Jaarverslag. Verplichte verzekering. Aanvullende verzekering. Publicaties & Events. Financieel rapport

Transcriptie

1 Jaarverslag Verplichte verzekering Aanvullende verzekering Publicaties & Events Financieel rapport

2 Inhoudstafel 1234 Onze organisatie 4 Verplichte verzekering 11 Aanvullende verzekering 25 Publicaties & Events 37 Financieel verslag 47 Kerncijfers 48 Beleggingen 49 Aanvullende Verzekering 50 Dringende Zorgen in het Buitenland 51 Dentalia Plus 52 Platform Diabetes 53 Platform Obesitas 54 Gezondheidspromotie 55 Ledenverdediging 56 Informatie aan de leden 57 Voorhuwelijkssparen 58 Geconsolideerde resultatenrekening 59 Reservefonds 60 Administratieve dienst 61 Verslag audit U zoekt contact met de Onafhankelijke Ziekenfondsen? 63

3 Editoriaal Het jaar 2011 zal in de annalen geboekstaafd staan als een jaar van politieke crisis, een crisis waarvan de lengte zowel de buitenlandse als de Belgische waarnemers bevreemdde. Na maanden van onderhandelingen en gekibbel werd uiteindelijk toch een akkoord bereikt over de zesde staatshervorming en over een regeringsprogramma voor een ingekorte legislatuur. Die afloop is verheugend, maar we mogen niet uit het oog verliezen dat de zoektocht naar een compromis eigenlijk niet de eerste zorg mag zijn. Het is zaak om een stimulerend en duurzaam project te ontwikkelen voor de samenleving. Onze generatie heeft nog nooit zo hard gewogen op de toekomst van de volgende generaties, zowel qua leefmilieu als wat de economische of sociale toestand betreft. Het gevaar is niet denkbeeldig dat de komende generaties met lege handen zullen komen te staan en niet meer in staat zullen zijn om in hun eigen noden te voorzien, in tegenstelling tot hun voorgangers. Er zijn nog nooit zo veel welvaartsziektes geweest, als gevolg van een onevenwichtige levensstijl en een voeding die meer en meer de industriële toer opgaat. Er is nog nooit zoveel geïnvesteerd in overheidsbeleid (meer dan 50 % van het bruto intern product), en toch stellen we een trage, maar gestadige verslechtering vast van de sleutelindicatoren van onze maatschappij: opvoeding, veiligheid, justitie, billijkheid en gezondheid. Tegelijk zijn de debatten nog nooit zo verzand in navelstaarderij. Geen wonder dat de modale burger met gefronste wenkbrauwen dit schouwspel gadeslaat, een tafereel dat mijlenver verwijderd is van zijn bekommernissen. Bewustwording is de eerste voorwaarde om iets te veranderen. Wij moeten onze toekomst heruitvinden en dit betekent dat we de fundamenten opnieuw moeten bekijken: hoe kan het individuele welzijn verzoend worden met het algemene belang? Als Onafhankelijke Ziekenfondsen blijven wij bij onze oproep voor een fundamentele reflectie over onze gezondheidszorg. We zijn ervan overtuigd dat een betere governance van de instellingen en de beleidslijnen zich opdringt. Debatten over de middelen mogen niet primeren op de bespreking van de doelstellingen, die het uitgangspunt zouden moeten zijn van een ambitieus gezondheidsbeleid. Xavier Brenez Directeur-generaal Gustave Nowicki Voorzitter

4 Onze organisatie De Onafhankelijke Ziekenfondsen in een oogopslag De Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen (MLOZ) groepeert 7 dynamische en apolitieke ziekenfondsen uit het hele land. De Onafhankelijke Ziekenfondsen verzekeren 19 % van de Belgische bevolking, of meer dan mensen. De organisatie De Onafhankelijke Ziekenfondsen staan garant voor een deugdelijke dienstverlening binnen het kader van de verplichte én aanvullende verzekering, aangepast aan de hedendaagse eisen en behoeften. De volgende ziekenfondsen maken deel uit van de groep van de Onafhankelijke Ziekenfondsen: OZ Omnimut Mutualité Libre de Wallonie Euromut Onafhankelijk Ziekenfonds Freie Krankenkasse Onafhankelijk Ziekenfonds Securex Partena OZV Partenamut - Mutualité Libre De Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen komt hoofdzakelijk tussen op 3 niveaus: 4 Wettelijke gesprekspartner ten aanzien van de overheid en de actoren in de verplichte verzekering, geneeskundige verzorging en uitkeringen; Kenniscentrum voor specifieke materies zoals de reglementering, medische aspecten, internationale verdragen, asset management, juridische aspecten of strategische studies; Dienstencentrum voor activiteiten waarbij centralisatie zorgt voor meer efficiëntie en een aanzienlijke productiviteitswinst.

5 Een nieuwe kijk op gezondheidszorg Onze basisfilosofie bestaat uit twee elementen: de VISIE die de opdracht en de bestaansreden van onze organisatie omvat de WAARDEN die ons denken en handelen oriënteren Visie T.a.v. de overheid Wij willen actief bijdragen tot een duurzaam en verantwoordelijk solidariteitssysteem, in volledige onafhankelijkheid. Ons stelsel van gezondheidszorg moet voldoen aan de uitdagingen en de noden van morgen, zonder afbreuk te doen aan zijn fundamentele waarden: solidariteit, universele dekking, toegankelijkheid en kwaliteit. Visie T.a.v. de leden We willen ondernemingen worden die gezondheidsdiensten leveren, plus een efficiënte en innoverende partner zijn voor de gezondheid van onze klanten in hun dagelijks leven. Onze klanten zijn verantwoordelijke mensen die we proactief willen begeleiden bij het beheer van hun gezondheidskapitaal. 6 waarden Onze visie en doelstellingen steunen op een aantal algemene beginselen en principiële stellingen. Zes waarden bepalen ons denken en handelen: een universeel toegankelijke gezondheidszorg en een verantwoordelijke nationale solidariteit; de onafhankelijkheid; de persoonlijke ontwikkeling van onze medewerkers; de klantgerichtheid; transparantie, ethisch correct handelen en responsabilisering van alle actoren; een economische benadering zonder winstoogmerk. 5

