Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar DE TOEPASSING VAN DE PATIËNTENRECHTENWET BIJ GEÏNTERNEERDE PERSONEN Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Veerle Huysman (studentennr ) Promotor: Prof. Dr. T. Balthazar Commissaris: Dr. S. Tack

2

3 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar DE TOEPASSING VAN DE PATIËNTENRECHTENWET BIJ GEÏNTERNEERDE PERSONEN Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Veerle Huysman (studentennr ) Promotor: Prof. Dr. T. Balthazar Commissaris: Dr. S. Tack

4 Woord vooraf Voor ik het goed en wel besefte zat ik in het laatste jaar van mijn rechtenopleiding. Mijn studententijd is zoals bij velen voorbij gevlogen. Toch werd van mij verwacht dat ik nog een laatste grote opdracht tot een goed einde zou brengen om mijn opleiding volledig af te sluiten: een masterproef schrijven die handelt over patiëntenrechten toegepast op geïnterneerde personen. Het was geen eenvoudige opdracht, aangezien ik noch van patiëntenrechten noch van internering enige kennis had. Op het ogenblik dat wij een onderwerp dienden te kiezen, had ik de cursus gezondheidsrecht nog niet gevolgd. Toch ben ik al altijd enorm geboeid geweest in een thema als rechten van de patiënt. Een vriendin van mij werkt namelijk in een psychiatrisch ziekenhuis, waar onder andere patiënten zitten die gedwongen opgenomen worden. Hoe behandelt men eigenlijk mensen die niet volledig wils- of handelingsbekwaam zijn? Het is een vraag die mij bezig hield. Ik kon dan ook uren luisteren naar haar verhalen en vond het boeiend om de juridische kant van deze problematiek nader te bestuderen. Daarom wist ik dat dit onderwerp mij wel zou liggen en ging ik graag de uitdaging aan om te onderzoeken hoe patiëntenrechten uitgeoefend kunnen worden op geïnterneerde personen. Dit was weliswaar geen gemakkelijke opdracht, aangezien er over deze specifieke problematiek nog maar bijzonder weinig werd gepubliceerd. De materie is bovendien ook volop in beweging. Dit maakte de uitdaging des te groter. Ik zou van de gelegenheid graag gebruik willen maken om nog enkele mensen te bedanken. Eerst en vooral zou ik mijn promotor, Professor Balthazar, willen danken voor het beantwoorden van al mijn vragen en mij steeds op de goede weg te zetten. Verder wens ik ook commissaris Sylvie Tack te bedanken voor het nalezen en beoordelen van mijn masterproef. Vervolgens wens ik Joris Dheedene, Netwerkcoördinator internering Oost- en West-Vlaanderen van de FOD Volksgezondheid en Inge Decorte, ombudsvrouw geestelijke gezondheidszorg, te bedanken voor hun leerrijke uiteenzettingen over deze problematiek in de praktijk. Mijn dankbaarheid gaat ook uit naar Pascaline Lievens, voor het nalezen van mijn werk op spelling- en taalfouten. Als laatste wens ik ook mijn ouders en vrienden te bedanken voor hun steun om deze opdracht tot een goed einde te brengen. Gent, mei 2014

5 Probleemstelling De internering in België, de terbeschikkingstelling in Nederland en l irresponsabilité pénale pour cause de trouble mental in Frankrijk zijn al altijd een onderwerp van discussie geweest. Het is absoluut geen makkelijke kwestie om zich in te leven in de problematiek van geesteszieke delinquenten. De grote moeilijkheid ligt in het feit dat men rekening dient te houden met verschillende conflicterende belangen. Zo moet men telkens een afweging maken tussen de belangen van de maatschappij en die van de slachtoffers van delicten gepleegd door een delinquent enerzijds, maar anderzijds mag men zeker het recht van deze mensen op een therapeutische behandeling niet vergeten. Deze geestesgestoorde delinquenten verkeren echter zowel in de positie van de pleger van een strafbaar feit als in die van een psychiatrische patiënt, want de combinatie van psychische stoornis en ernstig delict staat hier centraal. Het gaat hier niet alleen over de veiligheid van de samenleving, er moet minstens evenveel aandacht worden geschonken aan het recht op verzorging. Zowel in België, Nederland als Frankrijk moet men echter vaststellen dat er zich in de realiteit nog heel wat problemen voordoen m.b.t. dit laatste aspect. Nochtans hebben geesteszieke delinquenten volgens de internationale en nationale wetgeving, net als alle andere burgers, recht op een adequate en kwaliteitsvolle geestelijke gezondheidszorg. België kent sinds 2002 een Patiëntenrechtenwet 1, die voorziet in een aantal waarborgen die in principe op eenieder van toepassing zou moeten zijn. Geïnterneerden zijn zonder twijfel patiënten, die met uitzondering van enkele zaken, vallen onder het toepassingsgebied van de Patiëntenrechtenwet. De sterkte van de Patiëntenrechtenwet is gelegen in het feit dat deze wet een enorm potentieel inhoudt om patiënten actief te laten participeren in hun behandeling en verzorging. Het uitgangspunt is dat deze rechten een bekrachtiging zijn van maatschappelijke waarden zoals de autonomie van de patiënt, integratie en participatie. Maar hoe is dat nu verenigbaar met personen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en onvrijwillig worden opgenomen. Het feit dat geïnterneerden vaak wilsonbekwaam zijn en daarenboven onder dwang worden opgenomen, maakt van deze personen een bijzondere categorie waar de patiëntenrechten uiterst moeilijk op toegepast kunnen worden. Wettelijk gezien zouden geïnterneerden hun patiëntenrechten onverkort moeten kunnen uitvoeren, maar in de praktijk blijkt deze toepassing evenwel niet zo vanzelfsprekend te zijn. Een tweede probleem dat zich stelt met betrekking tot de toepassing van de Patiëntenrechtenwet op geïnterneerde personen is de verhouding tussen de Patiëntenrechtenwet, de Interneringswet 2 en in bepaalde gevallen de Basiswet Gevangeniswezen 3. Op vele punten kunnen deze wetten naast elkaar bestaan en vormen zij een goeie aanvulling, maar in bepaalde gevallen doen er zich toch problemen voor. Vervolgens dient men er rekening mee te houden dat in hoeverre men zich kan beroepen op zijn patiëntenrechten sterk afhankelijk is van waar men als geïnterneerde terecht komt. Geïnterneerden kunnen zowel verblijven in een psychiatrische afdeling van de gevangenis als 1 Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de Patiënt, B.S. 26 september Wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, B.S. 13 juli Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, B.S. 1 februari 2005.

6 in een zorginstelling. Verder zal blijken dat met betrekking tot geïnterneerden die verblijven in een penitentiaire inrichting zich de grootste problemen voordoen. In dit onderzoek zal ik trachten na te gaan in welke mate geïnterneerden hun patiëntenrechten kunnen uitoefenen als gewone patiënten en wanneer dit niet het geval is, kijken wat de reden daarvan zou kunnen zijn. Ik zal wijzen op de knelpunten die zich kunnen voordoen en indien mogelijk oplossingen aanreiken. Vervolgens wordt de hierboven besproken problematiek vergeleken met de situatie in Nederland en Frankrijk. Door de bestudering van deze buitenlandse rechtsstelsels, kunnen immers oplossingen worden gevonden, die ook nuttig kunnen zijn voor het eigen rechtssysteem.

