STARTNOTITIE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE C.GEN ELECTRICITEITSCENTRALE SLOEHAVEN-VLISSINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STARTNOTITIE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE C.GEN ELECTRICITEITSCENTRALE SLOEHAVEN-VLISSINGEN"

Transcriptie

1 Inspraakreacties op STARTNOTITIE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE C.GEN ELECTRICITEITSCENTRALE SLOEHAVEN-VLISSINGEN Inspraakpunt Bureau Energieprojecten Postbus AE VOORSCHOTEN

2 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF. 1 KENNISGEVING 2 MONDELINGE, SCHRIFTELIJKE EN DIGITALE REACTIES:. 3 NUMERIEK OVERZICHT.. 3 ALFABETISCH OVERZICHT ORGANISATIES. 4 INSPRAAKREACTIES NUMMERS 1 TOT EN MET 30 5 Maart 2010

3 WOORD VOORAF Algemeen Van 15 januari tot en met 25 februari 2010 heeft de Startnotitie voor een besluit- en planm.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen ter inzage gelegen. Op grond van de Wet milieubeheer is een ieder in deze periode in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze op de inhoud van de startnotitie schriftelijk en/of mondeling kenbaar te maken. Op de Startnotitie voor een besluit- en plan-m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven- Vlissingen zijn in totaal 31 inspraakreacties binnengekomen. Hiervan zijn 30 reacties uniek en in deze bundel opgenomen. U kunt de bundel downloaden van kies daarvoor onder Energiecentrales C.GEN Sloehaven. Registratie en verwerking De ontvangen reacties zijn geregistreerd en aan de insprekers is een ontvangstbevestiging toegezonden. Verder heeft Bureau Energieprojecten de initiatiefnemer en degenen die bij het besluitvormingsproces zijn betrokken, tussentijds op de hoogte gebracht van de ontvangen inspraakreacties. Dit zijn de betrokken beleidsambtenaren bij het ministeries van Economische Zaken en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, provincie Zeeland en Rijkswaterstaat en de Commissie voor de milieueffectrapportage, die de ministers en gedeputeerde adviseert over de inhoud van het Milieueffectrapport (MER). Op deze manier zijn zij in een zo vroeg mogelijk stadium geïnformeerd over de inhoud van de inspraakreacties. De inspraakreacties zijn integraal in deze bundel opgenomen. Verdere procedure Mede op basis van dit advies en de inspraakreacties stellen de Minister van EZ samen met de Minister van VROM, provincie Zeeland en Rijkswaterstaat de richtlijnen vast voor het MER. In deze richtlijnen wordt vastgelegd welke informatie in het MER opgenomen dient te worden. Wanneer de Minister van EZ en de Minister van VROM en C.GEN het MER hebben opgesteld, zal dit samen met de ontwerpbesluiten waarop het betrekking heeft, ter inzage worden gelegd en kan eenieder daarop zijn zienswijze geven. Hiervan wordt kennisgeving gedaan in de Staatscourant, regionale en huis-aan-huisbladen. Tevens worden eerdere insprekers hiervan per brief op de hoogte gesteld.

4 Kennisgeving Inspraak startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen Met ingang van vrijdag 15 januari tot en met donderdag 25 februari 2010 ligt de startnotitie voor een besluit- en plan-m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen ter inzage. Op grond van de Wet milieubeheer doorloopt deze startnotitie een inspraakprocedure. Achtergrond De onafhankelijke investeerder in elektriciteitscentrales C.GEN N.V. uit Antwerpen België (hierna: C.GEN) wil een centrale bouwen in het haven- en industriegebied (Sloehaven) in Vlissingen en Borsele. Deze centrale zal een vermogen hebben van maximaal 800 MW. C.GEN doet dit om in de groeiende vraag naar elektriciteit te kunnen voorzien en om een deel van de verouderde Nederlandse elektriciteitscentrales te vervangen. De Ministers van Economische Zaken (hierna: EZ) en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (hierna: VROM) zullen samen besluiten over de locatie van de nieuwe centrale. De centrale wordt gebouwd en geëxploiteerd door C.GEN. Borssele/Vlissingen (haven- en industriegebied) is in het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) opgenomen als locatie voor een elektriciteitscentrale. N254 N254 N i e u w d o r p Q u a r l e s h a v e n N62 Waar kunt u de startnotitie inzien? De startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen kunt u met ingang van vrijdag 15 januari tot en met donderdag 25 februari 2010 tijdens reguliere openingstijden inzien op de volgende locaties: - Ministerie van Economische Zaken, Informatiecentrum, Bezuidenhoutseweg 30 te Den Haag, telefoon ; - Gemeente Vlissingen, Gemeentehuis, Paul Krugerstraat 1, Vlissingen, telefoon ; - Gemeente Middelburg, Stadskantoor, Kanaalweg 3, Middelburg, telefoon ; - Gemeente Borsele, Gemeentehuis, Stenevate 10, Heinkenszand, telefoon De startnotitie is ook op het internet beschikbaar: Informatiebijeenkomsten De Ministers van EZ en van VROM organiseren in samenwerking met C.GEN een inloopavond over de nieuwe elektriciteitscentrale, de inhoud van de startnotitie en de verdere procedure. U bent van harte welkom om op deze avond vragen te stellen en informatie te krijgen, zodat u, als u dat wenst, goed geïnformeerd uw mondelinge of schriftelijke inspraakreactie kan geven. Deze inloopavond wordt gehouden op donderdag 11 februari 2010 in Hotel Arneville, de Joriszaal, Buitenruststraat 22 te Middelburg. Van uur tot uur is de zaal open en is het mogelijk de informatiemarkt te bezoeken. S l o e h a v e n K r a a i j e r t h a v e n v a n C i tt e r s - h a v e n S c a l d i a h a v e n N62 Hoe kunt u uw zienswijze kenbaar maken? De Ministers van EZ en VROM nodigen eenieder uit mondeling of schriftelijk te reageren op de startnotitie. Tot en met 25 februari 2010 kunt u aangeven wat volgens u in het MER onderzocht moet worden. Milieueffectrapportage en besluitvorming Voor dit project is de rijkscoördinatieregeling van toepassing. Dit houdt onder meer in dat de ruimtelijke besluitvorming plaatsvindt door middel van een zogeheten rijksinpassingsplan. Dit plan wordt vastgesteld door de Ministers van VROM en van EZ samen. In het rijksinpassingsplan wordt de locatie van de nieuwe elektriciteitscentrale met eventueel een nieuwe verbinding op het hoogspanningsnet vastgelegd. Tevens zijn onder andere een milieuvergunning, die afgegeven zal worden door Gedeputeerde Staten van Zeeland (hierna: provincie Zeeland), en een waterwetvergunning voor lozingen op het oppervlaktewater, die afgegeven zal worden door de Minister van Verkeer en Waterstaat (hierna: Rijkswaterstaat), nodig voor deze elektriciteitscentrale. Ter voorbereiding van het rijksinpassingsplan, de milieuvergunning en de lozingenvergunning oppervlaktewater zal de Minister van EZ samen met de Minister van VROM een plan-mer en zal C.GEN een besluit-mer (milieueffectrapportage) uitvoeren. Een milieueffectrapport wordt opgesteld om (mogelijke) milieueffecten in brede zin, bijvoorbeeld op leefomgevingskwaliteit (mens), gezondheid, landschap, natuur, bodem en water zo goed mogelijk in beeld te brengen en daarmee te waarborgen dat deze effecten een volwaardige rol kunnen spelen bij de besluitvorming. Het ontwerp-rijksinpassingsplan, de ontwerpvergunningen en de MER s worden verwacht in de periode 2010 tot Daarnaast worden in de rijkscoördinatieregeling ook de overige vergunningen gecoördineerd voorbereid. De Minister van EZ zal deze coördinatie op zich nemen. Startnotitie Onderdeel van de milieueffectrapportage (m.e.r.-)procedure is het uitbrengen van een startnotitie door de Ministers van EZ en van VROM en C.GEN. In deze startnotitie komen de volgende onderwerpen aan bod: - de achtergronden van de nieuwe elektriciteitscentrale; - welke locatiealternatieven in het MER onderzocht zullen worden; - welke milieuaspecten voor deze locatiealternatieven in het MER in beeld gebracht zullen worden. Uw schriftelijke zienswijze kunt u sturen aan: Inspraakpunt C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus AC DEN HAAG Wij verzoeken u ook in uw brief duidelijk te vermelden dat u inspreekt op de startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen. U kunt ook uw zienswijze geven via de website Mondeling kunt u uw zienswijze inbrengen door te bellen met Bureau Energieprojecten, telefoon Wat gebeurt er met uw reactie? Het Inspraakpunt bundelt alle reacties en stuurt deze naar de Ministers van EZ en van VROM, provincie Zeeland, Rijkswaterstaat, C.GEN en de Commissie voor de milieueffectrapportage. Deze Commissie adviseert de Ministers van EZ en van VROM, provincie Zeeland en Rijkswaterstaat over het geven van de richtlijnen voor het MER. Mede op basis van dit advies en de inspraakreacties stellen de Minister van EZ samen met de Minister van VROM, provincie Zeeland en Rijkswaterstaat de richtlijnen vast voor het MER. In deze richtlijnen wordt vastgelegd welke informatie in het MER opgenomen dient te worden. Wanneer de Minister van EZ en de Minister van VROM en C.GEN het MER hebben opgesteld, zal dit samen met de ontwerpbesluiten waarop het betrekking heeft, ter inzage worden gelegd en kan eenieder daarop zijn zienswijze geven. Nadere informatie Voor het verkrijgen van de startnotitie of voor informatie over de inspraakprocedure kunt u contact opnemen met het Bureau Energieprojecten, telefoon ,

5 MONDELINGE, SCHRIFTELIJKE EN DIGITALE REACTIES NUMERIEK OVERZICHT 1 Dorpscomité Ritthem, RITTHEM Dorpscomité Ritthem,, RITTHEM 2, 3 Nwea,, UTRECHT 4 Remie Fiscaal Juridisch Adviesbureau,, Uden, namens EPZ,, VLISSINGEN 8 Covra N.V.,, VLISSINGEN Gemeente Borsele, B&W, HEINKENSZAND 15 Energy Resources,, s-hertogenbosch 16 PvdA, afdeling Borsele, 17 Greenpeace,, AMSTERDAM 18 Prodelta Management B.V.,, ROTTERDAM 19 Stichting Dorpsraad Nieuwdorp,, NIEUWDORP 20 ZMF,, GOES 21 Staatsbosbeheer,, TILBURG Gemeente Vlissingen, B&W, VLISSINGEN 24 Verbrugge Zeeland Terminals B.V., Ritthem, via Dijkstra Voermans Advocatuur & Notariaat,, AMSTERDAM 25 Delta N.V.,, MIDDELBURG Sloecentrale,, VLISSINGEN 28 Provincie Zeeland, GS, MIDDELBURG Waterschap Zeeuwse Eilanden, DB, MIDDELBURG

