Beleid sociale veiligheid schooljaar

Transcriptie

1 Beleid sociale veiligheid schooljaar

2 Inhoud 1. Beleid sociale veiligheid Doel Kernwaarden Pesten Voorwaarden Afspraken Buitenspelen Afspraken buiten Rol van de leerkracht Consequenties Grensoverschrijdend gedrag Buiten Binnen In de klas Protocol: Ongewenst gedrag in en buiten de klas

3 1. Beleid sociale veiligheid In dit beleid wordt beschreven welke schoolafspraken met betrekking tot de sociale veiligheid met elkaar gemaakt zijn en wat het team van basisschool t Karregat doet om pestgedrag te voorkomen en te bestrijden tussen kinderen onderling. Tevens worden de schoolafspraken beschreven met betrekking tot het buiten spelen en het gewenste gedrag van de leerling in en om de school. 1.1 Doel Leerlingen, ouders en personeelsleden voelen zich veilig op basisschool t Karregat, waardoor de leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Alle personeelsleden, leerlingen en ouders van basisschool t Karregat zijn zich bewust van het feit welke schade pesten toe kan brengen. Alle ouders, leerlingen en personeel worden met respect behandeld. Iedereen mag alles op een respectvolle manier tegen elkaar zeggen, een kind moet kunnen vertellen wat er gebeurd is. 1.2 Kernwaarden 1. We behandelen elkaar en de spullen met respect: We letten op het taalgebruik. We houden ons aan de regels van het stoplicht. We zijn stil tijdens instructie en blijven op onze plaats zitten. 2. We zien en ontvangen elkaar: We zijn allemaal anders en dat mag. We steken een vinger op als we iets willen zeggen en wachten op onze beurt. We luisteren naar elkaar en laten een ander uitpraten. 3. Van complimentjes groeit iedereen: We oordelen niet over een ander. We geven elkaar complimenten want daar groeit iedereen van. We zijn aardig tegen elkaar. 4. Pesten melden is geen klikken: Als je gepest wordt of als je ruzie hebt en je komt er zelf niet uit, dan vraag je hulp van een leerkracht. We zeggen tegen elkaar dat we iets niet leuk vinden. Stop, houd op! We raken elkaar niet aan met de bedoeling de ander pijn te doen. 5. Iedereen moet zich veilig voelen: We lopen rustig door de gang. Ik doe en zeg alleen dingen die voor mij en de ander fijn zijn. 3

4 1.3 Monitoren van de sociale veiligheid Op t Karregat monitoren wij de sociale veiligheid van de leerlingen. Dit doen we door eenmaal per jaar via een gestandaardiseerde vragenlijst van WMK in te laten vullen door de leerlingen van groep 6, 7 en 8, de ouders en de leerkrachten. De resultaten van deze vragenlijst worden geanalyseerd en besproken met het team en worden waar nodig gebruikt om het beleid sociale veiligheid aan te passen. 2. Pesten Pesten is een wezenlijk en groot probleem. Onder pesten wordt verstaan: een vorm van agressief gedrag, waarbij een persoon wordt aangevallen, vernederd of buitengesloten door één of meerdere individuen. Pesten wordt gezien als een complex probleem. Pestgedrag is zeer schadelijk voor kinderen, zowel voor de slachtoffers als voor de pesters. Dus: horen zien en NIET zwijgen. 2.1 Voorwaarden Om pesten te voorkomen moet er een goed pedagogisch klimaat heersen binnen basisschool t Karregat. Dit willen wij bereiken door de opgestelde kernwaarden benoemd in hoofdstuk 1 te hanteren. Een belangrijke omgangsregel hierbij is Ik doe en zeg alleen dingen die voor mij en de ander fijn zijn. Daarnaast is het belangrijk dat pesten als probleem wordt gezien door alle betrokken partijen: leerlingen (zowel de pester, gepeste, meelopers en omstanders), ouders en leerkrachten. Het voorbeeldgedrag van leerkrachten op school en ouders in de thuissituatie is van groot belang. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en leerlingen wordt niet geaccepteerd. Er is een groot verschil tussen pesten en plagen. Pesten is vaak langdurig, hierbij is er sprake van macht, het is gemeen, stiekem, meerdere tegen één en moeilijk te stoppen. Plagen gebeurt af en toe, is gelijkwaardig over en weer één tegen één, is op basis van vertrouwen in elkaar en kan met een lach. Tijdens het buitenspelen door de pleinwacht en in de school door personeelsleden worden de genoemde punten nauwlettend in de gaten gehouden. 2.2 Afspraken Bij pesten, zowel in de klas als bij het buiten spelen, wordt het inschakelen van de leerkracht niet opgevat als klikken. Als je gepest wordt of als je ruzie hebt en je komt er niet zelf uit, dan vraag je hulp aan de leerkracht of de pleinwacht. Afspraken voor het voorkomen van pesten - Aan de start van het schooljaar worden de kernwaarden en regels in de groep door de eigen leerkracht besproken. - Tijdens de start van het schooljaar wordt geïnvesteerd in groepsvorming, hiervoor wordt het boek De gouden weken gebruikt waarin verschillende groepsvormende activiteiten en energizers beschreven staan die in de klas ingezet kunnen worden. Waar nodig zullen deze activiteiten gedurende het schooljaar opnieuw ingezet worden om aandacht te geven aan groepsvorming. 4