7 Methodologie Om de vooraf besproken problematiek te onderzoeken, zal ik deze masterproef in twee delen opsplitsen. In het eerste deel zal ik mij toespitsen op de internering in het algemeen. Daarbij zal ik de wettelijke regeling bespreken van zowel de situatie in België, Nederland als Frankrijk en indien er zich in de praktijk problemen voordoen, deze aanhalen. Voor wat betreft de situatie in Nederland en Frankrijk, wordt enkel het hoogst noodzakelijke besproken om het tweede deel van deze masterproef te kunnen begrijpen, namelijk de toepassing van de patiëntenrechten op geestesgestoorde delinquenten. Dit is zeker niet omdat het minder interessante rechtsstelsels zouden zijn, maar omdat de ruimte mij daartoe ontbreekt. Voor wat de Belgische situatie betreft, zal ik eerst de huidige regelgeving bespreken om deze vervolgens te vergelijken met de toekomstige regelgeving. De regelgeving van bleek immers niet operationeel, waardoor reeds nieuwe wetsvoorstellen werden gepubliceerd, die uiteindelijk leiden tot een nieuwe Interneringswet van Aangezien de wet van 2014 nog niet werd gepubliceerd (op datum van 10 mei 2014) zal ik met betrekking tot deze wet enkel de belangrijkste wijzigingen nader toelichten. In het tweede deel van deze masterproef komt de Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt 5 aan bod, bekeken door de ogen van een geïnterneerde persoon. De Interneringswet van 2007 is hier de basiswetgeving en de nieuwe wet van 2014 wordt enkel toegelicht voor zover deze wijzigingen teweegbrengt voor de toepassing van de patiëntenrechten. Indien ik verwijs in dit deel verwijs naar de Interneringswet, wordt de wet van 2007 bedoelt. Eerst en vooral zal ik bepaalde zaken bespreken, die relevant zijn om de toepassing van de Patiëntenrechtenwet op geïnterneerden beter te kunnen begrijpen. Hiermee bedoel ik onder andere de doelstelling van de Patiëntenrechtenwet, de verhouding van de wet ten opzichte van andere wetten en de wilsonbekwaamheid van bepaalde patiënten. Vervolgens bespreek ik de Patiëntenrechtenwet op een artikelsgewijze manier. Daarbij zal ik telkens eerst een korte toelichting geven van het patiëntenrecht op zich, om vervolgens te wijzen op de knelpunten die zich met betrekking tot geïnterneerden kunnen voordoen en indien mogelijk oplossingen aanreiken. Het ene patiëntenrecht zal uitgebreider behandeld worden dan het andere, omdat niet elk patiëntenrecht evenveel toepassingsproblemen zal kennen. Op die manier zal bijvoorbeeld artikel 10, het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, artikel 11, het recht om klacht in te dienen en artikel 11 bis, het recht op pijnbestrijding, van de Patiëntenrechtenwet niet besproken worden. Indien er vervolgens bij de toepassing van een bepaald patiëntenrecht, een onderscheid bestaat tussen een geïnterneerde die verblijft in een strafinrichting en een geïnterneerde die verblijft in een zorginstelling, zal ook dit onderscheid aangehaald worden. Vervolgens zal ik de hierboven besproken problematiek vergelijken met de situatie in Nederland en Frankrijk. Door de bestudering van deze buitenlandse rechtsstelsels, kunnen immers een groter aantal oplossingen worden gevonden, die ook nuttig kunnen zijn voor het eigen rechtssysteem. In het tweede deel zal ik ook de situatie in Nederland en Frankrijk minder uitgebreid behandelen dan de Belgische situatie. Voornamelijk wanneer de 4 Wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, B.S. 13 juli Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, B.S. 26 september 2002.

8 buitenlandse regelgeving de eigen situatie verduidelijkt of er een oplossing voor kan bieden, zal ik deze in kaart brengen. Bij de bestudering van deze materie, zal zeer snel duidelijk worden dat men zich niet enkel kan focussen op het recht. Ook ethische en medische aspecten zullen hier zeker hun rol in spelen. Met betrekking tot deze masterproef zou dit mij echter te ver leiden, waardoor ik mij in dit werk vooral zal concentreren op de juridische problemen die zich ter zake voordoen.

9 Inhoudsopgave Woord vooraf... 4 Probleemstelling... 5 Methodologie... 7 Inhoudsopgave... 6 Deel 1: De problematiek rond de internering en de geïnterneerden Titel 1: Wie zijn geïnterneerden? Hoofdstuk 1: Inleiding Afdeling 1: Geïnterneerden in België Afdeling 2: De terbeschikkingstelling in Nederland Afdeling 3: L irresponsabilté pénale pour cause de trouble mental in Frankrijk Hoofdstuk 2: Waar komen geïnterneerden terecht? Afdeling 1: België Afdeling 2: Nederland Afdeling 3: Frankrijk Hoofdstuk 3: Wettelijk kader Afdeling 1: België Afdeling 2: Nederland Afdeling 3: Frankrijk Titel 2: Huidige situatie Hoofdstuk 1: Toepassingsvoorwaarden Hoofdstuk 2: De verschillende te doorlopen fases Afdeling 1: De onderzoeksfase De wettelijke regeling in België De wettelijke regeling in Nederland De wettelijke regeling in Frankrijk De onderzoeksfase in de praktijk Afdeling 2: De beslissingsfase De wettelijke regeling in België De wettelijke regeling in Nederland De wettelijke regeling in Frankrijk Afdeling 3: De uitvoeringsfase De wettelijke regeling in België

10 2. De wettelijke regeling in Nederland De wettelijke regeling in Frankrijk De uitvoeringsfase in de praktijk Hoofdstuk 3: Besluit Titel 3: De wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis Hoofdstuk 1: Inleiding Hoofdstuk 2: Ideeën over de Interneringswet van Afdeling 1: Belangrijkste punten van kritiek Afdeling 2: Nieuwe wetsvoorstellen Hoofdstuk 3: De belangrijkste wijzigingen van de Interneringswet van 2007 en Afdeling 1: De onderzoeksfase Het psychiatrisch deskundigenonderzoek A. De Interneringswet van 21 april B. De Wet betreffende de internering van personen van De inobservatiestelling A. De Interneringswet van 21 april B. De Wet betreffende de internering van personen van Afdeling 2: De beslissingsfase Afdeling 3: De uitvoeringsfase De Interneringswet van De wet betreffende de internering van personen van A. Gespecialiseerde strafuitvoeringskamers B. De plaatsing C. Afstappen van trapsgewijze toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten.. 43 D. Vereenvoudiging van de procedures E. Beheer van het interneringsdossier Afdeling 4: Besluit Deel 2: De rechten van de patiënt toegepast op geïnterneerde personen Titel 1: Inleiding Titel 2: De Wet betreffende de rechten van de patiënt Hoofdstuk 1: Doelstelling Hoofdstuk 2: De verhouding van de Patiëntenrechtenwet met andere wetten Afdeling 1: Toepassingsgebied

11 Afdeling 2: De verhouding tussen de Patiëntenrechtenwet en andere wetten De Patiëntenrechtenwet in verhouding met de Interneringswet van : De Patiëntenrechtenwet in verhouding met de Basiswet Gevangeniswezen De verhouding tussen de Interneringswet en de Basiswet Gevangeniswezen Besluit toepassingsgebied Patiëntenrechtenwet op geïnterneerden Titel 3: De Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst in Nederland Hoofdstuk 1: Algemeen Hoofdstuk 2: De verhouding Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst en andere wetten Titel 4: Loi relative aux droits des malades et à la qualité du système de santé Titel 5: Wilsbekwaamheid bij geïnterneerden Hoofdstuk 1: Beoordeling wilsbekwaamheid Hoofdstuk 2: Wilsbekwaamheid en geïnterneerden Titel 6: De verschillende patiëntenrechten toegepast op geïnterneerde personen Hoofdstuk 1: Het recht op kwaliteitsvolle dienstverstrekking (artikel 5 Patiëntenrechtenwet) Afdeling 1: Algemeen Afdeling 2: Gevolgen met betrekking tot geïnterneerden : Discriminatieverbod De geïnterneerde moet worden opgenomen in een voor zijn problematiek geschikte instelling Afdeling 3: Toepassingsproblemen Het psychiatrisch deskundigenonderzoek A. De Interneringswet van B. De wet betreffende de internering van personen van De plaatsing in een voor zijn problematiek geschikte instelling A. Probleemstelling B. Aangereikte oplossingen met de wet betreffende de internering van personen van a. Algemeen b. Samenwerkingsakkoorden c. Versoepeling van de procedures d. Afstapping trapsgewijze systeem van de uitvoeringsmodaliteiten Tenuitvoerlegging van de interneringsmaatregel