6 MONDELINGE, SCHRIFTELIJKE EN DIGITALE REACTIES ALFABETISCH OVERZICHT ORGANISATIES 8 COVRA N.V.,, VLISSINGEN 25 Delta N.V., MIDDELBURG 1 Dorpscomité Ritthem, RITTHEM Dorpscomité Ritthem, RITTHEM 15 Energy Resources, s-hertogenbosch 7 EPZ, VLISSINGEN 14 Gemeente Borsele, B&W, HEINKENSZAND 23 Gemeente Vlissingen, B&W, VLISSINGEN 17 Greenpeace, AMSTERDAM 3 NWEA, UTRECHT 18 ProDelta management B.V., ROTTERDAM 28 Provincie Zeeland, GS, MIDDELBURG 16 PvdA afdeling Borsele, NISSE 27 Sloecentrale, VLISSINGEN 21 Staatsbosbeheer, TILBURG 19 Stichting Dorpsraad Nieuwdorp, NIEUWDORP 24 Verbrugge Zeeland Terminals B.V., RITTHEM, Advocatuur & Notariaat, AMSTERDAM 30 Waterschap Zeeuwse Eilanden, DB, MIDDELBURG 20 ZMF, GOES

7 100 1 Inspraakpunt C.GEN electriciteitscentrale Bureau Energieprojecten Postbus AC Den Haag Sloehaven- Vlissingen Ritthem, 29 januari Geachte meneer/mevrouw, Betr.: Zienswijze startnotie m.e.r. C.GEN electriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen Onderstaand vindt u een opsomming van opmerkingen en aanbevelingen onderwerp. m.b.t. bovengenoemd 1. T.a.v. de technische installatie verwijzen wij naar: Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport t.b.v. waterstofelectriciteitscentrale MWe Europoort-Rotterdam d.d. 4 december 2008/rapportnurnmer De C.GEN waterstofcentrale is ons inziens in hoge mate vergelijkbaar aan de NUON multifuel electriciteitscentrale in de Eemshaven. De plan-mer en besluit-mer moet leiden tot een oprichtingsvergunning, waarin alle aspecten genoemd en beschreven zijn in: Oprichtingsvergunning, wet milieubeheer, verleend aan Nuon Power Projects 1 B.V., Groningen 20 april 2009, Zaaknr , Procedurenr iet alleen de ruimtelijke belangen van de initiatiefnemer (C.GEN) dienen gewogen te worden. 3.1 Onderzoek de gevolgen in al zijn aspecten, van het bedrijfsvoeren met de genoemde installatie voor de direct omwonenden, t.w.: Ritthem, Nieuw- en St. Joosland, Oudedorp, Nieuwdorp en Borssele t.a.v. lucht/emissie, geluid, trillingen, bodem, veiligheid, verkeer en vervoer, opslag van grond- en afvalstoffen, voor de voorkeurslocatie. 3.2 Onderzoek de gevolgen, in al zijn aspecten, voor de direct aan de voorkeurslocatie grenzende voor natuurcompensatie bestemde gebieden, t.w.: Rammekensschor, Schorerpolder, Welzinge, Ritthemse bos (Karnemelkshoek) en de noordelijk gelegen cultuurlandschappen. 3.3 Onderzoek de gevolgen genoemd in punt 3.1 en 3.2 ook t.a.v. de zoekgebieden 1,2 en 3.

8 4. Ruimtelijke inpassing 4.1 Voorkeurslocatie --ro 001 Als voorkeurslocatie geldt het westelijk deel van het huidige Cobelfretterrein, aangevuld met een deel buitendijks gebied. Het Bestemmingsplan "Industrieterrein Vlissingen-Oost" kent naast de onder genoemde nog een beperking, zie hiervoor Bestemmingsplan Vlissingen-Oost, 3 e plan herziening, hoofdstuk 2.2 (blz. 2) n.l.: Het toekomstig gebruik van het westelijk deel van het plangebied is nog onzeker. Er zal evenwel geen handelshaven worden toegestaan, doch een industriële bestemming waarbij rekening wordt gehouden met: - de in het geldende bestemmingsplan opgenomen milieuzonering; - een zone ter breedte van 300 m. langs het meest westelijke deel waarin beperkingen in bedrijfsactiviteiten zullen worden aangebracht als gevolg van en ten behoeve van het voorkomen van negatieve effecten op het beoogde natuurcompensatiegebied aan de westzijde van de Koedijk. 4.2 Onderzoek de effecten van het bouwen, bedrijf voeren, transport, kade- en overslagfaciliteiten van C.GEN t.a.v. deze natuurcompensatiegebieden. Zie ook Startnotie milieueffectrapportage Westersehelde Container Terminal juli Beoordeel in het kader van punt 4.1 en 4.2 de zoekgebieden 1, 2 en Het Rijksinpassingsplan en de Rijkscoördinatieregeling heeft niet ten doel de kwaliteit van woon- en natuurgebieden aan te tasten. Immers de genoemde bedrijfsactiviteit is dominant t.a.v. de voorkeurslocatie. Onderzoek de voor- en nadelen van bovengenoemde m.b.t. de zoekgebieden 1, 2 en 3 in relatie tot het Rijksinpassingsplan en de Rijkscoördinatieregeling. 5. Veiligheid 5.1 Beoordeel de in- en externe veiligheidsrisico's van de totale installatie, inclusief de zich in de installatie bevindende brandstoffen en gassen, en de op het terrein opgeslagen brandstoffen en afvalstoffen, in relatie tot het munitiedepot en overige bedrijfsactiviteiten in de omgeving (domino-effect), voor alle locaties (voorkeurslocatie en de locaties 1,2 en 3) 5.2 Beoordeel het veiligheidsrisico van het munitiedepot (veiligheidszones A = 400 m., B = 600 m. en C = 1200 m.) m.b.t. continue aanwezige personeel, gebouwconstructies, de zich in de installatie bevindende gevaarlijke stoffen, brandstofopslag, overslagfaciliteiten e.d., voor de voorkeurslocatie. 6. Milieuzonering 6.1 Beoordeel de totale bedrijfsactiviteit conform de standaard bedrijfsindeling (SBI) en de categorie indeling van de Staat van Inrichtingen overeenkomstig de basiszoneringslijst van de VNG, m.b.t. het landelijk gebied t.a.v. woningen en kernen, voor de voorkeurslocatie en de locaties 1,2 en 3. Wij stellen het op prijs een ontvangstbevestiging van deze zienswijze van u te mogen ontvangen en op de hoogte gehouden te worden van verdere acties of publicaties. Met vriendelijke groeten, namens het Dorpscomité Ritthem,

9 0021 Inspraakpunt C.GEN electriciteitscentrale Sloehaven- Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus AC Den Haag I I I 2 F d.d. Betr.: Zienswijze startnotie m.e.r. C.GEN electriciteitscentrale Sloeha\'en- lissingen Ritthern, 22 februari 2010 Geachte rneneer-rnevröuv. Onderstaand indt u een opsomming van opmerkingen en aanbe elingen rn.b.t. bo engenoemd onderwerp. Gelieve ondergenoemde punten in te brengen, ten behoe e an het opstellen an richtlijnen voor het milieueffectrapport in deze zaak. I. T.a. v. de technische installatie verwijzen wij naai: Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport t.b.v. waterstofelectriciteitscentrale MWe Europoort-Rotterdam d.d. 4 december 2008/rapportnummer Zie ook startnotitie hoofdstuk I, 4 en 6. Sloe. 2. De C.GEN waterstofcentrale is ons inziens in hoge mate vergelijkbaar aan de I 0 multi-fuel electriciteitscentrale in de Eemshaven. De plan-mer en besluit-mer moet leiden tot een oprichtingsvergunning. waarin alle aspecten genoemd en beschreven zijn in: Oprichtingsvergunning wet milieubeheer, verleend aan Nuon Power Projects 1 B.V., Groningen 20 april 2009, Zaaknr , Procedurenr, Zie ook startnotitie hoofdstuk I t/m 6, Sloe. 3. Niet alleen de ruimtelijke belangen van de initiatiefnemer (C.GEN) dienen gewogen te worden. Onderzoek de gevolgen in al zijn aspecten,incl. cumulatie effecten van het bedrijfsvoeren met de genoemde installatie voor de direct omwonenden, t.w.: Ritthern, Nieuw- en St. Joosland Oudedorp, Nieuwdorp en Borssele t.a.v. luchtiemissie,lichtvervuiling, geluid, trillingen, bodem, veiligheid, verkeer en vervoer, opslag van grond- en afvalstoffen, voor de voorkeurslocatie. Zie ook startnotitie hoofdstuk 4, Sloe. Onderzoek de gevolgen, in al zijn aspecten, waaronder lichtvervuiling, voor de direct aan de voorkeurslocatie grenzende voor natuurcompensatie bestemde gebieden, t.w.: Rammekensschor, Schorerpolder, Welzinge, Ritthemse bos (Karnemelkshoek) en de noordelijk gelegen cultuurlandschappen. Zie ook startnotitie hoofdstuk 4, Sloe. Onderzoek de gevolgen genoemd in punt 3.1 en 3.2 ook t.a.v. de zoekgebieden 1 2 en Ruimtelijke inpassing 4.1 Voorkeurslocatie Als voorkeurslocatie geldt het westelijk deel van het huidige Cobelfretterrein. aangevuld met een deel buitendijks gebied.

10 Het Bestemmingsplan "Industrieterrein Vlissingen-Oost" kent naast de onder genoemde nog een beperking, zie hiervoor Bestemmingsplan Vlissingen-Oost, 3 e plan herziening, hoofdstuk 2.2 (blz. 2) n.i.: Het toekomstig gebruik van het westelijk deel van het plangebied is nog onzeker. Er zal evenwel geen handelshaven worden toegestaan, doch een industriële bestemming waarbij rekening wordt gehouden met: - de in het geldende bestemmingsplan opgenomen milieuzonering; - een zone ter breedte van 300 m. langs het meest westelijke deel waarin beperkingen in bedrijfsactiviteiten zullen worden aangebracht als gevolg van en ten behoeve van het voorkomen van negatieve effecten op het beoogde natuurcompensatiegebied aan de westzijde van de Koedijk. Zie ook startnotitie punt 3.1.2, hoofdstuk 4, Sloe. 4.2 Onderzoek de effecten van het bouwen, bedrijf voeren, transport, kade- en overslagfaciliteiten van C.GEN t.a.v. deze natuurcompensatiegebieden. Zie ook Startnotie milieueffectrapportage Westersehelde Container Terminal juli Zie ook startnotitie punt 3.1.2, hoofdstuk 4, Sloe. 4.3 Beoordeel in het kader van punt 4.1 en 4.2 de zoekgebieden 1,2 en 3. Zie ook startnotitie punt 3.1.2, hoofdstuk 4, Sloe. 4.4 Het Rijksinpassingsplan en de Rijkscoördinatieregeling heeft niet ten doel de kwaliteit van woon- en natuurgebieden aan te tasten. Immers de genoemde bedrijfsactiviteit is dominant t.a.v. de voorkeurslocatie. Onderzoek de voor- en nadelen van bovengenoemde m.b.t. de zoekgebieden I, 2 en 3 in relatie tot het Rijksinpassingsplan en de Rijkscoördinatieregeling. Zie ook startnotitie hoofdstuk 4 en 6 Sloe. 5. Eerdere publicaties in o.a. de Provinciale Zeeuwse Courant van spreken van een eventuele uitbreiding van het op te stellen vermogen tot 1600 MW. (dus 2 maal het te installeren vermogen zoals genoemd in de onderhavige Startnotitie). Ook de benodigde ruimte 70 ha., wijst hierop. Onderzoek de in deze zienswijze genoemde aspecten onder de punten 3 t/m 6 t.a.v. de bovengenoemde uitbreiding van het te installeren vermogen tot 1600 MW. In de M.E.R. dient rekening te worden gehouden met deze 1600 MW. 6. Veiligheid Beoordeel de in- en externe veiligheidsrisico's van de totale installatie, inclusief de zich in de installatie bevindende brandstoffen en gassen, en de op het terrein opgeslagen brandstoffen en afvalstoffen, in relatie tot het munitiedepot en overige bedrijfsactiviteiten in de omgeving (domino-effect), voor alle locaties (voorkeurslocatie en de locaties I. 2 en 3) Beoordeel het veiligheidsrisico van het munitiedepot (veiligheidszones A = 400 m., B = 600 m. en C = 1200 m.) m.b.t. continue aanwezige personeel, gebouwconstructies, de zich in de installatie bevindende gevaarlijke stoffen, brandstofopslag, overslagfaciliteiten e.d., voor de voorkeurslocatie. Zie ook startnotitie punt 4.7, Sloe. 7. Milieuzonering Beoordeel de totale bedrijfsacti iteit conform de standaard bedrijfsindeling (SBI) en de categorie indeling van de Staat van Inrichtingen overeenkomstig de basiszoneringslijst van de VNG, m.b.t. het landelijk gebied t.a.v woningen en kernen, voor de voorkeurslocatie en de locaties 1,2 en Emissieplafond Beoordeel de voorgenomen activiteit t.a.v. 800 MW. En eventueel toekomstig naar 1600 MW. m.b.t. het vastgestelde emissieplafond in Nederland. Houd hierbij rekening met de diverse productievariabelen, zoals: STEG, STEG en vergasser excl. C02-afvang, STEG en vergasser incl. C02- afvang. Zie ook startnotitie hoofdstuk 5 en 6, Sloe. Wij stellen het op prijs een ontvangstbevestiging van deze zienswijze van u te mogen ontvangen en op de hoogte gehouden te worden van verdere acties of publicaties.

