EMIGRATIE: CARRIEREPAD OF LEVENSSTIJL?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EMIGRATIE: CARRIEREPAD OF LEVENSSTIJL?"

Transcriptie

1 Nederlandse Arbeidsmarktdag 2011 EMIGRATIE: CARRIEREPAD OF LEVENSSTIJL? De rol van de arbeidsmarkt in de emigratiebeslissing van jonge hoger opgeleiden Inge van der Welle, Regioplan, Jeanine Klaver, Regioplan, CONCEPTVERSIE niet citeren zonder toestemming van de auteurs 1

2 EMIGRATIE: CARRIEREPAD OF LEVENSSTIJL? De rol van de arbeidsmarkt in de emigratiebeslissing van jonge hoger opgeleiden 1 Inge van der Welle & Jeanine Klaver Een avontuurlijke geest en een verlangen naar rust, ruimte en mooie natuur zijn volgens recent onderzoek de belangrijkste drijfveren van autochtone emigranten die vertrekken uit hoogontwikkelde landen zoals Nederland. Werk, inkomen en kansen op de arbeidsmarkt zijn van ondergeschikt belang. De vraag is of dit ook op gaat voor allochtonen die Nederland verlaten. Berichten in de media over de toenemende emigratie van jonge allochtonen geven een ander beeld. De emigratie van hoger opgeleide Turkse Nederlanders naar Turkije zou toenemen vanwege discriminatie op de Nederlandse arbeidsmarkt enerzijds en de kansen in groeiende Turkse economie anderzijds. De vraag is: hoe verschillen de migratiemotieven van allochtone emigranten van autochtone emigranten en welke rol speelt de arbeidsmarkt? 1.1 Inleiding Het eerste decennium van de 21 ste eeuw is de emigratie uit Nederland flink toegenomen. Er was in de jaren zelfs sprake van een vertrekoverschot. Deze situatie had zich sinds de jaren vijftig niet meer in die mate voorgedaan. Hoewel exacte cijfers ontbreken werd gesignaleerd dat onder deze groeiende groep emigranten relatief veel hoger opgeleiden zijn, waaronder ook allochtone hoger opgeleiden. Vanuit de politiek werd zorgelijk gereageerd op deze cijfers omdat selectief vertrek van hoger opgeleiden op termijn negatieve gevolgen kan hebben voor de Nederlandse economie. Er werden onder meer Kamervragen gesteld over de aantrekkelijkheid van de Nederlandse kenniseconomie voor hoger opgeleiden. De Nederlandse overheid voert al enige jaren beleid om meer kennismigranten naar Nederland te halen door onder ander toelatingsprocedures te vereenvoudigen, een gunstige belastingregime voor expats in te voeren en buitenlandse bedrijven te werven om zich te vestigen in Nederland. Als er aan de andere kant echter sprake is van een selectieve uitstroom van hoger opgeleiden uit Nederland dan draagt dit mogelijk niet bij aan de beschikbaarheid van voldoende hoogopgeleide werknemers in ons land. De emigratiecijfers waren grond voor veel speculatie omtrent de redenen voor deze toename. Is het vooral een negatieve beoordeling van de kansen en mogelijkheden in Nederland die aanzetten tot emigratie of is het met name de aantrekkelijkheid van het bestemmingsland dat maakt dat mensen vertrekken? En gaat het dan vooral om meer economische of juist om meer sociale motieven? En in welke mate zijn er verschillen in beweegredenen tussen autochtone en allochtone hoger opgeleiden? 1 Deze paper is gebaseerd op een studie naar emigratiemotieven die de auteurs in 2010 hebben uitgevoerd voor het Ministerie van BZK. 2

3 Uit een recente studie naar kennismigranten (Berkhout, Smid en Volkerink, 2010) blijkt bijvoorbeeld dat Nederlandse kenniswerkers die emigreren zich vooral laten leiden in hun keuze door de aantrekkelijkheid van de woonomgeving in het bestemmingsland. Ook uit onderzoek van het NIDI (Van Dalen en Henkens 2008) komt naar voren dat nieteconomische motieven een belangrijke rol spelen in de hedendaagse emigratie. Om beter zicht te krijgen op wat hoger opgeleiden nu eigenlijk beweegt om uit Nederland te vertrekken en hoe zij de afweging maken is in 2010 een verkennend kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder ruim zestig (potentiële) emigranten die zich permanent of gedurende langere tijd in het buitenland willen vestigen. In deze paper staan de emigratiemotieven van deze jonge hoger opgeleide autochtone en allochtone Nederlanders centraal. Daarbij besteden we specifieke aandacht aan de rol die de arbeidsmarkt speelt in de hedendaagse emigratie van hoger opgeleiden uit Nederland en de verschillen in dominante emigratiemotieven tussen autochtone en allochtone emigranten. 1.2 Emigratie als rationele versus emotionele afweging De emigratiebeslissing als rationele afweging tussen kosten en baten Vanuit traditionele neoklassieke economische modellen wordt internationale migratie verklaard aan de hand van inkomens en loonverschillen tussen het land van herkomst en de landen van bestemming (Todaro, 1969; Hatton en Williamson, 2005). Het uitgangspunt is dat de migratiebeslissing door individuen wordt gemaakt op basis van een rationele afweging tussen kosten en baten. De migratieinvestering (de reis, het zoeken naar werk, het leren van een nieuwe taal, psychologische kosten door het verbreken van banden) wordt afgezet tegen de verwachte financiële, sociale of psychische opbrengsten. Deze theoretische benadering gaat uit van emigratie om de eigen situatie te verbeteren en deze zal voortduren zolang de kostenbatenanalyse positief uitpakt in het bestemmingsland. Emigratie is dan een stap in het arbeidscarrièrepad. De inschatting ten aanzien van de arbeidsmarkt in het bestemmingsland speelt hierbij een grote rol, maar ook andere factoren kunnen in deze kostenbatenanalyse worden betrokken. Ook ten aanzien van het verklaren van tijdelijke arbeidsmigratie wordt in de migratietheorie het loonverschil tussen vertrek en bestemmingsland beschouwd als een van de bepalende factoren voor migratie. In ontwikkelingslanden is dit verband ook vele malen aangetoond (Van Dalen, Groenewold en Schoorl; 2005). Daarnaast speelt bij tijdelijke arbeidsmigratie het effect van buitenlandse werkervaring op de carrièrekansen in Nederland bij terugkeer. Vanuit het uitgangspunt van een rationele afweging van kosten en baten zou tijdelijke arbeidsmigratie een positief (of op zijn minst een neutraal) effect moeten hebben op de loopbaanperspectieven in Nederland. Menselijk kapitaal is een belangrijke factor in emigratie. Het uitgangspunt is dat hoger opgeleiden en mensen die gezond zijn de investering die emigratie vraagt gemakkelijker terugverdienen en daardoor meer geneigd zijn om te emigreren. Ook geldt voor hoger opgeleiden dat zij 3

4 meer kansen hebben op de internationale arbeidsmarkt omdat daar meer mogelijkheden zijn om zich te specialiseren dan op de binnenlandse arbeidsmarkt (Van Dalen en Henkes, 2007). Ook leeftijd heeft een positief effect op migratie, Uit verschillende studies blijkt dat jongeren eerder geneigd zijn om te emigreren dan ouderen. Ook hier geldt dat hoe jonger de migrant is, hoe langer deze de kans heeft om de investering die emigratie met zich meebrengt kan terugverdienen (ibidem). Andere factoren die de arbeidsmigratie van (hoger) opgeleiden beïnvloeden is de werking van de internationale arbeidsmarkt en de formele mogelijkheden en barrières (met name met betrekking tot toelating en verblijf) die er bestaan om in het buitenland te gaan werken. In dit verband mogen studies die migratie relateren aan internationalisering van markten en bedrijven en meer specifiek het expansiebeleid van multinationals niet onvermeld blijven. Het opzetten van nieuwe activiteiten in het buitenland gaat vaak gepaard met al dan niet tijdelijke emigratie van hoog opgeleide managers en technici. Zo blijkt onder meer uit een recente studie van SEO onder buitenlandse kennismigranten in Nederland dat velen van hen zijn uitgezonden door hun buitenlandse werkgever. Dit geldt met name voor Aziatische kennismigranten, maar ook onder kennismigranten uit de Verenigde Staten en Canada komt dit veel voor (Berkhout, Smid en Volkerink, 2010). Uit dit onderzoek komt ook naar voren dat de meeste kennismigranten zelf invloed hadden op de keuze om te migreren; zij zagen de mogelijkheid die hun werkgever bood om in Nederland te gaan werken als een kans. Werkgelegenheid en carrièrekansen in feite dus een positieve beoordeling van de economische mogelijkheden in Nederland worden door deze kennismigranten het meest genoemd als reden voor hun migratie (ibidem). Persoonlijkheid, emotionele afwegingen en de sociale dimensie van de emigratiebeslissing Vanuit de sociologische en psychologische literatuur is kritiek op het terugbrengen van de migratiebeslissing tot een rationele afweging en wordt gewezen op de rol die emoties en persoonlijkheid spelen in de motieven om te emigreren (Berry 2001; De Jong, 2000). Zo wordt in sociaalpsychologische literatuur over migratiemotieven besteedt aandacht aan de karaktereigenschappen die, naast individuele kenmerken zoals leeftijd en opleiding, de kans op emigratie vergroten en het aanpassingsvermogen van migranten in de nieuwe samenleving bepalen. Twee persoonlijkheidskenmerken of competenties worden in dit verband vaak onderscheiden, te weten de avonturiers (sensation seekers) en de zelfbewusten (Van Dalen en Henkens, 2008; Horvath en Zuckerman, 1993; De Gaande Man, 1958). De avonturiers zijn bereid om meer risico s te nemen en zien eerder de kansen dan de potentiële bedreigingen van emigratie. De zelfbewusten of zelfredzamen hebben een vast vertrouwen dat zij het zullen redden in de nieuwe situatie. Daarnaast spelen meer emotionele en sociale aspecten een rol in emigratie. Het betreft dan bijvoorbeeld emotionele en sociale banden met het land van herkomt en het land van bestemming. Ook het zich thuis voelen in 4

