Caseloadbeheer gemeenten
|
|
- Emilie Jacobs
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Caseloadbeheer gemeenten Nota van bevindingen datum december 2013
2 Colofon Projectnaam Projectleiders Beheer caseload door gemeenten Wim Storms Pagina 2 van 35
3 Inhoud Colofon 2 1 SAMENVATTING EN CONCLUSIES Het onderzoek Bevindingen Conclusies 10 2 Inleiding Onderzoeksvragen Onderzoeksmethode 14 3 Beleid en sturing op caseloadbeheer Participatiedoelstellingen Selectieve dienstverlening en doelgroepenbeleid Sturing op caseload Ondersteuning Conclusies 20 4 Caseloadbeheer op uitvoeringsniveau Taken van de klantmanager Kennis van de klant Planning en organisatie van het werk Eigen verantwoordelijkheid/vrijheid klantmanager Conclusies 29 Bijlage I Methodologische verantwoording 31 Bijlage II Geraadpleegde literatuur 35 Pagina 3 van 35
4 Pagina 4 van 35
5 1 SAMENVATTING EN CONCLUSIES Deze nota van bevindingen is het resultaat van het onderzoek naar caseloadbeheer dat de Inspectie heeft uitgevoerd bij zeven gemeenten. Eén werkbezoek was een pilot om de onderzoeksmethode te testen. Aanleiding is dat uit eerdere onderzoeken signalen kwamen dat medewerkers niet aan al hun taken toekwamen. Ook bestaan er wisselende beelden over de omvang van de caseload per medewerker. Daarnaast heeft de Inspectie in eerder onderzoek geconstateerd dat de registraties niet op orde waren. Het risico bestaat dat er onvoldoende zicht is op de situatie van de klant, de klanten niet de dienstverlening krijgen die ze nodig hebben en dat groepen klanten uit beeld raken. Het groeiende klantenbestand en de krimpende reintegratiebudgetten dwingen de uitvoering bovendien te zoeken naar mogelijkheden het caseloadbeheer efficiënter in te richten. De inspectie gaat er van uit dat een goed caseloadbeheer bijdraagt aan de activerende dienstverlening aan werkzoekenden. Dat wordt bevestigd in de literatuur 1 en een door de Inspectie georganiseerde expertmeeting met vertegenwoordigers van gemeenten, UWV, adviesbureaus en wetenschappers. De Inspectie wil daarom met dit onderzoek meer zicht krijgen op de wijze waarop gemeenten het caseloadbeheer uitvoeren, met als doel de uitvoering handvatten ter verbetering van het caseloadbeheer aan te bieden. Met het Programmaplan Impuls Vakmanschap Sector Participatie, Werk en Inkomen ontwikkelen Divosa en VNG een inhoudelijke standaard van de professionaliteit binnen de sector. In het onderzoek naar het caseloadbeheer bij gemeenten ligt het accent op beleidskeuzes, werkprocessen en sturing in relatie tot de dienstverlening door professionals. 1.1 Het onderzoek De hoofdvraag van dit onderzoek is: Op welke wijze geven gemeenten vorm aan het caseloadbeheer van klanten WWB? Deze vraag kent de volgende deelvragen: 1. Wat is het centrale beleid van de organisatie? 2. Hoe wordt sturing gegeven aan caseloadbeheer? 3. Hoe wordt op uitvoeringsniveau caseloadbeheer vormgegeven? Onder caseloadbeheer verstaat de Inspectie alle maatregelen en activiteiten op strategisch, tactisch en uitvoerend niveau met als doel het: - creëren van optimale omvang en samenstelling van de caseload, - verkrijgen van overzicht en inzicht in het bestand, - stellen van prioriteiten voor dienstverlening, inclusief handhaving, - maken van afspraken en plannen van klantcontacten (ook herbeoordeling) met de klant. Onderzoeksaanpak Het onderzoek naar het caseloadbeheer bij gemeenten is deels kwalitatief, deels kwantitatief van aard. In deze nota wordt verslag gedaan van de bevindingen van het kwalitatieve onderzoek. De bevindingen van het kwantitatieve onderzoek zijn in een afzonderlijke nota van bevindingen neergelegd. In de programmarapportage zal 1 Paul van der AA, Oude en nieuwe praktijken, Expertmeeting caseloadbeheer 20 februari Pagina 5 van 35
6 de Inspectie verbindingen maken tussen de bevindingen van het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek. Voor het onderzoek heeft de Inspectie in de periode juni en juli 2013 zeven gemeenten bezocht, waarvan één pilot betrof voor het uittesten van de onderzoeksmethode. Bij elke gemeente heeft de Inspectie medewerkers, die relatie hebben met de caseload en managers geïnterviewd en zijn er dossiers bekeken. Bovendien heeft de Inspectie een beperkte literatuurstudie uitgevoerd. Ook zijn documenten bestudeerd. De bevindingen van het kwantitatieve onderzoek zijn in een afzonderlijke nota van bevindingen neergelegd. In de programmarapportage zal de Inspectie verbindingen maken tussen de bevindingen van het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek. Deze nota van bevindingen schetst een beeld van de praktijk van caseloadbeheer bij zeven gemeenten en de aansturing op het caseloadbeheer. Samen met de bevindingen uit het kwantitatieve onderzoek beoogt de Inspectie een breder beeld te geven van het caseloadbeheer bij gemeenten. 1.2 Bevindingen De Inspectie ziet caseloadbeheer als een middel om activerende dienstverlening te kunnen aanbieden. Het caseloadbeheer kan op meerdere niveaus plaatsvinden. De Inspectie onderscheidt het caseloadbeheer op centraal niveau, op managementniveau en op uitvoerend niveau. De bevindingen van dit onderzoek worden op deze niveaus weergegeven. Beleid en sturing op caseloadbeheer Het belang van eenduidig beleid en randvoorwaarden Sinds de inwerkingtreding van de WWB hebben gemeenten de vrijheid om het beleid en de uitvoering van de WWB zelf vorm te geven. Gemeenten maken zelf keuzes gericht op participatie en activering, die van invloed zijn op de wijze waarop capaciteit binnen gemeenten wordt ingezet en de keuze voor een bepaald werkproces. De onderzochte gemeenten geven aan dat de krimpende budgetten voor wat betreft re-integratie en personele bezetting voelbaar zijn. Dit heeft consequenties voor de wijze waarop de participatiedoelstellingen die gemeenten zich stellen worden uitgewerkt in beleid en processen. In sommige onderzochte gemeenten zijn de klantmanagers op de hoogte van de beleidsvisie van het management en worden zij ook conform aangestuurd. Aan de andere kant van het spectrum zijn gemeenten bezocht waar de doelstellingen niet voor iedere afdeling zijn vertaald naar meetbare resultaten en waar de visie van het management voor de uitvoering niet helder is. Selectieve dienstverlening en segmentering van klanten In het onderzoek is gebleken dat gemeenten bewuste keuzes hebben gemaakt voor wat betreft de dienstverlening aan klantgroepen. In het huidig klimaat kan volgens de onderzochte gemeenten niet aan een ieder dezelfde dienstverlening meer worden aangeboden. De meeste onderzochte gemeenten hebben in hun beleid bepaald dat sommige klantgroepen geen dienstverlening krijgen en waar dat niet zo is dienen klantmanagers zelf die afweging te maken. Bij de inrichting van de werkprocessen gaan de gemeenten over het algemeen uit van drie klantgroepen met een oplopende afstand tot de arbeidsmarkt: werkklanten, ontwikkelklanten en zorgklanten. Om de afstand tot de arbeidsmarkt te bepalen wordt onder andere de participatieladder gebruikt. De klanten die tot de werkklan- Pagina 6 van 35
7 ten worden gerekend zijn vooral de klanten die op trede 5 en 6 van de participatieladder zijn ingedeeld. De ontwikkelklanten zijn vooral klanten die op trede 3 en 4 zijn ingedeeld en de zorgklanten op trede 1 en 2. Daarnaast is er bij alle onderzochte gemeenten een aparte aanpak voor jongeren en hebben sommige gemeenten ook een aparte aanpak voor de nieuwe instroom. De aard en intensiteit van de dienstverlening is afgestemd op de doelgroep. Dienstverlening aan werkklanten bestaat uit bemiddeling en ondersteuning bij het zoeken naar werk, ontwikkelklanten ontvangen dienstverlening om de belemmeringen naar de arbeidsmarkt weg te nemen en zorgklanten worden vaak verwezen naar het maatschappelijk werk, de geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg, schuldhulpverlening, etc. Meerdere gemeenten hebben een klantgroep gemaakt van klanten die op de langere termijn geen arbeidsmogelijkheden hebben. Dat gebeurt op basis van een individuele diagnose, maar soms ook op basis van categoriale indelingen (klanten die ouder zijn dan 55). Het gaat om substantiële aantallen klanten die geen reintegratiedienstverlening krijgen en meestal met rust worden gelaten. In sommige gevallen worden deze klanten slechts één keer in de twee jaar opgeroepen om vast te stellen of er iets in hun situatie is veranderd. Voor deze klanten is geen sprake van activerende dienstverlening. De gemeente stelt dat deze klanten geen participatiemogelijkheden hebben en zetten hun formatie en middelen in voor klanten die een grotere kans maken om het werk te hervatten. Welk onderscheid de gemeente ook maakt, binnen elke klantgroep is er sprake van laaghangend fruit. Uit het onderzoek is gebleken dat een klantmanager die zich bezighoudt met de bemiddeling van klanten naar werk zijn inspanningen richt op de meest kansrijke kandidaten in zijn caseload. Ook een klantmanager van ontwikkelklanten of zorgklanten die wordt afgerekend op overdrachten naar een bovenliggend team richt zich op de klanten in de caseload die deze stap het makkelijkst zullen maken. Daarnaast is de arbeidsmarktpositie van een klant binnen een caseload niet statisch. Een klant die op basis van de diagnose als werkklant is bestempeld kan na een half jaar een aanzienlijke afstand tot de arbeidsmarkt hebben ontwikkeld. De activerende dienstverlening kan in dat geval binnen het huidige team van de klant stokken en zou er in principe overdracht plaats moeten vinden naar een ander team. In sommige bezochte gemeenten wordt aangegeven dat er na de diagnosefase onvoldoende naar de arbeidsmarktpositie van de klant wordt gekeken en dat overdracht niet altijd plaatsvindt. Diverse vormen van caseloadbeheer en sturing Bij de onderzochte gemeenten is een grote diversiteit van uitvoeringsmodellen, ook op het gebied van caseloadbeheer, aangetroffen. Gemeenten zoeken naar en hanteren steeds meer andere werkwijzen, aangezien zij als uitgangspunt hanteren dat met hetzelfde budget een groter aantal klanten bereikt dient te worden. De Inspectie heeft gemeenten bezocht die een model hanteren van een vast aantal klanten per klantmanager en ook gemeenten die het pad van een genormeerde caseload per medewerker hebben verlaten. Uit het onderzoek blijkt dat er ook hybride varianten zijn waarin een klant afhankelijk van de fase waarin hij zich bevindt wel of niet tot een caseload behoort. De volgende varianten van caseloadbeheer zijn aangetroffen: - de uitsluiting van dienstverlening aan bepaalde klantgroepen; - het minimaliseren van contact naar ongeveer eens per twee jaar van uitontwikkelde mensen ; - het overhevelen van een deel van de caseload naar rechtmatigheidklantmanagers; Pagina 7 van 35
