Verspreidingsatlas van de zoogdieren in de provincie Utrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verspreidingsatlas van de zoogdieren in de provincie Utrecht"

Transcriptie

1 Verspreidingsatlas van de zoogdieren in de provincie Utrecht Werkatlas januari 2012 DENNIS WANSINK

2 ZOOGDIERATLAS UTRECHT IS EEN PROJECT VAN: ZOOGDIERVERENIGING PROVINCIE UTRECHT HET UTRECHTS LANDSCHAP LANDSCHAP ERFGOED UTRECHT DASSENWERKGROEP AMERONGEN-LEERSUM DASSENPLATFORM NOORD-HOLLAND/UTRECHT VLEERMUISWERKGROEP UTRECHT (Foto kaft: Een aardmuis in polder De Gagel. foto Dennis Wansink) 2

3 NAAST DE INZET VAN VELE VRIJWILLIGERS WAS ZOOGDIERATLAS.NL UTRECHT NIET MOGELIJK ZONDER DE FINANCIËLE BIJDRAGEN VAN: 3

4 4

5 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding Introductie Over de werkatlas Verdwenen soorten Dankwoord Soortbesprekingen...10 Egel (Erinaceus europaeus)...11 Bosspitsmuis (Sorex araneus / Sorex coronatus)...12 Dwergspitsmuis (Sorex minutus)...13 Waterspitsmuis (Neomys fodiens)...14 Huisspitsmuis (Crocidura russula)...15 Mol (Talpa europaea)...16 Baardvleermuis (Myotis mystacinus / Myotis brandtii)...17 Franjestaart (Myotis nattereri)...18 Watervleermuis (Myotis daubentonii)...19 Meervleermuis (Myotis dasycneme)...20 Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus)...21 Ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii)...22 Kleine dwergvleermuis (Pipistrellus pygmaeus)...23 Rosse vleermuis (Nyctalus noctula)...24 Bosvleermuis (Nyctalus leisleri)...25 Laatvlieger (Eptesicus serotinus)...26 Tweekleurige vleermuis (Vespertilio murinus)...27 Gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus)...28 Haas (Lepus europaeus)...29 Konijn (Oryctolagus cuniculus)...30 Eekhoorn (Sciurus vulgaris)...31 Grijze eekhoorn (Sciurus carolinensis)...32 Japanse eekhoorn (Sciurus lis)...33 Bever (Castor fiber)...34 Rosse woelmuis (Myodes glareolus)...35 Woelrat (Arvicola amphibius)...36 Muskusrat (Ondrata zibethicus)...37 Veldmuis (Microtus arvalis)...38 Aardmuis (Microtus agrestis)...39 Noordse woelmuis (Microtus oeconomus)

6 Dwergmuis (Micromys minutus)...41 Bosmuis (Apodemus sylvaticus)...42 Bruine rat (Rattus norvegicus)...43 Zwarte rat (Rattus rattus)...44 Huismuis (Mus musculus)...45 Relmuis (Glis glis)...46 Eikelmuis (Eliomys quercinus)...47 Beverrat (Myocastor coypus)...48 Vos (Vulpes vulpes)...49 Wasbeer (Procyon lotor)...50 Hermelijn (Mustela erminea)...51 Wezel (Mustela nivalis)...52 Amerikaanse nerts (Neovison vison)...53 Bunzing (Mustela putorius)...54 Fret (Mustela putorius furo)...55 Boommarter (Martes martes)...56 Steenmarter (Martes fiona)...57 Das (Meles meles)...58 Wild zwijn (Sus scrofa)...59 Damhert (Dama dama)...60 Edelhert (Cervus elaphus)...61 Ree (Capreolus capreolus)...62 Wallaby (Macropus rufogriseus) Literatuur

7 1 Inleiding 1.1 Introductie In 2008 startte de Zoogdiervereniging met Zoogdieratlas.nl. Doel van het project was om in drie jaar tijd een via internet toegankelijke atlas met verspreidingsgegevens van zoogdieren te maken. Op deze internetsite kunnen waarnemingen worden ingevoerd, die direct zichtbaar zijn op de kaarten. Na afloop van deze periode wil de Zoogdiervereniging met de verzamelde gegevens een Atlas van de Nederlandse zoogdieren maken, een boek in de serie Fauna van Nederland. Het actualiseren van de gegevensset voor de atlas vond plaats via provinciale atlasprojecten. Per provincie werd het verzamelen van bestaande en nieuwe waarnemingen gecoördineerd door een provinciaal coördinator. Daarnaast werd per provincie gestreefd naar het vergroten van het draagvlak voor zoogdierbescherming en zoogdieronderzoek. In elke provincie zijn partners gezocht, waaronder in ieder geval de provinciale overheid en het provinciale Landschap. Op 1 november 2009 ging het atlasproject in de provincie Utrecht van start. Het verzamelen van waarnemingen eindigde op 1 december Deze werkatlas geeft een overzicht van de resultaten tot dat moment. Hoewel het project Zoogdieratlas Utrecht nu is afgesloten kunnen waarnemingen van zoogdieren nog steeds worden doorgegeven via Telmee.nl en Waarneming.nl. Ook de website blijft in de lucht. Kaarten per zoogdiersoort en per provincie blijven dus zichtbaar. Waarnemingen die na 31 december 2011 via de twee websites binnenkomen worden nog voor de landelijke Atlas van de Nederlandse zoogdieren gebruikt. 1.2 Over de werkatlas De werkatlas beschrijft het resultaat van de werkinspanning tot 1 december De kaarten laten per kilometerhok (1 x 1 km) zien welke zoogdiersoorten zijn waargenomen in de periode 1 januari 2000 tot 1 december De waarnemingen zijn afkomstig uit diverse databanken, rapporten en notitieboekjes. Daarnaast hebben heel veel mensen waarnemingen via de websites en doorgegeven. In totaal bevat de databank records met zoogdierwaarnemingen uit de provincie Utrecht. De kaarten in deze werkatlas zijn gebaseerd op records uit de periode 1 januari 2000 tot 1 december De databank bevat zelfs nog meer records, want waarnemingen die op een lager detailniveau dan kilometerhok zijn doorgegeven, zoals bijvoorbeeld op uurhokniveau (5x5 km), staan niet in de kaarten. Die gegevens hebben we niet opgenomen omdat ze voor de meeste doeleinden (ruimtelijke ordeningsvraagstukken en terreinbeheer) minder waardevol zijn. Bovendien zou het een completer beeld (op km-hok niveau) suggereren dan het geval is. In de kaarten worden verschillende waarnemingsmethode onderscheiden, namelijk: 1) zichtwaarnemingen, vangsten en (dood)vondsten; 2) geluidwaarnemingen (= batdetector, maar ook blaffende herten, vossen etc.); 3) sporen (holen, prenten, uitwerpselen etc.); 4) resten in braakbal, keutel of maag; 5) overig (= waarnemingen waarvan de waarnemingsmethode onduidelijk is). Als een soort op verschillende manieren in een kilometerhok is waargenomen, is maar één van de waarnemingsmethoden weergegeven, gebaseerd op een prioriteitsindeling die overeenkomt met 7

8 bovenstaande nummers. Dus, een soort die in een kilometerhok is gezien en is gehoord wordt weergegeven als zichtwaarneming. Verder zijn bij soorten die een vaste verblijfplaats hebben, die jaren achtereen wordt gebruikt en in het veld makkelijk is te vinden, (bewonings)sporen niet met een apart symbool aangegeven. Bovendien is het belangrijk te beseffen dat nog niet alle waarnemingen zijn gecontroleerd (gevalideerd). Het kan dus gebeuren dat waarnemingen na controle afvallen. Die kans is het grootst bij waarnemingen van de categorie overig. De meeste waarnemingen van zoogdieren zijn gelukstreffers. Alleen naar kleine zoogdieren (muizen en spitsmuizen) is op enkele plaatsen systematisch onderzoek uitgevoerd, namelijk met inloopvallen en het verzamelen van braakballen van uilen. Hierdoor kan ook met enige zekerheid worden gesteld dat als een soort hier niet is waargenomen, dat hij hier ook niet zit. In onderstaande kaart staan de locaties weergegeven waar vallen zijn uitgezet en braakballen zijn verzameld. 1.3 Verdwenen soorten In deze werkatlas worden alle soorten behandeld die in in Utrecht zijn waargenomen. Soorten die in de vorige eeuw in Utrecht voorkwamen, maar hier zijn verdwenen worden niet behandeld. Het gaat om: 8

9 - Grote hoefijzerneus; - Ingekorven vleermuis; - Vale vleermuis; - Otter. 1.4 Dankwoord Zonder de inzet van talloze enthousiaste zoogdierliefhebbers was het onmogelijk geweest Zoogdieratlas Utrecht uit te voeren. Mijn dank gaat uit naar allen die zich inzetten om dit project tot een succes te maken. Het voert te ver om ieders naam te noemen, maar ik wil in ieder geval Erika Loonen bedanken die veel rapporten heeft doorgespit op zoek naar oude waarnemingen van zoogdieren in de provincie. Ook de mensen die in 2011 hun nachtrust hebben opgeofferd om Utrecht met auto of fiets te doorkruisen op zoek naar vleermuizen ben ik veel dank verschuldigd. Deze actie heeft voor enkele vleermuissoorten veel nieuwe waarnemingen opgeleverd, waardoor het beeld van hun verspreiding een stuk beter is dan een jaar geleden. Ik weet dat er waarnemers zijn die heel veel waarnemingen via of hebben doorgegeven, maar helaas is voor mij vanwege de privacy regelgeving niet zichtbaar wie dat zijn. Via deze weg hoop ik jullie toch te bereiken en voor jullie werk te danken. 9

10 2 Soortbesprekingen Op de volgende pagina s worden 55 zoogdiersoorten besproken, waaronder 8 exoten en 1 halfwilde soort (fret). Per soort wordt kort ingegaan op het landelijk voorkomen en vervolgens ingezoomd op het voorkomen in de provincie Utrecht. Daarbij wordt, voor zover mogelijk, aangegeven in hoeverre de kaart het volledige voorkomen van de soort in de provincie weergeeft. Als hulp daarbij staat in de kaart in hoeveel kilometerhokken de soort in de hele periode van 1850 tot heden is aangetroffen en in hoeveel kilometerhokken in de periode 2000 tot heden. Op basis hiervan kunnen in 2012 gerichte zoekacties of publiciteitsacties worden ondernomen om alsnog waarnemingen uit de witte gebieden te krijgen. Iedereen die wil kan hierbij helpen. En schroom niet om ook heel gewone soorten door te geven, want nu lijken sommige van hen in de provincie Utrecht erg zeldzaam te zijn. 10

11 Egel (Erinaceus europaeus) Egels komen overal in Nederland voor, in een grote verscheidenheid aan landschappen. Belangrijke voorwaarden zijn dat er voldoende voedsel (slakken, insecten, regenwormen) aanwezig is en plekken waar ze zich kunnen verstoppen. Egels houden bovendien een winterslaap en gedurende die tijd moeten ze ongestoord op een plek kunnen liggen waar de omstandigheden (temperatuur, vochtigheid) constant zijn. Egels hebben weinig natuurlijke vijanden. Alleen dassen zijn in staat egels het leven moeilijk te maken, waardoor in gebieden met dassen de dichtheid aan egels lager kan zijn dan in vergelijkbare gebieden zonder dassen. Iedereen herkent de egel, zelfs als hij platgereden op straat ligt. Er zijn dan ook veel waarnemingen van deze soort binnengekomen, onder andere dankzij de extra aandacht die hij in 2009, het Jaar van de Egel, kreeg. Het merendeel zijn zichtwaarnemingen, waaronder ook de verkeersslachtoffers worden gerekend. Opvallend in het verspreidingskaartje is dat egels vooral in en rond steden en dorpen zijn waargenomen. Dat klopt waarschijnlijk niet met de werkelijkheid, want in het buitengebied zijn ook geschikte leefgebieden voor egels. Eigenlijk overal waar tuinen, erven, boomgaarden, houtsingels, bosjes of bosranden zijn kan hij voorkomen. Dus daar moet nog wat beter worden gezocht. Naar verwachting moet de verspreidingskaart uiteindelijk geheel met stippen zijn gevuld. 11

