Vragen en antwoorden Vakmanschaproute & Technologieroute (bron DUO)

Transcriptie

1 Vragen en antwoorden Vakmanschaproute & Technologieroute (bron DUO) Exameneisen en diploma s 1. Hoe gaat de Onderwijsinspectie om met de mogelijkheden binnen de experimenten? Er is overleg gevoerd door OCW met de Onderwijsinspectie over de vraag hoe de inspectie toezicht zal houden op de experimenten. In het voorjaar van 2013 organiseert de inspectie een themabijeenkomst die ingaat op hoe het toezicht op de experimenten met doorlopende leerlijnen vorm moet krijgen. 2. Als een leerling in het mbo-jaar alsnog zakt voor zijn vmbo-vakken en/of zijn reken- of taaltoets mbo, is het dan een vsv er voor het mbo? Of worden deze leerlingen buiten de vsv-telling mbo gehouden? Een leerling in de vakmanschap- respectievelijk de technologieroute heeft tot en met het vierde respectievelijk vijfde jaar de tijd om het examen vmbo succesvol af te ronden. In het geval een leerling hierin niet slaagt, valt de leerling uit het experiment en moet hij begeleid worden naar een regulier traject. De leerling blijft ingeschreven in het onderwijs waardoor er dus geen sprake is van een voortijdig schoolverlater. Hetzelfde geldt als de leerling in één van beide routes de mbo-onderdelen niet haalt. 3. Hoe zit het met de examenspreiding vmbo-mbo en de bpv-invulling in de zomervakantie? Scholen mogen het examen vmbo spreiden over leerjaar 1 tot en met 3 (vakmanschaproute) en respectievelijk leerjaar 1 tot en met 4 (technologieroute). Echter, de momenten van het centraal examen vmbo (cse en cspe) liggen vast. De periode na het centraal examen kan het programma doorlopen op basis van vmbo- of mbo-inhouden, waaronder bpv. Spreiding van het mbo-examen wordt door de instelling bepaald. 4. Kan een snelle leerling in leerjaar 3 van het vmbo (eerste jaar van de vakmanschaproute) zijn volledige vmbo-diploma behalen? Ja. Voor en door scholen 1

2 5. Wijzigen de landelijke examenmomenten? Nee. Er blijft sprake van de reguliere vaste tijdvakken voor de centrale examens: de centrale examens vinden in mei plaats met eventuele herkansing in juni. 6. Moeten alle avo-vakken in hetzelfde leerjaar worden geëxamineerd? Nee. Een spreiding over de leerjaren 3 en 4 van de vakmanschaproute en leerjaren 3, 4 en 5 van de technologieroute is mogelijk maar elk jaar wel op het reguliere examenmoment in de maand mei. 7. Blijven de schoolonderzoeken binnen het vmbo bestaan? Ja, binnen zowel de vakmanschaproute als de technologieroute zijn de reguliere regels voor het schoolexamen van toepassing. Het is aan de school zelf om de regels voor het schoolexamen op te stellen. 8. Wat gebeurt er als een leerling het taal- en rekenexamen-vmbo niet haalt? Kan de leerling dan wel al starten met onderdelen van het mbo-programma? Ja, hij mag met onderdelen van het mbo-programma starten. De leerling legt de examens op een later moment af en werkt ondertussen door aan onderdelen van de geïntegreerde leerweg. 9. Hoe wordt in de vakmanschaproute (VMR) omgegaan met de slaag-zakregeling als een leerling alleen het examen aflegt in de vakken behorend tot het gemeenschappelijk deel en de rekentoets? De reguliere slaag-zakregeling is van toepassing op leerlingen die voor alle vakken het eindexamen vmbo hebben afgelegd. Deze regeling is niet van toepassing op leerlingen die in een aantal vakken geen examen doen. Om de examens op mbo2-niveau te kunnen afsluiten met het diploma mbo2 moeten de leerlingen in de vakmanschaproute voor de drie algemene examenvakken (Nederlands, Engels en de rekentoets) in het vmbo minimaal één vijf en twee zessen hebben behaald. Daarnaast moeten ze conform de reguliere eisen de overige vakken van het gemeenschappelijk deel van het vmboprogramma (lichamelijke opvoeding, het gekozen kunstvak en maatschappijleer) met een voldoende hebben afgesloten. Leerlingen kunnen het examen in de vmbo-vakken Voor en door scholen 2

