld op deze plaats te vinden hebben we de volgende relatie nodig: φ =W/q Ook weten we nog dat W = F s. We kunnen dus de bovenstaande formule voor de elektrische kracht gebruiken en die uitschrijven voor φ: φ(5 cm) = W/q = F s/q = N m2/c C 1 C 0,05 m/(0,05 m)2 1C = 0, V = 540 V Om de potentiaal op een afstand van 6 cm te berekenen hoeven we alleen maar de afstand te vervangen en meteen wat tegen elkaar weg te strepen: φ(6 cm) = W/q = F s/q = N m2/c C //0,06m = 450 V (c) De spanning is het potentiaalverschil tussen de twee posities: φ(5 cm) φ(6 cm) = 540 V V = 90 V Opmerking: 'Echte natuurkundigen' zouden dat natuurlijk met behulp van integraalrekening hebben opgelost:
13
14 8 Weerstanden in vertakte gelijkstroomschakelingen Opgave 1: Twee weerstanden R1 = 10 Ω en R2 = 20 Ω moeten (a) in serie en (b) parallel worden aangesloten op een spanning van 100 V. Bereken de totale weerstand, de stroomsterkte, de spanning over de weerstanden en het vermogen en de in 1 minuut verrichte stroomarbeid. Aanwijzing: Kijk in de tabel aan het eind van hoofdstuk 8. Oplossingen: (a) 30 Ω/3,3 A/33,3 V/66,7 V/330 W/0,0055 kwh (b) 6,7 Ω/15 A/100 V/100 V/1,5 kw/0,025 kwh Uitwerking: (a) Omdat ze in serie geschakeld zijn, kunnen we de beide weerstandwaarden gewoon bij elkaar optellen: Rtotaal = 10 Ω + 20 Ω = 30 Ω De stroomsterkte kunnen we vinden met: I = U/R = 100 V/30 Ω = 3,3A De verhouding van de spanningen over de afzonderlijke in serie geschakelde weerstanden is gelijk aan de verhouding tussen de afzonderlijke weerstandwaarden: over R1 is het potentiaalverschil dus 1/3 van 100 V is 33,3 V over R2 is het potentiaalverschil 2/3 van 100 V is 66,7 V Het vermogen kun je berekenen met behulp van de formule op pagina 40: P = U I = 100 V 3,3 A = 330 W Omdat de door de stroom verrichte arbeid gedefinieerd is als vermogen maal tijd, is die W = U L t = 330 W 60s = Ws = 19,8 kws = 0,0055kWh * (b) Bij de parallelschakeling moet je eerst de reciproke waarde van de totale weerstand (dus eigenlijk het geleidingsvermogen) berekenen. Vervolgens kun je daar de reciproke waarde van nemen om de totale weerstand te vinden: 1/R = 1/10 Ω + 1/20 Ω = 3/20 Ω R = 20 Ω/3 6,7 Ω over R1 en R2 is het potentiaalverschil gelijk en wel 100 V. De deelstromen in de beide parallel geschakelde componenten zijn dus: I1 = 100 V/10 Ω = 10A en I2 = 100 V/20 Ω = 5A Deze beide stromen komen samen in de toevoerleiding, dus de totale stroomsterkte is: Itotaal =15 A Om het vermogen te berekenen hebben we natuurlijk de totale stroomsterkte nodig: P = 100 V - 15 A = 1500 W = 1,5 kw en net zoals bij (a) is de stroomarbeid:
15 W = 1500 W 60 s = Ws = 90 kws = 0,025kWh * * (1 s = 1/3600 uur!) Opgave voor vertakte stroomkring Nou, dat was toch niet zo lastig? Probeer de tweede opgave zelf te doen. Die is wat gecompliceerder, maar met een beetje doorzettingsvermogen best goed te doen. Opgave: Aanwijzing: Bereken de totale weerstand en de totale stroomsterkte in de getekende schakeling. Dergelijke gecompliceerd uitziende schakelingberekeningen komen vaak in proefwerken voor. Je kunt die echter heel gemakkelijk oplossen als je op de volgende manier te werk gaat. Bekijk de schakeling als een verzameling kleine schakelingen om de meest 'geneste' structuur te vinden (in dit geval de parallelschakeling R4/5) en werk vervolgens de schakeling door. Controleer jezelf altijd: de totale weerstand wordt: bij in