12 Afdeling 4: Recht op kwaliteitsvolle dienstverstrekking in Nederland Algemeen Kwaliteitsvolle dienstverstrekking bij tbs ers Afdeling 5. Recht op kwaliteitsvolle dienstverstrekking in Frankrijk Afdeling 6: Besluit bij het recht op kwaliteitsvolle dienstverstrekking Hoofdstuk 2: Het recht op vrije keuze van beroepsbeoefenaar (artikel 6 Patiëntenrechtenwet) Afdeling 1: Algemeen Afdeling 2: Gevolgen met betrekking tot geïnterneerden Het psychiatrisch deskundigenonderzoek A. Algemeen B. Verzachting op de uitsluiting van het recht op vrije keuze van beroepsbeoefenaar C. Onverenigbaarheden Met betrekking tot de inobservatiestelling Tijdens de uitvoering van de interneringsmaatregel A. Tenuitvoerlegging in de psychiatrische afdeling van de gevangenis B. Tenuitvoerlegging in een zorginstelling Afdeling 3: Recht op vrije keuze van beroepsbeoefenaar in Nederland Tijdens het Pro Justitia-deskundigenonderzoek Tijdens de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel Afdeling 4: Recht op vrije keuze van beroepsbeoefenaar in Frankrijk Afdeling 5: Besluit bij het recht op vrije keuze van beroepsbeoefenaar Hoofdstuk 3: Het recht op informatie over de eigen gezondheidstoestand (artikel 7 Patiëntenrechtenwet) Afdeling 1: De informatieverschaffing Algemeen Gezondheidsinformatie versus toestemmingsinformatie De wijze van informatieverschaffing Gevolgen met betrekking tot geïnterneerden A. Belang van degelijke informatieverstrekking B. Extra maatregelen a. Tijdens het psychiatrisch deskundigenonderzoek b. Huishoudelijk reglement

13 c. De vertrouwenspersoon Algemeen Problematiek met betrekking tot de aanstelling bij handelings- of wilsonbekwame patiënten De vertrouwenspersoon en de geïnterneerde a. Belang van de vertrouwenspersoon b. De invulling van het begrip vertrouwenspersoon c. Probleem in de praktijk d. Wie kan aangesteld worden als vertrouwenspersoon? e. Punt van kritiek Afdeling 2: De wijze van informatieverschaffing in Nederland Algemeen Tbs ers en het recht op informatie De vertrouwenspersoon in Nederland Afdeling 3: De wijze van informatieverschaffing in Frankrijk Algemeen De vertrouwenspersoon Afdeling 4: Het onthouden van informatie Het recht om niet te weten A. België B. Nederland C. Frankrijk De therapeutische exceptie A. Algemeen B. De therapeutische exceptie en de wilsonbekwaamheid C. De therapeutische exceptie en de geïnterneerde D. Belang van de therapeutische exceptie bij geïnterneerden E. De therapeutische exceptie in Nederland F. De therapeutische exceptie in Frankrijk Afdeling 5: Besluit bij het recht op informatie over de eigen gezondheidstoestand Hoofdstuk 4: Het recht op geïnformeerde toestemming (artikel 8 Patiëntenrechtenwet) 93 Afdeling 1: Algemeen Afdeling 2: Voorwaarden voor een geldige toestemming Afdeling 3: Theorie van de relevante risico s

14 Afdeling 4: Gevolgen met betrekking tot geïnterneerden Enkel wilsbekwame patiënten kunnen een geldige toestemming geven A. De vertegenwoordiger a. Algemeen b. De vertegenwoordiger en de geïnterneerde Algemeen Problematiek in de praktijk De dwangbehandeling A. Algemeen B. Dwangbehandeling bij geïnterneerden a. De onderzoeksfase Het psychiatrisch deskundigenonderzoek De inobservatiestelling b. De uitvoeringsfase Geïnterneerden die verblijven in een zorginstelling a. Op grond van het internationaal recht b. Op basis van het gemeen recht Geïnterneerden die verblijven in een psychiatrische afdeling van de gevangenis Afdeling 5: Recht op geïnformeerde toestemming in Nederland Algemeen Dwangbehandeling Afdeling 6: Recht op geïnformeerde toestemming in Frankrijk Algemeen Dwangbehandeling Afdeling 7: Besluit bij het recht op geïnformeerde toestemming Hoofdstuk 5: Het recht op een patiëntendossier (artikel 9 Patiëntenrechtenwet) Afdeling 1: Algemeen Afdeling 2: Het recht op inzage en afschrift Doelstellingen Geïnterneerden en het recht op inzage en afschrift A. Tijdens de procedure tot toekenning van uitvoeringsmodaliteiten a. Het interneringsdossier b. Procedure tot recht van inzage en afschrift van het interneringsdossier

15 B. Tijdens de tenuitvoerlegging van de interneringsmaatregel a. Geïnterneerden die verblijven in een zorginstelling De geïnterneerde die handelingsonbekwaam of wilsonbekwaam is Gegevens die betrekking hebben op derden b. Geïnterneerden die verblijven in een penitentiaire inrichting C. Belang van het recht op inzage en afschrift bij geïnterneerden Afdeling 3: Recht op inzage en afschrift van een patiëntendossier in Nederland Afdeling 4: Recht op inzage en afschrift van het patiëntendossier in Frankrijk Afdeling 5: Besluit bij het recht op een patiëntendossier Algemeen besluit Bibliografie Wetgeving Supranationaal België Nederland Frankrijk Rechtspraak België Nederland Frankrijk Rechtsleer België Nederland Frankrijk

16 Deel 1: De problematiek rond de internering en de geïnterneerden Titel 1: Wie zijn geïnterneerden? Hoofdstuk 1: Inleiding Afdeling 1: Geïnterneerden in België 1 Geïnterneerden zijn mensen die een strafbaar feit hebben gepleegd en die zowel op het ogenblik van hun feiten als op het ogenblik wanneer ze verschijnen voor de strafrechter niet verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor hun daden. Men verklaart dergelijke personen ontoerekeningsvatbaar. Maar desondanks vormen ze een gevaar voor de maatschappij. Een rechterlijke instantie moet aldus beslissen of de feiten al dan niet zijn bewezen en als misdrijf kunnen worden gekwalificeerd. Het strafrechtelijk debat ter zake biedt alle waarborgen van tegenspraak. Tevens worden de slachtoffers betrokken bij de rechtspleging. Justitie blijft dus haar rol vervullen inzake de beslissing tot internering. 6 Het is immers maar zinvol iemand te straffen indien die persoon verantwoordelijk kan worden gesteld voor hetgeen hij verkeerd heeft gedaan. Om deze reden spreekt men in geval van internering niet van een straf, maar van een beveiligingsmaatregel. Deze maatregel streeft twee doelstellingen na, namelijk zowel de maatschappij beschermen als de geïnterneerde de nodige zorgen te verschaffen met het oog op een re-integratie in de maatschappij. Deze zienswijze werd door het Hof van Cassatie bevestigd in een arrest van In dat arrest stelt het Hof dat de internering geen straf is doch een maatregel met het oog op het beveiligen van de maatschappij en de curatieve behandeling van de betrokkene. Deze zienswijze is in overeenstemming met de ratio legis van de Wet Bescherming Maatschappij 8. De ratio legis werd zo opgevat dat geïnterneerden niet mochten worden behandeld als misdadigers doch als zieken: De dwangverpleging is geen straf, doch een maatregel tot maatschappelijk verweer en tevens een menschlievende maatregel 9. De geïnterneerde wordt aldus aanzien als een ziek persoon die moet worden behandeld. Aangezien het onmogelijk is op voorhand vast te leggen hoe lang dergelijke behandeling zal duren, is een interneringsmaatregel een maatregel van onbepaalde duur. Afdeling 2: De terbeschikkingstelling in Nederland 2 In Nederland spreekt men niet van de internering, maar van de terbeschikkingstelling, hierna tbs. Hier gaat het eveneens om een maatregel die de rechter kan opleggen aan personen die ernstige delicten gepleegd hebben en lijden aan een psychiatrische ziekte of stoornis waardoor ze deels of volledig ontoerekeningsvatbaar worden verklaard. De doelstelling van de tbs is net zoals in België het behandelen van de stoornis en het voorkomen van recidive, maar ook de maatschappij beschermen tegen 6 H., HEIMANS, Is er nog hoop voor geïnterneerden?, Orde Dag 2001, Cass. 23 maart 1964, Pas. 1964, I, Wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten, BS 11 mei 1930, vervangen door de wet van 1 juli 1964, B.S. 17 juli I., VAN DEN BERGE, De behandeling van geïnterneerden: een zorg van lange duur. Safety first?, RABG 2012,