8 - het loslaten van de caseload per medewerker: diverse initiatieven om van individuele begeleiding naar groepsbegeleiding te komen in de vorm van workshops en trainingen van klanten. De sturing door het management op caseloadbeheer verschilt per bezochte gemeente. Deze is soms per individuele medewerker, soms groeps- of afdelingsgewijs. In sommige gevallen wordt strak gestuurd met harde normen en prestatie-indicatoren, en soms los, zonder normen. Het kan gaan om sturing op proces of op resultaat. Bij resultaatsturing wordt er veelal geen norm voor de caseload gehanteerd, worden vaste werkprocessen in de dienstverlening zoveel mogelijk losgelaten en is er geen tijdsnormering voor werkzaamheden op het gebied van werk, inkomen en reintegratie. Caseloadbeheer op uitvoeringsniveau Omvang caseload verschilt in de praktijk enorm De omvang van de caseload varieert tussen de bezochte gemeenten en binnen de gemeenten tussen klantmanagers. In de interviews is aan de klantmanagers gevraagd wat de hoogte van de caseload is. De ondergrens bij de bezochte gemeenten ligt volgens de klantmanagers op 45 en de bovengrens ligt op 125 klanten per fulltime dienstverband. Het verschil hangt samen met de componenten waaruit het takenpakket is opgebouwd. Bijvoorbeeld: heeft de klantmanager wel of geen taken op het gebied van diagnose, heeft hij alleen taken op het gebied van doelmatigheid of ook van rechtmatigheid, is er sprake van individuele begeleiding of groepsbegeleiding, en welke doelgroep bedient de klantmanager. Zoals eerder aangegeven zijn er ook gemeenten die de caseload per medewerker hebben losgelaten. Veel professionele vrijheid Klantmanagers van sommige onderzochte gemeenten geven aan dat er nauwelijks instructies en procesbeschrijvingen zijn opgesteld. Kaders op het gebied van bijvoorbeeld proces en registratie worden door het management van de bezochte gemeenten wel wenselijk geacht om de kennis van de klant te borgen en te voorkomen dat een klant ten onrechte verstoken blijft van dienstverlening. De kaders worden gevormd door werkprocessen, instructies, targets of doelstellingen, kwaliteitscontroles, beoordelingen en intercollegiale toetsen. Sommige klantmanagers menen dat hun werk zich niet leent voor inkadering door werkprocessen, omdat re-integratie een rekbaar begrip is. Andere klantmanagers zouden juist graag wat meer instructies willen hebben. Kennis van de klant afhankelijk van klantcontact Bij aanvang van de uitkering worden bij sommige gemeenten een poortmedewerker of inkomensklantmanager de mogelijkheden en belemmeringen van de klant in kaart gebracht en geregistreerd in het klantvolgsysteem. Er wordt bepaald tot welke klantgroep de klant behoort en welke dienstverlening er wordt ingezet. Vervolgens wordt de klant overgedragen naar de klantmanager van de vastgestelde klantgroep. In andere gemeenten vindt aan de poort een screening plaats waarbij wordt vastgesteld of iemand werk- ontwikkel- of zorgklant is waarna de diagnose binnen het betreffende team wordt uitgevoerd. De gesproken medewerkers geven aan dat de kennis van de klant op dit moment goed is, maar dat de actuele kennis van de klant na de diagnosefase echter tijdelijk kan verminderen. Bijvoorbeeld als een klant geen aanspreekpunt heeft binnen een training en alleen bij signalen wordt opgepikt door een speciale medewerker, of als de klant binnen de caseload van een klantmanager minder prioriteit heeft. Kennis van de klant kan verder gehinderd worden door de externe inkoop van dienstverlening als klantmanagers alleen een regiefunctie vervullen en geen contact hebben met de klant. Sommige bevraagde klantmanagers Pagina 8 van 35
9 relateren de kennis van de klant aan de omvang van de caseload. Bij meer dan vijftig klanten zou het niet mogelijk zijn om alle klanten te kennen. Andere klantmanagers zien dit verband niet. Zij hebben bij een caseload van honderd klanten aan een caseloadlijst genoeg om het klantenbestand te kennen. De klanten die direct naar werk worden begeleid en de klanten die in een project meedraaien hebben het meest intensief contact met de klantmanager. Medewerkers die dergelijk intensief contact hebben met de klantmanager zeggen zeer goede kennis van hun klanten te hebben. Registratie voor verbetering vatbaar De ICT vormt de basis van het caseloadbeheer vanwege de registratiemogelijkheden die zij biedt. Alle gemeenten gebruiken hun eigen klantvolgsysteem, sommige gemeenten gebruiken er meerdere naast elkaar. Dit kan leiden tot dubbele registraties of het feit dat niet iedere medewerker toegang heeft tot dezelfde gegevens. Veel informatie wordt vastgelegd in eigen notities of eigen informatiesystemen (zoals Excelsheets of ordners op het bureau). Ook worden niet alle gegevens in de systemen even goed gevuld of zijn voor een ieder even toegankelijk. Hieraan zijn debet de tijdsdruk waaronder de klantmanager moet werken of het feit dat de klantmanager simpelweg geen zin heeft in registreren. Ook te privacygevoelige informatie wordt als argument door de klantmanager genoemd. Hij wil niet dat een ieder toegang heeft tot deze informatie. De Inspectie concludeert dat dit de overdraagbaarheid van informatie (bijvoorbeeld bij ziekte van een collega of bij caseloadwisseling) belemmert. Werkdruk: registratie wordt uitgesteld Het ervaren van werkdruk is uiteraard subjectief: de ene klantmanager is er beter tegen bestand dan de ander. Enkele klantmanagers hebben aangegeven dat zij een relatie zien tussen de hoogte van de caseload en de werkdruk, maar er zijn ook klantmanagers die geen relatie zien tussen de omvang van de caseload en de werkdruk. Klantmanagers ontwikkelen hun eigen strategieën in hoe zij met werkdruk omgaan. Zij plannen bepaalde klantcontacten bijvoorbeeld later in dan wenselijk of voorgeschreven of zij voeren bepaalde taakaspecten niet of onvolledig uit. Om het werk zo doelmatig mogelijk in te richten en zodoende de werkdruk behapbaar te houden, kan de klantmanager in de praktijk een beroep doen op administratieve ondersteuners en kwaliteitsmedewerkers binnen de onderzochte gemeenten. Geen van de gesproken klantmanagers heeft aangegeven dat ze een drempel ervaren voor het bespreken van de werkdruk met de manager. De administratieve ondersteuners spelen een rol bij het inplannen van taken en werkprocessen en kunnen registratiewerkzaamheden op zich nemen. Dit kan de klantmanager veel tijd besparen. De kwaliteitsmedewerkers fungeren soms als coach voor de klantmanagers die daar behoefte aan hebben. Zij geven feedback op de kwaliteit van registraties, maar kunnen ook inhoudelijk op processtappen reageren en zodoende bijdragen aan de doelmatigheid van de klantmanager. De klantmanager in de bezochte gemeenten heeft over het algemeen veel ruimte om professioneel te handelen en zijn eigen tijd in te delen. Bij werkdruk heeft hij de ruimte om te prioriteren op het niveau van werkzaamheden of klantgroepen. Bij de werkzaamheden hebben klantcontacten een hoge prioriteit. Voor wat betreft de klantgroepen hebben klanten die dicht bij de arbeidsmarkt staan over het algemeen een hogere prioriteit. Ook kan de klantmanager een manager of coördinator vragen om de instroom van nieuwe klanten in de caseload tijdelijk op te schorten of een deel van de caseload te verdelen over een andere medewerker. Pagina 9 van 35