serie geschakelde weerstanden groter dan de grootste weerstand bij parallel geschakelde weerstanden kleiner dan de kleinste weerstand Voorbeeld: 1/R = 1/1 Ω + 1/1 Ω = 2/1 Ω R = ½Ω (één plus één is bij parallelschakeling een half!) Oplossing: R = 57,9 Ω; I = 1,7 A Uitwerking: Eerst ontleden we de structuur: En dan is het oplossen kinderspel: (a) De parallelschakeling levert R 4/5 1/R 4 + 1/R 5 = 1/40 Ω + 1/50 Ω = 5 + 4/200 Ω = 9/200 Ω R 4/5 = 22,2W (b) Serieschakeling: R 3/4/5 = 30 Ω +22,2 Ω = 52,2 Ω (c) Parallelschakeling: 1/R 3/4/5/6 = 1/52,2 Ω + 1/60 Ω = 1/27,9 Ω R 3/4/5/6 = 27,9 Ω
16 Ten slotte een serieschakeling: Rtotaal = 10 Ω + 20 Ω + 27,9 Ω = 57,9 Ω en daarmee de totale stroomsterkte: Itotaal = U/R = 100 V/ 57,9 Ω 1,7A
17 9 Elektrostatisch filter Opgave: We verplaatsen ons in de positie van een constructeur voor elektrostatische filters. Deze worden bijvoorbeeld gebruikt in elektriciteitscentrales om stofdeeltjes uit de uit te blazen lucht te filteren. De stofdeeltjes worden eerst elektrostatisch opgeladen en vervolgens door een condensatorachtig veld geblazen. Dit veld kan eruitzien als het homogene veld in hoofdstuk 7 op pagina 87. In het veld volgen de geladen deeltjes een gekromde baan in de richting van de plaat met een lading die tegengesteld is aan die van de deeltjes. De constructeurs van deze installatie moeten de platen zo lang maken dat met zekerheid alle stofdeeltjes op een plaat belanden voordat de luchtstroom de condensator verlaat. Bereken de minimale lengte van het filter. Van de stofdeeltjes is bekend dat ze gemiddeld een massa hebben van kg, opgeladen worden tot ongeveer C en met een snelheid van 0,5 m/s door het veld gestuurd kunnen worden. De condensatorspanning kan 10 kv bedragen bij een platenafstand van 4 cm. Aanwijzing: Oplossing: Uitwerking: Denk aan de horizontale worp. Bereken eerst de kracht waarmee de stofdeeltjes in de richting van een plaat worden versneld en vervolgens de tijd voor de beide componenten van de beweging. De platen moeten tenminste 22,5 cm lang zijn. Om te berekenen hoe sterk de deeltjes bij de passage worden afgebogen hebben we de afbuigkracht Fel nodig. Omdat de spanning U en de platenafstand d bekend is, kunnen we de elektrische veldsterkte berekenen. Met behulp van de formules voor de elektrisch arbeid en de spanning: W = Fel d en U = W/q = Fel d/q = E d vinden we de formule voor E: E = U/d = 104 V/ m = 2,5 105 V/m Daarmee kunnen we ook de kracht berekenen: Fel =q E = C 2,5 105 V/m = N Deze constante kracht zorgt voor een gelijkmatige versnelling van de deeltjes in de richting van de plaat. De waarde van de versnelling kunnen we vinden met de wet van Newton, F = m a waarmee we a kunnen vinden: a= F/m = N/ kg = 0,4 m/s2 Wanneer we nu nog de platenafstand d substitueren als de afstand s in de formule: s = a/2 t2 voor de gelijkmatig versnelde beweging, kunnen we die oplossen voor de tijd t die een deeltje nodig heeft om de maximaal mogelijke afstand van de ene naar de andere plaat af te leggen: t = 2d/a = 0,08 m/0,4 m/s2 = 0,2 s2 0,45 s Tijdens deze tijdsduur moeten de deeltjes zich nog in het veld bevinden; wanneer de deeltjes dus met een constante snelheid van 0,5 m/s bewegen, moeten de platen ten minste:
18 s = v t = 0,5m/s 0,45 s = 0,225 m (dus 22,5 cm) lang zijn om ervoor te zorgen dat de stofdeeltjes gegarandeerd voor het eind van hun weg op de plaat terechtkomen.