11 10021 VRAGEN INLOOPAVOND STARTNOTITIE G.GEN 1. installatie in 2015 commercieel. Betekent dit dat U dan feitelijk C02 ondergronds opslaat? 2. kunt u enkele locaties noemen waar u C02 ondergronds opslaat? 3. Staat de Ned.wetgeving nu C02 opslag toe? 4. Als u vraag I t/rn. 3 met nee/waarschijnlijk beantwoord hoeveel C02 stoot u dan uit bij 100 % vermogensbedrijfper jaar? Hoeveel C02 stoot uw installatie uit bij maximale benutting C02 afvang? 5. Het Sloegebied is beperkt in omvang en grenst aan kwetsbaar cultuur- en natuurlandschap ( denk aan nationaal landschap /natura 2000 gebieden)en is tevens omringd door dichtbij gelegen dorpen. Bent u bereid, via bijv. convenanten, meer inspanningen te doen ter bescherming van de omgeving, dan wettelijk is vereist? 6. Het bedrijfsvoeren met uw installatie zal de kwaliteit van de leefomgeving niet verbeteren. Wilt u minimaal 5 maatregelen noemen t.b.v. bewoners en natuur om het verlies van kwaliteit te compenseren. 7. Het bedrijfsvoeren met deze centrale vereist gekwalificeerd personeel en management. Hoe gaat u deze kwalificaties borgen? Bent u bereid in Zeeuwse opleidingsinstituten te investeren teneinde bekwaam personeel aan te trekken? 8. Het meest milieuvriendelijke altematiefvoor uw installatie en locatie is het amoveren van de conventionele kolencentrale van EPZ en op deze locatie en naaste omgeving gefaseerd 4 nieuwe eenheden te bouwen. Immers de infrastructuur is, zij het aangepast, grotendeels aanwezig. Tevens is de levensduur van de EPZ kolencentrale beperkt. Deelt u deze visie en bent u bereid samen met EPZ, Provincie en Rijk deze optie te onderzoeken? Ritthem,

12 Met vriendelijke groeten, namens het Dorpscornité Ritthem, Wijkbeheergroep Mortiere Dorpsvereniging Nw. en St. Joosland \0021 Bijlage: vragen inloopavond startnotitie C.GEN.

13 .-rooo a: SenterNoJ(::'I) 0en Haag Aan:Inspraakpunt C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen., r- I_n_g_e~o~~nJ?9~~_d_.d_. -1 Bureau Energieprojecten. _ 9 FEB Postbus I 2509 AC Den Haag. '-:-K-- k (""C.=îiï~,,~;:d--=-' I I enmer: t: u Betreft: Inspraak op de startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale; r eet ~singen...--'--~=--=~:pl----j re oord: MWe Waterstofelektriteitscentrale van januari '-_.-.;;...:..;..;;:.;... Kortgene, 7 februari Geachte mevrouw enlof mijnheer, Hierbij ontvangt u mijn op-en aanmerkingen uw voornoemde startnotitie betreffende. Het is beter om de bouw van een grote kernenergiecentrale te bevorderen(zie ook De Bevelandse Bode van pag.6 ), in plaats van nog een centrale te bouwen waarbij fossiele brandstoffen worden gebruikt. Op de Maasvlakte wordt al een centrale gebouwd die fossiele brandstof gebruikt, het is beter hier schaalvergroting toe te passen. In uw startnotitie wordt naar mijn mening te veel gebruik gemaakt van de woorden eventueel en mogelijk, dit geeft weer onduidelijkheden.waarom geeft u niet direct aan, waaraan de installaties de komende 25 jaar dienen te voldoen? Kanttekeningen de notitie betreffende : l.opslag van C02 mag niet opgeslagen worden in de aardbodem onder woongebieden, voedselproductieplaatsen en gebieden(weilanden, visgronden) en niet ter plaatse van natuurgebieden. 2.Zolang er nog geen langdurige ervaring(lo jaar) is opgedaan met een proefproject is de ondergrondse C02-opslag van deze omvang niet aan te bevelen. 3.De producent, beheerder en gebruiker van de C02 is ten alle tijden verantwoordelijk en aansprakelijk voor schade die de mens en zijn milieu bedreigen enlofaantasten. 4.Het bijstoken van schone biomassa dient verplicht gesteld te zijn en niet als een eventuele mogelijkheid gezien te worden. 5.De brandstof overslag, opslag en transport, eveneens de rest-en afvalstoffen betreffende, mag geen overlast van stof en getuid veroorzaken,daarom zijn de volgende 'zaken 'goed te bezien en uit te werken: a.het transport met overstortpunten dient volledig gesloten uitgevoerd te zijn, dus ook aan de onderzijde. b.opslag van stoffen dient gesloten uitgevoerd te zijn, zeer zeker van de rest -en afvalstoffen, alsmede ook de nevenproducten. Indien de kolenopslag open wordt uitgevoerd, dan dient verstoffing tegen gegaan te worden, waarmee en hoe wordt dit probleem opgelost? 6.Bunkers{kolendag-,reststoffen enz.) dienen zodanig groot te zijn dat het transporten slechts 1 keer per dag opgestart hoeft te worden en wel in de daguren. 7.Afval- huis-en vuilwaterstromen hoe worden deze gereinigd, waar gaan deze naar toe? 8.Gedemineraliseerd water is alleen te produceren uit oppervlakte water, tenzij er van overmacht sprake is, hetgeen ten alle tijden vooraf gemeld moet worden aan de bijbehorende overheidsinstantie.indien het gedemineraliseerde water ook gebruikt wordt voor commerciële doeleinden, dan moet dit vermeld te worden. Ik: hoop dat deze op-en aanmerkingen u van goede dienst zijn.hoogachtend en met vriendelijke groet,

14 f-~ I -',..) 1",.",,\ 1 I.:._. ~_.;) Inspraakpunt C.GEN Elektriciteitscentrale Sloehaven- Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus AC Den Haag 1 yy/. _ NWEA Plaats en datum Utrecht, 10 februari 2010 Ons kenmerk Br-secr.218N Uw kenmerk Onderwerp: Zienswijze Startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen Geachte heer, mevrouw, Hierbij maken wij graag gebruik van de mogelijkheid onze zienswijze naar aanleiding van de publicatie in de Staatscourant nr. 578 van 14 januari 2010 van de Startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen aan u kenbaar te maken. CO 2 -afvang Volgens de startnotitie (pagina 10, par. 2.2) is het ontwerp van de centrale gericht op een zeer lage uitstoot van fossiel CO 2 dankzij CO 2 -afvang. Maar uit het vervolg van de startnotitie (pagina 19, 2 e alinea) blijkt dat de afscheiding van CO 2 wel in het ontwerp wordt voorzien, maar dat nog niet duidelijk is of de CO 2 wordt afgevangen en zo dit het geval is, op welke wijze de afgevangen CO 2 verwerkt en opgeslagen wordt. Mogelijke procedés worden in het MER beschreven. De startnotitie beschrijft globaal een aantal mogelijke procedés voor de verwerking, afvoer en opslag van de CO 2 Of de CO 2 wordt verwerkt en wordt afgevoerd en opgeslagen is echter nog niet bekend. Zo stelt de startnotitie dat op termijn pijplijninfrastructuur beschikbaar komt, waarmee de CO 2 kan worden afgevoerd, meest waarschijnlijk naar lege aardgasvelden voor de Nederlandse kust. Voor de beoordeling van de milieueffecten van deze kolengestookte centrale is het van groot belang of de schadelijke stoffen, die vrijkomen worden afgevangen en zo dit het geval is op welke wijze deze stoffen worden verwerkt of langjarig worden opgeslagen en wat de milieueffecten hiervan zijn. Beschrijf in het MER de milieueffecten van de centrale zonder CO 2 -afvang en de milieueffecten van de hele keten in geval van afvang, verwerking en langjarige opslag van CO 2 Waterstof-/syngaslevering en warmte-/stoomlevering In de startnotitie worden de mogelijkheden genoemd van de levering van waterstofgas of syngas aan nabijgelegen industrieën en de levering van processtoom of -warmte aan nabijgelegen bedrijven. Deze combinaties zijn energetisch interessant en kunnen het energetisch, milieutechnisch en economisch rendement van deze elektriciteitscentrale positief beïnvloeden. Uit de startnotitie blijkt echter dat deze mogelijkheden wel onderzocht zullen worden, maar dat nog geenszins duidelijk is of, en zo ja, in welke mate hiervan gebruik gemaakt zal gaan worden. Zienswijze NWEA op Startnotitie G.GEN elektriciteitscentrale 1