3 op een eerder (of later) tijdstip afsluiten. 10. Wat voor diploma ontvangt een leerling die de vakmanschaproute heeft afgelegd? De leerling die de vakmanschaproute heeft afgerond, ontvangt een regulier mbo2- diploma, waarop naam en resultaten van het mbo2-examen staan vermeld. Ook worden op de cijferlijst de cijfers vermeld voor de drie vmbo-vakken Nederlands, Engels en de rekentoets. 11. Wat voor diploma ontvangt een leerling die de technologieroute heeft afgelegd? De leerling die de technologieroute heeft afgerond, ontvangt een regulier vmbo-gl of vmbo-tl diploma en een regulier mbo4 diploma. 12. Waarom vervalt het gehele vmbo examen niet binnen de vakmanschap- en technologieroute? Door de aanscherping van de exameneisen in het vo, en de eisen omtrent taal en rekenen, is het volledig laten vervallen van het vmbo-examen niet wenselijk is. Voor de vakmanschaproute moeten leerlingen in elk geval het vmbo-examen afleggen in de vakken Nederlands, Engels en de rekentoets. Met de mogelijkheid om eerder of later examen af te leggen ontstaat ruimte om de leerlingen met goed resultaat de vakken Nederlands, Engels en de rekentoets af te laten sluiten, en om de leerlingen die dit nodig hebben, nog wat tijd te bieden. Voor de technologieroute moeten leerlingen het volledige vmbo-examen succesvol afronden. Mocht een leerling uit de technologieroute vallen, dan heeft hij iets om op terug te vallen als er geen vmboexamen is afgenomen. Dit risico wordt gegeven de doorlooptijd van de technologieroute te groot geacht. Ook in deze route kan de leerling eerder of later vmbo-examen doen. 13. Wanneer legt de leerling het vmbo-examen af in de vakmanschaproute en wanneer in de technologieroute? Er is geen vast leerjaar meer waarin de leerling het vmbo-examen aflegt. De leerling in de vakmanschap- of technologieroute kan al in het eerste leerjaar van de experimentele route (derde leerjaar van het vmbo) alle onderdelen (of een deel) van het vmbo-examen doen. Ook kan hij het vmbo-examen in een later leerjaar afronden, Voor en door scholen 3

4 maar uiterlijk in het derde leerjaar van de vakmanschaproute respectievelijk het vierde leerjaar van de technologieroute. 14. Is het niveau 2-f voor taal en rekenen niet te hoog voor de leerlingen in de vakmanschaproute? Het niveau 2-f geldt voor alle reguliere leerlingen in het vmbo en is daarmee niet specifiek verbonden aan de vakmanschaproute. Leerlingen in de vakmanschaproute kunnen als dat nodig is, een jaar later examen doen en dat jaar benutten met extra uren taal en rekenen. 15. Hoe is de inschrijving van leerlingen voor de vakmanschaproute en technologieroute geregeld? De leerling is de eerste twee jaren van het experiment ingeschreven in het voortgezet onderwijs. Vervolgens wordt de leerling in het mbo ingeschreven. Indien de leerling al in het eerste jaar van het experiment het vmbo-examen succesvol afrondt, wordt hij in het mbo ingeschreven. 16. Een leerling valt uit tijdens het experiment en beschikt niet over een vmbo diploma. Wat wordt zijn vervolgstap? Aanmelden bij entree-opleiding of moet de school voorzien in een terugvaloptie waarmee de leerling terug kan keren in het reguliere vmbo-onderwijs? De school en instelling moeten voorzien in een terugvaloptie en dat aantonen in hun aanvraag. Deze terugvaloptie beschrijft hoe de leerling die uit het experiment valt in staat wordt gesteld een regulier diploma te behalen dat naar het oordeel van de school of instelling past bij het bereikte onderwijsniveau en de leeftijd van de leerling. 17. Waarom wordt in de technologieroute het volledige examen gehandhaafd, terwijl het beroepsgerichte deel voor het vervolgonderwijs van beperkte waarde is? De technologieroute leidt op tot een mbo-diploma op niveau-4. De technologieroute duurt in de regel langer dan de vakmanschaproute die tot mbo niveau-2 opleidt. Mocht een leerling toch nog uit de leerroute vallen, dan heeft hij niets om op terug te vallen indien er geen (tussentijds) vmbo-examen is afgenomen. Dit risico wordt gegeven de doorlooptijd van de technologieroute te groot geacht. Voor en door scholen 4