19
20 Opgaven bij deel 5 10 Radioactiviteit Opgave: Een radioactieve probe met een halfwaardetijd T1/2 = 4 minuten heeft op het tijdstip t = 0 een activiteit van Bq. Hoe groot is de activiteit na 6, 8, 12 minuten? Aanwijzing: Oplossing: Uitwerking: Gebruik voor de activiteit op t = 6 minuten de formule uit hoofdstuk 12 en voor de andere waarden je 'gezond verstand' (halfwaardetijd). 1,06; 0,75; respectievelijk 0, Bq De formule die je moet gebruiken is: A(t) = A(0) eln 2 t/ T1/2 Substitueer de waarden voor de halfwaardetijd en de beginactiviteit in en de waarde 6 voor de tijd t. Dat levert: A(6) = Bq e ln 2 6/4 = 1, Bq als activiteit na 6 minuten. Let op: in de opgave kloppen de maateenheden voor de tijd en de halfwaardetijd met elkaar (allebei in minuten); let daar bij vergelijkbare vragen op en reken ze anders om! Nu komt het deel waarbij je je gezond verstand moet gebruiken: 8 minuten is tweemaal, 12 minuten drie maal de halfwaardetijd, dus is na 8 minuten nog maar een kwart, na 12 nog maar de helft van dit kwart, dus nog een achtste van Bq aanwezig. Dat is na 8 minuten 0, Bq en na 12 minuten 0, Bq. Voor je eigen plezier kun je natuurlijk ook de bovenstaande formule gebruiken en ontdekken dat het daarmee precies zo uitkomt!
Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1
Eerste ronde - 3ste Vlaamse Fysica Olympiade 3ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens
Nadere informatie6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement
6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement Opgave 9 Het rendement bereken je met E nuttig en E in. E nuttig is de hoeveelheid energie die nodig is het water op te warmen. E in is de hoeveelheid energie
Nadere informatieDeze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1
Vraag 1 Twee stenen van op dezelfde hoogte horizontaal weggeworpen in het punt A: steen 1 met een snelheid v 1 en steen 2 met snelheid v 2 Steen 1 komt neer op een afstand x 1 van het punt O en steen 2
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde
opgave (blz 4) Uitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde De zwaarte-energie wordt gegeven door de formule W zwaarte = m g h In de opgave is de massa m = 0(kg) en de energie W zwaarte = 270(Joule)
Nadere informatie1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.
ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen
Nadere informatieElektro-magnetisme Q B Q A
Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be
Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op
Nadere informatieLeerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je
Nadere informatieTheorie: Snelheid (Herhaling klas 2)
Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid
Nadere informatieHoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 12 Elektrische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 12.1 Elektrische kracht en lading Elektrische krachten F el + + F el F el F el r F el + F el De wet van Coulomb q Q
Nadere informatieJ De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:
Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)
Nadere informatieOplossing examenoefening 2 :
Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit) Samenvatting door een scholier 1671 woorden 2 december 2012 5,6 55 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde H2 elektriciteit
Nadere informatieLeerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit
Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit Samenvatting door een scholier 1150 woorden 22 april 2016 8,3 8 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Natuurkunde H7 Elektriciteit/Elektrische schakelingen
Nadere informatieNatuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen
4M versie 1 Natuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen Werk netjes en nauwkeurig Geef altijd een duidelijke berekening of een verklaring Veel succes, Zan Kracht, snelheid, versnelling,
Nadere informatieHoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.1 Beweging vastleggen Het verschil tussen afstand en verplaatsing De verplaatsing (x) is de netto verplaatsing en de
Nadere informatieMeetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden
Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden Meetfouten In de wiskunde werken we meestal met exacte getallen: 2π, 5, 3, 2 log 3. Ook in natuurwetenschappelijke vakken komen exacte getallen voor, maar
Nadere informatieOpgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l
Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig
Nadere informatieNaam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5
Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5 OPGAVE 1 Teken hieronder het bijbehorende schakelschema. Geef ook de richting van de elektrische stroom aan.