5 een land is hiervan onderdeel. Deze meer emotionele en sociale dimensie kunnen we vatten in de begrippen identiteit en lifestyle. Identiteit als motivatie voor migratie heeft vooral te maken met de reflectie op de vraag wie ben ik en waar hoor ik en waar kom ik het beste tot mijn recht. Uit onderzoek onder migrantengroepen blijkt bijvoorbeeld dat de etnische identiteit een cruciale factor is in het ontwikkelen van transnationale en hybride identiteiten en transnationale activiteiten (Cassarino, 2004; Portes, Guarnizo en Landolt, 1999). De etnische identiteit en het gevoel van verbondenheid dat daar mee samenhangt, kunnen een belangrijke motivator zijn om te (r)emigreren, zonder dat daar een zorgvuldige afweging tussen kosten en baten aan ten grondslag ligt. De verwachting is dan dat vooral degenen die zich sterk identificeren met de eigen etnische groep voor terugkeer naar het herkomstland kiezen. Tot slot wordt in verschillende studies gewezen op aspecten die te maken hebben met het publieke domein, dat wil zeggen de waardering of beleving van de sociale en fysieke omgeving (o.a. Van Dalen en Henkens, 2008). Migratie vindt niet plaats vanwege een economische kostenbatenanalyse maar is veeleer het resultaat van het willen realiseren van een andere manier van leven en het streven naar geluk waarvan men verwacht dat dit in het land van vertrek om allerlei reden niet haalbaar is. Deze emigratie wordt ook wel getypeerd als lifestyle emigratie (Henkens, Van Dalen en Nicolaas, 2011). Overigens kan de arbeidsmarkt in deze migratie wel degelijk een rol spelen, maar dan vooral als voorwaarde om te kunnen emigreren in plaats van als dominant motief voor emigratie. Verwachtingen verschillen tussen autochtone en allochtone emigranten Aan de hand van de theorieën over migratiemotieven kunnen een aantal verwachtingen worden geformuleerd over mogelijke verschillende drijfveren van allochtone en autochtone emigranten en de rol die de arbeidsmarkt daarbij speelt. Op grond van puur economische theorieën over emigratie van hoger opgeleiden is de migratiebeslissing het gevolg van een rationele afweging tussen kosten en baten. Dit zou betekenen dat deze migranten er financieel op vooruitgaan in het land van bestemming, ofwel als gevolg van een hoger salaris of vanwege lagere kosten van levensonderhoud. In hoeverre dit ook in een hoog ontwikkeld land als Nederland zo is, blijft echter de vraag. Er zijn immers veel meer landen met een lager welvaartsniveau, dan met een hoger welvaartsniveau, waardoor voor een gemiddelde emigrant het realiseren van een verbetering van de economische en maatschappelijke positie nog niet zo gemakkelijk is. Uit andere studies blijkt dat inkomensverbeteringen en arbeidsmarktkansen slechts een beperkte rol spelen in emigratiebeslissingen (Van Dalen, Henkens en Nicolaas, 2011). Tegelijkertijd kent de Nederlandse arbeidsmarkt verschillende barrières (bijv. opleidingsvereisten, discriminatie) waardoor niet iedereen dezelfde uitgangspositie heeft. De positie van nietwesterse allochtonen, waaronder Marokkanen, Turken en Surinamers, blijft nog altijd achter bij de positie van autochtonen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze verschillen 5

6 zijn niet simpelweg het resultaat van verschillen in leeftijdssamenstelling en opleidingsniveau, maar ook het gevolg van bijvoorbeeld sociale netwerken, discriminatie en culturele verschillen (Bouma, Coenen en Kerckhaert. 2011). De verwachting is dat: Economische motieven om te emigreren bij allochtone jongeren dominanter zijn dan bij autochtone jongeren omdat allochtonen over het algemeen een minder goede uitgangspositie hebben op de Nederlandse arbeidsmarkt en bij emigratie mogelijk eerder een economische verbetering van hun positie kunnen realiseren. Ook in de rol van emotionele motieven verwachten we verschillen. Een aanzienlijk deel van de allochtone emigranten vertrekt naar hun herkomstland (of naar dat van hun ouders), een land waar zij al eerder een deel van hun leven doorbrachten, sociale contacten hebben en waarmee zij zich verbonden voelen. De band van autochtone emigranten met het bestemmingsland is vaak beperkter: zij kennen het land van vakanties, zakelijke contacten of zijn er misschien nog nooit geweest. Als gevolg van de verschillen in migratieachtergrond en transnationale identiteiten evenals banden met het land van herkomst verwachten we dat: De migratiegeneigdheid van jonge allochtonen groter is dan die van autochtone jongeren. Het ontrafelen van migratiemotieven is niet gemakkelijk en deze zijn bovendien altijd gelaagd. Er zijn uiteindelijk verschillende factoren die een rol spelen in de emigratiebeslissing. Niet alle motieven zullen even dominant zijn. Daarnaast is er een onderscheid tussen aspecten van het land van vertrek (pushfactoren) en aspecten in het land van bestemming (pullfactoren) die aan een migratiewens ten grondslag liggen. Ten einde de hedendaagse emigratie van hoger opgeleiden uit Nederland te kunnen begrijpen, moeten deze verschillende motieven in kaart gebracht worden. De vragen waarop we in dit paper een antwoord op proberen te geven zijn: Wat zijn de (dominante) motieven van jonge hoger opgeleiden om Nederland te verlaten? Welke rol speelt de arbeidsmarkt zowel in Nederland als in het bestemmingsland in de emigratiebeslissing? In hoeverre verschillen emigratiemotieven tussen autochtone, Turkse, Marokkaanse en Surinaamse hoger opgeleiden? Dit paper bestaat uit twee delen. In het eerste deel schetsen we op basis van CBSgegevens en andere bronnen een beeld van de hedendaagse emigratie uit Nederland en de omvang van de emigratie van jonge autochtone, Turkse, Marokkaanse en Surinaamse emigranten. Vervolgens gaan we in het tweede deel in op de motieven die ten grondslag liggen aan de emigratie van jonge hoger opgeleiden. Daarbij besteden we expliciet aandacht aan de verschillen tussen autochtonen en (verschillende groepen) allochtonen. 6