15 Beschrijf in de basis variant van het MER de situatie waarbij (vrijwel) geen sprake is van levering van waterstofgas of syngas enlof warmte of stoom aan nabijgelegen bedrijven. De kans is namelijk reëel dat in de praktijk de levering van deze gassen enlof warmte kleiner zal zijn dan in de energetisch meest optimale variant. Beschrijf de milieueffecten van alle fasen Bij de vergunning voor elektriciteitscentrales, die gebruik maken van andere energiebronnen, te weten windparken, dienen in het MER ook de milieueffecten als gevolg van onderhoud en ontmanteling en verwijdering te worden beschreven. Uit de startnotitie blijkt niet dat de milieueffecten van deze fasen in dit MER ook beschreven zullen worden. Beschrijf in het MER, net als in MER-en voor andere elektriciteitsproductie-eenheden het geval is, ook de milieueffecten van het onderhoud en de ontmanteling en verwijdering van de C. GEN elektriciteitscentrale. Energiebalans van de elektriciteitscentrale (Life Cycle Analysis) Voor de bouw, de exploitatie, het onderhoud en aan het eind van de levensduur de ontmanteling en de verwijdering of recycling van de restmaterialen is energie nodig. Ook voor de winning van de brandstof, het transport naar de centrale en de afvoer en (langjarige) opslag van het restafval (waaronder eventueel CO 2 ) is energie nodig. Daar tegenover staat dat de C.GEN elektriciteitscentrale gedurende de levensduur elektrische energie produceert. De hoeveelheid (primaire) energie, die nodig is om de elektriciteitscentrale te bouwen, exploiteren, onderhouden, ontmantelen en verwijderen en om de brandstof te winnen aan te voeren en het restafval (waaronder eventueel CO 2 ) af te voeren en op te slaan, wordt vergeleken met de hoeveelheid energie, die gedurende de levensduur met de centrale wordt geproduceerd. Een dergelijke analyse wordt een energiebalans over de levenscyclus of een Life Cycle Analysis (LCA) genoemd. Met behulp van de LCA kan bepaald worden na hoeveel tijd (maanden of jaren) de centrale net zoveel elektriciteit (eveneens uitgedrukt in primaire energie) geproduceerd heeft, als nodig was voor de bouw, exploitatie, onderhoud en ontmanteling en voor de winning en aanvoer van de brandstof en de afvoer en opslag van het restafval. Bereken in het MER de Life Cycle Analysis uitgaande van de hoeveelheid primaire energie, die nodig is voor de bouw, exploitatie, onderhoud, ontmanteling en verwijdering (of recycling) van de centrale inclusief dezelfde analyse voor de winning en het transport van de brandstof en de afvoer en opslag van het restafval. Aanpassing capaciteit elektriciteitsnet Een elektriciteitscentrale is afhankelijk van het hoogspanningsnet voor de afvoer van de geproduceerde elektriciteit. Zonder netaansluiting en voldoende transportcapaciteit is de bouwen bedrijfsvoering van een elektriciteitscentrale zinloos. Een centrale met een vermogen van MW betekent een aanzienlijke vergroting van het huidige elektriciteitsproductievermogen nabij Borssele en in Zeeland. Een centrale met een vermogen van deze omvang bedient een groter gebied dan haar omgeving (Vlissingen, Walcheren of Zeeland). Teneinde de gevolgen voor het milieu als gevolg van de bouwen bedrijfsvoering van de centrale te kunnen beoordelen, dienen ook de gevolgen van de noodzakelijk verzwaringen van het 380 kv elektriciteitsnet in de beoordeling te worden betrokken. Daarbij dient rekening te worden gehouden met cumulatie met andere plannen voor elektriciteitscentrales in deze regio, die eveneens niet gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen en/of hoog renderende WKK (in verband met 'voorrang voor duurzaam'). Ook TenneT dringt erop aan dat bij de aanvraag van en besluitvorming over vergunningen voor elektriciteitscentrales de netaansluiting en de noodzakelijke netverzwaring hierbij worden betrokken teneinde te voorkomen dat centrales worden gebouwd op plaatsen waar Zienswijze NWEA op Startnotitie C. GEN elektriciteitscentrale 2

16 de netaansluiting en het transport van de geproduceerde elektriciteit (c.q. de noodzakelijke netverzwaring) uit milieuoverwegingen niet aanvaardbaar zijn. Beschrijf in het MER de milieueffecten van de netaansluiting en de eventuele noodzakelijke netverzwaring. Zonder netaansluiting en netverzwaring is een vergunning voor deze centrale immers zinloos. Relatie met (ontwerp) Nationaal Waterplan en SEV-III In het Nationaal Waterplan is voor de kust van Walcheren het windenergiewingebied Borssele aangewezen. Dit gebied is bestemd voor de realisatie van MW productievermogen door middel van offshore windenergie. Zoals in het Nationaal Waterplan en in PKB deel 3a (kabinetstandpunt) van het SEV-III is aangegeven, moet dit offshore windenergie productievermogen bij Borssele worden aangesloten op het landelijk hoogspanningsnet. Beschrijf in het MER wat het Nationaal Waterplan en het kabinetsstandpunt met betrekking tot het SEV-III betekenen voor de realisatie van de G.GEN elektriciteitscentrale. Invloed op de transitie naar een volledig duurzame elektriciteitsvoorziening Een kolengestookte elektriciteitscentrale met een vermogen van MW en een bedrijfstijd van 8000 uur heeft gevolgen voor de balanshandhaving in het Nederlands hoogspanningsnet. Een kolengestookte centrale is slechts beperkt regelbaar. Het is de bedoeling van de exploitant deze centrale als basis Iast eenheid in te zetten en zoveel mogelijk in vollast te bedrijven. Elektriciteitsproductie-eenheden, die gebruik maken van niet regelbare hernieuwbare energiebronnen, zoals zon, wind en water, zijn in het algemeen goed voorspelbaar, maar minder goed tot slecht regelbaar. Bij deze vorm van elektriciteitsproductie is de productie namelijk afhankelijk van de zoninstraling, het windaanbod en het aanbod van water. De energiebron is weliswaar gratis, maar het aanbod fluctueert. In principe wordt ernaar gestreefd dat vraag en aanbod van elektriciteit op elk moment in evenwicht zijn. Dit systeem wordt balanshandhaving genoemd en wordt verzorgd door de TSO (in Nederland door TenneT). De Rijksoverheid wil op langere termijn een duurzame elektriciteitsvoorziening. In de transitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening is naast een toenemend aandeel van productie-eenheden, die gebruik maken van niet regelbare duurzame energiebronnen (zon, wind en water), juist behoefte aan goed regelbare productie-eenheden, die gebruik maken van biomassa of van aardgas. Beperkt regelbare basislast eenheden, zoals de voorgenomen elektriciteitscentrale, kunnen een belemmering vormen in de transitie naar een volledig duurzame elektriciteitsvoorziening. Beschrijf in het MER de gevolgen van de voorgenomen kolengestookte centrale op onder meer de balanshandhaving tijdens de transitie naar een volledig duurzame elektriciteitsvoorziening. Wij zijn desgewenst graag bereid onze zienswijze nader mondeling toe te lichten. Met vriendelijke groet, Nederlandse Wind Energie Associatie NWEA Zienswijze NWEA op Startnotitie G.GEN elektriciteitscentrale 3

17 ..--: Bemie I 000 Lf Fiscaal Juridisch Adviesbureau AANTEKENEN MET HANDTEKENING RETOUR Inspraakpunt C.GEN waterstofelektriciteitscentrale Sloehaven Vlissingen Bureau energieprojecten Postbus AC DEN HAAG - "l J referentie behandeld door kenmerk 2555P HvL datum 11 februari 2010 Betreft: reactie startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven -Vlissingen Geachte heer/mevrouw, Namens cliënt treft u hierbij een inspraakreactie aan naar aanleiding van de Startnotitie voor de milieueffectrapportage voor een nieuwe elektriciteitscentrale Sloehaven- Vlissingen. Verzocht wordt deze inspraakreactie te betrekken bij de op te stellen richtlijnen voor het op te stellen milieueffectrapport (of de eventueel op te stellen milieueffectrapporten). Cliënt exploiteert een akkerbouwbedrijf gelegen ten zuiden van het Sloegebied. Zijn woning en grond zijn zeer nabij dit gebied en de te bouwen elektriciteitscentrale gelegen. Dit vormt reden voor cliënt om een inspraakreactie in te dienen. De op te stellen richtlijnen voor het MER zullen straks vermelden welke alternatieven en welke milieugevolgen in het MER worden onderzocht en tot welk detailniveau dit moet gebeuren. Cliënt is van mening dat de huidige startnotitie op onderdelen nog onvoldoende gegevens bevat om te komen tot richtlijnen, op basis waarvan alle milieu- en omgevingseffecten in voldoende mate in beeld kunnen worden gebracht. Onduidelijkheden in de startnotitie Allereerst verzoekt cliënt u om duidelijkheid te geven over de initiatiefnemers van de plan- MER en de besluit-mer. In de startnotitie zelf staat dat de initiatiefnemer voor de plan-mer het Ministerie van Economische zaken is. Voor het besluit-mer zou de initiatiefnemer C.GEN NV zijn. In de kennisgeving is echter vermeld dat de startnotitie door de Ministers van EZ en VROM en C.GEN NV wordt uitgebracht. Cliënt verzoekt u duidelijk aan te geven wie de initiatiefnemers zijn. Postbu» 7iY. j-iljlj 11' I dm l.irsscntstraut /'11 1'I/lIIIClJllkl.:('(",,11"I1II1 f2 I dm 1'1'1(/;11111 (J.f IJ.!-I /11 MI FIl,I' (J-IJ j 1 1 /(I ïij' I"'/Ill/i/ 1'I'/IIidïl/@ 1'I'l1Iil',lI/ Hunkrrkrtt ill"iiiii/1/1/i'/' 12,1 'J..ft.;,.!12 Rabohun]: (is" -_._-" Up allr di,'it. i/c'nen t ututrrc) oprll'twhlt'1l zijn fj, uuu,i.' urnturziid«rrrmdür J1t-:fI1lUIt J lloj1caui'i./t'1l nut (I.r!JrI.. \IIIX. dir ~1l1t,1011t'1 1'i1 zijn bi; t/( t;"ull, I'WI d, J'r'{'hthunh ;/1 I ïrn /t".,d", 11irauriu ntulrrmrrr,','11 bt'ptrl.'illj,[,'(lil d«(j(1ii:'ifj/~,lidiill/lf'id i,\ "PI!('1I1'fIl1'1I

18 .----;--- I OOO~ Op pagina 5 van de startnotitie wordt aangegeven dat de besluit-m.e.r-procedure wordt doorlopen, omdat sprake is van een gecombineerde plan- en besluit-mer. Er wordt dus gekozen voor de meest uitgebreide procedure op grond van artikel 14.4b Wet milieubeheer, waarnaar in de starnotitie ook wordt verwezen. Op pagina 30 wordt echter aangegeven dat de plan-mer en het besluit-mer mogelijk tot één MER-document worden gecombineerd. Dit terwijl artikel 14.4b Wm zonder meer uitgaat van één milieueffectrapport. Cliënt verzoekt u om duidelijkheid te geven over de te volgen procedure en het aantal op te stellen milieueffectrapporten. Importcapaciteit elektriciteit Op pagina 8 van de startnotitie wordt zonder nadere uitleg gesteld dat de importcapaciteit van elektriciteit is bereikt. De binnenlandse elektriciteitsvraag zou moeten worden opgevangen met extra opwekkingscapaciteit. Deze stelling is niet nadere onderbouwd. Dit is wel wenselijk in verband met het navolgende. Uit enkele publicaties van 2009 (bijgevoegd) blijkt dat Nederland vanaf oktober 2009 nettoexporteur van elektriciteit is (volgens Tennet en het Centraal Bureau voor de Statistiek). Ook ontstaan er steeds meer innovatieve mogelijkheden voor de opslag van elektriciteit. Volgens pagina 41 van het eindrapport "Opslag en elektriciteit: status en toekomstperspectief voor Nederland', dat door Utrecht Centrum voor energieonderzoek in augustus 2006 is opgesteld, kunnen netgekoppelde opslagsystemen de grootste bijdrage leveren aan een duurzamere energiehuishouding. In het rapport worden nieuwe recent ontwikkelde technieken beschreven. Zo wordt bijvoorbeeld de pompaccumulatiemethode genoemd, waarbij in tijden van lagere vraag, meestal 's nachts, reservecapaciteit wordt gebruikt om water omhoog te pompen naar een reservoir. Tijdens de piekvraag stroomt het water weer naar beneden en wekt daarbij elektriciteit op. Ook worden andere opslagmethoden beschreven, zoals het Compressed Air Energy System en opslag via batterijen. Het gegeven dat Nederland de afgelopen periode netto-exporteur was van elektriciteit in combinatie met het feit dat er steeds meer mogelijkheden ontstaan voor opslag van elektriciteit, maakt dat een nadere onderbouwing nodig is van de stelling dat extra opwekkingscapaciteit in Nederland nodig is. Mogelijk is op termijn juist minder opwekkingscapaciteit nodig. De recente ontwikkelingen op het gebied van export en opslagmogelijkheden moeten in ieder geval worden meegenomen bij de afwegingen die in het MER worden gemaakt. Interessant in dit verband is ook het in 2006 gepubliceerde tweejaarlijkse Kwaliteits- en capaciteitsplan van Tennet voor de periode Dit rapport bevat een analyse van de schaal waarop wind capaciteit een probleem zou gaan vormen voor het Nederlandse net, waarbij een deel van de opgewekte energie niet inpasbaar is en dus "verloren" gaat (als het niet wordt opgeslagen of aan anderen geleverd). Als oorzaak van de vergrote capaciteit worden onder meer de plannen voor nieuwe energiecentrales aangewezen! De mogelijke nieuwbouw van een elektriciteitscentrale in Borssele kan tot slot ook niet los worden gezien van de mogelijke nieuwbouw en exploitatie van een tweede kerncentrale in Borssele. In het najaar van 2009 is hiertoe een startnotitie door DELTA opgesteld. Een tweede kerncentrale maakt een nieuwe elektriciteitscentrale in Borssele mogelijk overbodig. 2