10 Het ervaren van enige werkdruk is in principe inherent aan het soort werk van de klantmanager. Dit kan ertoe leiden dat ze minder gestructureerd werken, vervolgafspraken uitstellen of telefonisch afhandelen en meer verwijzen. Wel is uit het onderzoek gebleken dat klantmanagers met een grote vrijheid in handelen aangeven dat zij een lagere werkdruk ervaren. Bij werkdruk is registratie één van de eerste taken die wordt uitgesteld. Desondanks is de registratie volgens de meeste bevraagde klantmanagers nauwkeurig en volledig. De kwaliteitsmedewerkers in verschillende gemeenten geven echter aan dat de registratie een punt van zorg is. Meerdere klantmanagers hebben een lijst waarop ze kenmerken van de klanten en de voortgang van de begeleiding bijhouden. Ook op teamniveau worden caseloadlijsten gebruikt om de resultaten van het team zichtbaar te maken. Deze resultaten worden dus niet uit het gemeentelijk informatiesysteem gehaald. 1.3 Conclusies Beleid en sturing op caseloadbeheer Het belang van eenduidig beleid en randvoorwaarden De budgettaire en personele beperkingen voor wat betreft re-integratie hebben invloed op de wijze waarop de participatiedoelstellingen die gemeenten stellen worden uitgewerkt in beleid en processen. De gemeenten hebben dit verschillend opgepakt. Er zijn gemeenten die de organisatie aansturen met een duidelijke visie en anderen die dat niet doen. Selectieve dienstverlening en segmentering Gemeenten maken door de budgettaire en personele beperkingen ook bewust keuzes in hun beleid en dienstverlening aan de klanten. In het huidige klimaat kan volgens de onderzochte gemeenten niet aan een ieder dezelfde dienstverlening meer worden aangeboden. De meeste onderzochte gemeenten hebben in hun beleid bepaald dat sommige klantgroepen geen re-integratiedienstverlening krijgen en waar dat niet zo is dienen klantmanagers zelf die afweging te maken. In sommige gemeenten worden deze klanten slechts één keer in de twee jaar opgeroepen om vast te stellen of er iets in hun situatie is veranderd. Voor deze klanten is geen sprake van activerende dienstverlening. Bij de inrichting van de werkprocessen gaan de gemeenten over het algemeen uit van drie klantgroepen met een oplopende afstand tot de arbeidsmarkt: werkklanten, ontwikkelklanten en zorgklanten. Er wordt in sommige gemeenten na de diagnosefase onvoldoende naar de arbeidsmarktpositie van de klant gekeken en overdracht van de een naar de andere klantgroep vindt niet altijd plaats. De indeling heeft vaak een statisch karakter. In een systeem waarin klanten gesegmenteerd worden en waarin sprake is van resultaatsturing, acht de Inspectie het van belang dat met de werkprocessen geborgd wordt dat klanten niet tussen wal en schip raken. Om dat te bewerkstelligen zou periodiek moeten worden vastgesteld of alle klanten in beeld zijn of hun dienstverlening moet worden bijgesteld en of zij op in de juiste klantgroep zijn ingedeeld. Diverse vormen van caseloadbeheer en sturing Gemeenten hebben diverse varianten van caseloadbeheer. Er zijn gemeenten die een model hanteren van een vast aantal klanten per klantmanager en ook gemeenten die het pad van de genormeerde caseload hebben verlaten. Pagina 10 van 35
11 De sturing door het management op caseloadbeheer verschilt per bezochte gemeente. Deze is soms per individuele medewerker, soms groeps- of afdelingsgewijs. In sommige gevallen wordt strak gestuurd met harde normen en prestatie-indicatoren, en soms los, zonder normen. Het kan gaan om sturing op proces of op resultaat. Bij resultaatsturing wordt er veelal geen norm voor de caseload gehanteerd, worden vaste werkprocessen in de dienstverlening zoveel mogelijk losgelaten en is er geen tijdsnormering voor werkzaamheden op het gebied van werk, inkomen en reintegratie. Caseloadbeheer op uitvoeringsniveau Omvang caseload verschilt enorm De omvang van de caseload varieert tussen de bezochte gemeenten en binnen de gemeenten tussen klantmanagers. In de interviews is aan de klantmanagers gevraagd wat de hoogte van de caseload is. De ondergrens bij de bezochte gemeenten ligt volgens de klantmanagers op 45 en de bovengrens ligt op 125 klanten per fulltime dienstverband. Het verschil hangt samen met de componenten waaruit het takenpakket is opgebouwd. Veel professionele vrijheid Leidinggevenden vertrouwen op de professionaliteit van de klantmanagers. Zij vinden kaders op het gebied van proces en registratie wel van belang voor de dienstverlening van de klant. Klantmanagers van sommige onderzochte gemeenten geven aan dat er nauwelijks instructies en procesbeschrijvingen zijn opgesteld. Daarnaast menen sommige klantmanagers dat hun werk zich niet leent voor inkadering door werkprocessen, omdat re-integratie een rekbaar begrip is. Andere klantmanagers zouden juist graag wat meer instructies willen hebben. De Inspectie concludeert dat kaders juist richting kunnen geven aan de uitvoering en het behalen van de organisatiebrede doelen. Kennis van de klant afhankelijk van klantcontact De mogelijkheden en belemmeringen van de klant worden bij aanvang van de uitkering verschillend in beeld gebracht. In sommige gemeenten gebeurt dit door een poortmedewerker of inkomensklantmanager. Er wordt bepaald tot welke klantgroep de klant behoort en welke dienstverlening er wordt ingezet. Vervolgens wordt de klant overgedragen naar de klantmanager van de vastgestelde klantgroep. In andere gemeenten vindt aan de poort een screening plaats waarbij wordt vastgesteld of iemand werk- ontwikkel- of zorgklant is waarna de diagnose binnen het betreffende team wordt uitgevoerd. De kennis van de klant kan tijdelijk verminderen naarmate de klant langer in de uitkering zit. Sommige bevraagde klantmanagers relateren de kennis van de klant aan de omvang van de caseload. Bij meer dan vijftig klanten zou het niet mogelijk zijn om alle klanten te kennen. Andere klantmanagers zien dit verband niet. Zij hebben bij een caseload van honderd klanten aan een caseloadlijst genoeg om het klantenbestand te kennen. Registratie voor verbetering vatbaar De registratie is voor wat betreft de volledigheid en kwaliteit voor verbetering vatbaar. Ook hanteren klantmanagers soms parallelle registraties, waarin zij de kenmerken van de klanten en voortgang registreren. De Inspectie concludeert dat dit de overdraagbaarheid van informatie (bijvoorbeeld bij ziekte van een collega of bij caseloadwisseling) belemmert. Werkdruk: registratie wordt uitgesteld Het ervaren van werkdruk is uiteraard subjectief: de ene klantmanager is er beter tegen bestand dan de ander. Enkele klantmanagers hebben aangegeven dat zij een Pagina 11 van 35
12 relatie zien tussen de hoogte van de caseload en de werkdruk, maar er zijn ook klantmanagers die geen relatie zien tussen de omvang van de caseload en de werkdruk. Klantmanagers ontwikkelen hun eigen strategieën in hoe zij met werkdruk omgaan. Zij plannen bepaalde klantcontacten bijvoorbeeld later in dan wenselijk of voorgeschreven of zij voeren bepaalde taakaspecten niet of onvolledig uit. De klantmanager in de bezochte gemeenten heeft over het algemeen wel veel ruimte om professioneel te handelen en zijn eigen tijd in te delen. Bij werkdruk heeft hij de ruimte om te prioriteren op het niveau van werkzaamheden of klantgroepen. Bij de werkzaamheden hebben klantcontacten wel een hoge prioriteit en zijn de registratiewerkzaamheden één van de eerste taken die wordt uitgesteld. Administratieve ondersteuning De administratieve ondersteuners spelen een rol bij het inplannen van taken en werkprocessen en kunnen registratiewerkzaamheden op zich nemen. Dit kan de klantmanager veel tijd besparen. Pagina 12 van 35
13 2 Inleiding Deze nota van bevindingen is het resultaat van het onderzoek naar caseloadbeheer dat de Inspectie heeft uitgevoerd bij gemeenten. Aanleiding voor dit onderzoek is dat uit eerdere onderzoeken signalen kwamen dat medewerkers niet aan al hun taken toekwamen. Ook bestaan er wisselende beelden over de omvang van de caseload per medewerker. Daarnaast heeft de Inspectie in eerder onderzoek geconstateerd dat de registraties niet op orde waren. Het risico bestaat dat er daardoor onvoldoende zicht is op de situatie van de klant, de klanten niet de dienstverlening krijgen die ze nodig hebben en dat groepen klanten uit beeld raken. Het groeiende klantenbestand en de krimpende re-integratiebudgetten dwingen de uitvoering bovendien te zoeken naar mogelijkheden het caseloadbeheer efficiënter in te richten. De Inspectie gaat er van uit dat een goed caseloadbeheer bijdraagt aan de activerende dienstverlening aan werkzoekenden. Dat wordt bevestigd in de literatuur 2 en een door de Inspectie georganiseerde expertmeeting met vertegenwoordigers van gemeenten, UWV, adviesbureaus en wetenschappers. De Inspectie wil daarom met dit onderzoek meer zicht krijgen op de wijze waarop gemeenten het caseloadbeheer uitvoert, met als doel de uitvoering handvatten ter verbetering van het caseloadbeheer en daarmee een verbetering van de activerende dienstverlening- aan te bieden. Het onderzoek naar het caseloadbeheer bij gemeenten is deels kwalitatief, deels kwantitatief van aard. In deze nota wordt verslag gedaan van de bevindingen van het kwalitatieve onderzoek. De bevindingen van het kwantitatieve onderzoek zijn in een afzonderlijke nota van bevindingen neergelegd. In de programmarapportage zal de Inspectie verbindingen maken tussen de bevindingen van het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek. 2.1 Onderzoeksvragen De hoofdvraag van dit onderzoek is: Op welke wijze geven gemeenten vorm aan het caseloadbeheer van klanten WWB? Deze vraag kent de volgende deelvragen: 1. Wat is het centrale beleid van de organisatie? 2. Hoe wordt sturing gegeven aan caseloadbeheer? 3. Hoe wordt op uitvoeringsniveau caseloadbeheer vormgegeven? Definitie caseloadbeheer Onder caseloadbeheer verstaat de Inspectie alle maatregelen en activiteiten op strategisch, tactisch en uitvoerend niveau met als doel het: 1. Creëren van een optimale omvang en samenstelling van de caseload. Een optimale omvang en samenstelling van de caseload stelt de medewerker in staat de beoogde activerende dienstverlening te geven en zijn klantenbestand te kennen. Bij het creëren van een optimale omvang en samenstelling van de ca- 2 Paul van der AA, Oude en nieuwe praktijken, Expertmeeting caseloadbeheer 20 februari Pagina 13 van 35