6 Bestuur, Directie en Toezicht Raad van bestuur leden, verkozen door de Algemene Vergadering van 24/09/2010 Voorzitter Gustave Nowicki Directeur-generaal Xavier Brenez Effectieve leden Sagrario Carballo-Martinez Jean Colaut Mark Coppieters Pascal Courard Xavier Darmstaedter Elisabeth de Bethune Pascal De Coene Rita De Croock Jean-Pierre de Jamblinne de Meux Erik De Lembre* Luc De Pauw Bernard De Roover Antoine De Visscher René Decat Luc Deflem Marcel Dengis Marie-Gemma Dequae Henri Dewanckele René Deweseler Olivier de Woot François Dielen Christine Dries Yves Dusart Michel Eertmans Daniel Ferette Olivier Halflants Hubert Heck Vincent Jonckheere Jacques Jonet Stefaan Lauwers Didier Lefebvre Baudouin Lemaire* Alain Levaux Robert Lienart Jean-Claude Marsin Max Martin José Massy Ronny Mattelaer Luc Matthys Eric Pellegroms Freddy Piron Eric Raes Léopold Ramboux Rudi Reyntjens Jean-Jacques Robeyns Jean Rogge Isabelle Ronsmans Christian Roulling Luk Segers Rik Selleslaghs Peter Sterckx Thierry Steylemans Michel Thays Joseph Van Den Brande Rosita Van Maele André Van Troyen Edward Van Vré Eric Vereecken Etienne Vergote Alex Verheyden* André Verlinde Jean-Pierre Vets Jean Wallemacq André Wandesmal Lucas Willemyns * Ondervoorzitters 6 Raadgevers Henri Lafosse Walter Langer Laurent Goovaerts

7 Directiecomité Voorzitter Gustave Nowicki Directeur-generaal Xavier Brenez Effectieve leden Rik Selleslaghs OZ (501) Jacques Jonet Omnimut Mutualité Libre de Wallonie (506) Alex Parisel Euromut Onafhankelijk Ziekenfonds (509) Hubert Heck Freie Krankenkasse (515) Christine Dries Onafhankelijk Ziekenfonds Securex (516) Stefaan Lauwers Partena OZV (526) Pascal Courard Partenamut - Mutualité Libre (527) Toezicht Intern auditcomité Extern Voorzitter Erik De Lembre Onafhankelijke bestuurders Edward Van Vré Sagrario Carballo-Martinez Michel Eertmans Luc Deflem ERNST & YOUNG Bedrijfsrevisoren B.C.V. vertegenwoordigd door Marie-Laure Moreau, vennote Vertegenwoordigers van de Directie Xavier Brenez Dick Vanwolleghem 7

8 De ondersteunende entiteiten Hospitalia VEBESS Deze maatschappij van onderlinge bijstand biedt de leden van de Onafhankelijke Ziekenfondsen een hospitalisatieverzekering aan met verschillende formules. (zie pagina 32) De vzw VEBESS is eigenares van de gebouwen waarin de zetel van de Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen gevestigd is en van het zorgverblijfcentrum Dunepanne. OPFOR De vzw OPFOR is het opleidingscentrum van de Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen en biedt opleidingen in de ziekteverzekering: verzekerbaarheid, gezondheidszorgen, uitkeringen en internationale verdragen. Dankzij de oprichting van een coöperatieve vennootschap met dezelfde naam, zijn de opleidingen ook toegankelijk voor een extern publiek. HEARIS 8 De coöperatieve vereniging HEARIS fungeert als aankoopcentrale voor het informatica materiaal van de Onafhankelijke Ziekenfondsen. M-team Deze vzw bezorgt de Onafhankelijke Ziekenfondsen de informaticatoepassingen die ze nodig hebben om hun opdrachten te vervullen. Zij beheert alle geconsolideerde technische infrastructuren ter ondersteuning van de Core Business van de Onafhankelijke Ziekenfondsen.

9 De communautaire structuren De Onafhankelijke Ziekenfondsen beschikken over gedecentraliseerde structuren voor ondersteuning en coördinatie in het kader van sociale hulpverlening, thuiszorg, het uitlenen van materiaal en, meer algemeen, mantelzorg ten voordele van de leden. Het gaat om de volgende entiteiten: De maatschappij van onderlinge bijstand MOB Zorgkas van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, die de leden van de Vlaamse Gemeenschap de voorzieningen aanbiedt die zijn vastgelegd in het kader van de zorgverzekering. De vzw Centre indépendant d Aide sociale (CIAS) die bevoegd is voor de leden van de Franse Gemeenschap. De vzw Sozialdienst der Freien Krankenkasse, die bevoegd is voor de leden van de Duitstalige Gemeenschap. Wij zetten al onze kennis en middelen in om bij te dragen tot een optimaal en efficiënt beheer van de gezondheidszorg. 9

10 Uitkeringen De ziekteverzekering in 2011 Mutaties Ledentallen Evolutie Dotatie

11 Verplichte verzekering1 2

12 De ledentallen van de Onafhankelijke Ziekenfondsen Eind 2011 bedroeg het geconsolideerde ledental van de Onafhankelijke Ziekenfondsen rechthebbenden. Deze waren als volgt verdeeld: OZ Omnimut Euromut Onafhankelijk Ziekenfonds Freie Krankenkasse Onafhankelijk Ziekenfonds Securex Partena OZV Partenamut - Mutualité Libre ,63 % 12 In vergelijking met 2010 ( rechthebbenden) is het globale ledental met leden (1,63 %) gestegen. Deze cijfers omvatten de Algemene Regeling, de Regeling Zelfstandigen en de Internationale Verdragen. De Internationale Verdragen vertegenwoordigen rechthebbenden (1,86 % van het globale ledental).

13 De Onafhankelijke Ziekenfondsen in vergelijking met de andere verzekeringsinstellingen Op 31 december 2011 zagen de ledentallen van de verschillende verzekeringsinstellingen er als volgt uit: Algemene Regeling Regeling Zelfstandigen Aantal In % Aantal In % LCM , ,54 NLB , ,21 NVSM , ,23 LLB , ,78 MLOZ , ,87 HKZIV , ,37 NMBS , TOTAAL , ,00 Bron: RIZIV De mutaties De mutaties In en Out per rechthebbende bedroegen in Net als de vorige jaren is dit saldo gunstig: aansluitingen, tegen in Mutaties IN Mutaties OUT Saldo LCM NLB NVSM LBB HKZIV NMBS TOTAAL