7 1.3 Emigratie uit Nederland Beschikbare emigratiecijfers hebben betrekking op personen die voor een periode van minimaal acht maanden in het buitenland verblijven. Dit betekent dat tijdelijke migratie in het kader van arbeid of studie niet in de statistieken terugkeren. 2 Het uitgangspunt voor emigratiecijfers is de aan de gemeente gemelde emigratie. Niet iedereen meldt echter een vertrek bij de gemeente. Om toch een zo nauwkeurig mogelijk beeld te krijgen van de omvang van emigratie, wordt een administratieve correctie toegevoegd aan de cijfers. Dit betekent dat personen van wie de verblijfplaats bij de gemeente niet langer bekend is en die zich niet hebben ingeschreven bij een andere Nederlandse gemeente, bij de gemelde emigratie worden opgeteld (CBS 2010). We maken waar mogelijk gebruik van de cijfers inclusief administratieve correcties. Het opleidingsniveau van degenen die Nederland verlaten en hun migratiemotief zijn onbekend. Uit surveyonderzoek blijkt wel dat hoger opgeleiden relatief vaker emigreren dan lager opgeleiden (Van Dalen en Henkens 2008), maar in hoeverre er sprake is van een toenemend aantal hoger opgeleiden dat ons land verlaat valt op basis van de beschikbare cijfers niet vast te stellen. Ontwikkeling emigratie Na een daling van emigratie begin jaren tachtig, nam vanaf het begin van de jaren negentig de emigratie gestaag toe en bereikte een hoogtepunt in 2006 (figuur 1). Nederland leek een emigratieland geworden, waaruit meer mensen vertrekken dan er binnenkomen. Na 2006 daalde de emigratie echter weer en in combinatie met een toename van de immigratie was het migratiesaldo weer positief. In 2010 verlieten in totaal ruim personen Nederland voor een periode van tenminste acht maanden. 2 Van Dalen en Henkens (2008) schatten op basis van een survey onder een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking dat circa zes procent van de personen in de leeftijd tussen de 25 en 60 jaar tijdelijk voor werk of studie in het buitenland verblijft. 7

8 Figuur Omvang emigratie (inclusief administratieve correctie) uit Nederland naar herkomstgroepering Immigratie Emigratie (incl. admincorr.) Bron: CBS 2011 De achtergrond van deze emigranten is divers: ongeveer een derde bestaat uit autochtone Nederlanders, een derde zijn Westerse allochtonen en een derde zijn nietwesterse allochtonen. Voor de allochtone emigranten geldt dat zij met name behoren tot de eerste generatie. Het aandeel tweede generatie allochtone emigranten is beperkt. De emigratie van westerse allochtonen neemt de afgelopen jaren nog altijd toe, terwijl de emigratie van autochtonen en nietwesterse allochtonen is afgenomen (figuur 2). Figuur 2 Omvang emigratie (inclusief administratieve correctie) uit Nederland naar herkomstgroepering Bron: CBS 2011 Autochtoon Niet westerse allochtoon Westerse allochtoon 8

9 In 2010 valt bijna twee derde (65%) van de emigranten in de leeftijdscategorie 20 tot 45 jaar. Een kleine 18 procent is jonger dan 20 jaar. Dit zullen in de meeste gevallen meemigrerende kinderen zijn. Het aandeel pensioenmigranten dat na hun 65 ste jaar vertrek is zeer beperkt (zie ook figuur 3). Figuur 3 Emigratie (inclusief administratieve correcties) vanuit Nederland naar leeftijd in 2010, in percentages 2,5 14,96 17,93 64,61 0 tot 20 jaar 20 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 jaar of ouder Bron: CBS 2011 Hoewel de meeste emigranten tussen de 20 en 45 jaar zijn en dus Nederland verlaten in de (meest) productieve fase hun leven, is het niet zo dat deze leeftijdsgroep nu massaal uit Nederland vertrekt. Tabel 1 laat voor de vier groepen die in dit onderzoek centraal stonden zien welk deel van de 20 tot 45 jaren Nederland verlaat (voor een periode van tenminste 8 maanden). Tabel 1 Aandeel 20 tot 45 jarige emigranten naar de totale populatie jarigen naar herkomst groep in 2009 Autochtone Turkse Surinaamse Marokkaanse Aantal emigranten jaar Aantal jarigen in populatie Nederlanders Nederlanders Nederlanders Nederlanders % emigranten 0,4% 1,2% 0,6% 1,0% Bron: CBS 2010 Turkse Nederlanders in deze leeftijdscategorie emigreren relatief het meest en autochtone Nederlanders relatief het minst. Voor alle vier groepen geldt echter dat maar een zeer klein percentage variërend tussen 0,4 en 1,2 procent van de 20 tot 45 jarigen er voor kiest om zijn heil buiten Nederland te zoeken. Wellicht zijn hoger opgeleiden hierin oververtegenwoordigd, maar de geringe absolute aantallen geven al aan dat geen sprake is van een massale brain drain. 9

10 Bestemmingen Tot slot is het interessant om te bezien naar welke landen jonge emigranten tussen 20 en 45 jaar vertrekken. Tabel 2 geeft een overzicht van de belangrijkste bestemmingslanden per onderzochte groep. Opvallend is dat de buurlanden en dan vooral België bij alle groepen in trek zijn. Daarnaast zijn er ook een aantal interessante verschillen. Zo is de aantrekkingskracht van het land van herkomst onder Turkse en Surinaamse Nederlanders veel groter dan onder Marokkaanse Nederlanders. Dit heeft, zoals we in de volgende paragraaf zullen beargumenteren, onder meer te maken met de gepercipieerde kansen in het land van herkomst. Tabel 2 Emigratiebestemmingen van 2045 jarigen naar herkomstgroep in 2009, in percentages Autochtone Turkse Surinaamse Marokkaanse Nederlanders Nederlanders Nederlanders Australië 5% 0% 0% 0% België 16% 15% 14% 39% Duitsland 14% 10% 3% 3% Frankrijk 3% 1% 1% 5% Marokko 0% 0% 0% 17% Nederlandse Antillen + Aruba 7% 0% 8% 1% Spanje 5% 0% 3% 5% Suriname 1% 0% 40% 0% Turkije 1% 39% 0% 0% Verenigd Koninkrijk 7% 1% 4% 2% Verenigde Staten 6% 0% 3% 0% Onbekend 3% 28% 11% 23% Anders 32% 6% 13% 5% Totaal 100% 100% 100% 100% Bron: CBS 2010 Nederlanders 1.4 Opzet van het onderzoek In dit onderzoek stonden vier groepen jonge (potentiële) emigranten centraal in de leeftijd van 20 tot en met 45 jaar met een afgeronde opleiding op minimaal MBO+ niveau, namelijk autochtone, Marokkaanse, Turkse en Surinaamse Nederlanders. Zij hadden concrete plannen om te emigreren met de intentie om zich gedurende langere tijd in het buitenland te vestigen. Er was sprake van een concreet emigratieplan indien de vertrekdatum bekend was of de respondent aangaf binnen ongeveer een jaar te vertrekken en al bezig was met de voorbereidingen. Tijdelijke migratie, bijvoorbeeld in het kader van studie of werk, valt buiten het bereik van deze studie. In uitgebreide persoonlijke gesprekken met deze jonge emigranten is systematisch in kaart gebracht wat hen motiveert om Nederland te willen verlaten. In periode meiaugustus 2010 zijn in totaal 63 gesprekken gevoerd met potentiële emigranten: 26 autochtone Nederlanders, 16 Turkse 10

11 Nederlanders, 13 Surinaamse Nederlanders en 8 Marokkaanse Nederlanders. In aanvulling op de individuele gesprekken werden ook gesprekken gevoerd met verschillende stakeholders die vanwege hun netwerk en werkzaamheden zicht hebben op de emigratiemotieven van één van de drie allochtone emigrantengroepen. Daarnaast werden een groepsgesprek met hbostudenten van Marokkaanse afkomst en inventariserende gesprekken met de aanwezigen op het jubileumcongres van het Surinaamse Inspraak Orgaan gehouden om de bevindingen uit de individuele gesprekken te complementeren en te toetsen Emigratiemotieven en de rol van de arbeidsmarkt Ook al kiest slechts een kleine groep voor emigratie, de verhalen van emigranten geven wel inzicht in het oordeel over de Nederlandse samenleving, waaronder de beleving van de Nederlandse arbeidsmarkt in relatie tot kansen in het buitenland. In de gesprekken met potentiële emigranten is op verschillende manieren gevraagd naar de rol van aan de arbeidsmarkt gelieerde aspecten in de emigratiebeslissing. Het gaat dan vooral om drie factoren: kansen, financiën, en aanzien. De leidende vraag was of de potentiële emigrant door te emigreren een verbetering van zijn of haar financiële en of maatschappelijke positie verwacht te realiseren en in hoeverre zij deze aspecten meenemen in hun migratiebeslissing. In hoeverre speelt de arbeidsmarkt als push, dan wel pullfactor en hoe maken zij de afweging? Economische aantrekkingskracht Voor alle vier groepen emigranten geldt dat hun emigratie zeker niet wordt gedreven door onvoldoende kansen op de Nederlandse arbeidsmarkt. De meeste respondenten vertrokken juist vanuit een goede positie in Nederland. Wel komt discriminatie op de arbeidsmarkt geregeld terug in de verhalen van de emigranten als pushfactor: Vrouw, Turkse herkomst, 28 jaar emigreert naar Turkije Als je een hoofddoek hebt dan moet je jezelf goed verdedigen. Ik zou niet weten wat ik moet doen als ik in Nederland word ontslagen. Ik zorg wel dat mensen over mijn hoofddoek heen kijken, ik kan mijzelf bewijzen. [Maar] ik moet eerst solliciteren, je kunt je pas daarna bewijzen. Vroeger werd er niet naar gekeken, nu is het gelijk hé een islamiet. Voor mij is de arbeidsmarkt zo negatief, omdat ik bang ben geen baan te kunnen vinden als dat moet. Man, Turkse herkomst, 24 jaar, emigreert naar Turkije Ik denk dat het toch meespeelt dat je een buitenlander bent. Wanneer een werkgever de mogelijkheid heeft om te kiezen tussen een buitenlander of een Nederlander is heel vaak de keuze toch snel gemaakt. In dat opzicht is het wel redelijk negatief. 3 Meer informatie over de onderzoeksopzet en uitvoering in: Klaver, J., J. Stouten en I. van der Welle (2010). Emigratie uit Nederland. Een verkennende studie naar de emigratiemotieven van hoger opgeleiden. Amsterdam: Regioplan 11