12 Bosspitsmuis (Sorex araneus / Sorex coronatus) In Nederland komen twee soorten bosspitsmuizen voor: de gewone bosspitsmuis (Sorex araneus) en de tweekleurige bosspitsmuis (S. coronatus). De soorten zijn uiterlijk moeilijk van elkaar te onderscheiden en werden tot het begin van de jaren zestig als één soort beschouwd. Aan de hand van kenmerken van de onderkaak (bijvoorbeeld aangetroffen in braakballen) is wel met zekerheid het onderscheid tussen beide soorten te maken. Beide soorten komen in ongeveer dezelfde biotopen voor. Ze hebben een voorkeur voor plaatsen met een goed ontwikkelde vegetatie, waardoor de bodem koel en vochtig blijft. De gewone bosspitsmuis heeft een voorkeur voor gebieden met een wat hogere grondwaterstand, terwijl de tweekleurige bosspitsmuis aan wat drogere omstandigheden is gebonden. De gewone bosspitsmuis is overal in Nederland aangetroffen, inclusief de Waddeneilanden. De tweekleurige lijkt vooralsnog in het westen van Nederland (inclusief de IJsselmeerpolders) zeer zeldzaam tot afwezig te zijn. Van alle 355 waarnemingen van bosspitsmuizen in de provincie Utrecht in de periode is van slechts 36 waarnemingen met enige zekerheid de soort vastgesteld. Hiervan waren vier met zekerheid tweekleurige bosspitsmuizen. Het betroffen vondsten in braakballen afkomstig van landgoed Oostbroek (De Bilt), Groot Heidestein (Zeist), ten oosten van Vianen en ten westen van Hoevelaken. Beide soorten zijn overal in de provincie te verwachten, waarbij op de zandgronden, zoals de Heuvelrug, de tweekleurige waarschijnlijk meer voorkomt dan de gewone bosspitsmuis. 12

13 Dwergspitsmuis (Sorex minutus) De dwergspitsmuis komt in dezelfde biotopen voor als de bosspitsmuizen. De dwergspitsmuis is wat beter aan vochtige omstandigheden aangepast en bereikt de hoogste dichtheden in moerassige gebieden, waar bosspitsmuizen meestal ontbreken. In het algemeen is hun dichtheid laag. Dwergspitsmuizen zijn overal in Nederland aangetroffen. Het beeld van het voorkomen van dwergspitsmuizen (zie kaart) is verre van volledig. Tijdens inventarisaties met inloopvallen worden ze waarschijnlijk vaak gemist, omdat ze onder de vangdrempel door kunnen lopen. Vangen met vangbekers (pit falls) is effectiever. Bovendien is hun dichtheid meestal niet zo hoog, waardoor de vangkans laag is. Ook in braakballen worden ze niet zo vaak aangetroffen. Op 40 tot 45% van de locaties waar inloopvallen zijn uitgezet of braakballen zijn verzameld zijn dwergspitsmuizen aangetroffen. Als dit een maat is voor de kans om dwergspitsmuizen aan te treffen, dan moet er nog een grote inspanning worden geleverd om een goed beeld van het voorkomen van deze soort in Utrecht te krijgen. 13

14 Waterspitsmuis (Neomys fodiens) Waterspitsmuizen worden aangetroffen in en langs schoon, vrij snel stromend tot stilstaande wateren met een goed ontwikkelde watervegetatie en ruig begroeide, niet te steile oevers. Hun leefgebieden zijn langwerpig en lopen parallel aan oevers. Als een van de weinigen landzoogdieren is hij in staat prooien onder water te vangen, zoals insecten, kreeftjes, kleine kikkers en af en toe een visje. Op het land vangt hij regenwormen en slakken. Waterspitsmuizen komen in heel Nederland voor, mits het water schoon is en de vegetatie niet jaarlijks tijdens het schonen van watergangen wordt verwijderd. Het verspreidingsbeeld is waarschijnlijk verre van compleet. Van eind vorige eeuw zijn met name van het oosten van de provincie, de omgeving van Vianen en Nieuwegein en ten noorden van Vinkeveen waarnemingen van waterspitsmuizen bekend. Het zou goed zijn te controleren of ze hier nog steeds voorkomen. Ook andere gebieden met schoon water zijn interessant om te inventariseren. De waterkwaliteit is de laatste decennia sterk verbeterd, waardoor waterspitsmuizen tegenwoordig op meer plaatsen te verwachten zijn. Nieuwe gebieden vinden ze relatief snel, mits die binnen een straal van 1 km van reeds bezette gebieden liggen. Zoek vooral in gebieden waar kwel optreedt, zoals rond de Heuvelrug. Ook de zuidwesthoek van de provincie is een bezoek waard. In Zuid-Holland zijn in deze omgeving op verschillende plaatsen waterspitsmuizen gevonden, zoals langs de Reeuwijkse Plassen en de Lek. 14

15 Huisspitsmuis (Crocidura russula) De huisspitsmuis heeft zijn areaal in de loop van de 20 e eeuw naar het noorden en het westen van Nederland uitgebreid. Ook binnen het oude areaal, waaronder ook Utrecht valt, komt de huisspitsmuis op meer plaatsen voor dan een eeuw geleden. Waarschijnlijk is dit een gevolg van de toegenomen verstedelijking van het platteland, de verlaging van het grondwaterpeil en de aanleg van zandlichamen voor autowegen. Inmiddels wordt de soort bijna overal in Nederland aangetroffen waar het niet te vochtig is, met uitzondering van dichte en uitgestrekte bossen. Globaal lijkt het voorkomen van de huisspitsmuis in Utrecht overeen te komen met het landelijke beeld: in droge gebieden, in de buurt van menselijke bebouwing en niet in de bossen op de Heuvelrug. Het verspreidingsbeeld wordt echter grotendeels door de vindplaatsen van braakballen bepaald. En dan vooral braakballen van kerkuilen, omdat de andere uilensoorten (huis)spitsmuizen mijden. Om een goed beeld van het voorkomen in de provincie te krijgen moeten op geschikte locaties vallen worden uitgezet. Ook het verzamelen van prooien aangedragen door huiskatten helpt om het voorkomen van deze soort in kaart te brengen. De waarnemingen van huisspitsmuizen in de steden zijn vooral aan huiskatten te danken. 15

16 Mol (Talpa europaea) De mol komt overal voor in Nederland waar de grond geschikt is om in te graven (dus niet te zandig, te vochtig of te stenig) en waar zich voldoende regenwormen in bevinden (dus niet te zure grond). Hij komt vooral voor in loofbossen en graslanden. Er worden zowel oppervlakkige gangen (de jaaggangen of mollenritten) als dieper gelegen gangen gegraven, tot een diepte van 120 cm. Onder de grond heeft de mol geen natuurlijke vijanden, alleen zijn eigen soortgenoten. Boven de grond wordt de mol bejaagd door onder andere uilen, buizerd, reigers, ooievaar, wezel, hermelijn en vos. Andere doodsoorzaken zijn: honger, droogte, verdrinking door overstromingen en uiteraard het wegverkeer. Veehouders en gazoneigenaren zijn niet gecharmeerd van de gaten, gangen en molshopen op hun grasvelden. Vandaar dat het dier lokaal door mensen wordt bestreden. In principe kunnen mollen overal in Utrecht voorkomen, met uitzondering van grote waterplassen en compleet geasfalteerde of bestrate terreinen. Dat blijkt ook uit de kaart. Toch zijn er nog een paar lege gebieden in het veenweidegebied en de Gelderse vallei. Mogelijk omdat het wegennetwerk daar niet zo dicht is, want veel waarnemingen zijn duidelijk vanuit de auto of vanaf de fiets verricht. De waarnemingen van sporen (zie de kaart) hebben uiteraard betrekking op molshopen. Veel van de zichtwaarnemingen waarschijnlijk ook. De molshopen zijn vaak het enige dat van mollen te zien is. Dat maakt het wel makkelijk om de aanwezigheid van mollen in de witte gebieden te controleren. Een paar keer met auto of fiets rondrijden en op molshopen letten. 16

17 Baardvleermuis (Myotis mystacinus / Myotis brandtii) In Nederland komen twee nauw verwante baardvleermuissoorten voor: de baardvleermuis (Myotis mystacinus) en de Brandt s vleermuis (M. brandtii). In het verleden (tot in de 70-er jaren van de vorige eeuw) werd aangenomen dat alleen de baardvleermuis in Nederland voorkwam. Inmiddels is bekend dat de Brandt s vleermuis hier ook rondvliegt. Het aantal bevestigde waarnemingen van Brandt s vleermuizen is echter laag en beperkt zich bijna uitsluitend tot het oosten en zuidoosten van het land. Ook de baardvleermuis is een zeldzame verschijning, maar kan overal in Nederland worden aangetroffen. Beide soorten zijn in meer of mindere mate aan bos gebonden. De baardvleermuis heeft een voorkeur voor halfopen en besloten landschappen, de Brandt s vleermuis is een echte bosbewoner. De zomerverblijven van baardvleermuizen zijn vooral in gebouwen aangetroffen, die van Brandt s vleermuizen vooral in bomen achter schors en in scheuren. Beide overwinteren in ondergrondse ruimten. In 2001 zijn op twee plaatsen bevestigde waarnemingen van Brandt s vleermuizen gedaan, beide ten noorden van Breukelen. Mogelijk dat op de andere locaties in onderstaande kaart ook Brandt s vleermuizen zitten, want van slechts 52 waarnemingen (totaal: 443) is met zekerheid bekend dat het baardvleermuizen betrof. Vooral de bossen op de Heuvelrug lonen de moeite om beter op Brandt s vleermuizen te letten. Helaas zijn beide soorten op geluid (batdetector) zeer moeilijk te onderscheiden. De kaart lijkt in ieder geval het verspreidingsgebied van baardvleermuizen goed weer te geven: vooral in bosrijke gebieden en landgoederen. Uit het verleden zijn van wat meer plaatsen in het oosten van de provincie waarnemingen bekend. 17

18 Franjestaart (Myotis nattereri) In Nederland ligt het zwaartepunt van de verspreiding van de franjestaart in het midden en het oosten van het land. De soort is daar vooral gebonden aan bosrijke landschappen. De franjestaart is qua determinatie een lastige soort. Zekere determinaties worden geleverd middels opnames van batdetector met time-expansion, via zichtwaarnemingen bij netvangsten of in winterverblijven. Het is een van de vleermuissoorten waarvan de aantallen in de winterverblijven sinds het begin van deze eeuw sterk vooruitgaat. Omdat het moeilijk is franjestaarten op hun roep te inventariseren zijn bijna alle waarnemingen in de provincie tijdens de wintertellingen verricht. Hierdoor wordt het verspreidingsbeeld sterk door de ligging en de bereikbaarheid van de winterverblijven bepaald. Waar in de provincie de dieren s zomer zijn is zo goed als onbekend. Uit de periode zijn wel zomerwaarnemingen van franjestaarten bekend uit de omgeving Mijdrecht-Vinkeveen en Woerden, waaronder kolonies (Limpens et al., 1997). Het loont dus de moeite om ook in minder bosrijke gebieden te zoeken. Franjestaarten gebruiken s zomers onder andere vleermuiskasten. Ophangen van deze kasten in deze, maar natuurlijk ook de bosrijke gebieden helpt om het verspreidingsbeeld meer compleet te krijgen. Ook het controleren van spleten in bruggen kan tot vondsten van franjestaarten leiden. 18