5 - Gedurende het schooljaar besteden we aandacht aan deze kernwaarden door ongeveer elke maand een regel centraal te stellen die hierbij past. - Regelmatig worden klassengesprekken gevoerd door de groepsleerkracht, waarin gesproken wordt over veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzies etc. Hierbij worden de kaarten van de SOEMO methode gebruikt als richtlijn. - Als pesten optreedt signaleren de leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dit en nemen duidelijk stelling. - Elke leerkracht is verantwoordelijk voor alle leerlingen van de school. - Er wordt gelet op het taalgebruik. Leerlingen die grove taal gebruiken, worden hierop aangesproken door de leerkracht. - In de hal en op het speelplein worden de leerlingen goed gevolgd door de leerkrachten. Men heeft oog voor duwen, pootje haken, per ongeluk aanstoten, zetje geven. De leerkracht spreekt leerlingen hierop aan. - In de klas wordt gelet op: wegtrekken van spulletjes, boeken of schriften van de tafel stoten, elkaar duwen of zetje geven, elkaar uitschelden, spulletjes wegpakken van een ander, tijdens het uitdelen van materialen leerlingen overslaan of negeren. Ook dan spreekt de leerkracht de betreffende leerlingen aan. - Er wordt verwacht dat de ouder(s) de aanpak van de leerkrachten ondersteunen; de ouders reiken informatie aan of geven suggesties voor een goede oplossing. 5

6 3. Buitenspelen De buitenspeelruimte van basisschool t Karregat is zeer ruim van opzet. De leerlingen hebben zowel gras, speelterrein als speeltoestellen ter beschikking. De grenzen van het speelterrein worden aan het begin van elk schooljaar aan de leerlingen verduidelijkt. De leerlingen lopen de eerste schooldag met hun klas en leerkracht langs de grens van het speelterrein. Zo is ieder op de hoogte van de afbakening van het speelterrein. Nieuwe leerlingen worden door de leerkracht geïnformeerd over de grenzen van het speelgebied. 3.1 Afspraken buiten - We mogen rondom de paraplu spelen, erin klimmen niet. - We gebruiken alle schommels volgens schema. - We laten stokken en takken op de grond liggen. - We spelen geen stoeispelletjes. Die kunnen leiden tot ruzies. - We gebruiken het speelmateriaal voor het doel waarvoor het gemaakt is. - Spelen tot aan het kantoor van de directeur, meneer Mark. - We overschrijden de grenzen van het speelterrein niet. 3.2 Rol van de leerkracht - De pleinwacht controleert of de afspraken rondom het buitenspelen worden nageleefd - De pleinwacht draagt een geel veiligheidsvestje om herkenbaar te zijn - De pleinwacht is op tijd buiten - Eén pleinwacht blijft buiten tot alle leerlingen binnen zijn, bij voorkeur een leerkracht die niet naar de klas hoeft. - Indien je geen pleinwacht kunt lopen, zorg je zelf voor vervanging 3.3 Consequenties - Gedrag bespreken met de leerling (wat doet het met de ander). - Leerling biedt excuses aan (mondeling of schriftelijk). - Bij kleine overtredingen (duwen, schelden, enz.): 5 minuten op de bank. - Bij grote overtredingen (schoppen, slaan, grof taalgebruik) en bij overschrijding van de grenzen van het speelterrein, naar binnen, melden bij de koffiekamer en strafregels schrijven. Volgende pauze binnen blijven met werk van de leerkracht. Communicatie omtrent negatief gedrag - Indien de surveillant het gedrag constateert en corrigeert, communiceert hij het met de leerkracht van het kind na de pauze. De surveillant of de leerkracht zet het in Eduscope onder het kopje: incident. 6