12 De potentiële emigranten zijn veelal positief over hun kansen op de arbeidsmarkt in het bestemmingsland. Zij schatten hun kansen op de daar beter of gelijk in als in Nederland. Slechts een enkeling ziet voor zichzelf of voor gezinsleden kleinere kansen in het bestemmingsland. Deze kansen hebben overigens niet alleen te maken met het kunnen vinden van een passende baan, maar ook met de mogelijkheid voor een baan die inhoudelijk aantrekkelijker is, meer erkenning geniet of meer persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden biedt: Vrouw (autochtoon), 30 jaar, emigreert naar Zweden: Ik werk in de zorg, iedereen in de zorg loopt op hun tenen. Het hard werken voor weinig geld. Nederland en zorg kan ik kort over zijn, we worden niet beloond voor hetgeen we doen. Het is veel beter geregeld in Scandinavië. Dat de emigranten hun eigen kansen positief inschatten, betekent niet dat zij de arbeidsmarkt benoemen als een belangrijke pullfactor. Een flink deel van de jonge Turkse en Surinaamse emigranten en een kleiner, maar nog altijd aanzienlijk, deel van de jonge Marokkaanse emigranten vertrekken naar hun land van herkomst. De economische situatie in deze landen en de uitgangspositie van de terugkeerders verschillen echter enorm en dat komt terug in de emigratiemotieven. Turkije wordt vooral geportretteerd als het land van mogelijkheden. Daarnaast beheersen de meeste Turkse Nederlanders het Turks voldoende om zich (goed) te kunnen redden in het Turkse bedrijfsleven, wat hun kansen vergroot. Man, Turkse herkomst, 26 jaar, emigreert naar Turkije In Turkije zijn veel meer kansen op de arbeidsmarkt. Het is een groter land en gevarieerder. Het is makkelijker om aan een baan te komen, hier is meer bureaucratie. Je moet hier meer regelen en daar is een diploma goed. Suriname wordt door de respondenten op twee verschillende manieren bekeken: als een ontwikkelingsland waaraan zij zelf door hun expertise of achtergrond een bijdrage kunnen leveren, of als een opkomende economie waarvan zij mogelijk kunnen profiteren. Het beeld van Marokko is ook tweeledig, aan de ene kant het beeld van een zeer gesloten arbeidsmarkt, waar het moeilijk tussenkomen is en een netwerk van cruciaal belang is, en aan de andere kant het beeld van een opkomend land met investeringsmogelijkheden. Taalbeheersing speelt een rol in de perceptie van kansen. Vaak beheersen zij het MarokkaansArabisch en het Frans onvoldoende om een kans te maken op een goede baan in Marokko. Vrouw, Marokkaanse herkomst, 26 jaar, emigreert naar Marokko Ik zie het als een opkomend land, economisch gezien. Ik zie dat je daar financieel succesvoller kan zijn dan hier. Hoe meer je hier verdient, hoe meer belasting je moet betalen. Ik zie daar meer investeringsmogelijkheden als je wat geld op zij hebt, kan je dat heel snel verdubbelen of verdriedubbelen door een appartement te kopen en te verhuren of een stuk land te kopen en dat te verpachten inderdaad. 12

13 Voor de Turkse emigranten zijn economische pullfactoren doorslaggevend. Hun vertrek wordt ingegeven door economische mogelijkheden en ontwikkelingen in Turkije en veel van de jonge emigranten vestigen zich in grote Turkse steden zoals Istanbul of Ankara of in de toeristische gebieden aan de Turkse westkust (zie ook Sincer 2007). Turkse hoger opgeleiden zien voor zichzelf mogelijkheden in Turkije hun maatschappelijke positie te verbeteren. Het vooruitzicht van een goede baan in Turkije en een hogere levensstandaard zijn vaak de concrete aanleiding om daadwerkelijk te vertrekken. Vrouw, Turkse herkomst, 29 jaar, emigreert naar Turkije Economisch gaat het veel beter, er zijn natuurlijk tegenstellingen zoals ik al zei. Het land ontwikkelt zich in snel tempo, het is een sterk economisch land aan het worden. En mensen die er werken hebben het er ook heel goed. Inkomenszekerheid speelt een grote rol. Ik zou niet zonder zekerheid van inkomen emigreren. Vrouw, Turkse herkomst, 31 jaar, emigreert naar Turkije Ik ken wel Turkse mensen die hier geboren zijn en die zeggen: ik wil niet naar Turkije en ik vind het hier beter dan daar. De meerderheid van die mensen heeft hier een beter leven dan daar in Turkije. Maar als ik naar Turkije ga dan krijg ik een beter leven dan hier. Die mensen komen vaak van de kleine steden, met minder economische mogelijkheden. Ik heb meer mogelijkheden om [in Istanbul] een beter leven op te bouwen. [...] Ik kom uit een goede familie. Ik heb een goede opleiding. Ik heb een goede omgeving, goede vrienden en familieleden. Ik heb daar goede kansen. [ ] Het is een mogelijkhedenwereld. Hier zijn je mogelijkheden beperkt. De kansen op de arbeidsmarkt in het bestemmingsland spelen zowel bij de autochtone, Surinaamse en Marokkaanse emigranten een ondergeschikte rol in hun emigratiebeslissing. Man, autochtoon, 37 jaar, emigreert naar Australië De kansen op de arbeidsmarkt spelen niet een grote rol. Ik vind het land fantastisch en de mensen ook. Het klimaat, de ruimte en de natuur zijn super. En die banen, dat komt wel. Ik moet overal werken. De financiële positie en kosten voor levensonderhoud spelen vaker dan de kansen op de arbeidsmarkt (op de achtergrond) mee in de beslissing, ook bij autochtone, Surinaamse en Marokkaanse emigranten. Bestaanszekerheid is dan echter veelal een voorwaarde voor een vertrek en niet zozeer een dominant vertrekmotief. Er zijn wel verschillen tussen de vier groepen. Autochtonen lijken bereid meer risico te nemen, er heerst groot vertrouwen dat het hen wel zal lukken in het bestemmingsland een nieuw bestaan op te bouwen. Zij gaan er daarnaast veel minder vaak dan de Marokkaanse, Turkse en Surinaamse respondenten vanuit dat de financiële positie van hun huishouden in het bestemmingsland beter zal zijn. Ongeveer de helft van de autochtone respondenten verwacht een verbetering van de financiële positie 13