19 Watervleermuis (Myotis daubentonii) In de zomer verblijven watervleermuizen voornamelijk in boomholten, maar soms ook in nestkasten, vleermuiskasten en zelfs in pijlers van bruggen. De dieren overwinteren in ondergrondse ruimten. Watervleermuizen jagen laag boven onbegroeide vennen, vijvers, beken en vaarten, minder vaak boven grote wateren als meren en kanalen. Soms foerageren ze ook in (vochtige) bossen, parken of boomgaarden. In Nederland komt de soort algemeen voor. Het voorkomen is vooral gekoppeld aan de aanwezigheid van oude, holle bomen. Hij is schaarser in open landschappen en ontbreekt op de Waddeneilanden. Er zijn veel waarnemingen van watervleermuizen in de provincie Utrecht, maar de meeste zijn gedaan tijdens de wintertellingen in ondergrondse verblijven. Toch zijn er ook veel batdetectorwaarnemingen uit het zomerhalfjaar, waardoor het verspreidingsbeeld iets completer is. Vergelijking met oudere gegevens ( ) maakt echter duidelijk dat er nog witte gebieden zijn. Zo ontbreken waarnemingen uit de driehoek Leusden-Maarn-Renswoude. Ook nu is het landschap daar nog geschikt voor watervleermuizen. Ook uit het westen van Utrecht en de Eemvallei ontbreken waarnemingen. In tegenstelling tot de franjestaart is de watervleermuis met de batdetector goed te herkennen. Gericht zoeken in waterrijke gebieden met oude bomen moet aantonen of watervleermuizen in de witte gebieden zitten. Kijk ook in holten en spleten in bruggen en duikers. Ook het ophangen van vleermuiskasten is een bruikbaar hulpmiddel om de zomerverspreiding in kaart te brengen. 19

20 Meervleermuis (Myotis dasycneme) Het jachtgebied van de meervleermuis bestaat uit open water, zoals kanalen, vaarten, plassen en meren. Zomerverblijfplaatsen bevinden zich in gebouwen (in spouwmuren, onder dakpannen en op kerkzolders) en soms in vleermuiskasten en holle bomen. De soort overwintert vooral in groeves en grotten in Limburg en Duitsland en in enkele bunkers aan de Zuidhollandse kust en in Gelderland. Het voorkomen van meervleermuizen is duidelijk gerelateerd aan de natte gebieden met grote en veel open wateren in het westen/noord-westen van Utrecht. Bijna alle waarnemingen betreffen zomerwaarnemingen. Uit een vergelijking met oude waarnemingen blijkt echter dat het verspreidingsbeeld nog niet compleet is. Toentertijd zijn meervleermuizen ook in de Eemvallei, langs de randmeren, het zuidwesten van Utrecht, langs de Nederrijn en de Lek en zelfs boven groter wateren aan de randen van de Heuvelrug waargenomen. Dit zijn gebieden waar ze ook nu nog kunnen zitten en waar aanvullend onderzoek nodig is. Gelukkig zijn meervleermuizen met de batdetector relatief makkelijk te herkennen. Ook is het verstandig om in deze gebieden meldingen van grote vleermuiskolonies in huizen te controleren. Mogelijk zijn het niet de gebruikelijke dwergvleermuizen, maar meervleermuizen. 20

21 Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) De gewone dwergvleermuis is de meest algemene vleermuissoort van Nederland. De soort kan in een grote verscheidenheid aan landschappen jagend worden aangetroffen, maar mijdt open terrein. Zomerverblijfplaatsen bevinden zich vrijwel altijd in gebouwen, meestal in nauwe ruimten als spouwmuren, achter gevelbetimmering of onder dakpannen. Soms in bomen, achter schors en in vleermuiskasten. Winterslaapplaatsen bevinden zich vaak in spouwmuren, maar ook in (kasteel)kelders en in spleten tussen stenen in kerken. Met records is de gewone dwergvleermuis de meest waargenomen zoogdiersoort in de provincie Utrecht, sinds waarnemingen van zoogdieren worden bijgehouden. Qua verspreiding neemt hij de tweede plaats in, na de haas, met 981 bezette kilometerhokken (bijna 70% van alle kilometerhokken in de provincie). In de periode is de gewone dwergvleermuis in 733 kilometerhokken aangetroffen (52%). Er zijn dus nog gebieden waar de soort waarschijnlijk wel voorkomt, maar nog niet is gesignaleerd. Dat zijn in ieder geval de stedelijke gebieden (roze in de kaart), maar ook halfopen gebieden met een afwisseling van bosjes, hagen, houtwallen en verspreid staande huizen, zoals in de driehoek Leusden-Maarn-Renswoude. Een extra inventarisatie-inspanning zal waarschijnlijk tot een bijna geheel gevulde kaart leiden, met uitzondering van grote open gebieden in het (zuid)westen en de dichte bossen op de Heuvelrug. 21

22 Ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii) De ruige dwergvleermuis vind je vooral in bos- en waterrijke gebieden. Daar jaagt hij boven water, maar ook in het bos en bij lantaarnpalen. Overdag verblijft hij in bomen en vleermuiskasten. Ook in huizen wordt hij aangetroffen. In Nederland komt de ruige dwergvleermuis minder algemeen voor dan de gewone dwergvleermuis. In het oosten en zuiden minder dan in de andere delen van het land. In nazomer en najaar komen grote groepen ruige dwergvleermuizen, met name vrouwtjes, vanuit het oosten naar ons land. Tijdens deze seizoensmigratie worden afstanden van honderden tot kilometers afgelegd. Langs de trekroute paren ze en brengen ze de winter door waarna ze weer terugvliegen naar het oosten om hun jongen te werpen en groot te brengen. Ruige dwergvleermuizen zijn met de batdetector goed te inventariseren. Dat blijkt ook uit de kaart. In de meeste kilometerhokken zijn ruige dwergvleermuizen met de batdetector waargenomen. Veel waarnemingen zijn gedaan tijdens de zogenaamde monstertochten in 2011, waarbij met auto of fiets langzaam een bepaalde route werd afgelegd. Zo zijn tijdens één zo n tocht in het zuidwesten van Utrecht 691 dieren gehoord. Door dit soort tochten ook elders in Utrecht uit te voeren wordt het verspreidingsbeeld completer, want uit oude waarnemingen is bekend dat ruige dwergvleermuizen op meer plaatsen voorkomen dan de kaart suggereert. Met name de oostelijke helft van de provincie is nu erg leeg, wat zeker niet juist is. 22

23 Kleine dwergvleermuis (Pipistrellus pygmaeus) De kleine dwergvleermuis is een in Nederland zeer zeldzaam voorkomende soort. De eerste zekere waarneming werd gedaan in 2007 bij Leersum, naderhand gevolgd door een handvol waarnemingen verspreid over heel Nederland. De kleine dwergvleermuis is een soort van waterrijke gebieden in een grote diversiteit van landschappen. Zowel in bos als in steden is hij waargenomen. Overdag verblijft hij in gebouwen, maar ook in boomholten en in vleermuiskasten. De winterslaap brengt hij waarschijnlijk door in boomholten. De allereerste bevestigde waarneming van kleine dwergvleermuizen in Nederland vond plaats in 2007 in Utrecht, net ten westen van Leersum. Nadien zijn ze hier elk jaar gehoord. In 2010 is ook een bevestigde waarneming in Oud-Zuilen gedaan. Het is goed mogelijk dat kleine dwergvleermuizen op meer plaatsen in de provincie voorkomen. Hij wordt makkelijk met de gewone dwergvleermuis verward. Uiterlijk verschilt hij niet veel van de gewone dwergvleermuis en ook zijn roep lijkt veel op deze soort. In het veld is zekerheid alleen te verkrijgen door de roep met een batdetector op te nemen en het geluid met speciale programmatuur te analyseren. Om een beter beeld van het voorkomen van deze soort te krijgen moeten eigenlijk van alle dwergvleermuizen die een opvallend hoogfrequente roep hebben (met geluidspulsen rond de 55 khz) geluidsopnamen worden gemaakt. 23

24 Rosse vleermuis (Nyctalus noctula) De rosse vleermuis wordt in elke provincie in Nederland aangetroffen. Aangezien de soort voor zijn verblijfplaatsen aan terreinen met een voldoende aanbod aan holle bomen is gebonden, ontbreken verblijfplaatsen in open gebieden. Daarentegen jaagt hij wel boven open en bij voorkeur natte terreinen. Daarvoor legt hij vaak, hoog vliegend, vele kilometers af tussen slaap- en foerageerplaats. Kraamverblijfplaatsen bevinden zich bijna altijd in bomen en kunnen vrij gemakkelijk worden ontdekt doordat de dieren vlak voor het uitvliegen met het blote oor hoorbare sociale geluiden maken. Ook tijdens de vlucht en de jacht is de rosse vleermuis met een batdetector relatief makkelijk te herkennen. Door zijn binding met bossen met holle bomen komt de rosse vleermuis niet overal in Utrecht voor. De kaart geeft de verspreiding waarschijnlijk goed weer. Alleen in het zuiden en zuidoosten komt hij waarschijnlijk ruimer verspreid voor dan de kaart suggereert. In de periode zijn uit die omgeving waarnemingen van meer kilometerhokken bekend (Limpens et al., 1997) dan nu op de kaart staan. In zomer en najaar rond zonsondergang door bossen met holle bomen lopen zal waarschijnlijk nieuwe verblijfplaatsen (kolonies en paarplaatsen) opleveren. 24

25 Bosvleermuis (Nyctalus leisleri) De bosvleermuis is in Nederland een uiterst zeldzame verschijning. Waarnemingen beperken zich bijna allemaal tot het oosten van Nederland. De eerste bevestigde waarneming stamt uit Pas in 1981 is met zekerheid vastgesteld dat de soort zich in Nederland voortplant. Bosvleermuizen worden, zoals de naam al aangeeft, voornamelijk in bosachtige gebieden aangetroffen. Structuurrijke loofbossen hebben zijn voorkeur. Hier jaagt hij op open plaatsen in het bos, langs bosranden, boven water en boven graslanden. Ook wordt hij jagend bij lantaarnpalen gezien. Verblijfplaatsen bevinden zich doorgaans in holle bomen, maar soms ook in gebouwen. Vleermuiskasten worden ook gebruikt. In 2010 is een bosvleermuis in de omgeving van Wayen gehoord. Eind vorige eeuw (in 1989) ook één tussen De Bilt en Zeist. Misschien dat bosvleermuizen op meer plaatsen in Utrecht voorkomen, maar of sprake is van vaste verblijfplaatsen valt te betwijfelen. Utrecht ligt aan de rand van diens verspreidingsgebied. Intensief onderzoek (o.a. met mistnetten en zenders) hebben in Overijssel veel nieuwe waarnemingen opgeleverd, waaronder kraamkolonies. Het is mogelijk dat de soort zijn areaal uitbreidt. Bijvoorbeeld omdat de Nederlandse bossen door het meer natuurlijker beheer structuurrijker worden. Het is dus een soort om in de gaten te houden en om de geluiden van roepende rosse vleermuizen op te nemen en te controleren op kenmerken van bosvleermuizen. 25