5 18. Blijft de regel van kracht dat het schoolexamen moet zijn afgerond voor een leerling deel kan nemen aan het centraal examen? Ja, het schoolexamen moet afgesloten worden voor de aanvang van het centraal examen. 19. Hoe vaak mag een leerling het avo examen-vmbo in een experimentele route herkansen? Voor herkansing gelden dezelfde regels als voor reguliere leerlingen. Ze hebben recht op één herkansing per schooljaar. 20. Als het beroepsgerichte examen in de vakmanschaproute vervalt, behalen leerlingen geen volledig diploma. Welk bewijsstuk ontvangen de leerlingen als zij het avo-examen succesvol hebben afgelegd? Leerlingen die geen volledig vmbo-diploma hebben behaald, ontvangen een cijferlijst en een getuigschrift voor de vakken die ze met goed gevolg hebben afgelegd. Als de leerling het diploma vakmanschaproute behaalt, wordt de cijferlijst toegevoegd aan het mbo-diploma 21. Kunnen leerlingen uit een regulier vmbo-traject, die zakken voor het examen, halverwege instappen in de vakmanschaproute (dus in leerjaar 5 starten) en hun opleiding alsnog vervolgen in het mbo? Zo ja, moeten ze dan alsnog het avo-examen op vmbo-niveau afleggen? Nee, leerlingen die het reguliere vmbo volgen, kunnen niet halverwege in de vakmanschaproute instromen. 22. Hoe zit het met de volgorde waarin vmbo- en mbo-examens kunnen worden afgenomen? Onderliggende vragen: Kan het avo-examen op vmbo-niveau in de vakmanschaproute in het zelfde jaar wordt afgenomen als het mbo-examen Taal en Rekenen? Is het dan ook nog mogelijk dat het vmbo-examen later wordt afgenomen dan het mbo-examen, omdat het eerstgenoemde examen pas in mei plaats vindt? Voor en door scholen 5

6 In het verlengde daarvan: kan het voorkomen dat een leerling eerder zijn volledige mbo-examen afsluit dan het avo-examen vmbo? Wat te doen als de leerling bijv. voor zijn vmbo rekentoets zakt en voor zijn mbo rekentoets slaagt (beide op 2F)? Het (gedeeltelijke of gehele) vmbo-examen dient voor het mbo-examen afgesloten te zijn. Voor de vakmanschaproute dient het vmbo-examen uiterlijk in het derde leerjaar van de route te worden afgerond en in de technologieroute in het vierde leerjaar van de route. 23. Mag het avo-examen vmbo in de vakmanschaproute uitgesteld worden tot leerjaar 6? Nee, een leerling moet het vmbo-examen uiterlijk in het derde jaar van de vakmanschaproute afronden. 24. Kan het voorkomen dat het avo examen-vmbo te lang wordt uitgesteld en dat een gezakte leerling uiteindelijk met lege handen staat? De school en instelling krijgen meer vrijheid om te bepalen wanneer zij (een deel van) het examen afnemen. Dat neemt niet weg dat het verstandig kan zijn, om het examenmoment niet al te lang uit te stellen, zodat inzicht ontstaat in waar de leerling staat en ook nog gelegenheid heeft om aan een herkansing mee te doen. 25. Kan een school een leerling het diploma onthouden als die niet slaagt voor het avo-deel van het vmbo maar wel voor zijn mbo niveau-2? Ja, de leerling moet voldoen aan de eisen die aan het (gedeeltelijke) vmbo-examen worden gesteld, om uiteindelijk het diploma mbo niveau-2 van de vakmanschaproute te ontvangen. 26. Mag het avo-examen vmbo in de vakmanschaproute gespreid worden over meerdere jaren? Dus bijvoorbeeld een vak in jaar-3, een vak in jaar-4 en de overige onderdelen in jaar-5 of eventueel -6? Ja, een school mag het vmbo-examen voor de algemene vakken mag spreiden over meerdere leerjaren. Voor en door scholen 6

7 27. Als een leerling in de loop van zijn opleiding overstapt van vmbo naar mbo, maar nog wel een deel van zijn vmbo-examen moet doen, onder wiens verantwoordelijkheid doet die leerling dan examen? Mbo mag geen vmbo-examens afnemen, zoals vmbo geen mbo-examens af mag nemen. Indien de leerling al is ingeschreven bij het mbo en wel nog een deel van het vmboexamen moet doen, dan moet de leerling als extraneus worden ingeschreven op de vo-school om zo de resterende examenonderdelen van het vmbo af te ronden, onder verantwoordelijkheid van de vmbo-school. 28. Kan een leerling in de vakmanschaproute en de technologieroute examenonderdelen uit het mbo formeel afsluiten in vmbo leerjaar 4 en hoe, waar en door wie wordt dit geregistreerd en onder wiens verantwoordelijkheid? Ja, een leerling kan examenonderdelen uit het mbo in leerjaar 2 van de route (vierde leerjaar vmbo) afsluiten. Zolang een leerling nog is ingeschreven in het vo moet de bve-instelling de leerling als extraneus inschrijven. De mbo-examinering valt onder de verantwoordelijkheid van de bve-instelling. 29. Wat wil OCW met flexibele examinering bereiken? Op deze wijze kan beter op het niveau en de behoefte van de individuele leerling worden ingespeeld. Flexibiliteit is mogelijk in het leerjaar dat (een deel van) het examen wordt afgenomen. Ook kan een leerling in leerjaar drie van beide routes examen doen in bepaalde vakken en in leerjaar vier (vakmanschaproute) of vijf (technologieroute) examen doen in de overige vakken. 30. Hoe wordt er binnen de experimenten omgegaan met de maximale verblijfsduur binnen het vmbo? De verblijfsduur in het vmbo is afgeschaft, dus een leerling hoeft niet na vier jaar examen te doen. Dat mag ook na x-jaar. Een leerling kan reeds voor een deel van de tijd uitbesteed worden aan een andere onderwijsinstelling (lees mbo). Als vmbo en mbo samen daarover afspraken maken kan de mbo-opleiding al in het vmbo starten. Binnen de experimenten geldt alleen wel een maximale inschrijving in het vmbo. Voor en door scholen 7