14 ten opzichte van een ruime meerderheid tot vrijwel alle Marokkaanse, Turkse en Surinaamse respondenten. Vrouw, autochtoon, 37 jaar, emigreert naar Laos Als je daar wilt werken, kan je werken. [Maar werk] speelt eigenlijk geen rol, want ik ga toch. Natuurlijk moet je geld verdienen, maar ik ben niet zo moeilijk. Ik ga alles doen wat ik daar kan doen in het begin. Het is niet zo dat ik van te voren moet weten, [of] ik daar genoeg geld [kan] verdienen, want ik ga toch en dat komt wel goed. De Surinaamse respondenten vertrokken vooral naar landen die zij al goed kenden (Suriname, Nederlandse Antillen) en zij benadrukten veel meer het belang van enige bestaanszekerheid in het bestemmingsland als voorwaarde voor hun emigratie. Met verzekering van een redelijk inkomen, verwachten zij er financieel op vooruit te gaan, omdat de kosten voor levensonderhoud in Suriname of een ander bestemmingsland lager zijn. Vrouw, Surinaamse afkomst, 23 jaar, emigreert naar Suriname Je hebt goede kansen op de arbeidsmarkt in Suriname als je uit Nederland komt, zeker nu, door de nieuwe overheid, dat biedt nieuwe kansen. Ik neem mijn studiefinanciering mee, en zou niet zijn gegaan als ik geen studiefinanciering kreeg, omdat ik dan geen inkomen zou hebben. Carrièrepad, levensstijl of herkenning? Emigratiemotieven zijn gelaagd en economische motieven of het verbeteren van de maatschappelijke of financiële positie staan nooit op zichzelf. Een emigratiebeslissing wordt nooit alleen ingegeven door carrièremogelijkheden en een hogere levensstandaard. Veel Turkse emigranten geven aan te verwachten dat hun kwaliteit van leven zal toenemen door de emigratie. Deze kwaliteit van leven verwijst naast het verbeteren van hun economische positie, ook naar aspecten op het persoonlijke en sociale vlak: Man, Turkse herkomst, 29 jaar, recent geëmigreerd naar Turkije: Voor mij lag de toekomst in Turkije. Ook al (zou het) een tijdelijke zet zijn, ik wilde niet in Nederland blijven. Daar zag ik niets. Daar was ik zeker van. Daarnaast is het misschien toch ook wel het avontuurlijke in me. Ik wilde niet leven met de gedachte dat als ik niet naar Turkije zou gaan, ik in Nederland mijn leven op zou moeten bouwen en geen prettig leven heb. Er lagen mogelijkheden in Turkije. Het was nu of nooit. En de scheiding speelde mee natuurlijk. En de Turkse gemeenschap in Nederland die je in Turkije niet hebt. Daar zijn de normale stadse, moderne Turken. Op grond van de interviews met emigranten en de gesprekken met stakeholders zijn er wel patronen te herkennen in de dominante vertrekmotieven en de relatie tussen economische motieven en andere motieven. Figuur 4 geeft hiervan een overzicht. Het dominante emigratiemotief van autochtonen ligt in de waardering van het publieke domein, en dan vooral in de fysieke component daarvan. Een gebrek aan rust, ruimte en natuur zijn oorzaken voor hun aanstaande vertrek. De aantrekkingskracht van de 14

15 bestemmingslanden ligt voor hen ook veelal in deze aspecten. Ook het sociale en politieke klimaat in Nederland wordt wel genoemd; zij vinden de samenleving verhard en zijn kritisch over de multiculturele samenleving en hoe de Nederlandse politiek hier mee omgaat (te slap of juist te streng). Dit is echter zelden een motief voor hun vertrek. Vrouw, autochtoon, 30 jaar, emigreert naar Zweden of Noorwegen De omgeving is belangrijk. Het klimaat is geen reden. Het is daar wel schoner, maar dat is niet het belangrijkste. We denken erover na, wat voor leven en ruimte we de kinderen willen geven. We willen een mooie omgeving. Met veel natuur, daar zijn we het beiden over eens. In Nederland wonen veel mensen, het is hier vol en druk. Er zijn maar kleine tuintjes. Er is te weinig leefruimte voor jezelf. De buren kunnen meeluisteren als je in de tuin zit. In Zweden is het beter Het publieke domein komt ook bij de andere emigranten duidelijk terug, maar dan vooral als pushfactor. Het zijn dan niet zozeer de fysieke aspecten van Nederland die zij willen ontvluchten, maar juist het politieke en sociale klimaat. Vooral de Marokkaanse en Turkse respondenten gaven aan dat hun vertrek mede is ingegeven door het veranderde politieke klimaat en de verharde toon van het integratiedebat in Nederland. Het gevoel niet welkom te zijn als individu, en in eerste instantie als vertegenwoordiger van een groep worden benaderd, zet hen aan het denken of zij voor zichzelf en hun kinderen een toekomst zien in Nederland. Vrouw, Marokkaanse herkomst, 21 jaar, emigreert naar Marokko [Het politieke klimaat] speelt een heleboel mee. Nederland is een vrij land, met vrijheid van meningsuiting, maar sommige uitlatingen van politici, die kunnen niet. De islam achterlijk noemen vind ik een belediging, en dat dat kan [in de Nederlandse politiek]. Dat de PVV ook zoveel invloed heeft nu. Ik heb dit jaar niet gestemd, het heeft toch geen zin. Bovendien ga ik toch weg. Voor de Surinaamse respondenten speelt binnen het publieke domein vooral het sociale klimaat, waarbij het gaat om omgangsvormen en het levenstempo. Vrouw, Surinaamse herkomst, 23 jaar, emigreert naar Suriname Ik ben het hier gewoon zat. Het levenstempo is heel hoog. Ik heb het gevoel dat ik alleen maar aan het werk ben om de huur te betalen, en af en toe wat leuks te doen. Het leven is hier alleen maar: werken, slapen, sporten, werken In Suriname kom je makkelijker tot jezelf, na het werk ben je in een uur in een discovery channel achtige omgeving Naast het publieke domeinen spelen bij de allochtone groepen ook andere emotionele motieven een prominente rol. Vooral voor de Turkse en Marokkaanse respondenten speelt ook de identiteitskwestie mee in hun migratiebeslissing als zij vertrekken naar het land van herkomst. 15

16 Man, Turkse herkomst, 21 jaar, emigreert naar Turkije Het belangrijkste [emigratiemotief voor mij is] dat we ooit daar vandaan zijn gekomen. Daar wil ik ook weer naartoe. Mijn grootouders hebben allemaal daar geleefd en dat wil ik ook. Vrouw, Turkse herkomst, 36 jaar, emigreert naar Turkije De belangrijkste reden is dat we er vandaan komen. Anders zouden we net zo goed naar een ander land kunnen gaan. Bijvoorbeeld Zwitserland, want daar kreeg mijn man werk aangeboden. Maar ik heb altijd al de wens gehad om terug te gaan. Mijn man woont pas acht jaar hier. Hij heeft zich nooit goed kunnen aanpassen, alhoewel hij in twee jaar Nederlands heeft geleerd en zijn master hier heeft gedaan. Hij voelt zich niet meer thuis in Nederland. Hij heeft het gevoel dat hij niet gewild is. Ik voel dat minder dan hem omdat ik hier langer woon. In Turkije heb je dat niet. En ook sociale binding weegt sterk mee bij emigratie naar het herkomstland. Man, Turkse herkomst, 26 jaar, emigreert naar Turkije Familie en vrienden spelen een grote rol, ik kan daar veel aan vragen en op hen terugvallen. Er wordt gemakkelijk binnen het land gereisd door bijvoorbeeld familie. Iedereen staat voor elkaar klaar. Je hebt daar geen bejaardentehuizen en dergelijke, je verzorgt je eigen ouders. De familie is [in Nederland] niet zo sterk aanwezig als in Turkije. Dat mis ik. Daar is de familie er altijd voor je en ze helpen je op elke manier die ze kunnen. Ze leven daar niet langs elkaar heen maar met elkaar Tot slot spelen voor alle vier groepen ook persoonlijkheidsaspecten mee. Dit komt onder de autochtone emigranten wel sterker naar voren, dan bij de migrantengroepen. Het opzoeken van avontuur, een nieuwe uitdaging en vooral ook altijd al hebben geweten op een bepaald moment naar het buitenland te vertrekken. 16

17 Figuur 4 RATIONEEL Kansen arbeidsmarkt Financiële positie / kosten Maatschappelijke positie Overzicht dominante emigratiemotieven naar herkomstgroep Autochtoon TurkseNL SurinaamseNL MarokkaanseNL + *** ++ ** + ** ++ ** EMOTIONEEL +++ *** Waardering publieke domein Sociale binding / relaties Identiteit Persoonlijkheid * ** ++ ** * ** + * * ** ++ ** (zeer dominante push factor), ++ (dominante push factor), + (speelt mee als push factor) *** (zeer dominante pull factor), ++ (dominante pull factor), + (speelt mee als pull factor) (geen belangrijke motivatie voor vertrek / nvt) 1.6 Conclusie Een eerste belangrijke bevinding is dat er geen sprake is van een massaal vertrek van (hoger opgeleide) 2045 jarigen uit Nederland. Het aandeel uit deze leeftijdscategorie dat er voor kiest om uit Nederland te vertrekken is beperkt en ligt tussen 0,5 en 1 procent. In absolute zin betrof het in 2009 ruim personen in de vier groepen die onderwerp van deze studie waren. Dit zijn lang niet allemaal hoger opgeleiden en niet iedereen verlaat Nederland (min of meer) permanent. Om het een en ander in perspectief te plaatsen: in 2009 kwamen er bijna arbeidsmigranten naar Nederland, waaronder ook hoger opgeleiden. Ruim personen vroegen een verblijfsvergunning onder de kennismigrantenregeling 4 aan. Ondanks dat het vertrek niet massaal is, is het toch interessant om aandacht te besteden aan de emigratiemotieven van hedendaagse hoger opgeleide emigranten (omdat hier mogelijk indicaties te vinden zijn voor onvrede met de Nederlandse samenleving inclusief de arbeidsmarkt) en om een beeld te krijgen van de verschillen in motieven tussen verschillende herkomstgroepen. Spelen er bij de allochtone emigranten ander motieven dan bij de autochtone emigranten? Op grond van het onderzoek kunnen we de volgende conclusies trekken. Zoals verwacht is de emigratiegeneigdheid van jonge allochtone emigranten groter, dan van autochtone emigranten. Tegelijkertijd zijn ook de verschillen tussen de allochtone groepen groot. Zo is de migratiegeneigdheid veel groter 4 Deze regeling gaat niet uit van het opleidingsniveau om iemand als kennismigrant te definieren, maar hanteert een inkomensgrens. 17