26 Laatvlieger (Eptesicus serotinus) De laatvlieger is in Nederland een uitgesproken bewoner van gebouwen en houdt zich vaak op achter gevelbetimmering, in spouwmuren en op zolders van een breed scala van gebouwen, waaronder rijtjeshuizen, flats, landhuizen, boerderijen en kerken. Solitaire dieren zitten soms in bomen en vleermuiskasten. Spaarzame winterwaarnemingen wijzen erop dat deze soort in spouwmuren en op zolders overwintert. In Nederland heeft deze soort, na de gewone dwergvleermuis, de grootste verspreiding. Hij wordt overwegend in kleinschalig tot halfopen cultuurlandschap waargenomen. De laatvlieger wordt overal in de provincie verwacht. De kaart geeft daarom zeer waarschijnlijk nog niet het juiste verspreidingsbeeld weer. Een vergelijking met het aantal kilometerhokken waar hij de afgelopen eeuw is waargenomen laat zien dat hij in ieder geval in nog zo n 200 kilometerhokken kan zitten, waar hij in de periode niet is gezien of gehoord. Het controleren van meldingen van vleermuizen in huizen (doorgegeven via en het uitvoeren van monstertochten biedt de meeste kans op het vullen van de witte gebieden. De roep van laatvliegers is met de batdetector relatief makkelijk te herkennen. 26

27 Tweekleurige vleermuis (Vespertilio murinus) De tweekleurige vleermuis is in Nederland een zeldzaam voorkomende vleermuis. De eerste waarneming stamt uit Qua determinatie is het een lastige soort omdat de sonargeluiden makkelijk verward kunnen worden met die van soorten als laatvlieger en rosse vleermuis. Alleen middels het maken van opnames (time expansion) kan worden onderzocht of het daadwerkelijk om tweekleurige vleermuizen gaat. De tweekleurige vleermuis is een bewoner van open gebieden. Jaagt veel boven water, maar ook in cultuurlandschap en stedelijk gebied. Verblijfplaatsen bevinden zich in gebouwen. In Utrecht werd in 1998 de eerste kraamkolonie van tweekleurige vleermuizen in Nederland gevonden. Sindsdien hebben zich hier elk jaar dieren voortgeplant. Op enkele andere plaatsen in de provincie zijn ook waarnemingen gedaan, maar de soort blijft een zeldzame verschijning. Mogelijk zitten en vliegen op meer plekken tweekleurige vleermuizen. Bekend is dat de dieren in voor- en najaar over grote afstanden trekken, tot meer dan km. In Nederland worden ze dan vaak in en aan hoge gebouwen aangetroffen. In oktober en november met een batdetector door de stad lopen leidt misschien tot meer waarnemingen. Ook is het belangrijk meldingen van vleermuizen in huizen, die via de website binnenkomen, te controleren. Zeker in de omgeving van de bekende kraamkolonie in Maarssen. 27

28 Gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus) De gewone grootoorvleermuis is een vrij algemene vleermuissoort in Nederland. Vooral in de half open landschappen en bossen kan de grootoorvleermuis, die jaagt op grote nachtvlinders, goed uit de voeten. Met een vleermuisdetector is de soort lastig te inventariseren vanwege de zachte sonar. Kerkzolderonderzoek is voor deze soort daarentegen een goed bruikbare methode. Ook wordt hij vaak in vleermuiskasten aangetroffen en het is meestal de eerste soort die in nieuw aangelegde winterverblijven wordt gevonden. Waarnemingen van gewone grootoorvleermuizen concentreren zich op de Utrechtse Heuvelrug en rond stedelijke gebieden. In het open veenweidegebied is hij, zoals te verwachten, zeldzaam. Toch is het verspreidingsbeeld waarschijnlijk verre van compleet. Opvallend is namelijk dat als ergens een nieuw winterverblijf is aangelegd of vleermuiskasten zijn opgehangen, gewone grootoorvleermuizen een van de eerste zijn die het nieuwe object bezetten. De actieradius van grootoorvleermuizen is niet groot, dus dit betekent dat ze al in de buurt aanwezig waren. Door beter te luisteren in de buurt van bomen, of door vleermuiskasten op te hangen is het verspreidingsbeeld waarschijnlijk wel compleet te krijgen. Vooral in de oostelijke helft van de provincie moet de soort veel algemener voorkomen dan de kaart suggereert. 28

29 Haas (Lepus europaeus) De haas is van oorsprong een steppebewoner en komt in ons land algemeen voor dankzij de ruimte die is ontstaan door de uitbreiding van de landbouw. Hazen zijn daarmee echte cultuurvolgers en voelen zich vooral thuis in open cultuurlandschappen, maar worden ook aangetroffen in meer natuurlijke landschappen. In stedelijk gebied en in dichte (naald)bossen zijn hazen schaars. Ook zeer open, grootschalige akkergebieden behoren niet tot zijn favoriete biotoop. Een blik op de landelijke verspreidingskaart laat zien dat hazen in heel Nederland vrijwel vlakdekkend voorkomen. Ook in Utrecht is de haas bijna overal waargenomen. Met 966 kilometerhokken met waarnemingen (68,6% van alle kilometerhokken in de provincie) is de haas het meest ruim verspreid van alle zoogdiersoorten in de provincie. Alleen in stedelijk gebied, in grote wateren en in de bossen ontbreekt de soort. Op een paar witte vlekken na is het verspreidingsbeeld compleet. Zoals uit de kaart blijkt is het een soort die vooral op het zicht wordt geïnventariseerd. Sporen van hazen (keutels en prenten) worden zelden gevonden of niet als zodanig herkend. 29

30 Konijn (Oryctolagus cuniculus) Konijnen leven in holen en hebben daarom een voorkeur voor zandige bodems waarin het makkelijk graven is. Ze prefereren halfopen landschappen voornamelijk in grasland en open bosachtig gebied en mijden vochtige terreinen zoals moeras, veen of zware kleigronden. In Nederland komt het konijn wijd verspreid voor, ook dicht bij menselijke bewoning. Regelmatig worden ook tamme konijnen met een variëteit aan kleurpatronen in het wild waargenomen. Vaak handhaven zij zich goed en kunnen lokaal levensvatbare populaties vormen, zoals op enkele plaatsen langs de Nederlandse kust. De kaart geeft het voorkomen in de provincie zeer waarschijnlijk goed weer. Weinig locaties met waarnemingen in het westen past bij de voorkeur van konijnen voor droge zandige biotopen. In dit deel van Utrecht verwacht je konijnen vooral in en aan de randen van stedelijke gebieden en in de zandlichamen van (spoor)wegen. In het oosten en in het zuiden kunnen nog een paar plekken gevuld raken. 30

31 Eekhoorn (Sciurus vulgaris) Eekhoorns komen voor in loof-, naald- of gemengd bos maar ook in tuinen, parken en houtwallen in de buurt van bos. Hun voorkeur gaat uit naar ouder bos (naaldbomen ouder dan 20 jaar en loofbomen ouder dan jaar), omdat daar meer voedsel en nestgelegenheid is. Tussen 1960 en 1970 brak een virusziekte uit waardoor de eekhoorn in het hele land zeldzaam werd. Na 1970 heeft herstel plaatsgevonden. Nu komt de eekhoorn weer in grote delen van Nederland voor: vooral in Drenthe, Overijssel, Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Ook in de duinen van Noord- en Zuid- Holland komen eekhoorns voor. Zoals te verwachten zijn eekhoorns voornamelijk op de Heuvelrug, in stadsparken en enkele landgoederen gezien. Op enkele plaatsen zijn alleen sporen (afgeknaagde dennenappels en/of nesten) gevonden. Vergelijking met alle kilometerhokken waar eekhoorns sinds 1900 zijn waargenomen levert een verschil van 41 kilometerhokken op. Hokken waar in het verleden eekhoorns zijn gezien en in de periode niet liggen met name in het gebied tussen Odijk, Wijk bij Duurstede en Leersum. 31

32 Grijze eekhoorn (Sciurus carolinensis) De grijze eekhoorn heeft wat uiterlijk betreft veel weg van de rode eekhoorn: een middelgrote eekhoorn, met pluimstaart, maar zoals de naam al zegt is het dier grijs. Het dier wordt in Nederland als huisdier gehouden. In de periode werden tien betrouwbare waarnemingen van de soort in het wild gedaan (Dijkstra & Dekker 2008). Grijze eekhoorns komen in dezelfde leefgebieden voor als de rode eekhoorns. Omdat ze zoveel op elkaar lijken bestaat er gevaar voor concurrentie. In Engeland heeft dit al geleid tot het lokaal verdwijnen van rode eekhoorns. Utrecht is een van de provincies waar grijze eekhoorns zijn waargenomen. Voorlopig op twee locaties. Hopelijk blijft het hierbij. Waarschijnlijk wordt de het houden van grijze eekhoorns verboden, maar het blijft voorlopig een soort om in de gaten te houden. 32

33 Japanse eekhoorn (Sciurus lis) De Japanse eekhoorn is een exoot die waarschijnlijk nauw verwant is aan de rode eekhoorn. Waarschijnlijk is het een eilandvorm van de rode eekhoorn en daarom wordt vermoed dat hij qua klimaat, dieet en habitats vergelijkbare mogelijkheden en behoeften heeft als de rode eekhoorn. Hij wordt in verhouding met andere exotische eekhoorns veel binnen Nederland verhandeld en gehouden, maar is gelukkig nog maar op twee locaties in Nederland in het wild waargenomen. Een van die locaties bevond zich in de provincie Utrecht. Het betrof 10 losgelaten Japanse eekhoorn in de woonwijk Vathorst in Amersfoort (op 31 mei 2008). Motief was het vervangen van de uit de wijk verdwenen rode eekhoorn. Na protesten van onder andere de Zoogdiervereniging, heeft de initiatiefnemer van deze illegale uitzetactie de losgelaten dieren moeten terugvangen. Tegen de uitzetter is proces-verbaal opgemaakt. Hopelijk blijft het bij deze eenmalige waarneming. Van Japanse eekhoorns bestaan echter verschillende kleurvariëteiten en deze lijken soms veel op de inheemse rode eekhoorn. Het is niet ondenkbaar dat een enkele waarneming van rode eekhoorns eigenlijk Japanse eekhoorns betrof. 33

34 Bever (Castor fiber) Nadat de laatste in Nederland in het wild levende bever bij Zalk (langs de IJssel) in 1826 was doodgeslagen, duurde het 160 jaar voordat er weer bevers in Nederland rondzwommen. In 1988 werden de eerste bevers in de Biesbosch uitgezet, gevolgd door andere gebieden als de Gelderse Poort en de Maasvallei in Limburg. In Flevoland wisten bevers te ontsnappen uit het Flevopark en in die provincie een stevige populatie op te bouwen. In 2008 werden bevers in het dal van de Hunze (Drenthe) uitgezet. In alle uitzetgebieden groeit de beverpopulatie gestaag en ook daar buiten worden steeds vaker bevers gezien. In 2010 werd de populatie op circa 525 bevers geschat. Bevers komen voor in het overgangsgebied tussen land en water zoals moerassen, langs beken, rivieren en meren. De aanwezigheid van bossen op de oevers is een vereiste. Er is geen voorkeur voor stromend of stilstaand water, maar een waterdiepte van minimaal 50 cm is een vereiste. In Utrecht werden de eerste bevers in 1996 gezien, bij Rhenen. Daar hebben ze zich inmiddels ook gevestigd. Sindsdien neemt het aantal waarnemingen toe. In en in waarnemingen. Het merendeel betreft zwervende exemplaren, maar houdt ze in de gaten, want vestiging kan soms op vreemde plaatsen gebeuren, zoals in 2011 in het centrum van Gouda. 34