8 Experimenten en wettelijk kader 1. Mag je als vmbo en mbo met elkaar afspreken dat een leerling pas wordt overgeschreven naar het mbo als hij nog hooguit één vmbo vak moet examineren? Kan er in zo n situatie dan gebruikt gemaakt worden van verlengde verblijfsduur op het vmbo, zoals bij reguliere opleidingen? De overschrijving naar mbo binnen een vakmanschap- en technologieroute is louter administratief (met het oog op de bekostiging) en staat los van de programmering van de onderdelen vmbo en mbo binnen de doorlopende leerlijn. De enige uitzondering hierop is de situatie waarin het hele examen vmbo in het eerste leerjaar (derde jaar vmbo) wordt gedaan; in dat geval vindt wel meteen overschrijving naar mbo plaats. 2. Is de keuze van een leerling in leerjaar 3 vmbo beslissend? Kan hij niet meer switchen op het mbo? Ja, switchen is mogelijk binnen het domein waarin de leerling is gestart. Gezien het streven naar een doorlopende leerlijn is het uitgangspunt dat de leerling wel al een globale keuze heeft gemaakt. 3. Wie betaalt de inschrijving als extraneus op het vmbo? De samenwerkende school (scholen) en instelling(en) moeten dit samen betalen. De leerling betaalt het niet zelf. 4. Wanneer is het indienen van een aanvraag voor een doorlopende leerlijn bij OCW verplicht en wanneer niet? Als een school en bve-instelling gebruik willen maken van de verruiming die het experimenteerkader biedt, dan moeten zij een aanvraag, met een samenwerkingsovereenkomst en een projectplan, ter goedkeuring indienen bij OCW (wat betreft groen onderwijs bij EZ). Zij kunnen dan de experimenteerstatus verkrijgen en gebruik te maken van de afwijkingen van de WVO en WEB, zoals in de AMvB opgenomen. Als een school en bve-instelling een doorlopende leerlijn willen aanbieden en dat kunnen realiseren binnen de huidige wet- en regelgeving, is geen experimenteerstatus vereist. Voor en door scholen 8

9 5. De bve-instelling heeft een inspanningsverplichting rond burgerschap (L&B). Als de vmbo-leerling in het vierde jaar al L&B doet kan dit dan meetellen bij de inspanningsverplichting van het mbo? Ja, hierover kunnen de vmbo-school en bve-instelling afspraken maken in het kader van de doorlopende leerlijn. In hun plannen moeten zij laten zien hoe ze dit vormgeven. 6. Mogen entree-opleidingen (niveau-1) meedoen aan de experimenten? Nee, de nieuwe experimenten hebben geen betrekking op niveau 1 opleidingen. 7. Maken de experimenten het stapelen van opleidingen onmogelijk? Nee, maar dit ligt binnen de experimenten ook niet voor de hand. De leerling volgt immers een geïntegreerde leerroute voor respectievelijk de vakmanschaproute mbo2 of de technologieroute mbo 4niveau. Een leerling kan na afloop van de leerroute doorstromen naar respectievelijk een mbo3-opleiding (na vakmanschaproute) of een hbo-opleiding (na technologieroute). 8. Komt er naast de vakmanschap- en technologieroute nog een derde route: de hboroute? Nee, bij het experiment doorlopende leerlijnen gaat het uitsluitend om twee routes. Er komt geen aparte hbo-route. De technologieroute niveau-4 biedt de mogelijkheid voor een eventuele doorstroom naar het hbo, afhankelijk van wat de samenwerkende school en bve-instelling met elkaar afspreken. 9. Kan een samenwerkingsverband aan zowel de vakmanschaproute als de technologieroute meedoen? Ja, een samenwerkingsverband van vmbo en mbo mag aan de beide routes meedoen. School en instelling moeten wel aparte aanvragen indienen voor zowel de vakmanschap- als technologieroute. Voor en door scholen 9

