CONCEPT. Kracht door verbinding. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CONCEPT. Kracht door verbinding. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs"

Transcriptie

1 CONCEPT Kracht door verbinding Ondersteuningsplan Passend Onderwijs SAMENWERKINGSVERBAND PRIMAIR ONDERWIJS Aalburg, Heusden, Loon op Zand, Waalwijk REGIO PO Looptijd: 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2018 Versie 7.B (WIJZIGINGEN TOEGEPAST) 26 februari 2014

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Kracht door verbinding 1.1 Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 1.2 Samenhang andere documenten 1.3 Formele vaststelling van het ondersteuningsplan Hoofdstuk 2 Missie en Visie van het Samenwerkingsverband De Wet Passend Onderwijs 2.2 Missie van het samenwerkingsverband Visie van het samenwerkingsverband Passend onderwijs als een omslag 2.5 Op diverse niveaus verbonden Hoofdstuk 3 Organisatie van het Samenwerkingsverband Bestuurlijke uitgangspunten 3.2 Inrichting van de organisatie 3.3 Jaarcyclus van het samenwerkingsverband Medezeggenschap 3.5 Geschillenregeling 3.6 Personeel 3.7 Uitwerking in activiteitenplan 3.8 Organigram Hoofdstuk 4 Resultaat gericht werken in Passend Onderwijs 4.1 Startsituatie samenwerkingsverband 30-10; de regio in beeld 4.2 Algemene doelen 4.3 Kwantitatieve doelstellingen Inzet van middelen Resultaat op verwijzing, terugplaatsing en tussenarrangementen 4.4 Kwalitatieve resultaten 4.5 Uitwerking in activiteitenplan Hoofdstuk 5 Inrichting Passend Onderwijs 5.1 Vormgeving van de zorgplicht 5.2 Basisondersteuning Schets van de basisondersteuning per 1 augustus Nulmeting basisondersteuning Versterking van de basisondersteuning 5.3 Extra ondersteuningsvoorzieningen vanaf 1 augustus Relevante wet- en regelgeving passend onderwijs Ontwikkelingsperspectief Deskundigen samenwerkingsverband Toelaatbaarheidsverklaring Afspraken met cluster 1 en Afspraken over ondersteuning leerlingen met epilepsie 5.5 Instroom vanuit voorschoolse voorzieningen 5.6 Overgang primair onderwijs naar voortgezet onderwijs 5.7 Onderwijs aan zieke leerlingen 5.8 Uitwerking in activiteitenplan Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

3 Hoofdstuk 6 Kwaliteitsontwikkeling 6.1 We gaan voor kwaliteit 6.2 Monitoring en evaluatie 6.3 Planning en control cyclus 6.4 Verantwoording van inzet van middelen 6.5 Uitwerking in activiteitenplan Hoofdstuk 7 Samenwerking met ouders 7.1 Ouders als educatief partners 7.2 Afstemming rondom individuele leerlingen 7.3 Ouders en medezeggenschap 7.4 In geval conflict en geschil 7.5 Uitwerking in activiteitenplan Hoofdstuk 8 Communicatieplan 8.1 Veel doelgroepen 8.2 Wat gaan we communiceren 8.3 Doelstellingen communicatieplan 8.4 Inzet communicatiemiddelen 8.5 Activiteitenplan: Communicatieplan in ontwikkeling 8.6 Uitwerking in activiteitenplan Hoofdstuk 9 Passend Onderwijs in relatie tot gemeentelijk beleid 9.1 Belang van afstemming en samenhang 9.2 Het voeren van op overeenstemming gericht overleg 9.3 Samenwerkingsverband en de gemeenten: een overzicht 9.4 Voorstel Werken aan een stevige basis van samenwerking 9.6 Uitwerking in activiteitenplan Hoofdstuk 10 Financiën van het Samenwerkingsverband Bekostigingssystematiek PO Nadere toelichting op wet- en regelgeving 10.3 Op weg naar de begroting 10.4 Van ondersteuningsplan naar begroting Bijlagen 1. Overzicht schoolbesturen en scholen 2. Contactgegevens samenwerkingsverband Begrippen en definities passend onderwijs 4. Overzicht van commissies voor beroep en bezwaar 5. Nulmeting Basisondersteuning (Fontys Fydes, december 2013) 6. Lijst met afkortingen 7. Procedure aanvraag extra ondersteuning Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

4 Hoofdstuk 1 Kracht door verbinding 1.1 Ondersteuningsplan Passend Onderwijs Voor u ligt het Ondersteuningsplan Passend Onderwijs van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Primair Onderwijs Aalburg, Heusden, Loon op Zand en Waalwijk (voortaan: samenwerkingsverband 30-10). Dit ondersteuningsplan kent een looptijd van vier schooljaren en heeft een geldigheidsduur die loopt van 1 augustus 2014 tot en met 31 juli Separaat van dit ondersteuningsplan wordt de begroting van het samenwerkingsverband aangeboden. Hoofddoel van dit ondersteuningsplan is dat samen met alle scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs alle leerlingen uit de regio passend onderwijs ontvangen. Om dat te realiseren is de steun nodig van partners zoals de instellingen voor jeugdhulp en de gemeenten. Ook is het bijzonder belangrijk om een goede samenwerking op te bouwen en afspraken te maken met de voorschoolse instellingen. Gezien de complexiteit van deze opgave heeft de overheid ervoor gekozen om hiervoor bestuurlijke samenwerkingsverbanden in te richten. Dat gebeurt vanuit de vooronderstelling dat samenwerking tussen schoolbesturen en scholen leidt tot meer daadkracht en mogelijkheden en dat leerlingen met ondersteuningsvragen daarmee extra gesteund worden. Vandaar dat dit ondersteuningsplan de titel Kracht door verbinding heeft meegekregen. Al een groot aantal jaren wordt in deze regio van het samenwerkingsverband gewerkt aan het realiseren van passend onderwijs en is de ondersteuningsstructuur in die periode versterkt. We verwachten dat na 1 augustus 2014 er een verdieping en verbreding van de werkzaamheden plaatsvindt. Dat is mogelijk dankzij: - de wettelijke invoering van de zorgplicht voor de schoolbesturen 1 ; - de overheveling van een aantal taken naar het nieuwe samenwerkingsverband; - de verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband voor de toekenning van (extra) ondersteuning; - de intensivering van de samenwerking met het speciaal onderwijs; - de intensivering van de samenwerking met de gemeenten en de instellingen voor jeugdhulp 2. We beseffen ook dat tot 1 augustus 2014 de schoolbesturen van het toekomstig samenwerkingsverband PO samenwerken binnen twee samenwerkingsverbanden voor Weer Samen Naar School. De overheid heeft besloten om deze twee verbanden samen te voegen tot één samenwerkingsverband passend onderwijs. Uiteraard is binnen de beide samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School een eigen werkwijze ontwikkeld en zich eigen gemaakt. In de aanloop naar dit ondersteuningsplan en ook in de beginperiode van de uitvoering ervan zal daar dan ook nadrukkelijk rekening mee gehouden moeten worden. Het is dan 1 In bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de definities en begrippen van passend onderwijs die in dit plan gebruikt worden. 2 We kiezen in dit plan, o.a. in verband met de leesbaarheid, voor de algemene term jeugdhulp. We sluiten hierbij aan bij notities van het rijk over de transitie van de jeugdzorg en de concepttekst voor nieuwe wetgeving, waarin sprake is van de algemene aanduiding van jeugdhulp. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

5 ook gewenst en verstandig, met respect voor ieders verworvenheden, gezamenlijk toe te werken naar een nieuwe werkwijze en naar een nieuw perspectief voor het verlenen van ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. Daarbij moet het belang van de schoolloopbaan van leerlingen voorop staan en moet iedereen het besef hebben dat verbinding en samenwerking een bijdrage leveren aan kwaliteit en kracht. Bij de samenstelling van het ondersteuningsplan is gebruik gemaakt van de handreiking van de PO-Raad. Tevens is bij de samenstelling rekening gehouden met de wettelijk verplichte onderwerpen volgens de wet passend onderwijs (artikel 17). Het ondersteuningsplan beschrijft volgens de wet: a. de wijze waarop een samenhangend geheel van voorzieningen voor extra ondersteuning wordt georganiseerd met als doel dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen; b. de procedure en de criteria voor de verdeling, besteding en toewijzing van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen, inclusief een meerjarenbegroting; c. de procedure en criteria voor de toelaatbaarheid en plaatsing van leerlingen op speciale scholen voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband en op scholen voor speciaal onderwijs, met inbegrip van de advisering daaromtrent; d. de procedure en het beleid met betrekking tot de terugplaatsing en overplaatsing naar het basisonderwijs van leerlingen van scholen voor speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs; e. de beoogde en bereikte kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning behoeven en de daarmee samenhangende bekostiging; f. de wijze waarop is voorzien in informatieverstrekking aan ouders, 3 met inbegrip van informatie over ondersteuningsvoorzieningen, de wijze waarop persoonsgegevens mogen worden gebruikt en worden verwerkt en beschermd; g. de wijze van bekostiging van het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs. 1.2 Samenhang andere documenten Met de invoering van de wet passend onderwijs wordt ook een aantal nieuwe regels betreffende de ondersteuning aan leerlingen ingevoerd. Dat heeft tot gevolg dat in dit eerste ondersteuningsplan ook veel informatie opgenomen is over al die nieuwe aspecten. Daarmee krijgt het ook een informerende functie over passend onderwijs en is het dus meer dan uitsluitend een planningsdocument. Op 1 augustus 2014 wordt ook een nieuw financieringsstelsel voor passend onderwijs ingevoerd. Dat stelsel geeft aan een samenwerkingsverband meer mogelijkheden om een regionaal beleid, ook in financiële zin, te ontwikkelen. Het dwingt de samenwerkingsverbanden de leerlingstromen zeer nauwkeurig te volgen en te monitoren en die gegevens te gebruiken voor de verdere beleidsontwikkeling. In hoofdstuk 6 komen we hier verder terug. Dit thema wordt verder uitgewerkt en wordt opgenomen in het activiteitenplan. Bovenstaande leidt er toe dat het vrijwel onmogelijk is om voor een periode van vier jaar een gedetailleerd plan samen te stellen. Vandaar dat er voor wordt gekozen om een jaarlijkse planningscyclus op te zetten. Per jaar wordt gewerkt met activiteitenplannen passend onderwijs. Op die manier kan veel beter aangesloten worden bij de actualiteit en bij ontwikkelingen van de scholen. Daar komt bij dat dit samenwerkingsverband op 3 Overal waar gesproken wordt van ouders wordt bedoeld ouders verzorgers. In verband met de leesbaarheid kiezen wij voor het gebruik van ouders. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

6 den duur ook te maken krijgt met de effecten van de invoering van de financiële verevening. Ook dat rechtvaardigt een werkwijze met jaarlijkse activiteitenplannen. De verevening heeft vanaf gevolgen voor het samenwerkingsverband Immers vanaf dat schooljaar daalt het resterende ondersteuningsbudget in stappen met een bedrag van bijna ,00. Dit heeft gevolgen voor de planning van activiteiten van 2016 tot en met Het verplicht het samenwerkingsverband ook om te investeren in de versterking van de basisondersteuning en meer leerlingen met ondersteuningsbehoeften op te vangen binnen de reguliere setting. Aan het eind van ieder hoofdstuk van dit ondersteuningsplan wordt steeds aangegeven welke onderwerpen nog nader uitgewerkt moeten worden in de periode tot 1 augustus Daarmee krijgt de lezer ook een goed overzicht van de werkzaamheden die in het verlengde van dit plan nog uitgevoerd moeten worden. Dit ondersteuningsplan staat uiteraard niet op zichzelf en vertoont een sterke samenhang met andere documenten. De wet passend onderwijs geeft aan dat scholen voor een periode van vier jaar een schoolondersteuningsprofiel opstellen. In dat profiel beschrijven de scholen welke basisondersteuning zij kunnen bieden en op welke wijze zij bijdragen aan de ondersteuning aan leerlingen. Ook geven zij aan welke extra ondersteuning de scholen, met steun van het samenwerkingsverband 30-10, kunnen bieden aan leerlingen met ondersteuningsbehoeften. Op die manier wordt ook de continuïteit in de extra ondersteuning aan leerlingen met een rugzak in het schooljaar gewaarborgd. Overigens zijn de schoolbesturen verantwoordelijk voor de ontwikkeling en voor de kwaliteit van de basisondersteuning en de schoolondersteuningsprofielen. In de aanloop naar de samenstelling van dit ondersteuningsplan is een inventariserend onderzoek uitgevoerd door Fontys Fydes onder alle deelnemende scholen over de basisondersteuning. De resultaten van dat onderzoek geven een goed zicht op de huidige stand van zaken, de sterke kanten en ontwikkelpunten van de scholen. Een overzicht van de schoolondersteuningsprofielen is ook gewenst in verband met de uitvoering van de zorgplicht. Tegelijkertijd wordt ook verwacht dat iedere school in haar schoolplan en schoolgids de nodige aandacht geeft aan de invoering van passend onderwijs. In het bijzonder geeft ze daarbij een samenvatting van het eigen schoolondersteuningsprofiel. In de afgelopen periode is ook aandacht besteed aan de verbinding tussen het onderwijs, de instellingen voor jeugdhulp en de gemeenten. De gemeenten werken hard aan de inrichting van een nieuw zorgstelsel. Zij doen dat in het kader van de invoering van het nieuwe stelsel voor de jeugdhulp en de transitie van de jeugdhulp. Beide ontwikkelingen zetten leerlingen en hun ouders centraal en moeten elkaar ondersteunen en versterken. Het samenwerkingsverband participeert in meerdere overleggen om de totale ondersteuning voor de jeugd in haar werkgebied in samenhang te organiseren. Deze thema s zijn ook onderdeel van het op overeenstemming gericht overleg (voortaan: OOGO) met de gemeenten, de instellingen voor de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk, de partners van het voortgezet onderwijs en de instellingen voor cluster 1 en Formele vaststelling van het ondersteuningsplan Het wettelijk verplichte overleg van het samenwerkingsverband en de vier gemeenten heeft plaatsgevonden op 13 februari 2014.Tijdens dat overleg hebben de gemeenten Aalburg, Heusden, Loon op Zand en Waalwijk in principe instemming gegeven Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

7 aan het concept van het ondersteuningsplan. In de maanden maart en april 2014 vinden op ambtelijke niveau nog enkele uitwerkingen plaats. Het ondersteuningsplan is ter instemming op 28 januari 2014 voorgelegd aan de ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband. Deze raad heeft op haar instemming verleend aan het plan waarna het plan door het bestuur van het samenwerkingsverband op definitief is vastgesteld. Op 1 mei 2014 is het vastgestelde plan aangeboden aan de onderwijsinspectie. Het voorliggende ondersteuningsplan beschrijft wat dit samenwerkingsverband doet en nog wil doen om passend onderwijs te optimaliseren. Het ondersteuningsplan is uiteraard een verantwoording van de inzet naar zowel intern als extern betrokkenen, en is zo geschreven dat het ook als leidraad voor de komende periode gebruikt kan worden. Het moet voor iedereen duidelijk zijn hoe we in dit samenwerkingsverband passend onderwijs organiseren en wie daarbij betrokken zijn. Communicatie is daarom essentieel voor het realiseren van onze doelstellingen. Voor alle betrokkenen bij het samenwerkingsverband is het daarom van belang dat zij goed geïnformeerd zijn over de plannen, de inrichting en de werkwijze van passend onderwijs. Daartoe wordt een handzame informatiebrochure samengesteld die dat kernachtig kan weergeven. Het ondersteuningsplan sluit aan bij de huidige ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband en bij de scholen. Voor allen moet helder zijn dat bij de samenstelling vooral het belang van leerlingen met ondersteuningsvragen centraal heeft gestaan. Bij de totstandkoming van dit ondersteuningsplan is een aantal personen nauw betrokken geweest. De coördinatoren van de samenwerkingsverbanden WSNS Over Maas en Duin en Heusden en een vertegenwoordiger van het speciaal onderwijs hebben een grote bijdrage geleverd aan de inbreng van de verworvenheden van de beide samenwerkingsverbanden en van het speciaal onderwijs. Ook was er een uitwerkingsgroep aan het werk, die gefunctioneerd heeft als een College van Bestuur ad interim. Een interim projectleider heeft alle werkzaamheden aangestuurd en gecoördineerd. Tot slot een woord van dank aan de Accountmanager Passend Onderwijs van het ministerie OCW. Op een aantal onderdelen heeft zij relevante informatie verstrekt en er was sprake van korte lijnen. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Primair Onderwijs College van Bestuur a.i. Mevrouw R. Pennings Stichting ZML Noordoost Brabant J. M. de Bruin Stichting Willem van Oranje H. van der Pas Stichting Scala Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

8 Hoofdstuk 2 Missie en visie van het Samenwerkingsverband De Wet Passend Onderwijs In artikel 17a, lid 2 van de wet passend onderwijs wordt de volgende doelstelling voor het werken in een samenwerkingsverband omschreven: het samenwerkingsverband stelt zich ten doel een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen te realiseren en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Voor alle leerlingen Deze doelstelling betekent in feite dat van passend onderwijs alle leerlingen van een school gaan profiteren. Ten aanzien van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt een verbijzondering gemaakt. Ook is het van belang dat in de doelformulering de overheid de samenhang tussen voorzieningen onderstreept en dat zij spreekt over voorzieningen zowel binnen als tussen de scholen. Zorgplicht Nauw in aansluiting op deze doelstelling geldt dat vanaf 1 augustus 2014 de besturen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de zorgplicht. Deze verplichting houdt in dat de verantwoordelijkheid voor de schoolloopbaan van leerlingen bij de schoolbesturen ligt. Zowel bij de aanvang van de schoolloopbaan in het primair onderwijs als tijdens het verloop ervan moet een school, wanneer zij de ondersteuning voor een leerling niet meer kan verlenen, dat onderbouwen en aan ouders aangeven welke school beter in staat is het onderwijs en de ondersteuning te verlenen. Dekkend netwerk Verder gaat de wetgever ervan uit dat de kracht van de samenwerking tussen de scholen voor primair onderwijs en speciaal onderwijs wordt versterkt en dat er zorg gedragen wordt voor een dekkend netwerk zodat alle leerlingen passend onderwijs kunnen ontvangen. Beseft wordt dat het onderwijs deze doelstellingen niet zelf kan waar maken. Samenwerking met gemeenten, instellingen voor jeugdhulp en instellingen voor de voorschoolse periode zijn daarbij van essentieel belang. Om de afstemming tussen het onderwijs, de gemeenten en de jeugdhulp te verbeteren is een verplicht op OOGO in de wet opgenomen. Specifiek voor dit samenwerkingsverband geldt dat doordat er binnen de eigen regio geen voorzieningen speciaal onderwijs zijn opgenomen er aanvullende bestuurlijke afspraken zijn gemaakt met de besturen van het speciaal onderwijs. Deze besturen maken via de opting-in regeling onderdeel uit van de deelnemersraad. Daarnaast zijn er structurele afspraken met de besturen en de scholen van cluster 1 en 2. Positie van ouders In de memorie van toelichting op de wet passend onderwijs wordt, vanuit het perspectief van ouders, de volgende omschrijving van zorgplicht gegeven: De invoering van passend onderwijs betekent dat wanneer ouders hun kind dat extra ondersteuning behoeft op een bepaalde school aanmelden, deze school de taak heeft dit kind een zo goed mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Als de school zelf geen passend onderwijs kan bieden, heeft de school de verantwoordelijkheid om een zo goed mogelijke plek op een andere school aan te bieden. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

9 De leraar 4 Door de invoering van passend onderwijs wordt een sterk beroep gedaan op de school en de leraar. Het doel is en blijft dat dankzij passend onderwijs het aantal leerlingen met ondersteuningsvragen meer en meer in het regulier onderwijs opgevangen wordt. Voor de school en de leraar betekent dat dat er een groter beroep gedaan wordt op didactische kwaliteiten als omgaan met verschillen, gedifferentieerd werken en klassenmanagement. 2.2 Missie van het samenwerkingsverband Aan de uitgangspunten van passend onderwijs liggen diverse beleidsdocumenten en visies ten grondslag. Deze gaan in wezen alle in op de kernvraag hoe het onderwijs rekening kan houden met verschillen tussen kinderen. Voor het fundament van passend onderwijs wordt verwezen naar de Salamanca Verklaring van de UNESCO (1994). Daarin wordt o.a. verklaard dat: - ieder kind unieke eigenschappen, interesses, mogelijkheden en leerbehoeften heeft; - ieder kind een fundamenteel recht heeft op onderwijs en in staat wordt gesteld een acceptabel niveau van leren te bereiken en op peil te houden; - opleidingen moeten worden ontworpen en onderwijsprogramma s ingevoerd, die rekening houden met deze eigenschappen en leerbehoeften. De scholen van dit samenwerkingsverband spreken de intentie uit onderwijs te verzorgen passend bij de ondersteuningsbehoefte, mogelijkheden van leerlingen en zo thuisnabij mogelijk. Onze ambitie is om dit, aansluitend op de doelstellingen van passend onderwijs, zoveel als mogelijk te doen binnen het regulier basisonderwijs en waar nodig in het speciaal (basis) onderwijs. Thuisnabij is in deze een relatief en een subjectief begrip. Het geeft wel de ambitie weer om steeds zo dicht mogelijk bij huis te zoeken naar de meest passende plaats voor de leerling. 2.3 Visie van het samenwerkingsverband 30-10: Kracht door verbinding De kracht van het samenwerkingsverband is het vertrouwen op de ontwikkelingskracht van iedere school en de verbinding van die krachten tussen de scholen. Het samenwerkingsverband gaat uit van de mogelijkheden van elk kind met zijn of haar unieke talenten. Alle kansen worden geboden om die te ontwikkelen. Het samenwerkingsverband draagt bij aan een zo optimaal mogelijke leeromgeving waarbinnen elk kind wordt voorbereid op een volwaardige deelname aan de samenleving. Scholen, ouders, instellingen voor jeugdhulp en experts werken samen aan een passende onderwijsplek voor alle kinderen. Het samenwerkingsverband heeft daarbij een ondersteunende en faciliterende rol. Dit betekent concreet voor alle betrokkenen dat - ieder kind kwalitatief passend onderwijs krijgt zo thuisnabij mogelijk; - ondersteuningsbehoeften van leerlingen centraal staan bij het denken, kijken, praten en handelen; - alle leerlingen naar school gaan en er geen thuiszitters zijn; - het ondersteuningsprofiel en de ondersteuningsstructuur onderdeel zijn van het geheel van het samenwerkingsverband 30-10; 4 In dit ondersteuningsplan wordt consequent de term leraar gebruikt. Daarmee sluiten wij aan bij de wettelijke en arbeidsrechtelijke aanduidingen van dit beroep. 5 Voor deze paragrafen is gebruik gemaakt van de uitgangspunten, zoals die geformuleerd zijn in de hoofdlijnennotitie Naar Passend Onderwijs, 17 juni Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

10 - naast kennisoverdracht er aandacht is voor de persoonlijkheidsontwikkeling en zelfredzaamheid van leerlingen en dat zij worden voorbereid op een betekenisvolle en actieve rol in de samenleving; - de basisondersteuning van alle scholen van goede kwaliteit is; 6 - er een passende bovenschoolse ondersteuning is, wanneer er meer ondersteuning nodig is dan de school kan bieden. Het samenwerkingsverband stemt haar beleid en de uitvoering daarvan daar op af; - het realiseren van een goed onderwijsaanbod vraagt in sommige gevallen de inzet van expertise van externe partners. Daarom is een structureel samenhangende samenwerking met en tussen partners vanuit jeugdhulp, speciaal onderwijs, voorschoolse voorzieningen, voortgezet onderwijs en gemeenten nodig zodat er gezamenlijk binnen de regio een dekkend aanbod geboden wordt; - de scholen hun zorgplicht waar maken en indien zij geen passende onderwijsplek kunnen bieden aan een leerling, ervoor zorgen dat de leerling elders kan worden geplaatst; - de beschikbare middelen van het samenwerkingsverband ten goede komen aan de ondersteuning van de kinderen. 2.4 Passend onderwijs als een omslag Bij realisering van het bovenstaande wordt passend onderwijs zo thuisnabij mogelijk en in nauwe samenwerking met expertise rondom de school geboden. Indien de basisondersteuning niet toereikend is, wordt specifieke (externe) expertise ingezet. Dit gebeurt zo veel mogelijk op de eigen school van het kind. Zoals we in onze missie aangeven willen we een zodanig gedifferentieerd onderwijsaanbod creëren dat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen en onderwijs ontvangt passend bij de ondersteuningsbehoefte. Wanneer het regulier onderwijs, ondanks inzet van (externe) expertise, een specifiek onderwijsaanbod niet kan bieden, dan zal een vorm van speciaal (basis) onderwijs, dat beter aansluit bij de (specifieke) ondersteuningsbehoeften, worden gezocht. Passend onderwijs betekent ook een omslag in de kijk op leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben. Het denken in tekorten over een leerling maakt plaats voor denken in mogelijkheden. Het betekent ook dat onderwijs en ondersteuning als één worden gezien. Steeds staat centraal welke aanpak een leerling nodig heeft en welke (bovenschoolse) ondersteuning aan de leraar/school geboden moet worden. Bovenstaande uitgangspunten en het kader van de 1- zorgroute/ handelingsgericht werken zijn leidend om ieder kind kwalitatief passend onderwijs te geven. Hierbij wordt duidelijk afgesproken wie, wat en wanneer biedt. Een opbrengstgerichte, planmatige manier van werken en het volgen van doorlopende leerlijnen spelen een belangrijke rol. 2.5 Op diverse niveaus verbonden De deelname aan een samenwerkingsverband is voor schoolbesturen en scholen geen vrijblijvende aangelegenheid. Meer nog dan ooit te voren moeten besturen en scholen zich realiseren dat er nogal wat consequenties verbonden zijn aan de onderlinge samenwerking. Die verbondenheid vindt zowel een basis in de financiering van het samenwerkingsverband als in de inhoudelijke ontwikkeling. Het besef moet groeien dat beslissingen van de ene school over de schoolloopbaan van leerlingen gevolgen hebben voor de overige scholen (Memorie van Toelichting Passend Onderwijs). Een verdere groei van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs en in het speciaal basisonderwijs heeft gevolgen voor de financiën van alle scholen. 6 In hoofdstuk 5 wordt uitgebreid op de basisondersteuning ingegaan. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

11 Op inhoudelijk niveau zijn scholen met elkaar verbonden door de afspraken over de basisondersteuning en de vastlegging daarvan in het schoolondersteuningsprofiel. Dat wil zeggen dat in principe voor alle leerlingen die zijn ingeschreven op de school geldt dat de school de verantwoordelijkheid heeft deze leerlingen toe te leiden naar de eindstreep. Wanneer tijdens de loopbaan van de leerling er ondersteuningsvragen komen heeft iedere school de verplichting daar, conform de afspraken in het samenwerkingsverband 30-10, naar te handelen. Het is de ambitie van het samenwerkingsverband dat de ondersteuningsmogelijkheden in het regulier onderwijs worden uitgebreid en dat meer leerlingen thuisnabij onderwijs krijgen. Om dit te kunnen realiseren moeten we verder werken aan het versterken van de basisondersteuning en moeten er speciale arrangementen 7 worden ingericht. Tegelijkertijd willen de samenwerkende besturen de kwaliteit van alle werkzaamheden voor de leerlingen in het gebied bewaken en bevorderen. Doelgericht en resultaatgericht werken zijn daarbij belangrijke sleutelwoorden. Tegelijkertijd biedt de netwerkstructuur van basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs, instellingen voor jeugdhulp en instellingen voor de voorschoolse periode kansen voor een bundeling van expertise en ervaring. 7 Het begrip arrangementen wordt op diverse manieren gebruikt. We spreken van een onderwijsarrangement wanneer er binnenschools specifieke en aanvullende maatregelen worden genomen. We spreken van een onderwijs-zorgarrangement, wanneer er bij de uitvoering van het arrangement structurele afspraken zijn gemaakt tussen het onderwijs en een instelling voor jeugdhulp. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

12 Hoofdstuk 3 Organisatie van het Samenwerkingsverband Bestuurlijke uitgangspunten In de aanloop naar het nieuwe samenwerkingsverband is gewerkt aan de samenstelling van een notitie bestuurlijke inrichting (april 2013). Deze is door de samenwerkende besturen vastgesteld en geldt als basis voor de statuten en voor dit ondersteuningsplan. Het samenwerkingsverband kiest voor een stichtingsvorm met een zogenaamd Raad van Toezicht model. De stichting is opgericht door de besturen van de scholen voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs met een vestiging in regio De regio zelf kent geen scholen voor speciaal onderwijs. De schoolbesturen van de scholen voor speciaal onderwijs waar leerlingen staan ingeschreven die wonen in het werkgebied van het samenwerkingsverband kunnen via de zogenaamde opting-in regeling deel gaan uitmaken van de nieuwe stichting. Vijf besturen van scholen voor speciaal onderwijs maken van die regeling gebruik. Naast de statuten kent de stichting aansluitingsovereenkomsten voor ieder bestuur afzonderlijk. Het bestuur kiest voor het organiek scheiden van bestuur en toezicht. Dit doet recht aan de functie van de directeur-bestuurder en het heeft meer impact in overleg met externen, zoals de colleges van Burgemeester en Wethouders. Daarnaast is de rolverdeling in dit model transparanter. 3.2 Inrichting van de organisatie 9 In het hierna volgende gaan wij in op de organisatie van het samenwerkingsverband en in het bijzonder op de Raad van Toezicht, de Directeur-bestuurder 10, de Deelnemersraad en het Directeurenberaad. 1. De Raad van Toezicht Deze raad bestaat uit maximaal 5 personen, die onafhankelijk en integraal toezicht houden, dat wil zeggen zij zien erop toe of het samenwerkingsverband zijn maatschappelijke opdracht (het bieden van passend onderwijs) voldoende waarmaakt. De Raad van Toezicht kijkt van buiten naar binnen en daarom is het van belang dat zij voldoende feeling heeft met de maatschappelijke omgeving en daaruit ook afkomstig zijn. Het gaat om onafhankelijke leden dat wil zeggen dat men niet gelijktijdig bestuurlijke verantwoordelijkheid mag dragen bij één van de aangesloten schoolbesturen en daar niet als werknemer in dienst mag zijn. De taken van de Raad van Toezicht hebben betrekking op het uitvoeren van integraal toezicht, het adviseren van de directeur-bestuurder, het benoemen van de accountant, 8 In dit hoofdstuk is gebruik gemaakt van de notitie bestuurlijke inrichting en van de statuten. Het betreft hier een samenvatting. Dat betekent dat aan de tekst in dit hoofdstuk geen juridische consequenties verbonden mogen worden. 9 In het activiteitenplan vindt een nadere uitwerking plaats van alle aspecten van de organisatie, zoals de taakomschrijvingen, het toezichtskader e.d. 10 In de statuten van het samenwerkingsverband wordt gesproken van College van Bestuur. In de uitwerking wordt echter gesproken over een directeur-bestuurder. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