17 geestelijk gestoorde delinquenten zolang dat nodig is. Toch is er enig verschil tussen de interneringsmaatregel en de tbs-maatregel. In België wordt men ofwel toerekeningsvatbaar ofwel ontoerekeningsvatbaar verklaard, terwijl er in Nederland vijf gradaties van toerekeningsvatbaarheid bestaan. Men spreekt dan van verminderde toerekeningsvatbaarheid. Om deze reden is het mogelijk dat men deels verantwoordelijk wordt geacht voor zijn daden en deels onverantwoordelijk. De tbs-maatregel kan aldus voorkomen in combinatie met een gevangenisstraf. De gevangenisstraf wordt dan eerst ten uitvoer gelegd en pas daarna de tbs-maatregel. Men spreekt in dat geval van een combinatievonnis. In België is van dergelijke tussenoplossing geen sprake. Afdeling 3: L irresponsabilté pénale pour cause de trouble mental in Frankrijk 3 In Frankrijk spreekt men over l irresponsabilité pénale pour cause de trouble mental. In artikel van de Code Pénal wordt een onderscheid gemaakt tussen l abolition le discernement en l altérnation le discernement. Om in Frankrijk strafrechtelijk onverantwoordelijk verklaard te kunnen worden dient er sprake te zijn van l abolition le discernement. Dit houdt in dat er een volledige afwezigheid moet zijn van het vermogen om een situatie met juistheid in te schatten. Indien een persoon op het ogenblik dat hij de feiten pleegde in mindere mate beschikte over een onderscheidingsvermogen, zal hij dientengevolge wel strafrechtelijk verantwoordelijk zijn en zal er dus een sanctie worden opgelegd in plaats van een maatregel. Van verminderde toerekeningsvatbaarheid is er zoals in Nederland strikt juridisch gezien geen sprake. Toch kent Frankrijk een mechanisme dat in de praktijk tot hetzelfde resultaat zal leiden als de verminderde toerekeningsvatbaarheid, waarvan sprake is in Nederland. Het gaat om la rétention de sûreté. Indien een persoon, veroordeeld voor zeer zwaarwichtige feiten, na het uitzitten van diens straf, nog bijzonder gevaarlijk is en de kans op recidive nog zeer groot is omdat deze lijdt aan ernstige persoonlijkheidsstoornissen, kan hem de maatregel la rétention de sûreté worden opgelegd. 10 Deze maatregel kan enkel worden toegepast onder zeer strikte voorwaarden aangezien dit het recht op vrijheid van de persoon in het gedrang brengt. Het verschil met de verminderde toerekeningsvatbaarheid in Nederland is echter dat bij de maatregel la rétention de sûreté niet vereist is dat de persoon op het ogenblik dat hij de feiten pleegde, al leed aan een geestesstoornis. Om deze reden wordt de betrokkene niet als strafrechtelijk onverantwoordelijk beschouwd. 11 Deze groep van personen zal ik verder niet meer behandelen aangezien zij strikt juridisch gezien niet overeenkomen met Belgische geïnterneerden door hun strafrechtelijke verantwoordelijk. Hoofdstuk 2: Waar komen geïnterneerden terecht? Afdeling 1: België 4 Geïnterneerden zitten in ons land verspreid over verschillende instellingen. In Wallonië en Brussel heb je de psychiatrische annexen van de gevangenis van Bergen, Namen, Jamioulx en Vorst. Vervolgens heb je de instelling voor sociaal verweer van 10 Art , al 1 er Code Procédure Pénale. 11 J. PRADEL, Une double révolution en droit pénal français avec la loi du 25 février 2008 sur les criminels dangereux, Recueil Dalloz 2008, 4. 14

18 Paifve en ten slotte het psychiatrisch ziekenhuis "Les Marronniers" te Doornik. In Vlaanderen heb je psychiatrische annexen van de gevangenissen van Gent, Antwerpen en Leuven en instellingen voor sociaal verweer te Brugge, Merksplas en Turnhout. Verder zijn er nog de drie Vlaamse forensische mid-security behandelingscentra in Zelzate, Bierbeek en Rekem, die worden gesubsidieerd door de overheid. Vervolgens werden nog plannen gemaakt om twee nieuwe gesloten centra voor geïnterneerden te bouwen in Gent en Antwerpen. De centra zouden uitgerust zijn om high risk geïnterneerden op te vangen. Deze centra zouden niet dienen als eindbestemming, maar als tussenfase, waarna de geïnterneerde kan doorstromen naar instellingen en structuren in het reguliere landschap. Het forensisch psychiatrisch centrum in Gent werd op 6 mei 2014 ingehuldigd, terwijl het centrum in Antwerpen in 2016 zou moeten kunnen opengaan. 12 Ten slotte kunnen geïnterneerden ook opgenomen worden in de reguliere sector. Dergelijke instellingen kunnen evenwel niet worden verplicht om geïnterneerden op te nemen, waardoor het aantal geïnterneerden die er verblijven eerder beperkt is. 5 Traditioneel worden geïnterneerden onderverdeeld in drie categorieën naargelang de behandelingsperspectieven. Men spreekt vaak van high, medium en low risk geïnterneerden. Na psychiatrisch onderzoek, bepaalt de psychiater tot welke groep de geïnterneerde behoort en dit bepaalt in sterke mate, waar men als geïnterneerde terecht kan komen. 13 Dit is uiteraard geen statisch gegeven en kan evolueren met de tijd. Afdeling 2: Nederland 6 Net zoals dat in België het geval is, is het verblijf van ter beschikking gestelden in Nederland verspreid over verschillende instellingen. Tbs ers kunnen bijvoorbeeld bij het uitzitten van hun straf in de gevangenis verblijven, indien de rechter oordeelt dat er sprake is van verminderde toerekeningsvatbaarheid. Verder zijn er de tbs-inrichtingen, die onderscheiden worden in justitiële en niet-justitiële inrichtingen. Indien de tbs er toch gevaarlijk blijft voor de maatschappij, ondanks zijn behandeling, gaat hij naar een longstay-afdeling (verblijfsafdeling voor lange duur). Op deze afdeling staat een intensieve behandeling niet meer centraal, maar wel psychische en medische zorg en de benodigde beveiliging. Hier is het verblijf niet meer gericht op de terugkeer naar de maatschappij. Net zoals in België is ook in Nederland de capaciteit van de voorzieningen voor tbs ers onvoldoende omdat het aantal opleggingen jaarlijks sterker stijgt dan het aantal beëindigingen ervan. Niet iedereen kan dus terecht in een tbs-kliniek. Degene die uit de boot vallen, verblijven vaak als passant in het huis van bewaring. 14 Dit noemt men in Nederland de passantenproblematiek. 12 X, Forensisch psychiatrisch centrum in Gent ingehuldigd, De Tijd, art?ckc=1. 13 Interview Joris Dheedene, netwerkcoördinator Internering West- en Oost-Vlaanderen, 9 december F. KOENRAADT, Een kort bericht uit de Nederlandse forensische psychiatrie en psychologie, Orde Dag 2006,

19 Afdeling 3: Frankrijk 7 Wanneer men in Frankrijk vaststelt dat een verdachte ontoerekeningsvatbaar is, kunnen de onderzoeks- of vonnisgerechten l admission en soins psychiatriques bevelen, in de vorm van een opname in een inrichting zoals bepaald in artikel L Code de la Santé Publique. 15 Het kan zowel gaan om een privé-instelling als een publiekrechtelijke instelling. Deze inrichtingen worden gesubsidieerd door de overheid. In ruil daarvoor worden er overeenkomsten gesloten tussen deze inrichtingen en het Regionale Agentschap van Volksgezondheid. In deze overeenkomsten verbinden de instellingen zich ertoe bepaalde verplichtingen na te komen, de overeenkomsten beschrijven met welke middelen en onder welke voorwaarden zij dienen over te gaan tot het verschaffen van gezondheidszorg. Zij hebben onder andere tot taak de toegang tot de gezondheidszorg te bevorderen en de personen op te nemen die door de représentant de l Etat worden verwezen naar deze instellingen. Hoofdstuk 3: Wettelijk kader Afdeling 1: België 8 Het regime van de internering wordt tot op heden geregeld door de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde misdrijven, die de gelijknamige wet van 9 april 1930 heeft vervangen. 16 De wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis 17 moest de vorige wet vervangen, maar is nooit in werking getreden. De datum van inwerkingtreding werd tot driemaal toe uitgesteld. 18 Met de Interneringswet van 2007 wou men meer aandacht besteden aan de behandeling en de begeleiding van geïnterneerden. Toch werd snel duidelijk dat de wet van 2007 werd gekenmerkt door heel wat tekortkomingen en gebreken. Bij de hoorzittingen die de stemming van de nieuwe wet voorafgingen, werden twijfels geuit en werd er gewezen op heel specifieke euvels. Deze gingen gepaard met concrete aanbevelingen, adviezen en voorstellen voor correcties, teneinde de nieuwe wet sterk te verbeteren. 19 Een nieuw wetsvoorstel bleef dan ook niet uit en werd gepubliceerd op 21 februari 2013 onder leiding van de heer Bert Anciaux. 20 Dit was het begin van de totstandkoming van een nieuwe wet betreffende de internering van personen. Luidens artikel 136 van deze wet zou deze in werking treden op 1 januari 15 Art Code de Procédure Penale. 16 Wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten, BS 11 mei 1930, vervangen door de wet van 1 juli 1964, B.S. 17 juli Wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, B.S. 13 juli De wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen stelde de inwerkingtreding uit naar 1 januari Daarna werd de inwerkingtreding van de nieuwe interneringswet door de Wet houdende diverse bepalingen inzake Justitie van 28 december 2011 nogmaals uitgesteld tot 1 januari Vervolgens verplaatste de Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie van 31 december 2012 de inwerkingtreding naar 1 januari Wetsvoorstel (B. ANCIAUX et al.) betreffende de internering van personen, Parl.St. Senaat , nr /1, Wetsvoorstel (B. ANCIAUX et al.) betreffende de internering van personen, Parl.St. Senaat , nr /1. 16