10 10. Mag je binnen de vakmanschaproute aan meerdere sectoren deelnemen? Ja, de vakmanschaproute is in alle sectoren mogelijk. Voor elke sector moet wel een aparte aanvraag ingediend worden. 11. Mag je binnen de technologieroute aan meerdere sectoren deelnemen? Ja, voor zover de sectoren vallen binnen het bereik van de topsectoren en toeleiden tot de kwalificaties binnen het bereik van domeinen A tot en met H en P. Voor elke sector moet een aparte aanvraag worden ingediend. 12. Is er één indienmoment voor experimentverzoeken of kan een samenwerkingsverband kiezen voor een groeimodel (tussentijdse uitbreiding van het experiment)? Het is mogelijk om per schooljaar een (nieuw) experiment te starten. School en bveinstelling kunnen vanaf het jaar na de start van het experiment een experiment uitbreiden naar route of sector. Hiervoor moeten zij een nieuwe aanvraag indienen. Voor de technologieroute kan dit elk jaar tot en met het jaar 2017, voor de vakmanschaproute tot en met het jaar Dit zijn de laatste jaren waarin leerlingen aan een route kunnen beginnen en deze ook binnen het einde van de experimentperiode (augustus 2022) met een diploma kunnen afronden. 13. Als een samenwerkingsverband een experimentverzoek indient in voorjaar 2013 en dit verzoek wordt goedgekeurd, kan het verband dan één jaar later starten? Dus vanaf schooljaar of is er maar één startmoment, namelijk schooljaar ? Het is mogelijk om elk schooljaar een experiment te starten. Als in het voorjaar van een jaar een aanvraag wordt ingediend, ligt het voor de hand dat deze aanvraag betrekking heeft op het eerste schooljaar dat daarop volgt. Een aanvraag wordt alleen goedgekeurd als het plan kwalitatief goed en uitvoerbaar is om te kunnen starten. Er is dan geen reden om het experiment pas een schooljaar later te starten. Voor en door scholen 10

11 14. Waarom geen vijfjarig vmbo i.p.v. een doorlopende leerlijn met een onderverdeling in een vo- en mbo-deel? Vijfjarig vmbo lijkt toch gunstiger? Het vmbo heeft de kennis en expertise om op te leiden voor toelating tot het middelbaar beroepsonderwijs en het mbo heeft de kennis en expertise om op te leiden tot minimaal het niveau van startkwalificatie. Vmbo en mbo hebben binnen het samenwerkingsverband een gezamenlijke verantwoordelijkheid om leerlingen binnen de vakmanschaproute tot minimaal een startkwalificatie op te leiden. Deze verantwoordelijkheid komt tot uitdrukking in afspraken die beide partijen maken om een doorlopende leerroute aan te bieden. 15. Loopt de vakmanschaproute niet het risico om een sluiproute te worden voor zwakkere leerlingen, bv. de niet gediplomeerden? Het is aan de school om te bepalen of een leerling mee kan doen aan de vakmanschaproute. 16. Kunnen leerlingen halverwege het derde leerjaar instappen of instromen in een doorlopende leerlijn? Nee, dit kan niet. De leerling stapt in als hij naar de 3 e klas van het vmbo gaat. Voor en door scholen 11

12 Technologieroute 1. Hoe ziet een versnelde route eruit voor havisten? De technologieroute is niet bedoeld voor havo-gediplomeerden. 2. Biedt deze leerroute ook kansen voor vavo-leerlingen? Vavo hoort niet tot de mogelijkheden van de experimenten doorlopende leerlijn vmbombo. 3. Is de technologieroute ook van toepassing voor aoc s? De voorwaarden voor deelname aan de experimenten zijn hetzelfde voor de aoc s (met kleine aanpassingen i.v.m. de verticale structuur) en roc s. De technologieroute wordt opengesteld voor opleidingen die aansluiten op de topsectoren. Voornemen is hiervoor uit te gaan van de domeinen 1-8 en 16 (Voedsel, Natuur en Leefomgeving). De aoc s kunnen dus aan de technologieroute deelnemen met de door Aequor onderhouden kwalificatiedossiers (niet de svo-dossiers in domein 16). 4. Mag een leerling uit de technologieroute zijn verplichte vmbo-examen verspreiden over meerdere leerjaren? Ja. Het examen vmbo mag in de technologieroute worden gespreid over leerjaar 1 tot en met met 4 van het experiment. 5. Welke opleidingen binnen de technologieroute komen in aanmerking voor een experimentstatus? In het vmbo gaat het om scholen en scholengemeenschappen die de theoretische leerweg aanbieden en om scholen en scholengemeenschappen die de gemengde leerweg aanbieden en beschikken over de bij de sector techniek of groen behorende afdelingen en/of over de afdelingen onderliggend aan de intra- en intersectorale programma s met een groene of technische component.. Binnen het mbo zijn dit de kwalificaties op mbo4-niveau met directe relevantie voor één of meer van de topsectoren. Concreet betekent dit alle kwalificaties op het niveau van de middenkaderopleidingen binnen de domeinen A tot en met H en P. Voor en door scholen 12