13 het uitvoeren van de werkgeversrol ten aanzien van de directeur-bestuurder en het geven van goedkeuring aan vrijwel alle door de wet opgelegde documenten. 2. Directeur-bestuurder De bestuurlijke bevoegdheden liggen bij de nog te benoemen directeur-bestuurder van het samenwerkingsverband De directeur-bestuurder is eindverantwoordelijk. Deze dient onafhankelijk te zijn en zonder belangenverstrengeling te kunnen functioneren. De wijze van besluitvorming van de directeur-bestuurder wordt in een reglement geregeld. De directeur-bestuurder voert de volgende taken uit: - voorbereiden, formeel vaststellen en uitvoeren ondersteuningsplan; - dagelijkse leiding aan het samenwerkingsverband inclusief personeel; - financieel beheer van de middelen van het samenwerkingsverband conform goedgekeurde begroting; - verantwoorden resultaten en inzet middelen aan Raad van Toezicht; - invullen van het werkgeverschap aan het personeel van het samenwerkingsverband (kernformatie); - realiseren van een juiste afstemming met deelnemersraad; - voeren van overleg met de ondersteuningsplanraad, de gemeenten, naburige samenwerkingsverbanden, instellingen voor jeugdhulp en overige instellingen en partners. In een nog op te stellen bestuursreglement wordt de verhouding met de Raad van Toezicht nader uitgewerkt. 3. De deelnemersraad Alle aangesloten schoolbesturen nemen plaats in de deelnemersraad van het samenwerkingsverband door het leveren van één afgevaardigde. Aan de afgevaardigden wordt de eis gesteld dat zij de functie van bestuur uitoefenen binnen hun schoolbestuur; dit kan zijn de functie van statutair bestuurder of gemandateerd bestuurder (algemeen directeur). De reden hiervoor is dat bestuursleden voldoende mandaat hebben om namens hun schoolbestuur een stem te kunnen uitbrengen. De deelnemersraad functioneert als een inspraak orgaan. Op de belangrijkste besluiten van het samenwerkingsverband heeft de deelnemersraad een instemmingsrecht. Hierbij wordt vooral gedacht aan het toezichtkader, het ondersteuningsplan en de begroting. Dit zorgt er voor dat er een breed draagvlak ontstaat voor doelstelling en werkwijze van het samenwerkingsverband De inbreng van de schoolbesturen in de deelnemersraad is van groot belang omdat het immers de schoolbesturen zijn die zorgplicht moeten uitvoeren. Zij zijn verantwoordelijk voor het leveren van passend onderwijs aan alle leerlingen. De deelnemersraad wordt vooralsnog voor het schooljaar voorgezeten door een externe voorzitter, die geen stemrecht heeft. De deelnemersraad voert de volgende taken uit: - instemming op concept-ondersteuningsplan en begroting; - instemming op concept-toezichtkader (helpt mee ontwikkelen); - instemming op kwaliteitsprofiel directeur-bestuurder; - adviesrecht op te benoemen directeur-bestuurder; - instemming op kwaliteitsprofiel Raad van Toezicht. 4. Het directeurenberaad De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de uitvoering van het ondersteuningsplan maar kan dat niet alleen. De directeur-bestuurder zal dit moeten doen in goed over- Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

14 leg met de schooldirecteuren, want passend onderwijs wordt in de klas gerealiseerd. De ondersteuning van het samenwerkingsverband zal moeten aansluiten op de ondersteuning die op de school aanwezig is en omgekeerd. Daarom is er een directeurenberaad dat als klankbord geldt voor de directeur-bestuurder en waar in de uitvoering van het ondersteuningsplan nadere afspraken met de scholen kunnen worden gemaakt. Tevens is het directeurenberaad ook de plek waar scholen van elkaar kunnen leren, waar collegiale consultatie plaatsvindt etc. Het directeurenberaad heeft de volgende taken: - overleg over uitvoering ondersteuningsplan met de directeur-bestuurder; - klankbordfunctie voor de directeur-bestuurder (advies); - overlegplatform (onderlinge consultatie). Bovenstaande zal nog nader uitgewerkt worden en er zal een werkzame organisatie ingericht worden. Daarbij moet rekening gehouden worden met het feit dat het in totaal gaat om ongeveer 60 directeuren. Een efficiënt organisatiemodel voor dit overleg wordt nog ontwikkeld. 3.3 Jaarcyclus van het samenwerkingsverband In het hier voorgaande is een globale schets gegeven van de organisatie. Van belang is nog te melden dat er gewerkt wordt aan de ontwikkeling van een toezichtskader. Hierin worden de bevoegdheden en werkwijze verder geregeld en vastgelegd. Ook is van belang dat het werken met een pdca cyclus (plan, do, check, act) wordt nagestreefd. Ook dat zal verder worden uitgewerkt in het toezichtskader. Basis daarvoor is o.a. de jaarcyclus van het samenwerkingsverband in de vorm van een jaarkalender. In die jaarkalender wordt aangegeven welke de taken zijn van de directeur-bestuurder, de raad van toezicht, de deelnemersraad, en het directeurenberaad. Het betreft de ontwikkeling van het ondersteuningsplan, de begroting, het activiteitenplan, het jaarverslag, de jaarrekening en de verantwoordings- en voortgangsrapportages. De deelnemersraad draagt zorg voor input en uiteindelijk ook voor instemming met de documenten. Het directeurenberaad vervult een klankbordfunctie en draagt zorg voor informatie over ontwikkelingen op de scholen. De goedkeuring van alle documenten is voorbehouden aan de Raad van Toezicht. Ten aanzien van het ondersteuningsplan geldt de wettelijke verplichting van instemming door de ondersteuningsplanraad. 3.4 Medezeggenschap De wet passend onderwijs omvat een aantal artikelen waarin de medezeggenschap geregeld is. In hoofdstuk 7 (paragraaf 7.3) zal ingegaan worden op de medezeggenschap van ouders ten aanzien van het ondersteuningsplan en het schoolondersteuningsprofiel. 1. Ondersteuningsplanraad samenwerkingsverband De ondersteuningsplanraad heeft een instemmingsrecht ten aanzien van het voorgenomen ondersteuningsplan. Het samenwerkingsverband heeft ervoor gekozen deze raad in de gelegenheid te stellen een bindende voordracht te doen voor ten minste één lid van de Raad van Toezicht. De ondersteuningsplanraad dient te bestaan uit een vertegenwoordiging van alle medezeggenschapsraden van de scholen binnen het samenwerkingsverband De ondersteuningsplanraad dient voor de helft uit ouders en voor de helft uit personeel te bestaan. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

15 Niet elke medezeggenschapsraad van een school hoeft met een vertegenwoordiger in de ondersteuningsplanraad zitting te nemen, de vertegenwoordiging kan geclusterd worden ingevuld. Leden kunnen ook van buiten de medezeggenschapsraden komen, maar moeten wel ouders of leraren zijn van de scholen binnen de regio van het samenwerkingsverband De leden van de ondersteuningsplanraad dienen door de medezeggenschapsraden te worden afgevaardigd. In verband met de beheersbaarheid van de ondersteuningsplanraad wordt de omvang vastgesteld op één persoon per schoolbestuur: een ouder of een personeelslid die door de school medezeggenschapsraad worden afgevaardigd. De ondersteuningsplanraad wordt gemaximeerd tot het aantal schoolbesturen dat aangesloten is bij de stichting. Voor enkele grote schoolbesturen geldt dat zij met meer personen mogen deelnemen. Het maximale aantal leden van ondersteuningsplanraad is vastgesteld op 24 personen. 2. Medezeggenschapsraad SWV Indien het samenwerkingsverband personeel heeft dient een medezeggenschapsraad te worden ingericht. Deze medezeggenschapsraad oefent alle taken uit die conform de wet aan de personeelsgeleding van een medezeggenschapsraad wordt toegekend. 3. Medezeggenschap scholen De aangesloten schoolbesturen van het samenwerkingsverband zijn verplicht de afzonderlijke medezeggenschapsraden van de scholen vooraf in de gelegenheid te stellen om advies uit te brengen over elk door de aangeslotenen te nemen besluit met betrekking tot de vaststelling of wijziging van het schoolondersteuningsprofiel. Dit zorgt ervoor dat zowel personeel als ouders inspraak krijgen over de inhoud van het ondersteuningsprofiel en dat het draagvlak wordt vergroot. 3.5 Geschillenregeling In de wet passend onderwijs en in aansluiting daarop is een aantal geschillenregelingen en arbitragecommissies ingesteld. Nogmaals benadrukt het samenwerkingsverband dat er alles aan gedaan moet worden om conflicten te voorkomen en de gang naar arbitragecommissies te vermijden. Het belang van een open en transparante dialoog en een kwalitatief goede besluitvorming zijn daarbij de belangrijkste instrumenten. In deze paragraaf besteden wij aandacht aan de geschillenregeling bestuurlijke beslissingen en beroep en bezwaar binnen het samenwerkingsverband Daarnaast hebben we de beschikking over de volgende drie landelijke arbitragecommissies: - landelijke Arbitragecommissie Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs; - regeling landelijke tijdelijke geschillencommissie ontwikkelingsperspectief; - tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering. In bijlage 4 is een korte beschrijving van de taakstellingen van de commissies. 1. Geschillenregeling bestuurlijke beslissingen Uiteraard is het denkbaar dat een wettig genomen besluit van de directeur-bestuurder, met inachtneming van goedkeuring Raad van Toezicht en instemming van de deelnemersraad, toch leidt tot een fundamenteel verschil van inzicht en tot een geschil tussen samenwerkingsverband en een van de aangesloten besturen. Als een schoolbestuur zich benadeeld voelt in zijn belang, omdat door een besluit bijvoorbeeld het voortbestaan van een school voor speciaal onderwijs op het spel komt te staan, kan dit Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

16 schoolbestuur zich wenden tot een landelijke arbitragecommissie waarbij het samenwerkingsverband is aangesloten. Deze commissie oordeelt of het samenwerkingsverband in redelijkheid het besluit kon nemen. De uitspraak van de arbitragecommissie is bindend voor alle partijen. Uiteraard wordt deze stap pas gezet wanneer binnen de eigen regio een mediation is uitgevoerd om de gang naar de arbitragecommissie te voorkomen. Dit moet nog verder worden uitgewerkt. 2. Beroep en bezwaar binnen het samenwerkingsverband Bij de ontwikkeling van de wet passend onderwijs en de besprekingen in de Tweede Kamer is veel aandacht besteed aan de procedures inzake beroep en bezwaar. In hoofdstuk 7 komen we hier nog uitvoerig op terug (paragraaf 7.4). en in bijlage 4 is een overzicht opgenomen met de landelijke commissies voor beroep en bezwaar. In de wet- en regelgeving wordt vooral aandacht besteed aan bezwaar van ouders tegen de verstrekking van een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs. Naast de landelijke commissies moet er ook binnen het eigen samenwerkingsverband voor ouders een mogelijkheid zijn voor beroep en bezwaar. De wet passend onderwijs regelt in artikel 18a, lid 12 het volgende: Het samenwerkingsverband stelt een adviescommissie overeenkomstig artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht in, die adviseert over bezwaarschriften betreffende beslissingen van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband of tot het speciaal onderwijs. Conform bovenstaand artikel uit de wet passend onderwijs wordt het beroep en bezwaar binnen het samenwerkingsverband uitgewerkt. 3.6 Personeel Het ministerie van OCW, de vakcentrales en de sectorraden PO-Raad en VO-Raad hebben een principeakkoord bereikt over de opvang van de personele gevolgen van de invoering van passend onderwijs (werkt terug tot situatie 1 mei 2012). Deze overeenkomst wordt aangeduid als het tripartite akkoord. De overeenkomst heeft gevolgen voor de beleidsvrijheid van samenwerkingsverbanden, maar biedt tevens mogelijkheden tot betere benutting van het al aanwezige talent en de expertise. Personeelsleden worden zo veel mogelijk geplaatst in een functie waar hun expertise ingezet kan worden op een vergelijkbaar functieniveau in het nieuwe samenwerkingsverband. Met de invoering van passend onderwijs worden de huidige samenwerkingsverbanden opgeheven en vindt een verschuiving plaats van de middelen van het (voortgezet) speciaal onderwijs naar de nieuwe samenwerkingsverbanden. Hierdoor dreigt een verlies van werkgelegenheid voor de volgende groepen personeel: - ambulant begeleiders (ab ers) in dienst van SO cluster 3 en 4; - personeel in dienst van regionale expertisecentra (REC s); - personeel in dienst van de huidige samenwerkingsverbanden of centrale diensten; - personeel dat wordt gefinancierd uit lgf-middelen in het regulier onderwijs; - personeel dat mogelijk zijn baan verliest als gevolg van de verevening. De betrokken schoolbesturen in het samenwerkingsverband hebben de gezamenlijke verantwoordelijkheid om verlies van expertise en werkgelegenheid te voorkomen. Zij het dat voor dit samenwerkingsverband geldt dat de ambulant begeleiders werkzaam- Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

17 heden verrichten voor meerdere samenwerkingsverbanden in zowel het primair- als in het voortgezet onderwijs. De overeenkomst maakt verschillende oplossingen mogelijk: - personeel blijft in dienst van schoolbesturen SO onder voorwaarde dat het regulier onderwijs een meerjarige herbestedingsverplichting aangaat met het SO; - personeel komt in dienst van het nieuwe samenwerkingsverband; - personeel komt/blijft in dienst van het regulier onderwijs; - een combinatie van bovenstaande drie mogelijkheden. Voor personeel dat geen plek vindt binnen een nieuw samenwerkingsverband, blijft de huidige werkgever verantwoordelijk Het volgende tijdpad geldt voor de komende jaren: a. in het schooljaar verandert er niets m.b.t. het personeel van het speciaal onderwijs; b. in het schooljaar geldt een verplichte herbesteding. In dit schooljaar gaan de middelen voor ambulante begeleiding naar de samenwerkingsverbanden. Zij krijgen dan ook een meerjarige herbestedingsverplichting voor de omvang van die middelen naar het SO. Deze verplichting wordt verminderd bij overname van ambulante begeleiders en door natuurlijk verloop. Er dient Decentraal Georganiseerd Overleg (DGO) te worden gevoerd over de overname van de betrokken medewerkers; c. n het schooljaar vindt de voltooiing plaats. Wanneer er in de twee voorgaande schooljaren geen volledige afspraken zijn dan wordt op verzoek van de betrokken SO-besturen DGO gevoerd met de samenwerkingsverbanden over het resterende betrokken personeel In het activiteitenplan wordt opgenomen dat er bestuurlijke afspraken gemaakt worden met het bestuur van het speciaal onderwijs over de toekomstige inzet van de ambulant begeleiders. 3.7 Uitwerking in activiteitenplan Op basis van dit hoofdstuk worden de volgende aandachtspunten uitgewerkt in het activiteitenplan: - opstellen profiel Raad van Toezicht; - idem directeur-bestuurder; - instellen benoemings- en adviescommissie voor directeur-bestuurder en eventueel een beleidsmedewerker; - een organisatiemodel voor het directeurenberaad; - samenstellen van definitief reglement ondersteuningsplanraad; - inrichten van de administratieve ondersteuning; - uitwerken van toezichtskader en managementstatuut, waarin opgenomen de jaarcyclus met taken en verantwoordelijkheden; - uitwerking van omgaan met beroep en bezwaar, de samenstelling van de Adviescommissie en afspraken over inzet van mediator en onderwijsconsulenten; - bestuurlijke afspraken over de inzet van personeel van de ambulante diensten; - inrichten van huisvesting van het samenwerkingsverband Organigram Ter afsluiting van dit hoofdstuk volgt hieronder het organigram van de organisatie van het samenwerkingsverband Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

18 Raad van Toezicht OPR Directeur / Bestuurder OOGO Deelnemersraad van samenwerkende besturen Directeurenberaad Directeuren van de scholen van swv Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

19 Hoofdstuk 4 Resultaatgericht werken in Passend Onderwijs 4.1 Startsituatie samenwerkingsverband 30-10; de regio in beeld Per 1 augustus 2014 moet het samenwerkingsverband voor alle leerlingen een passende onderwijsplek aanbieden. Het bevoegd gezag van de school is verantwoordelijk voor de uitvoering van de zorgplicht. Dit houdt in dat voor een ingeschreven leerling de school voor een passend onderwijsaanbod moet zorgen of, indien zij dat niet kan, zorgen dat op een andere school passend onderwijs wel geboden wordt. Het beleid van dit samenwerkingsverband is om zoveel als mogelijk leerlingen in de voor hen vertrouwde omgeving en dus thuisnabij onderwijs te geven dat aansluit bij hun behoefte. Het streven is dan ook om, indien mogelijk, leerlingen bij hen passend onderwijs te geven in de reguliere basisschool. Beseft moet worden dat voor de realisatie van bovenstaande uitgangspunten we moeten vertrekken vanuit de huidige startsituatie en de wet- en regelgeving passend onderwijs. In deze paragraaf geven wij een schets van die startsituatie en ronden die af met een aantal constateringen. Voor deze schets maken wij gebruik van onze kengetallen op de website passend onderwijs: Omvang De volgende vier gemeenten behoren tot dit samenwerkingsverband PO 30-10: 1. Aalburg. 2. Heusden. 3. Loon op Zand. 4. Waalwijk. Het samenwerkingsverband bestaat uit 56 scholen voor primair onderwijs: - 53 scholen voor basisonderwijs ( leerlingen; teldatum 1 oktober 2012); - 3 scholen voor speciaal basisonderwijs (300 leerlingen; teldatum 1 oktober 2012); - aantal leerlingen met rugzak in basisonderwijs en in speciaal basisonderwijs: 190 (teldatum 1 oktober 2012); - totaal aantal leerlingen primair onderwijs ( en 300): leerlingen. Binnen het werkgebied van het samenwerkingsverband is géén school voor speciaal onderwijs gevestigd. Dat betekent dat deze leerlingen aangewezen zijn op scholen voor speciaal onderwijs buiten het verband. Vanuit de regio van het samenwerkingsverband stonden op 1 oktober leerlingen ingeschreven op een school voor speciaal onderwijs. Deze 146 leerlingen stonden ingeschreven op een totaal van 16 scholen voor speciaal onderwijs. Trendanalyse afgelopen jaren In deze trendanalyse gaan we achtereenvolgens nader in op de cijfers over de leerlingenaantallen, de leerlingen met een rugzak en de deelname aan speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs over de afgelopen drie schooljaren. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

20 Ontwikkeling leerlingaantal primair onderwijs bao sbao % sbao reg % sbao land totaal ,79% 2,72% ,64% 2,68% ,72% 2,60% Constatering a Het sterkst valt in bovenstaande de terugloop c.q. krimp op van het aantal leerlingen in het primair onderwijs. In de afgelopen drie jaar is het aantal leerlingen in het primair onderwijs gekrompen met 762 leerlingen (6,5%). Het aantal leerlingen in het speciaal basisonderwijs is in diezelfde periode ook gedaald en wel met 29 leerlingen (8,8%). Het aantal leerlingen in het speciaal basisonderwijs bevindt zich nog boven het landelijke gemiddelde. Het gaat om 13 leerlingen boven het landelijke gemiddelde. Met 287 leerlingen zouden we op het landelijk gemiddelde zitten. Aantal leerlingen met een rugzak cluster 3 en 4 primair onderwijs (basisonderwijs en speciaal basisonderwijs samen) 11 cluster 4 cluster 3 Totaal % reg % land ,76% 1,05% ,79% 1,00% ,72% 0,95% Constatering b Bovenstaande cijfers geven duidelijk aan dat er, in vergelijking met de landelijke cijfers, een oververtegenwoordiging is het aantal leerlingen met een rugzak op de basisscholen in het samenwerkingsverband We zien vanaf 1 oktober 2010 overigens ook een daling van het aantal leerlingen met een rugzak in het basisonderwijs zowel regionaal als landelijk. Door de krimp van het aantal leerlingen in het primair onderwijs zijn de effecten daarvan op percentueel niveau gering. 11 Wij beperken ons in dit hoofdstuk tot cluster 3 en 4. Het onderwijs in cluster 1 en 2 valt buiten de wetgeving Passend Onderwijs. In het vervolg van dit ondersteuningsplan wordt ingegaan op de bestuurlijke en inhoudelijke samenwerking die plaats gaat vinden met de instellingen voor cluster 1 en 2. Voor de goede orde ook de rugzakfinanciering voor deze leerlingen eindigt per 1 augustus Overigens gaat het in dit samenwerkingsverband om 9 leerlingen rugzak cluster 1 en 29 leerlingen rugzak cluster 2 (1 oktober 2012). 2 leerlingen met een cluster 1 indicatie en 46 leerlingen met een cluster 2 indicatie die wonen in het werkgebied van het samenwerkingsverband, maar gaan naar scholen voor speciaal onderwijs. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

21 Aantal leerlingen in het speciaal onderwijs so cat. 1 so cat. 2 so cat. 3 totaal so % reg % land ,32% 1,63% ,40% 1,68% ,32% 1,64% Constatering c In vergelijking met de landelijke cijfers nemen dus minder leerlingen deel aan het speciaal onderwijs. Uit de cijfers blijkt dat er sprake is van een daling van 10 leerlingen (van 156 naar 146 leerlingen) in drie jaar. Door de krimp van het totaal aantal leerlingen vertaalt zich dat niet naar de procentuele deelnamecijfers. Ook hier geven we aan hoeveel leerlingen in het speciaal onderwijs zouden zitten wanneer er conform het landelijk percentage werd deelgenomen. Het zou dan bij 1,64% gaan om 181 leerlingen. Er nemen nu 146 leerlingen deel aan het speciaal onderwijs; een verschil van 35 leerlingen. Samenvattend Met de invoering van passend onderwijs krijgen we ook te maken met een nieuw stelsel voor de financiering van de ondersteuning van leerlingen. Een belangrijk onderdeel daarvan is de zogenaamde verevening. In de wet passend onderwijs is bepaald dat de omvang van het budget voor het samenwerkingsverband wordt bepaald op basis van het aantal leerlingen van het samenwerkingsverband Naar rato krijgt ieder samenwerkingsverband dus evenveel ondersteuningsbekostiging. Op dit moment verschilt het aantal indicaties voor zware ondersteuning (indicaties voor speciaal onderwijs en het rugzakje) sterk per samenwerkingsverband. Daarom is er een overgangsregeling. Daarmee wordt het samenwerkingsverband gecompenseerd voor het verschil tussen de niet verevende, en de verevende situatie. Dit verschil wordt eenmalig bepaald op basis van In wordt dit verschilbedrag voor 100% toegevoegd/afgetrokken van het normatief budget van het samenwerkingsverband. In de jaren die volgen is dit percentage respectievelijk 90%, 75%, 60% en 30%. Op grond van de voorgaande kwantitatieve gegevens over het samenwerkingsverband stellen we het volgende vast: - het aantal leerlingen speciaal basisonderwijs is net iets boven het landelijk gemiddelde; - het aantal leerlingen met een rugzak bevindt zich aanmerkelijk boven het landelijk gemiddelde; - het aantal leerlingen dat deelneemt aan een school voor speciaal onderwijs bevindt zich onder het gemiddelde. Het bovenstaande betekent dat er in deze regio voor een bedrag van ,00 verevend moet worden. Bij de opstelling van de meerjaren begroting, de begroting op jaarbasis en de inrichting van een risicofonds zal daar vanaf rekening mee gehouden moeten worden. Het betekent dat alles op alles gezet moet worden om binnen de reguliere setting van het basisonderwijs meer leerlingen op te vangen. In hoofdstuk 10 is een overzicht opgenomen van de bekostigingssystematiek voor de periode tot en met Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

22 4.2 Algemene doelen Uit de visie en missie van het samenwerkingsverband blijkt dat we ons richten op alle leerlingen en vooral op leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dat betekent dus dat passend onderwijs een impuls wil geven aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs aan alle leerlingen. Op basis van de wet passend onderwijs, het Referentiekader Passend Onderwijs en onze eigen visie en missie streven we voor de komende jaren de volgende algemene doelstellingen na: - ondersteunen en faciliteren van goed onderwijs op de scholen; - leraren zijn handelingsbekwaam en kunnen zelf passend arrangeren naar specifieke onderwijsvoorzieningen; - het onderwijs wordt zo veel mogelijk thuisnabij verzorgd; - er is een goede en efficiënte samenwerking en afstemming met de zorgpartners; - er is een dekkend netwerk voor ondersteuning aan alle leerlingen; - er is een goede ondersteuning van ouders; - wij gaan op een efficiënte, effectieve en transparante wijze om met de financiën; - het samenwerkingsverband en de scholen kenmerken zich als een transparante organisatie. 4.3 Kwantitatieve resultaten In deze paragraaf gaan we in op de kwantitatieve resultaten die het samenwerkingsverband de komende jaren wil bereiken. Het bereiken van die doelen hangt voor een groot deel ook samen met het ter beschikking stellen van middelen aan de scholen en de afspraken over de inzet daarvan en de wijze van verantwoording van die inzet Inzet van de middelen Voor de toewijzing van de middelen vanuit de lichte en zware ondersteuning 12 wordt uitgegaan van de volgende principes: - een bedrag voor leerlingen die als onderinstroom speciaal onderwijs en als zittende leerling speciaal onderwijs zijn aan te merken. Dit bedrag zal door DUO van het normatieve ondersteuningsbudget voor zware ondersteuning worden afgetrokken (het leerlingenbudget); - een bedrag gaat naar de individuele schoolbesturen (het scholenbudget); - een budget voor ondersteuningsarrangementen voor leerlingen (het leerlingenbudget); - een bedrag voor bovenschoolse voorzieningen en projecten (het expertisebudget). In het hierna volgende gaan we nader in op de verdeling van deze middelen. Het scholenbudget Het samenwerkingsverband draagt een deel van de ondersteuningsmiddelen aan de schoolbesturen over. Het schoolbestuur verdeelt de middelen over de scholen. Met dit scholenbudget worden de scholen in de gelegenheid gesteld de ondersteuningsstructuur goed in te richten en te voldoen aan de criteria die aan de basisondersteuning worden gesteld. De basisondersteuning wordt beschreven in hoofdstuk 5 van dit ondersteunings- 12 Samenwerkingsverbanden zijn verantwoordelijk voor de lichte en de zware ondersteuning op school en hier krijgen ze ook middelen voor. De lichte ondersteuning is nodig voor het onderwijs op een speciale basisschool. Ook de middelen die nodig zijn voor het functioneren van een samenwerkingsverband rangschikken wij onder de lichte ondersteuning. Het budget voor de lichte ondersteuning komt overeen met het voormalige budget voor Weer Samen Naar School. Zware ondersteuning omvat de middelen die nodig zijn voor het speciaal onderwijs en de inzet van de middelen van de voormalige rugzak. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

23 plan. Dankzij de inzet van die middelen wordt de lat voor de basisondersteuning hoger gelegd en wordt verondersteld dat de scholen meer leerlingen met ondersteuningsvragen binnen de eigen school kunnen opvangen. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de verantwoording van de inzet van de middelen en de resultaten aan het bestuur van het samenwerkingsverband In het activiteitenplan wordt nader uitgewerkt hoe die verantwoording plaats moet vinden en aan welke criteria deze zal moeten voldoen. Het leerlingenbudget Over het leerlingenbudget maakt het samenwerkingsverband de volgende afspraken: - voor de leerlingen die in het speciaal onderwijs verblijven, ontvangen de scholen voor speciaal onderwijs de middelen voor zware ondersteuning direct via DUO. Dat bedrag wordt ten laste gebracht van het normatieve ondersteuningsbudget voor zware ondersteuning van het samenwerkingsverband Daarnaast ontvangen de scholen voor speciaal onderwijs van DUO een bedrag voor de basisbekostiging; - voor de leerlingen die in het speciaal basisonderwijs geldt dat deze op een vergelijkbare wijze worden bekostigd als binnen de samenwerkingsverbanden WSNS. Uitgangspunt van de wet passend onderwijs is dat de systematiek voor de lichte ondersteuning, waaronder het speciaal basisonderwijs, blijft zoals het nu is. Als de scholen uit het samenwerkingsverband passend onderwijs samen meer leerlingen naar het speciaal basisonderwijs verwijzen dan de 2% waarvoor het direct wordt bekostigd, moet het samenwerkingsverband een deel van het ondersteuningsbudget overmaken naar het speciaal basisonderwijs - een ander deel van het leerlingenbudget bestaat uit middelen die beschikbaar worden gesteld aan de scholen voor basisonderwijs en voor speciaal basisonderwijs de uitvoering van zware ondersteuningsarrangementen. Tot 1 augustus 2014 waren dit de zogenaamde rugzakjes (de leerlinggebonden financiering); - voor leerlingen met een rugzak die per 1 augustus 2014 eindigt wordt de ondersteuningsbehoefte opnieuw vastgesteld en indien noodzakelijk ontvangen de scholen vanaf 1 augustus 2014 middelen; - met betrekking tot rugzakken die vóór 1 augustus 2014 zijn toegekend en een geldigheid hebben tot 1 augustus 2015 ontvangen de scholen in schooljaar de middelen op basis van de oude indicatie. Voor schooljaar zullen deze leerlingen, indien de ondersteuningsbehoefte nog steeds aanwezig is, in aanmerking komen voor een nieuw ondersteuningsarrangement. In het schooljaar wordt een bestuurlijk besluit genomen over de inrichting van de onderwijsarrangementen vanaf Voor zowel het samenwerkingsverband als de scholen geldt dat we vanaf 1 augustus 2014 te maken krijgen met een andere systematiek van toewijzing van middelen op basis van de ondersteuningsbehoeften van de school en de leerling. Het samenwerkingsverband maakt hier een eigen keuze voor de continuering van de inzet van de middelen uit de leerlinggebonden financiering. Dit doet zij op grond van het feit dat in verband met de oorspronkelijke indicatie er wel degelijk sprake is van een ondersteuningsbehoefte bij de leerling. Voor wat betreft de wet- en regelgeving passend onderwijs geldt dat de rugzak is opgeheven en dat er geen wettelijke verplichtingen meer zijn op basis van oorspronkelijke indicaties. Het expertisebudget Voor de toekomstige inrichting van het samenwerkingsverband en de kwaliteit van de ondersteuning aan leerlingen is de nodige expertise gewenst. In de afgelopen jaren is al de nodige expertise opgebouwd door de beide samenwerkingsverbanden Weer Samen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