20 In wat volgt zal ik eerst de huidige regelgeving toelichten om vervolgens in titel 3 van dit deel de voornaamste wijzigingen van de wet van 2007 en 2014 toe te behandelen. 9 Voorgaande regelgeving regelt de externe rechtspositie op gedetailleerde wijze. Zij bepaalt echter niets over de interne rechtspositie zoals bijvoorbeeld het recht op medische behandeling De Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden 22 regelt de interne rechtspositie van gedetineerden. Deze wet is van toepassing op alle personen die in de gevangenis verblijven, met uitzondering van geïnterneerden. Door middel van een tijdelijke bepaling 23 is de Basiswet echter van toepassing op geïnterneerden in afwachting dat hun interne rechtspositie geregeld wordt bij afzonderlijke wet. 24 Afdeling 2: Nederland 10 In oktober 1997 traden in Nederland een reeks wijzigingen in werking voor de oplegging en tenuitvoerlegging van de strafrechtelijke maatregel tbs. De wetswijzigingen van 1997 behelzen een nieuwe Beginselenwet verpleging terbeschikkinggestelden 25 en enkele aanpassingen in het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering 26 en vormen een aanpassing van de herziene tbs-wetgeving van De Beginselenwet is eigenlijk een wet waar wij in België vooralsnog geen gelijkaardige wet voor hebben, aangezien het de interne rechtspositie van geïnterneerden regelt. De Beginselenwet wordt getypeerd als een rechtspositieregeling waarin belangrijke elementen worden gecombineerd van de Wet Bijzondere opname psychiatrisch ziekenhuis 27 en de Penitentiaire Beginselenwet 28. De interne rechtspositie wordt in principe bepaald door de aard van de inrichting waar de ter beschikking gestelde verblijft. Als de tbs er verhuist van een tbs-inrichting naar een algemeen psychiatrisch ziekenhuis, verandert dus zijn interne rechtspositie. Met de nieuwe Beginselenwet beoogt men een uniforme internerechtspositieregeling tot stand te brengen voor zowel de justitiële als de niet-justitiële inrichtingen. De beginselenwet wenst een evenwichtige afstemming te realiseren van drie kernelementen van de tbs-maatregel, namelijk beveiliging, behandeling en rechtspositie. De Beginselenwet staat hierbij bovenaan de hiërarchie. Het landelijk Reglement 21 Wetsontwerp betreffende de internering van personen, Parl. St. Kamer , Doc /001, Wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, B.S. 1 februari Art.167 Basiswet Gevangeniswezen. 24 K. VAN DRIESSCHE, Wet betreffende de internering van personen die lijden aan een geestesstoornis, TvW 2007, Wet van 25 juni 1997 tot vaststelling van een Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden en overige verpleegden strafrechtstoepassing en daarmede verband houdende wijzigingen van het Wetboek van Strafrecht en de Beginselenwet gevangeniswezen (Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden), Stb. 1997, Wet van 25 juni 1997 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering omtrent de terbeschikkingstelling en de sanctietoepassing ten aanzien van geestelijk gestoorde delinquenten, Stb. 1997, Wet van 29 oktober 1992 Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen tot vervanging van de Wet van 27 april 1884 tot regeling van het staatstoezicht op krankzinnigen (Wet Bopz), Stb. 1992, Wet van 18 juni 1998 tot vaststelling van een Penitentiaire beginselenwet en daarmee verband houdende intrekking van de Beginselenwet gevangeniswezen met uitzondering van de artikelen 2 tot en met 5 en wijzigingen van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering alsmede enige andere wetten (Penitentiaire beginselenwet), Stb. 1998,

21 verpleging ter beschikking gestelden 29 en de per afzonderlijke inrichting bestaande huishoudelijke reglementen voor de dagelijkse gang van zaken moeten zich hiernaar schikken. Hieruit blijkt duidelijk dat Nederland, als het gaat om de interne rechtspositie van tbs ers al een heel stuk verder staat dan België. 11 Ook de externe rechtspositie van tbs ers werd in 1997 door aanbevelingen van de Commissie-Fokkens 30 gewijzigd en kreeg de naam Wet-Fokkens. Deze wijzigingen zijn terug te vinden in het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering. De externe rechtspositie heeft dan weer betrekking op de vereisten en procedures bij de oplegging, verlenging en beëindiging van een tbs-maatregel. Deze verandert niet indien de tbs er verandert van instelling en blijft bestaan zolang de tbs-maatregel niet is beëindigd. 31 Afdeling 3: Frankrijk 12 Ook in Frankrijk heeft men de laatste jaren heel wat wetgevende initiatieven en hervormingen gekend met betrekking tot personen die strafrechtelijk onverantwoordelijk geacht worden voor hun daden. Lange tijd was er enkel sprake van het eerste lid van artikel Code Pénal. Indien een persoon strafrechtelijk onverantwoordelijk werd verklaard, leidde dit zeer vaak tot une ordonnance de non-lieu bij de onderzoeksrechter of une décision de relaxe of une décision d acquittement voor de vonnisgerechten. Deze beslissingen stuitten uiteraard op veel onbegrip bij de slachtoffers, zeker indien de dader werd erkend en de feiten waren bewezen. Dit leidde tot de nieuwe wet van 25 februari die nieuwe bepalingen invoerde in de Code de Procédure Pénale en enkele bepalingen van de Code de la Santé Publique wijzigde. De nieuwe wet poogde meer aandacht te besteden aan de slachtoffers en de psychiatrische expertises. Le Conseil constitutionnel oordeelde in een arrest van 21 fébruari dat de wet in overeenstemming was met de grondwet, behalve ten aanzien van enkele punten zoals de terugwerkende kracht voor personen veroordeeld voor de inwerkingtreding van de wet. 13 Sinds de hervorming van 2008, kan l admission en soins psychiatriques ook worden uitgesproken door een rechterlijke instantie. De bedoeling van de wet van 25 februari 2008 was onder andere om het monopolie van de administratieve overheid inzake de beslissingen in verband met l admission en soins psychiatriques te verkleinen. 34 Eens men tot strafrechtelijke onverantwoordelijkheid heeft beslist, wordt de verdere tenuitvoerlegging beheerd door de représentant de l Etat of in Parijs le Préfet. Vanaf dit 29 Besluit van 22 mei 1997, houdende regels omtrent de tenuitvoerlegging van de maatregel van terbeschikkingstelling en de verpleging van ter beschikking gestelden en overige verpleegden strafrechtstoepassing (Reglement verpleging ter beschikking gestelden), Stb. 1997, Commissie TBS en Sanctietoepassing, Geestelijk Gestoorde Delinquenten (Commissie-Fokkens), Sancties op maat; eindrapport van de Commissie TBS en Sanctietoepassing Geestelijk Gestoorde Delinquenten, Den Haag, Ministerie van Justitie, ED. LEUW en N.M. MERTENS, Tussen recht en ruimte: eerste evaluatie van de tbs-wetgeving van 1997, Den Haag, WODC, 2001, Loi n du 25 février 2008 relative à la rétention de sûreté et à la déclaration d irresonsabilité pénale pour cause de trouble mental, J.O. 26 février Cons. const., 21 février 2008, n DC. 34 J. PRADEL, Une double révolution en droit pénal français avec la loi du 25 février 2008 sur les criminels dangereux, Recueil Dalloz 2008,