19 ---- lood Lf Samenvattend verzoekt cliënt het bevoegd gezag in de richtlijnen voor het op te stellen MER een grondige onderbouwing te vragen, waaruit de benodigde opwekkingscapaciteit in Nederland voor de komende jaren blijkt (nut en noodzaak). Hierbij dienen naar de mening van cliënt de volgende zaken te worden betrokken: bestaande opwekkingscapaciteit binnen Europa; nieuwe, reeds geplande projecten waarmee elektriciteit wordt opgewekt binnen Europa; mogelijkheden van opslag van elektriciteit (in Nederland en binnen Europa). Technische levensduur bestaande elektriciteitscentrales Op pagina 9 van de startnotitie wordt gesteld dat een aanzienlijk deel van het Nederlandse productiepark het einde van haar technische levensduur nadert. Dit zou blijken uit het schema op pagina 8. Cliënt is niet duidelijk op welke wijze dit uit het schema blijkt. Elektriciteitscentrales worden volgens de startnotitie gebouwd voor een levensduur van 30 tot 40 jaar. In het Kwaliteits- en capaciteitsplan van Tennet voor de periode wordt daarentegen uitgegaan van een technische levensduur van 40 tot 50 jaar (bij het uitwerken van een aantal scenario's, ten behoeve van een lange termijn visie op het Nederlandse transportnet, zie hoofdstuk 4 van het rapport). De vraag is met welke technische levensduur rekening dient te worden gehouden bij het opstellen van het MER. Cliënt verzoekt het bevoegd gezag er voor zorg te dragen dat hierover duidelijkheid ontstaat door middel van het stellen van richtlijnen hieromtrent. OpslagC0 2 In de startnotitie wordt uitgegaan van 85% afvang van de geproduceerde CO2 Deze CO2 dient elders te worden opgeslagen, bijvoorbeeld in de lege aardgasvelden op de Noordzee (pagina 9). Duidelijk is dat de opslag van CO 2 in den lande veel discussie oproept en zich bovendien grotendeels nog in een experimenteel stadium bevindt. De vraag is of het reëel is bij het op te stellen milieueffectrapport zonder meer uit te gaan van deze opslagmogelijkheid. Verzocht wordt in de richtlijnen op te nemen dat aangetoond dient te worden dat de opslag van CO 2 ook daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. Ook dient te worden aangegeven waar deze opslag gaat plaatsvinden. Indien geen of onvoldoende concrete opslagmogelijkheden voor CO 2 voorhanden zijn, heeft dit belangrijke consequenties voor de milieueffecten van de te bouwen elektriciteitscentrale. Gevaren van opslag CO 2 Bij het opslaan van CO 2 wordt, zoals hiervoor al aangegeven, gedacht aan opslag in lege aardgasvelden onder de Noordzee. Bij opslag onder de zeebodem bestaat echter het risico van verzuring van het water (bron: Wikipedia). Ook bestaan er andere gevaren. Zo is CO2 niet inert. Anders dan aardgas gaat CO 2 wel verbindingen aan met ondergrondse gesteenten, cement en leidingen. Door reactie met CO 2 kan het volume tot circa 70% toenemen met bodemstijging tot gevolg. Of dit een eerdere bodemdaling compenseert is onvoorspelbaar gezien het verschillende karakter (bodemdaling door lagere gasdruk in poreus gesteente versus bodemstijging door chemische omzetting van gesteente). Bij het transport van CO 2 per pijpleiding of per schip en bij de ondergrondse opslag onder landbodem dreigen ook nog andere gevaren. Hoewel koolstofdioxide niet giftig is kan het in hoge concentraties wel verstikkend zijn, doordat het de zuurstof verdringt. Ook het transport 3

20 .---;--- I DOOLt van CO 2 en indien van toepassing, de opslag onder land bodem, zullen in de richtlijnen daarom de nodige aandacht dienen te krij gen. Over de nadelen van CO2-opslag is niets vermeld in de startnotitie. Alternatieve locaties Sloegebied In de startnotitie wordt aangegeven dat, omdat de voorgestelde locatie is aangewezen als vestigingsplaats in het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV lil), de afweging omtrent mogelijke locaties zich alleen hoeft toe te spitsen op locaties binnen het Sloegebied en niet daarbuiten. Op zichzelf is dit correct, echter aangenomen mag worden dat, mocht uit het op te stellen MER blijken dat de negatieve milieueffecten aanzienlijk zijn, alsnog wordt gekeken naar de 37 andere mogelijke "vestigingsplaatsen" die eveneens in het SEV III worden genoemd. Cliënt vraagt zich overigens wel af waarom in het SEV III geen rangorde in de vestigingsplaatsen is aangebracht voor wat betreft de geschiktheid voor vestiging van nieuwe elektriciteitscentrales. Logisch zou zijn dat bij projecten met aanzienlijke milieuconsequenties een uiterst zorgvuldige afweging van locaties plaatsvindt en niet enkel een afweging van locaties op hoofdlijnen zoals in het SEV III is gebeurd. Met name in verband met het aspect veiligheid (het betreft hier een BRZO-inrichting) zou diepgaander vergelijkend onderzoek moeten plaatsvinden. Ervan uitgaande dat, ondanks het bovenstaande, toch enkel een MER voor de locatie Sloehaven wordt opgesteld, dient in ieder geval rekening te worden gehouden met het volgende. Structuurvisie Borsele In de door de gemeente Borsele op 16 juli 2009 vastgestelde structuurvisie voor de periode wordt het Sloegebied, waarbinnen de nieuwe elektriciteitscentrale gebouwd zou worden, getypeerd als een zeer grootschalig industriegebied, waarbij het contrast met de omliggende open polders en de Westersehelde erg groot is. Het gebied direct ten zuiden en oosten van het Sloegebied is in de Structuurvisie namelijk aangewezen als "Agrarisch- Nationaal Landschap". Dit gebied maakt onderdeel uit van het Nationaal Landschap Zuid- West Zeeland. De waarde van het landschap, bijna direct aansluitend aan de mogelijke nieuwbouwlocatie hangt volgens de structuurvisie nauw samen met de cultuurhistorische ontstaansgeschiedenis. De percelen in de Borsselsepolder en het dorp Borssele zijn planmatig aangelegd. De gebiedsindeling is gebaseerd op een "renaissancestructuur". De strategie voor dit gebied is om de renaissancestructuur te behouden en daar waar mogelijk te versterken. De vraag is dan ook in hoeverre deze strategie wordt aangetast door het bouwen van een nieuwe elektriciteitscentrale, met alle daarbij behorende verkeersstromen. Bij de keuze voor één van de verschillende alternatieven dient derhalve nadrukkelijk rekening te worden gehouden met de uitgangspunten in de Structuurvisie. Nationaal Landschap Omdat er in de directe omgeving, naast het in de startnotitie genoemde Natura 2000-gebied, sprake is van bovengenoemd Nationaal Landschap Zuid-West Zeeland, dienen de effecten op dit Nationaal Landschap en de hiervan onderdeel uitmakende Borsselse Polder goed in beeld te worden gebracht. 4

21 Duurzame inrichting Verder houdt de strategie voor het Sloegebied (beoogde bouwlocatie) volgens de hiervoor genoemde structuurvisie in dat bij verdere ontwikkeling van het Sloegebied de mogelijkheden in kaart worden gebracht om op duurzame wijze het terrein in te richten. Hierbij wordt gezocht naar mogelijkheden om zuinig om te gaan met het gebruik van grondstoffen water en energie. Ook een duurzame inrichting van het terrein vormt dus nadrukkelijk punt van nader onderzoek, waarop bij het opstellen van richtlijnen voor het MER uitvoerig dient te worden ingegaan. Waardedaling bedrijf en woning cliënt De realisatie van een nieuwe elektriciteitscentrale heeft een nadelig effect op de waarde van de percelen landbouwgrond, de (bedrijfs)opstallen en de woning van cliënt. Gedacht moet onder meer worden aan aanzienlijke risico's op het gebied van veiligheid, verslechtering van de luchtkwaliteit, horizonvervuiling, geluidsoverlast en verkeersoverlast. Ook hierop dient bij het opstellen van richtlijnen voor het MER uitvoering te worden ingegaan. Verzocht wordt deze. akreactie te betrekken bij de op te stellen richtlijnen voor het in verband met de ele riciteitsc trale op te stellen MER. Hoogachtend, 5