24 Naar School. Het samenwerkingsverband gaat er van uit dat deze ook in de toekomst ingezet moet worden. Gewezen wordt op het expertisenetwerk (o.a. netwerk van interne begeleiders) en voorzieningen zoals een tijdelijke bovenschoolse voorziening, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs. Die voorziening zou gezien kunnen worden als een time-outvoorziening, waarin leerlingen tijdelijk geplaatst kunnen worden. In de afgelopen vervulde het project Op de Rails een vergelijkbare functie. Leidend in de besluitvorming daarbij is steeds dat de oplossing een bijdrage moet leveren aan de kwaliteit van de schoolloopbaan van de leerling en aan de kwaliteit van de basisondersteuning van de scholen Resultaat op verwijzing, terugplaatsing en tussenarrangementen Voor de eerste 4 schooljaren ( tot en met ) van het samenwerkingsverband streven we de volgende kwantitatieve resultaten na. 1. Aantal leerlingen op een school voor speciaal onderwijs Het aantal leerlingen op een school voor speciaal onderwijs is maximaal 1,32% en omvat 146 leerlingen. Dit komt overeen met de gegevens van de teldatum 1 oktober 2012 en is opgenomen in de kengetallen van het ministerie OCW op peilmoment juli Het aantal leerlingen ligt ruim onder het landelijk gemiddelde van 1,64%. In aantal leerlingen een verschil van 35 leerlingen (zie ook paragraaf 4.1.). Omdat er in het werkgebied van het samenwerkingsverband geen vestiging van een school voor speciaal onderwijs is, is de veronderstelling dat meer leerlingen met een indicatie voor speciaal onderwijs geplaatst zijn op een reguliere basisschool of op een school voor speciaal basisonderwijs. Uiteraard moet bij de toeleiding van leerlingen nadrukkelijk rekening gehouden worden met de keuze en de voorkeur van de ouders. 2. Aantal leerlingen op scholen voor speciaal basisonderwijs Voor het speciaal basisonderwijs handhaven we het deelname percentage op 2,72% (teldatum 1 oktober 2012) en opgenomen in de kengetallen van het ministerie OCW d.d. juli Het percentage van 2,72% ligt 0,12% hoger dan het landelijk gemiddelde van 2,6%. Bij een deelname percentage van 2,72% zitten er 13 leerlingen meer op onze drie scholen voor speciaal basisonderwijs dan bij een landelijk cijfer van 2,6% (zie ook paragraaf 4.1). De landelijke bekostigingsnorm van de ondersteuningsmiddelen die direct aan een school voor speciaal basisonderwijs worden toegewezen ligt op 2%. De keuze voor een hoger percentage (2,72%) heeft tot gevolg dat er ondersteuningsmiddelen uit de lichte ondersteuning van het samenwerkingsverband naar de scholen voor speciaal basisonderwijs vloeien. Gaan we uit van de bekostigingsnorm van 2%, dan gaat het hier om de ondersteuningsbekostiging voor 79 leerlingen. Gezien het feit dat het samenwerkingsverband geen vestigingen voor speciaal onderwijs in haar werkgebied heeft, gaan we er van uit de scholen voor speciaal basisonderwijs ook in de toekomst met speciale arrangementen en ondersteuning leerlingen opvangen. Dat maakt dat de scholen voor speciaal basisonderwijs voor het samenwerkingsverband vooralsnog een bijzondere positie innemen en voor het verzorgen van thuisnabij onderwijs van groot belang zijn. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

25 Vandaar dat het volgen van leerlingstromen en de kwaliteit van het schoolondersteuningsprofiel van de scholen voor speciaal basisonderwijs voor ieder van groot belang is. Gewenst is de positie van deze scholen tijdens deze planperiode van vier jaar nader te onderzoeken. 3. Terugplaatsing van leerlingen De scholen voor speciaal basisonderwijs en voor speciaal onderwijs gaan in de toekomst meer dan nu, naast hun schoolfunctie, tussenarrangementen voor leerlingen inrichten. Door de samenwerking tussen de scholen voor regulier onderwijs en de scholen voor speciaal basisonderwijs en voor speciaal onderwijs, het delen van expertise, de vergroting van de handelingsbekwaamheid van leraren en de kwaliteit van de basisondersteuning wordt naar verwachting de kwaliteit van de basisondersteuning hoger. Verwacht wordt dat daardoor het basisonderwijs in staat wordt geacht om meer leerlingen met een ondersteuningsbehoefte binnen het regulier onderwijs op te vangen. In het verlengde daarvan wordt een streefpercentage afgesproken van 3% van de leerlingen in het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs waarbij een aan tijd gebonden arrangement kan worden ingericht en waarbij volledige of gedeeltelijke terugplaatsing in regulier onderwijs tot de opties behoort. Open en transparant overleg met ouders is van groot belang hierbij. 4. Inzet voormalig leerlinggebonden financiering Op de teldatum 1 oktober 2012 (peildatum 1 juli 2013) telde dit samenwerkingsverband 190 leerlingen met een leerlinggebonden financiering (rugzak). Vanaf 1 augustus 2014 wordt in verband met de invoering van de wet passend onderwijs deze vorm van ondersteuning afgeschaft. De middelen worden in de vorm van het budget zware ondersteuning aan het samenwerkingsverband ter beschikking gesteld. Het is aan het samenwerkingsverband zelf om hier een andere bestemming aan te geven. Dit samenwerkingsverband kiest voor een continuering in de vorm van de toewijzing van ondersteuningsarrangementen. Deze continuering zal plaatsvinden gedurende het schooljaar In de loop van dat jaar zal een uitvoerige evaluatie plaatsvinden en zullen beslissingen worden genomen over de wijze van inzet van de middelen vanaf 1 augustus Van groot belang hierbij is dat wij allen een omslag in denken en cultuur gaan maken. Het onderwijs is jarenlang vertrouwd geweest met het zogenaamde denken in termen van slagbomen en criteria. Niet zozeer de ondersteuningsbehoefte van school en leerling stonden centraal maar de kenmerken en de eigenschappen van de leerling. 5. Deelname aan het onderwijs door alle leerlingen Het samenwerkingsverband gaat er van uit dat met de doelstellingen en de inzet van de activiteiten alle leerlingen op een passende plaats onderwijs ontvangen en dat de regio geen thuiszitters kent. Daarvoor is ook een structurele samenwerking nodig met instellingen voor jeugdhulp en de leerplicht 6. Monitoring van leerlingen De voortgang van leerlingen met extra ondersteuning in het primair onderwijs wordt gemonitord. De aanmelding en de voortgang van leerlingen met extra ondersteuning in het voortgezet onderwijs wordt ook gemonitord en de procedure voor aanmelding is uitgewerkt. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

26 In het vervolg van dit ondersteuningsplan zijn uitwerkingen van deze kwantitatieve doelstellingen opgenomen. 4.4 Kwalitatieve resultaten In het kort worden hieronder de belangrijkste gebieden beschreven waarop de kwalitatieve resultaten bereikt worden. 1. Deelname aan het onderwijs door alle leerlingen Het samenwerkingsverband kent momenteel ongeveer 10 thuiszittende leerlingen. Deze leerlingen hebben ontheffing van de leerplicht. Bij deze leerlingen is sprake van een zware zorgvraag in combinatie met een zware problematiek in de thuissituatie. Ook voor deze leerlingen geldt dat er te allen tijde een perspectief op school en op de continuering van de schoolloopbaan moet zijn. Uiteraard is het streven van het samenwerkingsverband dat er nul leerlingen thuis zitten en dat er een gezamenlijke inzet van alle partners is om dit aantal zo laag mogelijk te laten zijn. Acties van leerplichtambtenaar, instellingen voor jeugdhulp en van het samenwerkingsverband zijn uiteraard ook onderwerp van bespreking tijdens het OOGO met de gemeenten. 2. Versterking van de basisondersteuning door alle scholen voor basisonderwijs Om dit doel te realiseren ontvangen de scholen een schoolbudget (zie paragraaf 4.3.1). Het is een nadrukkelijke keuze van het samenwerkingsverband zoveel mogelijk ondersteuningsmiddelen aan de scholen over te dragen. De scholen kunnen daardoor zelf ook de extra ondersteuning organiseren. De beschrijving van de basisondersteuning in het schoolondersteuningsprofiel en in schoolgids en plan zorgt ervoor dat ouders en andere betrokkenen weten wat zij ten minste van iedere school in de regio mogen verwachten. Het bestuur en de directeur van de school zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het primair proces. De basisondersteuning legt ook vast welke bekwaamheidseisen aan de leraren gesteld worden en wat de mogelijkheden van de school zijn. Belangrijk onderdeel hiervan is dat de leraar in de groep meer leerlingen de passende ondersteuning kan bieden die zij nodig hebben. Verwacht wordt dat de scholen planmatig hun ambitie beschrijven om het niveau van de basisondersteuning te verhogen. Verwacht wordt dat iedere school vanaf 1 augustus 2016 voldoet aan de gestelde norm van de basisondersteuning. Dit is een voorwaarde om te voldoen aan het ter beschikking stellen van ondersteuningsmiddelen. Ook wordt verwacht dat de scholen zorgdragen voor een transparante verantwoording van de inzet van de ontvangen middelen. In die verantwoording gaat het om de financiele, kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van de inzet van de middelen. 3. Extra ondersteuning binnen het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs Beide schooltypen nemen een specifieke positie in binnen het samenwerkingsverband en zij hebben een speciale opdracht. Dankzij het verzorgen van onderwijs aan leerlingen met een grote ondersteuningsbehoefte hebben zij de afgelopen jaren de nodige expertise opgebouwd om met deze leerlingen op een pedagogische en didactische manier om te gaan. Het is gewenst dat deze expertise in de komende jaren meer en meer wordt overgedragen naar het regulier onderwijs. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

27 We stellen ook vast dat deze scholen zelf ook een beroep moeten kunnen doen op de middelen voor ondersteuning van het samenwerkingsverband bij die leerlingen waarbij sprake is van een handelingsverlegenheid. Het gaat dan om de inzet van extra aanvullende arrangementen. 4. Samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen; dekkend netwerk De beoogde resultaten met betrekking tot de zorg voor een dekkend netwerk zijn de volgende: - er is een goed pakket van voorzieningen binnen het samenwerkingsverband dat, naast de basisondersteuning van de basisscholen, gebruik kan maken van de extra ondersteuning binnen de scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs; - er is een objectieve routing op basis van ondersteuningsbehoefte van leerling en leraar. Er wordt gewerkt met tijdelijke arrangementen en met basisonderwijs basisonderwijs verwijzingen waarbij het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs als een arrangement beschouwd worden; - er wordt gemonitord op mogelijk thuiszitten of leerlingen die dreigen thuis te zitten. Indien nodig wordt een passende plaats geboden; - er is een jaarlijkse evaluatie van het aanbod en de vraag naar de inzet van de extra en aanvullende voorzieningen. 5. Samenwerking met partners voor jeugdhulp en ouders De samenwerking met de partners voor jeugdhulp is erop gericht dat meer leerlingen onderwijs kunnen volgen in het regulier onderwijs en dus thuisnabij. Het streven is dat: - iedere school een directe lijn heeft met schoolmaatschappelijk werk; iedere school een interne vertrouwenspersoon heeft en een aandachtsfunctionaris die handelen volgens de landelijke meld code. In de Wet Meldcode worden organisaties geadviseerd een aandachtsfunctionaris kindermishandeling aan te stellen, die zorg kan dragen voor de implementatie en de borging van de meldcode. De aandachtsfunctionaris is de motor in het signaleringsproces. Uiteraard is een combinatie van taken mogelijk; - er extra aandacht is voor signalering en ondersteuning van leerlingen waar onderwijs en jeugdhulp samen komen. In het bijzonder gaat het dan om afstemming en om een juiste regievoering; - in alle schoolgidsen heldere, voor ouders begrijpelijke, informatie staat met betrekking tot de route naar extra ondersteuning; - ouders als educatief partner tijdig worden betrokken bij passend onderwijs en ondersteuning van hun kind; - er een mediator is om ouders te ondersteunen als er sprake is van een dreigend verschil van inzicht met betrekking tot de passende ondersteuning van hun kind. 4.5 Uitwerking in activiteitenplan Op basis van dit hoofdstuk worden de volgende aandachtspunten uitgewerkt in het activiteitenplan: - ontwikkelen van een instrument voor de verantwoording van de inzet van de middelen voor zowel het scholenbudget als het leerlingenbudget; - het inrichten van een monitoringssysteem voor het volgen van de leerlingstromen en de kwaliteit van de basisondersteuning; - het monitoren op de streefpercentages gekoppeld aan de monitor voor de leerlingstromen; - het monitoren op de thuiszittende leerlingen in overleg met leerplichtambtenaar, jeugdhulp en het samenwerkingsverband 30-10; Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

28 - het samenstellen van een bestuurlijke notitie over de toekomstige positie van het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

29 Hoofdstuk 5 Inrichting Passend Onderwijs 5.1 Vormgeving van de zorgplicht In hoofdstuk 2 is de missie en visie van het samenwerkingsverband omschreven. Kern daarvan is dat passend onderwijs een impuls moet zijn voor de kwaliteitsverbetering van het onderwijs en dat er geen enkele leerling thuis mag komen te zitten. Alle betrokkenen zijn zich ervan bewust dat vanaf 1 augustus 2014 de schoolbesturen de zorgplicht hebben. De school moet, indien zij geen passende onderwijsplek kan bieden aan een leerling, ervoor zorgen dat de leerling elders kan worden geplaatst. Leerlingen mogen niet langer geweigerd of verwijderd worden vanwege hun extra ondersteuningsbehoefte voordat er een plek op een andere school gevonden is. Om dit te realiseren werken de scholen samen in een samenwerkingsverband en hebben de scholen de basisondersteuning vastgesteld en de eigen mogelijkheden vastgelegd in een schoolondersteuningsprofiel. Om tegemoet te kunnen komen aan de verplichting van de zorgplicht moeten we werken aan een samenhangend geheel basisvoorzieningen en (extra) ondersteuningsvoorzieningen. Wij kunnen en willen ons daarbij niet beperken tot het onderwijs en betrekken er de afspraken bij die gemaakt zijn met de instellingen voor jeugdhulp. 5.2 Basisondersteuning Schets van de basisondersteuning per 1 augustus 2014 Basisondersteuning is het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies, die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, wordt uitgevoerd. Het is wat van alle basisscholen verwacht wordt op het gebied van passend onderwijs en ondersteuning. Samenwerkingsverband sluit hiermee aan op de omschrijvingen van het Referentiekader Passend Onderwijs (januari 2013, van o.a. de PO-Raad) Op basis van de rapportages van de inspectie van het onderwijs voldoen alle basisscholen aan het basisarrangement volgens het kwaliteitstoezicht van de onderwijsinspectie. Dat biedt een eerste garantie voor de kwaliteit van de basisondersteuning. Overigens is het bestuur van de school verantwoordelijk voor de kwaliteit van het primair proces. Binnen het samenwerkingsverband is afgesproken dat de scholen planmatig hun ambities beschrijven om het niveau van de basisondersteuning te verhogen. Vanaf 1 augustus 2016 moet door alle scholen aan de gestelde norm van de basisondersteuning voldaan worden en is dit een voorwaarde om voor extra ondersteuning in aanmerking te komen. Uitgangspunt met betrekking tot de extra ondersteuning aan de scholen is dat ondersteuning naar de school toe wordt gebracht. Hierbij speelt vooral ook thuisnabij onderwijs een rol. In het Referentiekader worden vier aspecten van de basisondersteuning onderscheiden: 1. kwaliteit van het onderwijs; 2. ondersteuningsstructuur; 3. planmatige werken; 4. preventieve en licht curatieve interventies. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

30 Schets Basisondersteuning 1 augustus 2014 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Primair Onderwijs Kwaliteit van het onderwijs - De school heeft inzicht in ondersteuningsbehoeften van haar leerlingenpopulatie (indicator inspectie 9.1). - De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen en de school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces (indicatoren inspectie 9.2 en 9.3). - De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten (indicator inspectie 9.4). - De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces (indicator inspectie 9.5). - De school legt aan belanghebbenden verantwoording af over de gerealiseerde onderwijskwaliteit(indicator inspectie 9.6). - De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie (indicator inspectie 9.7). 2 en 3 Ondersteuningsstructuur en Planmatig Werken Het tweede aspect van basisondersteuning is de inrichting van de ondersteuningsstructuur. Het derde aspect van basisondersteuning is planmatig werken. De indicatoren Zorg en begeleiding, zoals die door de onderwijsinspectie in het toezichtkader voor primair onderwijs vormen hiervoor het uitgangspunt. Onderstaand de standaarden voor de ondersteuningsstructuur en planmatig werken aan elkaar gekoppeld verbonden: - De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen (indicator inspectie 7.1). - De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de kinderen (indicator inspectie 8.2). - De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast (geldt voor SO en SBO) (indicator inspectie 7.3). - De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes (geldt voor SO en SBO (indicator inspectie 7.4). - De school signaleert vroegtijdig welke kinderen zorg nodig hebben (indicator inspectie 8.1). - Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg (indicator inspectie 8.2). - De school voert de zorg planmatig uit (indicator inspectie 8.3).. - De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg (indicator inspectie 8.4). - De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingenniveau haar eigen kerntaak overschrijden (indicator inspectie 8.5). In ons samenwerkingsverband streven we een hoge ambitie na. Dit houdt in dat voor planmatig werken ook voldaan moet worden aan de volgende aspecten van het inspectiekader: - De leraren brengen de ondersteuningsbehoeften van leerlingen in kaart. - De leraren stellen op basis van alle gegevens groepsplannen op. - De leraren voeren de groepsplannen systematisch uit. - Groepsplannen worden aangepast o.b.v. de toetsgegevens, observaties en evaluaties. - Indien de school handelingsverlegen is, maakt men gebruik van de bovenschoolse voorzieningen. Voor de ondersteuningsstructuur geldt dat voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden: - De school heeft een multidisciplinair samengesteld zorg- en ondersteuningsteam. - Voor het inzetten van extra ondersteuning op school is bespreking van de leerling in het zorg-/ ondersteuningsteam een voorwaarde. Dit team komt ten minste 3 maal per jaar bij elkaar. - Ouders worden altijd actief betrokken bij een aanmelding; zij krijgen vooraf informatie over wat het zorg-/ ondersteuningsteam is en kan doen. - Externe zorgpartners maken onderdeel uit van het zorg-/ ondersteuningsteam. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

31 4 Preventieve en licht curatieve interventies Onder preventie verstaan we de basisondersteuning voor alle leerlingen die er op gericht is om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Vroegtijdige signalering vereist de aanwezigheid van diagnostische expertise en kan al dan niet in samenwerking met ketenpartners worden georganiseerd. Ook de zorg voor een veilig schoolklimaat (zowel voor leerlingen als medewerkers) maakt deel uit van de basisondersteuning. Onderstaande deelgebieden met daarbij horende kenmerken en indicatoren. (gebaseerd op de standaarden inspectie). 1. Een aanbod voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie (conform de protocollen). Kenmerken: - De leraren signaleren dyslectische leerlingen en leerlingen met leesproblemen tijdig. - De leraren bieden dyslectische leerlingen en leerlingen met leesproblemen ondersteunende middelen en aanpakken. - De leraren gebruiken beschikbare toetsen die goed toegankelijk zijn voor dyslectische leerlingen. - De leraren hanteren het dyslexieprotocol en/of de afspraken die in de school zijn gemaakt. - De leraren signaleren leerlingen met dyscalculie en leerlingen met rekenproblemen tijdig. - De leraren bieden leerlingen met dyscalculie en leerlingen met rekenproblemen ondersteunende middelen en aanpakken. Indicatoren: - De school voert het Protocol Ernstige Leesproblemen en/ of dyslexie uit. - De school voert het Protocol Ernstige Rekenproblemen en/ of dyscalculie uit. 2. Onderwijsprogramma s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie. De begrenzing van ondersteuning voor leerlingen op basis van IQ alleen wordt vermeden. Kenmerken: - Het is voor alle leraren binnen de school duidelijk welke kinderen binnen een bepaalde doelgroep horen. - De school heeft in grote lijnen het aanbod voor deze leerlingen geformuleerd. - De leraren zijn vaardig het aanbod van deze leerlingen uit te voeren. Indicatoren: - De school beschikt over een afgestemd en samenhangend aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie. - De school werkt met ontwikkelingsperspectieven voor doelgroepleerlingen. 3. De ontwikkelingsperspectieven (OPP) op school hebben ten eerste een vaste structuur en procedure. Kenmerken: - De school werkt met een vast format - Het ontwikkelingsperspectief zit in het (digitaal) leerlingendossier. - Het ontwikkelingsperspectief heeft zoveel mogelijk een integraal karakter (één-leerlingéén-plan). - Er is duidelijk beschreven wat onder "doelgroepkinderen" wordt verstaan. Indicatoren: - De school werkt met ontwikkelingsperspectieven voor doelgroepkinderen - De ontwikkelingsperspectieven zijn ingericht volgens een vaste structuur en procedure. Fysieke toegankelijkheid van schoolgebouwen Bij fysieke toegankelijkheid gaat het om aangepaste werk- en instructieruimtes en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben. Er wordt vanuit gegaan dat het schoolgebouw en ruimtes rolstoel toegankelijk zijn. Tevens zijn aanwezig: invalidetoilet(ten), voorzieningen voor dove/slechthorende leerlingen, voorzieningen voor blinde/slechtziende leerlingen, gespreksruimtes, therapieruimte(s), verzorgingsruimte(s), stilteruimte(s) en time- out ruimte(s). Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

32 Sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van (lichtere) gedragsproblemen Veiligheidsbeleid Kenmerken: - De school regels hanteert voor veiligheid en omgangsvormen. - De school incidenten registreert die zich voordoen. - De school een beleid heeft gericht op het voorkomen en aanpakken van incidenten. - De school een pestprotocol hanteert. - De school volgens de wettelijke meldcode handelt. - De school een actief veiligheidsbeleid voert. Veiligheidsbeleving Kenmerken: - De school leerlingen en personeel op een structurele wijze bevraagt naar hun beleving van veiligheid en daarvoor een instrument gebruikt, waardoor vergelijking met een benchmark mogelijk is. Indicatoren: - De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel. - In het strategisch beleid van de school zijn activiteiten opgenomen om de kwaliteit te verbeteren van de veiligheidsbeleving. De school voert een beleid op het gebied van het omgaan met gedragsproblemen Kenmerken: - De school heeft omschreven welk gedrag wel en niet wordt geaccepteerd. - De leraren in staat zijn proactief en preventief te reageren bij gedragsproblemen. - De school bepaalt jaarlijks hoe aan de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling en het verminderen van de gedragsproblemen wordt gewerkt. - De school evalueert de effecten jaarlijks van deze ondersteuning en aanpak. - Alle leraren hebben basiskennis en vaardigheden op het gebied van (lichte) sociaalemotionele - en gedragsondersteuning, waaronder stil en teruggetrokken gedrag (zoals ASS), faalangst, druk en impulsief gedrag (zoals ADHD), zelfvertrouwen, weerbaarheid en pesten. - Binnen het team is er specifieke kennis en vaardigheden aanwezig over sociaal-emotionele - en gedragsondersteuning, waaronder stil en teruggetrokken gedrag (zoals ASS), faalangst, druk en impulsief gedrag (zoals ADHD), zelfvertrouwen, weerbaarheid en pesten. De school heeft protocollen en procedures voor medische handelingen voor de volgende situaties - Bij ziek worden op school. - Bij ongevallen. - Bij medicijnverstrekking op verzoek. - Bij medicijntoediening op verzoek. - Bij het uitvoeren van medische handelingen op verzoek. - Bij calamiteiten. De curatieve zorg en ondersteuning die de school samen met ketenzorgpartners kan bieden De school onderhoudt contacten met de volgende partners: - Afdeling leerplicht van de gemeente. - Centrum voor Jeugd en Gezin. - (School) maatschappelijk werk - Jeugdgezondheidszorg. - Instellingen voor jeugdhulp. - Politie. - Wijkorganisaties. - Voorzieningen voor voorschoolse educatie (KDV/PSZ). Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

33 5.2.2 Nulmeting basisondersteuning In de afgelopen periode hebben twee inventariserende onderzoeken plaatsgevonden naar de basisondersteuning op de scholen in respectievelijk het samenwerkingsverband WSNS Heusden en WSNS Over Maas en Duin. Die onderzoeken werden uitgevoerd door Bureau Penna en door het Seminarium voor Orthopedagogiek. Voor het inzicht in de eigen schoolontwikkeling en voor de oorspronkelijke samenwerkingsverbanden WSNS boden de resultaten inzicht in stand van zaken. Probleem dat zich echter voordeed was dat de onderlinge vergelijking tussen de beide onderzoeken moeilijk was. Dat had tot gevolg dat het onvoldoende bruikbaar was voor het ondersteuningsplan van het nieuwe samenwerkingsverband passend onderwijs Dat heeft er toe geleid dat in december 2013 aan Fontys Fydes de opdracht is gegeven een nulmeting uit te voeren naar de basisondersteuning. Bedoeling van die nulmeting was het verkrijgen van inzicht in de huidige stand van zaken op de scholen en een start te maken met een proces van monitoring van de basisondersteuning. Ieder schoolbestuur heeft een eigen zelfstandige rapportage ontvangen van de resultaten van de eigen scores op de vragenlijsten. Van de 56 scholen hebben uiteindelijk 52 scholen deelgenomen aan het onderzoek. In bijlage 5 van dit ondersteuningsplan is een uitvoeriger verslag opgenomen van het verslag. Hier volstaan we met het formuleren van de volgende algemene conclusies. Op de eerste plaats zijn de samenstellers van het ondersteuningsplan verheugd met de hoge deelname aan dit onderzoek. Het belang van longitudinaal onderzoek over de ontwikkelingen op de scholen wordt onderkend en draagt bij aan het inzicht in de kwaliteit van het onderwijs op de scholen. Uiteraard is dit van groot belang voor het werken in het samenwerkingsverband Beseft moet worden dat de schoolbesturen verantwoordelijk zijn en blijven voor die kwaliteit. Daarom is er ook voor gekozen dat ieder bestuur een eigen kwantitatieve rapportage krijgt van de resultaten van de eigen scholen. Enkele algemene conclusies: - Voor het onderdeel kwaliteit van het onderwijs geldt dat de afgelopen jaren veel activiteiten in gang gezet zijn en er veel ontwikkeld is. Bij een groot aantal indicatoren komt naar voren dat tussen 60 en 70% van de scholen voldoende scoort (inzicht ondersteuningsbehoeften, evaluatie leerlingresultaten, borgen van kwaliteit, verantwoordingsprocessen). Ook zien we dat ruim 30% van de scholen nog onvoldoende scoort op de evaluatie van het onderwijsleerproces. Voor een ruime meerderheid van 75% van de scholen geldt dat gewerkt wordt aan plannen voor verbetering en verdere ontwikkeling. - In het kader van ondersteuningsstructuur stellen we vast dat het leerlingvolgsysteem, het vroegtijdig signaleren, planmatig en handelingsgericht werken een stevige plaats hebben gekregen op de scholen. Hier worden steeds percentages gescoord van tussen 60 en 70%. Voor vroegtijdig signaleren geldt zelfs een score van bijna 100%. Aandachtspunt blijft hier echter de analyse van de ondersteuning (63% onvoldoende), het planmatig uitvoeren ervan (30% onvoldoende) en de regelmatige evaluatie (50% onvoldoende). Positief is dat een grote groep van scholen zich dit wel degelijk bewust is en het in de planning heeft opgenomen. - Op veel scholen is vooral het handelingsgericht werken goed geïmplementeerd. Over veel onderwerpen wordt aangegeven dat het aanwezig is dan wel het is in Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

34 ontwikkeling. Zo brengen leraren de ondersteuningsbehoeften in kaart (65%), stellen groepsplannen op (69%), voeren de groepsplannen uit (60%) en passen deze aan op grond van evaluatie (67%). Voor de overige scholen geldt dat er gewerkt wordt aan een ontwikkeling dan wel een verbeterslag. - Het geven van ondersteuning aan leerlingen vraagt om overleg en afstemming binnen de school en met externe ketenpartners. 67% van de scholen werkt met een multidisciplinair samengesteld team. En eenzelfde percentage van de scholen werkt met een leerlingbespreking. Voor 82% van de scholen geldt dat ouders actief betrokken zijn bij de ondersteuning en worden geïnformeerd. - Het omgaan met dyslexie en dyscalculie is een onderdeel van de preventieve en licht curatieve interventies van de scholen. 82% van de scholen geeft aan te beschikken over een dyslexie protocol en voor 13% geldt dat deze in ontwikkeling is. Vastgesteld kan worden dat dit een positief resultaat is van de werkzaamheden van de afgelopen jaren. We stellen vast dat we met dyscalculie nog aan het begin van een dergelijk proces staan. Slechts 7% van de scholen geeft aan te beschikken over een dyscalculie protocol. 46% van de scholen geeft aan er aan te werken. - Onderdeel van de preventieve en licht curatieve interventies is ook het inrichten van een aanbod voor leerlingen met hoge of lage intelligentie. Dit aanbod sluit goed aan bij de doelstellingen van passend onderwijs en het geven van onderwijs op maat. Door 40% van de scholen wordt aangegeven dat zij inderdaad dat aanbod hebben. Voor 55% van de scholen geldt dat het in ontwikkeling is. - De wet passend onderwijs vraagt om een ontwikkelingsperspectief voor leerlingen die extra ondersteuning ontvangen. Dit perspectief vervangt het huidige handelingsplan. Bijna 70% van de scholen geeft aan over een ontwikkelingsperspectief te beschikken volgens een vaste structuur en procedure. Voor 30% is dit een ontwikkelpunt. Ook deze relatief hoge score zien we als een van de resultaten van de inrichting van handelingsgericht en planmatig werken aan de ondersteuningsstructuur van de afgelopen jaren. - Ten aanzien van de fysieke toegankelijkheid van de gebouwen ontstaat een wisselend beeld. Voorzieningen als rolstoelvriendelijk (57%), invalidentoilet (67%), gespreksruimte (88%) vinden langzaam maar zeker hun weg. Voorzieningen voor dove en blinde leerlingen is slechts op 4% van de scholen aanwezig. - In het kader van passend onderwijs is het van belang dat kinderen en personeel zich veilig voelen. Door de inspectie wordt voor 73% van de scholen het veiligheidsbeleid als voldoende beoordeeld en bij 19% als goed. Op 48% van de scholen is voldoende inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en op 35% van de scholen is dat goed te noemen. - Aansluitend op het veiligheidsbeleid is het van belang hoe de scholen omgaan met gedragsproblemen. 50% van de scholen heeft omschreven welk gedrag wel en welk gedrag niet geaccepteerd wordt en bij 38% van de scholen is dit in ontwikkeling. 48% van de scholen bepaalt jaarlijks hoe aan de sociaal-emotionele ontwikkeling en gedragsproblemen wordt gewerkt en 38% evalueert dit jaarlijks. Bij 30% van de scholen is dit nog in ontwikkeling. - Over de eigen professionaliteit kan worden gesteld dat voor 71% van de scholen geldt dat alle leraren basiskennis en vaardigheden hebben voor de sociaalemotionele ontwikkeling en gedragsondersteuning. Juist op dit punt blijft verdere ontwikkeling en verdieping gewenst in verband met handelingsverlegenheid bij Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