14 De boekhouding geneeskundige verzorging vertoont al zes jaar op rij een budgettair overschot Op het niveau van het RIZIV De globale begrotingsdoelstelling voor het jaar 2011 was vastgesteld op 25,87 miljard euro. Deze begrotingsdoelstelling kan niet zomaar vergeleken worden met de realisaties (de reële uitgaven van 24,08 miljard euro) in Om tot een homogene vergelijking te komen, dient men eerst een aantal budgettaire bedragen te neutraliseren, bij gebrek aan overeenkomstige uitgaven voor Internationale verdragen Stabiliteitsvoorziening Anders geboekte uitgaven Ondergebruik Gereserveerde bedragen Bijkomende kostprijs inflatie Bijkomende kostprijs defensie Reserves voor het evenwicht van de sociale zekerheid -146 miljoen -50 miljoen -105,5 miljoen -190 miljoen -127 miljoen 56 miljoen 9 miljoen -1,09 miljard Een bedrag van 1,09 miljard euro wordt voorbehouden voor (en ter beschikking gesteld van) de beide stelsels van de sociale zekerheid (algemene regeling en regeling van de zelfstandigen). Na de neutralisering van die bedragen, bedraagt het tegoed voor het boekjaar ,50 miljoen euro (dit is 0,6 %). De stijging van de uitgaven voor 2011 bedraagt 5,29 %. Op het niveau van MLOZ De totale uitgaven voor MLOZ bedragen voor ,60 miljard euro. Ons totale aandeel in de uitgaven bedraagt derhalve 15,4 %. De sectoren waar de groei MLOZ fors hoger is dan de groei bij het RIZIV, zijn: de rusthuizen (differentieel van 2.24 %) de functionele revalidatie (differentieel van 4.41 %) de maximumfactuur (differentieel van 3.49 %) de chronische patiënten (differentieel van 3.82 %) De stijgingen zijn voor een groot deel waarschijnlijk nog te wijten aan de impact van de inhaaloperatie voor de consumptie van zelfstandigen in die sectoren die vroeger de kleine risico s genoemd werden. De sectoren, waar de groei MLOZ lager is dan die van het RIZIV, zijn: de verzorging door vroedvrouwen (differentieel van -3,73 %). MLOZ kent een daling van de geboortes, terwijl die stijgen op het nationale niveau. de verzorging door audiciens (differentieel van -1,50 %) de dialyse (differentieel van -2,23 %). de wijkgezondheidscentra (differentieel van -4,56 %) Vroeger was de trend er een van een sterkere groei bij MLOZ. het militair hospitaal (differentieel van -10,11 %). Het aandeel MLOZ in de uitgaven verandert nauwelijks in vergelijking met Een specifieke opmerking betreft de uitgavenposten, waarvoor het RIZIV rechtstreeks een betaling doet aan de zorgverleners en de instellingen. Naargelang de sectoren gaan ook bedragen naar de accreditering, de praktijkfinanciering, de financiering van de sociale akkoorden Die posten stijgen van jaar tot jaar in aandeel en financieel volume. Dit beïnvloedt het aandeel van MLOZ in de uitgaven, in het bijzonder voor de honoraria voor artsen en rusthuizen. De stijging van de globale uitgaven MLOZ (+3.96 %) is lager dan die bij het RIZIV (+5,50 % voor de uitgaven die passeren via de verzekeringsinstellingen). 14

15 Evolutie van de voornaamste sectoren van de gezondheidszorg voor MLOZ en het Rijk (uitgaven in duizenden euro) Rubrieken MLOZ Rijk Aandeel Uitg. 2011(1) Evol.(2) Uitg. 2011(1) Doelstelling BD-Uitg.(3) Evol.(2) MLOZ in uitg. (4) 1 Honoraria van de geneesheren* ,02 % ,36 % 16,1 % 2 Tandverzorging* ,57 % ,53 % 18,6 % 3 Farmaceutische verstrekkingen ,63 % ,47 % 15,4 % 4 Thuisverpleging* ,85 % ,70 % 10,8 % 5 Kinesitherapie ,89 % ,60 % 15,2 % 6 Bandagisten - Orthopedisten ,09 % ,11 % 13,4 % 7 Implantaten ,48 % ,74 % 14,6 % 8 Verzorging door opticiens ,44 % ,68 % 19,3 % 9 Verzorging door audiciens ,03 % ,53 % 16,6 % 10 Vroedvrouwen ,78 % ,52 % 18,2 % 11 Verpleegdagprijs ,32 % ,62 % 15,3 % 12 Militair hospitaal ,08 % ,19 % 17,2 % 13 Dialyse ,34 % ,57 % 11,9 % 14 RVT/ROB/Dagverzorgingscentra* ,64 % ,40 % 11,7 % 15 Geestelijke gezondheidszorg ,74 % ,15 % 10,3 % 16 Revalidatie ,75 % ,33 % 16,6 % 17 Bijzonder Fonds ,43 % ,20 % 31,2 % 18 Logopedie ,46 % ,39 % 18,8 % 19 Maximumfactuur ,51 % ,02 % 16,1 % 20 Chronisch zieken ,43 % ,62 % 14,1 % 21 Palliatieve zorg ,58 % ,03 % 13,4 % 22 Medische huizen (forfaits arts, verpleegk.,kine.) ,38 % ,94 % 19,2 % 23 Rest ,02 % ,62 % 3,1 % 24 Regularisaties ,59 % ,43 % 16,0 % Totaal uitgaven, exclusief eigen uitgaven RIZIV ,96 % ,50 % 15,4 % TOTAAL ,02 % Gereserveerde bedragen voor niet (of te laat) uitgevoerde maatregelen Reservering fonds (stabiliteit, evenwicht sociale zekerheid, toekomstfonds,...) Boekhoudkundige aanpassingen Algemene begrotingsdoelstelling (1) Uitg. 2011: geboekte uitgaven in 2011 voor de verzorgingssector in kwestie (op het niveau van MLOZ en het Rijk). (2) Evol.: evolutie van de geboekte uitgaven tussen 2010 en 2011 voor de verzorgingssector in kwestie (op het niveau van MLOZ en het Rijk). (3) BD-Uitg.: verschil tussen de begrotingsdoelstelling 2011 en de uitgaven 2011 per verzorgingssector. Een negatief teken vóór het bedrag betekent een begrotingsoverschrijding van de betrokken verzorgingssector. (4) Aandeel MLOZ in uitg.: aandeel dat de uitgaven 2011 van MLOZ vertegenwoordigen in de uitgaven van het Rijk per verzorgingssector. * Uitgaven van RIZIV omvatten ook eigen uitgaven die niet passeren via de verzekeringinstellingen (bijvoorbeeld in de honoraria van de geneesheren: impulsfonds, praktijkondersteuning, forfait accreditering,...; bij thuisverpleging, de specifieke financiering van de diensten; bij tandverzorging, forfait accreditering, het project `zorgvernieuwingsprojecten ). 15