35 Rosse woelmuis (Myodes glareolus) De rosse woelmuis heeft een voorkeur voor loof- en gemengd bos met een dichte struik- en of kruidlaag, maar hij komt ook voor in jonge aanplant en in naaldbos. Daarnaast komt hij voor in houtwallen, heggen, bosranden en parken. Ze wagen zich zelden in open gebieden zonder beschutting. In Nederland komt de rosse woelmuis in grote delen van het land algemeen voor. Op de Waddeneilanden (uitgezonderd Terschelling) en de Zeeuwse eilanden ontbreekt de rosse woelmuis. In het noorden van Groningen en Friesland, Flevoland en grote open (polder)gebieden komt de rosse woelmuis sporadisch voor. Zoals met veel (woel)muizen is het moeilijk om een goed beeld te krijgen van de verspreiding van de rosse woelmuis. Inventariseren met inloopvallen is erg arbeidsintensief, waardoor maar kleine gebieden kunnen worden onderzocht. Het alternatief, braakballen, levert alleen informatie van de plekken waar uilen zitten. De kaart geeft daarom een zeer fragmentarisch beeld over het voorkomen van rosse woelmuizen in Utrecht. Meer veldwerk is nodig om hier verandering in te brengen. Rosse woelmuizen hebben wat dat betreft een voordeel ten opzichte van andere muizensoorten. Ze zijn niet schuw en kunnen vaak met name als er veel noten zijn overdag worden gezien als ze in de strooisellaag rondscharrelen. Dus goed opletten tijdens het wandelen in bos of park en de waarnemingen via of doorgeven. 35

36 Woelrat (Arvicola amphibius) De woelrat komt met name voor in de buurt van stilstaand zoet water. Optimaal habitat bestaat uit ruig begroeide, overhuifde oevers met oeverhoogte van meer dan 1 m, waterdiepte van ten minste 20 cm en een geringe stroomsterkte. Hij kan ook aangetroffen worden in boomgaarden en akkerland. In Nederland komt de woelrat overal algemeen voor, maar op de Waddeneilanden ontbreekt hij. Er is wel eens gezegd dat het slecht gaat met de woelrat in Nederland, maar het sombere beeld dat de kaart hieronder schetst is waarschijnlijk onjuist. Het is jammer dat er geen meldingen van de muskusrattenvangers op het detailniveau van 1x1 kilometer zijn binnengekomen. Woelratten worden weinig in inloopvallen en braakballen aangetroffen. Andere technieken, naast de vangsten door muskusrattenvangers, zijn daarom nodig om een correct verspreidingsbeeld te krijgen. In plaats van inloopvallen kunnen vangbekers of -flessen (pit falls) worden gebruikt. Ook het zoeken naar sporen (keutels, vraatresten, holen) langs de waterkant is een mogelijkheid, hoewel verwarring met de bruine rat mogelijk is. 36

37 Muskusrat (Ondrata zibethicus) De muskusrat is een van de vele invasieve exoten in Nederland. Zijn oorspronkelijke leefgebied ligt in Noord-Amerika. Inmiddels komt hij ook overal in Nederland voor. Muskusratten leven overal waar water is, mits voldoende diep (ca. 10 cm) en niet te zout. Hij leeft langs de oevers van stilstaand en stromend water met een sterke begroeiing van water- en oeverplanten. Zo komt hij voor langs rivieren, meren, sloten, beekjes, plassen en kanalen, maar ook in moerassige en venige gebieden. Hoewel de kaart anders suggereert komt de muskusrat overal in de provincie Utrecht voor waar water is. Van de Landelijke Coördinatie Commissie Muskusrattenbestrijding (LCCM) zijn de vangsten per atlasblok (5x5 km) ontvangen. Deze werkatlas geeft echter de waarnemingen op kilometerhok (1x1 km) weer. De gegevens van de LCCM zijn daardoor helaas niet bruikbaar. Als de vangstgegevens per kilometerhok beschikbaar komen, of als muskusrattenvangers hun vangsten (en bijvangsten) zelf via of doorgeven, ontstaat een realistischer beeld. 37

38 Veldmuis (Microtus arvalis) De veldmuis komt voor in open gebieden met grassen en/of granen, zoals graanakkers, wegbermen, dijken, spoorwegtaluds, slootkanten, boomgaarden, graslanden en klavervelden. Ze hebben een voorkeur voor drogere gebieden met kort gras. Ze ontbreken in drassige streken, bossen en in gebieden met een hoge begroeiing. In Nederland komt de veldmuis overal wijd verspreid voor, behalve op de Waddeneilanden (Ameland uitgezonderd). Met uitzondering van de bossen op de Utrechtse Heuvelrug kan de veldmuis overal in Utrecht voorkomen. Het verspreidingsbeeld in onderstaande kaart is dus verre van compleet. Het is ook niet makkelijk om het beeld completer te krijgen. Het inventariseren van (woel)muizen met (inloop)vallen is arbeidsintensief, waardoor maar een klein gebied kan worden onderzocht. Daarentegen vormen veldmuizen het stapelvoedsel van de meeste uilensoorten, zodat via de analyses van braakballen toch een groot gebied in kaart kan worden gebracht, zoals ook uit onderstaande kaart blijkt. Veldmuizen zijn ook goed aan de hand van hun sporen (met name looppaadjes en holletjes) te inventariseren. Vooral in graslanden zijn deze sporen makkelijk te vinden en te herkennen. Boeren weten meestal wel of op hun gronden veldmuizen voorkomen, omdat ze - bij grote aantallen - behoorlijke schade aan de graszoden kunnen aanrichten. Door boeren uit te horen en zelf wat graslanden af te lopen kan je waarschijnlijk veel nieuwe locaties aan onderstaande kaart toevoegen. 38

39 Aardmuis (Microtus agrestis) De aardmuis is een soort van de nattere, maar vooral ruigere grasachtige terreinen. Hij kan worden aangetroffen in hoog grasland, op kapvlakten en jonge bosaanplant, in begroeid braakland, in grienden en langs bosranden, maar ook in hoogveen, in vochtige heide en in moerassen. In Nederland komt de aardmuis vrijwel overal algemeen voor, behalve in het noordwesten waar de aardmuis iets minder algemeen is. Op de Waddeneilanden, met uitzondering van Texel, ontbreekt de soort. De kaart laat zien dat aardmuizen minder ruim verspreid voorkomen dan veldmuizen. Dat klopt met de verwachting op basis van diens voorkeurshabitat. Toch wordt de soort op meer locaties verwacht dan de kaart aangeeft. Bij onderzoek met inloopvallen worden bijna altijd ook aardmuizen gevangen. Het loont daarom zeker de moeite om op geschikte plekken, waar geen informatie via braakballenonderzoek wordt verzameld, vallenonderzoek uit te voeren. 39

40 Noordse woelmuis (Microtus oeconomus) De noordse woelmuis leeft in hoge vegetaties met vooral grasachtige planten. De soort heeft een duidelijke voorkeur voor natte terreinen, zoals rietland, moeras, drassige hooilanden, vochtige duinvalleien en periodiek overstroomde terreinen. De noordse woelmuis kan goed zwemmen. Zo bereikt hij eilandjes, waar hij dan vaak als enige woelmuis voorkomt. In gebieden waar geen andere woelmuizen leven, wordt hij ook in droge terreinen aangetroffen, zoals in wegbermen of zelfs in droog naaldbos. Het verspreidingsgebied in Nederland valt uiteen in vier delen: Texel, het Friese merengebied, het Noord- en Zuid-Hollandse veenweidegebied en het Deltagebied. De noordse woelmuis is in de provincie Utrecht een zeldzame verschijning. Hij was vooral bekend uit de omgeving Tienhoven-Westbroek, maar werd in de 2009 ook in de omgeving van Zegveld aangetroffen. Tijdens een inventarisatie naar waterspitsmuizen in polder De Gagel ten noorden van de stad Utrecht zijn geen noordse woelmuizen aangetroffen, hoewel de vondst van schedelresten in braakballen van een kerkuil anders doen vermoeden. Waarschijnlijk heeft de uil de noordse woelmuizen verder naar het noorden bij Westbroek gevangen. Uit de periode zijn ook waarnemingen van noordse woelmuizen uit de omgeving van Botshol bekend, maar vangsten en braakballen uit die omgeving hebben in de periode niets opgeleverd. 40

41 Dwergmuis (Micromys minutus) De dwergmuis komt voor in hoog gras, ruigten, dijkbegroeiing, graan- en rietvelden, maar ook in kreupelhout, houtwallen, hagen, braamstruiken en in de duinen. Hij heeft geen duidelijke voorkeur voor droge of natte gebieden, maar de aanwezigheid van hoogopgaande dichte vegetatie is wel van belang. In intensief bemaaide gebieden komen dwergmuizen weinig of niet voor. In de winter leven de dieren soms in graanschuren, hooimijten en strobalen. In Nederland komt de dwergmuis vrijwel overal voor en kan hij lokaal vrij algemeen zijn. De kaart geeft het volledige verspreidingsbeeld nog niet weer. Van de vorige atlasperiode (Broekhuizen et al., 1992) is bekend dat hij op meer plekken in het zuidwesten en het oosten van de provincie voorkomt. Vallenonderzoek is nodig om te achterhalen of hij hier nog steeds zit. Ook is de dwergmuis op een andere manier te inventariseren. Ze maken namelijk mooie bolvormige nesten van gevlochten gras met een doorsnede van 6-10 cm. In najaar en winter kan je ze makkelijk vinden in hoog gras, riet of struikgewas op ongeveer 1 m boven de grond. 41

Werkatlas verspreiding zoogdieren in Zuid-Holland 2000-2008

Werkatlas verspreiding zoogdieren in Zuid-Holland 2000-2008 Werkatlas verspreiding zoogdieren in Zuid-Holland 2000-2008 K. Mostert en J. Willemsen Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland Delft, 1 december 2008 Werkatlas verspreiding zoogdieren in Zuid-Holland

Nadere informatie

Word ook actief voor onze zoogdieren!

Word ook actief voor onze zoogdieren! ZOOGDIERVERENIGING ZOEKT VRIJWILLIGERS Word ook actief voor onze zoogdieren! Gezocht: haas, konijn, ree, vos, egel en eekhoorn, bijzondere muizen zoals de hazelmuizen, bevers, bunzingen en boommarters

Nadere informatie

Uilenkamp 22, 3972 XS Driebergen-Rijsenburg tel./fax 0343 521021 e-mail h.j.v.vdbijtel@planet

Uilenkamp 22, 3972 XS Driebergen-Rijsenburg tel./fax 0343 521021 e-mail h.j.v.vdbijtel@planet Uilenkamp 22, 3972 XS Driebergen-Rijsenburg tel./fax 0343 521021 e-mail h.j.v.vdbijtel@planet Colofon Tekst: H.J.V. van den Bijtel Veldonderzoek: C. Achterberg, H.J.V. van den Bijtel, C.J.G.G. Goudsmits,

Nadere informatie

MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009

MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009 MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN 2009 Guido Lek & Harold Steendam november 2009 Inleiding In het kader van de nieuwe zoogdierenatlas van Nederland zijn diverse onderzoeken opgestart om zoogdieren in

Nadere informatie

VERENIGING VOOR ZOOGDIERKUNDE EN ZOOGDIERBESCHERMING Oude Kraan 8, 6811 LJ Arnhem, tel. 026-3705318, fax 026-3704038, email: zoogdier@vzz.