18 onder de Marokkaanse en Turkse 2045 jarigen dan onder de Surinaamse jarigen. Het aandeel emigranten in de Surinaamse groep, ligt dichterbij het aandeel autochtone emigranten dan bij het aandeel Marokkaanse en Turkse emigranten. Het is echter niet zo dat we deze grotere emigratiegeneigdheid eenvoudigweg kunnen verklaren vanuit de banden die er zijn met het land van herkomst. Het onderzoek laat namelijk zien dat het land van bestemming voor de Marokkaanse, Turkse en Surinaamse emigranten zeker niet automatisch het land van herkomst is. Een meerderheid vertrekt naar andere landen, waarbij vooral de buurlanden populair zijn. Overigens hebben de emigranten in deze buurlanden vaak sociale contacten (familie of vrienden) die deel uitmaken van transnationale netwerken die een rol spelen in migratie. Wat betreft de rol van economische motieven in de emigratiebeslissing en de verwachting dat deze voor allochtone emigranten sterker zou zijn dan voor autochtone emigranten, zijn de uitkomsten wat diffuus. Voor de autochtonen geldt dat betere arbeidsmogelijkheden in het land van bestemming zelden een dominante reden is voor emigratie. Autochtone emigranten zijn op dit vlak vaak meer bereid om risico te nemen en vertrouwen erop dat zij wel op hun pootjes terecht zullen komen. Uit de verhalen van de emigranten komt niet eenduidig naar voren dat voor de allochtone emigranten de arbeidsmarkt in het bestemmingsland een prominentere rol speelt in de emigratiebeslissing dan voor autochtonen. De verschillen tussen de groepen zijn groot en komen voort uit het imago van het herkomstland, de economische situatie en de gepercipieerde mogelijkheden. Voor de Turkse respondenten zijn de groeiende economie en de mogelijkheden op de Turkse arbeidsmarkt de belangrijkste pullfactor. De goede economische situatie in Turkije fungeert veelal als een belangrijke voorwaarde voor emigratie. Het garandeert een bepaalde levensstandaard. De positie op de Nederlandse arbeidsmarkt is echter minder doorslaggevend, hoewel discriminatieervaringen en het gebrek aan banen wel werden genoemd. Bij de Marokkaanse en Surinaamse emigranten is de economische aantrekkingskracht van het herkomstland veel minder. Tot slot, geldt zowel voor autochtone emigranten als voor allochtone emigranten dat het publieke domein een voorname rol speelt in hun emigratiebeslissing. Het accent ligt bij de allochtone groepen wel op andere aspecten van het publieke domein dan bij autochtonen. De Marokkaanse en Turkse emigranten noemden vooral het Nederlandse politieke klimaat. De Surinaamse emigranten noemden vooral het sociale klimaat en de autochtone emigranten de fysieke aspecten. Deze negatieve beoordeling van economische kansen (als gevolg van discriminatie) en van het publieke domein zijn signalen van maatschappelijke onvrede die sommigen er toe aanzet om, als de gelegenheid zich voordoet, Nederland te verlaten. Hier ligt voor de overheid, bijvoorbeeld door het krachtig bestrijden van (arbeidsmarkt)discriminatie, wel een taak. 18

19 LITERATUUR Berkhout, E., T. Smid en M. Volkerink (2010). Wat beweegt kennismigranten? Een analyse van de concurrentiekracht van NL bij het aantrekken van kennismigranten. Amsterdam: SEO. Berry, J.W. (2001). A psychology of immigration. Journal of Social Issues, 57: Bouma, S., L. Coenen & A. Kerckhaert (2011). Arbeidsmarktpositie van nietwesterse allochtonen. De stand van zaken. Zoetermeer: Research voor Beleid. Cassarino, J. (2004). Theorising Return Migration: The Conceptual Approach to Return Migrants Revisited. International Journal on Multicultural Societies, 6 (2): Dalen, H. van, G. Groenewold en J.J. Schoorl (2005). Out of Africa: what drives the pressure to emigrate? Journal of Population Economics, 18(4): Dalen, H. van en K. Henkens (2007). Longing for the Good Life: Understanding Emigration from a HighIncome Country. Population and Development Review, 33 (1): Dalen, H. van en K. Henkens (2008). Weg uit Nederland. Emigratie aan het begin van de 21 e eeuw. Amsterdam: KNAW press. Van Dalen, H., K. Henkens en H. Nicolaas (2011). De stille krachten achter emigratie. Economisch Statistische Berichten, 96 (4609), 29 april De Gaande Man (1958) De Gaande Man. Gronden van de emigratiebeslissing. Rapport naar aanleiding van een onderzoek verricht in opdracht van de regeringscommissaris voor de emigratie met een inleiding door prof. Sj. Groenman. Den Haag: Staatsdrukkerij en uitgeverijbedrijf. Hatton, T.J. en J.G. Williamson (2005). What fundamentals drive world migration? In: G.J. Borjas en J. Crisp (red.). Poverty, International Migration and Asylum, pg New York: Palgrave MacMillan Horvath, P. en M. Zuckerman (1993). Sensation Seeking, Risk Appraisal, and Risky Behavior. Personality and Individual Differences, 14: Jong, G.F. de (2000). Expectations, gender, and norms in migration decisionmaking. Population Studies, 54:

20 Klaver, J., J. Stouten en I. van der Welle (2010). Emigratie uit Nederland. Een verkennende studie naar de emigratiemotieven van hoger opgeleiden. Amsterdam: Regioplan Portes, A., L.E. Guarnizo en P. Landolt (1999). The study of transnationalism: pitfalls and promise of an emergent research field. Ethnic and Racial Studies 22 (2): Sincer, e. (2007) Turkish Flight. The effects of the emigration of highly educated Dutch citizens of Turkish origin on the Dutch economy. Master thesis. Erasmus School of Economics, Erasmus University of Rotterdam. Todaro, M. P. (1969). A model of labor migration and urban unemployment in less developed countries. The American Economic Review, 59(1):

Wat beweegt kennismigranten?

Wat beweegt kennismigranten? Wat beweegt kennismigranten? seminar arbeidsmigratie NIDI-NVD 30 maart 2011 Ernest Berkhout www.seo.nl e.berkhout@seo.nl - +31 20 525 1630 Wat beweegt kennismigranten EZ: Hoe concurrerend is NL bij het

Nadere informatie

Weg uit Nederland Emigratie aan het begin van de 21e eeuw. Kène Henkens & Harry van Dalen NIDI en Universiteit van Tilburg

Weg uit Nederland Emigratie aan het begin van de 21e eeuw. Kène Henkens & Harry van Dalen NIDI en Universiteit van Tilburg Weg uit Nederland Emigratie aan het begin van de 21e eeuw Kène Henkens & Harry van Dalen NIDI en Universiteit van Tilburg Onderzoeksvragen Wat zijn de emigratie-intenties van Nederlanders? Wat komt er

Nadere informatie

Wie hebben emigratieplannen?