16 2011: een jaar van bang afwachten Het ellenlange wachten op een regering verzuurde het politieke, economische en financiële klimaat in België. De regering van lopende zaken waagde zich desondanks aan de opmaak van een regeringsbegroting en een begroting voor de geneeskundige verzorging. In onze sector zijn de talloze initiatieven die gepland waren in 2010 evenwel dode letter gebleven, gezien de geringe begrotingsmarge. De naleving van de akkoorden was nochtans een conditio sine qua non. Begroting Een regering van lopende zaken kan in België geen wijzigingen aanbrengen aan de wettelijke context voor de vaststelling van de begroting voor geneeskundige verzorging. Voor het jaar 2011 bleef de groeinorm dus 4,5 %. Deze te hoge en vooral door het Rekenhof gehekelde marge (4,5 % op basis van de begrotingsdoelstelling 2010) bedroeg euro. Dit bedrag werd uitdrukkelijk toegewezen aan het financiële evenwicht van het globale beheer van de sociale zekerheid: de 450 miljoen euro die door de wet bepaald was voor 2011, liep op tot miljoen euro (dit is miljoen euro). De regering besliste bovendien om een uitzonderlijke Rijkstoelage toe te kennen aan de sociale zekerheid ten bedrage van 2,7 miljard euro. Voor nieuwe initiatieven in de gezondheidszorg werd 109,9 miljoen euro vrijgemaakt, op voorwaarde dat eerst een pak bespaard zou worden. De tariefzekerheid voor de patiënten werd op die manier opnieuw gewaarborgd, wat de erelonen van artsen en tandartsen betreft. De totale begroting voor geneeskundige verzorging in 2011 bedroeg uiteindelijk 24,1 miljard euro. Tot op heden, moeten we echter vaststellen dat noch de positieve, noch de besparingsmaatregelen volledig gerealiseerd zijn. Toch vermelden we hieronder enkele initiatieven, per sector: Artsen De artsen moesten een bedrag van 30 miljoen euro besparen, vooral in de medische beeldvorming. Ze zullen dit vooral via richtlijnen en informatiecampagnes proberen te realiseren. Een akkoord te allen prijze Anderzijds probeerden de vertegenwoordigers in de Medicomut om te allen prijze de gemaakte afspraken in het akkoord uit te voeren en te respecteren. Ze wilden het overlegmodel immers in geen geval opblazen. Die bekommernis droeg zeker bij tot het bereiken van een akkoord over de besparingen Bij de artsen werden bijna alle afspraken van het akkoord voor 2011 gerealiseerd. We sommen hieronder de belangrijkste op: Het project Impulseo III (uiteindelijk pas in maart 2012 gepubliceerd): een financiële tegemoetkoming voor de individuele artsen, met het oog op de verlichting van de loonlast voor de bedienden die hen helpen bij de administratieve organisatie en het onthaal in hun kabinet. De preventiemodule GMD+: in werking getreden op 1 april Deze module houdt de invoering in van een honorarium voor het beheer van het globaal medisch dossier door de erkende huisarts. Meer investeringen in wachtposten. Aanpassingen van de sleutelletter in tal van sectoren (neurologie, pediatrie, dermatologie, ORL, neuropsychiatrie enz.) en aanpassingen van de tekst van de nomenclatuur. De vereenvoudiging van de remgelden: een maatregel ten gunste van de patiënt. Van de veelheid aan raadplegingstarieven, blijven er maar vier over: Algemene regeling Voorkeurregeling Met een GMD 4 euro 1 euro Zonder GMD 6 euro 1,5 euro Tandartsen In de sector van de tandartsen zijn de verwezenlijkingen ten opzichte van de akkoordvoorwaarden voor 2011 redelijk goed uitgevoerd. Het ging steeds om aanpassingen van de nomenclatuur die onder de lopende zaken konden worden geklasseerd: het optrekken van de leeftijdsgrens voor het jaarlijkse mondonderzoek tot 63 jaar, de uitbreiding van het parodontale onderzoek tot 50 jaar, de beperking van het remgeld voor het verruimde parodontale onderzoek tot de 50e verjaardag, de financiering van de implementatie van de aanbevelingen van de studie over de populatie met bijzondere noden (studie die nog loopt), de verhoging tot de 50e verjaardag van de leeftijdsgrens voor de subgingivale tandsteenverwijdering.

17 Na 541 dagen van onderhandelingen werd het wachten dan toch beloond. Een nieuwe Belgische regering zag het licht: de regering Di Rupo I. Deze bereikte een begrotingsakkoord en 16 maanden na de verkiezingen kwam de kers op de taart: een communautair akkoord, maar wel eentje dat enige commotie in de gezondheidszorg veroorzaakte. Besparingen en nog eens besparingen Op 5 december 2011 werd de begroting voor geneeskundige verzorging voor het jaar 2012 voorgelegd aan de Algemene Raad van het RIZIV. De conclusie: besparen en nog eens besparen. Er kan, ondanks de besparingsgolf, zo n 26 miljard euro besteed worden aan gezondheidszorg in Nieuwigheid: de begroting 2012 zal afwijken van de wettelijke groeinorm van 4,5 %. De toegestane reële groei zal slechts 1,6 % bedragen. Er moet 424,8 miljoen euro structureel bespaard worden en men hoopt 170,8 miljoen euro te putten uit de onderconsumptie in Dit bedrag moet vermeerderd worden met de bevriezing van voordien al toegekende budgetten. De besparingen worden gerealiseerd door indexverlagingen of schrappingen van de indexaanpassing in het gros van de sectoren en door maatregelen die vooral de sector van de farmaceutische specialiteiten treffen. Door de noodzakelijke besparingen komt er tevens een reflectie op gang om niet alleen de uitgaven te beperken, maar om ook na te denken over een efficiënter gebruik van de middelen dankzij meer structurele maatregelen. Tot slot nog dit: de voortzetting van de informatisering van de processen en gegevensstromen zou het mogelijk moeten maken om een administratieve vereenvoudiging te bewerkstelligen voor de verstrekkers en de verzekeringsinstellingen (ehealth, ecare, MyCarenet ). Ze profileren zich steeds meer en het RIZIV werpt zich op als vernieuwer, want het wil de financiële transparantie van de ziektekosten voor de patiënten bevorderen. Naar een transparantere gezondheidszorg. Waar vind ik een geconventioneerde arts? Hoe hoog is het bedrag dat mijn ziekenfonds zal terugbetalen voor mijn verzorging? Wat is het aandeel van de supplementen in het bedrag dat ik betaal aan de zorgverlener? Tot daar enkele van de vragen waarmee patiënten geconfronteerd worden en die soms stokken kunnen steken in de wielen van een kwalitatief beleid qua gezondheidszorg. Om aan die situatie te verhelpen, hebben het RIZIV en de verzekeringsinstellingen een project opgestart dat de toegepaste prijzen transparanter moet maken: de patiënt heeft recht op voldoende informatie en die informatie moet volledig zijn. Zo kan hij proactief mee werken aan zijn eigen gezondheid. Dit project zal een hele uitdaging zijn voor de zorgverleners die aan hun patiënten informatie zullen moeten verschaffen over de kostprijs van de verstrekkingen en hun terugbetaling door het RIZIV. De uitdaging is al even groot voor de verzekeringsinstellingen. Die grotere transparantie van de prijzen betekent namelijk dat zij op hun beurt zowel de verzekerden als de zorgverleners beter zullen moeten informeren. 17