22 Alle Nederland sinds oktober 2009 netto-exporteur van elektriciteit.j c Page 1 of2 Persberichten per bedrijf Registreer J..Q9.i.n DI AIlePersberichten Home Rs Feed" 0\',,, Ons Contact SItemap!:i2!:tl.S\ BUltenlaol! Nederland sinds oktober 2009 netto-exporteur van elektriciteit Zoeken Nederland sinds oktober 2009 netto-exporteur van elekbiciteit DcOr no.a.u G.publicetud GI t ren Buitenland Fors minder betalen LageEnergiepriJzen.Vergelijk en stap over naar NederlandEnergie! Nederland is sinds oktober 2009 netto-exporteur elektriciteit Lagere energlerekenlng7 Bespaarvele euro's perjaar. Bekijk direct uw voordeeil Ad, doorcoogle van constateren het Centraal Bureau voor de Statistiek en landelijke elektriciteitstransporteur TenneT. De laatste drie maanden van het jaar Is de export van elektriciteit naar de omliggende landen groter dan de import. elektriciteitsprijs Een van de oorzaken Is de lagere in Nederland ten opzichte van de TENNET prijzen in de omliggende landen. Over heel 2009 gezien is Nederland echter nog steeds een Importeur van elektriciteit. Nederland heeft In december 1,3 miljoen MWh aan elektriciteit geëxporteerd. Bekijk alle persberichten van Tenne naar België, Duitsland en Noorwegen Daartegenover staat een Import van 1,1 miljoen MWh.ln het vierde kwartaal van 2009 zijn de prijzen voor elektriciteit in Nederland lager geweest dan In omringende landen voornamelijk door een afnemend verbruik als gevolg van de economische crisis en door de sterke daling van gasprijzen. Omdat het Nederlandse productiepark voornamelijk centrales heeft dit een sterker effect op de elektriciteitsprijzen bestaat uit gasgestookte dan in Duitsland. Daar bestaat het productiepark grotendeels uit kolencentrales. Hierdoor Is er meer naar Duitsland geëxporteerd. België heeft vanaf oktober veel elektridtelt uit Nederland geïmporteerd omdat frankrijk een verminderde productiecapaciteit heeft vanwege grootschalig onderhoud aan centrales. Samen met de altijd stijgende vraag naar elektriciteit elektriciteitsprijzen In Frankrijk. In de herfst en winter zorgt dit voor hogere Pensbericht opties En" ~JIdit per'5t'er dot ljtllit ~~Jst:~nct-t 'J(!efJ oe (1~n f \I' neten ~neq T",r~ i'i'n Jcc-q te!f':!\,;o' Persbericht versturen? Persberichten verstuurt u eenvoudig en effectief vla AliePersberlchten.nl. Een persbericht versturen kost bij ons eenmalig 49 euro Inclusief BTW. Lo in Pensberich1Bn ontvangen? Pensberichten via V'",,-,0' ~ I u Icjevar te p(;i5bejtchtf!. orl ~ oen? :l!:rr..) I Pensberic P~'~" n vla Rss De extra uitgevoerde elektriciteit Is In Nederland vooral geproduceerd In aardgascentrales. In oktober 2009 Is meer dan 1 miljard m3 aardgas Ingezet voor productie van elektriciteit. Het Is nog niet eerder voorgekomen dat in één maand zoveel aardgas Is ingezet. Er zijn vooral enkele gascentrales met hoog rendement die hoge productie hebben gedraald. Door het hoge rendement en de relatief lagere aardgasprijs liggen deze centrales zeer gunstig in de markt. Pe!sberichlen vinden CBS Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft tot taak het verzamelen en bewerken van gegevens met als doel het publiceren van statistieken ten behoeve van praktijk. wetenschap. Naast de verantwoordelijkheid belast met de productie van Europese (communautaire) TenneT TSO B.V. Als exploitant van het transportnet beleid en voor de nationale (officiële) statistieken Is het CBS ook statistieken. en beheerder van het nationale hoogspanningsnet is TenneT verantwoordelijk voor de 'snelwegen' van het Nederlandse elektriciteitsnet (met een totale lengte van 9000 kilometer), beheer van het landelijk transportnet Nederlandse elektriciteitsvoorziening. dat alle regionale netten en het Europese net met elkaar verbindt. Naast het bewaakt TenneT de betrouwbaarheid en de continuïteit van de Om de import en export te faciliteren Investeert TenneT de komende jaren in een aantal nieuwe interconnecties bijvoorbeeld een vierde interconnectie met Duitsland (Doetlnchem-Wesel), en kabels naar Groot Brittannlê (BrltNed) en Denemarken (COBRA). Hierdoor zullen de energieprijzen In Europa nog meer naar elkaar toe groeien en zal de consument de Juiste prijs betalen voor elektriciteit. I n Categorieên -. CaIegor1eên A ~tt,n e 1 F\,r'rl..)n!"'jl~. (v JI ; li.t.:. h rcc'lil <c Day Ahead genomlneelde lrnport en exportvolumes BUitenland 2009 (pdf 588,54 Kb) Day Ahead genomideerde Import en exportvolumes NorNed 2009 (pdf 588,60 Kb) Day Ahead genomineerde import en exportvolume. Beigi" 2009 (pdf 588,8B Kb) Day Ahead genomineerde Import en exportvolumes Duitsland 2009 (pdf 589,22 Kb) Populaire bedrtven -C! 1-.r.. '. C "'I)

STARTNOTITIE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE AARDGASTRANSPORTLEIDING NORG-GRONINGEN (NORGRON)

STARTNOTITIE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE AARDGASTRANSPORTLEIDING NORG-GRONINGEN (NORGRON) Inspraakreacties op STARTNOTITIE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE AARDGASTRANSPORTLEIDING NORG-GRONINGEN (NORGRON) Inspraakpunt Bureau Energieprojecten Postbus 223 2250 AE VOORSCHOTEN www.bureau-energieprojecten.nl

Nadere informatie

STARTNOTITIE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE C.GEN ELEKTRICITEITSCENTRALE SLOEHAVEN-VLISSINGEN

STARTNOTITIE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE C.GEN ELEKTRICITEITSCENTRALE SLOEHAVEN-VLISSINGEN Inspraakreacties op STARTNOTITIE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE C.GEN ELEKTRICITEITSCENTRALE SLOEHAVEN-VLISSINGEN Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC Den Haag www.bureau-energieprojecten.nl INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West Zuid West Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT TSO B.V. aan de Zuid-West 380 kv-verbinding. De landelijk netbeheerder TenneT

Nadere informatie

Startnotitie m.e.r.-procedure

Startnotitie m.e.r.-procedure Zuid West Publiekssamenvatting Startnotitie m.e.r.-procedure Zuid-West 380 kv hoogspanningsverbinding De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT aan de Zuid-West 380 kv-verbinding

Nadere informatie

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving.

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Ter vergelijking: Wind op land kost tussen 8,5 en 9,6 cent per

Nadere informatie

Startnotitie voor de milieueffectrapportage. Samenvatting. Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens

Startnotitie voor de milieueffectrapportage. Samenvatting. Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens Samenvatting Startnotitie voor de milieueffectrapportage Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT

Nadere informatie

Zienswijze op Ontwerpbesluiten ZUID-WEST 380 KV WEST - FASE 2

Zienswijze op Ontwerpbesluiten ZUID-WEST 380 KV WEST - FASE 2 Inspraakbundel Zienswijze op Ontwerpbesluiten ZUID-WEST 380 KV WEST - FASE 2 Inspraakpunt Bureau Energieprojecten Postbus 248 2250 AE VOORSCHOTEN www.bureau-energieprojecten.nl INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF.

Nadere informatie

Waarom windenergie (op land)?

Waarom windenergie (op land)? Waarom windenergie (op land)? Steeds meer schone energie Dit kabinet kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Evenwichtige energiemix Om dit doel verantwoord

Nadere informatie

Hoogspanningsverbinding Noord-West 380 kv

Hoogspanningsverbinding Noord-West 380 kv Hoogspanningsverbinding Noord-West 380 kv Zienswijze indienen Hoe kunt u uw zienswijze kenbaar maken? Vanaf vrijdag 23 juni tot en met donderdag 3 augustus 2017 kan iedereen schriftelijk en mondeling zienswijzen

Nadere informatie

Waarom windenergie op land?

Waarom windenergie op land? Waarom windenergie op land? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Basis vormt de Europese doelstelling van 14% duurzame

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Inhoudsopgave NR 5. december 2016

Nieuwsbrief. Inhoudsopgave NR 5. december 2016 Nieuwsbrief NR 5 Ter inzage legging definitief inpassingsplan Het definitieve inpassingsplan voor het project Zuid-West 380 kv west ligt samen met de december 2016 Inhoudsopgave vergunningen die nodig

Nadere informatie

Grootschalige energie-opslag

Grootschalige energie-opslag Er komt steeds meer duurzame energie uit wind Dit stelt extra eisen aan flexibiliteit van het systeem Grootschalige opslag is één van de opties om in die flexibiliteit te voorzien TenneT participeert in

Nadere informatie

Grootschalige energie-opslag

Grootschalige energie-opslag Er komt steeds meer duurzame energie uit wind Dit stelt extra eisen aan flexibiliteit van het systeem Grootschalige opslag is één van de opties om in die flexibiliteit te voorzien Uitgebreid onderzoek

Nadere informatie

Betreft:vragen naar aanleiding van de (voorgenomen) tracéwijziging 380kV Zuid West

Betreft:vragen naar aanleiding van de (voorgenomen) tracéwijziging 380kV Zuid West Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Directoraat generaal voor Energie, Telecom en Mededinging Directie Energiemarkt t.a.v. de directeur drs. J.C. de Groot Postbus 20401 2500 EK Den

Nadere informatie

Zienswijzen op de concept-notitie Reikwijdte en Detailniveau ONDERZEESE ELECTRICITEITSKABEL DOOR NEDERLANDSE NOORDZEE (VIKING LINK)

Zienswijzen op de concept-notitie Reikwijdte en Detailniveau ONDERZEESE ELECTRICITEITSKABEL DOOR NEDERLANDSE NOORDZEE (VIKING LINK) Inspraakbundel Zienswijzen op de concept-notitie Reikwijdte en Detailniveau ONDERZEESE ELECTRICITEITSKABEL DOOR NEDERLANDSE NOORDZEE (VIKING LINK) Inspraakpunt Bureau Energieprojecten Postbus 248 2250

Nadere informatie

Plaats en datum Ons kenmerk Uw kenmerk Utrecht, 4 mei 2009 Br-secr.179N -

Plaats en datum Ons kenmerk Uw kenmerk Utrecht, 4 mei 2009 Br-secr.179N - Vaste Commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer der Staten Generaal t.a.v. mevrouw A.J. Timmer, voorzitter Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Plaats en datum Ons kenmerk Uw kenmerk Utrecht, 4 mei

Nadere informatie

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding 1 Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Versie: 25 april 2013 Opgesteld door: Windgroep Goeree-Overflakkee, gemeente Goeree-Overflakkee en provincie Zuid-Holland Aanleiding Waarom zijn

Nadere informatie

ZIENSWIJZEN OP ONTWERPBESLUITEN WINDPARK NOORDOOSTPOLDER

ZIENSWIJZEN OP ONTWERPBESLUITEN WINDPARK NOORDOOSTPOLDER Inspraakbundel ZIENSWIJZEN OP ONTWERPBESLUITEN WINDPARK NOORDOOSTPOLDER Inspraakpunt Bureau Energieprojecten Postbus 223 2250 AE VOORSCHOTEN www.bureau energieprojecten.nl INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF. 1

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking omgevingsvergunning UV Ontwerpbeschikking

Ontwerpbeschikking omgevingsvergunning UV Ontwerpbeschikking Ontwerpbeschikking omgevingsvergunning UV 20170261 Burgemeester en Wethouders hebben op 31 maart 2017 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen, voor het aanleggen van een kabel-tracé A 7 op

Nadere informatie

1 3 APR Ministerie van Economische Zaken. Provincie Groningen De Gedeputeerde Staten Postbus AP GroningenGeachte mevrouw/mijnheer,

1 3 APR Ministerie van Economische Zaken. Provincie Groningen De Gedeputeerde Staten Postbus AP GroningenGeachte mevrouw/mijnheer, Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Provincie Groningen De Gedeputeerde Staten Postbus 610 9700 AP GroningenGeachte mevrouw/mijnheer, Datum 12 april 2017 Betreft

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

STEG-eenheid Moerdijk Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

STEG-eenheid Moerdijk Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport STEG-eenheid Moerdijk Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 11 september 2006 / rapportnummer 1782-34 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport STEG-eenheid Moerdijk Advies op

Nadere informatie

Zienswijze op Ontwerpbesluiten WINDPARK WIERINGERMEER FASE 3

Zienswijze op Ontwerpbesluiten WINDPARK WIERINGERMEER FASE 3 Inspraakbundel Zienswijze op Ontwerpbesluiten WINDPARK WIERINGERMEER FASE 3 Inspraakpunt Bureau Energieprojecten Postbus 248 2250 AE VOORSCHOTEN www.bureau-energieprojecten.nl INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan: Salt voor: solid soda dosering activiteiten: milieuneutraal veranderen (fase 1) locatie: Oosterhorn 4, Farmsum kenmerk bevoegd gezag: GR-VERG-2018-000460 kenmerk