13 6. Kan de betere leerling uit de kaderberoepsgericht leerweg zich rechtstreeks inschrijven voor een opleiding binnen de technologieroute? Nee, de technologieroute richt zich op leerlingen in de gemengde en theoretische leerweg die praktisch zijn ingesteld en via deze route een diploma op mbo4-niveau kunnen halen. Voor en door scholen 13

14 Vakmanschaproute 1. Kan een leerling in de vakmanschaproute ervoor kiezen om zijn vmbo-examen te verdelen over leerjaar 3 en leerjaar 4 van het mbo? Ja. 2. Kan een leerling in de vakmanschaproute ervoor kiezen om zijn vmbo-examen te verdelen over leerjaar 4 van het vmbo en leerjaar 5 (derde jaar van de vakmanschaproute)? Ja, dat is toegestaan. Het vmbo-examen moet wel uiterlijk in dit jaar worden afgerond. De leerling wordt vanaf het derde leerjaar van de vakmanschaproute ingeschreven bij het mbo. Als de leerling nog een deel van het vmbo-examen moet doen in dit jaar, dan moet de leerling tevens als extraneus bij het vo worden ingeschreven. Het vmboexamen vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de vo-school. 3. In leerjaar 5 (derde jaar van de vakmanschaproute) staat de leerling ingeschreven bij het mbo. Indien de leerling in dat jaar nog een deel van het vmbo-examen moet afleggen door wie wordt het vmbo-examen dan aangevraagd? Als de leerling nog een deel van het vmbo-examen moet doen in dit jaar, dan moet de leerling tevens als extraneus bij het vo worden ingeschreven. Het vmbo-examen vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de vo-school. 4. Wat gebeurt er als een leerling zakt voor zijn vmbo-examen in de vakmanschaproute? Als de leerling in het derde leerjaar van de vakmanschaproute na de reguliere mogelijkheid van herkansing in dat jaar niet succesvol zijn vmbo-examen heeft afgerond, valt hij uit het experiment en moet de leerling begeleid worden naar een regulier geschikt traject. 5. Kan er een intersectoraal programma worden aangeboden binnen de vakmanschaproute? Ja Voor en door scholen 14

15 6. Hoe kan een leerling de overstap maken van een VM2 traject naar een vakmanschaproute? Om aan de experimenten deel te nemen moeten de school en bve-instelling een aanvraag indienen bij OCW (voor groen onderwijs bij EZ). OCW biedt in voorbereiding hierop VM2 scholen extra hulp in de vorm van begeleiding vanuit VM2 (Ton Balk) en SLO. 7. Maakt een leerwerktraject (lwt) ook onderdeel uit van de vakmanschaproute? Formeel wordt een leerwerktraject niet uitgesloten van de vakmanschaproute omdat het bevoegd gezag de vrijheid heeft de basisberoepsgerichte leerweg in te richten als een leer-werktraject, waarin de leerling alleen Nederlands en een beroepsgericht vak volgt. Een leerling in de vakmanschaproute daarentegen moet het centraal examen vmbo in de drie algemene vakken (Nederlands, Engels en rekentoets) afleggen, en moet ook voldoen aan de vakken lichamelijke opvoeding en een kunstvak. Hierop wordt in de vakmanschaproute geen uitzondering voor lwt gemaakt. 8. Wat heeft de vakmanschaproute te bieden aan de kaderberoepsgerichte leerling? De vakmanschaproute biedt een aantrekkelijk geïntegreerd - waar mogelijk verkort - vmbo-mbo-programma, gericht op het behalen van een diploma mbo2. 9. Hoe ziet de doorstroom vanuit de vakmanschaproute naar niveau-3 eruit? Na het behalen van het mbo2-diploma van de vakmanschaproute kan de leerling doorstromen naar een mbo3- of 4-opleiding. 10. Blijft de bestaande (en toekomstige) zak-/slaagregeling van kracht voor vmboleerlingen die alleen het avo-examen doen in de vakmanschaproute? Voor leerlingen die in het vmbo alleen het centraal examen in de drie algemene vakken (Nederlands, Engels en de rekentoets) doen, komt er een aangepaste uitslagregel. Een leerling moet minimaal één vijf en twee zessen halen voor de vakken Nederlands, Engels en de rekentoets. Daarnaast moeten de overige algemene vakken uit het gemeenschappelijke deel met een voldoende worden afgesloten. Voor en door scholen 15