18 Ziekteverzekering en staatshervorming Het Institutioneel Akkoord voor de zesde staatshervorming van 11 oktober 2011 omvat de overdracht van bevoegdheden betreffende de gezondheidszorg naar de deelstaten. De realisatie van die regionalisering zal de belangrijkste uitdaging voor de ziekteverzekering worden in de komende jaren. Voor de bepaling van de rol van de verzekeringsinstellingen is dit dossier zowel een opportuniteit als een test van hun organisatievermogen. Het is de bedoeling van de regionalisering van de bevoegdheden om de doelmatigheid van het gezondheidsbeleid en van de hulp aan personen te verbeteren. Hoe? Via de overdracht van een homogeen bevoegdhedenpakket naar de deelstaten voor een totaalbedrag van 4,2 miljard euro. Positieve aspecten Het is positief dat men de oprichting aankondigt van een instituut dat overlegde antwoorden moet geven op de grote uitdagingen in de gezondheidszorg. De huidige versnippering van bevoegdheden tussen de federale overheid en de deelstaten belemmert de invoering van een globaal en coherent gezondheidsbeleid. Een regering en een interfederaal instituut, waarin alle stakeholders van het gezondheidsbeleid aanwezig kunnen zijn, moeten een coherente en efficiënte gezondheidszorg mogelijk maken. De verzekeringsinstellingen zullen moeten optreden als experten op het gebied van de gezondheidszorg én als de vertegenwoordigers van hun leden. De staatshervorming voorziet tevens in een verlaging van de groeinorm van 4,5 % tot een realistischer budgettair niveau van 2 % in 2013 en 3 % in We kunnen dit alleen maar toejuichen, maar er moeten nog meer dergelijke heilige huisjes sneuvelen om de gezondheidszorg financieel en organisatorisch leefbaar te houden. We zouden de implementatie van deze staatshervorming in de sector van de ziekteverzekering kunnen aangrijpen om ons overlegmodel te moderniseren, om uit ons budgettaire silo -denken te komen en om alle actoren te responsabiliseren voor een efficiëntere gezondheidszorg. De overheden zullen deze herverdeling van de bevoegdheidsdomeinen tussen de federale overheid en de deelstaten als een aanmoediging zien om te onderhandelen over het bereiken van een zekere mate van coherentie, wat de organisatie van de zorg betreft. De regionalisering zal de nood 18 aan een registratie en monitoring van de zorg nog doen toenemen. Dit zou kunnen leiden tot een betere exploitatie en een optimaler gebruik van de geregistreerde data. De rol van de verzekeringsinstellingen en van het Intermutualistische Agentschap (IMA) dat zij opgericht hebben, zal dus versterkt worden. Nog geen homogeniteit Minder positief is de invulling van wat de regering verstaat onder homogene bevoegdheden. De overheveling van het bejaardenbeleid naar de Gemeenschappen getuigt niet van een homogene aanpak. De verpleegkundige thuiszorg is en blijft immers een federale materie. Het gaat hier hoofdzakelijk om oudere patiënten en dit is een onderdeel van een beleid, dat erop gericht is om ouderen zo lang mogelijk in hun vertrouwde thuisomgeving te laten wonen. De psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT s) en de initiatieven voor beschut wonen worden wel overgedragen als onderdeel van de geestelijke gezondheidszorg, maar de psychiatrische ziekenhuiszorg blijft waar hij is. De psychosociale revalidatie wordt regionaal, terwijl de rest van de revalidatiesector federaal blijft. Het ziekenhuisbeleid wordt nog complexer, want alleen de normering en een deel van het budget worden overgeheveld. De implementatie van deze staatshervorming in de sector van de ziekteverzekering kan een opportuniteit zijn om ons overlegmodel te moderniseren, om uit ons budgettair silo -denken te komen en om alle actoren (nog) meer te responsabiliseren voor een efficiëntere gezondheidszorg.

19 Mutualistische solidariteit over de grenzen heen Ondanks de budgettaire problemen op nationaal niveau en de op til zijnde reorganisatie van de gezondheidszorg, blijft de mutualistische solidariteit in ontwikkelingslanden leven en wordt er ruchtbaarheid aan gegeven. In 2011 werd bijzondere aandacht besteed aan de bewustmaking van het grote publiek van het nut en het belang van de ziekenfondsen in ontwikkelingslanden. Dit gebeurde via de publicatie van het boek Rébécca, op weg naar autonomie, een samenwerking tussen de Onafhankelijke Ziekenfondsen en de NGO Louvain Coopération au Développement. Dit fotoboek van Johan Stockman getuigt van hoop en verandering en wijst op de positieve invloed van de oprichting van ziekenfondsen in Benin, een project dat de Onafhankelijke Ziekenfondsen sinds 2006 steunen. Rébécca is het symbool van een Afrika dat zijn lot in eigen handen wil nemen. Deze weduwe en moeder van 5 kinderen werkt zich elke dag uit de naad om haar gezin te onderhouden en over hun gezondheid te waken. Dankzij de oprichting van 2 ziekenfondsen, krijgt ze daartoe ook daadwerkelijk de kans. Dit fotoboek getuigt van hoop en verandering en wijst op de positieve invloed van de oprichting van ziekenfondsen in Benin, een project dat de Onafhankelijke Ziekenfondsen sinds 2006 steunen. Daarnaast werkten de Onafhankelijke Ziekenfondsen ook mee aan het sensibiliseringsproject van MASMUT, een platform met vertegenwoordigers van ziekenfondsen, NGO s, academische centra en de Belgische overheid. Dit platform wil de toegang tot kwaliteitsvolle medische verzorging in ontwikkelingslanden verbeteren. Om de belangrijke rol van ziekenfondsen in deze landen in de verf te zetten, heeft het platform in 2011 een memorandum gepubliceerd: Mutualiteiten: speler en partner in universele gezondheidszorg. In 9 vragen en antwoorden, legt dit memorandum de klemtoon op de essentiële rol van de ziekenfondsen als partner voor de toegang tot een kwaliteitsvolle gezondheidszorg. De werking van de ziekenfondsen, hun maatschappelijke waarden en hun meerwaarde voor de democratisering van de gezondheidszorg komen hierbij aan bod. De Onafhankelijke Ziekenfondsen hebben deelgenomen aan de presentatie van dit memorandum tijdens een persconferentie op 10 november