Nadere informatie

Licht in de Randstad óók na De nieuwe Randstad 380 kv-hoogspanningsverbinding

Licht in de Randstad óók na De nieuwe Randstad 380 kv-hoogspanningsverbinding Licht in de Randstad óók na 2010 De nieuwe Randstad 380 kv-hoogspanningsverbinding De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT aan de Randstad 380 kv-verbinding. Licht in de Randstad

Nadere informatie

Aardgasgestookte STEGcentrale InterGen in Rijnmond te Pernis

Aardgasgestookte STEGcentrale InterGen in Rijnmond te Pernis Aardgasgestookte STEGcentrale InterGen in Rijnmond te Pernis Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 9 februari 2006 / rapportnummer 1686-15 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Nadere informatie

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk Notitie Ons kenmerk: Z-2015-15661 / 15945 Behandeld door: mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk Onderwerp: Aantal pag. 5 Bijlagen: Concept notitie reikwijdte en detailniveau planmer Structuurvisie Ondergrond

Nadere informatie

Oprichting kernenergiecentrale ERH in Borssele

Oprichting kernenergiecentrale ERH in Borssele Oprichting kernenergiecentrale ERH in Borssele Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 21 december 2010 / rapportnummer 2482-46 Inleiding Energy Resources Holding BV (ERH) heeft

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 71194 23 december 2016 Voorbereidingsbesluit kavel IV windenergiegebied Hollandse Kust (zuid), Ministerie van Economische

Nadere informatie

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies Waarom dit windpark? Inzet op energiebesparing en hernieuwbare energie 2020: 14% hernieuwbare energie 2023: 16% hernieuwbare energie Energieakkoord 2020: 6.000 Megawatt (MW) aan windenergie op land in

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 71191 23 december 2016 Voorbereidingsbesluit kavel III windenergiegebied Hollandse Kust (zuid), Ministerie van Economische

Nadere informatie

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân Waarom windenergie? Steeds meer schone energie De overheid werkt aan een CO2-arme energievoorziening, die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is. Hierover zijn in het energieakkoord tussen Rijk en provincies

Nadere informatie

Het door TenneT TSO B.V. ingediende plan van aanpak maatregelen scheepvaart kabels wordt separaat behandeld.

Het door TenneT TSO B.V. ingediende plan van aanpak maatregelen scheepvaart kabels wordt separaat behandeld. ONTWERP Datum Rijkswaterstaat Zee en Delta Poelendaelesingel 18 4335 JA Middelburg Postbus 556 3000 AN Rotterdam T 088 797 46 00 F 0118 62 29 99 www.rijkswaterstaat.nl Nummer Onderwerp Ontwerp goedkeuringsbesluit

Nadere informatie

Morgen, woensdag 8 juni 2016, bespreekt u in de commissie Ruimte en Leefbaarheid onder meer de partiële herziening VRM / PlanMER windenergie.

Morgen, woensdag 8 juni 2016, bespreekt u in de commissie Ruimte en Leefbaarheid onder meer de partiële herziening VRM / PlanMER windenergie. Geachte leden van Provinciale Staten van Zuid-Holland, Morgen, woensdag 8 juni 2016, bespreekt u in de commissie Ruimte en Leefbaarheid onder meer de partiële herziening VRM / PlanMER windenergie. In de

Nadere informatie

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.).

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.). Hoe vindt de trechtering van groot concept zoekgebied naar voorkeursalternatief plaats? Om tot een voorkeurslocatie voor het station en voorkeurslocatie voor de kabelcircuits te komen worden een aantal

Nadere informatie

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bedrijvenpark IBF Heerenveen Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het planmer voor de 2 e partiële herziening van het bestemmingsplan 11 juli 2013 / rapportnummer 2120 110 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder

Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder 150714-44-RUI-01 Raadsvoorstel start MER procedure Spinder_crdv 1 Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder Aanleiding Stichting MOED heeft een verzoek om herziening van het bestemmingsplan

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Aanhef

Inhoudsopgave. 1. Aanhef ONTWERP Datum Rijkswaterstaat Zee en Delta Poelendaelesingel 18 4335 JA Middelburg Postbus 556 3000 AN Rotterdam T 088 797 46 00 F 0118 62 29 99 www.rijkswaterstaat.nl Nummer Onderwerp Ontwerp goedkeuringsbesluit

Nadere informatie

Tracé-alternatieven ten behoeve van het milieueffectonderzoek. Zuid West. Definitief

Tracé-alternatieven ten behoeve van het milieueffectonderzoek. Zuid West. Definitief Zuid West Definitief Tracé-alternatieven ten behoeve van het milieueffectonderzoek De minister van Economische Zaken en VROM werken samen met Tennet TSO B.V. aan de Zuid-West 80 kv-verbinding. Definitief

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36496 27 juni 2017 Voorbereidingsbesluit kavel V windenergiegebied Hollandse Kust (noord), Ministerie van Economische

Nadere informatie

Factsheet: Dong Energy

Factsheet: Dong Energy Factsheet: Dong Energy Holding/bestuurder Type bedrijf Actief in Markt Bedrijfsprofiel Dong Energy Producent/leverancier elektriciteit (en aardgas) Europa Consumenten/zakelijk - Omzet 900 miljoen (NL)/9

Nadere informatie

Milieu Effect Rapportage onderzoeksreactor PALLAS. Procedure en rol ANVS en Ministerie van I&M

Milieu Effect Rapportage onderzoeksreactor PALLAS. Procedure en rol ANVS en Ministerie van I&M Milieu Effect Rapportage onderzoeksreactor PALLAS Procedure en rol en Ministerie van I&M Inhoud 1. Informatieavond 2. en Minister van Infrastructuur en Milieu 3. Milieueffectrapport (MER) 4. Inspraak 5.

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Ministerie van Economische Zaken

Ministerie van Economische Zaken Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V. T.a.v. Zuidwalweg 2 8861 NV HARLINGEN Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Alblasserdam. Bedrijventerrein Jonker. nota zienswijzen 102.13942.00 01-09-2009. identificatiecode:

Alblasserdam. Bedrijventerrein Jonker. nota zienswijzen 102.13942.00 01-09-2009. identificatiecode: Alblasserdam Bedrijventerrein Jonker nota zienswijzen identificatie planstatus identificatiecode: datum: 102.13942.00 01-09-2009 opdrachtleider: opdrachtgever: mr. S. Lamkadmi gemeente Alblasserdam A.005/02

Nadere informatie

Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2007 / rapportnummer 1757-126 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Thermische

Nadere informatie

Q and A s mededeling milieueffectrapportage Energy Resources Holding (ERH) (versie 21 september 2010)

Q and A s mededeling milieueffectrapportage Energy Resources Holding (ERH) (versie 21 september 2010) Q and A s mededeling milieueffectrapportage Energy Resources Holding (ERH) (versie 21 september 2010) Index Begrippenkader 3 1. Mondelinge zienswijze 4 Ik wil graag reageren op de mededeling van ERH. Wat

Nadere informatie

Uitbreiding van de opslagvoorzieningen voor radioactief afval bij COVRA op industrieterrein Vlissingen-Oost

Uitbreiding van de opslagvoorzieningen voor radioactief afval bij COVRA op industrieterrein Vlissingen-Oost Uitbreiding van de opslagvoorzieningen voor radioactief afval bij COVRA op industrieterrein Vlissingen-Oost Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 december 2014 / rapportnummer 2617 39 1. Oordeel

Nadere informatie

Windpark Wieringermeer

Windpark Wieringermeer Windpark Wieringermeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 31 oktober 2014 / rapportnummer 2850 50 1. Oordeel over het aangevulde milieueffectrapport Windkracht Wieringermeer

Nadere informatie

Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis

Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 juni 2005 / rapportnummer 1392-51 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG

Nadere informatie

Randstad 380 kv hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport

Randstad 380 kv hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport ȟȟ ȟ Randstad 380 kv hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport Randstad 380 kv hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport

Nadere informatie

Brandstofdiversificatie kerncentrale Borssele

Brandstofdiversificatie kerncentrale Borssele Brandstofdiversificatie kerncentrale Borssele Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 oktober 2010 / rapportnummer 2111-71 1. Oordeel over het MER N.V. Elektriciteits Produktiemaatschappij Zuid-Nederland

Nadere informatie

Zienswijze op ontwerpbesluit NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (ZUID) FASE 2

Zienswijze op ontwerpbesluit NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (ZUID) FASE 2 Inspraakbundel Zienswijze op ontwerpbesluit NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (ZUID) FASE 2 Inspraakpunt Bureau Energieprojecten Postbus 248 2250 AE VOORSCHOTEN www.bureau-energieprojecten.nl INHOUDSOPGAVE WOORD

Nadere informatie

Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto

Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto Bron 1: Elektrische auto s zijn duur en helpen vooralsnog niets. Zet liever in op zuinige auto s, zegt Guus Kroes. 1. De elektrische auto is in

Nadere informatie

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE M.E.R.-BEOORDELING...2 2.1

Nadere informatie

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer meer ruimte voor haven verbetering kwaliteit leefomgeving 2 Projecten voor haven en leefomgeving procedures voor de uitvoering Het Project Mainportontwikkeling

Nadere informatie

RWE Power. CCS Werbeagentur 10/07. Energiecentrale Eemshaven. RWE Power AG Essen Keulen (Duitsland) I Dertien vragen

RWE Power. CCS Werbeagentur 10/07. Energiecentrale Eemshaven. RWE Power AG Essen Keulen (Duitsland) I  Dertien vragen RWE Power RWE Power AG Essen Keulen (Duitsland) I www.rwe.com CCS Werbeagentur 10/07 Dertien vragen Een nieuwe elektriciteitscentrale op kolen en biomassa in Eemshaven RWE bouwt van 2008 tot 2013 een elektriciteitscentrale

Nadere informatie

Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 6 augustus 2008 / rapportnummer 2015-43 1. OORDEEL OVER HET MER De provincie Utrecht is voornemens om

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 112 28 januari 2016 Voorbereidingsbesluit kavel II windenergiegebied Hollandse Kust (zuid), Ministerie van Economische

Nadere informatie

Dit ontwerpbesluit betreft dus nog niet het definitieve besluit dan wel de definitieve omgevingsvergunning.