Wie hebben emigratieplannen? Wie hebben emigratieplannen? -welk land? -terug? Arie de Graaf Inhoud presentatie -Achtergrond van de databron -Welke vragen zijn gesteld aan de respondenten -Emigratieplannen van autochtonen -Emigratieplannen

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

EMIGRATIE UIT NEDERLAND. Een verkennende studie naar de emigratiemotieven van hoger opgeleiden

EMIGRATIE UIT NEDERLAND. Een verkennende studie naar de emigratiemotieven van hoger opgeleiden EMIGRATIE UIT NEDERLAND Een verkennende studie naar de emigratiemotieven van hoger opgeleiden EMIGRATIE UIT NEDERLAND Een verkennende studie naar de emigratiemotieven van hoger opgeleiden - eindrapport

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Emigrerende Nederlander heeft nooit heel erge haast

Emigrerende Nederlander heeft nooit heel erge haast Tekst 4 Emigrerende Nederlander heeft nooit heel erge haast 5 10 15 20 25 30 35 40 (1) Postbodes gezocht. Standplaats: Reykjavik. Vereist: een goede conditie. Kennis van de IJslandse taal niet nodig. Zomaar

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Vreemdelingenbeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

14 Hoofdstuk 1: Politieke ruimte voor Nederlanders in het buitenland

14 Hoofdstuk 1: Politieke ruimte voor Nederlanders in het buitenland Inhoudsopgave 6 Inleiding 14 Hoofdstuk 1: Politieke ruimte voor Nederlanders in het buitenland 16 Frankrijk 19 Italië 22 Kroatië 25 Portugal 28 Zwitserland 33 Deelconclusies (I) 34 Hoofdstuk 2: Economische

Nadere informatie

Emigratie hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/63721

Emigratie hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/63721 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 04 May 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/63721 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. MIGRATIE EN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING kaarten 1 en 2 Spreiding allochtonen in Den Haag kaart 1 kaart 2 uit Indonesië totaal

Nadere informatie

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Gemengd Amsterdam * in cijfers* Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat

Nadere informatie

Ik vertrek, maar waarom? De emigratie van Nederlanders

Ik vertrek, maar waarom? De emigratie van Nederlanders Ik vertrek, maar waarom? De emigratie van Nederlanders Harry van Dalen Universiteit van Tilburg, CentER en NIDI Kène Henkens Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut, Den Haag Harry van Dalen,

Nadere informatie

Nederland: van immigratie- naar emigratieland?

Nederland: van immigratie- naar emigratieland? Han Nicolaas Sinds 196 is Nederland in feite vrijwel onafgebroken een immigratieland geweest: het aantal immigranten naar Nederland overtrof het aantal mensen dat Nederland verliet. Aan deze situatie is

Nadere informatie

4. Kans op echtscheiding

4. Kans op echtscheiding 4. Kans op echtscheiding Niet-westerse allochtonen hebben een grotere kans op echtscheiding dan autochtonen. Tussen de verschillende groepen niet-westerse allochtonen bestaan in dit opzicht echter grote

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Emigratie hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

Emigratie hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 11 december 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/63721 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Wat beweegt kennismigranten?

Wat beweegt kennismigranten? Wat beweegt kennismigranten? Arbeidsmarktcongres Steunpunt WSE Leuven, 12 dec. 2011 Ernest Berkhout Maikel Volkerink www.seo.nl e.berkhout@seo.nl - +31 20 525 1630 Wat beweegt kennismigranten EZ: Hoe concurrerend

Nadere informatie

Provincie Flevoland Verkenning toekomstvisie leefomgeving Atelier Flevo-perspectieven, 29 maart 2016

Provincie Flevoland Verkenning toekomstvisie leefomgeving Atelier Flevo-perspectieven, 29 maart 2016 Provincie Flevoland Verkenning toekomstvisie leefomgeving Atelier Flevo-perspectieven, 29 maart 2016 De Flevo-context: immigratie en acculturatie in Nederland, en arbeidsmigratiedruk in traditionale herkomstlanden

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER?

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? Amsterdam, november 2011 Auteur: Dr. Christine L. Carabain NCDO Telefoon (020) 5688 8764 Fax (020) 568 8787 E-mail: c.carabain@ncdo.nl 1 2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting

Nadere informatie

CBS-berichten: Arbeidsmigratie naar en uit Nederland

CBS-berichten: Arbeidsmigratie naar en uit Nederland André Corpeleijn* Inleiding Arbeidsmigratie is de laatste tien jaar weer in de belangstelling gekomen. De uitbreiding van de Europese Unie en de komst van Oost-Europese werknemers naar Nederland hebben

Nadere informatie

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting door Anne 1154 woorden 12 april 2017 6,3 46 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Bevolkingsspreiding: de manier

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming - Internationalisering Leidse regio www.leidenincijfers.nl BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl

Nadere informatie

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker

Nadere informatie

Migranten: wie komen, wie gaan terug en wie laten hun gezin overkomen?

Migranten: wie komen, wie gaan terug en wie laten hun gezin overkomen? Han Nicolaas 1), Arno Sprangers 1), Aslan Zorlu 2) en Joop Hartog 2) In telde Nederland 121 duizend immigranten, 12 duizend minder dan in. Van de immigranten in hadden 87 duizend een niet-nederlandse nationaliteit.

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Tempo vergrijzing loopt op

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Tempo vergrijzing loopt op Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-083 17 december 2010 9.30 uur Tempo vergrijzing loopt op Komende 5 jaar half miljoen 65-plussers erbij Babyboomers leven jaren langer dan vooroorlogse

Nadere informatie

Emigratie hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/63721

Emigratie hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/63721 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 18 August 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/63721 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Migratie van Nederland naar Alberta (Canada)

Migratie van Nederland naar Alberta (Canada) Migratie van Nederland naar Alberta (Canada) Waarom mensen migreren Mark ter Veer 10 Maart 2010 University of Alberta Association for Canadian Studies in the Netherlands Overzicht >Introductie >Twee voorbeelden

Nadere informatie

2. Groei allochtone bevolking fors minder

2. Groei allochtone bevolking fors minder 2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Allochtonenprognose 2002 2050: bijna twee miljoen niet-westerse allochtonen in 2010

Allochtonenprognose 2002 2050: bijna twee miljoen niet-westerse allochtonen in 2010 Allochtonenprognose 22 25: bijna twee miljoen niet-westerse allochtonen in 21 Maarten Alders Volgens de nieuwe allochtonenprognose van het CBS neemt het aantal niet-westerse allochtonen toe van 1,6 miljoen

Nadere informatie

Aantrekkelijkheid van Nederland voor kennismigranten Managementsamenvatting

Aantrekkelijkheid van Nederland voor kennismigranten Managementsamenvatting Aantrekkelijkheid van Nederland voor kennismigranten Managementsamenvatting Aantrekkelijkheid van Nederland voor kennismigranten - MANAGEMENTSAMENVATTING - Auteurs Corine Buers Jeanine Klaver

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - I

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. MIGRATIE EN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING tekst 1 De gemeenschap van mijn overgrootvader vormt een van oudste minderheidsgroepen

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Artikelen. Allochtonenprognose : naar 5 miljoen allochtonen

Artikelen. Allochtonenprognose : naar 5 miljoen allochtonen Artikelen Allochtonenprognose 28 2: naar miljoen allochtonen Joop Garssen en Coen van Duin Volgens de nieuwe allochtonenprognose zal Nederland in 2 bijna, miljoen allochtonen tellen, 1,8 miljoen meer dan

Nadere informatie

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni 2009 6,1 33 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2.1 Migratie Wat is migratie? migratie = van woonplaats veranderen Als je let op de

Nadere informatie

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet nummer 7 november 2006 Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Na een aantal jaren van groei is door een toenemend vertrek

Nadere informatie

Bevolkingsprognose : veronderstellingen over emigratie

Bevolkingsprognose : veronderstellingen over emigratie Bevolkingsprognose 6: veronderstellingen over emigratie Han Nicolaas, Coen van Duin, Stephan Verschuren en Elma Wobma De emigratieveronderstellingen voor de bevolkingsprognose zijn voor een groot deel

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

Bijlagen Bouwend aan een toekomst in Nederland

Bijlagen Bouwend aan een toekomst in Nederland Bijlagen Bouwend aan een toekomst in Nederland Pagina 1 van 24 Inhoud Bijlagen bij hoofdstuk 1 5 Bijlage B1.1 5 Bijlagen bij hoofdstuk 2 6 Figuur B2.1 6 Figuur B2.2 7 Figuur B2.3 8 Bijlagen bij hoofdstuk

Nadere informatie

Verhuizers onder in- en uitstroom WWB

Verhuizers onder in- en uitstroom WWB Verhuizers onder in- en uitstroom WWB Februari 2013 Afdeling Onderzoek en Statistiek i.o.v. afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling 1 omvang onbekend Conclusie: rol van verhuizingen in ontwikkeling WWB-bestand

Nadere informatie

Retourmigratie eerste generatie Turken

Retourmigratie eerste generatie Turken Retourmigratie eerste generatie Turken Anita Böcker (a.bocker@jur.ru.nl) : Wie keert terug en waarom? Ontwikkeling remigratiecijfers vanaf jaren 60 Kenmerken recente remigranten Gebruik Remigratiewet Lopend