20 Uitkeringen Algemene Regeling In de Algemene Regeling (AR) noteren we in 2011 een globale stijging van de uitgaven op nationaal vlak met 8,94 %, tegenover 8,52 % in In 2011 werd een reeks maatregelen getroffen die een financiële impact hadden: Sinds 1 januari 2011 Aanpassing op 1 januari 2011 van de maximumbedragen voor de vergoedingen ontvangen in het kader van vrijwilligerswerk. Voor die gerechtigden wiens primaire arbeidsongeschiktheid, moederschap of invaliditeit ten vroegste begint op 1 januari 2011, wordt de ZIV loongrens met 0,7 % opgewaardeerd. Sinds 1 mei 2011: aanpassing aan de nieuwe gezondheidsindex Invoering van een inhaalpremie op 1 mei 2011 voor invaliden met een ongeschiktheid van minstens 1 jaar (deze premie wordt één keer per jaar gestort in de maand mei). Sinds 1 september 2011 Opwaardering van de uitkeringen (exclusief minima) met 2 % voor gerechtigden met aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid die valt in de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december Opwaardering van uitkeringen minimum regelmatig werknemer. Opwaardering van de uitkeringen minimum niet-regelmatig werknemer. Verhoging van het plafond plafond met gezinslast voor het toegelaten inkomen personen ten laste. Opwaardering met 2 % van het plafond plafond alleenstaande - vervangingsinkomens van het toegestane inkomen personen ten laste. Opwaardering met 3 euro van de forfaitaire tegemoetkoming hulp van derden. UITGAVEN VAN DE SECTOR UITKERINGEN AR IN 2011 (IN MILJOEN EURO) Totaal 842,81 11,04 % 5.458,14 8,94 % 20 MLOZ TOTAAL / /10 Primaire arbeidsongeschiktheid 214,30 10,63 % 1.397,92 8,67 % Moederschap 109,64 8,84 % 607,36 9,64 % Moederschap tijdens invaliditeit 1,18 38,70 % 5,87 15,00 % Borstvoedingspauze 0,08 43,25 % 0,38 23,53 % Invaliditeit 516,52 11,61 % 3.438,53 8,89 % Uitkeringen voor begrafeniskosten 0,86 2,21 % 6,56 1,26 % Beroepsherscholing 0,23 0,00 % 1,52 0,00 %

21 Uitkeringen Regeling Zelfstandigen De uitkeringen in de Regeling Zelfstandigen (RZ) nemen in 2011 op nationaal vlak slechts toe met 6,90 %, tegenover 7 % in In 2011 werd een reeks maatregelen getroffen die een financiële impact hadden: Sinds 1 september 2011 Verhoging van de forfaits voor invaliden die hun onderneming hebben stopgezet. Opwaardering van de forfaits in primaire onge schiktheid en aan de invaliden die hun onderneming niet hebben stopgezet (met gezinslast: +2,11 % ; alleenstaanden: +2,37 % ; samenwonenden: +2 %). Verhoging van het plafond plafond met last van het toegestane inkomen personen ten laste. Opwaardering met 2 % van het plafond plafond alleenstaande - vervangingsinkomens van het toegelaten inkomen personen ten laste. Opwaardering met 3 euro van de forfaitaire tegemoetkoming hulp van derden. Onze opdracht is om een innoverende actor te zijn, die diensten wil verlenen in het kader van de gezondheid, toegespitst op de leden. UITGAVEN VAN DE SECTOR UITKERINGEN RZ IN 2011 (IN MILJOEN EURO) MLOZ TOTAAL / /10 Primaire arbeidsongeschiktheid 17,46 12,63 % 72,48 7,22 % Moederschap 5,08 3,76 % 16,38 3,29 % Moederschap tijdens invaliditeit 0,02 0,00 % 0,05 16,63 % Invaliditeit 56,74 22,29 % 254,69 7,06 % Beroepsherscholing 0,01 0,00 % 0,04 0,00 % Totaal 79,31 18,70 % 343,64 6,90 % 21

22 Bestuurskosten Dotatie 2011 Het bedrag aan bestuurskosten dat voor het jaar 2011 forfaitair (1) werd toegekend aan de verzekeringsinstellingen, werd vastgelegd bij Programmawet, gepubliceerd op 31 december Aan de vijf landsbonden (2) werd een bedrag van miljoen euro (+2,23 %) toegekend. Dat bedrag bestaat uit een vast gedeelte van 931,2 miljoen euro en een variabel gedeelte van 103,5 miljoen euro. Door de wet van 22 augustus 2002 houdende diverse bepalingen betreffende de geneeskundige verzorging, bedraagt het variabele gedeelte sinds 2004 telkens 10 % van het jaarlijkse bedrag van de bestuurskosten. De sleutel voor de verdeling van het vaste gedeelte onder de verzekeringsinstellingen steunt op een afweging van hun ledental. Het toegekende variabele gedeelte hangt af van de beoordeling door de Controledienst voor de Ziekenfondsen (CDZ) van de prestatiecriteria voor het beheer van de verplichte verzekering. Deze beoordeling is nog niet bekend voor Voor 2010 behaalde onze Landsbond 97,9 % van zijn maximumdotatie, tegenover 95,8 % het jaar daarvoor. VERDELING VAST GEDEELTE 2011 Brutobedrag Per rechthebbende Index LCM ,45 95,8 LNM ,28 108,3 NVSM ,66 105,3 LLM ,61 120,1 MLOZ ,52 93,6 Totaal ,08 100,0 22 (1) De verzekeringsinstellingen ontvangen tevens bijkomende bedragen aan bestuurskosten, zoals de vergoeding voor de integratie van de kleine risico s in de verplichte verzekering of de bedragen die worden toegekend als beloning voor de gedane terugvorderingen of voor de financiële opbrengsten die werden gerealiseerd in de verplichte verzekering. (2) De HKZIV en de Kas geneeskundige verzorging van de NMBS genieten een bijzondere regeling.

23 Het succes van onze missie steunt op, onder andere, transparantie, ethisch correct handelen en responsabilisering van alle actoren. Besteding 2011 De bruto-uitgaven Bestuurskosten van alle Onafhankelijke Ziekenfondsen samen bereikten in 2011 een bedrag van 228,3 miljoen euro, ofwel 7 % meer dan in De loonlasten vertegenwoordigen 65 % van de bruto-uitgaven en nemen toe met 4,4 % tegenover Het totaal aan diensten, diverse goederen en kosten neemt toe met 12,1 %. Meer dan 60 % (= 4,8 miljoen) van deze toename vloeit voort uit de verhoogde kostprijs van de vzw M-team. De rest van de toename vinden we hoofdzakelijk terug bij de kosten voor uitzendkrachten, interim management, consultants en dienstprestaties door derden. De toename bij de overige bedrijfskosten is voor 82 % (= 600 keur) toe te schrijven aan de vergoeding die MLOZ in het kader van de internationale verdragen aan het buitenland moet betalen. De resterende 170 keur is een hogere tegemoetkoming in de werkingskosten van de Controledienst voor de ziekenfondsen. De diverse ontvangsten, buiten de dotatie, bedroegen 33,5 miljoen euro. Dat is een lichte toename met 0,7 %. Besteding verschil verdeling 2011 Diensten, diverse goederen en kosten ,1 % 32 % Lonen, sociale lasten en pensioenen ,4 % 65 % Afschrijvingen en waardeverminderingen ,0 % 1 % Overige bedrijfskosten ,7 % 2 % Financiële kosten ,1 % 0 % Uitzonderlijke kosten ,2 % 0 % Bruto-uitgaven ,0 % 100 % Doorberekening en opbrengsten ,7 % Netto-uitgaven ,1 % 23