7 4. Grensoverschrijdend gedrag 4.1 Buiten Indien een leerling van je wegloopt nadat je hem aangesproken hebt binnen de kaders van het plein, niet erachteraan rennen, maar na de pauze in de klas aanspreken. Gevolg: volgende dag pauze binnen. Loopt een kind weg van het plein, probeer de leerling in het zicht te houden en laat de ouders direct bellen. 4.2 Binnen - Gedrag bespreken met de leerling (wat doet het met de ander). - Leerling biedt excuses aan (mondeling of schriftelijk). - Leerling werkt in een andere klas of buiten de klas. - Leerling gaat naar een afgesproken time-out plek. 4.3 In de klas - De leerling wordt naar een andere groep gebracht, met voldoende werk. - De leerling verdient d.m.v. de gedragskaart om de dag erop volgend weer terug in de klas te mogen. - Na schooltijd gesprek met ouders en kind. Verslag hiervan wordt door de leerkracht in Eduscope gezet. Indien een leerling weigert naar de andere groep mee te lopen: - Gedrag negeren en vragen aan de klas om dit ook te doen. - Laat een leerling een ambulant persoon halen, om de leerling nogmaals te verzoeken naar een andere klas te gaan. - Gaat de leerling dan nog niet dan belt de ambulant persoon de ouder en worden deze verzocht naar school te komen. Bij geen contact, voic inspreken dat we ouders graag na schooltijd spreken. De ambulant persoon blijft dan wel in de klas zitten. - Gesprek na schooltijd met de ouders, de leerling en de leerkracht. - Consequentie: De leerling verdient d.m.v. de gedragskaart na minimaal 2 dagen weer terug in de klas te mogen. TIP: Wanneer een leerling bij jou wordt geplaatst dan wijs je de leerling een plek en verder negeer je hem/haar met uitzondering van instructie. Bij terugkomst in de groep heet je hem/haar welkom. Je keurt gedrag af, maar niet het kind. Lijfelijk raken wij geen leerlingen aan, alleen bij gevaar voor anderen. Bij zeer ernstig of herhalend grensoverschrijdend gedrag treedt het protocol schorsen en verwijderen van Salto in werking (zie bijlage). Daarvan moet de directeur altijd op de hoogte zijn. 7

8 Gedragskaart Naam: Gewenst gedrag: Beloning: Bij. krullen mag je terug naar de groep. * Voor iedere pauze en om kan er een krul verdiend worden. 8

9 5. Bijlage: Protocol ongewenst gedrag in en buiten de klas Met ongewenst gedrag wordt onder andere bedoeld: brutaal gedrag naar leerkracht / medeleerlingen, verbaal en / of fysiek geweld naar leerkrachten en leerlingen, ongewenst het schoolterrein verlaten, spullen opzettelijk vernielen. Indien een leerling ongewenst gedrag in de klas of daarbuiten laat zien dan treedt dit stappenplan in werking. Na elke vakantie start voor de leerling een nieuwe kans, dus vervallen de voorgaande stappen van dit stappenplan. Stap Oorzaak Gevolg 1 Leerling vertoont ongewenst Gesprek leerling - leerkracht, benoemen gedrag gewenst gedrag 2 Herhaling ongewenst gedrag Gesprek leerling - leerkracht, benoemen gewenst gedrag. Gesprek ouders leerkracht 3 Wederom herhaling ongewenst gedrag 4 Wederom herhaling ongewenst gedrag 5 Herhaling ongewenst gedrag en 3 x plaatsing buiten de groep Plaatsing leerling buiten de groep voor de rest van het dagdeel. Gesprek leerling - leerkracht, benoemen gewenst gedrag. Gesprek ouders leerkracht Plaatsing leerling buiten de groep voor de rest van het dagdeel. Gesprek leerling leerkracht directeur, benoemen gewenst gedrag. Gesprek ouders leerkracht - directeur Plaatsing leerling voor de rest van de dag bij de directeur Gesprek leerling directeur Gesprek ouders leerkracht - directeur Vermelding in Eduscope, het digitaal leerling 9

10 6 Herhaling ongewenst gedrag of een ernstige overtreding van de gedragsregels door de directeur bepaald 7 Herhaling ongewenst gedrag na stap 6 of gedrag waardoor de veiligheid van de leerling zelf, medeleerlingen en / of personeelsleden niet langer gehandhaafd kan worden. 8 Herhaling ongewenst gedrag na stap 7 Leerling krijgt een time out. Ouders worden direct telefonisch ingelicht door de directeur. De ouders worden verzocht de leerling op te halen, zij worden eveneens schriftelijk geïnformeerd en uitgenodigd voor gesprek bij de directeur. Er wordt een verslag opgesteld dat door de ouders getekend wordt. Een kopie wordt gestuurd naar leerplichtambtenaar, College van Bestuur en onderwijsinspectie. Leerling wordt geschorst voor maximaal drie weken. Ouders worden direct telefonisch ingelicht en verzocht de leerling op te halen, zij worden eveneens schriftelijk geïnformeerd en uitgenodigd voor gesprek bij de directeur. Er wordt een verslag opgesteld dat door de ouders getekend wordt. Een kopie wordt gestuurd naar leerplichtambtenaar, College van Bestuur en onderwijsinspectie. Leerling wordt van school verwijderd. Ouders worden direct telefonisch ingelicht en verzocht de leerling op te halen. Zij worden eveneens schriftelijk geïnformeerd en uitgenodigd voor gesprek bij de directeur. Er wordt een verslag opgesteld dat door de ouders getekend wordt. Een kopie wordt gestuurd naar leerplichtambtenaar, College van Bestuur en onderwijsinspectie. 10