35 complexe ondersteuningsvragen. - Uit paragraaf 4.1. weten wij dat in dit samenwerkingsverband er 190 leerlingen met een rugzak voor cluster 3 (84 leerlingen) en 4 (106 leerlingen). In de toekomst gaat er op een andere manier omgegaan worden met de inzet van de middelen van de rugzak. Het is positief dat vastgesteld kan worden dat de scholen in de afgelopen jaren de nodige expertise hebben opgebouwd in het omgaan met gedragsproblemen en dat de kennis op een meerderheid op de scholen op peil is. Systematische evaluatie en terugblik op de effectiviteit van handelen is voor de kwaliteitsborging uiteraard van groot belang. - De nieuwe wetgeving schrijft ook voor dat scholen de beschikking moeten hebben over een protocol en procedures voor medisch handelen. 71% geeft aan dit te bezitten. - Beseft wordt dat het onderwijs het niet alleen kan. De ondersteuning aan leerlingen met ondersteuningsvragen vraagt om samenwerking met ketenpartners. Het gaat dan om het inzetten van specifieke deskundigheid, maar ook om afstemming en afspraken over regievoering vanuit het idee van één kind één plan. Uit deze nulmeting blijkt dat de scholen met talrijke instellingen en organisaties contacten hebben. Die contacten zullen ook in de komende jaren nodig blijven om de afstemming van de ketenpartners te verdiepen en te versterken. Hier geven we een overzicht van de contacten met de ketenpartners: GGD / Jeugdgezondheidszorg: 86% Schoolmaatschappelijk werk 84% Voorschools (KDV en PSZ) 80% Leerplicht gemeente 71% CJG van de gemeente 65% Wijkorganisaties 32% Bureau Jeugdzorg 30% Politie 29% Bovenstaand overzicht geeft aan welke instellingen relatief dicht bij de scholen staan en waar de school het frequentst contact mee heeft. Nogmaals; dit onderzoek wordt beschouwd als een nulmeting en het geeft het samenwerkingsverband en de scholen een goed zicht op de huidige stand van zaken betreffende de basisondersteuning. Op deze manier weten scholen waar de sterke punten liggen en ze weten ook aan welke onderwerpen nog gewerkt moet worden. Het samenwerkingsverband vraagt dan ook aan de scholen om jaarlijks de ambities voor de komende jaren vast te leggen. Ambities die er op gericht zijn om het sterke te behouden en te werken aan de ontwikkelpunten. De komende jaren zullen daarom deze onderzoeken vaker plaats vinden. Tegelijkertijd zijn het ook belangrijk ingrediënten voor het kwaliteitsbeleid (zie hoofdstuk 6) Versterking basisondersteuning Het samenwerkingsverband streeft naar een hoog niveau van basisondersteuning. Dit past volledig in het perspectief van passend onderwijs. We willen de kwaliteit van de basisondersteuning verhogen om zo meer leerlingen te laten profiteren van het onderwijsaanbod en meer leerlingen passend onderwijs te bieden. Hiervoor wordt een schooldeel middelen toegekend om in de komende twee jaar het niveau van de basisondersteuning te verhogen. In de afgelopen jaren hebben de scholen in de samenwerkingsverbanden WSNS al veel energie gestoken in de ontwikkeling van de basisondersteuning. Vooral gaat het dan om verworvenheden op terreinen als werken met 1-zorgroute, handelingsgericht werken en Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

36 planmatig werken. Verworvenheden die uiteraard ten volle benut en ingezet gaan worden in het nieuwe samenwerkingsverband passend onderwijs. In het volgende schema worden, in aansluiting op het Referentiekader Passend Onderwijs, een aantal versterkende maatregelen beschreven. Lichte preventieve en curatieve interventies: - Indicatoren uit het Referentiekader Passend Onderwijs en dit hoofdstuk met de basisondersteuning van dit samenwerkingsverband Planmatige acties opnemen in de groepsplannen volgens de principes van handelingsgericht werken. - Ouders als partner bij het in beeld brengen van de ondersteuningsbehoeften van hun kind. Ondersteuningsstructuur - Indicatoren van de inspectie inclusief de eigen ambities van de school. - Toepassen van de indicatoren van handelingsgericht werken, waaronder begrepen het werken met een ondersteuningsteam van de school ( bijvoorbeeld het voeren van groepsbesprekingen, het voeren van de leerlingenbespreking en het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoeften van de leerling). - De toeleiding naar de Toelaatbaarheids- en adviescommissie. Planmatig werken als een basiskwaliteit van alle scholen - De indicatoren van de inspectie inclusief de eigen ambities van de school (zie de resultaten van de nulmeting van de eigen school, december 2013). - Handelingsgericht werken met groepsplannen en het volgen van de plan-docheck-act cyclus. 5.3 Extra ondersteuningsvoorzieningen vanaf 1 augustus 2014 Hieronder wordt schematisch het model van ondersteuning van dit samenwerkingsverband weergegeven. De drie onderdelen omvatten de basisondersteuning, de extra ondersteuning in het speciaal basisonderwijs en de extra ondersteuning in het speciaal onderwijs. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

37 SO Extra ondersteuning/sbo Basisondersteuning Uitgangspunt van het samenwerkingsverband Basiskwaliteit inspectie is om een deel van de ondersteuningsmiddelen aan de scholen over te dragen zodat de scholen de extra ondersteuning zelf kunnen organiseren en inzetten (zie hoofdstuk 4 over resultaatgericht werken in passend onderwijs). Dit uitgangspunt sluit aan op het streven om scholen zelf te stimuleren leerlingen thuisnabij een passend onderwijsaanbod te bieden. Dit neemt niet weg dat er bij die inzet van middelen een op overeenstemming gericht overleg met ouders gevoerd moet worden en dat er een ontwikkelingsperspectief moet zijn. Ook wordt verwacht dat de school een open en transparante verantwoording geeft van de inzet en van de resultaten van de extra ondersteuningsmiddelen. In het hiernavolgende wordt allereerst een beschrijving gegeven van de beschikbare ondersteuningsvoorzieningen. Deze zijn veelal ontwikkeld onder regie van de voormalige samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School en zullen ook hun diensten bewijzen in het samenwerkingsverband passend onderwijs Na de beschrijving van de al beschikbare voorzieningen geven we daarna een overzicht van de voorzieningen die nog in ontwikkeling zijn. In deze paragraaf gaan wij in op de ondersteuningsvoorzieningen die het samenwerkingsverband vanaf 1 augustus 2014 ten behoeve van haar scholen heeft ingericht. Na het totaaloverzicht van voorzieningen volgt een beschrijving van iedere voorziening. 1. Toeleiding naar de Toelaatbaarheids- en Adviescommissie. 2. Onderwijsondersteuningsarrangementen. 3. Van ambulante begeleiding naar Ondersteuningsteam Passend Onderwijs. 4. Schoolmaatschappelijk werk. 5. Arrangementen voor hoogbegaafde leerlingen. 6. Ondersteuning anderstalige instromers. 7. Verlengd aanmeldingstraject voortgezet onderwijs. 8. Tijdelijke bovenschoolse voorziening. 9. Scholen met een speciale opdracht. 10. Bijzondere projecten. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

38 Nadere uitwerking van de ondersteuningsvoorzieningen 1. Toeleiding naar de Toelaatbaarheids- en Adviescommissie In het samenwerkingsverband willen wij vanaf 1 augustus 2014 bij de toeleiding van leerlingen naar de arrangementen en de toelaatbaarheids- en adviescommissie gaan werken met onderstaande vier stappen. Bij de uitwerking van deze stappen is gebruik gemaakt van verworvenheden van de beide voormalige samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar Scholen. Ervaring is opgedaan met het werken met op bestuursniveau werkende orthopedagogen. Daarnaast is gewerkt met een bovenschoolse voorziening op het niveau van het samenwerkingsverband 30-10, waarin al ervaring is opgedaan in een multidisciplinair team met het voeren van een professionele dialoog vanuit de ondersteuningsbehoefte van een leerling (ZAG; de zorg advies groep). Tegelijkertijd vraagt passend onderwijs om een kwaliteitsslag binnen het primair onderwijs. Wij willen benadrukken dat vooral de komende jaren een vergroting van de professionaliteit van de leraar in het omgaan met verschillen tussen leerlingen gewenst is. Gezien de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs en voor de kwaliteit van het functioneren van het samenwerkingsverband passend onderwijs streven wij een versterking van de bestuurlijke betrokkenheid na. Door het toevoegen van stap 2 in onze toeleidingsprocedure, namelijk het overleg op bestuursniveau, zijn we ervan overtuigd een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de toeleiding van leerlingen. Het is de bedoeling om vóór 1 augustus 2014 afspraken te maken tussen het samenwerkingsverband en voorschoolse voorzieningen in de regio. In het bijzonder gaat het dan om de instellingen waaraan jonge kinderen met extra ondersteuningsbehoefte deelnemen. Het gaat om het maken van afspraken over de toeleiding van deze kinderen naar het onderwijs, dat zij vanaf hun vierde gaan volgen. Juist voor deze kinderen geldt dat de toeleiding op een bijzonder zorgvuldige wijze zal moeten verlopen. We onderscheiden in deze een drietal toeleidingsroutes: 1. leerlingen vanuit de voorschoolse voorzieningen worden door de ouders schriftelijk aangemeld bij een basisschool. Deze school heeft dan de zorgplicht en gaat na of deze leerling al dan niet een ondersteuningsbehoefte heeft; 2. leerlingen waarbij tijdens de voorschoolse periode al de nodige ondersteuning in bijvoorbeeld een Medisch Kinderdagverblijf noodzakelijk is. Voor deze leerlingen geldt dat nagegaan moet worden of ook in het onderwijs extra ondersteuning nodig is. Deze leerlingen kunnen via een toeleidingsroute bij de toelaatbaarheids- en adviescommissie worden aangemeld; 3. leerlingen bij wie tijdens de basisschoolperiode gesignaleerd wordt dat er extra ondersteuning gewenst is. In onderstaand stappenschema wordt de procedure geschetst voor die leerlingen. Hieronder geven wij in vier stappen aan hoe de toeleiding van leerlingen naar de toelaatbaarheid- en adviescommissie verloopt. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

39 Stap 1. Schoolniveau Iedere school in het samenwerkingsverband beschikt over een Ondersteuningsteam 13. In dat team wordt de cyclus van het handelingsgericht werken door de interne begeleider samen met de leraren vormgegeven o.a. door middel van de groeps- en leerlingbesprekingen. In veel scholen participeert ook de schoolmaatschappelijk werker aan dat overleg en eventueel andere disciplines. Het accent in de bespreking ligt op het vaststellen van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en worden afspraken gemaakt over de inzet van extra en aanvullende activiteiten door de school vallend binnen de basisondersteuning. Het ondersteuningsteam stelt ook vast voor welke leerlingen geldt dat zij, ondanks alle ondersteuning door de school, de basisondersteuning dreigen te overstijgen en waarbij de continuïteit van de schoolloopbaan in het geding komt. Stap 2. Bestuursniveau In deze stap wordt op bestuursniveau nagegaan of de school alles heeft gedaan om het kind te ondersteunen. Deze stap is een tussenschakel tussen het ondersteuningsteam van de school en de toelaatbaarheids- en adviescommissie van het samenwerkingsverband Het bestuur wordt in deze vertegenwoordigt door een deskundige (orthopedagoog, onderwijskundige of bovenschools intern begeleider) die een professionele dialoog voert met de leden van het ondersteuningsteam van de school over de ondersteuningsvraag van de leerling.het is aan het bestuur zelf om een keuze te maken wie namens het bestuur de professionele dialoog voert met de school. Deze professionele dialoog versterkt de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de schoolloopbaan van de leerling en het bestuur houdt hierdoor zicht op de leerlingstromen naar de toelaatbaarheids- en adviescommissie. Ook krijgen betrokkenen informatie over de kwaliteit van de eigen basisondersteuning en de mogelijkheden om de basisondersteuning te versterken. In een aantal gevallen is het wellicht mogelijk dat er reeds ondersteuningsmaatregelen ingezet kunnen worden voor de leerling. We realiseren ons dat niet ieder bestuur op dit moment beschikt over deskundigen op bestuursniveau die deze taak kunnen uitvoeren. Wellicht dat kleinere schoolbesturen in overleg met het samenwerkingsverband creatieve oplossingen hiervoor kunnen bedenken mogelijk met inzet van middelen uit het scholenbudget. Stap 3. Aanvraag De school heeft voor de leerling die besproken is in het Ondersteuningsteam en op bestuursniveau een voorlopig ontwikkelingsperspectief opgesteld. Dit perspectief wordt samen met het aanvraagformulier opgestuurd naar de toelaatbaarheids- en adviescommissie. De intern begeleider van de school is verantwoordelijk voor beide documenten. In het aanvraagformulier staat verwoord wat de professionals willen bereiken met het kind. Tevens wordt aangegeven hoe de extra ondersteuning ingericht zou moeten worden en voor welke periode. 13 Het samenwerkingsverband streeft naar een eenduidigheid als het gaat om de overlegstructuur op de scholen. Dat is ook gewenst in verband met de toeleiding naar de Toelaatbaarheids- en adviescommissie. Vastgesteld wordt op dit moment dat er veel verschillende aanduidingen bestaan over de overleggen. Ook geeft iedere school een eigen invulling aan samenstelling, deelnemers, frequentie e.d. Toch is het gewenst dat in de loop van het samenwerkingsverband komt tot meer eenduidigheid. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

40 Stap 4. Samenstelling Toelaatbaarheids- en adviescommissie 14 De aanvraag wordt op inhoud beoordeeld door de toelaatbaarheids- en adviescommissie, bestaande uit tenminste een orthopedagoog uit het speciaal basisonderwijs en een orthopedagoog uit het speciaal onderwijs. Het voorzitterschap wordt uitgevoerd door een functionaris van het samenwerkingsverband Indien gewenst wordt andere expertise, afhankelijk van de vraagstelling, ingezet. Samen beoordelen zij of de aanvraag voor extra ondersteuning gegrond is en formuleren een advies, kennen een arrangement toe en indien nodig geven zij een toelaatbaarheidsverklaring af. De deskundige van het aanvragende schoolbestuur en de intern begeleider zijn beiden bij de behandeling van de aanvraag aanwezig. Het is mogelijk dat ook de leraar van de leerling deelneemt aan de bespreking. Concretisering genomen besluit Het samenwerkingsverband gaat er van uit dat ieder genomen besluit door de toelaatbaarheids- en adviescommissie beschouwd wordt als een arrangement. Onder een arrangement verstaan wij een set van maatregelen, bekostigd uit de extra ondersteuningsmiddelen, op het gebied van pedagogisch en didactische maatregelen, inzet van personeel, expertise en materiaal. Indien gewenst vinden er ook fysieke maatregelen plaats in en om het schoolgebouw. Vervolgens maken we het onderscheid in de te verstrekken arrangementen: 1. een arrangement met een wettelijk verplichte toelaatbaarheidsverklaring. Dit arrangement wordt uitgevoerd binnen het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs; 2. een arrangement dat met toegekende middelen van het samenwerkingsverband uitgevoerd wordt binnen het regulier basisonderwijs; 3. een aanvullend arrangement dat met toegekende middelen van het samenwerkingsverband uitgevoerd wordt binnen het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs. Dit wordt uitsluitend verstrekt wanneer de ondersteuningsbehoefte van de leerling zo groot is dat de inzet van de eigen voorziening niet toereikend is om een antwoord te geven op deze behoefte. Vormen 15 van deze arrangementen zijn: - tijdelijke toegevoegde ondersteuning voor de leraar of het team op school door het Ondersteuningsteam Passend Onderwijs; - een budget voor de school waarmee extra ondersteuning geboden kan worden; - een (tijdelijke) beschikbaarheid van specifieke hulpmiddelen op de reguliere basisschool voor leerlingen met een (meervoudige) lichamelijke handicap die de basisondersteuning overstijgen; - een (tijdelijke) plaatsing op een andere reguliere basisschool die de ondersteuning wel kan leveren; - een plaatsing op een tijdelijke bovenschoolse voorziening (zie ook punt 8 van deze paragraaf); 14 De samenstelling van de Toelaatbaarheids- en adviescommissie is conform de Algemene Maatregel van Bestuur (concept; februari 2013): In dit besluit is bepaald dat voor de toelating tot het speciaal basisonderwijs en voor toelating tot het (voortgezet) speciaal onderwijs het samenwerkingsverband zich moet laten adviseren door een orthopedagoog en door een tweede deskundige, afhankelijk van de ondersteuningsvraag van de leerling (zoals blijkt uit de gegevens van de ouders of de school), door een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een maatschappelijk werker, een arts of een kinderpsychiater. Door het opleggen van deze verplichting is geborgd dat het samenwerkingsverband relevante deskundigheid betrekt bij de beslissing over het wel of niet verwijzen van leerlingen naar speciale voorzieningen in het samenwerkingsverband. 15 Uit Referentiekader Passend Onderwijs, 2013, p.13. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

41 - een gecombineerd traject van onderwijs en jeugdzorg in de vorm van een onderwijs- en zorgarrangement. Relatie met ouders Uiteraard zijn de ouders door de school volledig op de hoogte van de aanmelding bij de toelaatbaarheids- en adviescommissie. Het is wenselijk dat ouders de bespreking bijwonen over hun kind. Het is van groot belang dat de toelaatbaarheids- en adviescommissie open en transparant te werk gaat. (zie ook hoofdstuk 7). Verwacht wordt dat de school met de ouders een op overeenstemming gericht overleg voert over de inzet van de middelen. De wet passend onderwijs verplicht de school om voor leerlingen die gebruik maken van middelen uit de extra ondersteuning een ontwikkelingsperspectief samen te stellen. In bijlage 6 wordt het bovenstaande op een schematische manier weergegeven. Verdere uitwerking In het voorgaande is in globale zin een beschrijving gegeven van het werk van de toelaatbaarheids- en adviescommissie. Er wordt gewerkt aan een huishoudelijk reglement en een werkdocument, waarin alle relevante informatie voor de scholen is opgenomen. 2. Onderwijsondersteuningsarrangementen Vanaf 1 augustus 2014 zal door het samenwerkingsverband een scala aan ondersteuningsarrangementen aangeboden worden. De toelaatbaarheids- en adviescommissie gaat in de besluitvorming daarover een belangrijke rol vervullen. Voor alle partijen is dit een nieuwe werkwijze en als een taak om vooral het oude denken in slagbomen en criteria om te zetten naar nieuw denken. Dat denken is gebaseerd op ondersteuningsbehoefte en flexibiliteit. Scholen gaan daarbij uiteraard ondersteund worden en wij verwachten een sterke bijdrage van de ondersteuningsbegeleiders (de voormalige ambulant begeleiders) In het schooljaar zal het samenwerkingsverband de voormalige middelen voor de rugzak die vóór 1 augustus 2014 toegekend zijn verstrekken aan de scholen. Dit jaar willen wij vooral zien als een overgangsperiode voor scholen, ouders en leerlingen. Het is ook de periode waarin de toelaatbaarheids- en adviescommissie zich verder kan oriënteren op haar werkzaamheden en op de nieuwe aanvragen. Deze continuering betekent wel dat er, conform de wet passend onderwijs, een ontwikkelingsperspectief geschreven moet worden en dat ouders moeten instemmen met de aard van de activiteiten. Ook wordt verwacht dat de scholen verantwoording afleggen over de inzet en de resultaten van de middelen. In de loop van wordt een beslissing genomen over de continuering van deze arrangementen. 3. Van ambulante begeleiding naar een Ondersteuningsteam Passend Onderwijs Bedoeld wordt hier de inzet van expertise vanuit het speciaal basisonderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs; de cluster 3 en 4 scholen. Deze expertise willen wij gaan bundelen in een Ondersteuningsteam Passend Onderwijs. Dat team gaat op termijn werkzaamheden verrichten ten behoeve van de scholen en het samenwerkingsverband als geheel. Het samenwerkingsverband heeft een nadrukkelijke voorkeur voor de inzet van deze expertise in de vorm van meer preventieve ondersteuning en ter versterking van de basisondersteuning en de ontwikkeling van de schoolondersteuningsprofielen. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

42 Dat sluit volledig aan bij een omslag in denken over de inzet van deze expertise. Vandaar dat de voorkeur uitgaat naar het gebruik van de term ondersteuningsbegeleider. Gewenst is om in bestuurlijke afspraken te maken over de inzet van deze expertise. Naast afspraken over de inhoudelijke inzet en ambities gaat het ook over de personele en formatieve consequenties van het tripartite akkoord over de inzet van de ambulante begeleiders. Ten aanzien van de inzet van de ondersteuningsbegeleiders gelden de volgende uitgangspunten: - de inzet is vraag- en dialoog gestuurd. Vertrekpunt is steeds het schoolondersteuningsprofiel, de handelingsverlegenheid en het ontwikkelingsperspectief; - de ondersteuning wordt flexibel ingezet en op basis van schriftelijke afspraken met de school; - de ondersteuning wordt zo dicht mogelijk bij de school, de klas en de leerling uitgevoerd; - de begeleiding binnen een school vindt per expertise geclusterd plaats, waarbij een school te maken krijgt met een beperkt aantal ondersteuners; - de regie over de inzet van de ondersteuningsbegeleider ligt bij de intern begeleider van de school; - de begeleiding vindt planmatig plaats in aansluiting op het besluit van de toelaatbaarheids- en adviescommissie en op basis van een werkovereenkomst met de directie van de school. Ten aanzien van de uitvoering van taken door de ondersteuningsbegeleiders denkt het samenwerkingsverband aan het volgende takenpakket: - het in beeld brengen van de ondersteuningsbehoefte en de verwachting die school en ouders hebben; - individuele hulp aan leerlingen; - extra handen in de klas van de geïndiceerde leerling; - ondersteuning intern begeleiders en leraar; - het uitvoeren van observaties; - het met behulp van daartoe geëigende instrumenten stellen van gecertificeerde diagnoses; - ondersteunen bij het schrijven van een ontwikkelingsperspectief, het geven van handelingsgerichte adviezen en het ondersteunen bij het klassenmanagement; - crisisinterventies bij gedragsproblemen; - communicatie met betrokkenen; - ondersteuning bieden bij een overgang naar speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs en vanuit het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs terug naar het regulier onderwijs; - ondersteuning bij doorgaande leerlijn van primair- naar voortgezet onderwijs. 4. Schoolmaatschappelijk werk op alle scholen Vanaf 2013 is verwezenlijkt dat op een groot aantal van de scholen schoolmaatschappelijk werk beschikbaar is. De eerste evaluaties zijn positief en deze voorziening wordt gezien als een meerwaarde. Er is behoefte dat deze voorziening wordt gecontinueerd. Er is echter nog een verschil tussen de subsidiëring door de gemeenten. Het samenwerkingsverband zal dit onderwerp in brengen tijdens het OOGO over het ondersteuningsplan met de gemeenten. 5. Arrangementen voor hoogbegaafde leerlingen Ook voor deze leerlingen kan gelden dat de schoolloopbaan niet soepel verloopt en dat het binnen de basisondersteuning niet lukt om deze leerlingen onderwijs op maat te bieden. Wanneer er sprake is van ondersteuningsbehoefte bij school en leerling kunnen de- Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

43 ze leerlingen aangemeld worden bij de toelaatbaarheids- en adviescommissie. Conform de afspraken en procedures zal die commissie komen tot een besluit en een voorstel doen voor een arrangement. Gezien de aard van de problematiek kan het denkbaar zijn dat meerdere trajecten uitgevoerd worden. 6. Ondersteuning anderstalige instromers Met subsidie van de gemeenten Waalwijk, Loon op Zand en Aalburg wordt aan leerlingen van 4 t/m 12 jaar die rechtstreeks uit het buitenland komen en niet of nauwelijks in de Nederlandse taal aanspreekbaar zijn, taalondersteuning geboden. De subsidieafspraken lopen tot en met 2015 en zijn gebaseerd op cofinanciering van de gemeenten en het huidige samenwerkingsverband WSNS Over Maas en Duin. Taalbegeleiders bieden hulp door individuele en/of groepsgewijze taalbegeleiding aan de leerling en door de leraar van deze leerlingen adviezen te geven wat betreft observatie, vaststellen beginsituatie en -niveau, inventariseren van ondersteuningsbehoeften en het gebruik van geschikt materiaal. Voor de schoolloopbaan van anderstalige instromers (buitenlandse leerlingen die rechtstreeks vanuit het buitenland instromen in Nederland) is een adequate opvang van essentieel belang. Het gaat dan vooral om de bevordering van het Nederlands als tweede taal en de versterking van de sociaal emotionele ontwikkeling. Een goede opvang in de beginperiode van het verblijf in Nederland vergroot de kansen dat deze leerlingen binnen het regulier basisonderwijs opgevangen kunnen worden. 7. Verlengd aanmeldingstraject voortgezet onderwijs Met het verlengde aanmeldingstraject (VAT) willen we meerdere doelen bereiken. We willen de leerling en de ouders tijdig duidelijkheid geven over de plaatsing in het voortgezet onderwijs. Tevens geeft dit de scholen voor voortgezet onderwijs de gelegenheid om een volledig beeld op te bouwen van de leerling en diens ondersteuningsbehoefte en biedt het de scholen voor primair onderwijs de zekerheid dat de leerling tijdig geplaatst wordt in het voortgezet onderwijs. Door samenwerking tussen het primair en het voortgezet onderwijs willen wij de overgang, in het bijzonder voor leerlingen met ondersteuningsbehoeften, zo soepel mogelijk laten verlopen. Het VAT biedt aan ouders de mogelijkheid om zich goed te oriënteren op de school met het passend ondersteuningsprofiel voor voortgezet onderwijs. Gehandhaafd blijft dat de school voor primair onderwijs verantwoordelijk is voor het advies, dat de ouders kunnen beslissen wat zij met dit advies doen en dat de school voor voortgezet onderwijs verantwoordelijk is voor de plaatsing. Bij een aantal leerlingen is sprake van een ondersteuningsbehoefte die uitstijgt boven de basisondersteuning van de basisschool en de verwachting is dat dat ook geldt voor de school voor voortgezet onderwijs. In verband met de continuering van de ondersteuning van de leerling is het mogelijk dat het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs middelen verstrekt aan de school waar de leerling wordt ingeschreven. Op die manier is continuïteit van ondersteuning gewaarborgd. Beleidsmatig is gewenst om afspraken te maken tussen de beide samenwerkingsverbanden over dit traject. Onderwerp van bespreking is dan ook de toekomstige positie van POVO en van de toelaatbaarheids- en adviescommissie (zie ook paragraaf 5.6). Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

44 8. Tijdelijke bovenschoolse voorziening In een aantal gevallen is het gewenst dat er voor leerlingen een tijdelijke opvang komt. Het gaat dan om leerlingen waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en grensoverschrijdend gedrag. In zowel de toeleiding als in de opvang zien wij een rol weggelegd voor het speciaal onderwijs, het speciaal basisonderwijs, schoolmaatschappelijk werk en jeugdhulp. Ook is het gewenst om in de toeleiding naar de toelaatbaarheidsen adviescommissie een taak te geven. In het activiteitenplan wordt opgenomen dat concrete voorstellen worden gedaan over de inrichting van deze voorziening. Daarbij aandacht voor goede bestuurlijke afspraken, de toeleiding, de locatie, de duur, de kosten en de betrokkenheid van het Ondersteuningsteam Passend Onderwijs. 9. Scholen met een speciale opdracht Hieronder geven wij een schets van de scholen voor speciaal basisonderwijs en voor speciaal onderwijs. Scholen voor speciaal basisonderwijs Het samenwerkingsverband kent scholen voor speciaal basisonderwijs. De scholen voor speciaal basisonderwijs zijn ingericht voor leerlingen die zijn aangewezen op extra ondersteuning die binnen de basisschool niet geboden kan worden. Deze scholen bieden onderwijs aan leerlingen van 4 tot en met gemiddeld 13 jaar. Wettelijk mogen leerlingen het speciaal basisonderwijs bezoeken tot maximaal 14,3 jaar. Speciale basisscholen en reguliere basisscholen hebben dezelfde kerndoelen. De speciale basisscholen hebben echter meer middelen waardoor de klassen over het algemeen kleiner zijn, de leraren zijn extra geschoold en er is intern ondersteuning door een gedragswetenschapper. Daarnaast hebben de speciale basisscholen ook vaak de beschikking over andere specialisten. Door deze voorzieningen zijn de scholen voor speciaal basisonderwijs beter in staat het onderwijs af te stemmen op de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Scholen voor speciaal onderwijs In verband met het realiseren van een dekkende ondersteuningsstructuur is de bijdrage van het speciaal onderwijs van groot belang. Zij vervullen voor het samenwerkingsverband een duidelijke dubbelfunctie. Daarin is opgenomen het verzorgen van onderwijs aan leerlingen waarbij zware ondersteuning nodig is. Tegelijkertijd is ook de nodige expertise aanwezig over het onderwijs aan leerlingen met ondersteuningsbehoefte. De scholen voor het speciaal onderwijs (voormalig cluster 3 en 4) gaan deelnemen in ons regionaal samenwerkingsverband voor passend onderwijs. Binnen het samenwerkingsverband spreken de scholen af welke leerlingen ze toelaatbaar achten in het speciaal onderwijs. Voor deze leerlingen geeft het samenwerkingsverband een 'toelaatbaarheidsverklaring' af. In plaats van de oorspronkelijke indicatiecriteria moeten alle samenwerkingsverbanden de komende periode op zoek naar de formulering en vaststelling van nieuwe criteria. Uiteraard spelen de voorkennis over de leerling, het uitgevoerde onderzoek, de diagnostiek en de reeds uitgevoerde ondersteuningsactiviteiten een cruciale rol. Maar in de komende jaren zal meer en meer het accent gelegd gaan worden op de ondersteuningsbehoefte bij de leerling en de school. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