24 Ledenverdediging Hospitalia Dringende zorgen in het buitenland Gezondheidspromotie Dentalia Plus

25 1 2 3 Aanvullende verzekering

26 Dentalia Plus Een mooie glimlach begint bij uzelf... en Dentalia Plus! Een slogan die meer dan ooit van toepassing is sinds de lancering van dit product in mei 2007 en die steeds meer klanten van de Onafhankelijke Ziekenfondsen weet te overtuigen. 26 Dentalia Plus is een van de producten van de aanvullende verzekering van de Onafhankelijke Ziekenfondsen en al van bij het begin was de wens duidelijk aanwezig om dit verzekeringsproduct te positioneren als het tweede paradepaardje van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, na Hospitalia. De concurrentie is nog steeds schaars, ondanks één poging van een privéverzekeraar. Als facultatief product van de aanvullende verzekering voor de leden (1) van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, met verplichte aansluiting van het volledige gezin, is Dentalia Plus uniek omdat het onafhankelijk van de hospitalisatieverzekering Hospitalia gecontracteerd kan worden. Het beheer is gecentraliseerd in de Landsbond. Het aantal klanten van het nationale product (d.w.z. zonder het ziekenfonds 501) op 31 december 2011 bedroeg , ofwel een jaarlijks groeicijfer van ± 21 % voor het jaar De doordringingsgraad van Dentalia Plus in het ledental van de verplichte verzekering en dat van de aanvullende verzekering kent een mooie stijging, respectievelijk 9,5 % en 10,2 %. De verdeling van het ledental Eind 2011 is het ledental van het nationale product Dentalia Plus op de volgende manier gespreid: De garanties van het product Dentalia Plus garandeert de leden een financiële tegemoetkoming voor alle soorten van tandheelkundige (2) verstrekkingen (met name curatieve verzorging, prothesen of orthodontie). Het lid moet wel wachten tot het einde van de wachttijd van 6 maanden om ervan te kunnen genieten. Het is ook belangrijk om te benadrukken dat een tegemoetkoming van Dentalia Plus kan oplopen tot euro vanaf het 3e jaar van aansluiting. De tegemoetkomingen van Dentalia Plus JAAR VAN AANSLUITING 1e jaar 2e jaar Vanaf het 3e jaar PLAFOND PER PERSOON 250 euro 500 euro euro Sinds 2011 bedraagt de tegemoetkoming na 3 jaar aansluiting 750 euro voor verstrekkingen op vlak van orthodontie, prothesen en parodontologie. De overige 250 euro van de maximale tegemoetkoming van euro kan gebruikt worden voor preventieve en curatieve tandverzorging. De uitgaven voor schadegevallen In 2011 is Dentalia Plus tegemoetgekomen voor verstrekkingen en dit voor een totaalbedrag van euro. Het gemiddelde bedrag van een terugbetaalde verstrekking is dus 23,72 euro. Wat de spreiding van deze tegemoetkomingen betreft, merken we volgende verdeling op, volgens de soorten verstrekkingen: preventieve verzorging: 32,8 % van de terugbetaalde verstr. curatieve verzorging: 48,6 % van de terugbetaalde verstr. parodontologie: 0,7 % van de terugbetaalde verstr. prothesen: 3,4 % van de terugbetaalde verstr. orthodontie: 14,4 % van de terugbetaalde verstr. Maandelijkse bijdragen 2011 In 2011 werd een extra bijdrage ingevoerd voor personen die aansluiten bij Dentalia Plus vanaf 40 jaar, 45 jaar en 60 jaar met respectievelijk 35 %, 50 % en 70 % verhoging van de premies. De eerste leeftijdsgroep werd in 2011 opgesplitst, waardoor kinderen van 0 tot 6 jaar een bijdrage moeten betalen die beter overeenstemt met hun uitgaven. 0-6 jaar 2,70 euro 7-17 jaar 5,17 euro jaar 5,92 euro jaar 8,02 euro jaar 11,28 euro + 60 jaar 12,08 euro De maandelijkse bijdragen in 2011 zijn gestegen met 10 % tegenover die van (1) Bijdragen op vrijwillige basis. (2) Met uitzondering van verzorging van esthetische aard.

27 Gezondheidspromotie Mensen zo lang mogelijk zo gezond mogelijk houden. Dat is het uitgangspunt van de dienst Gezondheidspromotie. Informeren en sensibiliseren staan centraal, maar daarnaast willen we ook houdingen en vaardigheden aanleren die noodzakelijk zijn om lichamelijk, geestelijk en sociaal in topconditie te geraken of te blijven. Gezondheidseducatie In het kader van het informatie- en sensibilisatiebeleid publiceerde de dienst in 2011 een reeks brochures en artikels over uiteenlopende thema s binnen de gezondheidspromotie als slaap, depressie, omgaan met stress, evenwichtige voeding, rugpijn... De dienst werkte bovendien mee aan de verspreiding van gezondheidspromotiecampagnes die geleid werden door Vlaanderen en de Federatie Wallonië-Brussel. Zo ondersteunde MLOZ in 2011 de vaccinatiecampagnes tegen griep, de opsporing van borstkanker, opsporing van colorectaalkanker, het stappen-project, Nok Nok en de valpreventie. En niet te vergeten de verspreiding van de Gezondheidspas Reizen. MLOZ steunde in 2011 eveneens la Société Scientifique de Médecine Générale (SSMG) via haar informatiesite voor het grote publiek: Projecten om de levenskwaliteit te verhogen Twee projecten verdienen een bijzondere vermelding: de gezondheidsweken aan zee voor personen die herstellen van kanker en het pilootproject voor personen met multiple sclerose. Beide projecten zijn gericht op het verbeteren van de levenskwaliteit van zieke personen of mensen die zware behandelingen hebben ondergaan. 1. Gezondheidsweken aan zee Voor de derde keer op rij organiseerde de dienst Gezondheidspromotie in 2011 de gezondheidsweken voor patiënten die herstellen van kanker. Voor veel patiënten en hun naasten is het immers niet eenvoudig om na een intensieve oncologische behandeling het leven weer op de rails te krijgen. De gezondheidsweek, die plaatsvindt in het zorgverblijf Dunepanne in De Haan aan Zee, combineert een groepsprogramma met een individueel verwenprogramma. Lotgenotencontact staat centraal. Via diverse groepsactiviteiten gericht op lichaamsbeweging (aquagym, relaxatie, yoga, wandelen enz.), maar ook op voeding, psychologische ondersteuning en selfmanagement wordt gewerkt aan het herstel. Naast het groepsprogramma is er ruimte voor wellness. Men kon tot rust komen via een aanbod van individuele verwenmomenten (gelaatsverzorging, massages enz.). 2. Ontspanningsweekend voor personen met MS Tijdens het verlengde weekend van 11 november 2011 organiseerde de dienst Gezondheidspromotie in samenwerking met de Vlaamse en Franstalige MS-Liga een ontspanningsweekend in de Ardennen voor patiënten met multiple sclerose (bij wie de diagnose onlangs gesteld werd of de symptomen nog maar recent tot uiting kwamen) en hun naasten. Centraal stonden het contact met lotgenoten, selfmanagement en aangepaste ontspanningsactiviteiten zoals zumba, relaxatie, enz. Beter leren leven met MS, dat was het doel van het weekend! Fit & fun, gezondheidspromotie op de werkvloer De Onafhankelijke Ziekenfondsen zijn zich bewust van hun belangrijke rol in de promotie van gezonde leefgewoonten. De eigen werknemers zijn dan ook het visitekaartje van die visie. Ook in 2011 ondersteunde de dienst Gezondheidspromotie diverse initiatieven die genomen werden door een groepje enthousiaste werknemers. Onder de noemer Fit & Fun zagen heel wat acties het licht: de verdeling van fruit (heel het jaar door) en van soep (in de wintermaanden), de opstart van een groep beginnende lopers, de zwemmaandagen, de organisatie van een fietsdag en heel wat ateliers rond de drie belangrijkste thema s: welzijn, lichaamsbeweging en gezonde voeding (brood maken, massage do in, lachyoga, kliminitiatie, bereiding van smoothies, infosessie over chocolade, initiatie nordic walking enz). 27