16 Terugvaloptie VSV (nog niet bestaande kop in de FAQ lijst) 1. Wanneer is er sprake van een vsv-leerling? Een jongere is vsv er als hij op het peilmoment van 1 oktober niet ingeschreven staat bij een erkende onderwijsinstelling, nog geen 23 jaar is en geen startkwalificatie heeft. Vanaf schooljaar worden de cijfers gecorrigeerd voor een aantal categorieën onterecht gestelde vsv ers. Het gaat dan om de volgende groepen: Jongeren die overstappen vanuit het regulier bekostigd onderwijs naar het nietbekostigd, erkend onderwijs. Jongeren met een vrijstelling van de leerplicht. Jongeren met een mbo1-diploma en een baan van minstens twaalf uur op de teldatum van 1 oktober. Jongeren die op 1 oktober als vsv er zijn geteld, maar in de daaropvolgende maanden oktober, november of december alsnog hun startkwalificatie halen (verlate startkwalificatie). Jongeren die vanuit (v)mbo naar de politieschool of defensieopleidingen gaan. Eerstejaarsnieuwkomers (ISK-leerlingen, andertaligen, asielzoekers, vreemdelingen). Jongeren die uit het regulier onderwijs direct doorstromen naar een school in het (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs. 2. De vmbo-leerling wordt ingeschreven bij het mbo, maar moet nog onderdelen van het vmbo afronden. Dat lukt niet en de leerling gaat terug naar het vmbo (terugvaloptie). Wordt deze leerling aangemerkt als voortijdig schoolverlater van het mbo? Als de leerling teruggaat naar het vmbo is er geen sprake van een voortijdig schoolverlater omdat de leerling staat ingeschreven als reguliere vo-leerling. Voor en door scholen 16

17 Aansluiting kern- en keuzeprogramma s vmbo en kwalificatiedossiers mbo (nog niet bestaande kop ) 1. Sluit het kern- en keuzeprogramma vmbo aan op de kwalificatiedossiers van het mbo? Dat is wel de bedoeling. Aansluiting op het mbo is expliciet opgenomen als uitgangspunt bij de nieuwe kern- en keuzeprogramma s in het vmbo. 2. Over een naadloze aansluiting vanuit het kern- en keuzeprogramma in de kwalificatiestructuur mbo zien we nog niets terug. Waarom niet? Er wordt gewerkt aan nieuwe kwalificaties voor het mbo. Het voorgestelde format voor de nieuwe kwalificaties omvat een basisdeel met gemeenschappelijke kerntaken en werkprocessen, profieldelen en keuzedelen; de kwalificatie is basisdeel + één profieldeel. Nieuwe kwalificaties zullen echter waarschijnlijk pas in 2015 in werking treden. 3. Start het kwalificatiedossier mbo straks ook met een basisdeel? Waar sluiten de derdejaars leerlingen vmbo dan op aan, beginnen ze weer opnieuw of is dit bedoeld voor niveau 3? Het basisdeel is niet een tweede vmbo maar een deel van de kerntaken en werkprocessen die gemeenschappelijk zijn voor een aantal kwalificaties. Het gaat dus om mbo-inhoud. Deze kan binnen de doorlopende leerlijn zoveel mogelijk worden geïntegreerd met vmbo-inhoud. Voor en door scholen 17

18 Onderwijsinspectie(nog niet bestaande kop in de FAQ lijst) 1. Hoe gaat de Onderwijsinspectie om met de mogelijkheden binnen de experimenten? Er is overleg gevoerd met de Onderwijsinspectie over de vraag hoe de inspectie toezicht zal houden op de experimenten. In het voorjaar van 2013 organiseert de inspectie een themabijeenkomst waarin zij ingaat op het toezicht op de experimenten met doorlopende leerlijnen, hoe de inspectie daar vorm aan geeft en wat daar de eventuele consequenties van zijn voor aspecten als kwaliteitskaart e.d. Leerlingen en ouders 1. Heeft een leerling als deelnemer aan een experiment recht op studiefinanciering? Ja, als hij 18 jaar of ouder is en in het mbo-deel van de vakmanschaproute of technologieroute is ingeschreven. 2. Ontvangt de leerling een OV-jaarkaart als hij deelneemt aan een experiment? Ja, als hij 18 jaar of ouder is en in het mbo-deel van de vakmanschap- of technologieroute is ingeschreven. Monitoring Organisatorisch Instroommomenten Bekostigd/niet-bekostigd onderwijs 1. Mag een school of instelling van niet-bekostigd onderwijs, die wel opleidt tot hetzelfde diploma als een school of bve-instelling voor bekostigd onderwijs, deelnemen aan een experiment? Nee, het experiment beperkt zich tot scholen en bve-instellingen die voor bekostiging van Rijkswege in aanmerking komen Voor en door scholen 18