45 Vanaf 1 augustus 2014 is sprake van de volgende bekostigingscategorieën: - categorie 1:zeer moeilijk lerende en langdurig zieke leerlingen en de dan voormalige cluster 4 zeer moeilijk opvoedbare leerlingen met gedrags- en/of psychiatrische stoornissen; - categorie 2: lichamelijk gehandicapte leerlingen; - categorie 3: meervoudig gehandicapte leerlingen. In de Wet op de Expertisecentra (WEC) (artikel 40b) is bepaald dat op elke school voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) in ieder geval een Commissie voor de Begeleiding (CvB) aanwezig is. Zo is op een cluster 3-school voor langdurig zieke kinderen onder andere een verpleegkundige aanwezig en op een school voor cluster 4-onderwijs een gedragsdeskundige. Om leerlingen met specifieke problemen te onderwijzen heeft het speciaal onderwijs vooral de kennis en expertise in huis om alle levensdomeinen van de leerling te verbinden: kennis en expertise van de stoornis(sen), revalidatiemogelijkheden, ondersteuningsbehoefte, zorgbehoefte, arbeid/werken, wonen, vrije tijd, instroom naar vervolgonderwijs en op alle aspecten en variaties die daarbinnen bestaan. Dit specialisme is niet in korte tijd over te dragen maar veelal gebaseerd op jarenlange ervaring en leren met elkaar. Er is meer expertise aanwezig binnen het speciaal onderwijs in de vorm van deskundigen die deel uitmaken van de schoolformatie dan binnen reguliere basisscholen en de scholen voor speciaal basisonderwijs. In verband met het realiseren van de doelstellingen van passend onderwijs heeft het samenwerkingsverband de expertise van het speciaal onderwijs hard nodig. 10. Overige projecten Onder de rubriek bijzondere projecten plaatsen wij twee voorzieningen. Wellicht dat dit aantal nog verder uitgebreid wordt. Vooralsnog beperken wij ons: - inrichting tussenvoorzieningen; - steunpunt autisme. Tussenvoorzieningen Op dit moment kent de regio een parelklas als een voorbeeld van een tussenvoorziening. Dit sluit aan op de visie en missie van het samenwerkingsverband om zoveel mogelijk thuisnabij onderwijs te realiseren. Een parelklas is een voorziening in een reguliere basisschool bedoeld voor leerlingen met een verstandelijke beperking. Met de parelklassen wordt aan zeer moeilijk lerende kinderen optimale ontplooiingskansen geboden in een veilige, uitdagende en thuisnabije omgeving. Door een integrale aanpak van onderwijs en zorg worden de mogelijkheden van leerlingen optimaal benut en wordt de sociale cohesie van leerlingen in de school en in de wijk bevorderd. We gaan na of in de komende periode behoefte is aan deze voorzieningen. Bij dat onderzoek betrekken we ook de vraag naar het rendement en de inzet van middelen. Steunpunt autisme Onder verantwoordelijkheid van het REC Midden-Brabant functioneert tot 1 augustus 2014 een Steunpunt Autisme. Met het opheffen van het REC Midden-Brabant moet nagegaan worden op welke wijze deze taken in de toekomst uitgevoerd worden. Het Steunpunt Autisme Midden-Brabant verricht de werkzaamheden ten behoeve van vier samenwerkingsverbanden in de regio Midden-Brabant (twee voor het primair onderwijs en twee voor het voortgezet onderwijs). Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

46 5.4 Relevante wet- en regelgeving passend onderwijs In deze paragraaf geven wij weer wat een aantal aspecten uit de wet en regelgeving passend onderwijs betekenen voor de periode na 1 augustus Zo wordt ingegaan op het ontwikkelingsperspectief, de deskundigen, de toelaatbaarheidsverklaring, de afspraken met cluster 1 en 2 en de afspraken over ondersteuning leerlingen met epilepsie Ontwikkelingsperspectief De wet passend onderwijs geeft aan dat er voor leerlingen die extra ondersteuning ontvangen een ontwikkelingsperspectief moet zijn, dat is vastgesteld na op overeenstemming gericht overleg met de ouders. Wanneer moeten leerlingen een ontwikkelingsperspectief hebben? De wet passend onderwijs geeft aan dat voor de volgende leerlingen een ontwikkelingsperspectief verplicht is: - scholen voor speciaal onderwijs moeten vanaf 1 augustus 2013 een ontwikkelingsperspectief vaststellen voor elke leerling. Voor nieuwe leerlingen moeten ze dit binnen 6 weken na inschrijving doen; - voor elke leerling in speciaal basisonderwijs moet het bevoegd gezag met ingang van 1 augustus 2014 een ontwikkelingsperspectief vaststellen binnen 6 weken na inschrijving van de leerling; - voor elke leerling in het regulier onderwijs die extra ondersteuning nodig heeft, stelt het bevoegd gezag met ingang van 1 augustus 2014 een ontwikkelingsperspectief op; - voor leerlingen die tijdelijk zijn geplaatst op een andere school of instelling stelt het bevoegd gezag het ontwikkelingsperspectief vast binnen 6 weken na definitieve plaatsing van de leerling. In aansluiting op de Algemene Maatregel van Bestuur Passend Onderwijs (concept februari 2013) moeten de volgende onderdelen in het ontwikkelingsperspectief zijn opgenomen: - de te verwachten uitstroombestemming van de leerling; - de onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming van de leerling. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheden van de leerling in relatie tot de voor de uitstroombestemming vereiste kennis en vaardigheden; - ondersteuning en begeleiding. In het ontwikkelingsperspectief dient ook de te bieden ondersteuning en begeleiding opgenomen te worden en, indien aan de orde, de afwijkingen van het onderwijsprogramma. Dit gedeelte wordt beschouwd als het handelingsdeel. 16 Het bevoegd gezag stelt het ontwikkelingsperspectief vast. In het speciaal onderwijs krijgt het bestuur hiervoor advies van de Commissie voor Begeleiding (voor cluster 3 en 4) of de Commissie voor Onderzoek (voor cluster 1 en 2). De school evalueert het ontwikkelingsperspectief tenminste één maal per jaar met de ouders en stelt het zo nodig bij. Het is van belang dat scholen over de juiste instrumenten beschikken om ouders zo volledig mogelijk te informeren over dit overleg en de mogelijkheden van beroep en bezwaar wanneer er een verschil van inzicht bestaat tussen school en ouders over het ontwikkelingsperspectief. 16 In de wet passend onderwijs (artikel 40) wordt aangegeven dat er op overeenstemming gericht overleg gevoerd wordt met de ouders over het ontwikkelingsperspectief. De tweede kamer heeft in april 2013 de zogenaamde motie Ypma aangenomen. Daarin wordt voorgesteld dat ouders ten aanzien van het handelingsdeel overeenstemming moeten hebben met de school. De kamer verzoekt een wetsvoorstel hierover in te dienen. De verwachting is dat dit per 1 augustus 2015 ingevoerd zal worden. Betekent dat voor de overige delen het voeren van op overeenstemming gericht overleg van toepassing blijft. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

47 Scholen voor basisonderwijs moeten vanaf 1 augustus 2014 in het Basisregister Onderwijs (BRON) aangeven wanneer een leerling een ontwikkelingsperspectief heeft. Voor het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs geldt dat niet; daar hebben immers alle leerlingen een ontwikkelingsperspectief Deskundigen samenwerkingsverband Ten aanzien van de toeleiding van leerlingen naar het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs heeft de wet passend onderwijs vastgesteld dat er een oordeel van deskundigen noodzakelijk is. De deskundigen die adviseren over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs of tot het speciaal onderwijs zijn een orthopedagoog en afhankelijk van de leerling over wiens toelaatbaarheid wordt geadviseerd een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een kinderpsychiater, een maatschappelijk werker of een arts (uit: AMvB, concept februari 2013). Wanneer bij de behandeling van de aanvraag duidelijk is dat een leerling niet terug zal keren naar het regulier onderwijs is een verklaring mogelijk die geldig is voor de gehele schoolloopbaan Toelaatbaarheidsverklaring Het samenwerkingsverband heeft de wettelijke plicht om voor de leerlingen die zijn aangewezen op het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs een toelaatbaarheidsverklaring af te geven. Het samenwerkingsverband gaat in principe uit van een tijdelijke toelaatbaarheidsverklaring naar het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs. Daarmee blijft het perspectief op terugplaatsing naar het regulier onderwijs open. Wanneer het scholen lukt om vroegtijdig de problematiek te signaleren is de kans op een terugplaatsing het grootst. Bij het afgeven van een tijdelijke toelaatbaarheidsverklaring wordt maatwerk nagestreefd. Voor kwetsbare kinderen die al op zeer jonge leeftijd vanuit de zorg aan het onderwijs worden toevertrouwd en waar plaatsing in de reguliere school niet in de verwachting ligt, zal de geldigheid van de toelaatbaarheidsverklaring een hele basisschoolperiode kunnen omvatten. Als er overeenstemming is tussen ouders, school en nieuwe school over het gewenste arrangement dan zal het samenwerkingsverband altijd een toelaatbaarheidsverklaring afgeven. De toewijzing van een toelaatbaarheidsverklaring is een besluit in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht. Tegen die beslissing staat bezwaar en daarna beroep open. Een toelaatbaarheidsverklaring bevat in ieder geval: - leerlinggegevens; - nummer van het samenwerkingsverband; - nummer van de toelaatbaarheidsverklaring; - bekostigingscategorie (hoog, midden, laag); - geldigheid (begin- en einddatum, het wettelijke minimum bedraagt één schooljaar). Doorgaans zal na iedere twee jaar opnieuw bekeken worden welk arrangement past bij de betreffende leerling. Het gaat hier om een toelaatbaarheidsverklaring; echter de beslissing over plaatsing van de leerlingen in een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs blijft voorbehouden aan die school zelf. Als de beperking van de leerling dusdanig ernstig is dat inzet van en verblijf binnen het speciaal onderwijs evident is, kan een toelaatbaarheidsverklaring voor de gehele schoolloopbaan worden afgegeven. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

48 Automatische Toelaatbaarheidsverklaring Artikel 40 lid 16 van de WEC biedt de mogelijkheid tot een automatische plaatsing van een leerling, maar dan wel op basis van een samenwerkingsovereenkomst. Voor deze leerlingen hoeft het samenwerkingsverband geen toelaatbaarheidsverklaring af te geven. Een leerling die is geplaatst in een inrichting, accommodatie of residentiële instelling en die wordt toegelaten op basis van de bekostiging, wordt door die plaatsing en voor de duur daarvan aangemerkt als een leerling die toelaatbaar is verklaard tot de school voor speciaal onderwijs, behorend tot cluster 3 of cluster 4, die aan die inrichting of accommodatie is verbonden dan wel waarmee die residentiële instelling een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten. Indien een leerling is toegelaten tot een school die is verbonden aan een instelling als bedoeld in artikel 71c, eerste lid, maakt die school afspraken met het samenwerkingsverband waartoe de leerling behoorde direct voorafgaand aan de toelating tot de school, over de terugkeer van de leerling Afspraken met cluster 1 en 2 Met de besturen en scholen voor cluster 1 en 2 worden afspraken gemaakt over de wijze waarop de expertise van die scholen na 1 augustus 2014 ingezet wordt in de vorm van een concreet ondersteuningsaanbod aan de scholen. Ook voor de leerlingen met een rugzak voor die clusters geldt, dat deze bekostiging wordt afgeschaft. De instellingen die de ondersteuning verzorgt krijgen vervolgens de taak om een ondersteuningsaanbod te ontwikkelen passend bij de ondersteuningsbehoefte van de school. Daarvoor maken zij gebruik van de voormalige rugzakmiddelen en de middelen ambulante begeleiding. Over de wijze van indicatiestelling, het leveren van begeleidingsarrangementen en de ondersteuning van ouders worden werkafspraken gemaakt. In dit samenwerkingsverband gaat het om 9 leerlingen (cluster 1) en 29 leerlingen (cluster 2) die een school bezoeken voor basisonderwijs of speciaal basisonderwijs en om 2 leerlingen (cluster 1) en 46 leerlingen (cluster 2) die wonen in het gebied van het samenwerkingsverband en een school voor speciaal onderwijs bezoeken. Voor cluster 1 geldt dat de Koninklijke Visio de organisatie is die de ondersteuning voor blinde en slechtziende leerlingen biedt. Vanuit Visio Onderwijs is er een contactpersoon verbonden aan het samenwerkingsverband die benaderd kan worden bij vragen rondom het onderwijs aan visueel beperkte leerlingen. Op basis van de onderwijsbehoeften van het kind en de ondersteuningsbehoeften van de leraar wordt een begeleidingsplan opgesteld. Ondersteuning aan leraren en leerlingen kan bestaan uit: ambulante onderwijskundige begeleiding, advies, coaching, instructie, collegiale consultatie en cursussen. Naast ondersteuning door de ambulant onderwijskundig begeleider blijven er financiële middelen beschikbaar t.b.v. de visueel beperkte leerling. De toekenning van deze middelen zal centraal via Cluster 1 gaan lopen. Zodra de exacte invulling hiervan bekend is, wordt deze gecommuniceerd met de scholen en samenwerkingsverbanden. Wanneer sprake is van (een vermoeden van) een visuele beperking, kunnen ouders, maar ook de school, hun kind aanmelden bij Koninklijke Visio. Na onderzoek, beoordeelt de Commissie van Onderzoek of het kind op basis van de landelijke toelatingscriteria recht heeft op een Cluster 1 indicatie. Hierbij wordt ook aangegeven of het kind recht heeft op ambulant onderwijskundige begeleiding of op onderwijs op één van de scholen voor leerlingen met een visuele beperking van Visio. De Stichting Siméa behartigt de belangen van instellingen die onderwijs en diensten verlenen aan leerlingen die doof of slechthorend zijn en/of een taalontwikkelingsstoornis hebben (Cluster 2). Ouders en scholen die een leerling aanmelden voor extra ondersteu- Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

49 ning door de instelling van cluster 2, krijgen trajectbegeleiding. In die begeleiding wordt uitgezocht wat de onderwijsbehoefte van de leerling is en welke ondersteuning de school vraagt. Dit resulteert in een advies aan de commissie van onderzoek. De instellingen hebben de intentie om aan te sluiten bij de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden. Ook deze stichting werkt met vaste contactpersonen tussen school, ouders en instelling. Het samenwerkingsverband maakt voor 1 augustus 2014 afspraken met de beide organisaties over de ondersteuning van de leerlingen. Daarbij worden ook afspraken gemaakt over de evaluatie van de werkzaamheden en het kwaliteitsbeleid Afspraken over ondersteuning leerlingen met epilepsie Leerlingen met epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen kunnen, als er sprake is van specifieke onderwijsbehoeften, rekenen op ondersteuning vanuit het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE). Het LWOE wordt gevormd door de ambulante diensten van de twee Nederlandse epilepsiescholen De Berkenschutse in Heeze en De Waterlelie in Cruquius. Beide scholen zijn verbonden aan een Epilepsiecentrum (3e-lijns ziekenhuis) voor epileptologie en neurologisch bepaalde leerstoornissen, respectievelijk Kempenhaeghe en Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN). Het LWOE biedt ondersteuning aan leerlingen met epilepsie in het reguliere onderwijs en leerlingen in het speciaal onderwijs. Na aanmelding bij het LWOE door ouders, arts, school of samenwerkingsverband volgt directe, preventieve betrokkenheid door een onderwijskundig begeleider van het LWOE. Indien meer intensieve ondersteuning nodig is, wordt de ondersteuningsbehoefte en het begeleidingsarrangement voor de betreffende leerling vastgesteld. Naast de eerste preventieve interventie worden de volgende arrangementen onderscheiden: lichte begeleiding, medium begeleiding en zware onderwijszorg. De lichte begeleiding is screenend en kortdurend van aard. De medium begeleiding is handelingsgericht en langer durend van aard. In voorkomende gevallen zal het LWOE het samenwerkingsverband zware onderwijszorg adviseren om een leerling toe te laten tot het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs. Ter toerusting van leraren biedt het LWOE een signaleringslijst aangaande het herkennen van epilepsieproblematiek. Tevens biedt het LWOE voorlichting, workshops en scholing met betrekking tot epilepsie, leren en gedrag. Het is de bedoeling dat de komende jaren meer maatwerk geboden kan worden zowel naar inhoud als naar duur. Over die inzet worden samenwerkingsafspraken gemaakt met het samenwerkingsverband Instroom vanuit voorschoolse voorzieningen In verband met de toelating van leerlingen tot het regulier onderwijs is de zorgplicht van toepassing, dat betekent dat de school na een schriftelijke aanmelding van de ouders nagaat of er sprake is van een ondersteuningsbehoefte van de toekomstige leerling. Van de ouders wordt verwacht dat zij aangeven of er sprake van een bepaalde ondersteuningsbehoefte. Voor een goede doorgaande lijn van 4-jarige kinderen en in het bijzonder de kinderen met verhoogd risico, is het van belang dat er goede uitwisseling plaatsvindt tussen de professionals van de voorschoolse instellingen en professionals van de basisschool. Het samenwerkingsverband bevordert een warme overdracht tussen voorschoolse instellingen en het basisonderwijs. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

50 De school moet binnen zes weken beslissen of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd. De volgende twee mogelijkheden zijn relevant: - als een school de leerling niet kan toelaten, moet de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school zoeken. Dat kan een school voor basisonderwijs zijn, een school voor speciaal basisonderwijs zijn of een school voor speciaal onderwijs zijn. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen; - voor leerlingen van wie bekend is vanuit de zorg dat ze extra ondersteuning nodig hebben, geeft het samenwerkingsverband een 'toelaatbaarheidsverklaring' af. Daarmee kan de leerling met extra ondersteuningsmiddelen naar de basisschool of naar het speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs. Beleidsafstemming met voorschoolse voorzieningen In de komende periode zal het initiatief worden genomen om de beleidsafstemming tussen het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen te bevorderen. Het gaat daarbij om de versterking van preventief werken, de kwaliteiten van vroegsignalering, de stimulering van de taal- en cognitieve ontwikkeling van risicokinderen en de advisering aan ouders over de schoolloopbaan van de leerling. Ook zal aandacht geschonken worden aan een uniformering van de schriftelijke overdracht en de warme overdracht 17. De beleidsafstemming tussen de voorschoolse voorzieningen en het samenwerkingsverband zal ook aan de orde worden gesteld tijdens het OOGO met de gemeenten. 5.6 Overgang primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs Een goede overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs is voor de voortgang van de schoolloopbaan van de leerling van groot belang.. We beseffen dat de overgang voor een grote groep leerlingen probleemloos verloopt. Zorgen zijn er echter over een kleine groep leerlingen die binnen het primair onderwijs al extra ondersteuning ontvangt. In verband met de invoering van passend onderwijs per 1 augustus 2014 geldt dat er ook bij de overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs de zorgplicht moet worden toegepast. Dat betekent dat een school voor voortgezet onderwijs na moet gaan of zij mogelijk ondersteuningsbehoefte kan bieden of dat de leerling beter geplaatst kan worden op een andere school. Een gevolg van de invoering van passend onderwijs is ook dat het samenwerkingsverband voor het voortgezet onderwijs een nieuwe toelaatbaarheidsverklaring moet verstrekken bij de overgang naar het voortgezet speciaal onderwijs. Dat geeft voor deze leerlingen bij de overgang een extra dimensie omdat in nauw overleg met het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs zelf, de ouders en de leerling - nagegaan moet worden of de leerling het onderwijs voortzet in het regulier of in het voortgezet speciaal onderwijs. Voor de verdere beleidsontwikkeling is het van belang dat er tussen de beide samenwerkingsverbanden regelmatig periodiek overleg is over in ieder geval de volgende onderwerpen: - toelatingsprocedure VO (advies, keuze, aanmelden, toelaten en inschrijven); - overdracht dossiers; - overdracht arrangementen; - omgaan met de zorgplicht. 17 Onder een warme overdracht verstaan we de ter beschikking stelling van alle relevante informatie over de kenmerken van een leerling bij de overgang van de ene school naar de andere school. Deze informatieoverdracht is vooral van belang voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte en biedt een basis voor een continue ontwikkeling van de schoolloopbaan. Regels inzake bescherming persoonsgegevens dienen in acht genomen te worden. Het accent wordt hierbij gelegd op relevante informatie. Het is aan de professionals zelf om te geven wat daaronder verstaat moet worden. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

51 De samenwerking tussen de beide samenwerkingsverbanden voor het primair en het voortgezet onderwijs heeft in de afgelopen periode op een positieve wijze verder vorm gekregen. Beide verbanden hebben de uitspraak gedaan dat een intensieve samenwerking in de toekomst wenselijk is. Onderwerpen die in ieder geval aan de orde moeten komen zijn de volgende: 1. Verlengd aanmeldingstraject Het VAT (zie ook paragraaf 5.3) is uitgegroeid tot een gewaardeerde aanpak en het is de intentie van een ieder om dit traject voort te zetten. In overleg met het primair onderwijs heeft het voortgezet onderwijs voor de komende 2 jaar vastgesteld dat leerlingen die in het VAT zitten de LGF-normbedragen in het voortgezet onderwijs behouden. Echter niet alle leerlingen die in het VAT zitten hebben een LGF. Voor het voortgezet onderwijs is het overduidelijk dat voor deze leerlingen extra ondersteuning en extra geld nodig is om succesvol te zijn. Het voortgezet onderwijs vertrouwt hierbij volledig op het advies van de commissie VAT. Ouders zijn hierover ingelicht. 2. Afspraken moeten er gemaakt worden voor de leerlingen uit groep 8 die niet in het VAT zitten maar die momenteel ingeschreven staan bij het speciaal onderwijs. Zij zitten momenteel niet in ons samenwerkingsverband Afspraken die gemaakt moeten worden voor leerlingen uit groep 8 die een rugzak toegekend hebben gekregen met een doorloop na 1 augustus De eerste aanzet is gemaakt om binnen het primair en het voortgezet onderwijs zoveel mogelijk dezelfde formulieren te gebruiken en dezelfde taal te spreken als het gaat over afstemming. Er heeft al een uitwisseling plaatsgevonden van onderwijskundige rapporten en formulieren ontwikkelingsperspectief. In dit verband gaat het ook het toekomstig gebruik van de digitale overdracht van gegevens met behulp van het Digitaal Overdrachtsdossier (DOD). 5. In de toekomst liggen er kansen om, in het kader van een doorlopende leerlijn, ook doorlopende arrangementen aan te bieden. Op korte termijn wordt bekeken of we gezamenlijk een aanbod kunnen organiseren voor opvang buitenlandse leerlingen en of er afspraken gemaakt kunnen worden t.b.v. de afstemming op meer begaafde leerlingen. Beide verbanden onderzoeken of meer afstemming en continuïteit mogelijk is m.b.t. de inzet van schoolmaatschappelijk werk en het Ondersteuningsteam Passend Onderwijs tijdens de overgangsperiode van het primair naar het voortgezet onderwijs. 6. De beide samenwerkingsverbanden hebben afspraken gemaakt met POVO over de positie die POVO binnen de nieuwe verbanden kan gaan innemen. Deze afspraken zijn vastgelegd in de notitie 'Toekomstgericht POVO' (Vastgesteld d.d. 3 oktober 2013). 5.7 Onderwijs aan zieke leerlingen Ook leerlingen met een chronische of levensbedreigende ziekte moeten onderwijs kunnen volgen. Daarnaast is het belangrijk dat zij de band met hun medeleerlingen en leraren behouden. Consulenten Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen (OZL) ondersteunen ouders, leerlingen en de school hierbij. Een consulent helpt bij het organiseren van het onderwijs aan deze leerlingen. De consulenten OZL zijn er speciaal voor zieke leerlingen in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Ouders en de school van een zieke leerling kunnen een consulent OZL gratis inschakelen. De consulenten werken bij de onderwijsadviesbureaus. Samen vormen de consulenten het landelijk netwerk Ziek zijn en Onderwijs (Ziezon). In alle gevallen blijft de school waar de zieke leerling staat ingeschreven verantwoordelijk voor het onderwijsaanbod. Dit is vastgelegd in de Wet Ondersteuning Onderwijs Zieke leerlingen (WOOZ). Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

52 Deze leerlingen ontvingen in het verleden veelal een rugzak. In de toekomst zullen deze leerlingen mogelijk in aanmerking komen voor een arrangement. 5.8 Uitwerking in activiteitenplan Op basis van dit hoofdstuk worden de volgende aandachtspunten uitgewerkt in het activiteitenplan: - vertalen van de consequenties van de zorgplicht naar de aanmelding en plaatsing van leerlingen; - onderzoek naar de kwaliteit van de basisondersteuning met behulp van instrument nulmeting; - het inrichten van de toelaatbaarheids- en adviescommissie inclusief protocollen, reglementen en dergelijke; - het ontwikkelen van het aanvraagformulier van de toelaatbaarheids- en adviescommissie; - het maken van afspraken over de inzet van de bestaande formats van de ontwikkelingsperspectieven; - het zorgdragen voor een zorgvuldige mondelinge dan wel schriftelijke communicatie met leraren, ouders en instellingen over de toeleiding; - afspraken over professionalisering van de diverse netwerken over de nieuwe werkwijze vanaf 1 augustus 2014; - het verder vormgeven van de arrangementen; - in aansluiting op de bestuurlijke afspraken (zie hoofdstuk 4) het inrichten van het Ondersteuningsteam Passend Onderwijs; - het verder concretiseren van de ondersteuningsvoorzieningen (zie paragraaf 5.3.); - het samenstellen van een format brief voor de toelaatbaarheidsverklaringen. - het maken van de bestuurlijke afspraken met cluster 1 en 2; - het maken van bestuurlijke afspraken met de voorschoolse voorzieningen in relatie tot de afspraken in het OOGO; - het maken van afspraken over de overgang primair onderwijs voorgezet onderwijs in verband met het verlengd aanmeldingstraject en de doorlopende rugzakken; - het maken van afspraken met POVO over de toekomstige relatie met het samenwerkingsverband 30-10; - het maken van afspraken met het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO De Langstraat over afstemming van voorzieningen, communicatie met ouders over arrangementen en over de relatie met de gemeenten en de instellingen voor jeugdhulp. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

53 Hoofdstuk 6 Kwaliteitsontwikkeling 6.1. We gaan voor kwaliteit De doelen van passend onderwijs zijn duidelijk verankerd in de visie, het beleid en de acties van het samenwerkingsverband Op hoofdlijnen heeft het samenwerkingsverband de activiteiten voor de komende periode gepland. Gekozen is voor een resultaatgerichte benadering waarbij op school- en op bovenschools niveau in het belang van de schoolloopbaan van de leerling resultaten geboekt gaan worden. Om zicht te krijgen op de effecten van de inspanningen van de scholen en van het samenwerkingsverband is een toegesneden systematiek voor monitoring en evaluatie noodzakelijk. Het samenwerkingsverband gaat hierbij uit van de drie kwaliteitsaspecten die de Inspectie voor het onderwijs voorlopig heeft geformuleerd voor passend onderwijs (Toezichtskader passend onderwijs, zomer 2013): - Resultaten Een passende plek voor iedere leerling door een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen (analyse van het aantal voortijdig schoolverlaters en thuiszitters, zicht op leerlingen die tussen wal en schip vallen, doorstroomgegevens, resultaten samenwerking jeugdhulp). - Management en organisatie Een duidelijke missie en doelstellingen van het samenwerkingsverband voor passend onderwijs, een slagvaardige aansturing, een sterke communicatie en een doelmatige, inzichtelijke organisatie. - Kwaliteitszorg Zorg voor kwaliteit door systematische zelfevaluatie door het samenwerkingsverband 30-10, planmatige kwaliteitsverbetering, jaarlijkse verantwoording hierover en het borgen van resultaten. 6.2 Monitoring en evaluatie Met de invoering van passend onderwijs krijgt de samenwerking tussen schoolbesturen en scholen een extra dimensie. Nog sterker dan voorheen worden scholen onderling aan elkaar verbonden en de beslissingen van de ene school over de schoolloopbaan van leerlingen heeft gevolgen voor de andere scholen. Ook weten we dat deelname aan extra voorzieningen van het samenwerkingsverband gevolgen hebben voor het geheel van het samenwerkingsverband als geheel. Dat betekent dat het samenwerkingsverband een goed zicht moet hebben op alle leerlingstromen, kengetallen, in-, door- en uitstroom en financiële overzichten. Daartoe wordt een monitoring opgesteld, die ten minste eens per jaar wordt ingevuld. Deze Monitor Passend Onderwijs wordt in september 2014 voor het eerst ingevuld. In het voorjaar van 2014 wordt deze monitor ontwikkeld. Nagegaan wordt of het invullen en verwerken op een digitale wijze kan geschieden. In ieder geval zal in die monitor de volgende basisgegevens opgenomen worden: A. inhoudelijke ontwikkelingen: - aantal leerlingen in het regulier onderwijs, het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs per school; Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

54 - aantal scholen met aangepast toezicht binnen het samenwerkingsverband Het gaat dan om scholen die door de inspectie in verband met voorgaande beoordelingen een intensief schooltoezicht hebben - aantal toelaatbaarheidsverklaringen die zijn afgegeven; - aantal verwijzingen en terugplaatsingen, uitgesplitst per school; - aantal aangepaste ondersteuningsprofielen; - ingezette arrangementen vanuit de scholen; periode, hoeveelheid ondersteuning, school en uitstroom, inzet vanuit de zorg; - ingezette arrangementen vanuit het samenwerkingsverband 30-10; periode, hoeveelheid ondersteuning, school en uitstroom, inzet vanuit de zorg; - aantal thuiszitters, meldingen van scholen en thuiszitters volgens de landelijke definitie; - aantal meldingen bij beroep en bezwaar binnen het samenwerkingsverband 30-10, aantal mediation trajecten, aantal contacten met onderwijsconsulenten, aantal meldingen bij de landelijke geschillencommissie. B. financiële ontwikkelingen: - analyse ondersteuningsbudget schooldeel en de spreiding over de scholen en besturen; - analyse ondersteuningsbudget deel samenwerkingsverband 30-10; - voortgang meerjarenbegroting en trends; - rentabiliteit, kapitalisatiefactor, eigen vermogen, weerstandsvermogen en solvabiliteit van de stichting. De directeur-bestuurder draagt zorg voor een verslaglegging van de gegevens. Daarbij is van groot belang dat de conclusies een goed zicht geven op de kwalitatieve en de kwantitatieve ontwikkelingen binnen het verband. Die gegevens zullen vervolgens input moeten leveren voor mogelijke bijstellingen van het beleid. 6.3 Planning en control cyclus Het samenwerkingsverband werkt met een plan, do, check en act cyclus voor de ontwikkeling en evaluatie van het beleid. Daarin is ook de jaarcyclus van het samenwerkingsverband opgenomen, waarin de taken ten aanzien van de ontwikkeling van documenten is opgenomen. Naast de ontwikkeling van de beleidsdocumenten zijn ook de volgende instrumenten van belang: 1. Evaluatie samenwerkingsverband door de scholen Het samenwerkingsverband ontwikkelt een evaluatieformulier waarop scholen hun oordeel over de uitvoering van werkzaamheden door het samenwerkingsverband kunnen weergeven. Het evaluatieformulier wordt ieder jaar door alle scholen ingevuld. Het betreft de beoordeling van alle werkzaamheden en de mate van tevredenheid daarover. Ook is het mogelijk aanbevelingen te formuleren voor bijstelling van werkzaamheden. 2. Functioneren van de organisatie van het samenwerkingsverband De directeur-bestuurder voert met medewerkers die werkzaamheden verrichten voor het samenwerkingsverband jaarlijks voortgangsbesprekingen. Leden van de Raad van Toezicht voeren jaarlijks een functioneringsgesprek met de directeur-bestuurder en om het jaar een beoordelingsgesprek. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