Nadere informatieHOGESCHOOL ROTTERDAM:
HOGESCHOOL ROTTERDAM: Toets: Natuurkunde Docent: vd Maas VERSIE B Opgave A: Een kogel wordt vertikaal omhoog geschoten met een snelheid van 300km/h. De kogel heeft een gewicht van 10N. 1. Wat is de tijd
Nadere informatie1 Overzicht theorievragen
1 Overzicht theorievragen 1. Wat is een retrograde beweging? Vergelijk de wijze waarop Ptolemaeus deze verklaarde met de manier waarop Copernicus deze verklaarde. 2. Formuleer de drie wetten van planeetbeweging
Nadere informatieNATUURKUNDE. Figuur 1
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK 12-13: KRACHT EN BEWEGING OOFDSTUK 12-13: K 6/7/2009 Deze toets bestaat uit 5 opgaven (51 + 4 punten) en een uitwerkbijlage. Gebruik eigen grafische rekenmachine
Nadere informatieVlaamse Fysica Olympiade 27 ste editie 2014-2015 Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 27 ste
Nadere informatieVraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5
Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.
Nadere informatieDomeinspecifieke probleemoplosstrategieën
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 5: Vaardigheidsontwikkeling 5.2 Probleemoplossen Achtergrondinformatie Domeinspecifieke probleemoplosstrategieën Inleiding In het stuk Kennisbasis en probleemoplossen
Nadere informatieHoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 12 Elektrische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 12.3 Elektrische energie en spanning Samenvatting van alle formules dit hoofdstuk a ( m s 2) m (kg) F el (N) m (kg)
Nadere informatie1. Langere vraag over de theorie
1. Langere vraag over de theorie a) Bereken, vertrekkend van de definitie van capaciteit, de capaciteit van een condensator die bestaat uit twee evenwijdige vlakke platen waarbij de afstand tussen de platen
Nadere informatieBegripsvragen: Elektrisch veld
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]
Nadere informatieVlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 00F bus 404 300 Heverlee Tel.: 06-3 74 7 E-mail: ino@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 06-07 Eerste ronde
Nadere informatieformules havo natuurkunde
Subdomein B1: lektriciteit De kandidaat kan toepassingen van het gebruik van elektriciteit beschrijven, de bijbehorende schakelingen en de onderdelen daarvan analyseren en de volgende formules toepassen:
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-I
- + - + Eindexamen natuurkunde -2 havo 2000-I 4 Antwoordmodel Opgave LEDs voorbeelden van schakelschema s: 50 Ω V LED A 50 Ω A V LED Als slechts één meter juist is geschakeld: punt. 2 uitkomst: R = 45
Nadere informatieTijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
PROEFWERK NATUURKUNDE KLAS 5 ROEFWERK H10 + H6 10/3/2009 Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie
Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE tweede voorbeeldtentamen CCVN tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk
Nadere informatie- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.
NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H6 22-12-10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven met in totaal 31 punten. Gebruik van BINAS en grafische rekenmachine is toegestaan. Opgave 1: De helling af (16p) Een wielrenner
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave SPECT-CT-scan B maximumscore 3 antwoord: 99 99 Mo Tc + 0 e + ( γ) of 99 99 Mo Tc + e + ( γ ) 4 43 het elektron
Nadere informatieParallelschakeling - 2
Parallelschakeling - 2 In de vorige les over de parallelschakeling hebben we gezien dat de spanning in de parallelschakeling overal gelijk is. Verder hebben we deelstromen berekend en opgeteld tot de totale
Nadere informatieWerken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275
Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,
EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 Vrijdag 19 augustus, 9.30-11.30 uur \,._, NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie
Nadere informatieOefenopgaven versnelling, kracht, arbeid. Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord
Oefenopgaven versnelling, kracht, arbeid Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord Noteer bij je antwoord de juiste eenheid. s = v * t s = afstand
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2006-I
Eindexamen natuurkunde - havo 006-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Itaipu uitkomst: In dat jaar waren er gemiddeld generatoren in bedrijf. voorbeelden van een berekening: methode Als een generator continu
Nadere informatieNATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke
Nadere informatie1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit
Hoofdstuk 2 Elektrostatica Doelstellingen 1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit 2.1 Het elektrisch
Nadere informatieMINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015 VAK : NATUURKUNDE DATUM : DINSDAG 23 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of
Nadere informatieInleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.
Inleiding hv Opdracht Statische elektriciteit Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken Opdracht Serie- en parallelschakeling Leg van elke schakeling uit ) of het een serie-
Nadere informatieVLAKKE PLAATCONDENSATOR
H Electrostatica PUNTLADINGEN In een ruimte bevinden zich de puntladingen A en B. De lading van A is 6,010 9 C en die van B is +6,010 9 C. Om een idee van afstanden te hebben is in het vlak een rooster
Nadere informatieNatuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie
4M versie 1 Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen Werk netjes en nauwkeurig Geef altijd een duidelijke berekening of een verklaring Veel succes, Zan Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen,
Nadere informatieNaam: examennummer:.
Naam: examennummer:. Geef de uitwerking van de opgaven steeds op de lege zijde rechts naast de opgave. Geef duidelijk de onderdelen aan. De vragen moeten op de stencils beantwoord worden. Lever geen andere
Nadere informatieR Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk
PROEFWERK TECHNOLOGIE VWO MODULE 6 ELECTRICITEIT VRIJDAG 19 maart 2010 R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk 2P 2P 2P Opgave 1 Tup en Joep willen allebei in bed lezen. Ze hebben allebei een fietslampje.
Nadere informatieALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.
LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de
Nadere informatieEindexamen wiskunde B vwo 2010 - I
Gelijke oppervlakten De parabool met vergelijking y = 4x x2 en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong O en in punt. Zie. y 4 3 2 1-1 O 1 2 3
Nadere informatieKrachten Hoofdstuk 1. Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)
Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde H3 Beweging
Samenvatting Natuurkunde H3 Beweging Samenvatting door Marith 737 woorden 21 november 2016 2,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting H3 Beweging Klas 3 Inhoud Paragraaf 1 3 Paragraaf
Nadere informatieKLAS 5 EN BEWEGING. a) Bereken de snelheid waarmee de auto reed en leg uit of de auto te hard heeft gereden. (4p)
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK 12-13: KRACHT EN BEWEGING OOFDSTUK 12-13: K 28/6/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (46 punten) en een uitwerkbijlage. Gebruik eigen grafische rekenmachine en
Nadere informatie2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax
00-I De parabool met vergelijking y = 4x x en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong en in punt. Zie de figuur. y= 4x x y= ax heeft de coördinaten
Nadere informatieQ l = 24ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 24ste Vlaamse Fysica Olympiade 1
Eerste ronde - 4ste Vlaamse Fysica Olympiade 4ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens
Nadere informatieOpgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser
Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%
Nadere informatieUitwerking Oefeningen Speciale Relativiteitstheorie. Galileitransformaties. versie 1.3, januari 2003
Uitwerking Oefeningen Speciale Relativiteitstheorie Galileitransformaties versie 1.3, januari 003 Inhoudsopgave 0.1Galileitransformatie 0.1.1 Twee inertiaalsystemen...................... 0.1. Een paraboolbaan.........................