22 stadium wordt de tenuitvoerlegging van de veiligheidsmaatregel geregeld door de nieuwe wet van 5 juli 2011 relative aux droits et à la protection des personnes faisant l objet de soins psychiatriques et aux modalités de leur prise en charge. 35 De bepalingen van deze wet maken deel uit van de Code de la Santé Publique en regelen zowel de procedures tot het opleggen en het beëindigen van de veiligheidsmaatregel als bepaalde aspecten die slaan op hun interne rechtspositie. Deze wet heeft zowel betrekking op psychiatrische patiënten die een misdrijf hebben begaan en strafrechtelijk onverantwoordelijk werden verklaard als op psychiatrische patiënten die een dergelijk misdrijf niet hebben begaan. In België is dat niet het geval. Onze geïnterneerden vallen immers niet onder het toepassingsgebied van de Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke Loi n du 5 juillet 2011 relative aux droits et à la protection des personnes faisant l objet de soins psychiatriques et aux modalities de leur prise en charge, J.O. 6 juillet Wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, B.S. 27 juli

23 Titel 2: Huidige situatie Hoofdstuk 1: Toepassingsvoorwaarden 14 Zowel in België, Nederland als Frankrijk dient aan een aantal toepassingsvoorwaarden te zijn voldaan opdat een persoon zijn strafrechtelijke verantwoordelijkheid zou verliezen. 15 De Wet Bescherming Maatschappij stelt als voorwaarde dat er een bewijs moet worden geleverd dat de verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd dat kan worden gekwalificeerd als misdaad of wanbedrijf, met uitzondering van de politieke- en persmisdrijven en dat bijgevolg strafbaar wordt gesteld met een correctionele of een criminele straf. Overtredingen of gecontraventionaliseerde wanbedrijven kunnen tot op heden geen aanleiding geven tot een interneringsmaatregel. 37 In Nederland stelt het art. 37a van het Wetboek van Strafrecht een gelijkaardige voorwaarde, namelijk dat het begane feit een misdrijf moet zijn waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, dan wel behoort tot een specifiek genoemd misdrijf. In Frankrijk daarentegen bepaalt artikel , 1 Code de Procédure Pénale: il existe des charges suffisantes contre la personne d avoir commis les faits qui lui sont reprochés. In tegenstelling tot België en Nederland wordt hier niets bepaald over de ernst van de begane feiten. Ze dienen enkel bewezen te zijn. 16 Een tweede toepassingsvoorwaarde die de Wet Bescherming Maatschappij oplegt is dat de betrokkene op het ogenblik van de feiten ontoerekeningsvatbaar of schuldonbekwaam wordt bevonden. Indien de persoon in kwestie geen schuld treft, kunnen de bewezen feiten hem niet worden toegerekend en is het hem bijgevolg juridisch niet verwijtbaar. Hij bevindt zich in een staat van krankzinnigheid of een ernstige staat van geestesstoornis of zwakzinnigheid, wat hem ongeschikt maakt tot het controleren van zijn daden. 38 Hoe de strafrechtelijke verantwoordelijkheid moet worden geconcipieerd is niet geheel duidelijk. Het besef van de betrokkene moet volledig of gedeeltelijk weg zijn, waardoor hij de volledige draagwijdte van zijn gedraging niet meer realiseert. Het is om deze reden dat zij uit het reguliere strafrecht worden gelicht. De ontoerekeningsvatbaarheid staat wel een strafrechtelijke veroordeling in de weg, maar belet uiteraard niet dat men onderworpen wordt aan vervangingsmaatregelen. De oorspronkelijk in het Strafwetboek bepaalde schulduitsluitingsgrond voor krankzinnigen 39 blijft behouden. Ook deze toepassingsvoorwaarde kent een redelijk gelijklopende voorwaarde in Nederland en Frankrijk. Art. 37a van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht stelt immers dat er bij de verdachte tijdens het begaan van het strafbaar feit een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van geestvermogens moet worden vastgesteld. Art , 2 Code de Procédure Pénale stelt: la personne est irresponsable pénalement en raison d un trouble psychique ou neuropsychique ayant aboli son discernement ou le contrôle de ses actes au moment des faits. Zoals reeds eerder 37 Art. 7 WBM. 38 Art. 1 WBM. 39 Art. 71 Sw. 20

24 werd aangegeven dient er in Frankrijk een onderscheid gemaakt te worden tussen aboli son discernement en altéré son discernement. Enkel in het eerste geval kan er sprake zijn van strafrechtelijke onverantwoordelijkheid. Luidens artikel D van het decreet van 16 april houdt un trouble mental in: ce qui nécessite des soins et compromet la sécurité des personnes ou porte atteinte, de façon grave, à l ordre public. De rechtsleer stelt dat men onder discernement moet begrijpen, la capacité à apprécier avec justesse et clairvoyance une situation Ten slotte werd er nog een laatste toepassingsvoorwaarde toegevoegd door de Belgische jurisprudentie. De betrokkene moet zich namelijk op het ogenblik van het proces bevinden in een toestand van sociale gevaarlijkheid. Dit is een aspect dat echter zeer moeilijk in te schatten is door de rechter. 42 Deze voorwaarde zal met de wet van 21 april 2007 dan ook expliciet in de wet ingeschreven zijn. Ook in Nederland is deze voorwaarde in de wet ingeschreven. Als laatste stelt art. 37a van het Wetboek van Strafrecht dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen, het opleggen van de tbs-maatregel moet eisen. De voorwaarde van sociale gevaarlijkheid werd in Frankrijk niet expliciet opgenomen in de wet, doch indien men er de voorbereidende werken bijneemt, valt op te merken dat dit een van de belangrijkste doelstellingen was van de wetgever bij het opstellen van de nieuwe wet van Uit deze analyse blijkt duidelijk dat de groep dat voor een veiligheidsmaatregel op grond van strafrechtelijke onverantwoordelijkheid in aanmerking komt in de drie landen ongeveer dezelfde zal zijn. Hoofdstuk 2: De verschillende te doorlopen fases Afdeling 1: De onderzoeksfase 1. De wettelijke regeling in België 19 De onderzoeksrechter kan, op het ogenblik dat een persoon wordt verdacht van het plegen van een strafbare handeling en er een gerechtelijk vooronderzoek wordt opgestart, vermoeden dat de persoon in kwestie zich op het ogenblik van de feiten verkeerde in een staat van krankzinnigheid, hetzij in een ernstige staat van geestesstoornis of van zwakzinnigheid, die hem ongeschikt maakt tot het controleren van zijn daden. 44 Zowel de onderzoeksrechter, de Procureur des Konings en de vonnisgerechten kunnen een deskundige aanstellen met het oog op verder onderzoek. Het is zijn taak om na te gaan of de verdachte al dan niet toerekeningsvatbaar is. Het aanstellen van een deskundige is evenwel een mogelijkheid en geen verplichting. De rechter zou dus ook zonder dergelijk 40 Décret n du 16 avril 2008 relatif notamment aux decisions d irresponsabilité pénale pour cause de trouble mental, J.O. 18 avril J. PRADEL, Une double révolution en droit pénal français avec la loi du 25 février 2008 sur les criminels dangereux, Recueil Dalloz 2008, M. VAN DEN BROECK, Een wettelijk geregelde vergeetput blijft een vergeetput, Juristenkrant 2007, Rapport de la commission santé-justice (M. BULGERIN) Santé justice et dangerosités: pour une meilleure prévention de la récidive, Art. 1 WBM. 21