28 Platform Chronische Ziekten Al meer dan zes jaar maken de Platformen Chronische Ziekten deel uit van de producten van de aanvullende verzekering, aangeboden door de Onafhankelijke Ziekenfondsen. In mei 2005 werd het diabetesplatform gelanceerd, een jaar later volgde dat voor obesitas. Wereldwijd lijden steeds meer mensen aan deze twee aandoeningen en ook België blijft niet gespaard. De aangeboden zorgtrajecten beantwoorden aan de medische aanbevelingen in dit verband en zijn op dit moment het enige middel om een lager, maar beter zorgverbruik te bewerkstelligen. Het Obesitasplatform Obesitas is een chronische aandoening die zowel kinderen als volwassenen treft. De Onafhankelijke Ziekenfondsen bieden een pakket van financiële tegemoetkomingen aan zodat hun leden met overgewicht op medisch vlak geholpen kunnen worden. Dit pakket van tegemoetkomingen bestaat uit twee benaderingen: individueel en multidisciplinair. In 2011 werd een lichte stijging van het aantal tegemoetkomingsaanvragen vastgesteld: tegenover in 2010 en dit voor een totaalbedrag van euro ( euro in 2010). Het Diabetesplatform Eén van de belangrijkste doelstellingen van het diabetesplatform is het vroegtijdig diagnosticeren van risicopersonen op vlak van diabetes via een financiële tegemoetkoming en een gestructureerde benadering van de opsporingsraadpleging bij de huisarts. De cijfers van het platform zijn ook dit jaar bemoedigend. Er werd een verhoging van het aantal tegemoetkomingen vastgesteld in 2011, waardoor het totale aantal gevallen steeg naar (tegenover in 2010) voor een totaalbedrag van ,97 euro ( euro voor 2010). Hieronder volgt een cijferoverzicht van de aanvragen per voordeel: AANTAL AANVRAGEN 2011 TERUGBETAALDE BEDRAGEN 2011 AANTAL AANVRAGEN 2011 TERUGBETAALDE BEDRAGEN 2011 Raadplegingen diëtist euro Evaluatiebilans euro Multidisciplinaire behandeling euro Opsporingen euro Prg fysieke activiteiten euro Zorgtrajecten euro Glucometers euro Eén van de doelstellingen van deze platformen is om de personen die aan deze aandoeningen lijden, bewust te maken van de noodzaak van een tenlasteneming. Deze is misschien complex, maar kan hun levenskwaliteit alleen maar 28 verbeteren, eens er positieve resultaten bereikt worden. Strips euro Uit deze gegevens kunnen we positief concluderen dat de initiële doelstellingen van dit platform bereikt worden: bijdragen tot de opsporing van diabetes en het voor diabetici mogelijk maken om hun ziekte beter te beheersen (zorgtrajecten en ter beschikking gesteld materiaal voor zelfcontrole - glucometer en strips).

29 Dringende zorgen in het buitenland (DZB) De reisbijstandsverzekering van de Onafhankelijke Ziekenfondsen bestaat uit twee luiken: de bijstand in het buitenland via de bijstandscentrale, en de mogelijkheid om de facturen voor medische verzorging, verstrekt in het buitenland, bij het ziekenfonds in te dienen voor terugbetaling. In 2011 werd Mediphone Assist door verzekerden gecontacteerd met vragen m.b.t. de medische zorg en dekking in het buitenland. Het jaar van de bevestiging Sinds 2010 werken de de Onafhankelijke Ziekenfondsen samen met Mondial Assistance, die instaat voor de dienstverlening van de reisbijstand. De reisbijstand heet sindsdien Mediphone Assist en is te contacteren via het telefoonnummer + 32 (0) De samenwerking verliep zeer goed tijdens het eerste jaar, met positieve resultaten inzake de kwaliteit van de dienstverlening alsook de financiële opvolging van de bijstanddossiers moest dus het jaar van de bevestiging worden. En die bevestiging is er inderdaad gekomen. Mediphone Assist In 2011 verleende Mediphone Assist bijstand in dossiers. Dat betekent een stijging met 1 % t.o.v Frankrijk (28 %), Spanje (16 %) en Turkije (14 %) zijn daarbij goed voor meer dan de helft van de dossiers. In 384 dossiers werd een medische repatriëring naar België noodzakelijk geacht, een daling met 2 % t.o.v De bijstandscentrale repatrieerde vooral verzekerden uit Frankrijk (134 repatriëringen), Spanje (64) en Italië (33). De totale uitgaven voor de behandeling van deze dringende dossiers bedroegen ,58 euro, een stijging met 18 % t.o.v Mediphone Assist kan ook gecontacteerd worden voor vragen over buitenlandse verstrekkers (artsen, tandartsen, ziekenhuizen, apotheken, verpleegkundigen), over de medische dekking in het buitenland en over de terugbetaling van kosten voor medische verzorging in het buitenland. In 2011 werd Mediphone Assist door verzekerden gecontacteerd met vragen hieromtrent. Dat is een stijging met 32 % t.o.v Er werden vooral vragen gesteld over de dekking van de reisbijstand Mediphone Assist, over de terugbetaling van de medische kosten in het buitenland en over de Europese Ziekteverzekeringskaart. De vragen betroffen verblijven in 86 verschillende landen. Tarifering a posteriori In het kader van de dienst Dringende Zorgen in het Buitenland werden in dossiers getarifeerd, een stijging met 3 % t.o.v De meeste tariferingen gebeurden voor medische kosten in Frankrijk ( dossiers), Spanje (4.683) en Turkije (3.008). 29