VERENIGING VOOR ZOOGDIERKUNDE EN ZOOGDIERBESCHERMING Oude Kraan 8, 6811 LJ Arnhem, tel. 026-3705318, fax 026-3704038, email: zoogdier@vzz. VERENIGING VOOR ZOOGDIERKUNDE EN ZOOGDIERBESCHERMING Oude Kraan 8, 6811 LJ Arnhem, tel. 026-3705318, fax 026-3704038, email: zoogdier@vzz.nl >> Concept januari 2005

Nadere informatie

Zoogdierwaarnemingen. in en om Wijchen 2004-2010

Zoogdierwaarnemingen. in en om Wijchen 2004-2010 Zoogdierwaarnemingen in en om Wijchen 2004-2010 Hans Hollander, 2010 Hans Hollander Oudelaan 2005 6605 SC Wijchen 024-6412564 pubben01@planet.nl Overige publicaties: 1 Hollander, H., 2005. Broedvogelinventarisatie

Nadere informatie

Word ook actief voor onze zoogdieren!

Word ook actief voor onze zoogdieren! ZOOGDIERVERENIGING ZOEKT VRIJWILLIGERS Word ook actief voor onze zoogdieren! Gezocht: haas, konijn, ree, vos, egel en eekhoorn, bijzondere muizen zoals de hazelmuizen, bevers, bunzingen en boommarters

Nadere informatie

Zoogdieren in de natuurgebieden van Het Groninger Landschap in het Westerkwartier

Zoogdieren in de natuurgebieden van Het Groninger Landschap in het Westerkwartier Zoogdieren in de natuurgebieden van Het Groninger Landschap in het Westerkwartier. 2005-2018 Leek, 3 januari 2019 René Oosterhuis Inleiding Monitoring in de natuurgebieden van het Groninger landschap is

Nadere informatie

Vliegen met je handen

Vliegen met je handen Vliegen met je handen middelvinger wijsvinger duim ringvinger pink voet hielbeen staart Paul van Hoof Kijken met je oren EU: Insecteneters Wereldwijd 1000 vleermuissoorten. Verschillende voedselspecialismen;

Nadere informatie

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 November 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland

Nadere informatie

Begripsbepalingen wet: Wet natuurbescherming. Hoofdstuk X. Vrijstelling soortenbescherming ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer

Begripsbepalingen wet: Wet natuurbescherming. Hoofdstuk X. Vrijstelling soortenbescherming ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer Begripsbepalingen wet: Wet natuurbescherming. Hoofdstuk X. Vrijstelling soortenbescherming ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer Artikel 1 aanwijzing vrijgestelde soorten 1. De bevoegdheid om

Nadere informatie

Vleermuizen en de ruimte binnen de Flora- en faunawet

Vleermuizen en de ruimte binnen de Flora- en faunawet Vleermuizen en de ruimte binnen de Flora- en faunawet Strikte toepassing van Flora- en faunawet is contraproductief! Gerard Smit Wettelijke status Habitatrichtlijn Bijlage II: 7 soorten Habitatrichtlijn

Nadere informatie

Vleermuizen op kerkzolders op basis van DNAonderzoek

Vleermuizen op kerkzolders op basis van DNAonderzoek Vleermuizen op kerkzolders op basis van DNAonderzoek ANKONA-ontmoetingsdag 10 februari 2018 Kris Boers & David Halfmaerten Skip Sterling Project Vleermuizen op (kerk)zolders in de provincie Antwerpen Aanleiding

Nadere informatie

Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011

Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 D.L. Bekker Oktober 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 D.L. Bekker Rapport nr.: 2011.33

Nadere informatie

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw

Nadere informatie

MUIZENWEEKEND IJSSELVALLEI

MUIZENWEEKEND IJSSELVALLEI MUIZENWEEKEND IJSSELVALLEI VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP -4 SEPTEMBER 008 Rapportnummer 009.04 Maart 009 Uitgave van de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming Veldwerkgroep MUIZENWEEKEND

Nadere informatie

Zoetermeer. Vleermuizen in Zoetermeer Een jonge stad als leefgebied. Inventarisaties Waarom stadsbreed vleermuisonderzoek?

Zoetermeer. Vleermuizen in Zoetermeer Een jonge stad als leefgebied. Inventarisaties Waarom stadsbreed vleermuisonderzoek? Vleermuizen in Zoetermeer Een jonge stad als leefgebied Zoetermeer door Garry Bakker bureau Stadsnatuur Rotterdam www.bureaustadsnatuur.nl Waarom stadsbreed vleermuisonderzoek? Inventarisaties 2004-2010

Nadere informatie

Zoogdieren in het Bos

Zoogdieren in het Bos Zoogdieren in het Bos Nederland Bos Bosrand Slaapplaats Kraamkolonies Totaal Percentage Rode Lijst Paarplaats 1994 inheems grondgebonden 41 9 16-25 61% 5 vleermuis 19 10 1 2 13 68% 6 verdwenen grondgebonden

Nadere informatie

Een netwerk voor vleermuizen

Een netwerk voor vleermuizen Een netwerk voor vleermuizen Herman Limpens Foto: Erik Korsten mmv Eric Jansen & Marcel Schillemans Een netwerk van leefgebieden met verschillende functies verblijfplaatsen + vliegroutes + jachtgebieden

Nadere informatie

Zoogdieren die voorkomen op De Pan.

Zoogdieren die voorkomen op De Pan. Zoogdieren die voorkomen op De Pan. Zoogdieren (Mammalia) vormen een klasse van warmbloedige, meestal levendbarende chordadieren die hun jongen zogen met borstvoeding. Ze zijn deel van de Amniota en zijn

Nadere informatie

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Twee bosmuizen in 1 val foto Karel Adriaanse verslag 50 Muizenonderzoek De Ommeloop De Kleine Beer Zuid-Hollands Landschap november 2011 Jan Alewijn Dijkhuizen foto s Kees

Nadere informatie

Mogelijke knelpunten beschermde zoogdieren bij verbreding A13 en aanleg bypass A13/A16. J.R. Regelink

Mogelijke knelpunten beschermde zoogdieren bij verbreding A13 en aanleg bypass A13/A16. J.R. Regelink Mogelijke knelpunten beschermde zoogdieren bij verbreding A13 en aanleg bypass A13/A16 J.R. Regelink Oktober 2007 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van Nieuwland Advies Mogelijke knelpunten

Nadere informatie

De vleermuis. Colin ziet ze vliegen, jij ook? 2016 Colin Beekman Gebaseerd op presentatie 2013 van Harrie Pelgrim

De vleermuis. Colin ziet ze vliegen, jij ook? 2016 Colin Beekman Gebaseerd op presentatie 2013 van Harrie Pelgrim Colin ziet ze vliegen, jij ook? 2016 Colin Beekman Gebaseerd op presentatie 2013 van Harrie Pelgrim ! Programma Algemene info Soorten Onderzoek aan vleermuizen Video-opname(s) 2 Algemeen zoogdier zeer

Nadere informatie

Vleermuisinventarisatie Diemerpark Een onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen in augustus en september 2009 R.M. Koelman

Vleermuisinventarisatie Diemerpark Een onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen in augustus en september 2009 R.M. Koelman Een onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen in augustus en september 2009 R.M. Koelman December 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van de Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zeeburg Een

Nadere informatie

ZOOGDIERONDERZOEK ROND WILHELMINADORP

ZOOGDIERONDERZOEK ROND WILHELMINADORP ZOOGDIERONDERZOEK ROND WILHELMINADORP VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP IN SAMENWERKING MET DE ZOOGDIERWERKGROEP ZEELAND VAN 28 TOT EN MET 30 OKTOBER 2005 J.P. Bekker Figuren & foto s: Jan Piet Bekker

Nadere informatie

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn)

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn) Opdrachtgever: Gemeente Borger Odoorn Contactpersoon: Rapport: Alewijn Brouwer Projectleiding: Projectnummer: Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Vleermuizen: ecologie, functie van laanbomen, wettelijke bescherming. Natuurbescherming is toch tijdloos?

Vleermuizen: ecologie, functie van laanbomen, wettelijke bescherming. Natuurbescherming is toch tijdloos? Vleermuizen: ecologie, functie van laanbomen, wettelijke bescherming Peter Twisk Natuurbescherming is toch tijdloos? Foto: Erik Korsten In Europa komen zo n 40 soorten voor, in Nederland 17 soorten. Ze

Nadere informatie

Vleermuisinventarisatie Lepelaarplassen

Vleermuisinventarisatie Lepelaarplassen Vleermuisinventarisatie Lepelaarplassen R.M. Koelman Juni 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van Stichting Flevo-landschap Vleermuisinventarisatie Lepelaarplassen R.M. Koelman Rapport

Nadere informatie

Vleermuizen inventariseren rond Baarn en Soest in 2011

Vleermuizen inventariseren rond Baarn en Soest in 2011 Vleermuizen inventariseren rond Baarn en Soest in 2011 Eric Jansen 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van de Provincie Utrecht Vleermuizen inventariseren rond Baarn en Soest in 2011 Rapport

Nadere informatie

Dieren in de vrije natuur in het Park Berg en Bos door Henk Otto

Dieren in de vrije natuur in het Park Berg en Bos door Henk Otto Dieren in de vrije natuur in het Park Berg en Bos door Henk Otto Ter voorbereiding van de toekomstplannen voor het Park Berg en Bos is in opdracht van de gemeente Apenheul een natuurtoets uitgevoerd. Een

Nadere informatie

KARTERINGSPROJECT FAUNISTIEK ZOOGDIEREN NEDERLAND: TUSSENSTANDEIND 1983

KARTERINGSPROJECT FAUNISTIEK ZOOGDIEREN NEDERLAND: TUSSENSTANDEIND 1983 KARTERNGSPROJECT FAUNSTEK ZOOGDEREN NEDERLAND: TUSSENSTANDEND 1983 Mededeling 6 van de Veldwerkgroep van de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming Het in 1982 gestart project Faunistiek Zoogdieren

Nadere informatie

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen De halsbandparkiet (Psittacula krameri) komt van oorsprong voor in Afrika, in een gordel ten zuiden van de Sahara en op het Indisch

Nadere informatie

Verspreidingsatlas van de Zoogdieren van Flevoland

Verspreidingsatlas van de Zoogdieren van Flevoland Verspreidingsatlas van de Zoogdieren van Flevoland Werkatlas oktober 2011 Ria Heemskerk 2 Zoogdieratlas.nl Flevoland wordt mede mogelijk gemaakt door: Zoogdieratlas.nl Flevoland is een initiatief van

Nadere informatie

Het verloop van het aantal vleermuizen in een winterverblijf

Het verloop van het aantal vleermuizen in een winterverblijf Het verloop van het aantal vleermuizen in een winterverblijf Anne-Jifke Haarsma (ahaarsma@dds.nl) Wanneer arriveren vleermuizen eigenlijk in hun winterverblijf? Is dit moment gekoppeld aan bijvoorbeeld

Nadere informatie

KNNV Zoogdierwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierwerkgroep Voorne Dwergmuis foto Jan Alewijn verslag 83 Muizen onderzoek 2017 Schor Oostvoorne Grote Vlak Duinen van Oostvoorne Derryvliet Holle Mare Waalhoek Idylle Historyland Grasweg Jan

Nadere informatie

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening Soortenlijst Flora faunawet Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening 25 beschermde soorten zie soortenlijst t.b.v. F&F wet pag. 2: Deze 25 herkennen tijdens het examen. pag 3 t/m 7: Één of enkele

Nadere informatie

Ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus) H1321. 1. Status: 2. Kenschets. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994)

Ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus) H1321. 1. Status: 2. Kenschets. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994) Profielen Habitatsoorten, versie 1 september 2008 Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen

Nadere informatie

Muizenonderzoek. Oldenzaalsestraat 53, Denekamp. Rapportagenummer: november 2010

Muizenonderzoek. Oldenzaalsestraat 53, Denekamp. Rapportagenummer: november 2010 Muizenonderzoek Oldenzaalsestraat 53, Denekamp Rapportagenummer: 1011.01 15 november 2010 De Eik 40 7608 ES Almelo Tel: 0646111651 www.myotis.nl KvK: 51091224 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Onderzoekslocatie...

