- PDF Free Download

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download ""

Wouter Martens
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Wonen is een kort thema. Voor de docent. Niet elk hoofdstuk heeft een blokuur nodig! Een thema met veel praktische zaken. Ook een thema dat zich gemakkelijk laat gebruiken voor een project. Bij het thema wonen wordt ook gekeken naar het wonen en leven in arme landen. Er is gekozen voor de Munkacs omdat we mogen verwachten dat deze stichting nog een lange tijd zal voortbestaan, wil je er meer over weten, neem gerust contact op. De veiligheidssymbolen zijn de symbolen die per 1 januari 2011 verplicht zijn. De "oude vertrouwde"zullen al vrij snel zijn verdwenen. hier kun je een dvd bestellen 5,- "voor elkaar" 3 portretten over drie jongeren thuis, hoe leven ze daar, wat doen ze in de huishouding. Ook zijn er diverse lessen die je vrij kunt downloaden. spel over veiligheid op het werk, lang spel maar thuis verder te spelen omdat je inlogt.

Hoofdstuk 1 Wonen Wonen Kijk mij en mijn huis. 1. Ieder mens heeft een huis nodig om in te wonen. 2. Ook wonen is één van de basisbehoeften. 3. Een basisbehoefte is iets wat je echt nodig hebt. 4.

2 Hoofdstuk 1 Wonen Wonen Kijk mij en mijn huis. 1. Ieder mens heeft een huis nodig om in te wonen. 2. Ook wonen is één van de basisbehoeften. 3. Een basisbehoefte is iets wat je echt nodig hebt. 4. Wonen is een stukje van jezelf. 5. Je huis heeft invloed op je. 6. Een huis beschermt je tegen de regen en de kou. 7. In een huis eten, spelen, werken en slapen we. 8. Een huis geeft je een plek om je spullen te bewaren. 9. We zijn er veilig. En normaal staan onze spullen er ook veilig. 10. Een huis is bedoeld om je thuis te voelen. 11. Thuis is de plek waar we horen en waar mensen voor ons zorgen. 12. Thuis, ook een plek waar mensen zijn die van je houden. Opdracht 1 Kies vier zinnen uit het leesstuk. Het moeten zinnen zijn die jij het belangrijkst vindt. Schrijf eerst het nummer op en leg dan uit waarom je deze zin gekozen hebt. 1. Zin nr. want/omdat 2. Zin nr. want/omdat 3. Zin nr. want/omdat 4. Zin nr. want/omdat 4

3 Mijn huis Als mensen een huis kiezen, letten ze ook op de woonomgeving. Is de buurt gezellig en veilig? Welke voorzieningen zijn er? Voorzieningen zijn die dingen die het leven gemakkelijker maken. Het is prettig als er winkels in de buurt zijn of een zwembad. De leefbaarheid in een stad of woonwijk is goed als er voor veel doelgroepen voorzieningen zijn. Ieder gezin vindt andere voorzieningen belangrijk. Opdracht 2 Puzzel woonvoorzieningen. Het vakje met het nummer er in doet niet mee Een klein bos in de stad Een veld om op te sporten. 3. Zondags ga je hier naar toe, soms ook wel door de week Hier haal je medicijnen die de dokter voorschrijft De trein stopt hier Vanaf 4 tot 12 jaar gaan kinderen hier naar toe Hier doe je een brief in die je wilt versturen Hier staan een schommel een wip en een glijbaan. 5

Woon je in een stad of op het platteland Sommige mensen wonen in de stad, andere mensen in een dorp. Je kunt wonen in een flat, of op een boerderij. Zelfs op het water kun je wonen.

4 Woon je in een stad of op het platteland Sommige mensen wonen in de stad, andere mensen in een dorp. Je kunt wonen in een flat, of op een boerderij. Zelfs op het water kun je wonen. Jouw woonomgeving bepaalt ook voor een deel hoe je denkt over het leven in de stad of op het platteland. Opdracht 3 Ik woon in een: dorp stad platteland in het bos anders nl. Ik woon hier omdat Vind je het fijn om in jouw woonplaats te wonen? ja nee Leg uit waarom jij het fijn of niet fijn vindt om daar te wonen. Schrijf hierover een kort verhaal. Opdracht 4 Ga er maar voor Zoek op internet bij Google Earth jouw straat. Typ je straat en plaatsnaam in of je postcode. Je kunt ook samen met een klasgenoot adressen opzoeken. 6

5 Soorten huizen Er zijn heel veel verschillende huizen. Huizen zijn er in allerlei soorten, en van allerlei materialen gemaakt. In Nederland zijn huizen meestal gemaakt van steen of hout. Opdracht 5 Welk type huis is dit? twee onder één kap - vrijstaand huis - flat - woonboot - arbeiderswoning - rijtjeshuis - woonwagen 7

6 Opdracht 6 Een huis bouwen. Er zijn veel beroepen in de bouw. Probeer er achter te komen. Vul het goede woord in. loodgieter, stukadoor, aannemer, schilder, architect, tegelzetter, betonvlechter, metselaar, elektriciën Een bedenkt een huis, hij maakt er een tekening van. Voordat beton gestort wordt maakt de een gevlochten geraamte van ijzer. Ook moet er uitgerekend worden wat het huis gaat kosten. Dit doet de De muren worden gemetseld door de Voor apparaten en verlichting hebben we stroom nodig. De legt hiervoor de leidingen aan. De maakt de muren glad. Een verft het huis. De waterleiding en de verwarming worden aangelegd door de In de keuken en badkamer worden tegels gezet door de 8

Vergelijkbare documenten

werkbladen thema 5 werk

werkbladen thema 5 werk 5.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Jan staat voor het uitzendbureau. Jan heeft werk. Tarik wil taxichauffeur