55 3. Inspectie van het onderwijs In het Toezichtskader Passend Onderwijs (zomer 2013) wordt aangegeven dat de inspectie jaarlijks een risicoanalyse uitvoert op basis van de aanwezige kennis over het functioneren van het samenwerkingsverband Voor deze risicodetectie hanteert de inspectie een risicomodel dat is gebaseerd op zes parameters. De inspectie ontwikkelt en ijkt voor elke parameter normen. De parameters dienen alleen om te bepalen of er aanleiding is om in gesprek te gaan met het samenwerkingsverband Na dit gesprek kan blijken dat er geen aanleiding is om nader onderzoek te doen. De parameters zijn: 1. thuiszitters, niet deelnemers aan onderwijs; 2. spreiding en doorstroom in het onderwijs; 3. (eerder gegeven) inspectieoordelen op scholen en instellingen; 4. signalen; 5. het ondersteuningsplan, de jaarverslagen en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen; 6. de deskundigheid op het gebied van ondersteuning door de leraar. 6.4 Verantwoording van inzet van middelen Binnen het samenwerkingsverband zijn in de hoofdlijnennotitie en in dit ondersteuningsplan afspraken met de scholen gemaakt over de inzet van de basisondersteuning en de extra ondersteuning en hieraan gekoppelde financiële middelen. Het samenwerkingsverband zal in een formele beschikkingsbrief het bestuur van de scholen informeren over deze beslissing en over de wijze waarop de school kan beschikken over de middelen. Ook wordt aangegeven welke voorwaarden daaraan verbonden zijn. Zo geldt voor een deel van de middelen dat voor de aanwending een ontwikkelingsperspectief moet worden samengesteld. Voor een adequate verantwoording van doelmatig ingezette middelen, rapporteert de school systematisch aan het samenwerkingsverband welke activiteiten ontplooid zijn en welke resultaten men geboekt heeft. Voor het eerste jaar van passend onderwijs richt het samenwerkingsverband zich ook voornamelijk op de inrichting van protocollen en effectieve werkprocessen. Ook gebruikt het samenwerkingsverband dit jaar voor de implementatie een aantal instrumenten en werkwijzen gericht op ontwikkelen en verbeteren. Deze instrumenten en werkwijzen worden tevens gebruikt om verticale verantwoording af te leggen over de kwaliteit van de activiteiten van het samenwerkingsverband aan bestuur, toezichthouders en inspectie. Via dialoog en goede communicatie met belanghebbenden zorgt het samenwerkingsverband voor horizontale verantwoording aan ouders, leerlingen en scholen. Dat betekent ook dat scholen het samenwerkingsverband in deze moeten zien als een open professioneel netwerk waarbinnen scholen zich aan elkaar verantwoorden met hun bereikte resultaten. 6.5 Uitwerking in activiteitenplan Op basis van dit hoofdstuk worden de volgende aandachtspunten uitgewerkt in het activiteitenplan: - voor de monitoring van leerlingstromen, inzet middelen, nulmeting verwijzen naar de voorgaande hoofdstukken; - idem ten aanzien van de verantwoording van inzet van middelen; - inrichten van de planning en control cyclus. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

56 Hoofdstuk 7 Samenwerking met ouders 7.1 Ouders als educatief partner In een van de eerste brieven over de Herijking van de zorg (thans; passend onderwijs) in 2005 werd de herpositionering van de ouders in de zorgstructuur als een van belangrijkste doelstellingen beschouwd. Een van de doelstellingen was dat ouders niet meer van het kastje naar de muur gestuurd moesten worden. Het was de taak van de scholen zelf om voor leerlingen een passende plaats in het onderwijs te vinden. Het is een juiste benadering om school en ouders te zien als educatief partner, zij het met een verschillende verantwoordelijkheid en taakstelling. Maar ze hebben elkaar hard nodig bij de vormgeving van passend onderwijs. Ouders zijn daarbij de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. Als eerstverantwoordelijken willen zij invloed uitoefenen op het beleid en de werkwijze van de school, waarop hun kind is geplaatst. De leraar is de onderwijsprofessional en is eerstverantwoordelijk voor het bieden van goed onderwijs aan de leerlingen. Van wezenlijk belang is dat ouders en school enerzijds deze gescheiden verantwoordelijkheden (h)erkennen, maar anderzijds continu met elkaar in dialoog blijven. Op die manier kunnen zij profiteren van elkaars kennis, bij het zoeken naar de juiste ondersteuning en oplossingen. Het in continue dialoog vinden van de juiste oplossingen noemen we educatief partnerschap. Wij gaan ervan uit dat scholen sneller tot een passende oplossing met de ouders komen wanneer die zich een gelijkwaardige partner voelen. Dit is alleen mogelijk wanneer ouders actief betrokken zijn bij de schoolloopbaan van hun kind, beschikken over alle relevante informatie en als partners worden gezien bij het zoeken naar en bij de totstandkoming van oplossingen. Bij een oplossing die vooral vanuit de school komt, bestaat de kans dat deze na verloop van tijd minder bruikbaar is, omdat het een oplossing is die in de ogen van ouders niet door henzelf bedacht is. De oplossingsrichting van school en ouders is niet altijd gelijk. De oplossing moet gezocht worden in de dialoog waarbij de leraar, de ouders en de leerling ideeën mogen aandragen. In de dialoog wordt gezocht naar oplossingen en toepassingen die in het belang zijn van de verdere ontwikkeling van de leerling. Op deze wijze is iedereen eigenaar van de oplossing, dient de oplossing meerdere belangen en zullen alle betrokkenen zich verantwoordelijk voelen voor het te behalen resultaat. Het samenwerkingsverband verzoekt de scholen om ouders zo goed mogelijk te informeren over passend onderwijs. Daartoe zorgt het samenwerkingsverband voor de nodige steun en hulpmiddelen. Denk daarbij aan teksten voor een nieuwsbrief, een opzet voor een ouder- en informatieavond, een paragraaf voor de schoolgids, verwijzingen naar websites e.d. Bijzondere aandacht gaat uiteraard naar de rol en communicatie met ouders in verband met de ondersteuningsvragen van individuele leerlingen inzake de zorgplicht, de aanmelding van leerlingen, het ontwikkelingsperspectief en de toelaatbaarheidsverklaring. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

57 7.2 Afstemming rondom individuele leerlingen In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de verantwoordelijkheden, de rechten en de plichten van school en ouders in verband met de inrichting van passend onderwijs. Het is de verwachting dat ouders en school komen tot een juiste afstemming in het belang van de schoolloopbaan van de leerling. Achtereenvolgens besteden we aandacht aan de zorgplicht, de aanmelding en toelating van leerling, het ontwikkelingsperspectief, de toelaatbaarheidsverklaring, de besprekingen over de leerling en het privacyreglement. 1. Zorgplicht Met de invoering van passend onderwijs krijgen bevoegde gezagen een zorgplicht. Dat betekent dat de scholen de verantwoordelijkheid krijgen om alle leerlingen een passende onderwijsplek te bieden. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders hun kind aan bij de school van hun keuze en heeft de school de taak om de leerling passende ondersteuning te bieden. De school waar de leerling is aangemeld, is verplicht om eerst te kijken of de leerling extra ondersteuning in de klas kan krijgen. Het schoolondersteuningsprofiel vormt hiervoor het uitgangspunt. Kan de school zelf geen passende onderwijsplek bieden, dan wordt gekeken naar een plek op een andere reguliere school binnen het samenwerkingsverband Alleen als het echt niet haalbaar is om een leerling binnen het regulier onderwijs te plaatsen, wordt plaatsing in het speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs overwogen. 2. Aanmelding en toelating van leerlingen Ouders van deze leerlingen melden hun kind aan bij de basisschool. De school heeft de wettelijke plicht om binnen de termijn van zes tot tien weken aan ouders te laten weten of zij kansen ziet om het kind te begeleiden. Zo niet, dan heeft het bestuur van de school de plicht om, in overleg met ouders, te komen tot een passend onderwijsaanbod. Gezien deze korte tijd is het van groot belang dat ouders, daar waar mogelijk, eerder dan tien weken voor de plaatsing de aanmelding doen. Deze tijd komt ten goede aan het overleg tussen ouders en school over mogelijke inzet van extra ondersteuning. In het belang van een goede ondersteuning is het belangrijk dat ouders aangeven of zij vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste aanmelding is die informatie, aangevuld met informatie van een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal, de belangrijkste basis voor de school om vast te kunnen stellen of een kind extra ondersteuning nodig heeft. Als dat zo is, gaat de school aan de slag. De school gaat intern en extern overleg voeren en gaat na of er sprake is van een ondersteuningsbehoefte van de leerling. Vervolgens wordt er overleg gevoerd met de ouders en wordt gezamenlijk bepaald wat nodig is: een arrangement op de eigen basisschool, arrangement op een andere basisschool, arrangement speciale basisschool of arrangement school voor speciaal onderwijs cat. 1, 2 of 3. Als de uitkomst toch is dat een leerling niet in de eigen school kan worden ondersteund, wordt de nieuwe school betrokken bij het overleg. Vervolgens neemt de school contact op met het samenwerkingsverband Ontwikkelingsperspectief Wanneer een leerling in aanmerking komt voor extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband wordt vanaf 1 augustus 2014 gewerkt met een ontwikkelingsperspectief. Door het samenwerkingsverband is vastgesteld welke ondersteuning geboden wordt (bijvoorbeeld in de vorm van aanvullende middelen en personeel). In dit samenwerkingsverband gaat het om een ontwikkelingsperspectief voor leerlingen in het Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

58 speciaal basisonderwijs en voor leerlingen met middelen vanuit de zware ondersteuning in het regulier basisonderwijs. Het bevoegd gezag van een school stelt het ontwikkelingsperspectief vast, nadat het hierover op overeenstemming gericht overleg met de ouders heeft gevoerd. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief jaarlijks met de ouders en stelt het zo nodig bij (zie ook paragraaf 5.4.1). In paragraaf en voetnoot 14 is reeds gewezen op de motie Ypma over het voorstel tot wetswijziging waarbij ouders instemming moeten verlenen voor het handelingsgedeelte van het ontwikkelingsperspectief.. 4. Toelaatbaarheidsverklaring Voor de toelating en deelname aan het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs geeft het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring af. Het samenwerkingsverband is er immers voor verantwoordelijk dat alle leerlingen in de regio een passend onderwijsaanbod krijgen. De beslissing over daadwerkelijke inschrijving plaatsing is voorbehouden aan het bevoegd gezag van de school zelf (zie ook paragraaf 5.4.3). Er is dus sprake van een groot verschil met de voormalige wetgeving, waarbij de ouders degenen waren die hun kind moesten aanmelden bij de Commissie voor Indicatiestelling. Voor het samenwerkingsverband en de scholen is het van groot belang dat de communicatie met ouders van leerlingen die in aanmerking komen voor een toelaatbaarheidsverklaring volledig open en transparant blijft. 5. Betrokkenheid ouders bij een bespreking in het Ondersteuningsteam In de ondersteuningsstructuur van scholen is ingebouwd dat er regelmatig overleg is over leerlingen tussen leraren. Dat overleg is gewenst om problemen te delen, aan te pakken, af te stemmen en te bezien of aanvullende maatregelen nodig zijn. Dit overleg is een professioneel overleg van direct betrokkenen bij de school. In sommige gevallen is er bij een leerling sprake van extra ondersteuning omdat de aanpak op klassenniveau geen of te weinig effect heeft. In dat geval wordt een beslissing genomen de leerling te bespreken in het Ondersteuningsteam. Aan de bespreking in dat team kunnen ook externe deskundigen plaats nemen. Voor zo n bespreking is expliciete toestemming van de ouders nodig. In gevallen dat het Ondersteuningsteam nog verder advies wil vragen of gaat adviseren dat er een intensief ondersteuningstraject van buiten de school nodig is, kan men de Toelaatbaarheids- en Adviescommissie van het samenwerkingsverband inschakelen. Daar is eveneens de expliciete toestemming van de ouders voor nodig. 6. Privacyreglement en informatievoorziening aan ouders De wet passend onderwijs verplicht samenwerkingsverbanden om goede afspraken te maken over het omgaan met bescherming persoonsgegevens en de informatievoorziening aan ouders. Met de volgende vier aspecten hebben de samenwerkingsverbanden dan te maken. 1. het samenwerkingsverband stelt een privacyreglement vast waarin staat vermeld wie en op welke wijze persoonsgegevens in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens mogen worden verwerkt, hoe de beveiliging van de gegevens plaats dient te vinden en welke rechten (inzage, correctie, vernietiging) betrokkenen hebben. Het privacyreglement dient passende waarborgen te bieden ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen onder meer tegen misbruik van de gegevens, tegen het verwerken van onjuiste gegevens en om te voorkomen dat persoonsgegevens worden verwerkt voor een ander doel dan het doel waarvoor ze verzameld zijn; Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

59 2. het samenwerkingsverband verstrekt van élk advies aan het bevoegd gezag van de school over een leerling aangaande de ondersteuningsbehoefte van die betreffende leerling een afschrift aan de ouders; 3. het samenwerkingsverband verstrekt de gegevens, niet aan derden, met uitzondering van het bevoegd gezag van de school waar de desbetreffende leerling is aangemeld of ingeschreven; 4. het samenwerkingsverband bewaart de gegevens op een plaats die uitsluitend toegankelijk is voor het samenwerkingsverband en de deskundigen, betrokken bij het verband. Het samenwerkingsverband bewaart de gegevens tot drie jaar na afloop van: - de beoordeling van de toelaatbaarheid van de leerling tot het speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs; - de advisering over de ondersteuningsbehoefte van de leerling aan het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven; - de toewijzing van ondersteuningsmiddelen of ondersteuningsvoorzieningen aan de school. 7.3 Ouders en medezeggenschap Ten aanzien van de medezeggenschap en passend onderwijs zijn regels opgesteld ten aanzien van het schoolondersteuningsprofiel en het ondersteuningsplan. 1. Schoolondersteuningsprofiel en medezeggenschap De wet passend onderwijs schrijft voor dat iedere school een schoolondersteuningsprofiel moet hebben. Daarin beschrijft de school de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Het schoolbestuur legt het schoolondersteuningsprofiel ten minste eenmaal per vier jaar vast. Het profiel wordt onder verantwoordelijkheid van het bestuur opgesteld door de schoolleiding. De medezeggenschapsraad heeft een adviesrecht. 2. Ondersteuningsplan en medezeggenschap Het samenwerkingsverband legt alle ondersteuningsprofielen bij elkaar om te beoordelen of het daarmee een dekkend aanbod kan realiseren. Doel is immers dat alle leerlingen een passende plek krijgen In verband met de medezeggenschap is een ondersteuningsplanraad ingesteld. Per schoolbestuur vaardigen de medezeggenschapsraden één persoon af. Voor enkele grotere besturen geldt dat deze twee of drie personen afvaardigen. De afgevaardigde personen hoeven geen lid te zijn van de MR. De ondersteuningsplanraad is een boven bestuurlijke medezeggenschap. Om het ondersteuningsplan vast te stellen is instemming nodig van de ondersteuningsplanraad. 7.4 In geval van conflict en geschil In het voorgaande is het belang van een dialoog en een goede communicatie tussen ouders en school benadrukt. Met wederzijds respect voor ieders standpunt, een grote betrokkenheid en het besef dat het gaat om de schoolloopbaan van de leerling verwachten wij dat veel problemen binnenschools opgelost kunnen worden. Daarmee benadrukken wij ook de inzet van een bemiddelaar en een derde partij. Er zijn natuurlijk meerdere personen die een dergelijke rol kunnen vervullen. Van groot belang is dat deze persoon het vertrouwen heeft van alle partijen. De onderwijsconsulenten ( zijn recent in omvang uitgebreid om als bemiddelaar of derde partij op te treden. Zowel ouders als school kunnen hierop een beroep doen. Tegelijkertijd is er een aantal arbitragecommissies gesticht. Een overzicht van die commissies is opgenomen in bijlage 4. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

60 7.5 Uitwerking in activiteitenplan Op basis van dit hoofdstuk worden de volgende aandachtspunten uitgewerkt in het activiteitenplan: - samenstellen van een document over de communicatie met ouders van leerlingen met ondersteuningsbehoefte, betrokkenheid ontwikkelingsperspectief, deelname aan leerlingenbespreking en het toeleiden van leerlingen naar een passende plaats dan wel arrangement; - opstellen privacyreglement in verband met wet bescherming persoonsgegevens; - voor wat betreft beroep en bezwaar verwijzen wij naar hoofdstuk 3. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

61 Hoofdstuk 8 Communicatieplan 8.1 Veel doelgroepen Dit is het eerste communicatieplan van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Het omvat een aantal uitgangspunten en koersbepalende uitspraken. Verder is op een schematische wijze geprobeerd per doelgroep een aantal activiteiten te beschrijven. Het gaat om een eerste aanzet en het plan is nog volop in ontwikkeling. Voor sommige doelgroepen geldt dat deze slechts in indirecte zin bereikt kunnen worden door het samenwerkingsverband In het bijzonder gaat het dan om leraren en om ouders. Uiteraard kunnen deze groepen wel gebruik maken van voorzieningen als website en publicaties. In de directe communicatie met deze groepen is het vooral de directeur van de school die de communicatie met deze groepen onderhoudt. Dit betekent wel dat de directeur van de school voor het communicatieplan van essentieel belang is! 8.2 Wat gaan we communiceren? Eerste vraag bij een communicatieplan is de vraag naar het wat en waarover we gaan communiceren. Bij passend onderwijs gaat het dan om aantal aspecten. Het gaat in ieder geval om: - de doelstellingen van passend onderwijs (leerlingen zoveel mogelijk thuisnabij in een reguliere onderwijssetting willen opvangen); - versterking van de basisondersteuning van de scholen voor regulier onderwijs; we kunnen meer dan we denken; - versterking van de onderlinge samenwerking tussen scholen; we kunnen veel meer leren van elkaar; - versterking van de samenwerking tussen onderwijs, instellingen voor jeugdhulp en gemeenten; problemen worden wat te groot en we moeten meer integraal samenwerken en afstemmen. 8.3 Doelstellingen Communicatieplan Bij het realiseren van bovenstaande doelstelling gaat het om een investering op de volgende drie niveaus: kennis, houding en gedrag. - Bij kennis gaat het om het informeren van doelgroepen en het geven van inzicht in wat je doet als samenwerkingsverband 30-10, welke projecten worden uitgevoerd en waar deze een oplossing voor zijn. Het gaat hier om informatie-uitwisseling. Ik ken het samenwerkingsverband! - Bij houding gaat het over beïnvloedden van doelgroepen. Je wilt een verandering teweeg brengen in houding ten opzichte van de werkzaamheden van het samenwerkingsverband Die houding kan negatief, neutraal of positief zijn. Op basis van voldoende juiste kennis en informatie en het aanbieden van oplossingen voor reëel ervaren problemen kan de houding van de doelgroep veranderen. Ik vind het samenwerkingsverband erg goed! - Bij gedrag komt de doelgroep zelf in actie. De doelgroep gaat mee doen aan een project, gaat deelnemen aan scholing, ziet de noodzaak van verandering helemaal in. De doelgroep zal alleen veranderen wanneer de houding voldoende positief is!! Ik neem deel aan de activiteiten van het samenwerkingsverband of ik word gestimuleerd door het samenwerkingsverband! Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

62 8.4 Inzet van communicatiemiddelen Er is natuurlijk een scala aan in te zetten communicatiemiddelen. In de eerste periode zal nog een zwaar accent gelegd worden op de traditionele middelen (brieven, rapporten, verslagen e.d.). Hieronder zetten we de communicatiemiddelen van een samenwerkingsverband op een rij: Communicatie via berichten, mededelingen e.d. Het samenwerkingsverband verspreidt berichten en mededelingen aan de diverse doelgroepen. Bedoeling hiervan is om deze doelgroepen te informeren over ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband Daarnaast wordt informatie verstrekt over landelijke en regionale ontwikkelingen die betrekking hebben op onderwijs en ondersteuning. Beleidsdocumenten, rapportages e.d. Regelmatig draagt het samenwerkingsverband zorg voor de ontwikkeling en verspreiding van beleidsdocumenten, rapportages e.d. Door de wetgeving wordt verplicht om vierjaarlijks in ieder geval het ondersteuningsplan samen te stellen. De praktijk zal zijn dat er aanmerkelijk meer documenten samengesteld en verspreid worden. Verslaglegging; jaarverslag Het samenwerkingsverband verzorgt jaarlijks een jaarverslag. Daarin wordt teruggeblikt op de belangrijkste resultaten van dat jaar en wordt door zowel een kwalitatieve als een kwantitatieve bril gekeken naar alle activiteiten. Denk daarbij aan: overzicht van diverse typen van vergaderingen, scholingsactiviteiten, deelname van leerlingen aan voorzieningen, inzet van ondersteuningsmiddelen en vastgestelde effecten e.d. Wanneer een samenwerkingsverband een monitoringbeleid voert en relevante data verzamelt, is het jaarverslag de plek om daarin verslag te doen van die activiteiten. Denk daarbij aan gegevens als: in-, door- en uitstroom, registratie van thuiszitters, deelname aan voorzieningen, aantal leerlingen dat gebruik maakt van extra ondersteuning, aantal leerlingen besproken in zorgteams, in de jeugdhulp, e.d. Organiseren van bijeenkomsten, conferenties e.d. In verband met de versterking van de samenwerking, de informatieoverdracht, en uitwisseling van informatie organiseert het samenwerkingsverband voor diverse doelgroepen verschillende bijeenkomsten. Daaraan zijn vaak diverse doelstellingen en intenties verbonden. Onderhouden van een website Wanneer een samenwerkingsverband kiest voor een website kan het er de volgende functies aan toekennen: - informeren: het geven van informatie over alle relevante ontwikkelingen inzake het samenwerkingsverband 30-10; - communiceren: het uitwisselen van informaties, verslagen, meningen en ervaringen; - ondersteuning bij administratieve processen: het gaat dan om het gebruik van de website voor aanmeldingen, indienen van verzoeken, inschrijven e.d.; - opiniëren: het bieden van een platform aan het verspreiden en delen van meningen; - delen van verbandsgebonden informatie: het gaat hier om een gesloten forum dat toegankelijk is voor een beperkte groep betrokkenen binnen het samenwerkingsverband met daarin opgenomen verslagen van vergaderingen e.d. Inzet van sociale media Voor het doorgeven van snelle berichten, het attenderen op nieuwe ontwikkelingen, het opiniëren en het bevorderen van onderlinge contacten kan het samenwerkingsverband gebruik maken van sociale media als bijvoorbeeld twitter en facebook. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

63 Dienstverlening in communicatie Het samenwerkingsverband vindt het belangrijk dat scholen en bevoegde gezagen op een goede en efficiënte wijze communiceren met een aantal doelgroepen voor passend onderwijs. Daarbij zijn vooral de ouders van groot belang. Deze moeten zowel geïnformeerd worden over de algemene doelstellingen van passend onderwijs, de verschillen met vroeger als over een aantal specifieke maatregelen in verband ondersteuning aan individuele leerlingen. De website voorziet daarin door de plaatsing van een aantal documenten voor ouders. 8.5 Activiteitenplan: Communicatieplan in ontwikkeling Op de hierna volgende pagina s is een communicatieplan opgenomen. Opgemerkt moet worden dat dit de stand van zaken van activiteiten weergeeft per januari In verband met de actualiteit zal het plan nog aangepast worden. Het moet dan ook vooral gezien worden als een werkdocument. Geconstateerd kan worden dat het samenwerkingsverband te maken heeft met een groot aantal doelgroepen en activiteiten. In onderstaand werkschema is per doelgroep aangegeven het waarom van de werkzaamheden, het hoe, de inzet door wie en wanneer. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

64 Communicatieplan in ontwikkeling Nr Instelling (partner) Waarom Hoe Door wie Wanneer 1 Besturen vo en vso Deelnemersraad Besturen moeten volledig op de hoogte zijn van alle ontwikkelingen binnen het SWV. De vergaderingen, de documenten van het SWV, de website en directe contacten. Directeur-bestuurder Continu Leden deelnemersraad hebben tevens de verantwoordelijkheid elkaar te informeren over de voortgang van ontwikkelingen binnen de eigen besturen. Elke deelnemersraadvergadering wordt per onderwerp waar het SWV aan werkt een stand van zaken overzicht gegeven van de voortgang. Hiervoor hanteren van een format. Idem ten aanzien van de voortgang van uitvoering van het Ondersteuningsplan (Oplan). 2 Ondersteuningsplanraad Verantwoordelijkheid om de OPR regelmatig op de hoogte te houden van de ontwikkelingen binnen het SWV. OPR komt formeel 2-3 keer per jaar bijeen. Vanaf 1 februari 2015 een rol bij de vaststelling van het volgende O plan. De vergaderingen, de documenten van het SWV, de website en directe contacten. Speciale mailing van documenten. De vergaderingen van de OPR. Directeur-bestuurder Raad van Toezicht Continu Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

65 Nr Instelling (partner) Waarom Hoe Door wie Wanneer 3 Scholen vo en vso 3a Directeuren beraad De directeuren moeten volledig op de hoogte zijn van alle ontwikkelingen binnen het SWV. In de komende jaren zal regelmatig een beroep gedaan worden op de directeuren in verband met aanleveren van informatie over de eigen school. Denk aan leerlingstromen, SOP, basisondersteuning, monitoring en het aanleveren van de verantwoordingen voor de inzet van ondersteuningsmiddelen van het SWV. De vergaderingen, de documenten van het SWV, de website en directe contacten. Speciale berichten/brieven aan schoolleiders en leraren. Deelname aan bespreking directieoverleg door directeur. Directeur-bestuurder Continu 3b Leraren Leraren spelen bij preventie, vroegsignalering, uitvoering van ontwikkelingsperspectief, informatieverstrekking over ondersteuningsbehoefte een cruciale rol!! Leraar moet weet hebben van taakstelling en uitvoering van alle activiteiten van het SWV. SWV gericht op het realiseren van de drie doelstellingen van dit communicatieplan: kennis, houding en gedrag. Afhankelijk van het aanbod van het SWV en de afspraken binnenschools over scholing en professionalisering neemt hij daaraan deel. De documenten van het SWV, de website en directe contacten. Speciale berichten/brieven aan schoolleiders en leraren Directeur-bestuurder Directeur scholen (geldt als belangrijkste informant aan leraren over ontwikkelingen in het SWV). Continu Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

66 Nr Instelling (partner) Waarom Hoe Door wie Wanneer 4 Intern begeleiders Zijn de spin in het web van de ondersteuning op de scholen. Gelden als de belangrijke contactpersoon tussen school en SWV. Dragen zorg voor toeleiding van leerlingen naar Commissies voor toekenning ondersteuning. Dragen mede zorg voor leerlingen in het kader van realiseren werken met ontwikkelingsperspectief. Dragen zorg voor informatieoverdracht naar SWV over ontwikkelingen op school (in overleg met directie) in verband met monitoring en verantwoording. De vergaderingen van de interne begeleiders, de documenten van het SWV, de website en directe contacten. Informatie van CvB, de directeur school Deelname aan Platform Intern begeleiders Eventueel speciale bijeenkomsten en conferenties. Directeur-bestuurder Directeur eigen school Continu 5 Ouders SWV heeft een verantwoordelijkheid voor de schoolloopbaan van leerlingen met ondersteuningsbehoefte. Verantwoordelijkheid is afgeleid. Primair staat de verantwoordelijkheid van de school. Bijzondere taak SWV wanneer ouders in beroep en bezwaar gaan tegen een beslissing van SWV (tlv of andere uitspraak van commissie). Ouders van leerlingen met ondersteuningsvragen, moeten in principe de beschikking kunnen hebben over alle documenten van het SWV en de scholen. Taak voor de website. Taak van SWV ouders te wijzen op beroepsmogelijkheden binnen het SWV, de inzet van onderwijsconsultenten en de landelijk arbitrage commissies. Ouders hebben de verplichting school volledig te informeren over de leerling. Leraar, intern begeleider, directeur SWV zorgt voor informatie aan ouders. In het bijzonder wordt ook gezorgd voor een tekst in de schoolgids. Ook wordt gedacht aan folders over het samenwerkingsverband Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

67 Nr Instelling (partner) Waarom Hoe Door wie Wanneer 6 Passend Onderwijs Voortgezet Onderwijs in verlengde daarvan de onderscheiden scholen In verband met leerlingstromen, de continuïteit in de schoolloopbaan van jongeren, preventie van problemen e.d. Afspraken over de overgang van primair naar voortgezet onderwijs. Uitvoering van project Verlengd aanmeldingstraject Voortgezet Onderwijs. Bestuurlijk contact. Afspraken maken over overgangen van leerlingen en betrokkenheid bij werkzaamheden van leerlingen met ondersteuningsbehoefte; aflopen tlv en al dan niet continueren. Directeur-bestuurder Directeurenberaad Leidinggevenden van SWV VO Cie POVO continu 7 Cluster 1 en 2 Contact opnemen met instellingen van cluster 1 en 2 en het maken van basisafspraken over het aanbod voor ondersteuning voor die leerlingen. Directe terugkoppeling naar de scholen, waar de leerlingen staan ingeschreven. Wederzijds oriënterende besprekingen. Afspraken over intenties op papier zetten. Bestuurlijk bekrachtigen. Directeur-bestuurder Voorjaar 2014 verder afspraken maken over continuering van contacten. Afspraken over contact bij stagnatie afspraken 8 Naburige SWV PO Plein 013 en Meijerij 9 Directies scholen voor so in regio Plein 013 en Meijerij Afspraken nodig in verband met verband de deelname aan het speciaal onderwijs. Afspraken nodig over dit grensverkeer. Goede samenwerking ook gewenst in verband met oplossing van problemen. Afspraken over deelname aan speciaal onderwijs. Het ter beschikking stellen van toelaatbaarheidsverklaringen door het SWV. Afspraken over afloop van de tlv en de terugkeer naar regulier. Bestuurlijke afspraken zijn gewenst met de besturen van de betreffende samenwerkingsverbanden. Afspraken op hoofdlijnen Directe contacten met de directeuren van de scholen voor so. Directeur-bestuurder Voorjaar 2014 Directeur-bestuurder Voorjaar 2014 Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

68 Nr Instelling (partner) Waarom Hoe Door wie Wanneer 10 Gemeenten Kernpartner in verband met afstemming met jeugdhulp. Die afstemming wordt bereikt tijdens het OOGO. 12 Instellingen Jeugdhulpverlening Samen geven van uitwerking aan kernthema s OOGO en in ieder geval aan: - afstemming met jeugdhulp. - leerlingvervoer. - huisvesting. - thuiszittende leerlingen Het gaat om de contacten met de kernpartners van het SWV Denk aan: leerplicht, schoolmaatschappelijk werk, GGD, GGz en andere zorginstellingen. Komen tot een aantal kernafspraken over inzet van werkzaamheden ten aanzien van individuele leerlingen (afspraken over afstemming, regievoering e.d.), de inzet van medewerking aan preventie e.d Idem het maken van afspraken over de deelname van instellingen aan de overlegstructuren binnen de school. (zorgoverleg, Ondersteuningsteam, Multidisciplinair overleg e.d.). Conform de wetgeving is er een OOGO waarop Oplan van SWV wordt besproken. Overleg verloopt aan de hand van landelijk protocol en geschillenregeling. De documenten van het SWV, de website en directe contacten. Voortgangsbesprekingen met instellingen afzonderlijk Jaarlijks een bijeenkomst waar alle instellingen voor worden uitgenodigd. Directeur-bestuurder Raad van Toezicht Voorbereidende overleggen voor het formele OOGO in een werkgroep met gemeenten. Directeur-bestuurder geldt als contactpersoon, maar zal binnen organisatie gedelegeerd moeten worden. In de loop van meer helderheid over voortgang van transitie van de jeugdzorg. continu continu Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