Dit ontwerpbesluit betreft dus nog niet het definitieve besluit dan wel de definitieve omgevingsvergunning. @nuon.com Nuon Windpark Wieringermeer B.V. Mevrouw Hoekenrode 8 1102 BR AMSTERDAM Verzenddatum Ons kenmerk Uw kenmerk Uw brief van Onderwerp Omgevingsvergunning Contact 1/4 T 088 321 Geachte mevrouw, Op

Nadere informatie

1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp)

1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp) Nota van Beantwoording Ontvangen reacties en beantwoording van reacties op 1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp) Amstelveen, februari 2016 Nota van beantwoording

Nadere informatie

Waarom windenergie? Wind is (relatief) goedkope techniek

Waarom windenergie? Wind is (relatief) goedkope techniek Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Er wordt aangesloten bij de Europese doelstelling van 14% duurzame

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief Nr. :

Raadsinformatiebrief Nr. : Raadsinformatiebrief Nr. : Reg.nr. : 5241196 B&W verg. : 14 oktober 2015 Onderwerp: Ontwerpbestemmingsplan Molengat 1) Status Het voorliggende bestemmingsplan Molengat betreft een ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Voor informatie Bijlagen Datum OLO Tel diverse

Uw kenmerk Ons kenmerk Voor informatie Bijlagen Datum OLO Tel diverse TenneT TSO B.V. Postbus 718 6800 AS Arnhem P U B L I E K S Z A K E N V E R G U N N I N G E N Gemeente Velsen Dudokplein 1 1971 EN IJMUIDEN T : 14 0255 : 0255 567200 F : 0255 567760 Internet: www.velsen.nl

Nadere informatie

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat:

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat: De Minister van Economische Zaken en De Minister van Infrastructuur en Milieu Overwegende dat: - het wenselijk is te voorkomen dat zich in het gebied dat bestemd zal worden voor het Windpark Zeewolde en

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP NOORDERZIJLVEST

ONTWERPBESLUIT HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP NOORDERZIJLVEST Groningen, Nummer 15-23376 ONTWERPBESLUIT HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP NOORDERZIJLVEST Beslist bij dit besluit op de aanvraag van de vergunningaanvraag van TenneT TSO B.V. te Arnhem 1. Aanhef

Nadere informatie

Inspraak- en overlegnotitie crematorium Ter Borch

Inspraak- en overlegnotitie crematorium Ter Borch Inspraak- en overlegnotitie crematorium Ter Borch Aanleiding De gemeenteraad besloot op 3 maart 2015 mee te willen werken aan de komst van een crematorium op de plek waar tot dat moment nog de Bungalowbuurt

Nadere informatie

2 L.J.M. Engelbert O Startnotitie Zuid-West 380 KV hoogspanningsverbinding.

2 L.J.M. Engelbert O Startnotitie Zuid-West 380 KV hoogspanningsverbinding. Gedeputeerde Staten!..*r.,.*,,k i;:;;; :.:;-$J ' L.i I.. v.. 'J I provincie Zeeland 1 bericht op brief van: uw kenmerk: de voorzitter van Provinciale Staten I ons kenmerk: afdeling: bijlage(n): behandeld

Nadere informatie

Oprichting van een inrichting voor varkenshouderij Maatschap Jongen te Maria Hoop Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting van een inrichting voor varkenshouderij Maatschap Jongen te Maria Hoop Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Oprichting van een inrichting voor varkenshouderij Maatschap Jongen te Maria Hoop Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7 april 2004 / rapportnummer 1411-21 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Uitbreiding Land van Ooit Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding Land van Ooit Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding Land van Ooit Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 april 2005 / rapportnummer 1460-76 Toetsingadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding Land van Ooit Advies op grond van artikel

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen Procedurewijzer Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen #99 Solleveld & Kapittelduinen Inhoud Procedurewijzer 2 Wat is Natura 2000? 2 Aanwijzingsbesluit 3 Zienswijze indienen (ontwerpwijzigingsbesluit

Nadere informatie

Winning aardgas in blok L09 vanaf satelietplatformen L09-FA-1 en L09-FB-1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Winning aardgas in blok L09 vanaf satelietplatformen L09-FA-1 en L09-FB-1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Winning aardgas in blok L09 vanaf satelietplatformen L09-FA-1 en L09-FB-1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 30 mei 2006 / rapportnummer 1714-24 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Nadere informatie

TenneT TSO B.V. Postbus AS ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: /15uit04866 Behorend bij:

TenneT TSO B.V. Postbus AS ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: /15uit04866 Behorend bij: TenneT TSO B.V. Postbus 718 6800 AS ARNHEM Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: 0316-291663 Ons kenmerk: 20150205/15uit04866 Behorend bij: Uw kenmerk: Uw brief van: Bijlage(n): Onderwerp: Ontwerpbesluit

Nadere informatie

Arnhem Schaliegasvrij?

Arnhem Schaliegasvrij? Schriftelijke raadsvragen (zoals bedoeld in Artikel 44) 2014 Arnhem, 25 juni Arnhem Schaliegasvrij? Namens de fractie Verenigd Arnhem wil ik de volgende vragen aan het College van Burgemeester & Wethouders

Nadere informatie

Notitie Inspraak Voorontwerp Bestemmingsplan Buitengebied 2012, De Heimolen te Rucphen (identificatienummer: NL.IMRO.0840.

Notitie Inspraak Voorontwerp Bestemmingsplan Buitengebied 2012, De Heimolen te Rucphen (identificatienummer: NL.IMRO.0840. Notitie Inspraak Voorontwerp Bestemmingsplan Buitengebied 2012, De Heimolen te Rucphen (identificatienummer: NL.IMRO.0840.9000B0010-ON01) Inspraak Ingevolgde artikel 7 van de inspraakverordening van de

Nadere informatie

Winning van aardgas in blok E18 van het Nederlandse deel van het continentaal plat, vanaf satellietplatform E18-A

Winning van aardgas in blok E18 van het Nederlandse deel van het continentaal plat, vanaf satellietplatform E18-A Winning van aardgas in blok E18 van het Nederlandse deel van het continentaal plat, vanaf satellietplatform E18-A Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 15 mei 2008 / rapportnummer 2068-29

Nadere informatie

beschikking Rijkswaterstaat Ministerie van Inftastructuur en Waterstaat

beschikking Rijkswaterstaat Ministerie van Inftastructuur en Waterstaat Rijkswaterstaat Ministerie van Inftastructuur en Waterstaat beschikking Postbus Rijkswaterstaat Zee en 2232 3500 GE Utrecht T 070 336 66 00 www, riikswatertsa t. ni Nummer RWS-2018/26253 Datum 3juli2018

Nadere informatie

Havenkwartier Zeewolde

Havenkwartier Zeewolde Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen wind en geur 16 mei 2017 / projectnummer: 3041 1. Toetsingsadvies

Nadere informatie

Aanvullende Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale

Aanvullende Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale 29 mei 2012 Corr.nr. 2012-22,693, RP Nummer 18a/2012 Zaaknr. 398930 Aanvullende Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen voor de gewijzigde vaststelling van het 'Inpassingsplan

Nadere informatie

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal Stichting S&L Zorg T.a.v. D. van Randwijk Postbus 148 4700 AC Roosendaal NEDERLAND contactpersoon : Mevr. M. Bezemer (Aanw.op ma,di,do) Roosendaal : doorkiesnummer : (0165) 579875 (W20_vrl_OU) onderwerp

Nadere informatie

Stoken van biomassa in de centrale Harculo in Zwolle Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Stoken van biomassa in de centrale Harculo in Zwolle Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Stoken van biomassa in de centrale Harculo in Zwolle Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 30 augustus 2004 / rapportnummer 1443-20 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Nadere informatie

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bedrijvenpark IBF Heerenveen Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het PlanMER voor de 1 e partiële herziening van het bestemmingsplan 4 februari 2013 / rapportnummer 2120 93 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

6 mei Inhoudsopgave

6 mei Inhoudsopgave ONTWERP 6 mei 2019 Poelendaelesingel 18 4335 JA Middelburg Postbus 2232 3200 GE Utrecht T 088 797 46 00 F 0118 62 29 99 www.rijkswaterstaat.nl Nummer Onderwerp Ontwerp goedkeuringsbesluit Monitoringsplan

Nadere informatie

Ontwerp Projectplan Waterwet Nieuwbouw gemaal Noord-Linschoten

Ontwerp Projectplan Waterwet Nieuwbouw gemaal Noord-Linschoten DM 1086194 versie 6 Ontwerp Projectplan Waterwet Nieuwbouw gemaal Noord-Linschoten Colofon Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Postbus 550 3990 GJ Houten Telefoon: 030 634 57 00 website: www.destichtserijnlanden.nl

Nadere informatie

Corus in IJmuiden TRUST. Corus bouwt aan moderne energievoorziening voor de toekomst

Corus in IJmuiden TRUST. Corus bouwt aan moderne energievoorziening voor de toekomst Corus in IJmuiden TRUST Corus bouwt aan moderne energievoorziening voor de toekomst TRUST Tata Power - corus - Tata Steel Corus in IJmuiden is van plan de komende jaren een nieuwe warmtekrachtcentrale

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning

Ontwerp omgevingsvergunning Ontwerp omgevingsvergunning Nummer: W2014-0271 Z -14-28738 Burgemeester en wethouders van de gemeente Goeree-Overflakkee; beschikkende op de aanvraag van: Windpark Krammer BV wonende/gevestigd: Postbus

Nadere informatie

Voorschriften en overwegingen

Voorschriften en overwegingen Hof van Tholen 2 4691 DZ Tholen Postbus 51 4690 AB Tholen telefoon: 14 0166 e-mail: gemeente@tholen.nl website: www.tholen.nl Voorschriften en overwegingen bank: NL14BNGH0285008315 bic: BNGHNL2G btw-nummer:

Nadere informatie

Behandeld door mevrouw 18 september Wommels,

Behandeld door mevrouw 18 september Wommels, permittingnl@vermilionenergy.com ; ; ; ; VERZONDEN ALS PDF Uw brief : Uw kenmerk : 1976389 Ingeboekt onder nr. : Ons kenmerk : 2015154.avr230 Bijlagen : Onderwerp : ontwerpbeschikking Aan: Vermilion Oil

Nadere informatie

Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen

Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen NOTITIE AAN Dienst Regelingen VAN Sara Zehenpfenning ONDERWERP Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen TER BESLUITVORMING TER INFORMATIE Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen

Nadere informatie

II Nil IIIIIIIIII III IIIII I0.1440720 28/08/2014

II Nil IIIIIIIIII III IIIII I0.1440720 28/08/2014 II Nil IIIIIIIIII III IIIII I0.1440720 28/08/2014 Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Gemeente Oosterhout T.a.v. het College van Burgemeester en Wethouders SLOTJESVELD

Nadere informatie

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN ANDEREN DORP, NIJEND 18 (ZAAGWERKZAAMHEDEN)

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN ANDEREN DORP, NIJEND 18 (ZAAGWERKZAAMHEDEN) REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN ANDEREN DORP, NIJEND 18 (ZAAGWERKZAAMHEDEN) 1 Algemeen In deze notitie wordt een reactie gegeven op de ingediende zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Anderen

Nadere informatie

Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 14 januari 2008 / rapportnummer 2017-19 1. HOOFDPUNTEN VAN

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

Aanmeldnotitie Besluit Mer

Aanmeldnotitie Besluit Mer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Aanmeldnotitie Besluit Mer Geerlings Metaalrecycling BV te Venlo Zaaknummer 2012-0164 d.d. 5 april 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 4 2.1

Nadere informatie

Adviesbureau RBOI 195.12171.01 Rotterdam / Middelburg

Adviesbureau RBOI 195.12171.01 Rotterdam / Middelburg Bijlage 6 Nota inspraak Adviesbureau RBOI 195.12171.01 Rotterdam / Middelburg Eindverslag inspraak Voorontwerpbestemmingsplan Reeuwijk-Brug I Inleiding De mogelijkheid tot het geven van inspraak over

Nadere informatie

1 9 JUNI wnr 6 I

1 9 JUNI wnr 6 I STICHTING EEMSWIND 1 9 JUNI 2018 8102 wnr 6 I Aan de Griffier van Provinciale Staten van Groningen Provinciehuis, Groningen Uithuizen, 18 juni 2018 Geachte heer/vrouwe Griffier, Hierbij verzoek ik u de

Nadere informatie

Minder gaswinning, versterkingspakket voor Groningen

Minder gaswinning, versterkingspakket voor Groningen Ministerie van Economische Zaken Minder gaswinning, versterkingspakket voor Groningen Uitleg over het besluit gaswinning Groningen Geachte bewoner, Vrijdag 17 en zaterdag 18 januari 2014 heb ik in Groningen

Nadere informatie

Herziening PIP Greenportlane: Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied.

Herziening PIP Greenportlane: Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied. Herziening PIP Greenportlane: Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied. 1. Inleiding Deze Toelichting baseert zich op het inpassingsplan Greenportlane, zoals

Nadere informatie