14 seload is ook van belang welke andere taken een medewerker heeft die niet rechtstreeks met klantcontacten te maken hebben. 2. Verkrijgen en actueel houden van de kennis van het bestand. De diagnose van de klant is het vertrekpunt van de activerende dienstverlening. Van belang is dat de kennis van de klant actueel gehouden wordt. Registratie is daarbij essentieel om de kennis van de klant te kunnen reproduceren, zowel voor de medewerker zelf als voor de overdraagbaarheid. Gebruiksvriendelijkheid van de registratiesystemen dragen daaraan bij. 3. Stellen van prioriteiten voor dienstverlening, inclusief handhaving. De sturing op de activerende dienstverlening en op het caseloadbeheer faciliteert de medewerker bij het nemen van besluiten. 4. Het maken van afspraken en plannen van klantcontacten met de klant. Voor de continuïteit van de activerende dienstverlening en voor het behoud van een actueel inzicht in de klant is het van belang dat er regelmatig contact is met de klant. Onderdeel van het caseloadbeheer is die klantcontacten te organiseren. Administratieve ondersteuning kan deze taak vergemakkelijken. 2.2 Onderzoeksmethode De Inspectie heeft zeven gemeenten bezocht om vast te stellen hoe het caseloadbeheer bij deze gemeenten is vormgegeven. Selectie heeft plaatsgevonden op basis van spreiding en gemeentegrootte. Er zijn zowel gemeenten in stedelijke als meer plattelandsgebieden geselecteerd. Eén werkbezoek betrof een pilot om de onderzoeksmethode te testen. Vooraf is deskresearch gedaan naar het beleid en instructies die voor de betreffende gemeente gelden. In elke gemeente heeft de Inspectie: - beleidsdocumenten geanalyseerd om het gemeentelijk beleid en de gemeentelijk doelstellingen op het gebied van doelmatigheid in kaart te brengen, - gesproken met verschillende typen medewerkers zoals; manager, teamleider, vier klantmanagers, kwaliteitsmedewerkers, - dossiers bestudeerd om vast te stellen welke informatie er wordt geregistreerd. In de bijlage is een uitgebreide methodologische verantwoording opgenomen. Soort uitspraak Het onderzoek is kwalitatief van aard. De resultaten geven een beeld van de verschillende manieren waarop de onderzochte gemeenten omgaan met caseloadbeheer. Status van het stuk De nota van bevindingen geeft de resultaten van het onderzoek weer. Deze resultaten vormen input voor de oordelende programmarapportage van de Inspectie over het caseloadbeheer bij UWV en gemeenten. Pagina 14 van 35
15 3 Beleid en sturing op caseloadbeheer Dit hoofdstuk gaat in op het beleid en de sturing op centraal niveau, op managementniveau en op uitvoerend niveau en geeft inzicht binnen welke kaders klantmanagers in een gemeente werken c.q. hun caseload beheren. Gedoeld wordt op de doelstellingen gericht op participatie en activering die gemeenten nastreven. Beleidskeuzes leiden tot keuzes voor een bepaald werkproces. Daarnaast gaat het ook om de wijze waarop door het management sturing wordt gegeven aan de klantmanager. 3.1 Participatiedoelstellingen De doelstellingen gericht op participatie en uitstroom die gemeenten hebben geformuleerd geven op hoofdlijnen weer waar het caseloadbeheer door de klantmanager toe moet leiden. Deze doelstellingen hangen samen met (één van) de volgende thema s: - Schadelastbeperking: een investering in een uitkeringsgerechtigde moet uiteindelijk leiden tot een besparing op de uitkeringskosten. De weg naar werk moet met andere woorden zo kort mogelijk zijn. - Doorgeleiden naar betaalde arbeid en het vergroten van de economische zelfstandigheid: de uitstroom naar betaald werk heeft over het algemeen de eerste prioriteit. - Daling bijstandsbestand/instroom beperking: sommige gemeenten zijn erop gericht de instroom in de uitkering gelijk te laten zijn aan de uitstroom. - Maatschappelijke participatie: wanneer werk niet mogelijk is, maakt men zich maatschappelijk nuttig. In het onderzoek heeft de Inspectie geen gemeenten aangetroffen die expliciete doelstellingen op het gebied van de caseload hebben geformuleerd. Bij één van de onderzochte gemeenten gold dit tot voor kort nog wel. Hier werd expliciet gestreefd naar een verlaging van de caseload per medewerker om zodoende maatwerk mogelijk te maken. Maatwerk zou leiden tot meer uitstroom. Deze doelstellingen zijn inmiddels losgelaten als gevolg van budgettaire nood. Gemeenten geven aan dat de krimpende budgetten voor wat betreft re-integratie en personele bezetting bij gemeenten voelbaar zijn. Dit heeft consequenties voor de wijze waarop de doelen die gemeenten zich stellen zijn/worden uitgewerkt in beleid en processen. De onderzochte gemeenten geven op verschillende wijze invulling aan de vertaling van hun beleidsdoelen. Soms zijn er meetbare concrete doelen op medewerkers- en of afdelingsniveau. Soms zijn er geen harde doelstellingen geformuleerd, maar worden er uitgangspunten aan medewerkers meegegeven zoals instroom is uitstroom. Andere voorbeelden van meetbare doelstellingen zijn: Het werkteam is verantwoordelijk voor 45% van de instroompreventie. en Het werkteam is verantwoordelijk voor 100 doelmatige beëindigingen. Pagina 15 van 35
16 Deze gemeenten sturen ook daadwerkelijk op deze doelstellingen. Per afdeling en team wordt gekeken of doelstellingen worden behaald en ook de individuele bijdrage van iedere medewerker aan de teamdoelstelling wordt meegenomen. Een aantal gemeenten werkt met een duidelijke visie zoals: Wij zorgen ervoor dat onze klanten direct op weg gaan naar werk. of Wat we doen, doen we budgettair neutraal. De klantmanagers in deze gemeenten zijn van de visie op de hoogte en worden ook conform de visie aangestuurd door het management. Aan de andere kant van het spectrum zijn er gemeenten waarbij doelstellingen niet (voor iedere afdeling) zijn vertaald naar meetbare resultaten en waar de visie van het management voor de uitvoering niet helder is. Ook komt de variant voor dat afdelingen uitgangspunten hebben meegekregen in plaats van harde, gekwantificeerde doelen. 3.2 Selectieve dienstverlening en doelgroepenbeleid De onderzochte gemeenten zijn er veelal op gericht te denken vanuit de afstand tot de arbeidsmarkt. Om deze te bepalen wordt onder andere de zogenaamde participatieladder gebruikt. Deze geeft aan wat het participatieniveau van de persoon in kwestie is op basis waarvan de benodigde dienstverlening kan worden bepaald. Gemeenten geven aan dat zij door budgettaire en personele beperkingen bewust een keuze in hun beleid, met betrekking tot dienstverlening aan klantgroepen hebben gemaakt. In het huidig klimaat kan volgens de onderzochte gemeenten niet aan een ieder dezelfde dienstverlening meer worden aangeboden. Organisaties dwingen hun medewerkers een afweging te maken in wie nog wel dienstverlening krijgt en wie niet. Gemeenten proberen om binnen de beperkte mogelijkheden manieren te vinden om maximale resultaten te behalen. De wijze waarop binnen de gemeente naar klantgroep wordt gedifferentieerd verschilt. Over het algemeen geldt dat er teams van klantmanagers bestaan met een specialisatie op een bepaalde klantgroep. Ook zijn er gemeenten die onderscheid maken tussen het zittend bestand en nieuwe instroom. Daarnaast zijn er gemeenten die hun dienstverlening aan zorgklanten (volledig) per woonwijk hebben ingericht. De achtergrond hiervan is dat deze klanten dan actief worden door middel van projecten in hun eigen omgeving. Daarnaast zijn ze dan voor de klantmanager of coach bereikbaar in hun eigen leefomgeving. Dat zou veiliger voelen voor dit type klant en bevordert ook de naleving van voorwaarden, omdat het intensief contact een controlerend effect heeft. Bij de inrichting van de processen blijven onderzochte gemeenten uitgaan van de volgende (klassieke) driedeling: 1. Direct bemiddelbare klanten (werkklanten) 2. Klanten die binnen korte termijn geacht worden klaar te zijn voor de arbeidsmarkt (ontwikkelklanten) 3. Klanten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (zorgklanten) 3 3 De precieze benaming van het type klant varieert per gemeente: de Inspectie hanteert in deze nota de bovengenoemde benaming. Pagina 16 van 35