69 Nr Instelling (partner) Waarom Hoe Door wie Wanneer 13 Instellingen voor VVE Kinderdagverblijven en Peuterspeelzalen Contacten in verband met de toeleiding naar het primair onderwijs Afspraken over informatieoverdracht over leerlingen. In het bijzonder afstemming over leerlingen die extra ondersteuning vragen 14 Ministerie OCW Onderhouden van contacten met de contactpersoon voor Passend onderwijs en vraagbaak bij vragen over invoering van PO. Afspraken maken over structurele samenwerking van onderwijs en instellingen VVE Zorgdragen voor informatieoverdracht aan contactpersoon OCW Contacten op initiatief Directeur-bestuurder Vervolgens delegatie Directeur-bestuurder continu continu Specifieke vragen over middelen gaan richting DUO. 15 Inspectie Kennis nemen van het toezichtskader. Inspectie informeren over Oplan. Deelname aan Simulatieonderzoek Zorgdragen voor zorgvuldige informatieoverdracht naar de inspectie via documenten van het SWV, de website en directe contacten. Directeur-bestuurder continu 16 PO-Raad Kennis nemen van informatie die PO-raad ter beschikking stelt over passend onderwijs. Eventueel een deelname aan een Praktijktoets 17 Collega SWV en Uitwisseling van informatie over relevante ontwikkelingen.contact vindt veelal plaats onder regie van de PO Raad Zorgdragen voor zorgvuldige informatieoverdracht naar de PO Raad via documenten van het SWV, de website en directe contacten. Deelname aan conferenties en scholingsbijeenkomsten. Directeur-bestuurder Wisselend continu continu Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

70 Hoofdstuk 9 Passend onderwijs in relatie tot gemeentelijk beleid 9.1 Belang van afstemming en samenhang Al een aantal malen is in dit ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband het belang onderstreept van een dekkende ondersteuningsstructuur. Het is de ambitie van dit samenwerkingsverband dat alle leerlingen in beeld zijn en een passende onderwijsplaats hebben. Beseft wordt dat dit een gemeenschappelijke opdracht is van het onderwijs, de gemeente en de instellingen voor jeugdhulp. Meer dan ooit is duidelijk dat samenwerking tussen onderwijs en partners hard nodig is. Om dat te realiseren is in de wet passend onderwijs (artikel 18a, lid 9) geregeld dat er een OOGO wordt gevoerd door de gemeente met het bestuur van het samenwerkingsverband In dat wetsartikel wordt dit op de volgende wijze verwoord: het ondersteuningsplan wordt niet vastgesteld voordat over een concept van het plan overleg heeft plaatsgevonden met burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente of gemeenten en overleg heeft plaatsgevonden met het samenwerkingsverband. Het overleg met burgemeester en wethouders vindt plaats in overeenstemming met een procedure, vastgesteld door het samenwerkingsverband en het college van burgemeester en wethouders van die gemeente of gemeenten. De procedure bevat een voorziening voor het beslechten van geschillen. Het beleid passend onderwijs en het gemeentelijk beleid jeugdzorg moeten op elkaar afgestemd worden. We streven er als samenwerkingsverband naar om samen met de scholen, de instellingen voor jeugdhulp en de gemeenten zoveel mogelijk gecombineerde arrangementen van onderwijs en jeugdhulp te kunnen aanbieden. Onderwijs en educatie, zelfstandig maatschappelijk functioneren, werktoeleiding, begeleiding en behandeling moeten vanuit één visie afgestemd worden op de vraag naar en de mogelijkheden van een kind ten aanzien van onderwijs, opvoeding en maatschappelijk perspectief. Dit is zeker nog niet zo ver, maar binnen onze gemeenten zijn afstemming en samenwerking zo veel als mogelijk al in gang gezet. Meer dan ooit beseffen we dat onderwijs deel uit maakt van de pedagogische civil society. Onderwijs is een cruciale plek waar kinderen en jongeren zich ontwikkelen, niet alleen cognitief. Het onderwijs is een belangrijk onderdeel van de leefwereld van het kind en van de ouders. Onderwijs en het bijdragen aan de opvoeding van kinderen is niet te scheiden. In 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor het jeugdzorgbeleid (transitie jeugdzorg). De invoering van de trajecten passend onderwijs en transitie jeugdzorg lopen niet synchroon. Als eerste worden de samenwerkingsverbanden passend onderwijs open ingericht. Schoolbesturen maken, gezamenlijk verenigd in het samenwerkingsverband 30-10, voor 1 februari 2014 een ondersteuningsplan en gaan hierover in een OOGO met de gemeenten. De gemeenten en samenwerkingsverbanden moeten OOGO voeren over zowel het ondersteuningsplan Passend Onderwijs als over de plannen voor jeugdzorg van de gemeenten. Gezamenlijk wordt inhoud en vorm gegeven aan de beleidsdoelstelling één kind, één gezin, één plan, één regisseur. Op basis van een gezamenlijk bepaalde agenda wordt vastgesteld aan welke onderwerpen samengewerkt zal worden.

71 In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze de samenwerking tussen de gemeenten in de regio op het terrein van passend onderwijs en zorg voor jeugd inhoud en de gewenste vorm kan krijgen. Het model: één kind, één gezin, één plan en één regisseur is daarbij leidend. Ook komen aan de orde de gemeentelijke taken leerplicht, leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting, alle drie in relatie tot passend onderwijs. 9.2 Het voeren van Op Overeenstemming Gericht Overleg Samenwerkingsverbanden voeren verplicht OOGO met de Colleges van B&W van de gemeenten in de regio over het ondersteuningsplan. De uitkomst van dit overleg wordt vastgelegd in het ondersteuningsplan en vereist vervolgens de instemming van de ondersteuningsplanraad. De uitvoering van het ondersteuningsplan passend onderwijs start in het schooljaar Zoveel als mogelijk zal al rekening gehouden worden met de stelselwijziging Jeugd per 1 januari Bij het eerste overleg over het ondersteuningsplan zal er nog geen gemeentelijk plan voor de jeugd liggen. In de gemeenten waarin het gebied van het samenwerkingsverband valt, is ter voorbereiding op het eerste OOGO het volgende afgesproken: overleg met de gemeenten wordt gevoerd door een overlegcommissie. Deze commissie bestaat uit een vertegenwoordiging van het samenwerkingsverband en een vertegenwoordiging van de gemeenten. De commissie voert overleg over het concept ondersteuningsplan. Afspraken worden gemaakt over besluitvormingsprocedures en bevoegdheden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de Modelprocedure OOGO Passend Onderwijs van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (2013). In aansluiting op die procedure komen naast de vragen over de afstemming met passend onderwijs de volgende thema s aan de orde: 1. de jeugdzorg; 2. het leerlingenvervoer; 3. de leerplicht; 4. de onderwijshuisvesting; 5. onderwerpen in het kader van passend onderwijs die door een of meer van de partijen worden ingebracht. 9.3 Samenwerkingsverband en de gemeenten: een overzicht De regio van dit samenwerkingsverband strekt zich uit over 4 gemeenten: 1. De gemeente Aalburg. 2. De gemeente Heusden. 3. De gemeente Loon op Zand. 4. De gemeente Waalwijk. Binnen de verschillende gemeenten zijn er grote verschillen met betrekking tot de huidige overleggen tussen het onderwijs en de gemeenten en het voeren van een Lokale Educatieve Agenda. Voor wat betreft het overleg over passend onderwijs en jeugdhulp zullen nieuwe vormen gezocht moeten worden. Om inhoudelijk goed overleg te kunnen hebben en voor het verstevigen van de relatie is het nodig elkaar nog beter te leren kennen. Het ontwerpen van een eerste gezamenlijke visie op hoofdlijnen vergt dan ook tijd en extra investeringen. Zoals hierboven al gezegd; de invoering van de trajecten passend onderwijs en de transitie van de jeugdzorg lopen qua tijdstip van invoering niet parallel. Ook komt de regio van het samenwerkingsverband passend onderwijs niet overeen met de Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

72 'jeugdzorgregio's'. Op dit moment is er nog onvoldoende duidelijkheid (te geven) over de concrete gemeentelijke beleidskaders Transitie Jeugdzorg en de daaraan gekoppelde financiële ruimte per gemeente. Dit betekent dat we het eerste jaar van invoering passend onderwijs als een overgangsjaar zien. Een aantal zaken zal dan ook nog niet concreet worden uitgewerkt en/of vast gelegd worden in het ondersteuningsplan. 9.4 Werken aan een stevige basis voor samenwerking Onderwijs en gemeenten gaan de speelvelden met elkaar verbinden en de plannen over en weer afstemmen om effectiever, sneller en preventievere ondersteuning te bieden aan kinderen en ouders die hulp nodig hebben bij opgroeien, opvoeding en onderwijs. Een goede samenwerking en afstemming zijn nodig om ervoor te zorgen dat alle middelen en mogelijkheden optimaal worden benut. Voor de jeugd vormt het onderwijs de belangrijkste plaats voor signalering en doorgeleiding van problemen die in het gewone leven, waar het onderwijs toe behoort, niet opgelost kunnen worden. Alle partners beseffen dat op die manier een basis gelegd worden kan voor integraal werken, waarbij consequent uitgegaan wordt van de drie leefwerelden van de leerling: thuis, school en vrije tijd. Het Referentiekader Passend Onderwijs (januari 2013) van de sectorraden is leidend en samen met de gemeenten willen we de volgende drie bewegingen op gang brengen: 1. een beweging van curatieve naar meer preventieve ondersteuning. Dit vraagt een andere wijze van inzetten van de expertise van het speciaal onderwijs, het speciaal basisonderwijs en van het basisonderwijs en van de jeugdhulp. Dat zal zoveel mogelijk school- en thuisnabij moeten plaatsvinden; 2. indicatiestelling op basis van slagboomdiagnostiek maakt plaats voor handelingsgerichte diagnostiek. Binnen het nieuwe stelsel staat de onderwijsondersteuningsvraag centraal: wat heeft dit kind in deze situatie nodig, hoe gaan we dat organiseren en arrangeren? Dit vereist een flexibele inzet van expertise en voorzieningen; 3. de derde beweging is de ontwikkeling van sectoraal naar intersectoraal en integraal denken en werken binnen het totale zorg- en ondersteuningssysteem rond school en gezin. In 2012 is een werkgroep ingesteld waarin beleidsmedewerkers van de 4 gemeenten en het samenwerkingsverband participeren. Tijdens 4 bijeenkomsten heeft de werkgroep zich georiënteerd op de notitie De verbinding Passend Onderwijs en Jeugd (gezamenlijke notitie PO-Raad, VO-Raad en Vereniging Nederlandse Gemeenten). De agenda van dit overleg is door de werkgroep bepaald door de onderwerpen die in de middelste kolom van onderstaand schema staan beschreven, waarin de samenwerkingsagenda voor jeugd, onderwijs en zorg gevormd wordt. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

73 De gewenste opbrengsten voor het samenwerkingsverband in relatie tot jeugdhulp zijn: - door de vroegtijdige en laagdrempelige inzet van jeugdhulp voor kind en/of ouders kan voor meer leerlingen een passende plek in het regulier onderwijs geboden worden; - minder leerlingen hoeven gebruik te maken van specialistische voorzieningen; - leraren worden door de jeugdhulp gesteund in hun omgang met leerlingen (en ouders) met specifieke ondersteuningsbehoeften; - door de inzet van gespecialiseerde jeugdhulp kan de uitstroom naar het speciaal onderwijs worden beperkt; - met de vroegtijdige inzet van jeugdhulp kunnen schoolverzuim, voortijdige schooluitval en thuis zitten omlaag wordt gebracht. Het is de intentie van het samenwerkingsverband hierbij dat: - het onderwijs, denkend vanuit de middelste kolom in het schema hierboven, aangeeft wat zij concreet aan ondersteuning nodig heeft en aan de gemeenten vraagt om, vanuit haar taak, daarop samen een passend antwoord te vinden; - de goedlopende structuren behouden blijven. Mogelijk voorlopig nog verschillend per gemeente; - elk nieuw initiatief bij voorkeur een bestaand aanbod overbodig maakt en per definitie een verbetering is; - er een heldere routing (met een stroomdiagram) van vraag naar antwoord en hieraan gekoppeld communicatielijnen met direct betrokkenen, taken en verantwoordelijkheden gemaakt wordt; - er een calamiteitenteam wordt samengesteld. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

74 9.5 Agendavoorstel In het voorgaande is het belang van samenwerking tussen onderwijs en gemeenten voldoende benadrukt. Resultaten van dat overleg moeten leiden tot goede afspraken over de inzet van beiden om een betere ondersteuningsstructuur te krijgen o.a. door het bevorderen van integraal werken, de samenwerking tussen onderwijs en instellingen voor jeugdhulp en de voorschoolse instellingen. Samenvattend stellen we vast dat gemeenten en onderwijs gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de optimale ontwikkeling van kinderen en jongeren. Daarbij wordt uitgegaan van een integrale aanpak gericht op één kind, één gezin, één plan en één regisseur. Door o.a. de invoering van de Transitie van de jeugdzorg en de nieuwe jeugdwet is het lastig om voor een periode van vier jaar exact aan te geven welke onderwerpen aan de orde moeten komen. Vandaar dat wij ons beperken tot het weergeven van een agendavoorstel voor a. Algemeen: - bestuurlijk vaststellen van de intenties, doelstellingen en ambities van passend onderwijs en de transitie van jeugdzorg; - vaststellen van de gemeenschappelijke opdracht (pedagogische civil society) en het benadrukken van de positie van het onderwijs als vind- en werkplaats; - afspraken over werkwijzen, procedures, onderlinge contacten, werkagenda uitwerkingsgroep van onderwijs en gemeenten. b. Jeugdzorg: - het gaat hier om het maken van concrete afspraken over de inrichting van de mixture: preventie, ondersteuning en jeugdzorg en in het bijzonder het maken van afspraken over de betrokkenheid van schoolmaatschappelijk werk en instellingen jeugdhulp; - het maken van afspraken over verantwoordelijkheden, afstemming en regievoering op het niveau van individuele casuïstiek; - de uitvoering kan lokaal en per school verschillen, maar er wordt wel gewerkt vanuit gemeenschappelijke afspraken. c. Leerplicht: Elke gemeente blijft zelf verantwoordelijk voor zijn of haar leerlingen en de inzet van leerplicht binnen de lokale ondersteunings- en zorgstructuur. Gemeenten bekijken op welke schaal en op welke wijze in de toekomst samenwerking met betrekking tot leerplicht zal worden opgepakt. Leerplicht en onderwijs werken nauw samen vanuit dezelfde doelstelling: een passende school voor iedere leerling met als doel optimale ontwikkelingskansen voor ieder kind. Verzuim, schooluitval en thuiszitters worden niet geaccepteerd. Onderwijs gaat er van uit dat de gemeenten de taken uit de leerplichtwet uitvoeren. d. Leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting: Gezamenlijk wordt nagegaan welke wettelijke basis hier ligt, welke knelpunten er zijn en welke er verwacht worden. Perspectief is steeds de gerichtheid op maatregelen die gericht zijn op het realiseren van de ambities van passend onderwijs. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

75 e. Overige onderwerpen: Het gaat hier om onderwerpen in het kader van passend onderwijs die door een of meer van de partijen worden ingebracht. Consequenties voor zeer kwetsbare leerlingen Het samenwerkingsverband wil hier in ieder geval aandacht vragen voor de gevolgen van de Transitie van de jeugdzorg voor leerlingen van onze scholen die gebruik maken van een combinatiearrangement van onderwijs, ondersteuning en zorg. Deze veranderingen leiden tot een aantal nadelige consequenties voor een groep leerlingen die deelnemen aan het onderwijs op de zmlk scholen en mytylscholen. Het gaat dan om de leerlingen die gebruik van AWBZ, pgb of in natura zorg krijgen van een zorginstelling. Wanneer deze vorm van ondersteuning ernstig verminderd of volledig verdwijnt is dat bijzonder nadelig voor de schoolloopbaan van deze leerlingen. In een aantal dreigt dit tot voortijdig schoolverlaten dan wel thuiszitten. Opvang en onderwijs aan allochtone nieuwkomers. Voor de schoolloopbaan van nieuwkomers (buitenlandse leerlingen die rechtstreeks vanuit het buitenland instromen in Nederland) is een adequate opvang van essentieel belang. Het gaat dan vooral om de bevordering van het Nederlands als tweede taal en de versterking van de sociaal emotionele ontwikkeling. Een goede opvang in de beginperiode van het verblijf in Nederland vergroot de kansen dat deze leerlingen binnen het regulier basisonderwijs opgevangen kunnen worden. Het samenwerkingsverband ziet dit als een gemeenschappelijke opdracht voor de schoolbesturen, het samenwerkingsverband en de gemeenten. 9.6 Uitwerking in activiteitenplan Op basis van dit hoofdstuk worden de volgende aandachtspunten uitgewerkt in het activiteitenplan: - we verwijzen naar de agenda voor het OOGO voor ; - het instellen van een gemeenschappelijke uitwisselingsgroep van onderwijs en gemeenten, waarin de besprekingen in oogo worden voorbereid en zorg wordt gedragen voor uitvoering van de activiteiten; - het afstemmen van de inhoud van de besprekingen met het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO De Langstraat. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

76 Hoofdstuk 10 Financiën van het Samenwerkingsverband Bekostigingssystematiek PO Hieronder volgt het schema met de gegevens OCW per juli 2013 voor de bekostiging van het samenwerkingsverband Via de link zijn de meest recente kengetallen beschikbaar. a. Ondersteuningsmiddelen basisonderwijs Ondersteuningsformatie basisonderwijs 156, 00 per leerling in basisonderwijs Bekostiging lichte ondersteuning ,00 b. Bekostiging zware ondersteuning Rechtstreeks naar samenwerkingsverband Normbekostiging: Overgangsbekostiging: Totaal: , , ,00 Naar vso school bij geen opting out ,00 c. Zware ondersteuning Normbekostiging 323,00 (bedrag per leerling bao en sbao) ,00 Verevening op basis van ,00 Ondersteuningsbekostiging vso cat. 1(cluster 4, ZMLK, LZ) vso cat 2 (LG) vso cat 3 (MG) so jonger dan 8 jr 9.148, , ,00 so ouder dan 8 jr 8,426, , ,00 Ondersteuningskosten speciaal onderwijs ,00 Let wel: basisbekostiging wordt rechtstreeks door DUO aan scholen so betaald. Resterend ondersteuningsbudget per voor leerlingen in het regulier onderwijs: ,00 d. Ontwikkeling ondersteuningsbudget bij gelijkblijvende leerlingen aantallen Schooljaar Correctiepercentage 100% 90% 75% 60% 30% 0% Correctie bedrag ,00 Normatieve ondersteuningsbudget Ondersteuningskosten so Resterend onder-steuningsbudget Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

77 10.2 Nadere toelichting De begroting van een samenwerkingsverband moet gebaseerd worden op de grondslagen en de verdere wet- en regelgeving van de overheid in het kader van de wetgeving van passend onderwijs. Belangrijk principe is dat er sprake is van een overdracht van middelen en vergroting van eigen mogelijkheden, maar beseft moet worden dat dat wel gepaard gaat met een groot aantal regels en afspraken. Tegelijkertijd heeft dit samenwerkingsverband te maken met een verevening van meer dan ,00 in verband met een boven gemiddelde inzet van ondersteuningsmiddelen. Voor dit hoofdstuk is gebruik gemaakt van de kengetallen op basis van de teldatum gegevens van 1 oktober 2012 en vertaald naar de bekostiging voor de periode vanaf 1 augustus Daarbij geldt het schooljaar als een overgangsjaar. Hieronder volgt een overzicht van de basisprincipes van de wet- en regelgeving passend onderwijs. Bekostigingssystematiek De principes die de overheid hierbij toepast komen overeen met die van de huidige regelgeving voor de WSNS samenwerkingsverbanden. Dit houdt onder andere in dat de overheid gaat werken met vaste budgetten voor zowel het speciaal basisonderwijs als het speciaal onderwijs. Bekostiging / beschikbare middelen De middelen waarover het SWV jaarlijks kan beschikken komen voort uit twee geldstromen: - middelen voor lichte ondersteuning: dit is een vast bedrag per leerling basisonderwijs. Ter indicatie het samenwerkingsverband PO ontvangt in schooljaar vanaf ,67 miljoen per jaar ( 156,- op basis van leerlingen). Dit bedrag komt ongeveer overeen met de huidige bekostiging als samenwerkingsverband WSNS; - middelen voor zware ondersteuning: dit is een vast bedrag per leerling basisonderwijs én speciaal basisonderwijs van 323,00. Ter indicatie: In schooljaar 2015 ontvangt het SWV 3,5 miljoen. Kosten Lichte ondersteuning Ten aanzien van de lichte ondersteuning heeft het samenwerkingsverband te maken met drie soorten kosten: - kosten die gepaard gaan met meer dan 2% leerlingen in speciaal basisonderwijs. Ter indicatie: de twee huidige WSNS samenwerkingsverbanden begroten hiervoor gezamenlijk voor 2012/2013 een bedrag van 0,33 miljoen. - kosten voor onderwijsondersteuning. Het gaat in wezen om de voortzetting van de activiteiten van de twee huidige WSNS samenwerkingsverbanden en om activiteiten als budget voor scholen, interne begeleiders, werkzaamheden, PCL en ZAG, scholing, projecten e.d. Voor is hiervoor een bedrag begroot van 1,08 miljoen. - kosten voor bestuur, management, ondersteuning & communicatie (overhead). Ter indicatie: de twee huidige WSNS samenwerkingsverbanden begroten hiervoor gezamenlijk voor een bedrag van 0,14 miljoen. Zware ondersteuning Ten aanzien van de zware ondersteuning heeft het samenwerkingsverband te maken met de volgende drie zaken: Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

78 - de ondersteuningskosten voor de leerlingen die in het speciaal onderwijs zijn geplaatst (SO-leerlingen). Ter indicatie: in schooljaar : 1,57 miljoen. Let wel de basisbekostiging wordt door rechtstreeks door de overheid aan de scholen vergoed; - de rugzakbekostiging voor de leerlingen die een SO indicatie hebben en geplaatst zijn op een basisschool of een speciale basisschool. Ter indicatie: in schooljaar : 2,31 miljoen; - de bekostiging van de overige ambulante begeleiding als preventieve ambulante begeleiding. Ter indicatie: in schooljaar : 0,10 miljoen. In hoofdlijnen gaat het om de volgende wijze van bekostiging: 10.3 Op weg naar de begroting Inkomsten: - budget lichte ondersteuning 156,00 per leerling in basisonderwijs (vergelijkbaar met voorheen WSNS); - budget zware ondersteuning 323,00 per leerling in basisonderwijs én speciaal basisonderwijs. Let wel dit is een nieuwe taakstelling voor het verband; - inkomsten van gemeenten voor de uitvoering van schoolmaatschappelijk werk - eventueel inkomende kosten voor inkomend grensverkeer in het speciaal basisonderwijs (geldt alleen voor nieuwe leerlingen); - vereveningstoeslag; let wel deze is tijdelijk en is aflopend in een periode van vijf jaar van ruim ,00 naar 0,00. - ambulante begeleiders in kunnen ingezet worden met middelen die dan nog rechtstreeks naar het speciaal onderwijs gaan. In is er sprake van gedwongen winkelnering en moet er een besluit zijn over de periode na 1 augustus 2016; - overgangsjaar , daarin ontvangt het verband het budget lichte ondersteuning en het schooldeel van de rugzak aangevuld met 16,55 per leerling - overige subsidies e.d Het budget wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de teldatum per 1 oktober. Voor een samenwerkingsverband als dit geldt dat er dan rekening gehouden moet worden met het krimpend aantal leerlingen. De verwachting is dat het aantal leerlingen in de komende jaren daalt tot ongeveer 85-90% ten opzichte van het aantal leerlingen van In meerjaren begroting moet dus met deze daling rekening gehouden worden. Voor de inkomsten geeft dit voor de komende jaren de volgende meerjarenbegroting met een daling van 2 % per jaar vanaf 1 oktober Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

79 Uitgaven Overzicht van de verplichte uitgaven: - bekostiging van leerlingen in speciaal basisonderwijs bij een deelname hoger dan 2%; - de bekostiging van grensverkeer naar speciaal basisonderwijs voor nieuwe leerlingen; - de ondersteuningsbekostiging deelname aan speciaal onderwijs o.b.v. teldatum 1-10 en bij peildatum 1-2 (in verband met tussentijdse groei); - inkoop ambulante begeleiding voor voor één jaar bij geen opting out. Hieronder een voorbeeld van de bekostiging van 146 leerlingen (teldatum 1 oktober 2012) in het speciaal onderwijs met een verdeling naar de drie bekostiging categorieën. Het gaat hier uitsluitend om de ondersteuningsbekostiging. Regionale kwantitatieve ontwikkelingen Het probleem voor het opstellen van een meerjarenbegroting is dat het samenwerkingsverband te maken heeft met de ontwikkelingen van de leerlingstromen en de krimp. De cijfers betreffende de krimp van het aantal leerlingen basisonderwijs zijn dankzij het Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs redelijk betrouwbaar en bij de inkomsten is op grond daarvan al rekening gehouden met een daling van 2% per jaar vanaf 1 oktober Met de overige ontwikkelingen en trends is het lastiger vast te stellen hoe deze zich kwantitatief ontwikkelen en wat dan de invloed is op de begroting. Naast de krimp van het leerlingenaantal hebben we te maken met de volgende ontwikkelingen: - de toekomstige deelname aan speciaal basisonderwijs; - de toekomstige deelname aan het speciaal onderwijs; - de effecten van de inspanningen om de basisondersteuning te versterken van het regulier onderwijs en de effecten van de arrangementen op de daadwerkelijke terugplaatsing van leerlingen; - de effecten van de nieuwe arrangementen op de leerlingstromen in de komende jaren. Bovenstaande leidt de volgende tabel, waarin opgenomen het totaal aan inkomsten en de verplichte uitgaven: Ondersteuningsplan Passend Onderwijs PO

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Passend onderwijs. Passend onderwijs Opbouw presentatie 1. De Basis basis Waarom passend onderwijs? Alle leerlingen hebben recht op een passend onderwijsprogramma; geen thuiszitters. Scholen, besturen en samenwerkingsverbanden hebben ruimte

Nadere informatie

SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS PRIMAIR ONDERWIJS 30-10

SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS PRIMAIR ONDERWIJS 30-10 SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS PRIMAIR ONDERWIJS 30-10 Aan de directeuren en intern begeleiders van de scholen verbonden aan het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 30-10 Waalwijk, Heusden,

Nadere informatie

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Passend onderwijs. Passend onderwijs Opbouw presentatie 1. De Basis basis Waarom passend onderwijs? Alle leerlingen hebben recht op passend onderwijs: geen thuiszitters. Scholen, besturen en samenwerkingsverbanden hebben ruimte om maatwerk

Nadere informatie

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel Opbouw presentatie Voorblad 2: Watermerk Typ hier de titel Voorblad 2: Watermerk Typ hier de titel Waarom passend onderwijs? Minder thuiszitters. Meer

Nadere informatie

Memorie van antwoord passend onderwijs

Memorie van antwoord passend onderwijs Memorie van antwoord passend onderwijs Samenvatting Door beleidsmedewerker Simone Baalhuis van VOS/ABB Algemeen Samenwerking met jeugdzorg De wetsvoorstellen inzake het nieuwe jeugdstelsel en passend onderwijs

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Lia van Meegen Schoolondersteuningsprofiel februari 2012 Wat staat in de wetsvoorstellen? Wat is een schoolondersteuningsprofiel? Wat is een ondersteuningsplan? Wat is een ondersteuningsplanraad? Schoolondersteuningsprofiel

Nadere informatie

Aandachtspunten Leraren passend onderwijs

Aandachtspunten Leraren passend onderwijs Aandachtspunten Leraren passend onderwijs Beste leraar, Op 1 augustus 2014 wordt de wet passend onderwijs ingevoerd. Dit betekent dat er een aantal zaken anders geregeld zijn voor leerling, leraar en ouder.

Nadere informatie

Juni Model Ondersteuningsplan

Juni Model Ondersteuningsplan Juni 2012 Model Ondersteuningsplan In schooljaar 2012-2013 zijn activiteiten gericht op de inhoudelijke voorbereiding op passend onderwijs: vormgeven aan de swv s, inrichten van de ondersteuningsplanraad,

Nadere informatie

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN TVO-PROCEDURE TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN Van overnemen naar versterken: een passend onderwijstraject voor elke leerling ingangsdatum 1 augustus

Nadere informatie

Profielschets bestuurder. SWV PO en SWV VO Zoetermeer

Profielschets bestuurder. SWV PO en SWV VO Zoetermeer Profielschets bestuurder SWV PO en SWV VO Zoetermeer 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 2. Situatieschets... 3 3. Profiel en werkzaamheden gezamenlijke bestuurder... 5 3.1. Werkzaamheden... 5 3.2. Kennis,

Nadere informatie

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures 1. Schoolbestuur heeft een geschil met ouders rond toelating en verwijdering. 2. Schoolbestuur of ouder heeft geschil met samenwerkingsverband over toelaatbaarheid

Nadere informatie

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning Versie 1 september 2017 Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning Samenwerkingsverband passend

Nadere informatie

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland Passend Onderwijs Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland Pyt Nauta, OOP-dag 7 november 2017 Waarom deze ontwikkeling? Ouders manifesteren zich Maatschappelijk perspectief Jarenlange pogingen

Nadere informatie

Samen maken we het passend!

Samen maken we het passend! Samen maken we het passend! Publieksversie Ondersteuningsplan 20142014 Samenwerkingsverband Primair Onderwijs MiddenHolland Dit is de publieksversie van het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Nieuwsbrief september 2017

Nieuwsbrief september 2017 Nieuwsbrief september 2017 Het nieuwe schooljaar is begonnen. Het samenwerkingsverband is gestart met een nieuwe naam. We heten niet langer SWV PO3010, maar Samenwerkingsverband PO Langstraat Heusden Altena.

Nadere informatie

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Rivierenland

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Rivierenland Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Rivierenland Regio VO 2508 Ondersteuningsplan Passend Onderwijs van Samenwerkingsverband Rivierenland Regio 25-08 Looptijd: 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2018

Nadere informatie

Achtergronden van de wet ( knelpunten huidig systeem) en doelen van deze wet:

Achtergronden van de wet ( knelpunten huidig systeem) en doelen van deze wet: BIJLAGE 1 Hoofdpunten wet Passend Onderwijs Leeswijzer: Dit document geeft in het kort de inhoud en de consequenties van de nieuwe wet op het passend onderwijs weer. De wetgever is zeer ambitieus en optimistisch

Nadere informatie

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen Zorgplicht In de wetgeving m.b.t. passend onderwijs hebben de schoolbesturen zorgplicht gekregen. Deze zorgplicht geldt voor de leerlingen waarvan is vastgesteld

Nadere informatie

Handreiking. Scholieren en medezeggenschap passend onderwijs. steunpunt medezeggenschap passend onderwijs. Thomas Slooijer

Handreiking. Scholieren en medezeggenschap passend onderwijs. steunpunt medezeggenschap passend onderwijs. Thomas Slooijer Handreiking steunpunt Scholieren en Thomas Slooijer September 2013 Inhoud 1. Inleiding 2 2. Schoolondersteuningsprofiel en 4 2.1 De raad 4 2.2 Hoe kan ik als scholier meepraten over het ondersteuningsprofiel?