Nadere informatie

Administratieve correcties in de bevolkingsstatistieken

Administratieve correcties in de bevolkingsstatistieken Maarten Alders en Han Nicolaas Het saldo van administratieve afvoeringen en opnemingen is doorgaans negatief. Dit saldo wordt vaak geïnterpreteerd als vertrek naar het buitenland. Het aandeel in het totale

Nadere informatie

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl) Indicator 13 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2012 woonden er in Nederland

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Arbeidsmigranten uit Roemenie en Bulgarije

Arbeidsmigranten uit Roemenie en Bulgarije Arbeidsmigranten uit Roemenie en Bulgarije Godfried Engbersen (Erasmus Universiteit Rotterdam) Praktijkcongres Huisvesting en inburgering van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa, Utrecht 9 december

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 1. Aanleiding en afbakening Het ministerie van SZW heeft CBS gevraagd door het combineren van verschillende databestanden meer inzicht te geven in de omvang en kenmerken

Nadere informatie

Bevolkingsprognose : veronderstellingen over emigratie

Bevolkingsprognose : veronderstellingen over emigratie Bevolkingsprognose 5: veronderstellingen over emigratie Han Nicolaas De uitkomsten van de nieuwe bevolkings- en allochtonenprognose zijn mede gebaseerd op veronderstellingen over het toekomstig aantal

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) In de jaren zestig van de vorige eeuw merkte Jane Jacobs op dat steden gedijen door sociale en economische diversiteit. In haar invloedrijke boeken The Death and Life of

Nadere informatie

Emigratie van hoogopgeleide Turks- Duitse en -Nederlandse jongeren naar Turkije

Emigratie van hoogopgeleide Turks- Duitse en -Nederlandse jongeren naar Turkije FORUM Factsheet Emigratie van hoogopgeleide Turks- Duitse en -Nederlandse jongeren naar Turkije Alfons Fermin a Samenvatting en conclusies Deze factsheet behandelt de recente emigratie van Turkse Nederlandse

Nadere informatie

Inhoudsopgave hoofdstuk 2

Inhoudsopgave hoofdstuk 2 -46- Inhoudsopgave hoofdstuk 2 Samenvatting hoofdstuk 2 Tabellen: 2.1 Loop van de bevolking 2.2 Loop van de bevolking in Haaglanden per gemeente, Zuid-Holland en Nederland in 2013 2.3 Loop van de bevolking

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Factsheet Demografische ontwikkelingen Factsheet Demografische ontwikkelingen 1. Inleiding In deze factsheet van ACB Kenniscentrum aandacht voor de demografische ontwikkelingen in Nederland en in het bijzonder in de provincie Noord-Holland.

Nadere informatie

Arbeidsmarkttransities van recente niet-westerse immigranten in Nederland

Arbeidsmarkttransities van recente niet-westerse immigranten in Nederland Arbeidsmarkttransities van recente niet-westerse immigranten in Nederland Jennissen, R.P.W. & Oudhof, J. (Reds.). 2007. Ontwikkelingen in de maatschappelijke participatie van allochtonen: Een theoretische

Nadere informatie

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

Bevolkingsprognose 2008-2050: veronderstellingen over emigratie

Bevolkingsprognose 2008-2050: veronderstellingen over emigratie Bevolkingsprognose -: veronderstellingen over emigratie Han Nicolaas De uitkomsten van de nieuwe bevolkings- en allochtonenprognose zijn mede gebaseerd op veronderstellingen over het toekomstig aantal

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Oudere migranten in Nederland. Jeroen Ooijevaar NVD-seminar oudere migranten, 6 oktober 2017

Oudere migranten in Nederland. Jeroen Ooijevaar NVD-seminar oudere migranten, 6 oktober 2017 Oudere migranten in Nederland Jeroen Ooijevaar NVD-seminar oudere migranten, 6 oktober 2017 Inhoud Over het CBS Historie Stand Prognose Emigratie Verder onderzoek 2 Over het CBS 3 Even kennismaken 4 Het

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Remigratie en pendelen

Remigratie en pendelen Remigratie en pendelen Seminar Oudere migranten in Nederland, 6 oktober 2017 Anita Böcker (a.bocker@jur.ru.nl) Remigratie en pendelen Ouderen met een Turkse achtergrond MiReKoç onderzoeksproject met Canan

Nadere informatie

Weinig mensen sociaal aan de kant

Weinig mensen sociaal aan de kant Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, @ FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, september 29 Samenvatting De werkloosheid onder de 1 tot 2 jarige Nederlanders is in het 2 e kwartaal van 29 met

Nadere informatie

Langer in Nederland : ontwikkelingen in de leefsituatie van migranten uit Polen en Bulgarije in de eerste jaren na migratie : bijlagen

Langer in Nederland : ontwikkelingen in de leefsituatie van migranten uit Polen en Bulgarije in de eerste jaren na migratie : bijlagen Opdrachtgever SZW Opdrachtnemer SCP / M. Gijsberts, M. Lubbers Onderzoek Langer in Nederland : ontwikkelingen in de leefsituatie van migranten uit Polen en Bulgarije in de eerste jaren na migratie : bijlagen

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 2011-2025

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 2011-2025 Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O Research

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond

Samenvatting. Achtergrond Samenvatting Achtergrond Ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking bestaat uit niet-westerse allochtonen. Hoewel dit een aanzienlijk deel van de bevolking betreft, weten we nog weinig van de wegen die

Nadere informatie

Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao.

Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao. Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao. Zaida Lake Inleiding Via de media zijn de laatste tijd discussies gaande omtrent de plaats die de buitenlandse arbeidskrachten

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE . > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Paraprofessionele functies Voor allochtone vrouwen zonder formele kwalificaties worden komende jaren paraprofessionele functies gecreëerd. Deze

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Prognose van de bevolking naar herkomst,

Prognose van de bevolking naar herkomst, Prognose van de bevolking naar herkomst, 6 Lenny Stoeldraijer en Joop Garssen In 6 zal Nederland ruim 7,7 miljoen inwoners tellen,, miljoen meer dan op dit moment. De samenstelling van de bevolking zal

Nadere informatie

2. Beter nu dan later

2. Beter nu dan later Daarom Duits 1. Engels is niet voldoende Natuurlijk is kennis van de Engelse taal essentieel, maar: Englisch ist ein Muss, Deutsch ist ein Plus. Uit een enquête onder bedrijven die actief zijn in Duitsland

Nadere informatie

11. Stijgende inkomens

11. Stijgende inkomens 11. Stijgende inkomens Tussen 1998 en 2000 is het gemiddelde inkomen van niet-westers allochtone huishoudens sterker toegenomen dan dat van autochtone huishoudens. De niet-westerse huishoudens hadden in

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

B en W-nummer 15.0379; besluit d.d. 12-5-2015. Onderwerp

B en W-nummer 15.0379; besluit d.d. 12-5-2015. Onderwerp B en W-nummer 15.0379; besluit d.d. 12-5-2015 Onderwerp Beantwoording van schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders van het raadslid A. Van den Boogaard (PvdA) inzake Arbeidsparticipatie

Nadere informatie

Bevolkingsprognose : veronderstellingen over emigratie11

Bevolkingsprognose : veronderstellingen over emigratie11 Bevolkingsprognose 21 26: veronderstellingen over emigratie11 Han Nicolaas, Coen van Duin, Stephan Verschuren en Elma Wobma Publicatiedatum CBS-website: 2-mei-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens.

Nadere informatie

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag?

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag? Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over vakantiegedrag van mensen. Het maakt je duidelijk waarom mensen met vakantie gaan en hoe de keuze voor een vakantie tot stand komt. Wat wordt er van jou

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-085 18 december 2008 9.30 uur Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038 Nog 1 miljoen inwoners erbij, inwonertal zal harder groeien dan eerder gedacht

Nadere informatie

Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010

Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010 Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010 Studentenhuisvesting - Feiten en trends 2010-1- Studenten Aantal ingeschreven voltijd studenten in bekostigde HBO- en WO-instellingen in Nederland 2009-2010 2008-2009

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Parallellen tussen België en Nederland

Parallellen tussen België en Nederland Parallellen tussen België en Nederland Integratie in Nederland Beleidstheorie, beleidsinformatie en beleidsimplicaties Mechelen 8 mei 2018 Arjen Verweij Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen

Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen Mensen verhuizen om allerlei redenen. Om samen te wonen, voor werk of studie of vanwege de woning zelf. Deze verhuizingen spelen een

Nadere informatie