Mooi weer in het weekend: meer ongevallen met motoren. factsheet 6 april 2018

Transcriptie

1 Mooi weer in het weekend: meer ongevallen met motoren factsheet 6 april 208

2 Mooi weer in het weekend: meer ongevallen met motoren Aankomend weekend belooft het kwik sinds lange tijd weer richting de 20 graden te stijgen. Een goede reden om de motor van stal te halen en een mooie rit te maken. Maar motorrijders: let op, want uit recent onderzoek van STAR blijkt dat tijdens de eerste zonnige weekenden van het jaar meer verkeerslachtoffers onder motoren vallen dan in de rest van het jaar. Slachtoffers in januari, februari en maart Slachtoffers motoren naar datum (januari-maart 208) Zondag 25 maart Deze grafiek toont het aantal slachtoffers onder motoren (zowel bestuurders als passagiers). De data zijn afkomstig uit de STAR Database en hebben betrekking op het eerste kwartaal van 208. In deze grafiek is duidelijk te zien dat het aantal slachtoffers onder motorrijders toeneemt gedurende de maanden januari, februari en maart 208. Een uitschieter is te zien in het weekend van 24 en 25 maart: dit was het eerste zonnige weekend van het jaar. Over STAR: Politie, Verbond van Verzekeraars en VIA zijn de initiatiefnemers van het STAR-project (Smart Traffic Accident Reporting) dat een einde moet maken aan de onderregistratie van ongevallen. Het STAR-project krijgt steun van tien belanghebbende organisaties: Rijkswaterstaat, het Interprovinciaal Overleg, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid, VeiligheidNL, Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB, Fietsersbond, TeamAlert en Veilig Verkeer Nederland. Voor meer informatie, actuele cijfers en kaarten: 2

3 Slachtoffers in Slachtoffers onder motoren ,0 25,0 Gemiddeld aantal slachtoffers onder motoren 20,0 5,0 0,0 5,0 0,0 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Gemid. Slachtoffers/werkdag 4,6 5,2,7 3, 7,6 7,3 7,3 5,4 4,9,4 6,3 6,3 Gemid. Slachtoffers/weekenddag 3, 6,0 9,4 22,4 22,4 24,9 9,4 20,0 2,6 8, 8,0 4,6 De cijfers over het eerste kwartaal van 208 zijn geen uitzondering. Deze grafiek toont het aantal slachtoffers onder motoren in de jaren 204 t/m 207. De grafiek laat zien dat de motor vooral in het weekend (relatief gezien) meer slachtoffers eist. Verder valt op dat: in de periode 204 t/m 207 over het hele jaar gezien in het weekend 34% meer slachtoffers vallen dan op doordeweekse dagen; in de maanden maart en april dit respectievelijk 67% en 73% is. Een verklaring voor deze opzienbarende stijging is dat deze maanden het begin zijn van het motorseizoen. De motorrijder moet misschien opnieuw wennen aan het voertuig en wellicht moet ook het overige verkeer wennen aan meer motorrijders op de weg; ook op werkdagen het aantal slachtoffers in de warmere maanden stijgt. Dit zal voor een deel utilitair verkeer zijn (zoals woon- werkverkeer) en voor een deel recreatief; juni de topmaand is wat betreft slachtoffers onder motorrijders, met een gemiddeld van 36 per maand. Hier vallen de meeste slachtoffers doordeweeks (63%). Dit komt waarschijnlijk door de vakantieperiode (recreatief verkeer). 3

4 Leeftijd motorrijders Leeftijdsverdeling slachtoffers motorrijders 4,5% 4, 3,5% 3, 2,5% 2,,5%, 0,5% 0, Gemid. Slachtoffers/werkdag Gemid. Slachtoffers/weekenddag 0 per. Zw. Gem. (Gemid. Slachtoffers/werkdag) 0 per. Zw. Gem. (Gemid. Slachtoffers/weekenddag) In het onderzoek is ook gekeken naar de leeftijd van de slachtoffers (bestuurders). Daaruit blijkt het volgende: motorrijders in de leeftijdscategorieën 24 t/m 29 jaar en 46 t/m 57 jaar zijn betrokken bij de meeste ongelukken; Van de leeftijdscategorie 46 t/m 57 jaar wordt vaak gedacht dat het recreatieve rijders zijn. Er blijkt echter weinig verschil te zitten tussen de slachtoffers in het weekend en op werkdagen. Aard van de ongevallen 7% 7% Gewonden onder motorrijders ( ) 7% % 4 2 Dier Eenzijdig Flank Frontaal Geparkeerd voertuig Kop/staart Los voorwerp Vast voorwerp Voetganger 34% 9% Doden onder motorrijders ( ) 3% 9% Dier Eenzijdig Flank Frontaal Geparkeerd voertuig Kop/staart Los voorwerp Vast voorwerp Voetganger De aard van het ongeval verschilt bij de gewonden en de doden: de meeste dodelijke slachtoffers vallen door een ongeval met een vast voorwerp (34%), terwijl de motorrijders die gewond raakten, het meest betrokken waren bij een flankbotsing (4). 4

5 Maximum snelheid van de weg Gewonden onder motorrijders ( ) Doden onder motorrijders ( ) 9% 4% 5% 6% 5 km/h 30 km/h 50 km/h 60 km/h 70 km/h 6% 3% 8% 26% 5 km/h 30 km/h 50 km/h 60 km/h 70 km/h 4% 48% 80 km/h 90 km/h 00 km/h 20 km/h 3 4% 80 km/h 90 km/h 00 km/h 20 km/h Ook bij de maximumsnelheid die is toegestaan op de weg waarop het ongeval heeft plaatsgevonden, is een verschil te zien tussen de gewonden en de dodelijke slachtoffers onder motorrijders. De meeste gewonden vallen op 50 km/u-wegen. De dodelijke ongevallen vinden voornamelijk plaats op de 60- en 80 km/uwegen. 5