Nadere informatie

Samenvatting Ondersteuningsplan 2014-2018

Samenvatting Ondersteuningsplan 2014-2018 Samenvatting Ondersteuningsplan 2014-2018 In het Ondersteuningsplan 2014-2018 staan de afspraken die de schoolbesturen hebben gemaakt binnen het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Breda e.o. om de

Nadere informatie

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder Inleiding en relevantie van deze notitie De Amsterdamse scholen hebben in de aanloop naar passend onderwijs in de periode voor 1 augustus 2014 hun eerste

Nadere informatie

Aanvulling op het ondersteuningsplan Samenwerkingsverband PO Optimale Onderwijskans.

Aanvulling op het ondersteuningsplan Samenwerkingsverband PO Optimale Onderwijskans. Samenvatting Aanvulling op het ondersteuningsplan 2014-2018 Samenwerkingsverband PO 30-03 Optimale Onderwijskans. Beschrijving van de beleidsafspraken die zijn gemaakt gedurende het schooljaar 2014-2015.

Nadere informatie

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs Bijlage C Communicatieplan Passenderwijs 2017-2021 In het communicatieplan staat beschreven hoe samenwerkingsverband Passenderwijs haar externe communicatie vormgeeft. Op welke wijze, hoe vaak, in welke

Nadere informatie

HERIJKEN & DOORSTARTEN. Houtskoolschets bestuurlijke inrichting en organisatie Samenwerkingsverband PO PassendWijs

HERIJKEN & DOORSTARTEN. Houtskoolschets bestuurlijke inrichting en organisatie Samenwerkingsverband PO PassendWijs HERIJKEN & DOORSTARTEN Houtskoolschets bestuurlijke inrichting en organisatie Samenwerkingsverband PO PassendWijs Notitie voor het Dagelijks Bestuur PassendWijs t.b.v. vergadering op 21 februari 2017,

Nadere informatie

Profiel- en situatieschets

Profiel- en situatieschets Profiel- en situatieschets Werving en selectie leden raad van toezicht Samenwerkingsverband IJssel l Berkel Amsterdam, augustus 2018 Henk Hendriks Leden raad van toezicht SWV IJssel l Berkel Samenwerkingsverband

Nadere informatie

1. Hoofdlijn Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

1. Hoofdlijn Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs Aan de besturen van de samenwerkingsverbanden WSNS en de REC s Aan de leden van de PO-raad Utrecht, 18 april 2013 De Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs heeft betrekking op meerdere

Nadere informatie

Jaarverslag OPR

Jaarverslag OPR Jaarverslag OPR 2013-2014 2014-2015 Inleiding Hier ligt het eerste jaarverslag van de Ondersteuningsplanraad (OPR) van de Stichting Passenderwijs (samenwerkingsverband PO 26.04) over de cursusjaren 2013-2014

Nadere informatie

Werkwijze Adviescommissie Toelaatbaarheid SWV VO De Langstraat

Werkwijze Adviescommissie Toelaatbaarheid SWV VO De Langstraat Werkwijze Adviescommissie Toelaatbaarheid SWV VO De Langstraat Vooraf Binnen het SWV VO De Langstraat hebben de scholen voor voortgezet onderwijs uitgebreide afspraken gemaakt over de inzet van ondersteuning

Nadere informatie

Doorontwikkeling ondersteuningsplan

Doorontwikkeling ondersteuningsplan Doorontwikkeling ondersteuningsplan Inleiding Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband PO Duin- en Bollenstreek is geschreven voor de periode 2014/2018 en legt de basis voor de invoering van

Nadere informatie

Toelichting BenW-adviesnota. Overleg Passend Onderwijs Noord- Limburg en Midden- Limburg : Philips, P.A.H.M.

Toelichting BenW-adviesnota. Overleg Passend Onderwijs Noord- Limburg en Midden- Limburg : Philips, P.A.H.M. Onderwerp: Toelichting BenW-adviesnota Afdeling/team : Welzijn Overleg Passend Onderwijs Noord- Limburg en Midden- Limburg Afdelingshoofd Auteur : Bremmers, P.H.M. : Philips, P.A.H.M. Datum vergadering

Nadere informatie

Jaarplan / regio Randstad

Jaarplan / regio Randstad Jaarplan 08-2014/12-2015 regio Randstad Inleiding Dit document bevat het jaarplan en de managementrapportage van regio Randstad Het eerste gedeelte bestaat uit het jaarplan. Bij thema wordt het onderwerp

Nadere informatie

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaringen speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs clusters 3 en 4

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaringen speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs clusters 3 en 4 Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaringen speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs clusters 3 en 4 Het bestuur van het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin en Bollenstreek (28-12)

Nadere informatie

Handreiking. Schoolondersteuningsprofiel. Passenderwijs

Handreiking. Schoolondersteuningsprofiel. Passenderwijs Handreiking Schoolondersteuningsprofiel Passenderwijs Het schoolondersteuningsprofiel is met de komst van passend onderwijs als verplicht document voor elke basisschool ingevoerd. In dit document beschrijft

Nadere informatie

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, - 1 - Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 augustus 2012, nr. JOZ/378065, houdende regels voor het verstrekken van aanvullende bekostiging ten behoeve van het stimuleren

Nadere informatie

Prestatie indicatoren ten behoeve van SWV PO De Kempen schooljaar

Prestatie indicatoren ten behoeve van SWV PO De Kempen schooljaar Prestatie indicatoren ten behoeve van SWV PO De Kempen schooljaar 2019-2020 VERSIE.DEF Ieder jaar stelt het Dagelijks Bestuur in juni de prestatie-indicatoren vast voor het komende schooljaar. Deze prestatie

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement Vereniging Samenwerkingsverband Primair Onderwijs De Eem

Huishoudelijk reglement Vereniging Samenwerkingsverband Primair Onderwijs De Eem Huishoudelijk reglement Vereniging Samenwerkingsverband Primair Onderwijs De Eem Algemene bepalingen Artikel 1 In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder: a. de vereniging: de Vereniging Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Jaarverslag publieksversie

Jaarverslag publieksversie Jaarverslag 2016 publieksversie 1 Het samenwerkingsverband Met het jaarverslag legt het samenwerkingsverband verantwoording af over het gevoerde beleid in 2016. Deze publieksversie geeft de belangrijkste

Nadere informatie

Dagelijks Bestuurs- en directiestatuut. Stichting Samenwerkingsverband. PO De Kempen

Dagelijks Bestuurs- en directiestatuut. Stichting Samenwerkingsverband. PO De Kempen Dagelijks Bestuurs- en directiestatuut Stichting Samenwerkingsverband PO De Kempen Pagina 1 Artikel 1 Aangeslotene Afgevaardigde Aantal leerlingen Bestuur Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur Bevoegd gezag

Nadere informatie

Mei 2015 MANAGEMENTSTATUUT

Mei 2015 MANAGEMENTSTATUUT Mei 2015 MANAGEMENTSTATUUT INHOUD Pagina Managementstatuut SWV Rijn & Gelderse Vallei Artikel 1. Begrippen en terminologie 1 Artikel 2. Vaststelling en wijziging van het managementstatuut 2 Artikel 3.

Nadere informatie

Vaststellingsdatum bestuurs- en managementstatuut 1. Artikel 1 Definitiebepaling 2

Vaststellingsdatum bestuurs- en managementstatuut 1. Artikel 1 Definitiebepaling 2 Bestuurs- en Managementstatuut SWV Utrecht PO INHOUD I. Algemene bepalingen voor het bestuurs- en managementstatuut Vaststellingsdatum bestuurs- en managementstatuut 1 Artikel 1 Definitiebepaling 2 Artikel

Nadere informatie

Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO

Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO Vastgesteld door de Raad van Toezicht op 4 november 2016 Inleiding De statuten bepalen verder dat de Raad van Toezicht (RvT) een toezichtkader vaststelt

Nadere informatie

samenwerking De rol van de schoolleider en de MR in de cyclus van het schoolondersteuningsprofiel Drie niveaus van passend onderwijs

samenwerking De rol van de schoolleider en de MR in de cyclus van het schoolondersteuningsprofiel Drie niveaus van passend onderwijs De rol van de leider en de MR in de cyclus van het Medezeggenschap: sterker, beter, passend Jan Stuijver Medezeggenschap: sterker, beter, passend 1 Medezeggenschap: sterker, beter, passend 2 Drie niveaus

Nadere informatie

Wat betekent passend onderwijs voor onze school?

Wat betekent passend onderwijs voor onze school? Informatieavond Julianaschool 27 maart Van 19.30-20.30 uur Wat betekent passend onderwijs voor onze school? Passend Onderwijs Voorstellen: MR: Nelly IB: Frederike en Imca SMPO: Wim Boskeljon (Steunpunt

Nadere informatie

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht Bijlage 2 Uitwerking zorgplicht Inleiding Het streven is om met ingang van 1 augustus 2012 een zorgplicht voor schoolbesturen in te voeren. Het begrip zorgplicht en de betekenis daarvan, roept de nodige

Nadere informatie

Passend onderwijs Bergen,Gennep en Mook Informatie voor alle ouders

Passend onderwijs Bergen,Gennep en Mook Informatie voor alle ouders Passend onderwijs Bergen,Gennep en Mook Informatie voor alle ouders Inhoudsopgave: Inleiding Hoofdstuk 1 Passend onderwijs in een notendop Hoofdstuk 2 Het ondersteuningsprofiel Hoofdstuk 3 Aanmelden Hoofdstuk

Nadere informatie

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs Bijlage C Communicatieplan Passenderwijs 2017-2021 In het communicatieplan staat beschreven hoe samenwerkingsverband Passenderwijs haar externe communicatie vormgeeft. Op welke wijze, hoe vaak, in welke

Nadere informatie

Vaststellingsdatum managementstatuut. Artikel 4 Taken en bevoegdheden directeur 4

Vaststellingsdatum managementstatuut. Artikel 4 Taken en bevoegdheden directeur 4 Managementstatuut SWV VO de Meierij Vastgesteld door het bestuur op 7 oktober 2013 INHOUD Vaststellingsdatum managementstatuut Artikel 1 Definitiebepaling 2 Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Introductie. 1.2 Probleemstelling

1 Inleiding. 1.1 Introductie. 1.2 Probleemstelling 1 Inleiding 1.1 Introductie Met de komst van passend onderwijs per 1 augustus 2015 is nieuwe regelgeving opgenomen in de Wet primair onderwijs (WPO) en de Wet op de educatieve centra (WEC). In het kader

Nadere informatie

Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op 1-8-2014

Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op 1-8-2014 19-6-2012 Geschiedenis: 1998 (WSNS 2 e fase), 2003 (WEC), 2005 (vernieuwing zorgstructuren) Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op 1-8-2014 Behandeling

Nadere informatie

Samenvatting Ondersteuningsplan SWV Passend Onderwijs PO Midden-Limburg

Samenvatting Ondersteuningsplan SWV Passend Onderwijs PO Midden-Limburg Samenvatting Ondersteuningsplan SWV Passend Onderwijs PO 31-02 Midden-Limburg Op 1 augustus 2014 gaat in Nederland de wet passend onderwijs van start. Dit betekent dat schoolbesturen de zorgplicht krijgen

Nadere informatie

INFORMATIEBLAD 6. College voor de Rechten van de Mens. rubriek: Veel gebruikte termen en afkortingen

INFORMATIEBLAD 6. College voor de Rechten van de Mens. rubriek: Veel gebruikte termen en afkortingen rubriek: Veel gebruikte termen en afkortingen INFORMATIEBLAD 6 Ambulante begeleiding Basisondersteuning Clusteronderwijs College voor de Rechten van de Mens Hulp van leerkrachten uit het speciaal onderwijs

Nadere informatie

U in de OndersteuningsPlanRaad? Ja, waarom niet?

U in de OndersteuningsPlanRaad? Ja, waarom niet? U in de OndersteuningsPlanRaad? Ja, waarom niet? Passend Onderwijs & OndersteuningsPlanRaad Wat is passend onderwijs? Passend onderwijs is m.i.v. 1 augustus 2014 de nieuwe manier waarop onderwijs aan kinderen,

Nadere informatie

Managementstatuut Stichting Samenwerkingsverband V(S)O Eemland. Artikel 1 Definitiebepaling 2

Managementstatuut Stichting Samenwerkingsverband V(S)O Eemland. Artikel 1 Definitiebepaling 2 Managementstatuut Stichting Samenwerkingsverband V(S)O Eemland. Versie 3 d.d. 8 juli 2013 INHOUD Vaststellingsdatum managementstatuut Artikel 1 Definitiebepaling 2 Artikel 2 Vaststelling en wijziging van

Nadere informatie

COMMUNICATIEPLAN EN STRUCTUUR. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden

COMMUNICATIEPLAN EN STRUCTUUR. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden COMMUNICATIEPLAN EN STRUCTUUR Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden Concept versie; d.d. 28.01.2014 Inhoud: 1. Verantwoording 2. Doelen en gebruikswaarde van het Communicatieplan 3. Organisatie

Nadere informatie

T O E Z I C H T S K A D E R

T O E Z I C H T S K A D E R T O E Z I C H T S K A D E R Eindversie; vastgesteld door bestuur SWV PO de Meierij d.d. 4 februari 2016 Preambule Het Toezichthoudend bestuur past de Code Goed Onderwijsbestuur toe zoals deze is opgesteld

Nadere informatie

Managementstatuut SWV Oost Achterhoek 25.02

Managementstatuut SWV Oost Achterhoek 25.02 Managementstatuut SWV Oost Achterhoek 25.02 Versie 43.0 INHOUD Algemene bepalingen voor het managementstatuut Vaststellingsdatum managementstatuut 1 Artikel 1 Definitiebepaling 2 Artikel 2 Vaststelling

Nadere informatie

Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte

Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte Passend Onderwijs is van start gegaan in augustus 2014. Sindsdien heeft de Geschillencommissie Passend Onderwijs (GPO) nogal wat klachten

Nadere informatie

Studiedag Inrichting Passend Onderwijs SWV PO 30-10 RKC Waalwijk 3 juni 2014

Studiedag Inrichting Passend Onderwijs SWV PO 30-10 RKC Waalwijk 3 juni 2014 Studiedag Inrichting Passend Onderwijs SWV PO 30-10 RKC Waalwijk 3 juni 2014 1. Opening 2. Startactiviteit: Kennismaking 3. Doelstellingen en opbrengst van de dag 4. Kracht door verbinding Toelichting

Nadere informatie

Passend Onderwijs in PO; de wereld verandert niet op 1 augustus 2014!!

Passend Onderwijs in PO; de wereld verandert niet op 1 augustus 2014!! Passend Onderwijs in 23-02 PO; de wereld verandert niet op 1 augustus 2014!! misverstanden 1. Zorgplicht is plaatsingsplicht en dus inclusief onderwijs 2. Er komt een buslading zorgleerlingen bij Maar

Nadere informatie

Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer

Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer Resume In de wet op Passend Onderwijs is opgenomen dat de samenwerkingsverbanden verantwoordelijk zijn voor de overdracht van

Nadere informatie

Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs 1. Partijen Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) PO-Raad VO-raad. Algemene Onderwijsbond CNV Onderwijs AVS CMHF 2. Looptijd

Nadere informatie

Managementstatuut SWV Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Lelystad-Dronten

Managementstatuut SWV Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Lelystad-Dronten Managementstatuut SWV Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Lelystad-Dronten op basis van artikel 8 lid 5 van de statuten Versie 1.0 INHOUD Algemene bepalingen voor het managementstatuut Vaststellingsdatum

Nadere informatie

Jaarverslag Ondersteuningsplanraad

Jaarverslag Ondersteuningsplanraad Jaarverslag Ondersteuningsplanraad Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Roosendaal, Moerdijk en omgeving 2015-2016 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 2 De OPR van samenwerkingsverband Passend Onderwijs Roosendaal,

Nadere informatie

Uitvoering bezwaaradviescommissie

Uitvoering bezwaaradviescommissie Uitvoering bezwaaradviescommissie Aanleiding bezwaaradviescommissie Eerder is door de samenwerkingsverbanden passend primair onderwijs regio Leiden (PO2801), passend onderwijs Rijnstreek (PO2813) en primair

Nadere informatie

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ COÖPERATIE SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS OOSTERSCHELDEREGIO U.A.

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ COÖPERATIE SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS OOSTERSCHELDEREGIO U.A. BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ COÖPERATIE SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS OOSTERSCHELDEREGIO U.A. Plaats : Goes Bestuursnummer : 21690 Samenwerkingsverband : VO2902 Onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

Passend Onderwijs. Regio 30-08

Passend Onderwijs. Regio 30-08 Passend Onderwijs Regio 30-08 SYSTEEM VAN DOORVERWIJZEN 4 16 jaar WSNS en LGF De aanleiding Nadelige effecten? Nog steeds vallen leerlingen tussen wal en schip Nog steeds moeten ouders zoeken naar een

Nadere informatie

1. Opening. 2. Presentatie over de kern van het concept Ondersteuningsplan. 3. Bespreken van het concept Ondersteuningsplan.

1. Opening. 2. Presentatie over de kern van het concept Ondersteuningsplan. 3. Bespreken van het concept Ondersteuningsplan. Verslag Op Overeenstemming Gericht Overleg tussen het Samenwerkingsverband 20-01 PO en de gemeenten in de provincie Groningen en de gemeente Noordenveld d.d. 24 januari 2014. 1. Opening. De voorzitter

Nadere informatie

Voor wat betreft de financiën ligt de prioriteit bij de interne begeleiding op de basisscholen.

Voor wat betreft de financiën ligt de prioriteit bij de interne begeleiding op de basisscholen. Zoetermeer, april 2014. NIEUWSBRIEF PASSEND ONDERWIJS NUMMER 10 Met deze nieuwsbrief willen we alle betrokkenen in het kort informeren over actuele ontwikkelingen met betrekking tot Passend Onderwijs.

Nadere informatie

Besturen, scholen en docenten in SWV OP WEG. wetgeving

Besturen, scholen en docenten in SWV OP WEG. wetgeving Besturen, scholen en docenten in SWV OP WEG Henk Keesenberg 0651926723 henk@wkonderwijs.nl wetgeving In november 2012 is de wetgeving passend onderwijs in de Staatscourant gepubliceerd en in december de

Nadere informatie

Gevolgen van de Wet goed onderwijs Goed onderwijsbestuur voor de verhouding tussen gemeenten en verzelfstandigd openbaar onderwijs.

Gevolgen van de Wet goed onderwijs Goed onderwijsbestuur voor de verhouding tussen gemeenten en verzelfstandigd openbaar onderwijs. Gevolgen van de Wet goed onderwijs Goed onderwijsbestuur voor de verhouding tussen gemeenten en verzelfstandigd openbaar onderwijs. Per 1 augustus 2010 is de Wet Goed onderwijs Goed onderwijsbestuur in

Nadere informatie

Profiel- en situatieschets

Profiel- en situatieschets Profiel- en situatieschets Werving en selectie bestuurder SWV PO en SWV VO Zoetermeer Amsterdam, juni 2019 Marja de Kruif, senior adviseur 1 Wie zoeken wij? De complexiteit van het besturen van beide samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Jaarplan schooljaar 2015-2016

Jaarplan schooljaar 2015-2016 Jaarplan schooljaar 2015-2016 Samenwerkingsverband IJssel Berkel Datum 16 juni 2015 Versie Vastgesteld door bestuur op 15 juni 2015 Pagina 1 van 14 IJssel Berkel is een Samenwerkingsverband Passend Onderwijs

Nadere informatie

Vaststellingsdatum managementstatuut 1. Artikel 1 Definitiebepaling 2. Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut 2

Vaststellingsdatum managementstatuut 1. Artikel 1 Definitiebepaling 2. Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut 2 Managementstatuut SWV VO 30-06 versie 24 maart 2014 INHOUD Vaststellingsdatum managementstatuut 1 Artikel 1 Definitiebepaling 2 Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut 2 Artikel 3

Nadere informatie

Aannamebeleid Emile Weslyschool Maastricht

Aannamebeleid Emile Weslyschool Maastricht Aannamebeleid Emile Weslyschool Maastricht In werking vanaf 1 augustus 2014 Samen aan de slag voor de beste onderwijsplek voor uw kind! Aannamebeleid EWS, J.D. Pagina 1 Inleiding Vanaf 1 augustus 2014

Nadere informatie

MANAGEMENTSTATUUT STICHTING REGIONAAL SAMENWERKINGSVERBAND VOOR PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS EINDHOVEN EN KEMPENLAND

MANAGEMENTSTATUUT STICHTING REGIONAAL SAMENWERKINGSVERBAND VOOR PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS EINDHOVEN EN KEMPENLAND MANAGEMENTSTATUUT STICHTING REGIONAAL SAMENWERKINGSVERBAND VOOR PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS EINDHOVEN EN KEMPENLAND Vastgesteld door AB d.d. 24-11-2014 Artikel 1 Definitiebepaling In dit managementstatuut

Nadere informatie

Bijlage 6. Uitwerking KPI s uit het kwaliteitszorgsysteem

Bijlage 6. Uitwerking KPI s uit het kwaliteitszorgsysteem Bijlage 6. Uitwerking KPI s uit het kwaliteitszorgsysteem Uitwerking KPI's Indicator Hoe doen we dat? Waar ligt dat vast? Hoe brengen we het resultaat in beeld? Wat monitoren we? Kwaliteitsaspect 1 Resultaten

Nadere informatie

Ondersteuningsplan Passend Onderwijs

Ondersteuningsplan Passend Onderwijs SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ZUID - UTRECHT REGIO 26-05 Ondersteuningsplan Passend Onderwijs Looptijd: 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2016 Nieuwegein April 2014 Inhoudsgave Voorwoord 3

Nadere informatie

Datum 26 mei 2014 Kamervragen van het lid Ypma (PvdA) over de positie van cluster 1 en 2 leerlingen (25-4-2014)

Datum 26 mei 2014 Kamervragen van het lid Ypma (PvdA) over de positie van cluster 1 en 2 leerlingen (25-4-2014) >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Themadirectie Jeugd, Onderwijs en Zorg IPC 2450 Rijnstraat 50 Den Haag

Nadere informatie

Passend onderwijs. Onderweg met het ondersteuningsplan. WMS Congres 12 november Jouw partner in de school

Passend onderwijs. Onderweg met het ondersteuningsplan. WMS Congres 12 november Jouw partner in de school Passend onderwijs Onderweg met het ondersteuningsplan WMS Congres 12 november 2014 Jouw partner in de school Agenda Inleiding beleidsrijk/beleidsarm Uitgangspunten evaluatie Wetgeving Analyse Cijfers Inhoud

Nadere informatie

Ouderbrochure. samenwerkingsverband de Meierij PO

Ouderbrochure. samenwerkingsverband de Meierij PO Ouderbrochure samenwerkingsverband de Meierij PO Wat is passend onderwijs? Op 1 augustus 2014 is de wet passend onderwijs ingegaan. Uitgangspunt van passend onderwijs is dat elk kind recht heeft op goed

Nadere informatie

Kader kwaliteitszorg. Versie: 1.0 Datum: Status: Definitief

Kader kwaliteitszorg. Versie: 1.0 Datum: Status: Definitief Kader kwaliteitszorg Versie: 1.0 Datum: 26-06-2019 Status: Definitief Inhoudsopgave 1. Visie... 3 2. Inrichting kwaliteitszorg... 3 3. Borging... 4 4. Verantwoording... 5 5. Toekomst... 5 Bijlage 1...

Nadere informatie

SAMENWERKINGSVERBAND VO 30-02 HOOFDLIJNENNOTITIE

SAMENWERKINGSVERBAND VO 30-02 HOOFDLIJNENNOTITIE SAMENWERKINGSVERBAND VO 30-02 HOOFDLIJNENNOTITIE t.b.v. oprichting van het nieuwe VO- samenwerkingsverband VO 30-02 Mei 2012 1 INLEIDING Het nieuwe VO- Samenwerkingsverband(i.o.) heeft de opdracht vóór

Nadere informatie

Reglement Advies Commissie Toewijzing Arrangementen (ACTA)

Reglement Advies Commissie Toewijzing Arrangementen (ACTA) Reglement Advies Commissie Toewijzing Arrangementen (ACTA) Dit reglement vindt zijn grondslag in de Wet op het Voortgezet Onderwijs (artikel 17a lid 11), de Algemene Maatregel van Bestuur Passend Onderwijs,

Nadere informatie

JAARVERSLAG

JAARVERSLAG JAARVERSLAG 2015-2016 Gouda, september 2016 Inleiding Dit is het eerste jaarverslag van de ondersteuningsplanraad (OPR) van Samenwerkingsverband (SWV) V(S)O Midden Holland Rijnstreek. De OPR is in 2013

Nadere informatie

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland. Informatie voor ouders en leerkrachten

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland. Informatie voor ouders en leerkrachten Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland Informatie voor ouders en leerkrachten Wat verandert? Nieuwe wet Passend Onderwijs op 1-8-2014 Het rugzakje verdwijnt Scholen (schoolbesturen) krijgen

Nadere informatie

Nieuwsbrief Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 2203 Nummer 2, oktober 2013

Nieuwsbrief Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 2203 Nummer 2, oktober 2013 Nieuwsbrief Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 2203 Nummer 2, oktober 2013 Op 1 augustus 2014 treedt de wetgeving Passend Onderwijs in werking. Nog 9 maanden en dan is het zover. Welke ontwikkelingen

Nadere informatie

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders Passend Onderwijs is goed onderwijs Passend onderwijs in IJmond 1 Het samenwerkingsverband Voor iedere

Nadere informatie

Passend Onderwijs. Tweede Zorgcongres. ChristenUnie Harderwijk 22 november Henk Büscher

Passend Onderwijs. Tweede Zorgcongres. ChristenUnie Harderwijk 22 november Henk Büscher Passend Onderwijs Tweede Zorgcongres ChristenUnie Harderwijk 22 november 2014 Henk Büscher hbuscher@onderwijszorgkoepel.nl Wat is het samenwerkingsverband Passend Onderwijs OnderwijsZorgKoepel Noord Veluwe?

Nadere informatie

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland Artikel 1 Begripsbepalingen In dit bestuursreglement wordt verstaan onder: a. statuten: de statuten van de Stichting

Nadere informatie

Ondersteuningsplan PO-VO

Ondersteuningsplan PO-VO Ondersteuningsplan PO-VO Aanleiding: labels In 10 jaar tijd (2003 2013): * Rugzakleerlingen: van 11.000 naar 39.000 leerlingen. * SO leerlingen: van 54.000 naar 68.000 leerlingen. In 5 jaar tijd (2007

Nadere informatie

Managementstatuut van Stichting Lijn 83 primair onderwijs

Managementstatuut van Stichting Lijn 83 primair onderwijs Managementstatuut van Stichting Lijn 83 primair onderwijs Dit managementstatuut is gebaseerd op artikel 31 van de Wet op het primair onderwijs. ALGEMEEN Artikel 1: BEGRIPSBEPALINGEN Stichting: Stichting

Nadere informatie

Voor wie is de Week van passend onderwijs bedoeld?

Voor wie is de Week van passend onderwijs bedoeld? Ongetwijfeld heeft iedereen wel eens de term PASSEND ONDERWIJS voorbij zien komen. Samenwerkingsverbanden, schoolbesturen en scholen zijn al een aantal jaar druk bezig alles vorm te geven zoals het in

Nadere informatie

WMS congres 12 november 2014 OPR zo kan het ook! Piet Vromans i.s.m. Samenwerkingsverband VO - RUW (2604)

WMS congres 12 november 2014 OPR zo kan het ook! Piet Vromans i.s.m. Samenwerkingsverband VO - RUW (2604) WMS congres 12 november 2014 OPR zo kan het ook! Piet Vromans i.s.m. Samenwerkingsverband VO - RUW (2604) Programma Even voorstellen Verloop van het proces Het eerste ondersteuningsplan Praktijkervaringen

Nadere informatie

Klaar voor passend onderwijs? Congres VO-Raad. Rick de Wit/Harry Nijkamp 15 maart 2012

Klaar voor passend onderwijs? Congres VO-Raad. Rick de Wit/Harry Nijkamp 15 maart 2012 Klaar voor passend onderwijs? Congres VO-Raad Rick de Wit/Harry Nijkamp 15 maart 2012 Onderwerpen Wetsvoorstel Handreiking tijdpad Financiele wijzigingen en verevening Bestuursmodellen 2 Wetsvoorstel Stand

Nadere informatie

Het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring, bij wie en door wie?

Het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring, bij wie en door wie? Het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring, bij wie en door wie? Een handreiking om te kunnen bepalen waar de TLV moet worden aangevraagd. Een samenvatting voor het toepassen van grensverkeer. Versie

Nadere informatie

Directiestatuut. Preambule. Begripsbepaling

Directiestatuut. Preambule. Begripsbepaling Directiestatuut aanpassing n.a.v. nieuwe statuten september 2013 Preambule Op basis van artikel 15 van de statuten mandateert het bestuur van de Stichting Samenwerkingsverband V(S)O Zuid-Holland West,

Nadere informatie

Protocol van werkzaamheden Toelaatbaarheids- en adviescommissie

Protocol van werkzaamheden Toelaatbaarheids- en adviescommissie Protocol van werkzaamheden Toelaatbaarheids- en adviescommissie Overzicht van artikelen 1. Opdracht aan de Toelaatbaarheids- en adviescommissie 2. Werkingsduur Protocol 3. Grondslag werkzaamheden 4. Evaluatie

Nadere informatie

samenwerkingsverband primair onderwijs Communicatieplan Stichting Passenderwijs Datum: november 2014 Versie: 4.0 Stichting Passenderwijs

samenwerkingsverband primair onderwijs Communicatieplan Stichting Passenderwijs Datum: november 2014 Versie: 4.0 Stichting Passenderwijs samenwerkingsverband primair onderwijs Communicatieplan Stichting Passenderwijs Datum: november 2014 Versie: 4.0 Stichting Passenderwijs 1 Communicatieplan In onderstaand communicatieplan staat beschreven

Nadere informatie

Toezichtkader SWV PO3002

Toezichtkader SWV PO3002 Toezichtkader SWV PO3002 Algemene Ledenvergadering van de Vereniging Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Roosendaal/Moerdijk e.o. overwegende dat: aan de wettelijke opdracht om de functiescheiding tussen

Nadere informatie

Managementstatuut (AB-DB model)

Managementstatuut (AB-DB model) Managementstatuut (AB-DB model) INHOUD Vaststelling... 3 Artikel 1 Definitiebepaling... 4 Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut... 4 Artikel 3 Taken en bevoegdheden van het bestuur...

Nadere informatie