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : vrijdag 28 april 2017 tijd : 13.30 tot 16.30 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 1) Iedere opgave dient
Nadere informatieNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur
NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer
Nadere informatieCRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.
CRUESLI Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem. gegeven: b = 4,5 cm l = 14 cm gevraagd: A formule: A =
Nadere informatieRekenkunde, eenheden en formules voor HAREC. 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul
Rekenkunde, eenheden en formules voor HAREC 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul Vooraf : expectation management 1. Verwachtingen van deze presentatie (inhoud, diepgang) U = R= R. I = 8 Ω. 0,5 A =
Nadere informatieStudievoorbereiding. Vak: Natuurkunde voorbeeldexamen. Toegestane hulpmiddelen: Rekenmachine. Het examen bestaat uit: 32 meerkeuzevragen
Studievoorbereiding VOORBLAD EXAMENOPGAVE Vak: Natuurkunde voorbeeldexamen Tijdsduur: Toegestane hulpmiddelen: Rekenmachine Het examen bestaat uit: 32 meerkeuzevragen Aantal pagina s: 10 Beoordeling van
Nadere informatieUitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)
Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),
Nadere informatieEen elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.
Inhoud Basisgrootheden... 2 Verwarmingsinstallatie... 3 Elektrische schakelingen... 4 Definities van basisgrootheden... 6 Fysische achtergrond bij deze grootheden... 6 Opgave: Geladen bollen... 7 De wet
Nadere informatieFysica. Een lichtstraal gaat van middenstof A via middenstof B naar middenstof C. De stralengang van de lichtstraal is aangegeven in de figuur.
Vraag 1 Een lichtstraal gaat van middenstof A via middenstof B naar middenstof C. De stralengang van de lichtstraal is aangegeven in de figuur. A n A B n B C n C Dan geldt voor de brekingsindices n A,
Nadere informatieUitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo
Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo 1 Arbeid verrichten 1 a) = 0 b) niet 0 en in de richting van de beweging c) =0 d) niet 0 e tegengesteld aan de beweging 2 a) De wrijvingskracht
Nadere informatieVAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Nadere informatie4,1. Samenvatting door L. 836 woorden 21 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2.
Samenvatting door L. 836 woorden 21 november 2012 4,1 51 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2. Hoofdstuk 3 Stroom, spanning en weerstand. * Elektrische
Nadere informatieEindexamen havo natuurkunde pilot II
Eindexamen havo natuurkunde pilot 0 - II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden scorepunten toegekend. Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore Voor de grondtoon
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I
- + Eindexamen natuurkunde vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Valentijnshart Maximumscore 4 uitkomst: b 2,9 mm Bij het fotograferen van een voorwerp in het oneindige geldt: b f Bij het fotograferen
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatieTentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW)
Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW) Tijd: 27 mei 12.-14. Plaats: WN-C147 A t/m K WN-D17 L t/m W Bij dit tentamen zit aan het eind een formuleblad. Eenvoudige handrekenmachine is toegestaan
Nadere informatieVlaamse Fysica Olympiade 31ste editie Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 31ste editie
Nadere informatieKrachten (4VWO) www.betales.nl
www.betales.nl Grootheden Scalairen Vectoren - Grootte - Eenheid - Grootte - Eenheid - Richting Bv: m = 987 kg x = 10m (x = plaats) V = 3L Bv: F = 17N s = Δx (verplaatsing) v = 2km/h Krachten optellen
Nadere informatieoefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.
Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Elektrisch veld In de vacuüm gepompte beeldbuis van een TV staan twee evenwijdige vlakke metalen platen
Nadere informatie6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1
Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december 2014 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde 1.1 Sommige materialen kunnen stroom doorlaten > geleiders. Isolatoren laten geen stroom door. De grootte
Nadere informatieTijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
NATUURKUNDE KLAS 5 INHAAL PROEFWERK ROEFWERK H10 + H6 3/2010 Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door C. 2009 woorden 16 januari 2014 7,2 6 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 1 Elektriciteit 1.1 Er bestaan twee soorten elektrische lading
Nadere informatie12 Elektrische schakelingen
Elektrische schakelingen Onderwerpen: - Stroomsterkte en spanning bij parallel- en serieschakeling - Verangingsweerstand bij parallelschakeling. - Verangingsweerstand bij serieschakeling.. Stroom en spanning
Nadere informatieEindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1
Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat
Nadere informatieUITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde
UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN voor schoolexamen (SE0) en examen 5 HAVO natuurkunde katern 1: Mechanica editie 01-013 UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN voor schoolexamen (SE0) en examen 5 HAVO natuurkunde
Nadere informatieAls de trapper in de stand van figuur 1 staat, oefent de voet de in figuur 2 aangegeven verticale kracht uit op het rechter pedaal.
Natuurkunde Havo 1984-II Opgave 1 Fietsen Iemand rijdt op een fiets. Beide pedalen beschrijven een eenparige cirkelbeweging ten opzichte van de fiets. Tijdens het fietsen oefent de berijder periodiek een
Nadere informatieFysica. Indien dezelfde kracht werkt op een voorwerp met massa m 1 + m 2, is de versnelling van dat voorwerp gelijk aan: <A> 18,0 m/s 2.
Vraag 1 Beschouw volgende situatie nabij het aardoppervlak. Een blok met massa m 1 is via een touw verbonden met een ander blok met massa m 2 (zie figuur). Het blok met massa m 1 schuift over een helling
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2004-II
Eindexamen natuurkunde havo 004-II 4 Beoordelingsmodel Opgave Windenergie Maximumscore voorbeeld van een antwoord: Uit het kaartje blijkt dat de windsnelheid boven zee groter is dan boven land. Een grotere
Nadere informatieEindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1
Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Opgave 1 Botsend blokje (5p) Een blok met een massa van 10 kg glijdt over een glad oppervlak. Hoek D botst tegen een klein vastzittend blokje S
Nadere informatieT HEORIE a FYSICA c i s Fy
T HEORIE FYSICA Algemeen Inleiding Deze mini- cursus geeft een beknopt maar volledig overzicht van de theorie zoals gezien in het middelbaar onderwijs. Deze theoriecursus moet eerder als opfrissingsmiddel
Nadere informatieLessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege
Lessen in Krachten Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Krachten werken op alles en iedereen. Sommige krachten zijn nodig om te blijven leven. Als er bijv. geen zwaartekracht zou zijn, zouden
Nadere informatieRBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).
HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine
Nadere informatieElektriciteit Inhoud. Elektriciteit demonstraties
Elektriciteit Inhoud Inleiding : Deze les Spanning: Wat is dat, hoe komt dat? Stroom(sterkte) : Wat is dat, hoe komt dat? Practicum: (I,)-diagram van een lampje en een weerstand Weerstand : Wet van Ohm
Nadere informatieHEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009
MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT
Nadere informatie7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss
7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss Berekening van electrische flux Alleen de component van het veld loodrecht op het oppervlak draagt bij aan de netto flux. We definieren de electrische
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting door een scholier 1016 woorden 19 januari 2003 5,6 80 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting hoofdstuk
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 vwo II
Opgave 1 Defibrillator Een defibrillator wordt gebruikt om het hart van mensen met een acute hartstilstand te reactiveren. Zie figuur 1. figuur 1 electroden De borstkas van de patiënt wordt ontbloot, waarna
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2003-I
Eindexamen natuurkunde havo 2003-I 4 Antwoordmodel Opgave Verwarmingslint Maximumscore 2 voorbeeld van een antwoord: Ook bij hoge buitentemperaturen (waarbij geen gevaar voor bevriezing is) geeft het lint
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS 1 17 APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 Enige constanten en dergelijke MECHANICA 1 Twee prisma`s. (4 punten) Twee gelijkvormige prisma s met een hoek α van 30 hebben
Nadere informatieElektrische stroomnetwerken
ntroductieweek Faculteit Bewegings- en evalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Elektrische stroomnetwerken Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik
Nadere informatie