17 Over het algemeen geldt bij de onderzochte gemeenten dat mensen en middelen vooral worden ingezet op klanten waarvan wordt verwacht dat ze ofwel uitstromen, ofwel zich maatschappelijk nuttig zullen maken. Deze keuze houdt volgens sommige gemeenten ook verband met de huidige krappe arbeidsmarkt. De zogenaamde werkklanten worden direct bemiddeld naar een baan en/of volgen een traject dat hen zo snel mogelijk naar regulier werk leidt. Dit gebeurt met behulp van een klantmanager/coach al dan niet in een trainingscentrum (of jobcenter) waarin de uitkeringsgerechtigden trainingen krijgen aangeboden en in sommige gevallen ook een werkervaringsplaats. Voor de ontwikkelklanten kunnen eventueel trajecten worden ingekocht bij een reintegratiebedrijf of zij worden door de gemeente zelf begeleid, bijvoorbeeld een traject richting vrijwilligerswerk. Dit gebeurt over het algemeen in de vorm van projecten in de wijk zoals de buurthulp (bijvoorbeeld boodschappen doen voor ouderen). De zorgklanten worden veelal doorverwezen naar andere netwerkpartijen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Uitontwikkelde klanten Sommige gemeenten kiezen er beleidsmatig voor om bepaalde klantgroepen uit de (doelmatigheids)caseload te halen en de dienstverlening aan deze klanten verregaand te extensiveren. In verschillende onderzochte gemeenten worden klanten gelabeld als uitontwikkeld of worden dummygroepen geformeerd waarin klanten zitten die nauwelijks re-integratiedienstverlening krijgen. Hierdoor neemt de druk op de totale gezamenlijke caseload af. Het betreft hier klanten die volgens de onderzochte gemeenten op het moment geen kansen op de arbeidsmarkt hebben en waarvan de gemeente geen kansen ziet om het arbeidsmarktpotentieel van deze klanten te ontwikkelen. De Inspectie heeft enkele gemeenten bezocht die geen re-integratiedienstverlening geven aan deze klanten: de dienstverlening beperkt zich tot rechtmatige uitkeringsverstrekking. Daarnaast wordt extensief (bijvoorbeeld één keer in de twee jaar) vastgesteld of er in de toekomst wel mogelijkheden zijn om deze klanten naar de arbeidsmarkt te begeleiden. Deze klanten behoren niet meer tot de caseload van medewerkers die zich bezighouden met doelmatigheid en de actuele kennis van deze klanten is gering. In sommige bezochte gemeenten wordt aangegeven dat er na de diagnosefase onvoldoende naar de arbeidsmarktpositie van de klant wordt gekeken en dat overdracht naar een andere klantgroep niet altijd plaatsvindt. Jongeren Alle onderzochte gemeenten hanteren een apart jongerenregime (tot 27 jaar). Deze doelgroep kent aparte wettelijke verplichtingen gericht op scholing, een wachtperiode voor men in de WWB komt en een eigen verantwoordelijkheid. Deze groep krijgt een andere aanpak, bijvoorbeeld in een zogenaamd Jongerenloket. Afbouw individuele begeleiding in sommige gemeenten Sommige gemeenten geven aan dat zij kampen met een tekort aan FTE, bijvoorbeeld omdat tijdelijke contracten niet langer worden verlengd. Dit in combinatie met Pagina 17 van 35
18 de krimpende re-integratiegelden leidt ertoe dat individuele begeleiding van uitkeringsgerechtigden WWB niet altijd meer mogelijk is. Dat betekent dat de individuele begeleiding van bestaande klanten in een aantal gevallen steeds meer wordt afgebouwd en in sommige gemeenten zelfs helemaal niet meer voorkomt. Het uitgangspunt geldt dat met hetzelfde budget een groter aantal cliënten bereikt dienen te worden. Ook de inzet van externe re-integratie wordt steeds minder. Sommige gemeenten hebben de re-integratie zelf op zich genomen. Dat betekent dat meer dan de helft van het beschikbare re-integratiebudget binnen de gemeente zelf wordt gespendeerd of bij aan de gemeente gelieerde instellingen zoals het WSW-bedrijf. Klantmanagers worden in deze gemeenten ook ingezet voor bemiddeling. Loslaten van de caseload In een aantal onderzochte gemeenten wordt steeds meer gebruik gemaakt van groepsbegeleiding. In één van de gemeenten wordt zelfs uitsluitend gebruik gemaakt van groepsgewijze trainingen en projecten. Zo is er een gemeente die uitsluitend werkt met trainer-coaches. Hier is de caseload per medewerker dan ook volledig losgelaten. 3.3 Sturing op caseload De wijze waarop de caseload van klantmanagers wordt aangestuurd verschilt per gemeente. In de ene gemeente wordt gewerkt met normen en wordt er gestuurd op harde prestatie-indicatoren. In de andere gemeente is van dit alles in het geheel geen sprake. Wanneer een gemeente nog in een verandertraject zit of als deze net is afgerond, wordt veelal nog gewerkt aan de ontwikkeling van indicatoren om zicht te krijgen op individuele resultaten. Beoordeling van klantmanagers vindt plaats op grond van uitstroom- of plaatsingsresultaten en/of de bijdrage aan de afdeling- of teamdoelstellingen. In alle gemeenten worden caseload- en voortgangsgesprekken gevoerd, waarbij de caseload per medewerker wordt besproken. Signalen van wat op de werkvloer gebeurt of binnengekomen klachten worden hierin meegenomen. De tijdigheid van processen is in gemeenten een punt van aandacht. Het verschil tussen de onderzochte gemeenten zit in de hoogte van de caseload per medewerker en het wel of niet gebruiken van harde prestatie-indicatoren. Hoogte caseload Gemeenten maken verschillende beleidskeuzen met betrekking tot de hoogte van de caseload per medewerker. Sommige gemeenten hanteren een caseload per medewerker doelmatigheid, waarbij de omvang van de caseload genormeerd is. Uit het onderzoek blijkt dat de omvang van de genormeerde caseload sterk kan variëren en samenhangt met het takenpakket van de klantmanager. De bovengrens ligt rond de 125 klanten bij een fulltime dienstverband. De ondergrens in de gemeenten die bij dit onderzoek zijn betrokken ligt op 45 klanten per medewerker. In één van de bezochte gemeenten hebben de klantmanagers wel een individuele caseload, maar wordt geen norm voor de omvang van de caseload gehanteerd. In deze gemeente wordt er vanuit gegaan dat een vaststaand aantal klantmanagers de totale caseload moet bedienen ongeacht de omvang. Er zijn ook gemeenten die de koppeling van een klant aan een vaste klantmanager hebben losgelaten. In deze gemeenten is geen sprake meer van een individuele Pagina 18 van 35
19 caseload, maar van groepsgewijze begeleiding. Klanten die deelnemen aan groepstrainingen worden op dat moment niet tot een caseload gerekend, maar hebben hun aanspreekpunt bij de groepstraining. Klanten die geen training volgen worden in de ene gemeente opgepakt door een klantmanager en in de andere gemeente bediend in een inloopspreekuur waar klantmanagers piketdiensten draaien. Alle gemeenten gaven aan dat de instroom van WWB-gerechtigden hoger is dan de uitstroom en dat de intern afgesproken caseloadhoogten onder druk staan. Ook zijn niet alle gemeenten qua formatie op sterkte, hetgeen als consequentie heeft dat de caseload per medewerker in sommige gevallen boven de norm zit. Voor klantmanagers die bijzondere doelgroepen bedienen geldt een afwijkende norm. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld de functie van jobcoach in de traditionele betekenis, wiens werk over het algemeen als arbeidsintensiever wordt ervaren. Prestatie-indicatoren Sommige gemeenten hebben prestatie-indicatoren geformuleerd, bijvoorbeeld in de vorm van gekwantificeerde uitstroomcijfers. Klantmanagers worden hierop beoordeeld. Niet in alle gemeenten wordt gewerkt met prestatie-indicatoren of harde normen voor de prestaties van de klantmanager. Binnen sommige gemeenten gelden gezamenlijke eindresultaten (op team- of afdelingsniveau) in plaats van individuele per klantmanager. Een gemeente geeft aan dat gekeken wordt met welke gezamenlijke activiteiten de organisatiebrede doelstellingen het beste bereikt kunnen worden. Dit leidt tot betere resultaten binnen het team. Voor de uitstroom van uitkeringsgerechtigden met een korte afstand tot de arbeidsmarkt zijn over het algemeen eerder harde normen geformuleerd dan voor uitkeringsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt: re-integratie is volgens gemeenten namelijk een rekbaar begrip. In een van de onderzochte gemeenten zijn recentelijk gespecificeerde normen geïmplementeerd met betrekking tot instroom, ontwikkeling en uitstroom. Het management in de onderzochte gemeenten geeft aan zicht te hebben op resultaten door: - Stijging op de participatieladder - Uitstroom naar werk - Aantal vervulde werkervaringsplekken/vrijwilligersplekken - Grootte caseload (lijsten houden klantmanagers zelf bij) - Kwaliteitscontroles (zie hieronder) 3.4 Ondersteuning Er zijn diverse instrumenten" beschikbaar die het caseloadbeheer bij de gemeente kunnen ondersteunen. De Inspectie heeft de hierna volgende instrumenten bij de onderzochte gemeenten aangetroffen. Deze kunnen per gemeente verschillen. Kwaliteitsmedewerkers De kwaliteitsmedewerkers binnen een gemeente doen niet allemaal hetzelfde, ook per gemeente kan dit verschillen. Het merendeel van de kwaliteitsmedewerkers is gericht op de rechtmatigheid van de WWB. Daarnaast kan een medewerker specifiek re-integratie als aandachtspunt hebben. In de kwaliteitscontroles worden dan ook inhoudelijke keuzes van klantmanagers betrokken. Dit kan leiden tot aanpassing Pagina 19 van 35
20 van instructies of het opstellen van kwaliteitsplannen. Ook het niet goed functioneren van medewerkers blijkt uit deze controles. In de onderzochte gemeenten wordt daar niet altijd iets mee gedaan door het management. Kwaliteitsmedewerkers controleren in ieder geval de registraties die van belang zijn voor de rechtmatige uitkeringsverstrekking en de registraties op het gebied van reintegratie voor zover deze verplicht aangeleverd moeten worden aan het CBS is het kader van de Statistiek Re-integratie Gemeenten (SRG) 4. De kwaliteitsmedewerkers fungeren soms ook als coach voor de klantmanagers die daar behoefte aan hebben. Zij geven feedback op de kwaliteit van registraties, maar kunnen ook inhoudelijk op processtappen reageren en zodoende bijdragen aan de doelmatigheid van de klantmanager. Administratieve ondersteuners De administratieve ondersteuners nemen per gemeente verschillende registratieverplichtingen op zich of spelen een rol bij het inplannen van afspraken en/of werkprocessen. Één van de bezochte gemeenten heeft werkvoorbereiders die werkprocessen opvoeren. De controle op de afronding van de werkprocessen speelt een belangrijke rol bij de sturing door de in sommige gemeenten aanwezige coördinatoren (vervullen een rol tussen de klantmanager en de manager). ICT-systemen Elke gemeente heeft een klantvolgsysteem waarin de klantkenmerken, klantcontacten en de voortgang van trajecten kan worden geregistreerd en opgevraagd. Het gaat om programma s als IW3 en GWS4all. Daarnaast maken sommige klantmanagers gebruik van het UWV-programma Sonar. Het gaat over het algemeen om klantmanagers die met UWV samenwerken bijvoorbeeld bij de bemiddeling van jongeren. In deze programma s kunnen klantmanagers ook de verslagen van de contacten met de klanten plaatsen, bijvoorbeeld in de notitievelden of de zogenaamde suites van GWS. De verslaglegging over doelmatigheid is binnen algemene kaders vrij. Sturing op het gebied van registratie gebeurt met behulp van instructies en controle door een coördinator of een kwaliteitsmedewerker. In één gemeente worden klantmanagers voor het zelfstandig invoeren van gegevens gebrevetteerd nadat ze ervaring hebben opgedaan en een toets hebben afgelegd. Na brevettering wordt de kwaliteitscontrole geëxtensiveerd. Klantmanagers geven aan dat de ICT-ondersteuning niet in alle gemeenten even optimaal werkt en ook niet altijd gebruiksvriendelijk is. Soms betreft het een geheel van systemen die niet goed op elkaar aansluiten. Diagnose toetsen In sommige onderzochte gemeenten wordt gewerkt met diagnosetoetsen. Hiermee worden motivatie, kansen en belemmeringen van de klant in kaart gebracht. In principe wordt met het resultaat bepaald welke dienstverlening de klant krijgt. 