25 deskundigenverslag kunnen overgaan tot de internering. Indien hij toch beslist tot het inwinnen van het advies van een deskundige, bindt dit de rechter niet, maar wanneer hij ervan wenst af te wijken, dient dit gemotiveerd te worden. 45 De onderzoeksrechter beschikt verder op grond van art.1 tot 6 WBM over de mogelijkheid om verdachten te onderwerpen aan een psychiatrische observatie indien de wet voorlopige hechtenis 46 dit toelaat en dit via een aanhoudingsbevel. De in observatiestelling is een onderzoeksmaatregel die werd ingevoerd om een grondiger psychiatrisch onderzoek mogelijk te maken. Ze vindt plaats op de psychiatrische afdeling van een strafinrichting voor een termijn van één maand. Deze termijn kan telkens worden verlengd met één maand en dit tot maximaal zes maanden. 47 Indien de verdachte reeds onder een aanhoudingsbevel staat, kan de verdachte eveneens in observatie gesteld worden. De onderzoeksrechter die het aanhoudingsbevel verleend heeft, dient dit te doen bij een met redenen omklede beschikking. Dit aanhoudingsbevel zal dan bij uitzondering worden ten uitvoer gelegd in de psychiatrische afdeling van een strafinrichting. Deze beschikking zal maar gevolg krijgen indien zij binnen de vijf dagen wordt bevestigd door de raadkamer Indien de verdachte dit wenst kan ook hij een onderzoek laten uitvoeren door een eigen psychiater. Deze psychiater kan dan op zijn beurt de besluiten die werden genomen door de deskundige aangesteld door het gerecht betwisten. Voor de kosten hiervan, moet de verdachte wel zelf instaan De wettelijke regeling in Nederland 21 Tbs kan maar worden opgelegd nadat de rechter zich een advies heeft doen overleggen van ten minste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines die de betrokkene hebben onderzocht. Ten minste één van hen moet een psychiater zijn. Dit wettelijk verplichte multidisciplinaire onderzoek, wordt het Pro Justitiadeskundigenonderzoek genoemd. 50 Tot op heden is dit in België nog geen verplichting, maar verder zal blijken dat daar in de toekomst verandering in zal komen. Het is de rechter-commissaris die in het belang van het onderzoek, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de verdachte, één of meer deskundigen mag aanstellen indien hij vermoedens heeft dat de verdachte ontoerekeningsvatbaar zou kunnen zijn. 51 De verdachte en de Officier van Justitie worden op de hoogte gebracht indien de rechter-commissaris een deskundige heeft aangesteld. 52 Ook de Officier van Justitie kan deze taak in het belang van het onderzoek op zich nemen. De verdachte heeft, net zoals in België, het recht om zelf een deskundige aan te stellen 53, maar ook in Nederland zullen deze kosten ten laste 45 S. DE VUYSERE, Wetgevende initiatieven inzake internering, in D. VAN DAELE en I. WELZENIS (eds.), Actuele thema s uit het strafrecht en de criminologie, Leuven, Universitaire Pers, 2004, Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, B.S. 14 augustus Art. 6 WBM. 48 Art. 1 WBM. 49 J., CASSELMAN, Internering: huidige situatie in J. CASSELMAN en P. COSYNS (eds.), Internering, Leuven, Garant, 1997, Art. 37 lid 2 en 37a, lid 3 Sr. 51 Art. 227 Sv. 52 Art. 230 Sv. 53 Art. 232 Sv. 22

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Internering wet en regelgeving

Internering wet en regelgeving Internering wet en regelgeving Permanente Vorming Forensische Gedragswetenschappen - Universiteit Gent 23 oktober 2012 Tom Vander Beken & Walter Van Steenbrugge Inhoud 2 1. Internering? 2. Achtergronden

Nadere informatie

Wie zijn onze patiënten?

Wie zijn onze patiënten? In deze folder vertellen wij u graag wat meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. De Kijvelanden behandelt mensen met een psychiatrische stoornis. De rechter heeft hen tbs met bevel tot

Nadere informatie

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden Over TBS In deze folder vertellen wij u graag meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden en in het bijzonder over tbs. De Kijvelanden behandelt

Nadere informatie

ADVIES Aanwijzing van de vertrouwenspersoon

ADVIES Aanwijzing van de vertrouwenspersoon FOD VOLKSGEZONDHEID, 23/06/2006 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU --- DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN --- FEDERALE COMMISSIE RECHTEN VAN DE PATIËNT --- Ref. : FCRP/6

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

Manifest Internering Een betere behandeling voor geïnterneerden

Manifest Internering Een betere behandeling voor geïnterneerden Manifest Internering Een betere behandeling voor geïnterneerden Liga voor Mensenrechten Manifest Internering 1/10 Inhoudstafel Wat is internering? p. 3 Standpunt 1: Geïnterneerden hebben recht op behandeling

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Geestelijk gezondheidsrecht 1:

Geestelijk gezondheidsrecht 1: Geestelijk gezondheidsrecht 1: COLLOCATIE /INTERNERING Gedwongen opname Van administratieve opsluiting naar vrijheidsberoving onder gerechtelijke controle. Materiële voorwaarden: geestesziekte, toestand,

Nadere informatie

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE V.U. Eric Beaucourt 9000 Gent stand januari 2018-1 I.DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK 1.Algemeen. De Belgische strafuitvoeringsrechtbanken

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 december 2015 ADVIES 2015-94 Over de weigering om toegang te verlenen tot de inspectierapporten

Nadere informatie

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 I. Algemene bepalingen II. Gerechtelijke fase van de internering III. Uitvoeringsfase van de internering IV. Definitieve invrijheidstelling V. Diverse bepalingen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s. WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.) TOELICHTING De wet van 28 maart 2000 tot invoeging van een procedure

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent foto s: Lieven Nollet Strafuitvoeringsrechtbanken Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

De juridische positie van wetsovertreders met een psychische stoornis. De implementatie van een internationaal en Europees raamwerk in België

De juridische positie van wetsovertreders met een psychische stoornis. De implementatie van een internationaal en Europees raamwerk in België De juridische positie van wetsovertreders met een psychische stoornis De implementatie van een internationaal en Europees raamwerk in België 8 e Vlaams Geestelijke Gezondheids-congres Antwerpen, 20-21

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

De gedwongen opname Overzicht

De gedwongen opname Overzicht De gedwongen opname Overzicht Wetgeving Procedures Termijnen Randmodaliteiten Cijfers Vragen De gedwongen opname Collocatie Wetgeving Wet van 26/06/1990 (publicatie BS 27/07/1990) Wet betreffende de bescherming

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

De internering van personen die lijden aan een geestesstoornis

De internering van personen die lijden aan een geestesstoornis De internering van personen die lijden aan een geestesstoornis ONTWERP De contacten met de sprekers zijn aan de gang réf.: PEN-038 Doelgroep Rechters of toekomstige rechters van de kamer voor de bescherming

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 DECEMBER 2011 P.11.1912.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1912.N E J E V D B, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 APRIL 2016 P.16.0132.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0132.N C B, beklaagde, geïnterneerd, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. tegen 1. INTERGEM

Nadere informatie

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt VAN REDACTIEWEGE Levenslang en TBS: een LAT-relatie PM Schuyt Mevr. Mr. Drs. P.M. Schuyt is universitair docent straf en strafprocesrecht aan de universiteit Leiden en redacteur van dit blad. Op 14 maart

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/03/2014

Datum van inontvangstneming : 18/03/2014 Datum van inontvangstneming : 18/03/2014 Vertaling C-650/13-1 Zaak C-650/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 december 2013 Verwijzende rechter: Tribunal d instance de Bordeaux

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 DECEMBER 2014 P.14.1422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1422.N D J M T, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Internering: POSITIENOTA

Internering: POSITIENOTA Internering: POSITIENOTA 19 december 2016 1 Krachtens artikel 14 van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap "waarborgen de Staten die Partij zijn, dat personen met een handicap op

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2014 P.14.0929.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0929.N F A H, veroordeelde tot een vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat bij de balie te Tongeren. I.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DOC 54 1867/003 DOC 54 1867/003 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 2 mei 2018 2 mai 2018 WETSVOORSTEL teneinde vrijwillige zwangerschapsafbreking uit het Strafwetboek

Nadere informatie

Wet 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (B.S., 13 juli 2007)

Wet 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (B.S., 13 juli 2007) Wet 9 april 1930 - Bescherming maatschappij (Art. 31) drag of de wijze van berekening bepaalt; deze bezoldiging bestaat hetzij uit een vast bedrag, hetzij uit een percentage van de inkomsten van de geïnterneerde,

Nadere informatie

DE GEDWONGEN OPNAME: EEN ALTERNATIEF VOOR DE INTERNERING?