19 Samenwerkingsverbanden 1. Hoe is de verantwoordelijkheid voor de leerling geregeld als deze eerst aan een vmbo-school en vervolgens bij de bve-instelling is ingeschreven? De samenwerkende school en bve-instelling zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het inrichten van een doorlopende leerlijn en hiermee voor de leerling, daarvoor hebben ze een samenwerkingsovereenkomst opgesteld. Er moet sprake zijn van een gezamenlijke werkorganisatie. 2. Is een vmbo-school gebonden aan een bve-instelling in de regio of mag een vmboschool samenwerken met een bve-instelling buiten de regio? De school en bve-instelling kiezen elkaar als samenwerkingspartner. Er is geen afstandscriterium voor de aanvragen. Uitgangspunt is dat de samenwerking materieel moet zijn en praktisch voor de leerling, dus dat de samenwerkingspartners een gezamenlijke werkorganisatie kunnen invullen en materieel de leerroute kunnen invullen. Uiteraard is het inrichten van een doelmatig opleidingenaanbod in de regio ook een criterium waarop de plannen worden beoordeeld en aanvragen worden goedgekeurd. BPV 1. Kunnen bpv-uren die gemaakt zijn terwijl de leerling nog niet staat ingeschreven op het mbo al formeel meetellen als bpv-uren? Ja, mits de leerling 16 jaar of ouder is. Voor deelname aan de bpv gedurende de periode dat de leerling nog staat ingeschreven in het vo, sluit de bve-instelling een bpv-overeenkomst af met de betreffende leerling 2. Hoe zit het met de bekostiging van mbo-onderdelen inclusief bpv gedurende de inschrijving in het vo? De eerste twee jaren van het experiment schrijft de school de leerling in het vmbo in en ontvangt daarvoor de vo-bekostiging. Als de leerling gedurende deze periode met mbo-vakken wil beginnen, dan kan dat. Onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst is een gezamenlijke afspraak over het indien van toepassing- overdragen van (een deel van) de bekostiging. Voor deelname aan de bpv Voor en door scholen 19

20 gedurende de periode dat de leerling nog staat ingeschreven in het vo, sluit de bveinstelling een bpv-overeenkomst af met de betreffende leerling. Bekostiging 1. Een experimentele route bestaat uit vmbo- en mbo-bekostiging. Op welk moment wordt de mbo-bekostiging van kracht? Is deze bekostiging gebaseerd op inschrijving als examendeelnemer of op inschrijving als bol er of bbl er? Voor de eerste twee jaren van het experiment staat de leerling ingeschreven bij het vo en geldt de reguliere vmbo-bekostiging, tenzij de leerling het gehele vmbo-examen afsluit in het eerste leerjaar van de route (leerjaar 3-vmbo). Dan vindt direct inschrijving bij het mbo plaats, en start de mbo-bekostiging. De laatste twee respectievelijk drie jaren van het experiment wordt de leerling ingeschreven bij het mbo en geldt de mbo-bekostiging. 2. Kan een leerling gelijktijdig ingeschreven staan bij het vmbo en het mbo? Een leerling kan niet regulier staan ingeschreven bij zowel een vo-school als bveinstelling. Wel is het mogelijk dat de vo-leerling ook als extraneus staat ingeschreven bij de bve-instelling, in geval hij al examen aflegt in mbo-onderdelen. Urennorm 1. Hoe wordt omgegaan met de urennorm voor het vo en het mbo? Welke normen gelden er en wanneer, bijv. 3 en 4 e jaar vmbo-normen (1000 en 700 uur) 5 en 6 e jaar mbo-normen? Zolang de leerling in het vo is ingeschreven geldt de reguliere onderwijstijd van het vo. Dat betekent dat in het eerste jaar van de route (derde leerjaar van het vmbo) tenminste 1000 uur onderwijs moet worden gegeven en in het tweede leerjaar van de route (vierde leerjaar van het vmbo) minimaal 700 uur. Het ligt echter in de rede dat school en instelling in dit jaar meer uren programmeren om het zomerlek tussen vmbo en mbo in de doorlopende leerroute te dichten. Bij inschrijving in het mbo geldt een urennorm van 850 uur per jaar. Voor en door scholen 20