3.5 Conclusies Beleidsmatige keuzes hebben invloed op de wijze waarop capaciteit binnen de gemeente wordt ingezet, op werkprocessen, het caseloadbeheer door de klantmanager en hoe hier sturing aan wordt gegeven. De keuze voor selectieve dienstverlening en doelgroepenbeleid leidt over het algemeen tot specialisatie op klantgroep, tot uit- 4 Gemeenten zijn verplicht om periodiek informatie over re-integratie aan te leveren aan het CBS. In de SRG worden de volgende gegevens geregistreerd: re-integratiepositie plus de datum waarop deze is vastgesteld, voorziening plus beging- en einddatum, en de inzet van loonkostensubsidie, participatieplaats en/of WIW/ID-baan. Pagina 20 van 35
21 sluiting van klantgroepen en tot groepsbegeleiding (loslaten van de caseload per medewerker). Niet alle gemeenten hebben hun centrale beleidsdoelstellingen op meetbare wijze vertaald naar de lagere niveaus binnen de organisatie. Aansturing binnen de gemeente kan plaatsvinden op doelstellingen en/of op de prestatie-indicatoren per individuele medewerker. Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich de gemeenten, waarin niet wordt gestuurd op harde doelstellingen of cijfers, maar uitsluitend op de voortgang van individuele trajecten. Daartussenin zitten gemeenten bij wie de aansturing verschilt per afdeling. Op de ene afdeling wordt op gezamenlijke uitstroomcijfers gestuurd, op de andere afdeling vindt de sturing plaats via de individuele medewerkers zonder dat daar harde normen of ambities aan ten grondslag liggen. De omslag van processturing naar resultaatsturing die in sommige gemeenten heeft plaatsgevonden, betekent dat er geen harde normen voor de caseload worden gehanteerd. Vaste werkprocessen worden hier zoveel mogelijk losgelaten en er is geen tijdsnormering voor doelmatigheidswerkzaamheden. Pagina 21 van 35
Kwantitatief onderzoek caseloadbeheer. datum december 2013
Kwantitatief onderzoek caseloadbeheer datum december 2013 Colofon Projectnaam Projectleider Kwantitatief onderzoek caseloadbeheer Wim Storms Pagina 2 van 101 Inhoud Colofon 2 Inhoud 3 1 Samenvatting en
Nadere informatieKen uw klanten. Onderzoek naar het caseloadbeheer van UWV en gemeenten en hun kennis van de klant
Ken uw klanten Onderzoek naar het caseloadbeheer van UWV en gemeenten en hun kennis van de klant Colofon Programma Participatie Nummer R 14/04 ISSN 1388-8733 ISBN 978-90-5079-272-1 Datum Juni 2014 Pagina
Nadere informatieGemeenteraad Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44 44 www.inspectieszw.nl
Sill Inspectie SZW Ministerie van Soáale laken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Gemeenteraad Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44 44 www.inspectieszw.nl
Nadere informatieQuick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie
Quick scan re-integratiebeleid Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Doetinchem, 16 december 2011 1 1. Inleiding De gemeenteraad van Doetinchem heeft op 18 december 2008 het beleidsplan
Nadere informatieCaseloadbeheer UWV. datum december 2013
Caseloadbeheer UWV datum december 2013 Colofon Projectnaam Projectleider Beheer caseload UWV Wim Storms 2 van 45 Inhoud Colofon 2 1 Samenvatting en conclusies 5 1.1 Het onderzoek 5 1.2 Bevindingen 6 1.3
Nadere informatieEffectmeting re-integratie
Effectmeting re-integratie Gemeente Noordoostpolder Mei 2014 Versie 1.3 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave...2 1.1. Versiebeheer... 2 2. Inleiding... 3 3. Re-integratie... 4 3.1. Wat is re-integratie...
Nadere informatie2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan
Aan de gemeenteraad 26 juni 2007 Onderwerp: Ontheffingen arbeidsverplichting WWB 1. Voorstel 1. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan alleenstaande ouders met
Nadere informatieTegenprestatie naar Vermogen
Tegenprestatie naar Vermogen Beleidsplan Tegenprestatie in het kader van de Participatiewet 2015 Hof van Twente, oktober 2014-1 - De Tegenprestatie naar Vermogen Inleiding Al vanaf 1 januari 2012 kunnen
Nadere informatieRobert Capel Tom de Haas Martin Heekelaar Implementatiedag 12 december, Utrecht
Robert Capel Tom de Haas Martin Heekelaar Implementatiedag 12 december, Utrecht Inhoudsopgave 1. Welkom 2. De opdracht: de optimale weg 3. Het analysemodel en uitvoeringsvarianten 4. Verdieping naar diverse
Nadere informatieZicht op succes. Onderzoek naar re-integratiebeleid Tynaarlo
Zicht op succes Onderzoek naar re-integratiebeleid Tynaarlo Bevindingen (1) Beantwoording van deelvragen: Kaderstelling 1. Welke beleidsdoelen streeft de gemeente Tynaarlo met het reintegratiebeleid na?
Nadere informatieMatrix voor 3 modellen van zelfsturing
Matrix voor 3 modellen van zelfsturing De term zelfsturing wordt verschillend uitgelegd en invulling gegeven. In een verandertraject naar meer eigen verantwoordelijkheid en regelruimte voor medewerkers
Nadere informatie2 e JUL m. Inspectie SZW Ministerie van Sociaie Zaken en Werkgelegenheid. Beste auteur, denkt u aan het afschrift van het antwoorc
Inspectie SZW Ministerie van Sociaie Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Gemeenteraad Beste auteur, denkt u aan het afschrift van het antwoorc s.v.p. sturen aan de Griffie
Nadere informatiePlan 2018 Regio Rijnmond
Plan 2018 Regio Rijnmond Het doel van het project is versnelling aan te brengen op de integratie en participatie van vergunninghouders via werk en/ of scholing. Het landelijk dekkend netwerk van regio
Nadere informatieBeste HRM Dienstverlener voor de Overheid
Sociale Zaken Creëren van Participeren Het kabinet wil de Participatiewet per 1 januari 2014 in werking laten treden. Er wordt nog gedebatteerd over onderdelen van de wet. Echter, de kern staat vast. Het
Nadere informatieDe leden van de raad van de gemeente Groningen (050)
Voortgang en borging Kansen in Kaart J.Y. Bruining De leden van de raad van de gemeente Groningen (050) 367 62 68-6537682 - Geachte heer, mevrouw, In deze brief informeren wij u over de voortgang in het
Nadere informatieHerijking formatiemodel Werk en. Werk en gemeente inkomen Arnhem. Startbijeenkomst aanvragen en bestanden Divosa, 19 juni 2015
Herijking formatiemodel Werk en Formatiemodel inkomen Werk en gemeente inkomen Arnhem Startbijeenkomst aanvragen en bestanden Divosa, 19 juni 2015 Aris van Veldhuisen, a.vanveldhuisen@aef.nl Irene Niessen,
Nadere informatieDe Participatieladder. Klaas Folkerts, Rotterdam Luuk Mallee, Regioplan Ingrid van Dinteren, Eindhoven
De Participatieladder Klaas Folkerts, Rotterdam Luuk Mallee, Regioplan Ingrid van Dinteren, Eindhoven Inhoud presentatie Aanleiding en proces (KF) De participatieladder (LM) Resultaten pilots (IvD) Toepassingsmogelijkheden
Nadere informatieRekenkamercommissie Wijk bij Duurstede Onderzoeksplanning 2013
Rekenkamercommissie Wijk bij Duurstede Onderzoeksplanning 2013 Juni 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Onderzoeksonderwerpen in 2013 2.1.Onderzoek naar de effectiviteit van de re-integratieactiviteiten
Nadere informatieWet stimulering arbeidsparticipatie
Wet stimulering arbeidsparticipatie Op 1 januari 2009 is de Wet stimulering arbeidsparticipatie (STAP) in werking getreden (Stb. 2008, 590 en 591). In deze wet wordt een aantal wijzigingen met betrekking
Nadere informatieVOORSTEL INHOUD. Portefeuille: J. de Graaf. No. B Dronten, 6 november Beleidskeuzes WWB Aan de gemeenteraad
Portefeuille: J. de Graaf No. B12.002085 Dronten, 6 november 2012 Beleidskeuzes WWB 2013 Aan de gemeenteraad VOORSTEL Wij stellen u voor: 1. Voor de besteding van de doeluitkering werkdeel WWB 2013 ter
Nadere informatieREÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005
-1.833.52 REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet : de WWB b. WWB:
Nadere informatieRecept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent
Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Het gerecht Het resultaat: weten dat u met de juiste dingen bezig bent. Alles is op een bepaalde manier meetbaar.
Nadere informatieVoorbeeld samenwerkingscontract tussen werkgever en gemeente
Samenwerkingscontract tussen XXX en ggg 1. XXX, gevestigd te XXX, hierna te noemen "XXX", ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door,.. en 3. Gemeente ggg, hierna te noemen, gevestigd te ggg, ten deze
Nadere informatieIn uw brief zijn onderstaande vragen gesteld.