Nadere informatie

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Inhoud Rapport en bijlagen 21 juli 2010 Projectnummer 015.36.02.71.00 I n h o u d s o

Nadere informatie

2. ECOLOGIE VLEERMUIZEN...

2. ECOLOGIE VLEERMUIZEN... INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 1.1 INLEIDING... 2 1.2 HET GEBIED... 2 1.3 OPBOUW RAPPORT... 3 2. ECOLOGIE VLEERMUIZEN... 4 3 METHODE... 5 4 RESULTAAT... 6 5 CONCLUSIE... 8 LITERATUUR... 9 Adviesbureau

Nadere informatie

Beschermde flora en fauna. Fase 1. diverse terreinen te Veldhoven. Quickscan in het kader van de Flora- en faunawet. concept

Beschermde flora en fauna. Fase 1. diverse terreinen te Veldhoven. Quickscan in het kader van de Flora- en faunawet. concept Beschermde flora en fauna diverse terreinen te Veldhoven Quickscan in het kader van de Flora- en faunawet Fase 1 concept Door: Anke Brouns ECOLOGICA In opdracht van: Gemeente Veldhoven Oktober 2010 Colofon

Nadere informatie

Zoogdierwaarnemingen. in en om Wijchen. in 2012

Zoogdierwaarnemingen. in en om Wijchen. in 2012 Zoogdierwaarnemingen in en om Wijchen in Hans Hollander Rapport 22 4 januari Hans Hollander Oudelaan 2005 6605 SC Wijchen 024-6412564 hanshollander@xmsnet.nl Overige publicaties: 1 Hollander, H., 2005.

Nadere informatie

Beschermde planten en dieren in Zuid-Holland

Beschermde planten en dieren in Zuid-Holland Beschermde planten en dieren in Zuid-Holland De verspreiding van de Europese Habitatrichtlijnsoorten in kaart Januari 2004 Beschermde planten en dieren in Zuid-Holland De verspreiding van de Europese Habitatrichtlijnsoorten

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna. Hoef te Heesch

Quickscan flora en fauna. Hoef te Heesch Quickscan flora en fauna Hoef te Heesch Door: Bart Hendrikx In opdracht van: Elings September 2013 Colofon Door: Ecologica Rondven 22 6026 PX Maarheeze tel: 0495-46 20 70 fax: 0495-46 20 79 info@ecologica.eu

Nadere informatie

Vleermuizen in Nederland

Vleermuizen in Nederland Vleermuizen in Nederland 1 Inhoud Watervleermuis (Myotis daubentonii)... 3 Meervleermuis (Myotis dasycneme)... 5 Baardvleermuis (Myotis mystacinus)... 7 Brandts vleermuis (Myotis brandtii)... 9 Franjestaartvleermuis

Nadere informatie

T2 - monitoring van het ecoduct Kempengrens over de E34 in Mol

T2 - monitoring van het ecoduct Kempengrens over de E34 in Mol T2 - monitoring van het ecoduct Kempengrens over de E34 in Mol ANKONA 11 februari 2017 Jorg Lambrechts Natuurpunt Studie Teamwerk! Natuurpunt Studie Vleermuizenwerkgroep Zoogdierenwerkgroep ZWG Herpetologische

Nadere informatie

Rapport. Lelystad, oktober 2013 J. Reinhold. Onderzoek naar zwaar beschermde soorten in de Spoorzone, Dronten

Rapport. Lelystad, oktober 2013 J. Reinhold. Onderzoek naar zwaar beschermde soorten in de Spoorzone, Dronten Rapport Lelystad, oktober 2013 J. Reinhold Onderzoek naar zwaar beschermde soorten in de Spoorzone, Dronten Colofon Titel : onderzoek naar zwaar beschermde soorten in de spoorzone, Dronten Auteur : J.

Nadere informatie

Verspreidingsonderzoek ingekorven vleermuis 2008

Verspreidingsonderzoek ingekorven vleermuis 2008 Verspreidingsonderzoek ingekorven vleermuis 2008 J.J.A. Dekker Augustus 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van de Gegevensautoriteit Natuur Verspreidingsonderzoek ingekorven vleermuis

Nadere informatie

Vleermuizen DEN HAAG EN OMGEVING KAARTBIJLAGE. Kees Mostert, Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland

Vleermuizen DEN HAAG EN OMGEVING KAARTBIJLAGE. Kees Mostert, Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland Vleermuizen in DEN HAAG EN OMGEVING 2009-2011 KAARTBIJLAGE Kees Mostert, Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland SAMENVATTEND RAPPORT VLEERMUIZEN ONDERZOEK DEN HAAG 2009 t/m 2011 K. Mostert Stichting Zoogdierenwerkgroep

Nadere informatie

Kleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek

Kleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek ZOOGDIER 1997 8 (4) 15 Kleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek Piet+J.M. Bergers Onderzoek naar kleine zoogdieren gebeurt in Nederland meer en meer. De steeds ruimere

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288 Onderwerp Provinciale vrijstellingen overige diersoorten Wet Natuurbescherming Aan de leden van Provinciale

Nadere informatie

Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport

Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport A&W-rapport 996 Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport 1 2 A&W-rapport 996 Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport 3 4 A&W-rapport 996 Inventarisatie

Nadere informatie

Wild van Zoogdieren. Laat je inspireren Richard Witte info@nozos.nl

Wild van Zoogdieren. Laat je inspireren Richard Witte info@nozos.nl Wild van Zoogdieren Laat je inspireren Richard Witte info@nozos.nl Kenmerken zoogdieren Zoogdieren zijn warmbloedige gewervelde dieren. Zoogdieren hebben een lichaamsbedekking die bestaat uit haren. Inwendige

Nadere informatie

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Toetsing in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 08-11-2008 Auteur: A.H. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Kenmerk: vlm2008/10

Nadere informatie

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008 VLEERMUIZEN ONDERZOEK MOLSHOEK HELLEVOETSLUIS 2008 K. Mostert & E. Thomassen Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland In opdracht van gemeente Hellevoetsluis 1 INHOUD Inleiding... 3 Gebiedsbeschrijving...

Nadere informatie

Prioriteiten voor vleermuisonderzoek. Anne-Jifke Haarsma

Prioriteiten voor vleermuisonderzoek. Anne-Jifke Haarsma Prioriteiten voor vleermuisonderzoek Anne-Jifke Haarsma Gebied of soortgericht onderzoek? Vanwege subsidie regelingen vaak soortgericht onderzoek Vleermuissoorten in Nld (16x) Dwaalgasten, verdwenen of

Nadere informatie

Vale vleermuis (Myotis myotis) H Status. 2. Kenschets. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).

Vale vleermuis (Myotis myotis) H Status. 2. Kenschets. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994). Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Vale vleermuis (Myotis myotis)

Nadere informatie

Introductie. Introductie. Introductie. Vleermuizen Ecologie. Vleermuizen Ecologie. Vleermuizen Herkenning en inventarisatie

Introductie. Introductie. Introductie. Vleermuizen Ecologie. Vleermuizen Ecologie. Vleermuizen Herkenning en inventarisatie Herkenning en inventarisatie Introductie Inhoud Aanleiding Pauze Bescherming Inventariseren Even naar buiten! April 2013 Carola van den Tempel Introductie Introductie Inleiding Nachtdier en vampier? Onbekend

Nadere informatie

ZOOGDIERONDERZOEK KANAALZONE ZEEUWS-VLAANDEREN

ZOOGDIERONDERZOEK KANAALZONE ZEEUWS-VLAANDEREN ZOOGDIERONDERZOEK KANAALZONE ZEEUWS-VLAANDEREN VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP IN SAMENWERKING MET DE ZOOGDIERWERKGROEP ZEELAND VAN 13 TOT EN MET 15 OKTOBER 2006 J.P. Bekker Foto s: Jan Alewijn Dijkhuizen

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Kildijk

Vleermuisonderzoek Kildijk Vleermuisonderzoek Kildijk Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen rond de dijkverbeteringslocatie langs de Dordtsche Kil Definitief Grontmij Nederland bv Houten, 28 augustus 2009 Verantwoording Titel

Nadere informatie

Bathopper project 2016

Bathopper project 2016 Bathopper project 2016 In 2016 is er door het vleermuisplatform een bathopperproject gestart in Zoetermeer. Daarbij heeft een batlogger op ca 27 adressen in totaal 51 nachten de vleermuispassages gemeten.

Nadere informatie

Jaarverslag Zoogdierenonderzoek Hobokense Polder

Jaarverslag Zoogdierenonderzoek Hobokense Polder Jaarverslag 2015 - Zoogdierenonderzoek Hobokense Polder Ondertussen ben ik erin geslaagd om alle opnames van 2015 te verwerken. Ja, het was niet altijd even evident dit jaar. We hadden immers het aantal

Nadere informatie

Onderzoek naar het voorkomen van muizen en spitsmuizen in de terreinen van Golf & Country Club Noord-Nederland in 2016

Onderzoek naar het voorkomen van muizen en spitsmuizen in de terreinen van Golf & Country Club Noord-Nederland in 2016 Onderzoek naar het voorkomen van muizen en spitsmuizen in de terreinen van Golf & Country Club Noord-Nederland in 2016 Detail 2.0 Faunistisch Onderzoek Rapport van Detail 2.0 - Faunistisch Onderzoek In

Nadere informatie

Bathopper project 2016

Bathopper project 2016 Bathopper project 2016 In 2016 is er door het vleermuisplatform een bathopperproject gestart in Zoetermeer. Daarbij heeft een batlogger op ca. 27 adressen in totaal 51 nachten de vleermuispassages gemeten.