DE GEDWONGEN OPNAME: EEN ALTERNATIEF VOOR DE INTERNERING? DE GEDWONGEN OPNAME: EEN ALTERNATIEF VOOR DE INTERNERING? EEN VERGELIJKING VAN DE GEDWONGEN OPNAME EN DE INTERNERING Sofie Maebe Studentennummer: 01201680 Promotor: Prof. dr. Tom Vander Beken Commissaris:

Nadere informatie

De opvang van geïnterneerden anno 2009 een stand van zaken.

De opvang van geïnterneerden anno 2009 een stand van zaken. Toespraak 1 Jubileumcongres 30 jaar Panopticon 12 november 2009 te Zebrastraat Gent De opvang van geïnterneerden anno 2009 een stand van zaken. Mevrouw de minister 2, Mijnheer de minister 3, Beste redactie

Nadere informatie

In een aantal gevallen zal ook verwezen worden naar een artikel van de wet om de opzoekingen te vergemakkelijken.

In een aantal gevallen zal ook verwezen worden naar een artikel van de wet om de opzoekingen te vergemakkelijken. Vooraf. De wet op de internering van 5 mei 2014 is zeer uitgebreid. In het kader van deze brochure is het niet de bedoeling alle facetten van deze wet hier te behandelen doch enkel de voornaamste. U kan

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2016 P.16.0207.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0207.N PROCUREUR DES KONINGS bij de rechtbank van eerste aanleg West- Vlaanderen, afdeling Veurne, eiser, tegen J Y, beklaagde, verweerder.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.13.1452.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1452.N M N M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jozef Robbroeckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) G BRIEF

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09)

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Artikel 1. PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Titel I. De instellingen. Er bestaat een Disciplinaire Commissie

Nadere informatie

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018;

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018; 1/6 Advies 81/2018 van 5 september 2018 Betreft: Wijziging van de wet van 22 betreffende de rechten van de patiënt - Hoofdstuk 10 - artikel 65 van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg

Nadere informatie

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken Informatie voor onderzochte de rechter. ook zij bedoeld. i. Als in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee Terminologie: gaat maken.

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen:

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen: CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT ln zake van het OPENBAAR MINISTERIE tegen: I. Not. nr. 5 beklaagden 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 1 van 18 23/12/2011 10:11 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 21 APRIL 2007 Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31 De rol van de rechter bij de waarheidsvinding in de correctionele procedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar Belgisch, Frans en Nederlands recht. Daniel DE WOLF WAV TO KNOWLfDGE \UGrfV r die keure

Nadere informatie

De Gerechtspsychiater: de portier van het systeem

De Gerechtspsychiater: de portier van het systeem De Gerechtspsychiater: de portier van het systeem Vlaams Geneeskundigenverbond Prof Dr Dillen Chris Forensisch Psychiater Vrije Universiteit Brussel Onderdeel van een geheel misdrijf strafrecht gerechtspsychiater

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 24 JUNI 2014

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 24 JUNI 2014 Not. Nr. : GE 56.LA.41677/13-SW4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 24 JUNI 2014 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: Musa C., zelfstandige, geboren te Gent op ( ), wonende te 9000 Gent,

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 94/4/9 Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/4 --------------------------- Inzake : OPENBAAR MINISTERIE tegen 1. VAN DER HAEGEN Raymond 2. ROUAEN Denise

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

Recht op zorg? De rechtspositie van geïnterneerden

Recht op zorg? De rechtspositie van geïnterneerden Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2012-13 Recht op zorg? De rechtspositie van geïnterneerden Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Hanne Coenegrachts

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Toekomstig recht [Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Ingevoegd bij W. 2014.02.07, art. 6; Inwerkingtreding: onbepaald Noot: de wetgever voegt een Afdeling Vter in voor Afdeling Vbis en

Nadere informatie

Advies betreffende opmerkingen op de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis

Advies betreffende opmerkingen op de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis FOD VOLKSGEZONDHEID BRUSSEL 14 maart 2013 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT- GENERAAL ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN NATIONALE RAAD VOOR ZIEKENHUISVOORZIENINGEN

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

Inhoudstafel - Memorie van toelichting - Memorie van toelichting Hoofdstuk 1 Voorafgaande bepaling 31 Hoofdstuk 2 Het Strafwetboek 31 Inleiding 31 1. Algemeen 31 2. De bouwstenen voor een optimale strafwetgeving ( accuraat, coherent, eenvoudig

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent WIE HEEFT BESLISSINGSRECHT? De patiënt Is hij nog bekwaam? Wie bepaalt de bekwaamheid? Zijn vertegenwoordiger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

Rolnummer 4591. Arrest nr. 142/2009 van 17 september 2009 A R R E S T

Rolnummer 4591. Arrest nr. 142/2009 van 17 september 2009 A R R E S T Rolnummer 4591 Arrest nr. 142/2009 van 17 september 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

Eindelijk een goede nieuwe interneringswet?

Eindelijk een goede nieuwe interneringswet? Eindelijk een goede nieuwe interneringswet? Trefdag 5 mei 2015 De nieuwe interneringswet is een feit Een historische, actuele en toekomstige blik Tom Vander Beken Inhoud 2 I. Een nieuw kader vanaf 1 januari

Nadere informatie

Werkstuk Maatschappijleer Criminaliteit; reidive onder gedetineerden

Werkstuk Maatschappijleer Criminaliteit; reidive onder gedetineerden Werkstuk Maatschappijleer Criminaliteit; reidive onder gedetineerden Werkstuk door een scholier 2722 woorden 11 maart 2004 5,1 29 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Wij hebben als deelonderwerp

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek In Nederland kan aan individuen met een psychische stoornis die een ernstig misdrijf hebben gepleegd, de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) worden opgelegd. Indien

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet Advies nr. 2011/08 van 4 oktober 2011 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten. Advies over de sancties bepaald

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep College van Procureurs-generaal Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Toegestuurd aan de dames en heren Toegestuurd aan de dames en heren Eerste Substituten,

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

De vertrouwenspersoon in de gezondheidszorg: visie Vlaams Patiëntenplatform vzw

De vertrouwenspersoon in de gezondheidszorg: visie Vlaams Patiëntenplatform vzw De vertrouwenspersoon in de gezondheidszorg: visie Vlaams Patiëntenplatform vzw Els Meerbergen Projectverantwoordelijke patiëntenrechten en eerstelijnsgezondheidzorg VPP Studiedag Decreet rechtspositie

Nadere informatie

Ethische en juridische aspecten bij sterilisatie

Ethische en juridische aspecten bij sterilisatie Ethische en juridische aspecten bij sterilisatie Mechelen 4 oktober 2012 Jan Vande Moortel Advocaat en lector www.advamo.com Ethische aspecten Verhouding recht en ethiek Is recht een belemmering bij zorgethiek?

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2014 P.14.1380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1380.N O D B, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadslieden mr. Alain Vergauwen en mr. Pierre Monville, advocaten

Nadere informatie

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING Christophe THIEBAUT Advocaat PAQUES, NOPERE & THIEBAUT Assistent UCL Maître de conférences FUCAM II- DE OPSPORING * Basisstuk van de strafprocedure *

Nadere informatie

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Frank Hutsebaut Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) KULeuven 1. Ter inleiding: enkele algemene noties 2. De bevoegdheid

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN VEN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE LEDEN VEN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN MEDEDELING AAN DE LEDEN VEN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Grondwettelijk Hof rolnummers 6538 en 6539: de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging

Nadere informatie

College van Procureursgeneraal. Collège des procureurs généraux

College van Procureursgeneraal. Collège des procureurs généraux Collège des procureurs généraux College van Procureursgeneraal Bruxelles, le 18 janvier 2018 Brussel, 18 januari 2018 CIRCULAIRE N 02/2018 DU COLLÈGE DES PROCUREURS GÉNÉRAUX PRÈS LES COURS D APPEL OMZENDBRIEF

Nadere informatie

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/3/10 ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/3 ------------------------- Inzake : COTRABEL BVBA tegen LAUTE DIRK Procestaal : Nederlands En cause : ARRET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

Artikel 38, 5e lid Bopz (aangepast) Dwangbehandeling

Artikel 38, 5e lid Bopz (aangepast) Dwangbehandeling Artikel 2 Bopz Voorlopige machtiging (vm) Artikel 14 a Bopz (nw) Voorwaardelijke machtiging Artikel 15 Bopz Rechterlijke machtiging op eigen verzoek Artikel 20 Bopz Inbewaringstelling (ibs) Artikel 14

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2006 P.06.0751.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0751.F V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. G. C. 2. B. F. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van

Nadere informatie