Gemeente Haarlem Retouradres Participatieraad Haarlem Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer E-mail Onderwerp 11 november 2014 2014/411388 Eric Dorscheidt 0235114010 edorscheidt@haarlem.nl Ongevraagd
Nadere informatieBeoordelingskader Dashboardmodule Betalingsachterstanden hypotheken
Beoordelingskader Dashboardmodule Betalingsachterstanden hypotheken Hieronder treft u per onderwerp het beoordelingskader aan van de module Betalingsachterstanden hypotheken 2014-2015. Ieder onderdeel
Nadere informatieReïntegratieverordening. werk en bijstand
Reïntegratieverordening werk en bijstand Midden-Delfland, augustus 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004,
Nadere informatieLaagdrempelige toegang voor mensen met een beperking
Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Evaluatie Pilot clientondersteuning in de Rotterdamse Vraagwijzers MEE Rotterdam-Rijnmond Datum Januari 2017 Opdrachtgever Opdrachtnemer Status Gemeente
Nadere informatieInspectie Werk en Inkomen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
> Retouradres Het college van Burgemeester en Wethouders Inspectie Werk en Inkomen Wilhelmina van Pruisenweg 52 drs. C.H.L.M. van de Louw D a t u m 2 6 OKT. 2011 Betreft Aanbieding Programmarapportages
Nadere informatieSturen op effectiviteit re-integratie Opzet:
Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet: 1) Context 2) Drie niveaus van sturing: - bestuurlijk niveau - managementteam niveau - operationeel niveau 3) Vragen en verdiepen Context: maatschappelijke
Nadere informatieVergunningverlening Plan van aanpak
Vergunningverlening Plan van aanpak Oktober 2013 Colofon Rekenkamer Súdwest-Fryslân dr. M.S. (Marsha) de Vries (hoofdonderzoeker, secretaris) dr. R.J. (Rick) Anderson (lid) drs. J.H. (Jet) Lepage MPA (voorzitter)
Nadere informatiePilot FIP Frequent Intensief Persoonlijk. Presentatie Divosa 5 april 2019 Dorien Dieters en Jany van de Vin (teammanager en coördinator team Inkomen)
Pilot FIP Frequent Intensief Persoonlijk Presentatie Divosa 5 april 2019 Dorien Dieters en Jany van de Vin (teammanager en coördinator team Inkomen) Achtergrond FIP pilot Sterk veranderde dienstverlening
Nadere informatieScenario Participatiewet 2013-2016 Iedereen doet mee, niemand aan de kant
Scenario Participatiewet 2013-2016 Iedereen doet mee, niemand aan de kant Inzet MEEWERKEN tegenprestatie naar vermogen optima forma Uitgangspunten: Huidige beleidsuitspraken Vraagstelling: Is dit betaalbaar
Nadere informatieMedewerker mobiliteit
Medewerker mobiliteit Doel (Mede)ontwikkelen van mobiliteitsbeleid, uitvoeren van mobiliteitstrajecten en geven van individueel loopbaanadvies, uitgaande van het mobiliteits-/ personeelsbeleid op instellings-
Nadere informatieGeachte leden van de commissie Ruimte en Vastgoed,
Geachte leden van de commissie Ruimte en Vastgoed, Bij uw commissievergadering van 14 februari heb ik u, namens het college van burgemeester en wethouders, toegezegd, de aanpak van Krachtwijk Actief te
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieStrategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein
Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein Gemeente Wassenaar februari 2016 Pagina 2/9 2 Pagina 3/9 1 Inleiding Kader en achtergrond Kenmerkend voor het transformatieproces in het sociaal
Nadere informatieBeleidsnota Tegenprestatie naar vermogen. Gemeente Borne
Beleidsnota Tegenprestatie naar vermogen Gemeente Borne Borne, september 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Inhoud van de wet... 4 3 De tegenprestatie en ons re-integratie- en participatiebeleid...
Nadere informatieaanbesteding en inkoop 3D
aanbesteding en inkoop 3D 9 juli 2015 1 inleiding In het onderzoeksprogramma dat de Rekenkamer Lansingerland op 20 februari 2015 aan de raad heeft gestuurd, is een onderzoek aangekondigd naar de aanbesteding
Nadere informatieTraject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net
Traject Tilburg Aanvragers: Gemeente Tilburg Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net Opgave: Beantwoorde ondersteuningsvraag In Tilburg is het traject Welzijn Nieuwe Stijl onderdeel van een groter programma
Nadere informatieZelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk
Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk Kerngegevens Gegevens organisatie Gegevens zelfevaluatie Naam en adres organisatie Zelfevaluatie ingevuld op [Datum] Scope [werkzaamheden, onderdelen en locaties
Nadere informatieSamenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck
Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck 2016-2017 Inhoud Voorwoord... 3 Doelstellingen monitor sociaal domein... 3 Meetbare doelstellingen... 4 Rol van raad en college... 4 Visie,
Nadere informatieopvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten
opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten juli 2012 1 inleiding 1-1 aanleiding De rekenkamer voert onderzoeken uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het
Nadere informatieKadernota xteme inhuur
Kadernota Externe inhuur Stuknummer: b!07.00560 gemeente Den Helder Concept Kadernota xteme inhuur Inhoudsopgave Kadernota Externe inhuur 1. Inleiding 3 2. Kaders 3 2.1. Definitie 3 2.2. Reikwijdte van
Nadere informatieplan van aanpak Regioplan 2018 projectleider: Ronald Hessels datum: 5 juni 2018 versie: 02
plan van aanpak Regioplan 2018 projectleider: Ronald Hessels datum: 5 juni 2018 versie: 02 inhoudsopgave 1. inleiding... 3 1.1. achtergrond...3 1.2. projectopdracht...3 1.3. doel plan van aanpak...3 2.
Nadere informatieWajongers aan het werk met loondispensatie
Wajongers aan het werk met loondispensatie UWV, Directie Strategie, Beleid en Kenniscentrum Dit memo gaat in op de inzet van loondispensatie bij Wajongers en op werkbehoud en loonontwikkeling. De belangrijkste
Nadere informatiePROJECT AFSLUITING+ EVALUATIE PROJECT
PROJECT AFSLUITING+ EVALUATIE PROJECT 1 Deel 1 Algemene projectgegevens 1 Naam project 1 Aanpak jongeren tot 27 jaar zittend bestand Participatiewet 1 Deel 2 Projectinhoudelijke gegevens Oorspronkelijke
Nadere informatieSIGNALEMENT BESTUURSKRACHT GEMEENTEN WERK EN INKOMEN
SIGNALEMENT BESTUURSKRACHT GEMEENTEN WERK EN INKOMEN Inhoud 1 Inleiding-3 2 Bevindingen-3 o Invulling gemeentelijke beleidsvrijheid-3 o Handhaving-4 o Re-integratie, activering-4 o Arbeidsmarktbeleid-4
Nadere informatieUITWERKING PARTICIPATIEVERORDENING WIL
UITWERKING PARTICIPATIEVERORDENING WIL Uitwerking participatieverordening, vastgesteld DB 30 januari 2014 Pagina 1 van 6 Matrix 1 Beleidskader Klantgroepen (nadere uitwerking artikel 3 Participatieverordening)
Nadere informatieBeleidsnota 'Tegenprestatie naar vermogen' gemeente Borne
Beleidsnota 'Tegenprestatie naar vermogen' gemeente Borne Borne, september 2014 Inleiding Al vanaf 1 januari 2012 kunnen gemeenten aan mensen die een WWB-uitkering ontvangen of aanvragen, de verplichting
Nadere informatieDeelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018
Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Gemeente Noordoostpolder 19 augustus 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. groep... 4 3. en en uitgangspunten... 5 3.1.
Nadere informatieGelet op: Artikel 10, eerste lid, en artikel 10da van de Participatiewet; Artikel 11 van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haarlem Nr. 160974 18 september 2017 Beleidsregels jobcoaching gemeente Haarlem Het college van de gemeente Haarlem Gelet op: Artikel 10, eerste lid, en artikel
Nadere informatieBijstand en werk in 2016 De WWB doelgroep in cijfers. Tekst Marlijn Migchels April 2016
Bijstand en werk in 2016 De WWB doelgroep in cijfers Tekst Marlijn Migchels April 2016 Bestandsanalyse laat zien: bijstandsgerechtigden kunnen en willen vaak werken Hoe gedegen matching bijdraagt aan duurzame
Nadere informatieUWV applicaties. Een eerste verkenning over de mogelijkheden die UWV applicaties u kunnen bieden. André Toornent Paul Woltering
UWV applicaties Een eerste verkenning over de mogelijkheden die UWV applicaties u kunnen bieden André Toornent Paul Woltering Nieuwegein, 16 april 2015 Wettelijk kader (SUWI) Doordat alle werkzoekenden
Nadere informatieCollege van Burgemeester en Wethouders Gemeente Alphen aan den Rijn Postbus AA Alphen aan den Rijn
College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Alphen aan den Rijn Postbus 13 2400 AA Alphen aan den Rijn Alphen aan den Rijn, 18 maart 2015 Betreft: advies concept beleidsplan Rijnstreek Werkt 2015-2016
Nadere informatieDeze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.
Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,
Nadere informatieDatum 13 juli 2016 Betreft Kamervragen van het lid Nijkerken-De Haan (VVD) over het bericht dat kanslozen niet hoeven te solliciteren
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieUITWERKING PARTICIPATIEVERORDENING WIL
UITWERKING PARTICIPATIEVERORDENING WIL Uitwerking participatieverordening Pagina 1 van 6 Matrix 1 Beleidskader Klantgroepen (nadere uitwerking artikel 3 Participatieverordening) Job ready Niet job ready
Nadere informatieRe-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen
CVDR Officiële uitgave van Tholen. Nr. CVDR43763_1 20 maart 2018 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen De raad der gemeente Tholen; gelezen het voorstel van het college van
Nadere informatieOplegmemo met nadere toelichting matrix arbeidsmarkt
Oplegmemo met nadere toelichting matrix arbeidsmarkt 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Eén van de pijlers van het coalitieakkoord 2014-2018 is: Iedereen aan het werk, niemand buiten de boot. De coalitie wil
Nadere informatieInleiding. Sociale activering en werk. Reikwijdte. Voor wie zijn de criteria? Terreinen criteria
kwaliteitscriteria maart 2013 / juli 2013 Inleiding Sociale activering en werk Cliënten van de ggz of oggz willen graag snel weer aan het werk of succesvol re-integreren. De praktijk is echter weerbarstig.
Nadere informatieAan: Het College van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Leiden Postbus 9100 2300 PC Leiden
Aan: Het College van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Leiden Postbus 9100 2300 PC Leiden Betreft: In spraakreactie Stichting ZON t.a.v.: Beleidsplan Participatiewet B&W 14.0684 d.d. 15 juli 2014
Nadere informatieVoorstel GEMEENTERAAD VII R 1 Vergadering van 16 juni 2008
Voorstel GEMEENTERAAD VII R 1 Vergadering van 16 juni 2008 Stuknummer Dienst 13285 Rekenkamercommissie Programma Corsanummer Werk en Inkomen In te vullen door opsteller stuk. Onderwerp Enschede Rekenkamerrapport:
Nadere informatieInhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.
Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland Inhoudsopgave Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: Artikel 4: Artikel 5: Artikel 6: Artikel 7: Artikel 8: Artikel 8a: Artikel 9: Artikel
Nadere informatieWijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand
AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER Raadsvergadering: 19 december 2012 Registratienummer: TB 12.3407403 Agendapunt: 8 Onderwerp: Voorstel: Toelichting: Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand
Nadere informatieRisico s voor jongeren met een arbeidsbeperking
Op weg van school via gemeente naar uitval met lage arbeidsproductiviteit Op weg van school via gemeente naar De kans dat jongeren na het verlaten van de school aan het kunnen neemt toe als de samening
Nadere informatieGelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;
CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR63088_1 11 oktober 2016 Re-integratieverordening 2010 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieKOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN
Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam
Nadere informatieGrootschalige screeningsprojecten: Ervaringen Gemeente Groningen. DIVOSA Congres
Grootschalige screeningsprojecten: Ervaringen Gemeente Groningen DIVOSA Congres 18-1-2016 Inhoud Beschrijving screening rechtmatigheid Beschrijving screening arbeids- en participatiepotentieel Relatie
Nadere informatieSERVICECODE AMSTERDAM
SERVICECODE AMSTERDAM Inleiding Stadsdeel Zuidoost heeft de ambitie om tot de top drie van stadsdelen met de beste publieke dienstverlening van Amsterdam te horen. Aan deze ambitie wil het stadsdeel vorm
Nadere informatieBusinesscase WAO. 1. Inleiding. 2. Pilot en uitvoerbaarheid
Businesscase WAO 1. Inleiding In de begrotingsafspraken 2014 van de regeringspartijen met D66, CU en SGP is het volgende afgesproken: Het UWV maakt een businesscase over hoe en voor welke groepen de kansen
Nadere informatieConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december
ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet 2015 Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Alle begrippen
Nadere informatiegemeente Eindhoven Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler)
gemeente Eindhoven Raadsnumrner 04.R820.00I inboeknummer o4tooosxs Classificatienummer x.888 Dossiernummer 4aa.6ox 25 mex 2004 Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler) Betreft rapport Reintegratie
Nadere informatieParttime ondernemen in de bijstand De stand van zaken
Parttime ondernemen in de bijstand De stand van zaken Onderzoek bij 36 Nederlandse gemeenten over het re-integratie-instrument parttime ondernemen Karen Smit Raynor Reinink Bob de Levita April 2019 Parttime
Nadere informatieInstructie cliëntprofielen
Bijlage 4 Instructie cliëntprofielen Dit document beschrijft: 1. Inleiding cliëntprofielen 2. Proces ontwikkeling cliëntprofielen 3. Definitie cliëntprofielen 4. De cliëntprofielen op hoofdlijnen 5. De
Nadere informatieOnderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB).
Raadsmemo Datum: 16 juni 2015 Aan: Gemeenteraad van Kopie aan: Van: Voor informatie: Onderwerp: P. van Zwanenburg Hans Tadema, Ontwikkeling Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB). 1. Aanleiding
Nadere informatieVerkenning probleemstelling. armoedebeleid Heerenveen. Rekenkamercommissie Heerenveen
Verkenning probleemstelling armoedebeleid Heerenveen Rekenkamercommissie Heerenveen April 2011 Inhoud. INLEIDING..2 ARMOEDEBELEID IN HEERENVEEN 3 AFBAKENING PROBLEEMSTELLING...4 3.1 AFBAKENING 4 3.2 OVERZICHT
Nadere informatieToelichting. Artikelsgewijs
Toelichting Algemeen Deze verordening regelt de ondersteuning die de gemeente biedt bij de arbeidsinschakeling van werklozen die horen tot de doelgroep. De opdracht om die ondersteuning te bieden is geregeld
Nadere informatieFunctioneel meten en vakmanschap www.divosa.nl
De sociale dienst als lerende organisatie Functioneel meten en vakmanschap www.divosa.nl De sociale dienst als lerende organisatie Functioneel meten en vakmanschap Prof. dr. Roland Blonk, Chris Goosen
Nadere informatieSamenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd.
Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd. 30-1- 2013 Uitgangspunten Iedereen die in een uitkering zit en die
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP WILLEM VAN ORANJE
RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP WILLEM VAN ORANJE Plaats : Kampen BRIN-nummer : 13KB Onderzoeksnummer : 119040 Datum schoolbezoek : 30 Rapport vastgesteld te Zwolle op 9
Nadere informatie1. Onderwerp Schuldhulpverlening
Naam: Functie: dr.ir. M. van Lieshout Onderzoeker-secretaris Rekenkamer Zaaknr: 273186 Betreft: Concept onderzoeksvoorstel Schuldhulpverlening juni 2018 1. Onderwerp Schuldhulpverlening 2. Aanleiding en
Nadere informatieDe leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer
gemeente Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer cluster Maatschappelijke en Economische Ontwikkeling/Sociale Dienstverlening contactpersoon Leon Beernink/Robert
Nadere informatieVisie en eindtermen voor jobcoachopleidingen
Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Versie 1.0 12 april 2012 Inhoudsopgave blz. Voorwoord 2 Algemeen -Visie 3 -Methodiek 4 Intake/assessment 5 Jobfinding 6 Coaching on the job 7 Definitielijst
Nadere informatieHoofdstuk 1 Inleiding 2
Gesprekscyclus Scholengroep Rijk van Nijmegen Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 2 Hoofdstuk 2 Gesprekscyclus Opbouw De tweejarige scyclus van SGRvN - Het voortgangs - Het beoordelings 4 4 4 5 6 Hoofdstuk
Nadere informatie2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T
Nadere informatieTOEZICHT OP DE TAAKUITVOERING VAN TOEZICHT EN HANDHAVING DOOR DE GEMEENTE. Winterswijk
TOEZICHT OP DE TAAKUITVOERING VAN TOEZICHT EN HANDHAVING DOOR DE GEMEENTE Winterswijk Plaats : Winterswijk Gemeentenummer : 0294 Onderzoeksnummer : 290093 Datum onderzoek : 1 juni - 31 juli 2016 Datum
Nadere informatieEen nieuwe taak voor gemeenten
Een nieuwe taak voor gemeenten Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Het doel van de wet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen. De gemeente
Nadere informatieUitwerken/introduceren nieuwe (beleids-)instrumenten;
1 Aanleiding Invoering Pw per 1 januari 2015 Stop instroom Wsw Beperking instroom Wajong Nieuwe/uitbreiding instrumenten: Nieuw Beschut en LKS Afname Rijksbijdrage Wsw Verlaging Participatiebudget door
Nadere informatieAdvies Uitvoeringspanel
Onderwerp: Wetsvoorstel Participatiewet Behandeld in het uitvoeringspanel van 11 juli 2013. en vastgesteld op 19 augsutus 2013 Loonkostensubsidie Het is goed als gemeenten en sociale partners onderling
Nadere informatieProject Ontsluiting werkzoekendenbestand Handreiking voor gemeenten over het werkproces werkzoekenden
Project Ontsluiting Handreiking voor gemeenten over het werkproces werkzoekenden UWV WERKbedrijf Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
Nadere informatieDe Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet.
Verbeterplan Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond. VTRR is een nieuwe organisatie die nog volop in ontwikkeling is. De wettelijke taken van VTRR, het oppakken van meldingen huiselijk geweld en kindermishandeling,
Nadere informatieBeleidsplan Schuldhulpverlening Venray
Beleidsplan Schuldhulpverlening Venray 2012-2015 Februari 2012 1 Inhoudsopgave Aanleiding p. 3 Visie p. 3 Doelen p. 3 Wat willen we bereiken en hoe willen we dit bereiken p. 3 Financiële dekking en risico
Nadere informatieToevoeging beleidsplan WWB 2009-2011
Toevoeging beleidsplan WWB 2009-2011 beleidsbepalingen WIJ Bepalingen participatiebudget september 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Uitgangspunten 5 2.1 Wet WIJ 5 2.2 Particpatiebudget 5 3 Wet investeren
Nadere informatiegelezen ons besluit dd. 12 juli 2004 nr. A9 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand,
Beleidsregels reïntegratie Wwb gemeente Tiel 2004 Het college van burgemeester en wethouders van Tiel, gelet op de artikelen 7 en 8 en 10 tweede lid van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en
Nadere informatieVoortgangsrapportage Sociale Zaken
Voortgangsrapportage Sociale Zaken 2e e half 2013 gemeente Landsmeer [Geef tekst op] [Geef tekst op] [Geef tekst op] Afdeling Zorg en Welzijn April 2014 1. Inleiding Voor u ligt de voortgangsrapportage
Nadere informatieRapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang
Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang Amersfoort, maart 2015 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Respons en achtergrondkenmerken 3 Inkoop 4 Administratieve lasten en kwaliteitseisen 5 Gevolgen
Nadere informatieRekenkamercommissie gemeente Bloemendaal
Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Evaluatie onderzoek Externe Inhuur Overveen, 25 januari 2018 Aanleiding De Rekenkamercommissie Bloemendaal evalueert al haar onderzoeken om na te gaan in hoeverre
Nadere informatieTOEZICHT OP DE TAAKUITVOERING VAN TOEZICHT EN HANDHAVING DOOR DE GEMEENTE. Leiderdorp
TOEZICHT OP DE TAAKUITVOERING VAN TOEZICHT EN HANDHAVING DOOR DE GEMEENTE Leiderdorp Plaats : Leiderdorp Gemeentenummer : 0547 Onderzoeksnummer : 281765 Datum onderzoek : 10 november - 23 december 2014
Nadere informatieOnderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.: 100211
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de minister mr J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Utrecht, 10 mei 2010 Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten
Nadere informatiegelezen ons besluit dd. 28 april 2009 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand, ioaw en ioaz,
Beleidsregels reïntegratie Wwb gemeente Tiel 2009 Het college van burgemeester en wethouders van Tiel, gelet op de artikelen 7 en 8 en 10 tweede lid van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en
Nadere informatie