Nadere informatie

memo datum: 22 juli 2011

memo datum: 22 juli 2011 memo aan: van: Buro SRO Laneco datum: 22 juli 2011 betreft: 1 Inleiding Aan de Koterweg te Barneveld is de sloop van een voormalig kruisgebouw voorgenomen. In de plaats hiervan worden 17 zorgappartementen

Nadere informatie

Presentatie verschillen beleid Wnb bevoegde gezagen

Presentatie verschillen beleid Wnb bevoegde gezagen Presentatie verschillen beleid Wnb bevoegde gezagen NGB Masterclass Wnb 8 februari 2018 Sander Hunink 1 Inhoud 2 Verordeningen provincies Algemeen: Begin 2017: Beleidsarme implementatie Wnb in provinciale

Nadere informatie

CERTIFICERING ZORGVULDIG HANDELEN FLORA & FAUNA, WET NATUURBESCHERMING NIVEAU 1, 2 EN 3 AOC KEURMERK

CERTIFICERING ZORGVULDIG HANDELEN FLORA & FAUNA, WET NATUURBESCHERMING NIVEAU 1, 2 EN 3 AOC KEURMERK BERAAD CURSUSCOÖRDINATOREN AOC S NIETS UIT DEZE UITGAVE MAG WORDEN GEBRUIKT, VERVEELVOUDIGD EN/OF OPENBAAR GEMAAKT DOOR MIDDEL VAN DRUK, FOTOKOPIE, MICROFILM OF OP WELKE WIJZE DAN OOK, ZONDER VOORAFGAANDE

Nadere informatie

Quickscan vleermuizen. Nieuwe zandweg Linschoten

Quickscan vleermuizen. Nieuwe zandweg Linschoten Nieuwe zandweg Linschoten oktober 2010 Opdrachtgever: Phanos N.V. Heemsteedseweg 26 Postbus 453 3990 GG Houten Opdrachtnemer: Buiting Advies Wilhelminaweg 64 Postbus 98 6950 AB Dieren Inhoudsopgave Pagina

Nadere informatie

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn,

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn, Indicator 3 augustus 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Vijf landzoogdieren staan op

Nadere informatie

Vrijwilligersbijeenkomst. 30/5/2016 Mundo-B

Vrijwilligersbijeenkomst. 30/5/2016 Mundo-B Vrijwilligersbijeenkomst 30/5/2016 Mundo-B Stand van zaken Reeds verzamelde gegevens BIM/IBGE data 2001-2012 3592 (data ruwweg 2001-2012 => 12 jaar) Data 2013-2016 4753 (ingevoerd tussen 1/1/2013 en 30/4/2016

Nadere informatie

Cursus Vleermuizen. Zoogdieren : Evolutie. Bewerking: Joeri Cortens

Cursus Vleermuizen. Zoogdieren : Evolutie. Bewerking: Joeri Cortens Cursus Vleermuizen Bewerking: Joeri Cortens Zoogdieren : Evolutie Innovaties: * endotherm - haar * jongen zogen * voedselspecialisatie - tanden - kauwspieren 2 1 De Mythe voorbij Vleermuizen vliegen niet

Nadere informatie

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G.

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G. Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 BTW nr: NL819024831B01 Faunaconsult Pijnenburg Agrarisch Advies en Onroerend Goed t.a.v. Peter van de Ligt Spoorweg

Nadere informatie

Vleermuizen & vogels Pr. Steynstraat e.o. te Velsen

Vleermuizen & vogels Pr. Steynstraat e.o. te Velsen Vleermuizen & vogels Pr. Steynstraat e.o. te Velsen Vleermuizen & vogels Pr. Steynstraat e.o. te Velsen Auteur P.J.H. van der Linden Opdrachtgever Projectnummer Ingen RBOI 11.027 augustus 2011 foto omslag

Nadere informatie

Welke vleermuis is dat?

Welke vleermuis is dat? . Welke vleermuis is dat? Een succesmodel 4 Hoefijzerneuzen 24 Gladneuzen 32 Bulvleermuizen 74 Afkortingen in het determinatiegedeelte L = lengte; VS = vleugelspanwijdte; G = gewicht Links: watervleermuis;

Nadere informatie

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen. 2008 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen. 2008 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen Dassenwerk WERKBLAD OPDRACHTEN Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen 2008 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen 1. Waar ben je? Je gaat een onderzoek doen in een klein gebied van Nationaal

Nadere informatie

ZOOGDIERONDERZOEK IN ORANJEZON OP WALCHEREN EN DE INLAGEN VAN NOORD-BEVELAND

ZOOGDIERONDERZOEK IN ORANJEZON OP WALCHEREN EN DE INLAGEN VAN NOORD-BEVELAND ZOOGDIERONDERZOEK IN ORANJEZON OP WALCHEREN EN DE INLAGEN VAN NOORD-BEVELAND VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP IN SAMENWERKING MET DE ZOOGDIERWERKGROEP ZEELAND VAN 5 TOT EN MET 7 OKTOBER 2007 J.P. Bekker

Nadere informatie

Actualisatie quick scan in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

Actualisatie quick scan in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. memo aan: van: ons kenmerk: Van Wijnen projectontwikkeling Oost SAB STOO/MERI/130166 datum: 16 december 2016 betreft: Actualisatie quick scan in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. INLEIDING In Doorn

Nadere informatie

Zoogdieronderzoek Monnickendam

Zoogdieronderzoek Monnickendam Zoogdieronderzoek Monnickendam Beoordeling van de volledigheid van het zoogdieronderzoek in het plangebied voor een nieuw gemaal bij Monnickendam R.M. Koelman; maart 2014 Notitie Zoogdiervereniging N2014006

Nadere informatie

~J 'J ~_; JJj_;1 -~-L'._j_f J~-- _;J (j) VJ ~_;J~ N l'- O"l. !'- co. (V) O"l

~J 'J ~_; JJj_;1 -~-L'._j_f J~-- _;J (j) VJ ~_;J~ N l'- Ol. !'- co. (V) Ol ~J 'J ~_; JJj_;1 -~-L'._j_f J~-- _;J (j) VJ ~_;J~ (V) O"l 0 st N l'- O"l co!'- co 1 i ~-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Onderzoek vleermuizen en steenmarters Dommelsvoort Oktober 2011

Onderzoek vleermuizen en steenmarters Dommelsvoort Oktober 2011 Onderzoek vleermuizen en steenmarters Dommelsvoort Oktober 2011 Peter Twisk, vleermuisdeskundige Onderzoek vleermuizen en steenmarters Dommelsvoort Oktober 2011 In opdracht van Architectenbureau Verkuylen,

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur 2017 Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur C. van den Tempel & V. Ronde 2017 Projectleider Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto

Nadere informatie

Het belang van pand Kleine Gent 6-12 te Vught voor vleermuizen. September Peter Twisk, vleermuisdeskundige

Het belang van pand Kleine Gent 6-12 te Vught voor vleermuizen. September Peter Twisk, vleermuisdeskundige Het belang van pand Kleine Gent 6-12 te Vught voor vleermuizen September 2010 Peter Twisk, vleermuisdeskundige 2 Belang pand Kleine Gent 6-12 (Vught) voor vleermuizen Het belang van pand Kleine Gent 6-12

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Voorkomen en verspreiding der zoogdieren

Voorkomen en verspreiding der zoogdieren Voorkomen en verspreiding der zoogdieren in de Noordoostpolder DOOR DR. K.W. Dammerman Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, Leiden Ofschoon een systematisch onderzoek naar het voorkomen en de verspreiding

Nadere informatie

Vleermuizen in het Maasheggengebied

Vleermuizen in het Maasheggengebied Vleermuizen in het Maasheggengebied Peter Twisk december 2006 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van Staatsbosbeheer Vleermuizen in het Maasheggengebied Rapport nr.: 2006. 59 Datum uitgave:

Nadere informatie

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Best T.a.v. dhr. P. van den Broek Raadhuisplein 1 Postbus 50 5680 AB Best Datum: 2 april

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna

Quickscan flora en fauna Quickscan flora en fauna Open lucht evenementen te Eindhoven Concept Door: Bart Hendrikx In opdracht van: Gemeente Eindhoven December 2013 Colofon Door: Ecologica Rondven 22 6026 PX Maarheeze tel: 0495-46

Nadere informatie

Quick scan flora en fauna. Hof van Lebret. Gemeente Renkum. Datum: 18 september 2008 Projectnummer: 80680

Quick scan flora en fauna. Hof van Lebret. Gemeente Renkum. Datum: 18 september 2008 Projectnummer: 80680 Quick scan flora en fauna Hof van Lebret Gemeente Renkum Datum: 18 september 2008 Projectnummer: 80680 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Gebiedsbeschrijving en beoogde ingrepen 3 2 Wettelijke

Nadere informatie

quick scan flora en fauna Wethouder Rebellaan 136 te Barneveld

quick scan flora en fauna Wethouder Rebellaan 136 te Barneveld 1 quick scan flora en fauna Wethouder Rebellaan 136 te Barneveld Middelkoop Advi es ECOQUI CKS CA N IJSSELDIJK OOST TE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL 11 mei 2012 projectnummer: 12001 1 quick scan flora en fauna

Nadere informatie

Wezels en marterachtigen

Wezels en marterachtigen 7 Kleine roofdieren Verschillende kleine roofdieren kunnen nuttig zijn in de bestrijding van kleine knaagdieren. Denken we aan de marterachtigen (muiswezel, hermelijn, steenmarter, boommarter, bunzing

Nadere informatie

Rapport. Lelystad, maart 2015 J. Reinhold. Beschermde flora en fauna binnen het bestemmingsplangebied De Gilden Het Palet

Rapport. Lelystad, maart 2015 J. Reinhold. Beschermde flora en fauna binnen het bestemmingsplangebied De Gilden Het Palet Rapport Lelystad, maart 2015 J. Reinhold Beschermde flora en fauna binnen het bestemmingsplangebied De Gilden Het Palet 1 Landschap verbindt Landschapsbeheer Flevoland streeft naar ontwikkeling, beheer

Nadere informatie

De aanleiding voor het uitvoeren van het onderzoek is het voornemen lichtmasten te plaatsen bij de tennisbaan.

De aanleiding voor het uitvoeren van het onderzoek is het voornemen lichtmasten te plaatsen bij de tennisbaan. NatuurBeleven b.v. Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen 020-4727777 info@natuurbeleven.nl gemeente Heemstede T.a.v. de heer Jarda Dijk afdeling Uitvoering Openbare Ruimte Datum: 14 september 2010 Uw brief

Nadere informatie

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen DASSENWERK werkbladen opdrachten Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen 2012 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen 1. Waar ben je? Je onderzoekt vandaag een klein gebied van Nationaal Park De

Nadere informatie

Surveillance Muntjak Goirle

Surveillance Muntjak Goirle Surveillance Muntjak Goirle Onderzoek naar het voorkomen van de muntjak (Muntiacus reevesi) in Park Boschkens in Goirle R.M. Koelman Januari 2014 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van de Nederlandse

Nadere informatie

Faunaconsult. Tegelseweg GK Belfeld Tel: KvK Limburg BTW nr: NL B01

Faunaconsult. Tegelseweg GK Belfeld Tel: KvK Limburg BTW nr: NL B01 Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 Faunaconsult BTW nr: NL819024831B01 Pijnenburg Agrarisch Advies en Onroerend Goed t.a.v. Peter van de Ligt Spoorweg

Nadere informatie

Vleermuizen waarnemen met Batloggers

Vleermuizen waarnemen met Batloggers Inhoud Vleermuizen waarnemen met Batloggers Zoogdierdag 214 - -Resultaten/Projecten a) Hopping detectors b) NEM VTT c) Boer zoekt vleermuis Eric Jansen, Herman Limpens en Marcel Schillemans -Conclusie

Nadere informatie

Soortgericht onderzoek Wellnesscentrum De Kuil, Dordrecht. Onderzoek naar vleermuizen, vogels en ringslangen in het kader van de Flora- en faunawet

Soortgericht onderzoek Wellnesscentrum De Kuil, Dordrecht. Onderzoek naar vleermuizen, vogels en ringslangen in het kader van de Flora- en faunawet Soortgericht onderzoek Wellnesscentrum De Kuil, Dordrecht Onderzoek naar vleermuizen, vogels en ringslangen in het kader van de Flora- en faunawet 30 november 2009 Verantwoording Titel Soortgericht onderzoek

Nadere informatie

Richtlijn voor het beheer van bomen in relatie tot vleermuizen in vier stadsparken te Voorburg

Richtlijn voor het beheer van bomen in relatie tot vleermuizen in vier stadsparken te Voorburg Richtlijn voor het beheer van bomen in relatie tot vleermuizen in vier stadsparken te Voorburg Peter Twisk Maart 2007 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ i.s.m. Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland

Nadere informatie

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel)

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel) Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel) Het belang voor de fauna van bestemmingsplan Hasselt binnen de veste Versie 1 25 november 2008 Zoon buro voor ecologie Colofon Titel Ondertitel Opdrachtgever

Nadere informatie